9
VERDWENEN.
Het was te Eome,
In djen Tiber stierf de laatste glans der
«ndergaande zon.
Schaduwen omsluierden reeds de Appi-
eche straat en het grafteeken van Cecilia
Mletella.
Door de Eeuwige Stad doop de scheme
ring.
In het Oosten was de horizon door
blauw© nachtsluiers verborgen.
Op de trappen der Piazza lagen ver
moedde kzzaroni.
Het Ave-geluid der St.-Pieterskerk was
weggestorven.
Overal gtiltte.
Slechte' van Trastevere af weerklonk
nog zoo nu en dan een woest gezang.
Langzamerhand verhief zich een ruischen
m de cypreesen.
Door de straten waaide van de Sabijner
bergen de koel© avondwind.
In het atelier van een bekenden schil
der, een hooge, door kaarsen verlichte, ge
welfde ruimte, die met schetsen, halfvol
tooide, veifoorgcn schilderijen, wapenen en
kostbare stoffen rijk versierd was, zaten
ongedwongen, rondom de breed© tafel, een
aantal kunstenaars en dronken uit grillig
gevormde, Yenenaansohe glazen Marsala,
Bourgogne en den zwaflon, robijnrooden
wijn van Falerna.
Het gesprek van het internationale ge
zelschap liep over alles: de kunst, de phi
losophic van Friedrich Nietzsche, de jacht,
de wtedrennen, de vrouwendoch het meest
over het lot van een sedert weken op een
Uitstapje door de Campagna in de Pontijn-
sche moerassen verdwenen^ genialen, jon
gen, Zweedschen schilder.
Geheel Rome sprak over Erik Thorsven;
zijn vrienden betreurden hem als een doo-
.de. En hij had meer vrienden dan benij
de rs want de jonge kunstenaar was trouw
•als Noorsch ijzer en zijn karakter rein ais
Gothlands heldere meren.
Waar was hij zoo spoorloos verdwenen?
Waar was hij gebleven? Waar?
In de Macchia, hlet eikenbosch, waarvan
de bodem door de overstroomingen der
Am azen o en andere rivieren in een moeras
was veranderd, en waarboven in de verte
de terrasvormige heuvel, naar den zeekant
de Montecirceo zich verheft, heersebt
zwijgende eenzaamheid'.
Hier regeeren grauwe onvruchtbaarheid
en de gevreesde koorts.
Slechts zeer weinig bestendige bewoners
met wasbleeke, door do malaria verwoeste
gezichten, slijten op deze uitgestrekte vlak
ten der Pontdjnscke moerassen meest met
het branden van houtskool hun kommervol
bestaan.
AIk vreemdeling woont hier alleen de uit
de Abbruzzen gevluchte misdadiger als
i buffel- of paardenhoedeT.
In het dichtst van het bosch, Dabij een
'heek, ligt in een armelijke hut van klei,
!op een met een buffelhuid bedekten hoop
etroo, een zieke man met ingevallen, doods-
bleeko wangen.
1 Naast rijn leger hurkt aan een houtvuur,
waarover in de aan een dwarsstang han
genden ketel eenige kleine visschen in ko
kende olijfolie borrelen en sissen, een oude
vrouw.
Dikwijls ruat haar blik met bezorgdheid
op den zieke.
Op een boottocht naar het gebergte had
haar zoon eenige dagen geleden den vreem
deling zwaar gewond en geheel uitgeplun
derd in het kreupelhout gevonden en hem
hierheen gebracht.
De oude, voor wie iets dergelijks niets
nieuws was en die in het verplegen van zie
ken en. gewonden een levenslange ondervin
ding bezat, trachtte hem alle mogelijke le
niging te brengen.
Maar bij de wondkoorts kwam de mala-
ria en de zieke zal misschien geen tweemaal
de meer zien ondergaan.
Onrustig bewegen de handen van den ge
wonde over de buffelhuid, de vingers grij
pen als zoekend in het rond en nauwelijks
verstaanbaar murmelen de kleurlooze lip
pen een Zweedsch lied.
Twee dagen later was hij gestorven.
Zij begroeven hem op een hoogte onder
een woudreus in de Macchia.
Of Erik Thorsven uit de oneindigheid
van het heelal zijn vaderland, den tot in
de wolken reikenden top van den Kune-
knlla, het Weener- en het Wefctermeer,^ijn
heerlijke Gothland weerzag?
Geen drank, toch dronken.
In Amerika zijn eenige gemeenten, die
„droge" gemeenten genoemd worden, om
dat daar „local option" is. Op zulke
plaatsen is het verkoopen van vuurwater
verboden; er zijn geen drankhuizen. Daar
mag niet anders drank verkocht worden
dan op voorschrift en schriftelijk bewijs
van den dokter.
Op zulke plaatsen is het natuurlijk niet
uit te houden voor hen, die tot Bacchus'
volgelingen behooren. Dit neemt echter
niet weg, dat nog wel eens iemand met
flinken wind in het zeil door de straten
laveert.
Zoo iemand wondt dan, zeer eenvoudig,
zonder genade opgeborgen en het laat zich
gemakkelijk denken, dat de overheid ei
veel werk van maakt om te weten te ko
men, waafr. die lieden hun lading ingeno
men hebben.
De stille drankverkoopers wonden onge
makkelijk beboet, wanneer zij vallen in
handen van het gerecht.
Niettegenstaande dat alles zijn er toch
huizen, waar in het geheim sterke drank
verkocht wordt; deze noemen ze „dead
pigt" (doode biggen.) Het dierbare vocht
wordt daar verkocht in eieren en andere
dingen, ook wel in kleine tien-cents-bijbel
tjes, nagemaakt werk, dat begrijpt ge wel.
Zoo'n ei wordt maar evfcn een deukje
ingeslagen; uit het bijbeltje, waarin in een
hoek zich een pennetje bevindt, wordt dit
er even. uitgetrokken en... klok, kick,
klok: de dooier of de evangeliën gaan het
keelgat door.
Omdat nu de verkoopers en liefhebbers
alles uitdenken om die waar binnen te
smokkelen, moet de overheid erg slim zijn
in het opsporen en betrappen der wets
overtreders.
In zoo'n droge gemeente warden eens
twee dronken kerels' opgepakt. Zij reden
op een ledigen steenkolenwagen en zongen
het hoogste lied en hadden hem zóó tte
pakken, dat zij soms bijna van den wagen
afvielen. De politie echter bracht hen
acbttir de tralies, steenkolenwagen en
paard naar den brandstoffenhandelaar.
Nu is het in Amerika het gebruik, dat
dronken, lieden des nachts opgeborgen wor
den, den volgenden morgen om negen uren
voor het gerecht verschijnen en dan dade
lijk hun vonnis wordt uitgesproken. Zoo
ging het ook rofet deze steenkolenrijders; zij
bekenden terstond openhartig, dat zij te
veel drank hadden gebruikt, maar waar zij
het hadden gekregen, dat wilden zij niet
zeggen. De rechter bon zoo mooi niet pra
ten, hun zulke strikvragen met doen, dat
hij te weten kwam, waar men hun drank
verkocht had.
Het nieuwsgierige volk, de advocaten,
'de politiedienaren stonden allen Verwach
tend, verlangend te weten wie de „dead-
pigs"-houder was.
Eindelijk zei de rechter: „Ik zal jullie
de helft minder boete opleggen dan er ge
woonlijk voor geëischt wordt, als ge eerlijk
zegt waar jullie den drank hebben gekre
gen."
Jack zag schuin naar Bill en Bill keek
schuin naar Jack. Jack glimlachte en Bill
kon het lachen niet nalaten.
„Zeg het nu maar", zei de TfccèÊter, „dan
komen jullie dezen keer vrij van boete."
„Zeg jij het maar", zei Jack tegen. Bill
~Neen", «a Bill, jij fa*»-
„Edelachtbare heer rechter!" sprak Jack,
„wij hfëbben gisteren een lading steenkool
bij u in den kelder gebracht, daar zagen
wij een vaatje liggen cn. het andere weet
u nu wel... ons proeven is wat rijkelijk
aangekomen..."
De schooljeugd in Italië.
De leerplicht in Italië duurt van het
zesde tot het negende jaar, waarna de
ouders weer over de kinderen beschikken
kunnen, en meestal hun jeugd laten verwel
ken in orn kinderlijken arbeid, of hen bede
lend of vagabondeerend laten opgroeien.
Als de kinderen dan veistandig genoeg
geworden zijn om een beroep op te vatten,
ligt de school' zes of zeven jaar achter hen
en is hun al het lezen en schrijven, dat zij
eens geleerd hebben, ontgaan. Maar wel
kunnen zij rooken en spelen en zijn zij op
de hoogte van allerlei andere. schoone we
tenschappen, afgekeken van ouderen. Zoo'n
kereltje van tien jaar, dat op de straat om
een lucifer voocr' zijn sigaret bedelt, draagt
het trotsche bewustzijn van den „Civis Ro-
manus Sum" in rijn aanstaande mannen
borst en ziet met ware verachting neer op
alle opvoeding, die men hem nog zoo. wil
len geven.
En met de meisjes-opvoeding gaat het
niet veel beter. Het volk in Italië heeft geen
geregeld huishouden. Het eten worcit in een
gaarkeuken gekocht en de man trekt met
vrouw en kinderen naar een oeteria, om
bij een glas wijn de avondboterham te eten-
Zoo leeien de meisjes uit het volk noch ko
ken, noch naaien, noch strijken, noch ma
zen.
D© dienstbodexujuaestie bestaat in Italië
evenzeer als bij ons, doch ligt niet in de
hooge erischen der dienstboden, doch in
haar onwetendheid. Geen enkele dienst
meid kan lezen of schrijven.
D© heer des huizes heeft gewoonlijk het
genoegen haar brieven te mogen schrijven
aan haar „carissira mamsma" of ver
loofde, on ter beloon ine wordt hij ingewijd
in alle mogelijke familie- en liefdesgehei
men.
Daar de> regeearing nog steeds geen maat
regelen neemt om het analphabetdame te
gen te gaan, zijn nu op particulier initia
tief scholen in het leven geroepen, welker
doel het is te verhinderen, dat het jongere
geslacht vergeet, wat het van zijn. zesde tot
zijn negende jaar geleend heeft.
Eenige van die scholen zijn oniangB ge
opend. Jongens en meisjes kunnen dear! de
in de rijksscholen opgedane kennis verrij
ken en ontvangen een moreel© en physreke
opvoeding op patriotistósohen grondslag.
Het onderwijs is zeer practisch. Op het
leerplan staat: gezondheidsleer, huishoud
kunde, geschiedenis, natuurkunde, werk
tuigkunde, scheikunde, teekenen, zingen,
turnen, zwemmen, ïOerien en schieten. Het
onderwijs is kosteloos. Verschillende wed
strijden met kleine prijzen en spaarbank
boekjes moeten dienen om dB eerzucht der
kinderen op te wekken en hüm vlijt te be
vorderen. 's Zondags maken scholieren en
onderwijzers gemeenschappelijke tochtjes,
waarop de kinderen giiatds een. middagmaal
krijgen.
Zoodra de kinderen in een van deze op
voedingshuizen, want zoo kunnen ze het
best genoemd worden, zijn opgenomen, wor
den ze in een aardige uniform gestoten, en
het is een dist het verschil te zien tusschen
den vervuilden, in lompen gekleeden
straatjongen en het friseche kereltje, dat
lustig en vroolijk eiken morgen naai' aahoci
stapt en daar flink zijn best doet. f
'e Zondags trekken zij uit. Vooraan mar-
cheert de muziek van elke school en dan.
volgen allerlei regimenten in miniating.
Aan het hoofd van elke af deeling gaat de
eerste van de Has, die op de mow de fceo-
teekenen van zijn graad draagt.
De meisjes velgen in witte mairrocenbkHi-
aes den Heurigen, feestehjken stoet.
In korten tdjd is bet aantal van dezuscik.
len tot zeventien geklommen mst een totaalf
van twaalf èiiaund Iww linuntv,