LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 15 OCTOBER. TWEEDE BLAD. pmns WILLEM HL Finaneieele Kroniek. No. 13695. Anno 1904. Dezer dagen ;al velen ingezetenen een oirculaiie worden toegezonden door de ook hier ter Btede gevormde sub-oommissie voor do oprichting van een standbeeld ter eere van den grooten Oranjevorst, die naast zijn overgrootvader, prins Willem I, in de herinnering der "volkeren een aan zienlijke plaats inneem - Do wereld kenft hem als den onvermoeiden leider in den gedenkwaardigen worstelstrijd van Europa tegen de algemeen© weieldmonarchio, cLie Lodewijk XIV had willen stichten, tegen diens levensdoel om onder de bedriegclijke leus „één Staat één Kerk" de wereld aan Frankrijk en daarmede aan zijn cigone heerschappij te onderwerpen. Engeland eert Lem als den redder der staatkundige en godsdien stige vrijheden van het Engelsche volk uit de gevai cn, waari de laatste vorsten uit het Huis van .Stuart die hadden gewikkeld, cn richtte hem neer dan één standbeeld op. Is er een volk, dat hem dankbaar mag zijn, dan is het ze..er het Nederlandsohe. Het i9 waar, dat hij, geheel beziggehou den door de- too*- wereldtaak, die hij op de schouders hao genomen, de gelegen heid heeft verzuimt- om de zoo ingewikkelde regeeiingswijze ^nzer Republiek ingrijpend te hervormen en misbruikc in die regeeri-g heeft bestendigd. Het is waar, dat hij door ver e voorstellingen om trent de wezenlijke bedoelingen dei gebroe ders De Witt geleid, hun moordenaars niet hoeft gestraft, 'iun integendeel bewij zen zijner g inst heeft geschonken. Het is waar, dat sommige zijne' handelingen als staatsman en als vcldi. tot gegronde kri tiek aanleiding geven. Het is waar, dat zijn persoonlijkheid niet uitmuntte dooi de beminnelijke toeschietelijkheid, die aan zijn vader, zijn grootvader en zijn over grootvader de soms ijna afgodische ver eering der tijdgenooten verzekerde. Het is waar, da. zijn leve ^ediag niet geheel vrij was van de smetten, die in zijn tijd en vroeger en later p tal van hooggeplaatste personen rust en. Het is aar, dat hij, de krachten der Repuriiek gebruikend voor het grootc 'evensdoel, da hij zich had ge steld, niet al tij u rekening Leeft gehouden met de diaogkrncht va_j "e natie. Maar daartegenover staat, da. hem in de eerste plaats is tcc te schrijven de redding van Nederland in 1G72 uit de klauwen van het veroveringszieke Frankrijk, van het mede dingende Engeland, van de op den buit azendo Munsterschen en Kc-ulschen. En daaróm heeft de Commissie geen oogen- blik geschroomd een beioep te doen ook op de ingezetenen onzer stad ten einde dj herinnering aan don redder onzer onaf hankelijkheid, c?en roemrijken verdediger van ons zelfstandig volksbestaan te eeren. Het was in den zomer van 1672. Do Fianscho legei'ïenden hadden Gelderland, Utrecht en Overijsel, weldra ook het groot ste deel dor Generaliteitslanden over stroomd; Muxutorscne cn Keulscho troepen waren tot voor Groningen, tot in Fiies- land doorgedrongen; Engelsoh-Franeche vloten beletten onzen andei en bedreig den onze kusten, binnen het nog van den vijand vrije gebied heerschton partijzucht en tweespalt. De ondergang van den mach tigen koopmansstaat scheen niet langer te verhoeden: het „as do tijd van het „iade- loos, redeloos, reddelota" Do landsregee- ring zag geer ander redmiddel dan in on derhandeling, met do vraag aan dien onvor- biddelijken doodsvijand: wat wilt gij ons laten? wat eischt gij van ons? In dien uitersten nood riep het volk van Zeeland cn Holland om den nauwelijks 21- jarigen Prirs va Oranje, wiens vooivade- ren zoo menigmaal redding hadden ge bracht in dagen van benauwdheid en moe deloosheid. Men wist weinig van het voor malig „Kind van Staat", thans een zwak en hoestend jongmensoh, maar de naam, dien hij droeg, werkte als een toovcrmiddel. Van stad tot stad, van Yeere tot Medem- blik ging de wensch om hem aan het hoofd der zaken te stellen, 1 ;m de macht zijner vooivaderen te schenken, hem leger en vloot, bestuur en leiding in handen te ge ven, met vol vertrouwen op den toover- naam: Oranje, die zoo dikwijls de leus was geweest, waaronder de zegepraal was be vochten, dv hc -»p ook om door zijn ver heffing ten minste zijn oom, Karei II van Engeland, te winnen. En ook ditma. werd men niet teleur ge steld in zijn verwachting. Zijn verheffing, ofschoon gepaard met den ondergang zijner tegenpartij, met den schandelijken moord op de beide broeders, van wie één zeker tot do edelste Nederlanders van alle tijden gerekend moet woruen, was het sein voor veilevendign.g van d:n gezonken moed bij volk en regenten. Krachtig gesteund door Amsterdam, gedragen door de algemeen© geestdrift des volks, met kloeke energie de zware taak aanvattend, gelukte het den ge malen jongen man de verdediging van Hollands bedreigde gTenzen krachtdadig te organisecien, een leger te scheppen uit de verwarde massa van vluchtelingen en ongeoefende troepen, waarover hij beschik ken kon, de vloot van De Ruyter en Tromp met nieuwen moed te bezielen. Welhaast ging hij tot den aanval over, eerst zonder succes en aarzelend maar weldra met geluk en zich wagend tot -er in het Zuiden, waar bij Charleroi 's vijands legerbasis lag. Een halfjaar later stonden do zaken reeds anders. Wel ging het langzaam en werd nog menig verlies geleden, wel moest allo kracht aan den landoorlog worden gewijd cn de -doot ten deele worden onttakeld, wel duuidc het nog een jaar, eer de vijand van Hollands grenzen week, dank zij 3 Prinsen optreden aan den Rijn, en daar na ook Utrecht, Gelderland en de Genera liteitslanden moest ontruimen, maar het eind bekroonde het werk. En niet alleen als krijgsman, ook als staatsman toonde de Prins ziciï* een meester: het bondgenoot schap van Spanje, Oostcniijk en Branden burg, de vred met Engeland, Munster en Keulen werd zonder noemenswaarde opof fering verkregen, alles onder de opperste leiding van den onvergelijkelijk werkzamen jongen man, die zijn zwakke krachten zag groeien in hot gevaar. Zoo werd eindelijk do oorlog tot dien met Frankrijk beperkt en overgebracht naar de Zuidelijke Neder landen om daar nog vier jaren ondei zijn leiding te worden vo« tg-xzet, totdat bij den vrede van Nijmegc in 1678 dc Repu bliek zich zonder verlies uit den strijd te rugtrok. Die vrede was zijn werk niet geweest on hij vloekte do bewcrkeis er van, ontrouw geworden aan de door hem gesloten bondgenootschappen, maar toch was de vrede het schitterend resultaat van wat vooral hij had tot ~tand gebracht. Niet zonder hulp had hij het werk volbracht: Do Ruyter cn Tromp, Van Bevciningh en Fagel, prins Johan Maurits, de vorst van Waldeck en andere legerhoofden hadden hem ter zijde gestaan, de offci vaardigheid van Nederland had hem jaren lang ge steund. Maar hij was tooi de leider, de be zielende kiacht geweest, die allee had be stuurd, op alles hot ^og had gehouden, wiens koele berekening alles had voorbereid. Hem allereerst komt de ^or toe van de be vrijding des lands uit de gevaren van 1672. Dat vooral wenscht mein hem te eeren. Dat wenscht men te vc: j \wigen door de opi ichting van zijn standbeeld, tot verle vendiging ook van Je herinnering aan ge varen, die in gewijrigden vorm ons volks bestaan opnieuw zouden kunnen bedreigen. Moge Leiden, dat eenmaal door rijn onbe zweken moed de landsvrijheid heeft helpen redden, ook thans niet achterblijven, nu hot geldt eem moedig strijder voor diezelfde vrijheid te huldigen 1 Moge een mime in- teekening op de aangeboden lijsten daar- A-n het bewijs lr jronl P. J. BLOK. Leid en, 15 Oct ber 1004. Het verloop der beurs gedurende deze week droeg een verschillend karakter. Te genover de merkbaar verflauwde stemming voor de Arr^rikaansoho spoor wegwaar den, die geruim en tijd do strooming der markt hebben beheerscht, kwam nu de beurt aan do Staatsfondsen om de aandacht tot zich te trokken. En dit geschiedde in weerwil dat do zeer plotselinge en onverwachte verhooging van het disconto bij do Duit- scho Reichsbank niet alleen in Duitsch- land, maar ook te Parijs en Londen eem oogenblik do stemming aanmerkelijk deed verflauwen. Doch daartegenover deden zich weer andere factoren gelden, die spoedig het schrikbeeld dor disconto verhooging op den achtergrond drongen en niet alleen de belangstelling voor Staatsfondsen deed toe nemen, doch tot een levendigen hand on een voor enkele soorten niet onbelangrijke koersverbetering aanleiding gaf. In de eerste plaats werd dit veroorzaakt door de boriohten van het oorlogsterrein, waar in de eerste dagen de positie der Russen een belangrijke wijziging heeft ondergaan en wellicht het oogenblik is gekomen om een geheel veranderde stelling tegenover do Ja- pansohe strijdmacht te gaan innemen. Reeds zijn de Russen begonnen stoutmoedi ger op te treden en hoewel do resultaten nog op geen voordeelen wijzen, zal nu toch eindelijk het Russisoho leger aanhoudend machtige versterkingen gaan ontvangen, en daaruit voorziet mem ten slotte een ze gevieren over de Japanscho wapenen. Deze wijziging in den toeetand heeft een groo ten invloed uitgeoefend op de koersen der Russische Staatsfondsen, waarin een vrij belangrijke verheffing plaats vond, verge zeld van een krachtige vraag door het pu bliek. Het was to verwachten, dat bij de eerste wending ten gunste van het Russi sche leger zich groote kooplust op de te genwoordige lage koersen zou ontwikkelen, hiertoe nog meer aangespoord door de be schouwingen omtrent den finanoieelen toe stand der beide oorlogvoerende rijken, waaann de financieel© kracht va i Rusland oneindig gunstiger werd geacht dan die van Japan. En het publiek, dat, ten op zichte der fondsen zeker, bepaald Russisch gezind is, had slechte te wachten op een gunstige gelogonheid, om met meer moed zich opnieuw voor deze waar don te interee- seeren, waarvan de koersen thans tot zulk een verleidelijk punt zijn gedaald. Do tame lijk omvangrijke beiwoging hierin kon niet nalaten haar invloed op het overige ge deelte der Staatsfondsen markt te doem gelden, welke algemeen in eem vaste stem ming bleef verkeeren, doob waarvan, door den zeer beperkten handel, weinig in het koersverloop tot uitdrukking kwam. Naast de opgaande strooming voor Russen, had de markt zich bezig te houden met een nieuwe leening van populaaren aard, name lijk de nieuwe Turksche leening voor den B agdad-spoorweg. Voor deze leoning, wel ke ook hier ingevoerd zal worden, bestaat wol belangstelling. Zij vormt, hoewel uit sluitend uitgegeven ten behoove van den bouw van den Bagdad - spoorwegeen zui ver Turksche Staatsleening, met verband op do eigendommen en bruto-om tv angsten van den spoorweg, waarvan de laatste weder door een garantie van den Tuuksahem staat zijn gedekt. De nu ter uitgifte komende leening vormt slechte een deel van hot voor den bouw v\on den geheelen spoorweg benoodigd bedrag. De lijn zal na haar vol tooiing een lengte hebben van 2500 K M.., waarvan nu een gedeelte, lang 200 K.M., in gebruik wordt genomen. Hot totstandko men daarvan zal natuurlijk vele jaren in beslng nemen en tot zoolang zal do leoning voornamelijk haar zekerheid ontkenen aan de solvabiliteit van Turkije. Eerst na ge heel© voltooiing der lijn, zal blijken in hoe ver de dienst dor leening uit do inkomsten van don spoorweg kan worden gedekt, en de verwachtingen daarvoor in de toekomst worden hoog gesteld. Hierin ligt echter op gesloten, dat wanneer eerst na verloop van vele jaren de spoorweg in staat zal worden gerekend voor de verplichtingen der leoning zelf te kunnen zorg dragen, ook do mogelijkheid niet is buitengesloten, dat door politieke of financieel© calamiteiten, de verdere bouw zou kunnen worden ver hinderd of verschoven. Daarom heeft men voorloopig alleen rekening te houden met do garantie van Turkije, voor welk doel een deel d©r belastingen uit verschillende pro vinciën wordt aangewezen. In Portugcezen was de handel iots leven diger, waarschijnlijk in -orband met de in diening van het plan der Conversieleening, terwijl bovondien de aanstaande hervor ming van het muntwezen aanleiding was roor de Parijsohe markt, om meer opmerk zaamheid aan deze fondsen to wijden. Japanners on- rvondon in den aanvang een sahorpo reactie, om dezelfde motieven, die vooi de Russische waarden een rijzing ver oorzaakten. Bij do latere berichten, welke niet ongunstig voor de Japanschc wapenen luidden, werd het verlies weer onmiddel lijk ingehaald. Mexicanen haddon een goe de markt, waarbij de koers zich door een opmerkelijke thoid kenmerkte. Hot jong ste regeeiingsvcrslag omtrent do finanei eele Cn ojoonomische positie van het land, wijst op een zeer bemoedigenden vooruit gang on doet do verwachting sterker wor den, dat ronder gebeurtenissen, die een verdere ontwikkeling zouden kunnon schok ken, Mexico op weg ia zich al» een gezinde en krachtige staat te vestigen. Vcnezuela- nen ondervonden een gevooligen teruggang ten gevolge van ongunstige geruchten om trent hot verloop der conversie-onderhan delingen. Het vertrek van den rogeerings- vertegenwoordiger uit België werd opgeno men als een toeken, dat de bespickingcn tot geen resultaat hadden geleid, hetgeen evenwel spoedig werd tegengesproken. Het groote aanbod dezer fondsen had zijn oor sprong to Parijs, op het bericht, dat de Banquo de Paris rich van de verhande lingen ht-J teruggetrokken, aangezien te gen de noteering van het nieuwe fonds to Parijs bezwaar zou worde-n gemaakt, zoo lang de vorderingen van Frankrijk niet ten volle zullen zijn voldaan. Do onderhand", lingen te Berlijn zouden daarentegen de kans op een gunstigen uitslag openen dnrh hebben nog geen vasten vorm aangenomen. Voor onze cultuurwaarden was de stem ming voideeld en ontbrak voornamelijk dc opgewekte handel, wolken men in den laat- eten tijd gewoon waa in deze afdeel ing aan te troffen. Aandeelen Vorstenlanden kon den zich goed handhaven, doch aandeelen Koloniale Bank en Moorman moeeten niet onbelangrijk hun koers zien teruggaan. De flauwere suikerprijzen, die in den laatsten tijd zijn ingetreden, hebben do zeer opti mistische stemming een weinig aan het varkelen gobrar Voor do Tabak-aandee- len was zeei weinig vraag te bespeuren, alleen de aandeelen dor Nieuwe Assahon - faatr apy'i kc~den hun opgaando bewo ging vorvolgen op grond der reeds vroeger vermelde redenen. Voor Scheepvaart-aan- deelen bestend eenige vraag zonder echter tot groote koei (herwegingen aanleiding te geven. Petrolenm-aandcelen bleven tamelijk kalm, hoew vo«_r aandeelen Koninklijke on Enim de handel meer lovendigheid toon de. Zeer opmerkolijk was opnie.uw de koer»- boweging der aaw.eelen Porlak A on B, waarvoor eon belangrijke prijeverhoffingj valt t» vermelden. Het valt op, dat de pioductiecijfers over het 3de kwartaal der Porlak nog steeds niet zijn gepubliceerd, hetgeen vroeger steeds in do eerste dagen der volgende maand plaats vond en in de produotie-opgaaf der Koninllijko ook dio de.- Porlak is inbegrepen. De mijuwaardx: bleven gohe 1 veronacht zaamd, met uitzondering der aandeelen Conoessiën Gios, dij ten slotte cenigo per- onton konden winne A de opbrengst gedurendo Soptomber kon dit moeilijx toe. geschreven worden, daar de productie een dor geringste was van het geheel© jaar. Aandeelen Banquo auxiliairc liepen weer terug; het vooruitzicht van nog geruimen tijd in onzekeiheid te moeten verkeeren, is niet bevorderlijk voor speculatievo doel- neraing. Peruanen verkeerden opnieuw in eer vaste houding in aansluiting bij hot ver loop der Londensnho markt. Zoowol do be langrijke vermeerdering in ontvangsten gedurende Soptemboi, als do hernieuwde goruchten cener aanstaando reorganisatie, vormden weer opwekkondo factoren voor de speculatieve bewoging. Do Amcrikaansohe Spoorwegfondsen verden te Nev-York krachtig gesteund on allo pogingen aangewend om eon rijzing daarin to do' standhouden. Het ont' k daarvoor niet aai gunstigo motieven; da oog trapporten der regeering geven een be langrijk hooger cijfer dan dc ramingen van do vorige maand en werden door do markt blijkbaai zeer gunstig opgenomen. Bovendien is het voor de markt van grcito bctcekcnis, dat in do geldkringen geen ver ontrustemde teekenen worden waargeno men, welko op do markt van invloed zou den kunnen worden gedurondo dc peri ode van het oogstvorvocr. Het algemeen ooi deel is, dat do Banken ruim voldoende van middelen zijn voorzien, om aan de tij delijke onttrekking van het gold geheel cn al het hoofd to kunnen bicden, zonder dat daarvan ernstige storingen hot gevolg zou den behoeven to zijn. Dit vooruitzicht vormt een der voor naamste factoren tot een krachtige hou ding der markt, en ongetwijfeld zou de strooming in dien geest zich nog meer kunnen ontwikkelen, indien slechts cenigo steun van hot publiek word ondoivonden. Doch juist van deze zijdo wordt slechts te leurstelling ondervondon, zoodot ook de rijzing te New-York hier slechte ten d^ ie wordt beantwoord. Overwegend toch blij ven do opruimingen, zoodra do markt daartoo slechts gelegenheid biodt en owu dergelijke ho ding viel vooral bij de Mis- souris waai te nemen, waar ons publick op do hoogcre koersen, met belangrijke posten ter markt kwam, waartegen zoowe' Londen als Now-York het aangobodeno ge makkelijk absorbeerde. De riizing der Prof Missouri's moet in verband worden g; bracht met geruchten omtrent een voortro- nomen dividend-uitkeering op deze aan lon. Ook voor Atchisons, Union- en Sou thern Pacific was het koersverloop gun stig, doch d" handel in dr o waarden bleef beperkt, hetgeen evenzoo hot "cval was met de Kansas City waarden, die, hoewel in zeer vaste houding verkeorende. door hun looanl karakter slechts een matige markt vandon Stcol-waardon weiden levendig verhan deld on sterk door do tp ecu lat ie gekocht, hetwen aanleiding gaf tot omvangrijke re alisation voor binnenlandseho rekening. Do berichten uit Amerika maken melding van uitgebreido toename van bestellingen voor verschillende doeleinden, waardoor de fabrieken dor Staaltrust, ovenals die der Car en Foundry Co. voor bot oogenblik bevredigend van orders zouden rijn voor den. Gemengd Nieuws. Het te Katwijk aangespoelde tijk is herkond als dat van oen der veron gelukte vieeohere, den jongca G. Weerstand, varende op botter UK 67. Gistermorgen is aangespoeld bij hot hoofd noordelijk van de Vissohers- haven te Scheveningen het lijk van een net gekleed© vrouw van 50 a 60 jaar. Er werden geen aanwijzingen gevonden om haar iden titeit vast te stollen. Hot lijk is vervoord naar do algomccno begraafplaats aldaar. FEUILLETON. De Diamantendiefstal. 88) Toen hij ons naderde, stond ik op en en ging op hom toe; hij zag er onvriende lijk en toornig uit en gaf zioh niet do min ste moeite zijn vijandige stemming te ver bergen. „Weet gij niet, dat ik een groot vorst ben, daar gij mot ledige handen voor mij vei schijnt vroeg hij ruw. „Ik had een geschenk voor u bereid", antwoordde ik kalm. „Dat het zoo klein is, is niet mijn schuld. Ik heb sedert twintig maanden geen blanke gezien." Hij gaf geen antwoord, maar greep met groote onbeschaamdheid naar mijn geweer, om het te bezichtigen. Tk vei zette mij niet, toen hij het nam en aan iemand uit zijn gevolg gaf; dat was voor de geheele bende hot teeken onze dragers aan te vallen en hun do rest van mijn bezittingen af te ne men. Ook de kleine tasch, welke ik aan een 1c deren riem omgehangen had, verwekte Se- bitoane's hebzucht; zij bevatte mijn dag boek en andere papieren, alsmede verschei dene kleinigheden, daaionder de helft van eon onregelmatig doorgebroken leomen ■obijf. Waardel°oze was een geschenk te»» h S^ede^ Consentius, dat hij mij gaf, dat ik Afrik* ver! ««ri. dat mede"' had Ui fa- niet herinneien wat bet maar ik heb het onbepaalde goroel. dat bet met Afrika in verband staat cn een bescherming togen cenig gevaar ia". Sodert dien tijd droeg ii het steeds bij mij. Nauwelijks had Sebitoano deze scherf ontdekt, of hij stiet cc luiden kreet van verrassing uit, waarop onmiddellijk volgde bet bevel aan de rijnen, om dadel^k alle aan mijn lieden ontnomen voorworpen te- rug te geven. De man, die «'on vorst diens sohild nadroeg, moest voc treden en een uit antilopcnhuid vervaardigde tasch ge ven. Sobitoane roerde in het bonte allerlei, dat deze bevatte on bnacht eindelijk een halve scherf, die op de mijne geleek, te voorschijn, beide helften hield hij tegen elkaar en dozen keer slaakten niet alleen wij beiden, maar de geheele massa der zwarten één kreet van verbazing: de brok stukken pasten bij elkaar, beide hadden vroeger tot één schijf behoord. Sebitoano was in de groobsto opgewon denheid: hij drukte mij de hand, omarmde mij, riep telkens: „Blanke man, Sebitoa- ne's vriendBLankc man, mijn broeder I" en gedrceg zich, alsof hij een doodgewaan- den blocdverwant, die hem dierbaar geweest was, had teruggevonden. Als gevangenen zouden wij in zijn kraal gesleept zijn ge worden, als bondgenooton trokken wij er in triomf binnen, en om den feestdag te be- loonen, werd cr een stevige 03 geslacht. Als nu maar niet telkens de onaangena me gedachte bij mij opkwam, dat Consen sus do moordenaar van Do Polder zou kunnen zijn Sebitoano heeft de halve scherf aan een blanke, die diamanten z«acht on hem bij een oorlog met naburige stammen belangrijke hulp verschafte, gegeven; dat is een in vele deelen van Afrika heer- schende gewoonte, welke de bezitters der beide schervonhelften tot eeuwige vriend schap aan elkaar bindt Dezen vriend noemt Sobitoane niet andere dan bij zijn voornaam Klaas; ik betwijfel niet, dat» liij de ongelukkige Do Polder ia, en dat Consentius den vermoorde de scherf heeft afgenomen." In Ingrams dagboek volgt nu een reoka van schilderingen zijner lotgevallen in Se- bitoane's kraal, waar hij als een vriend be handeld wordt en zijnerzijds al het mogo- lijke doet do hem betoonde gratvrijivdd naar zijn beste vermogen te verg;. *cn. Zoo ontwikkelden zich dc voorbereidingen tit de gebeurtenissen, welke do bekroning <.o- zer episode vormen en die in den volgen den terugblik door Ingram zijn samenge vat. „Lange heeft, zooals het van dezen won- dcrlijksten aller menschcn te wachten was, getrouw aan rijn oude manier, voor alles in geestdrift to komen, het in ::ijn enthu- siasme voor de donkerbruino schoonheden onzer omgeving werkelijk tot ?cn forrhoeïe liaison gebracht met een schoon geb iwd en er niet kwaad uitziend ncgermeisjo. Zij heet Mkunni. Daar de bloedverwanten het geval rustig toezien, heb ook ik niets gedaan om Lange van zijn vrij onbegrij pelijke gril te genezen. Als wij van hier weder weggaan, zal er toch een eind aan komen en daarbij zal noch Mkunni's, noch Lange's hart breken. Deze kafferschoonhoid heeft een broeder, die het „mauvais suj-:t" dor familie is, een z.kerc Ngorna, die geheel Zuid-Afrika heeft dooi gezworven cn naast' de beden kelijke bekwaamheid in het liegen de prij zenswaardige voordeelen van tamelijk groo te bekendheid met 't Engelsch en het Hol- landsch verworven heeft. Van Sebitoano wist ik, dat Ngorna ook langen tijd Klaas als bediende vergezeld had en zijn alsmede Mkunni's uitlatingen tot Lange bewezen, dat Ngorna in het be zit van groote geheimen was. Dat noopte mij, den zwarten snaak voorkomender te behandelen dan hij eigenlijk wel verdiende. Het loon voor deze handelwijze zou niet uitblijven. Lange was op een avond naar zijn schat gegaan, en ik was met het onderzoek en do beschrijving van een nieuw soort boomslang bezig, toon Ngorna binnentrad, op den grond ging zitten, een snuifje nam, en daar na uit een houten pijp begon to rooken. Zulke becoeken rijn niet in strijd met do etikotte en zijn voor den gast, die dikwijls weder heengaa t zonder ccn woord geep ro ken te hebben, slechts een teeken, dat hij gaarne in het gezelschap van don bezochte is. Ik liet Ngorna dus zitten en arbeidde kalm voort. Als hij mij iets te zeggen had, zou hij wel beginnen, cn werkelijk legde Ngorna na een poos zijn pijp neder, stond op cn tikte mij op den schouder, om mijn attentie to trekken. „Wat is or, Ngora?" „Verzamelt mijnheer alleen slangen en vogels? Geen stcencn?" Daar ik do manier der zwarten om ovenals de Oosterlingen slechts langs om wegen nader tot hun doel te komen, kon- de, wilde ik geduld oefenen en antwoord de: „Ik verzamel alles, ook stcenen." „Mijnheer Klaas verzamelde ook stee- ncnbonte, schittöTcndo steenen." „Ja, dat weet ik; hij zocht diamanten." Ngorna grijnsde; „diamanten, ja, vele diamanten. Mijnheer Klaas was een groo te vinder." Daar ik zweeg om den zwaxton diplomaat tijd tot ontwikkoling zijner denkbeelden te geven, hapte hij een paar maal mot don mond als oen karper, zonder een woord uit to brengen; blijkbaar wist hij niet hoe aan te vangen. Eindelijk haalde hij een linnen zakje te voorschijn en begon den inhoud uit te pakken. Daar Ngorna inzag, dat al zijn manoeu vres nijn nieuwsgierigheid niet op"*n,-ten, reikte hij oindolijk met zijn naakten arm over do tafel en hield tueschen zijn duim en wijsvinger een voorwerp voor mijn oogon. Als ik niet door de lange school van rei zen tot zelfbcheersching gewend ware ge weest, dan had ik wol niet een uitroepi kunnen onderdrukken. Wat Ngorna mij bij na onder den neus hield, was een diamant zoo groot als een hazelnoot. ,,Hoo komt gij daaraan?" vreg ilr. „Gevonden l" „Waart" Ngorna echudde onëdeugend lachend hef hoofd. „Verder zien, mijnheer," zeide hi| en schoof mij een voorwerp toe van geheel anderen aard; het was het portret van een ongeveer zevenjarig meisje, een aller liefst kind met donkere oogen en swart haar. „Wio is dat?" „Afra," luidde het laoonischo antwooriL „Wie is Afra?" (Wordt te vnhjd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5