LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 15 OCTOBER. TWEEDE BLAD.
pmns WILLEM HL
Finaneieele Kroniek.
No. 13695.
Anno 1904.
Dezer dagen ;al velen ingezetenen een
oirculaiie worden toegezonden door de ook
hier ter Btede gevormde sub-oommissie
voor do oprichting van een standbeeld ter
eere van den grooten Oranjevorst, die
naast zijn overgrootvader, prins Willem I,
in de herinnering der "volkeren een aan
zienlijke plaats inneem - Do wereld kenft
hem als den onvermoeiden leider in den
gedenkwaardigen worstelstrijd van Europa
tegen de algemeen© weieldmonarchio, cLie
Lodewijk XIV had willen stichten,
tegen diens levensdoel om onder de
bedriegclijke leus „één Staat één
Kerk" de wereld aan Frankrijk
en daarmede aan zijn cigone heerschappij
te onderwerpen. Engeland eert Lem als
den redder der staatkundige en godsdien
stige vrijheden van het Engelsche volk uit
de gevai cn, waari de laatste vorsten uit
het Huis van .Stuart die hadden gewikkeld,
cn richtte hem neer dan één standbeeld
op.
Is er een volk, dat hem dankbaar mag
zijn, dan is het ze..er het Nederlandsohe.
Het i9 waar, dat hij, geheel beziggehou
den door de- too*- wereldtaak, die hij
op de schouders hao genomen, de gelegen
heid heeft verzuimt- om de zoo ingewikkelde
regeeiingswijze ^nzer Republiek ingrijpend
te hervormen en misbruikc in die
regeeri-g heeft bestendigd. Het is waar,
dat hij door ver e voorstellingen om
trent de wezenlijke bedoelingen dei gebroe
ders De Witt geleid, hun moordenaars
niet hoeft gestraft, 'iun integendeel bewij
zen zijner g inst heeft geschonken. Het is
waar, dat sommige zijne' handelingen als
staatsman en als vcldi. tot gegronde kri
tiek aanleiding geven. Het is waar, dat
zijn persoonlijkheid niet uitmuntte dooi de
beminnelijke toeschietelijkheid, die aan
zijn vader, zijn grootvader en zijn over
grootvader de soms ijna afgodische ver
eering der tijdgenooten verzekerde. Het is
waar, da. zijn leve ^ediag niet geheel vrij
was van de smetten, die in zijn tijd en
vroeger en later p tal van hooggeplaatste
personen rust en. Het is aar, dat hij, de
krachten der Repuriiek gebruikend voor
het grootc 'evensdoel, da hij zich had ge
steld, niet al tij u rekening Leeft gehouden
met de diaogkrncht va_j "e natie. Maar
daartegenover staat, da. hem in de eerste
plaats is tcc te schrijven de redding van
Nederland in 1G72 uit de klauwen van het
veroveringszieke Frankrijk, van het mede
dingende Engeland, van de op den buit
azendo Munsterschen en Kc-ulschen. En
daaróm heeft de Commissie geen oogen-
blik geschroomd een beioep te doen ook
op de ingezetenen onzer stad ten einde
dj herinnering aan don redder onzer onaf
hankelijkheid, c?en roemrijken verdediger
van ons zelfstandig volksbestaan te eeren.
Het was in den zomer van 1672. Do
Fianscho legei'ïenden hadden Gelderland,
Utrecht en Overijsel, weldra ook het groot
ste deel dor Generaliteitslanden over
stroomd; Muxutorscne cn Keulscho troepen
waren tot voor Groningen, tot in Fiies-
land doorgedrongen; Engelsoh-Franeche
vloten beletten onzen andei en bedreig
den onze kusten, binnen het nog van den
vijand vrije gebied heerschton partijzucht
en tweespalt. De ondergang van den mach
tigen koopmansstaat scheen niet langer te
verhoeden: het „as do tijd van het „iade-
loos, redeloos, reddelota" Do landsregee-
ring zag geer ander redmiddel dan in on
derhandeling, met do vraag aan dien onvor-
biddelijken doodsvijand: wat wilt gij ons
laten? wat eischt gij van ons?
In dien uitersten nood riep het volk van
Zeeland cn Holland om den nauwelijks 21-
jarigen Prirs va Oranje, wiens vooivade-
ren zoo menigmaal redding hadden ge
bracht in dagen van benauwdheid en moe
deloosheid. Men wist weinig van het voor
malig „Kind van Staat", thans een zwak en
hoestend jongmensoh, maar de naam, dien
hij droeg, werkte als een toovcrmiddel.
Van stad tot stad, van Yeere tot Medem-
blik ging de wensch om hem aan het hoofd
der zaken te stellen, 1 ;m de macht zijner
vooivaderen te schenken, hem leger en
vloot, bestuur en leiding in handen te ge
ven, met vol vertrouwen op den toover-
naam: Oranje, die zoo dikwijls de leus was
geweest, waaronder de zegepraal was be
vochten, dv hc -»p ook om door zijn ver
heffing ten minste zijn oom, Karei II van
Engeland, te winnen.
En ook ditma. werd men niet teleur ge
steld in zijn verwachting. Zijn verheffing,
ofschoon gepaard met den ondergang zijner
tegenpartij, met den schandelijken moord
op de beide broeders, van wie één zeker
tot do edelste Nederlanders van alle tijden
gerekend moet woruen, was het sein voor
veilevendign.g van d:n gezonken moed bij
volk en regenten. Krachtig gesteund door
Amsterdam, gedragen door de algemeen©
geestdrift des volks, met kloeke energie de
zware taak aanvattend, gelukte het den ge
malen jongen man de verdediging van
Hollands bedreigde gTenzen krachtdadig
te organisecien, een leger te scheppen uit
de verwarde massa van vluchtelingen en
ongeoefende troepen, waarover hij beschik
ken kon, de vloot van De Ruyter en Tromp
met nieuwen moed te bezielen. Welhaast
ging hij tot den aanval over, eerst zonder
succes en aarzelend maar weldra met geluk
en zich wagend tot -er in het Zuiden,
waar bij Charleroi 's vijands legerbasis lag.
Een halfjaar later stonden do zaken reeds
anders. Wel ging het langzaam en werd
nog menig verlies geleden, wel moest allo
kracht aan den landoorlog worden gewijd
cn de -doot ten deele worden onttakeld,
wel duuidc het nog een jaar, eer de vijand
van Hollands grenzen week, dank zij
3 Prinsen optreden aan den Rijn, en daar
na ook Utrecht, Gelderland en de Genera
liteitslanden moest ontruimen, maar het
eind bekroonde het werk. En niet alleen
als krijgsman, ook als staatsman toonde
de Prins ziciï* een meester: het bondgenoot
schap van Spanje, Oostcniijk en Branden
burg, de vred met Engeland, Munster en
Keulen werd zonder noemenswaarde opof
fering verkregen, alles onder de opperste
leiding van den onvergelijkelijk werkzamen
jongen man, die zijn zwakke krachten zag
groeien in hot gevaar. Zoo werd eindelijk
do oorlog tot dien met Frankrijk beperkt
en overgebracht naar de Zuidelijke Neder
landen om daar nog vier jaren ondei zijn
leiding te worden vo« tg-xzet, totdat bij
den vrede van Nijmegc in 1678 dc Repu
bliek zich zonder verlies uit den strijd te
rugtrok.
Die vrede was zijn werk niet geweest on
hij vloekte do bewcrkeis er van, ontrouw
geworden aan de door hem gesloten
bondgenootschappen, maar toch was de
vrede het schitterend resultaat van wat
vooral hij had tot ~tand gebracht. Niet
zonder hulp had hij het werk volbracht:
Do Ruyter cn Tromp, Van Bevciningh en
Fagel, prins Johan Maurits, de vorst van
Waldeck en andere legerhoofden hadden
hem ter zijde gestaan, de offci vaardigheid
van Nederland had hem jaren lang ge
steund. Maar hij was tooi de leider, de be
zielende kiacht geweest, die allee had be
stuurd, op alles hot ^og had gehouden,
wiens koele berekening alles had voorbereid.
Hem allereerst komt de ^or toe van de be
vrijding des lands uit de gevaren van 1672.
Dat vooral wenscht mein hem te eeren.
Dat wenscht men te vc: j \wigen door de
opi ichting van zijn standbeeld, tot verle
vendiging ook van Je herinnering aan ge
varen, die in gewijrigden vorm ons volks
bestaan opnieuw zouden kunnen bedreigen.
Moge Leiden, dat eenmaal door rijn onbe
zweken moed de landsvrijheid heeft helpen
redden, ook thans niet achterblijven, nu
hot geldt eem moedig strijder voor diezelfde
vrijheid te huldigen 1 Moge een mime in-
teekening op de aangeboden lijsten daar-
A-n het bewijs lr jronl
P. J. BLOK.
Leid en, 15 Oct ber 1004.
Het verloop der beurs gedurende deze
week droeg een verschillend karakter. Te
genover de merkbaar verflauwde stemming
voor de Arr^rikaansoho spoor wegwaar den,
die geruim en tijd do strooming der markt
hebben beheerscht, kwam nu de beurt aan
do Staatsfondsen om de aandacht tot zich
te trokken. En dit geschiedde in weerwil
dat do zeer plotselinge en onverwachte
verhooging van het disconto bij do Duit-
scho Reichsbank niet alleen in Duitsch-
land, maar ook te Parijs en Londen eem
oogenblik do stemming aanmerkelijk deed
verflauwen. Doch daartegenover deden zich
weer andere factoren gelden, die spoedig
het schrikbeeld dor disconto verhooging op
den achtergrond drongen en niet alleen de
belangstelling voor Staatsfondsen deed toe
nemen, doch tot een levendigen hand on
een voor enkele soorten niet onbelangrijke
koersverbetering aanleiding gaf. In de
eerste plaats werd dit veroorzaakt door de
boriohten van het oorlogsterrein, waar in
de eerste dagen de positie der Russen een
belangrijke wijziging heeft ondergaan en
wellicht het oogenblik is gekomen om een
geheel veranderde stelling tegenover do Ja-
pansohe strijdmacht te gaan innemen.
Reeds zijn de Russen begonnen stoutmoedi
ger op te treden en hoewel do resultaten
nog op geen voordeelen wijzen, zal nu toch
eindelijk het Russisoho leger aanhoudend
machtige versterkingen gaan ontvangen,
en daaruit voorziet mem ten slotte een ze
gevieren over de Japanscho wapenen. Deze
wijziging in den toeetand heeft een groo
ten invloed uitgeoefend op de koersen der
Russische Staatsfondsen, waarin een vrij
belangrijke verheffing plaats vond, verge
zeld van een krachtige vraag door het pu
bliek. Het was to verwachten, dat bij de
eerste wending ten gunste van het Russi
sche leger zich groote kooplust op de te
genwoordige lage koersen zou ontwikkelen,
hiertoe nog meer aangespoord door de be
schouwingen omtrent den finanoieelen toe
stand der beide oorlogvoerende rijken,
waaann de financieel© kracht va i Rusland
oneindig gunstiger werd geacht dan die
van Japan. En het publiek, dat, ten op
zichte der fondsen zeker, bepaald Russisch
gezind is, had slechte te wachten op een
gunstige gelogonheid, om met meer moed
zich opnieuw voor deze waar don te interee-
seeren, waarvan de koersen thans tot zulk
een verleidelijk punt zijn gedaald. Do tame
lijk omvangrijke beiwoging hierin kon niet
nalaten haar invloed op het overige ge
deelte der Staatsfondsen markt te doem
gelden, welke algemeen in eem vaste stem
ming bleef verkeeren, doob waarvan, door
den zeer beperkten handel, weinig in het
koersverloop tot uitdrukking kwam. Naast
de opgaande strooming voor Russen, had
de markt zich bezig te houden met een
nieuwe leening van populaaren aard, name
lijk de nieuwe Turksche leening voor den
B agdad-spoorweg. Voor deze leoning, wel
ke ook hier ingevoerd zal worden, bestaat
wol belangstelling. Zij vormt, hoewel uit
sluitend uitgegeven ten behoove van den
bouw van den Bagdad - spoorwegeen zui
ver Turksche Staatsleening, met verband
op do eigendommen en bruto-om tv angsten
van den spoorweg, waarvan de laatste weder
door een garantie van den Tuuksahem staat
zijn gedekt. De nu ter uitgifte komende
leening vormt slechte een deel van hot
voor den bouw v\on den geheelen spoorweg
benoodigd bedrag. De lijn zal na haar vol
tooiing een lengte hebben van 2500 K M..,
waarvan nu een gedeelte, lang 200 K.M.,
in gebruik wordt genomen. Hot totstandko
men daarvan zal natuurlijk vele jaren in
beslng nemen en tot zoolang zal do leoning
voornamelijk haar zekerheid ontkenen aan
de solvabiliteit van Turkije. Eerst na ge
heel© voltooiing der lijn, zal blijken in hoe
ver de dienst dor leening uit do inkomsten
van don spoorweg kan worden gedekt, en
de verwachtingen daarvoor in de toekomst
worden hoog gesteld. Hierin ligt echter op
gesloten, dat wanneer eerst na verloop
van vele jaren de spoorweg in staat zal
worden gerekend voor de verplichtingen
der leoning zelf te kunnen zorg dragen, ook
do mogelijkheid niet is buitengesloten, dat
door politieke of financieel© calamiteiten,
de verdere bouw zou kunnen worden ver
hinderd of verschoven. Daarom heeft men
voorloopig alleen rekening te houden met
do garantie van Turkije, voor welk doel een
deel d©r belastingen uit verschillende pro
vinciën wordt aangewezen.
In Portugcezen was de handel iots leven
diger, waarschijnlijk in -orband met de in
diening van het plan der Conversieleening,
terwijl bovondien de aanstaande hervor
ming van het muntwezen aanleiding was
roor de Parijsohe markt, om meer opmerk
zaamheid aan deze fondsen to wijden.
Japanners on- rvondon in den aanvang een
sahorpo reactie, om dezelfde motieven, die
vooi de Russische waarden een rijzing ver
oorzaakten. Bij do latere berichten, welke
niet ongunstig voor de Japanschc wapenen
luidden, werd het verlies weer onmiddel
lijk ingehaald. Mexicanen haddon een goe
de markt, waarbij de koers zich door een
opmerkelijke thoid kenmerkte. Hot jong
ste regeeiingsvcrslag omtrent do finanei
eele Cn ojoonomische positie van het land,
wijst op een zeer bemoedigenden vooruit
gang on doet do verwachting sterker wor
den, dat ronder gebeurtenissen, die een
verdere ontwikkeling zouden kunnon schok
ken, Mexico op weg ia zich al» een gezinde
en krachtige staat te vestigen. Vcnezuela-
nen ondervonden een gevooligen teruggang
ten gevolge van ongunstige geruchten om
trent hot verloop der conversie-onderhan
delingen. Het vertrek van den rogeerings-
vertegenwoordiger uit België werd opgeno
men als een toeken, dat de bespickingcn
tot geen resultaat hadden geleid, hetgeen
evenwel spoedig werd tegengesproken. Het
groote aanbod dezer fondsen had zijn oor
sprong to Parijs, op het bericht, dat de
Banquo de Paris rich van de verhande
lingen ht-J teruggetrokken, aangezien te
gen de noteering van het nieuwe fonds to
Parijs bezwaar zou worde-n gemaakt, zoo
lang de vorderingen van Frankrijk niet ten
volle zullen zijn voldaan. Do onderhand",
lingen te Berlijn zouden daarentegen de
kans op een gunstigen uitslag openen dnrh
hebben nog geen vasten vorm aangenomen.
Voor onze cultuurwaarden was de stem
ming voideeld en ontbrak voornamelijk dc
opgewekte handel, wolken men in den laat-
eten tijd gewoon waa in deze afdeel ing aan
te troffen. Aandeelen Vorstenlanden kon
den zich goed handhaven, doch aandeelen
Koloniale Bank en Moorman moeeten niet
onbelangrijk hun koers zien teruggaan. De
flauwere suikerprijzen, die in den laatsten
tijd zijn ingetreden, hebben do zeer opti
mistische stemming een weinig aan het
varkelen gobrar Voor do Tabak-aandee-
len was zeei weinig vraag te bespeuren,
alleen de aandeelen dor Nieuwe Assahon
- faatr apy'i kc~den hun opgaando bewo
ging vorvolgen op grond der reeds vroeger
vermelde redenen. Voor Scheepvaart-aan-
deelen bestend eenige vraag zonder echter
tot groote koei (herwegingen aanleiding te
geven. Petrolenm-aandcelen bleven tamelijk
kalm, hoew vo«_r aandeelen Koninklijke
on Enim de handel meer lovendigheid toon
de. Zeer opmerkolijk was opnie.uw de koer»-
boweging der aaw.eelen Porlak A on B,
waarvoor eon belangrijke prijeverhoffingj
valt t» vermelden. Het valt op, dat de
pioductiecijfers over het 3de kwartaal der
Porlak nog steeds niet zijn gepubliceerd,
hetgeen vroeger steeds in do eerste dagen
der volgende maand plaats vond en in de
produotie-opgaaf der Koninllijko ook dio
de.- Porlak is inbegrepen.
De mijuwaardx: bleven gohe 1 veronacht
zaamd, met uitzondering der aandeelen
Conoessiën Gios, dij ten slotte cenigo per-
onton konden winne A de opbrengst
gedurendo Soptomber kon dit moeilijx toe.
geschreven worden, daar de productie een
dor geringste was van het geheel© jaar.
Aandeelen Banquo auxiliairc liepen weer
terug; het vooruitzicht van nog geruimen
tijd in onzekeiheid te moeten verkeeren,
is niet bevorderlijk voor speculatievo doel-
neraing.
Peruanen verkeerden opnieuw in eer
vaste houding in aansluiting bij hot ver
loop der Londensnho markt. Zoowol do be
langrijke vermeerdering in ontvangsten
gedurende Soptemboi, als do hernieuwde
goruchten cener aanstaando reorganisatie,
vormden weer opwekkondo factoren voor
de speculatieve bewoging.
Do Amcrikaansohe Spoorwegfondsen
verden te Nev-York krachtig gesteund on
allo pogingen aangewend om eon rijzing
daarin to do' standhouden. Het ont' k
daarvoor niet aai gunstigo motieven; da
oog trapporten der regeering geven een be
langrijk hooger cijfer dan dc ramingen
van do vorige maand en werden door do
markt blijkbaai zeer gunstig opgenomen.
Bovendien is het voor de markt van grcito
bctcekcnis, dat in do geldkringen geen ver
ontrustemde teekenen worden waargeno
men, welko op do markt van invloed zou
den kunnen worden gedurondo dc peri
ode van het oogstvorvocr. Het algemeen
ooi deel is, dat do Banken ruim voldoende
van middelen zijn voorzien, om aan de tij
delijke onttrekking van het gold geheel cn
al het hoofd to kunnen bicden, zonder dat
daarvan ernstige storingen hot gevolg zou
den behoeven to zijn.
Dit vooruitzicht vormt een der voor
naamste factoren tot een krachtige hou
ding der markt, en ongetwijfeld zou de
strooming in dien geest zich nog meer
kunnen ontwikkelen, indien slechts cenigo
steun van hot publiek word ondoivonden.
Doch juist van deze zijdo wordt slechts te
leurstelling ondervondon, zoodot ook de
rijzing te New-York hier slechte ten d^ ie
wordt beantwoord. Overwegend toch blij
ven do opruimingen, zoodra do markt
daartoo slechts gelegenheid biodt en owu
dergelijke ho ding viel vooral bij de Mis-
souris waai te nemen, waar ons publick
op do hoogcre koersen, met belangrijke
posten ter markt kwam, waartegen zoowe'
Londen als Now-York het aangobodeno ge
makkelijk absorbeerde. De riizing der Prof
Missouri's moet in verband worden g;
bracht met geruchten omtrent een voortro-
nomen dividend-uitkeering op deze aan
lon. Ook voor Atchisons, Union- en Sou
thern Pacific was het koersverloop gun
stig, doch d" handel in dr o waarden bleef
beperkt, hetgeen evenzoo hot "cval was met
de Kansas City waarden, die, hoewel in
zeer vaste houding verkeorende. door hun
looanl karakter slechts een matige markt
vandon
Stcol-waardon weiden levendig verhan
deld on sterk door do tp ecu lat ie gekocht,
hetwen aanleiding gaf tot omvangrijke re
alisation voor binnenlandseho rekening.
Do berichten uit Amerika maken melding
van uitgebreido toename van bestellingen
voor verschillende doeleinden, waardoor de
fabrieken dor Staaltrust, ovenals die der
Car en Foundry Co. voor bot oogenblik
bevredigend van orders zouden rijn voor
den.
Gemengd Nieuws.
Het te Katwijk aangespoelde
tijk is herkond als dat van oen der veron
gelukte vieeohere, den jongca G. Weerstand,
varende op botter UK 67.
Gistermorgen is aangespoeld
bij hot hoofd noordelijk van de Vissohers-
haven te Scheveningen het lijk van een net
gekleed© vrouw van 50 a 60 jaar. Er werden
geen aanwijzingen gevonden om haar iden
titeit vast te stollen. Hot lijk is vervoord
naar do algomccno begraafplaats aldaar.
FEUILLETON.
De Diamantendiefstal.
88)
Toen hij ons naderde, stond ik op en
en ging op hom toe; hij zag er onvriende
lijk en toornig uit en gaf zioh niet do min
ste moeite zijn vijandige stemming te ver
bergen.
„Weet gij niet, dat ik een groot vorst
ben, daar gij mot ledige handen voor mij
vei schijnt vroeg hij ruw.
„Ik had een geschenk voor u bereid",
antwoordde ik kalm. „Dat het zoo klein is,
is niet mijn schuld. Ik heb sedert twintig
maanden geen blanke gezien."
Hij gaf geen antwoord, maar greep met
groote onbeschaamdheid naar mijn geweer,
om het te bezichtigen. Tk vei zette mij niet,
toen hij het nam en aan iemand uit zijn
gevolg gaf; dat was voor de geheele bende
hot teeken onze dragers aan te vallen en
hun do rest van mijn bezittingen af te ne
men.
Ook de kleine tasch, welke ik aan een 1c
deren riem omgehangen had, verwekte Se-
bitoane's hebzucht; zij bevatte mijn dag
boek en andere papieren, alsmede verschei
dene kleinigheden, daaionder de helft van
eon onregelmatig doorgebroken leomen
■obijf.
Waardel°oze was een geschenk
te»» h S^ede^ Consentius, dat hij mij gaf,
dat ik Afrik* ver!
««ri. dat mede"' had Ui
fa- niet herinneien wat
bet maar ik heb het onbepaalde goroel.
dat bet met Afrika in verband staat cn een
bescherming togen cenig gevaar ia". Sodert
dien tijd droeg ii het steeds bij mij.
Nauwelijks had Sebitoano deze scherf
ontdekt, of hij stiet cc luiden kreet van
verrassing uit, waarop onmiddellijk volgde
bet bevel aan de rijnen, om dadel^k alle
aan mijn lieden ontnomen voorworpen te-
rug te geven. De man, die «'on vorst diens
sohild nadroeg, moest voc treden en een
uit antilopcnhuid vervaardigde tasch ge
ven. Sobitoane roerde in het bonte allerlei,
dat deze bevatte on bnacht eindelijk
een halve scherf, die op de mijne geleek,
te voorschijn, beide helften hield hij tegen
elkaar en dozen keer slaakten niet alleen
wij beiden, maar de geheele massa der
zwarten één kreet van verbazing: de brok
stukken pasten bij elkaar, beide hadden
vroeger tot één schijf behoord.
Sebitoano was in de groobsto opgewon
denheid: hij drukte mij de hand, omarmde
mij, riep telkens: „Blanke man, Sebitoa-
ne's vriendBLankc man, mijn broeder I"
en gedrceg zich, alsof hij een doodgewaan-
den blocdverwant, die hem dierbaar geweest
was, had teruggevonden. Als gevangenen
zouden wij in zijn kraal gesleept zijn ge
worden, als bondgenooton trokken wij er in
triomf binnen, en om den feestdag te be-
loonen, werd cr een stevige 03 geslacht.
Als nu maar niet telkens de onaangena
me gedachte bij mij opkwam, dat Consen
sus do moordenaar van Do Polder zou
kunnen zijn Sebitoano heeft de halve scherf
aan een blanke, die diamanten z«acht on
hem bij een oorlog met naburige stammen
belangrijke hulp verschafte, gegeven; dat
is een in vele deelen van Afrika heer-
schende gewoonte, welke de bezitters der
beide schervonhelften tot eeuwige vriend
schap aan elkaar bindt Dezen vriend
noemt Sobitoane niet andere dan bij zijn
voornaam Klaas; ik betwijfel niet, dat»
liij de ongelukkige Do Polder ia, en dat
Consentius den vermoorde de scherf heeft
afgenomen."
In Ingrams dagboek volgt nu een reoka
van schilderingen zijner lotgevallen in Se-
bitoane's kraal, waar hij als een vriend be
handeld wordt en zijnerzijds al het mogo-
lijke doet do hem betoonde gratvrijivdd
naar zijn beste vermogen te verg;. *cn. Zoo
ontwikkelden zich dc voorbereidingen tit
de gebeurtenissen, welke do bekroning <.o-
zer episode vormen en die in den volgen
den terugblik door Ingram zijn samenge
vat.
„Lange heeft, zooals het van dezen won-
dcrlijksten aller menschcn te wachten was,
getrouw aan rijn oude manier, voor alles
in geestdrift to komen, het in ::ijn enthu-
siasme voor de donkerbruino schoonheden
onzer omgeving werkelijk tot ?cn forrhoeïe
liaison gebracht met een schoon geb iwd
en er niet kwaad uitziend ncgermeisjo.
Zij heet Mkunni. Daar de bloedverwanten
het geval rustig toezien, heb ook ik niets
gedaan om Lange van zijn vrij onbegrij
pelijke gril te genezen. Als wij van hier
weder weggaan, zal er toch een eind aan
komen en daarbij zal noch Mkunni's, noch
Lange's hart breken.
Deze kafferschoonhoid heeft een broeder,
die het „mauvais suj-:t" dor familie is,
een z.kerc Ngorna, die geheel Zuid-Afrika
heeft dooi gezworven cn naast' de beden
kelijke bekwaamheid in het liegen de prij
zenswaardige voordeelen van tamelijk groo
te bekendheid met 't Engelsch en het Hol-
landsch verworven heeft.
Van Sebitoano wist ik, dat Ngorna ook
langen tijd Klaas als bediende vergezeld
had en zijn alsmede Mkunni's uitlatingen
tot Lange bewezen, dat Ngorna in het be
zit van groote geheimen was. Dat noopte
mij, den zwarten snaak voorkomender te
behandelen dan hij eigenlijk wel verdiende.
Het loon voor deze handelwijze zou niet
uitblijven.
Lange was op een avond naar zijn schat
gegaan, en ik was met het onderzoek en do
beschrijving van een nieuw soort boomslang
bezig, toon Ngorna binnentrad, op den
grond ging zitten, een snuifje nam, en daar
na uit een houten pijp begon to rooken.
Zulke becoeken rijn niet in strijd met do
etikotte en zijn voor den gast, die dikwijls
weder heengaa t zonder ccn woord geep ro
ken te hebben, slechts een teeken, dat hij
gaarne in het gezelschap van don bezochte
is.
Ik liet Ngorna dus zitten en arbeidde
kalm voort. Als hij mij iets te zeggen had,
zou hij wel beginnen, cn werkelijk legde
Ngorna na een poos zijn pijp neder, stond
op cn tikte mij op den schouder, om mijn
attentie to trekken.
„Wat is or, Ngora?"
„Verzamelt mijnheer alleen slangen en
vogels? Geen stcencn?"
Daar ik do manier der zwarten om
ovenals de Oosterlingen slechts langs om
wegen nader tot hun doel te komen, kon-
de, wilde ik geduld oefenen en antwoord
de: „Ik verzamel alles, ook stcenen."
„Mijnheer Klaas verzamelde ook stee-
ncnbonte, schittöTcndo steenen."
„Ja, dat weet ik; hij zocht diamanten."
Ngorna grijnsde; „diamanten, ja, vele
diamanten. Mijnheer Klaas was een groo
te vinder." Daar ik zweeg om den zwaxton
diplomaat tijd tot ontwikkoling zijner
denkbeelden te geven, hapte hij een paar
maal mot don mond als oen karper, zonder
een woord uit to brengen; blijkbaar wist
hij niet hoe aan te vangen. Eindelijk
haalde hij een linnen zakje te voorschijn
en begon den inhoud uit te pakken.
Daar Ngorna inzag, dat al zijn manoeu
vres nijn nieuwsgierigheid niet op"*n,-ten,
reikte hij oindolijk met zijn naakten arm
over do tafel en hield tueschen zijn duim en
wijsvinger een voorwerp voor mijn oogon.
Als ik niet door de lange school van rei
zen tot zelfbcheersching gewend ware ge
weest, dan had ik wol niet een uitroepi
kunnen onderdrukken. Wat Ngorna mij bij
na onder den neus hield, was een diamant
zoo groot als een hazelnoot.
,,Hoo komt gij daaraan?" vreg ilr.
„Gevonden l"
„Waart"
Ngorna echudde onëdeugend lachend hef
hoofd. „Verder zien, mijnheer," zeide hi|
en schoof mij een voorwerp toe van geheel
anderen aard; het was het portret van
een ongeveer zevenjarig meisje, een aller
liefst kind met donkere oogen en swart
haar.
„Wio is dat?"
„Afra," luidde het laoonischo antwooriL
„Wie is Afra?"
(Wordt te vnhjd.)