Wekeiyksche Kalender.
Stofgoud.
Zondag.
Als God terugneemt eerst wa-ardee>rt men
wat God gaf.
Maandag.
Een leren zonder tegenspoed is een onge
slepen diamant.
Dinsdag:.
Verlangen zonder bevrediging is een zoet,
Jtnaar sloopend vergif.
Woensdag.
Jaloezie staat zichzelve in den weg en
btrooit vergif op elke bloem, waarop ieder
ander bewonderend het oog laat meten.
i Donderdag.
'Hot purperen kleed is vaak gevoerd met
'har toleed..
Vrijdag.
De burgers noemen hun domheid ernst,
'hun proza gezond verstand, en hun lafheid
voorzichtigheid.
o
Zaterdag.
Wij schatten te laag wat wij hebben en
te hoog wat wij zijn.
De Reddingboot*
'Hoe donker is de nacht aan 't strand:
De leste ster ging schuil,
i.Wiïd giert de storm langs 't oeverzand
Met aaklig noodgehuil.
ïïdets ziet het oog, dat zeewaarts dwaalt,
Dan 6clieemrend hier en daar,
[Een vale plek, die rijst en daalt:
't Is 't schuimen van do baar.
Heel d'oever is, bij 't klimmend tij,
i Van golven overspat:
Gewis, hij scheen onzinnig, hij,
Die thans het strand betrad.
En toch, plots, tusschen 't windgefluifc
En 't sboamgebulder door,
Daar klinkt van ver 't verward geluid
Van stemmen ons in 't oor.
Gewis, het komt daar ginds van ;t strand
Men 7~« een schip in nood;
Het bootsvolk liep te hoop't bemant
In haast de reddingboot.
Want wordt er hulp vereischt, voorwaar,
De trouw dici wakkre liên
Zoekt even gretig 't lijfsgevaar
Al.g andren 't gretig vliên.
Schoonheid is een bloem, waarvan de
geur goedheid heet.
Eliea Mercoeur.
Een der oorzaken van het wankelbare,
zoo niet van het vooruitstrevende onzer
denkbeelden, i9 de omstandigheid, dat het
güloovigo hart geen hinderpaal oplevert
voor het speurende verstand.
G. M. Val tou r.
Voorzeker, de ervaring leert het ons, dat
wij de Waarheid en hen, die ons haar on-
der het oog brengen, haten. Onze eigenlief -
i de eischtj dat zij zich ten onzen opzichte be-
i driegen en ons grooter achting zullen toe
dragen, dan waarop wij aanspraak hebben.
Pascal*
Papegaaien zijn gevaarlijk.
In de laatste jaren is van wetenschappe
lijke zijde herhaaldelijk gewezen op de geva
ren, die het liefkooze-j van dieren met zich
voert. Deze gevaren bestaan in hooge mate,
waar het papegaaien betreft. Er is gespro
ken van een soort tuberculose, die door dit
dier op ae menschen overgebracht wordt,
en het is gelukt in de organen van den pa
pegaai een bacil te ontdekken, die ook voor
menschen noodlottig kan worden.
Van 1S92 tot 1897 zijn volgens opgaven van
een Fransch dokter 70 gevallen van pape
gaaien-ziekte bij menschen bekend gewor
den, van welke 24 met doodelijken afloop.
In September van het vorige jaar had
een ingenieur een papegaai gekocht, die
eenige 'dagen later ziek werd en na vier we
ken stierf. Een dag na den dood van den
vogel werd de ingenieur ziek en het bleek
dat hij een hevige longontsteking had. Zijn
vrouw, die hem verpleegde, kreeg dezelfde
ziekte.
Beiden waren steeds in de buurt van het
zieke 'dier geweest, terwijl een dienstbode,
die slechts af en toe in die kamer kwam,
niet ziek werd.
Toevallig was de papagaai in den tuin be
graven en zoodoende kon hij worden opge
graven. Hij werd onderzocht en de bekende
bacil werd gevonden.
De groote
Staatje van
in de groote
ren geijverd:
Ansterlitz
Jen a
Moskou
Leipzig
Waterloo
Solferino
Sadowa
Gravelotte
Sedan
Liaojang
veldslagen van enzen tijd.
het effectief en de verliezen
veldslagen, sinds honderd ja-
EüWctlef.
Over- OTcrwon-
wlon.iars. nencn.
70,000 84,000
40,000 70,000
120,000 125,000
300,000 171,000
116,000 78,000
124,000 163,000
141,0C 3 150,0' 3
270,000 126,000
190,000 124,000
145,000 140,000
Vorllczea.
Ojer- Oycrwon-
vrlnnanrs. ncneD.
12,000 26,000
4,000 27,000
23,000 51,000
47,000 60,000
22,000 29,000
15,000 22,000
9,000 24,000
35,000 27,000
30,000 38,000
30,000 30,000
RECEPT.
Patrijzon in kool.
Van een savoyekool worden de bladen
tien minuten gekookt in kokend water met
zout. Twee patrijzen worden met spek en
boter gebruind en lA ons varkens- en li
ons kalfsgehakt op de gewone wijze ge-
men^ I en toebereid. Men neemt een vorm,
wrijft dien met boter in, en belegt dien
met de koolbladen, laag om laag met ge-
hak.. en tusschen elke laag een paar stuk
jes van de gesneden patrijzen; do bovenste
laag moet uit kool bestaan. De vorm wordt
in bain Marie geplaatst en gedurende 1^
uur gekookt. Als de pudding is uitgestort,
garneert men den schotel daaromheen met
gebraden saucijsjes.
ALLERLEI.
Het oog der liefde ziet scherp!
D© heer Nikkel maakte op een Zondag,
toen zijn vrouw wegens een kleine onge- 'l
steldheïd thuis moest blijven, in gezelschap I
van een goeden vriend een uitstapje naar
buiten Deze zeldzame gelegenheid is te
gunstig, dan dat men niet eens een beetje
uit don band zou mogen springen. Beide
lieeren zijn dan ook in de vroolijkste en
meest oLdernemingsgezinde stemming, en, I
als het toeval hun juist twee aardige meis
jes te gemoet voert, wordt spoedig kennis
making met dezen aangeknoopt. Het onder
houd wordt steedfc- meer geanimeerd en, ten
langen laatste, wandelen beide paartjes arm
in a-rm.
Als- de heer Nikkel des avonds, vroolijk
en goedgeluimd, thuis komt, monstert hem
zijn vrouw met onheilspellende blikken en
vraagt: „Waar ben jo wel geweest?"
„Een klein uitstapje naar buiten heb
ik met mijn vriend gemaakt"
„Zoo? Wou je mij dat w$js maken? O,
jou gemeen© huichelaar 1 Met een n-^ew
heb je gearmd geloopen, zelfs zeer dioht te
gen haar aan. De Hemel weet of je ze niet
om d© taille hebt vastgehouden, hè? Mij zal
je niets op do mouw spelden..."
„Ochf vrouw, wees toch verstandig, hoe
kan je nou zoo iets van me denken; je bent
toch den geheelen dag thuis geweest," stot
tert verward en verlegen d© beschuldigde.
„Ho© ik het weet? Kijk maar eens naar
je laarzen 1 D© linker is heelemaal met stof
bedekt, van de rechter is het stof totaal af
geveegd. Nou, wat wou je daarop zeggen 1"
Hier wordt niet geklopt.
Een onderwijzer in een naburige gemeente
fondervond er erg veel Last van, dat er
avond aan avond op zijn deur werd ge
klopt. Dit begon hem te vervelen, waar
om hij een papier op zijn deur bevestigde
met het opschrift: „Hier wordt niet ge
klopt 1"
Dien avond werd er echter zoowaar
wederom geklopt. Onze schoolmeester
vliegt woedend zijn dour uit en herkent in
een hard wegloopendon jongen een zijner
leerlingen. „Dien zal ik morgen wei to
pakken brijgen," dacht hij; en hij keerde
in den huiselijken kring torug.
Den volgenden morgen op de school ko
mende, had haj al gauw den boosdoener in
het oog. Hij riep den jongen, zette hem
op een stoel en nam een stok; maar plot-_
seling liet hij den stok vullen, wamt juist'
op dat deel van den jongen, waarop hij de
strafoefening wilde houden, las- hij met
groote letters: „Hier wordt niet geklopt."
Modern. Hoer: ,,Is> mevrouw
thuis? Wanneer lean ik haar bepaald tref
fen?"
Dienstmeisje: „Aanstaanden Zon
dagmiddag bepaald; want Zondag is mijn
uitgaansdag
Ook een manier om aan geld
te komen. Uit den gemeenteraad:
„De straten, waardoor het verboden is met
rijwielen of auto's te rijden, hebben ons
goed wat aan boeten opgebracht."
„Zouden wij nog niet zoo'n paar straten
aanleggen
Verstrooid. Mevrouw: „Denk
eens, manlief, gisteren vond ik in de pro
visiekast een soldaat
Professor (uit zijn boek opkijkend):
„Hè? En uit welke eeuw?"
Van gisteren. j>Frite, je hebt
weer appelen uit de provisiekamer ge
kaapt..."
„Neen ma..."
„Jok niet, Frits, het staat immers op je
voorhoofd geschreven..."
„O, dat is nog van gisteren 1"
Een lastig geval. In de wacht
kamer van een spoorwegstation zit een
handelsreiziger gcnoegelijk een sigaret te
rooken.
De portier komt op hem af en zegt op
strengen toon: „Ziet u dat bordje niet?"
daarbij wijzend© op een kartonnen plaat,
waarop met groote letters: „Verboden te
rooken."
De handelsreiziger antwoordt: „Jawel,
maar hebt gij dat andere bordje ni?c ge
zien?" Fn hij wijst daarbij op een reclame
plaat, waarop de woorden prijken: „Rookt
de sigaretten van Muratti, verkrijgbaar
bij G. Abrahams."
In den gemeenteraad was sprake van het
maken van een muur om een nieuw kerkhof.
„Waartoe zou dit anders dienen dan tot
geldverspilling", sprak een der raadsle
den; „immers, die buiten het kerkhof staan,
wenschen ©r niet op te komen, en die er op
zijn, kunnen er niet vandaan."
REBUS.
beide vindt leert
Wie iets mat»
beide
[Verklaring in het volgend Zondags
blad],