Wekeiyksehe Kalender.
Raadgeving.
Stofgoud.
ALLERLEI.
lamp niot zichtbaar is en de vuurschijn
slechts door een wand van gekleurd glasmo
zaïek uitstraalt, staan gezellig, terwijl de
eenvoudige, die veel lijken op een groote
keukenlamp, waarlijk nergens tot sieraad
strekken.
Ook gaskachels worden wel in fraaie*
gezellige modellen geleverd en versierd met
toodkoper.
Eleotrische kachels zijn nog in haar ge
boorte: ze zijn zeer duur: maar gezellige,
fraaie kachels kan men vaak bewonderen
[in groote magazijnen, die ze tentoonstel
len.
RERIRNERBK1G.
Wat al droeve herinneringen,
Wo± &1 onbegrepen smart,
Hoove el vragen kwellen, drukken
't On doorgrond'lijk mensohenhart.
Weemoed weeft zijn eombren sluier
Bij 't beschouwen van 't verleen
Over 't geen het beurt verrukte,
Over de herinn'ring heen.
Weemoed wekt wat wJ eens bezaten,
't Groot geluk, weleer gesmaakt,
Vaak ten deelo slechte genoten,
Of niet liefdevol bewaakt.
En toch schoon do wonden schrijnen,
Missen wil ik 't zeker niet:
't Droomend dwalen, 't mij bepalen
Bij hetgeen d' herinnering biedt.
Wellen tranen mij in vi'oogen,
Die 'k met moeite slechte bedwing,
Wordt 't verlangen mij to machtig,
Dan juist stilt dlier in nering
Aan 't geluk van vroeger dagen
Menigmaal do jammerklacht;
Dankbaar wordt, al zdj 't met weemoed,
Dan 't verleden nog herdacht.
Tc Zou daarom niet gaarne missen:
;t Droomend dwalen in 't verleen,
Ook al blijft mij niets meer over.
Dan d'her in nering alleen.
Daktuinen te Berlijn.
Menigeen, die dezen zomei' in den toe
stand van een halfgekookten karper door
de Bexlijnschc straten wandelde, zal wal
eens afgunstig hebben opgekeken naar de
daken der huurkazernes, in do veronderstel
ling, dat het daar ten minste iets koeleer
zou zijn.
Daktuinen hangende tuinen") zijn geen
vinding van den laatsten tijd; Bome en
Babyion kenden zo ook. Zoodra in de mo
derne wereldsteden de grond te duur werd,
om op den beganen bodem een lapje tuin
to koop en, begon men daktuinen aan to
leggen. Een merkwaardige daktuin, mis
schien de grootste in Berlijn, bevindt zich
boven het gebouw der Philharmonio" in
do Bernburgor Strasse. Hij is van de
straat; niet zichtbaar; wie hem zien wil,
moet de binnenplaats oploopen. Het stijl
volle karakter van het geheele gebouw, do
betrekkelijk stille wijk dragen er too bij
om de schoonheid van dezen daktuin, dien
de overleden directeur Sacerdotie liet aan-
leggen, to veihoogen. Daar is werkelijk
(hoog boven den beganen grond een stukjo
van het Zuiden en een beetje vrije natuur
in de lucht gotoovord, midden tusschen
schoorsteenen en groote stadsmuren. Een
handig decoratieschilder heeft op den ach
tergrond van deai tuin, d. i. op den muur
van het naburige huis, een reusachtig de
coratief geschilderd, voorstellende een zui
delijk slot mot booggangen, torens en tui
nen. dat aich op een bergvlakte vei hef tl
Daarvoor bevindt zich de eigenlijke tuin,
een zeer groote vlakte met bloembedden en
hokken, met kiezel bestrooide paden en
(laag geboomte. Zelfs fonteinen ontbreken
niet. De tuin kan 's avonds verlicht wor
den en zal dan inderdaad een praehtigen
indruk maken.
Misschien zal men nog beleven, dat. er
garden-parties op het dak worden geor
ganiseerd, dat invitaties tot een bal cham
pêtre op het dak woiden rondgestuurd en
dat een ondernemer van gezelschapsT«?'/en
kunstmatige bergbeklimmingen op het dak
organiseert.
Voor zuidelijke decoratieve motieven bij
i hot bouwen van hun nuohtere huurhuizen
hebben de Berlijners een groote voorkeur;
wie een nieuw huis in het westelijk stads
gedeelte binnentreedt, wordt plotseling ge
troffen en heeft de sensatie, zich in een
mooi slot met boogvenstei s of een romaan-
sche kloosterpoort te bevinden; een lieele
reusachtige muur is met dergelijke motie
ven beschilderd.
Zondag.
Tegen droefheid kan men zich niet ver
zotten, tegen verdrietelijkheden m oe t men
zich verzetten. De eerste pleit dikwerf voor
ons; wie het laatste nalaat verraadt gebrek
aan geestkracht.
Maandag;.
Nagemeten, nagewogen,
Maakt dat je niet wordt bedrogen.
Dingdag.
Wijd hieldt je deuren en vensters open,
't Geluk is er niet binnengeloopen.
Verlies geen moed en wacht nog wat,
Misschien komt 't 'dan door 't sleutelgat.
9 m
Wocnsdas.
Niets wordt gemakkelijker ontbladerd dan
lauwerkransen.
Donderdag.
Ons ongeluk is meestal kleiner dan wij-
zelven denken en ons geluk meestal klei
ner dan anderen gelooven.
Vrijdag.
Leer niet alleen de groote, maar ook de
kleine lasten des levens dragen.
Zaterdag.
Laat ons niet jagen naar ijdcle eer
DORRE BLftREft.
Hoor het suizen, hoor het luischen
Ginder in het groote bosdh;
Zie de blaren nederzwevcn,
Rits'lend vallen op het mosl
Dorre blaren... droevig teeken,
Dat zijn schoonheid zal vergaan,
Dat reeds nu vernieling, sluipend,
Rondwaart door zijn stille paan.
Dorre blaren,... boden, zwijgend
Wijzend op vergankelijkheid
Van het aardsche, hoeveel luister,
Hoeveel weelde 't ook verspreidt.
Dorre blaren... weemoodstemnr'ag
Brengend in elk mensehenliaro.
Sprekend ons van 't nad'rond einde,
Wissen dood en... scheidiagsmart.
Het schoonmaken van bont.
Om sabel-, chinchilla- en eekhoorntjes-bont
U reinigen, bezige men versolie zemelen,
die, onder voortdurend voorzichtig roeren,
langzaam warm gemaakt zijn in een pan.
Men wrijve dan 'de warme zemelen in het
bont, Late ze er eenige minuten inzitten,
fcloppe ze daarna uit en horstele verder
zoo lang het bont, tot alle zemelen er uit
zijn.
Siberisch bont en hermelijn kan men be
ter reinigen, door het te behandelen met
een flanellen lap, die vooraf in meel ge
doopt is.
Daarmede wrijve men over het bont, tot
het schoon is, Hoppe het uit en vege het
daarna met een schoonen lap flanel nog
eens terdege af.
Het hermelijn en ander bc at zal na deze
kunstbewerking <de echte kleur blijven be
houden.
Een stille zucht, der ziele ontschoten,
Is meer dan weidseho woordenpraal.
Een traan, in stommen dank vergoten,
Welsprekender dan Englentaal.
J. J. L. te.n Kate.
Die veel weet, twijfelt gemakkelijk.
J. M i c he 1 e t.
Het onvermogen om het leven lief te heb
ben is in hoofdzaak niet anders dan het
onvermogen om den pl'ioht lief te hebben.
L u d. H a 1 v y.
Een lauwerkrans is gemakkelijker te
binden,
Dan een waardig hoofd er voor te vinden.
Goethe.
RECEPT.
Appelpannokook.
Twee lepels bloem vermengen en kneden
met ccn ci, wat zout en een theekopje melk.
Dit mengsel bakt men in de koekenpan met
een lepel boter en legt er een dikke laag
gesnipperde zure appelen op. Het moet
langzaam bakken met een deksel er op, tot
dat de koek van onderen bruin is; dan
wordt hij gekeerd en nog even op den an
deren kant gebakken. Nog warm zijnde'
wordt deze met suiker bestrooid.
Advertentie. De bekoorlijke jonge da-
me, die den vorigen Zondag in den Amstel
bij een boottocht in het water viel en door
den jongen man met blonden knevel werd
gered, wordt als nadere kennismaking
wordt toegestaan, verzocht, don eersivol-
genden Zondag op dezelfde plek nogmaals
in 't watej. te vallen.
Set druk jou t end u i velt je. Toen begon
nen de vegetariërs te zingen: Wien wijden
wi.i dit eerste gr as.
Toen de eerste pijl de lucht doorkliefd,
had, stonf* weldra op het groote veld een
tsllooze menigte.
Iemand, die Steen beet bo, verwedde eens
in een gezelschap een rijksdaalder, dat hij
den harde ten naam had.
Aangenomen," zei een der aanwezigen,
„hoe is uw naam?"
„Steen.''
,,Nu", luidde het triomfantelijk ant
woord, „mijn naam is Harder."
Straatjongen (in een suikefbakkerswin-
kol komend): „Juffrouw/hebt u ooi; muis
jes?"
WinJceljuffrcmw: „Ja zeker."
Straatjongen: „Dan moet u een kat ne
men."
Spaansche trots. Koning Ferdinand
VII van Spanje, de grootvader van den
tegen woord i gen Koning, was, zooals bekend
is, in het oog zijner hofbeambten een groot
kunstenaar op de violonoello. Tegenover zijn'
medespelers, artisten van naam, wi6t hij
zijn koninklijke waardigheid steeds te doen'
eerbiedigen. Toen do eerste vioolspeler in
een kwartet hem eene toeriep vier maten te
wachten antwoordde do kunstlievende
Vorst.: „Voor wien houdt ge me? Ferdi
nand wacht op niemand."
Redactie. Vriendelij Jee oude dame:
„Zeg, jongen, is de dame ook hier, die do
Vrouwen pagina schrijft? Ik wil haar even
zeggen hoe mooi ik haar opstel vind over:
„Een avond bij een ziek kind"."
Jongen: „Daar zit hij aan den overkant,
met dat vleeschklcurige overhemd; hij rookt
zijn pijp."
CORRESPONDENTIE. G. A. H. S.,
te Leiden I Om verschillende redenen
kunnen wij niet ingaan op Uw aanbod;
aangaande 'de door U bedoelde schetsjes
gedichten, enz.