LEIÖSCH DAGBLAD. ZATERDAG 10 SEPTEMBER. TWEEDE BLAD. Het hoogste Ziot. No. 13666. Anno 1904. PERSOVERZICHT. De Nieuwe Amhemsche Courant beschul- igt don minister van binnenlandsche za- >n in do O vei ij se 1 s c he kwestie in pliohtverzuim. De Regcering heeft 'de beide termijnen an art 117 der Kieswet laten verstrijken, -at thans geen verkiezing meer kan ilaafcs hebben, welke beantwoordt aan do do wet gestelde eischen. Hetzij dat vereenkomstig art. 66 Pr. W. wordt ge- andeld en machtiging verleend voor een ui ten gewon© vergadeiing, hetzij de ver- iezing plaats vindt in de gewone vergade- ing (November), in boide gevallen wordt [gehandeld in strijd met art. 117 Kieswet en loeten togen die verkiezing bezwaren rij- sn. De schuld hiervan werpt de N. Arnh. Gt. c>p den minister van binnenlandsohe zaken. "Volkomen onhoudbaar komt aan het blad de be wering voor, dat de Regeer ing niet vcr- plicht was meer te doen dan zij deed, toen ■tij de machtiging vooi de bijeenroeping op [|S Augustus verleende. Do N. Arnh. Ct. wijst er ook op, dat de K Minister met voorbedachten rade zoo en P niet anders heeft gehandeld. Het blad meent met het oog op de be staande strafbepalingen, dat de Minister in deze zaak een uiterst gevaarlijk stand- punt heeft in gen omendoch vertrouwt, dat de Regeering zorg zal dragen het con flict tot een zoo goed mogelijk einde te doen komen, dat zij althans heeft gezorgd aan vraagpunt de scherpste zijde te ontne men, alvorens het aanloiding zal geven tot. een parlementair 'debat. Do N. Arnh. Ct. verwacht, dat dc Regeo ring daarbij zal kunnen rekenen op do loyale medewerking van dc groote meer derheid der leden links, die uit dit con- fliot geen politieke munt willen slaan, I noch den politieken tegenstander langs de zen weg willen treffen ,,ook al heeft hij Leen hartig lesje verdiend." De Nederlander vorbougt or zich over, dat ,,ons Kabinet weigert zioh door een A partij de wet te laten stellen", i M©t dezen zin eindigt hot blad een be- ©ohouwing over het niet-weder-bijconroepen door de Regcering van de Ovoujsolsche Sta- ten voor de verkiezing van drie leden der Eerste Kamer. Hot blad meent, dat de li beralen niet den „rechten kijk" op dc zaak hebben. D© liberalen denken, dat de niet- weder-oproeping der Staten „een soort po- lit-ioke wraakneming is van het Kabinet te genover do liberale Overijsolaars, omdat dezen dooi bun hakende handelwijze, de mogelijkheid, dat ook anti-revolutionaire of R.-K. leden door Ovorijscl naar d© Eer- Bte Kamer werden afgevaardigd, hebben .Weten to verijdelen." Dit is, volgens De N erlcrl ander, niet het geval. Het blad zou a.l heel weinig bolang stollen in de quaestie, wanneer het hier partij berekeningen of wraaknemingen gold. Majir het blad meent er op te moeten wij zen, <lat het hier van liberal© zijde is ge weest het tear zijde stol Ion van wettelijke be palingen, ter willo van partijbelang. Door na te laten, door niet te doen, kun nen zegt De Nederlander in tal van govaJlon personen, die niet de minste straf rechtelijke verantwoordelijkheid dragon, ge heel onze Constitutie in de i ar sturen, zonder dat er een wettig middel bestaat om het sohip van staat in 'koers te houden. De Haagsche correspondent der Zutfen- sche Courant is van oordeel, dat, zelfs al moet men aannemen, dat de liberale Sta- ten-ledcn van Ovcrijsel,- die door hun heengaan uit de vergadering de keuze van Eersto-Kamer-ledon op den dooT do Re geering aangewezen dag onmogelijk ge maakt hebben, zich aan onverdedigbaar plichtverzuim hadden schuldig gemaakt, dit voor de Rqgeering nooit een reden mag zijn om Ovcrijsel tot straf in de Eer ste Kamer onvertcgonwoordigd te laten. Dit zou toch in lijnrechten strijd met do i Grondwet zijn, die wil, dat de verschil lende provinciën elk een, in de Grondwet aangewezen, aantal leden zullen afvaardi gen. Een Kamer, tot welker samenstel ling niet alle provinciën hebben meege werkt, is niet de grondwettige Kamer, zooals de Grondwet dit voorschrijft. Wel zijn ongeveer 65 jaren geleden over de hoogste belangen van den Staat beslissin gen genomen, is zelfs de Grondwet her zien, zonder dat Limburg vertegenwoor digd wa6; maar dat was, omdat op dat oogenblik met de bestaande verhoudin gen Limburg niet vertegenwoordigd kon zijn. A l'impossiblo nul n'eat tenu. „Stel, dat opnieuw met machtiging der Regeering een Statenvergadering was uit geschreven cn dat het ook daar weer niet, om welke reden dan ook, tot oen keuze had. kunnen komen, dan zou er misschien sprake kunnen zijn van overmacht; maar niemand zal toch willen beweren, dat op grond van het gebeurde op 3 Augustus de Regeering wel verplicht was van olko po ging af te zien om een Eerste Kamer bijtijds overeenkomstig do Grondwet saamgesteld te krijgen. In een blijkbaar officieus be richt werd meegedeeld, dat de Commissaris der Koningin in Ovcrijsel de vereischto machtiging heeft aangevraagd om op een anderen dag in Augustus de Staten opnieuw bijeen te doen komon. Als do min. v. binnenl. zakesn geweigerd heeft die maohtiging te geven, kan dan zulk een weigering op goede gronden ver dedigd worden? Bracht dan het Staats belang mede, dat Ovcrijsel niet meer in de gelegenheid word gesteld, afgevaardigdon naar de Eerste Kamer to zenden? Wat geschiedt er als cr stemming van andere vertegenwoordigende lichamen moet plaats vinden en do vorkiezing mislukt e»n faute des combattants? Zegt men dan: Nu zullen do plichtverzakende kiezers hun ver diende loon krijgen; nu zal de corporatie, die het geldt, voorloopig maar on vertegen woordigd blijven? Neen, dan wordt zoo spoedig mogelijk een niouwo verkiezing uit geschreven, ten einde de kiezers in do gele genheid te stellen hun eorst begane fout weer goed to maken. Welke reden is er te bedenken waarom het bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer andei's zou moeten zijn? Wel is waar staat nergens in de Grondwet of in dc gewone wet voorge schreven, dat, als op een aangewezen dag (volgens de wet binnen '10 dagen na do ont binding) de verkering niet doorgaat, een nieuwe vergadering zoo spoedig mogelijk moet plaats vindon, maar men kan gerust zoggen, dat dit alleen daarom niet is voor geschreven, omdat men vond, dat het van- zolf sprak, dat dit zou on moest gebeuren. Worden do Staten van Ovcrijsel vóór 21 Sept. niet meer in de gelegenheid gesteld alsnog leden te kiezen voor de Eerste Ka- mor, die volgens do Grondwet uit vijftig leden bestaat, waarvan drie uit Ovcrijsel, dan gebeurt er iets of liever dan wordt er iete nagelaten wat de wetgever terecht onmogelijk heeft geacht. Do Provinciale Gronin-ger Courant zegt, dat in den gegeven stand van zaken de li berale Overijselsclie Statenleden doden wat hun reoht was en bun plicht: toepassing vragen van art. 67 der Provinciale wet, dat vordaging van elke zitting, gewone of buitengewone, uiterlijk voor 14 dagen, toestaat. Toen de rechtsclic helft de weige ring van den alleszins gerechtvaardigden liberalen eiseb weigerde, meende de libe rale holft, dat haar tegenover deze daad van machtsmisbruik geen ander middel overbleef dan de vergaderzaal te vorlaten. Hen treft daarvoor niet de minsto of ge ringste blaam. Zij deden wat zij mochten en moesten doen. Do geest dor Grondwet cn van de wet is ontegenzeglijk dozo, dat do Eerste Kamer gekozen worde door een, kan het immer zijn, voltallige Statenver kiezing. De redeneering van het Weekblad voor de burgerlijke administratie, dat een besluit tot vordaging, ware het genomen, in dit geval onwettig zou zijn geweest, heeft de Prov. Gron. Ct. verrast. Dat het tot wettelijke voorziening moet leiden ontkent de Prov. Gron. Ct. „Wij stellen ons voor, dat een zoo partij dige dagbepaling als deze maal bij de uit voering van het tweede lid van artikel 73 der Grondwet heeft plaats gevonden, voor het vervolg door de werking van het inter pellatie recht dor Kamers zal worden verij deld. En ho^Overijselsche geval is geenszins op dón lijn te stellen met de feiten in de gemeenteraden, die aanleiding hebben ge geven tot het tegenwoordig artikel 144 dor Grondwet. Zoo het gebeurde wettelijko voorziening noodig maakt, wat wij niet toegeven, dan zal het hoogstens moeten zijn een in den geesl van het tweede lid van art. 84 dor Gemeentewet, een c.o waar borgt, dat de keuzon voor de Een te Kamer zooveel mogelijk door voltallige Statenver gaderingen worden verricht. Wat do govolgen botroft, schrijft het blad hot volgende Zijn d berichten in de bladen juist, dan heeft do Commissaris dor Koningin, toen de impasse intrad, dat de vergadering, door het vertrek der liberale lcdenhelft, tot het verrichten der kous niet meer bij macht© was, haar gesloten en is door hem de Koninklijke machtiging gevraagd een nieuwe buitengewone vergadering saam to roepen om daarin tot de verkiezing te .loon overgaan. Inderdaad moet in deze rich ting de oplossing vallen, nu artikel 36 van het reglement van orde voor de verga dering der Staten van Ovcrijsel, dat den voorzitter gelast de zitting to sluit on „wanneer in den loop der zitting het aan tal leden tot op de helft is verminder i voor den Commissaris dc onmogelijkheid schiep na het heengaan der 23 leden do zit ting te verdagen, bevoegdheid, die Ivt re glement van orde hem voor andere gevallen in art. 4 toekent. Hot is ondenkbaar, dat een minister de verantwoordelijkhctu op zich zal willen nemen voor het z lh tijde lijk open laten der Overijselsch© plaatsen, nu zij niet op 3 Augustus zijn lozit De Grondwet cischt een Eerst© Kuner van vijftig leden, met drie voor Ovcrijsel l)at dezo oisch onvervuld mag blijven, uu aan den last tot verkiezing tot dusver geen ge volg is gegeven, zal wel niemand durven beweren. Daarenbovendc Grondwet schrijft wel voor dat „do last" tot liet verkiezen binnen veertig dagen, van een niouwo Kamer moet worden verstrekt bij het besluit tot ontbinding, maar geenszins, dat de verkiezing niet na deze veertig da gen nog zou mogen en moeten geschieden, als zij, om welke reden ook, achterwege bleef binnen den aangegoven termijn, dïo geen ander doel heeft dan er tegen te wa- .kon, dat de Regeering langer dan vol strekt wordt vereiycht aan de contröle der vertegenwoordiging ontsnapt. Gesteld bo- vondion, dat hier nalatigheid of weigering van de zijde der Staten in hot spel is om fce zorgen voor de uitvoering der wet, wat wij tegenspreken, dan nog is nergens in ons staatsrecht voor dergolijke gevallen aangenomen, dat do handeling achterweg© mag blijven, maar steeds, dat zij toch en ondor alle omstandigheden moet worden volbracht, goedschiks alsnog door de auto riteit in do eerste plaats' door do wet er toe geroepen, of kwaadschiks door een hoo- gore macht. Nu is echter artikel 129 der provinciale wet, welks toepassing er toe zou moeten leiden, dat dc Commissaris der Koningin bij con in. het Staat .blad te plaateen, met redenen omkleed, besluit wordt gemachtigd de kous te doen, al ware het alleen wegens zijn samenhang met ar tikel 151, voor het onderhavig geval niet geschreven. En zelfs de vermetelste minis ter zal do analoge toepassing van dit paardenmiddel wel niet voor zijn rekening durven nomen. Daarom is nieuwe samen- roeping het middel, dat Grond wot en wet aan do hand doen. Maar, is tegengeworpen, als dan op nieuw obetructionisme gedrovon wordt en bijvoorbeeld do rcohtsche helft eens wei gerde den geloofsbrief van hot nieuw be noemde lid te onderzooken, zoodat de par tijen weder in dezelfde sterkte tegenover elkander komen te staan? Wij antwoorden, dat het in zoo groote mate onaannemolijk is, dat deze mogelijk heid werkelijkheid wordt, dat men niet nu i reeds het hoofd zich bohooft te kwellen met casus posities, die meer dan hoogst waarschijnlijk tot 's werelds ondergang niet zullen voorkomen en met het oog waarop men zonder luchthartigheid zeggen kanwie dan leeft, wie dan zorgt. Het Sociaal Weekblad zegt, dat de ont binding van do Eerste Kamer gevolgd dreigt te worden door een andere nooit voorgekomen gebeurtenis, die veel bedenko- I lijker is uit een staatsrechtelijk oogpunt: het niet-vertegenwoordigd-zijn van do pro vincie Ovcrijsel in de nieuwe Eerste Ka- mor. Indien dit mocht gebeuron, wat het blad vooralsnog weigert te golooven, zal de nieuwo Eerste Kamer naar haar mee ning op ongrondwettige wijze zijn samen gesteld en do eerbied voor 's lands hoogste constitutioneelc instellingen op bedenke lijke wijze zijn ondermijnd. Zij noemt juristerij van do ergste soort do bowering: do Regeering had tegen 3 Augustus ook dc Staten van Ovcrijsel doen bijeenroepen tot verkiezing van leden van do Eerste Kamer, zij heeft haar plicht gedaan en behoeft verder niets- te doen, want z ij kon het niet helpen, dat do linkerzijde wegliop en de verkiezing onmo gelijk maakte. Voor het overige ontken l het Sociaal Weekblad, dat de daad der Ovorijselsche linkerzijde een inconstitutioncelc was, die niet verdodigboar is. Het Vaderland sohreof, dat een parle- montair dobat op zijn plaats is over de vraag of d© minister van binncnlandscho zaken door niet tot een nieuwo oproeping van de Staten van Overijsel mode te wor- kon, aan den geest on de bedoeling van onze staatsinstellingen recht heeft doen we dervaren. Het Centrum zegt naar aanleiding daarvan „Wan. Het Vaderland gewaagt van den geest on de bedoeling onzer staatsin stellingen, waaraan elke bewindsman recht moet doen wedervaren, dan heeft men zich zeker de vraag te stellen, of het overeen komstig den geest cn do bedoeling dier in stellingen kan zijn, dat het gouvernement den spot laat drijven met een door do wet voorgeschreven handeling. Krachtens de wot waren do Staten-leden op 3 Augustus bijeengeroepen, om in do ontstano vacatu ree der Eerste Kamer te voorzien. Do Re geering vervulde daarmede do op haar rus tende taak, maar dc liberale Staten-leden vorzuimdon opzottolijk do hunne. Mot een duidelijk uitgesproken bedoeling woi- geidcn zij van de hun geboden gelegenheid tot naleving der wet gebruik to makon. Zij miskenden niet sleohts do letter, maar ook den ge t en do bedoeling dor wet, zonder eenige andero reden dan bet enge partij- bol a ng. Eon ter willo van dat belang zou thans oon nieuwo vorgadoring moeten worden uitgeschrevenMaar mag do Re gcering dan op die wijze met het landsbe lang on do webtelijke voorschriften laten apolon? Heeft niet zij, maar een bepaalde groop te beslis*on, wanneer en onder welke omstandigkoden eon wettelijk voorgeechro- ven verkiezing zal worden gehouden? En zou, wanneor zij thans volgons het oog merk dor gedeserteerde Staten-leden han delde, daarmede niet een onbedenkelijk precedent worden gestelvoor do toe komst? Men kan over de quaosti© debattceren, dit geven wij Het- Vaderland volkomen toe. Voor mannen van do letter is dozo „zaak" wcor een buitenkansje. Maar wan neer er sprako is van den geest en do be doeling onzer staatsinstellingen, dan was do manoeuvre der drie en twintig Over ijselsch© liberalen zeer zeker een daarmede strijdige daad, en mag met recht worden gevraagd, of do Regcering er zich niet van dient te onthouden door eenige toe schietelijkheid zulk een partij-tactiek in de hand t© werken. Nagenoeg geheel do libe rale pers lieeft de ongewettigde en onwot- tolijko staking barer geestverwanten toege juicht, on waarlijk potsierlijk is daarom de verontwaardiging thans door schrijvers alfl de oorrespondent dor Zaanlandsche Courant aan don dag gelegd. Men is govallen in den kuil, dien rnon zelf gegraven hooft. Na vermeld t© hebben het schrijven van prof. Bolland, to Leiden, in Het Va- d-erland, (zie hot jongste Persoverzicht Leidscft Dagblad), inzake het woigoron |oenor aankondigingöadverton- I bio van een broohuro over den I grondslag der V r ij o Universi teit in De Tyd, zegt laatstgenoemd bind: Aldus do Leidsohe hoogleeraar mot wiens brochure wij ons bezighielden in onzo hoofdartikelen. Zóó merkwaardig achtte de redactie van Het Vaderland den inhoud van het medegedeelde sohrij- von, dat zij het, niet op de gewone plaats dor Ingezonden Stukken, maar in het re- daotioncol godcelte van haar blad op in het oog loopende wijze meende te moeten opnemen. En werkelijk geen wondor, daar prof. Bolland zelf zijn schrijven schijnt te beschouwen als een gewichtig element, ten doel hebbondo „do aandacht van bon, die in do Staten-Generaal 'do zaak van onzo wetenschap en >onz© Hoogesoholen nog maals zullen te vordedigen hebben, ver dacht te maken op do kwade trouwe, waarmede Dordt en Rome tegen de we ten scliap en die Hoogescholen hun slag gaan slaan." 't Is, zooals men ziet, geen kleinigheid, waarvan wij beschuldigd worden I En zóó handelde De Tijd nog wel mot „een verhandeling, waarin de Roomsohc Kerk in een gunstig licht verschijnt to- gonovor onzo Gercformeerdenlcidcrs, die door middel van Roomscho uitspraken tot schande worden gemaakt 1" Verwachtte misschien prof. Bolland, dat De Tijd zich over zijn tendenzieus- lofprijzing van Roomscho schrijvers ei van Roomsche vrijzinnigheid blijdo en dankbaar zou hebben gestemd gevoeld? Zoo ja, dan is zijn naïviteit nóg groo- bor, dan wij die zolf na verschijning van zijn jongst© brochure geschat hebben wel de hoogleeraar heeft bij ons een naï viteit vermoed, die allo perken zou to buiten gaan. En nu bet feit zolf, do weigering dor advertentie 1 Als regel wordt gesteld, (Lu; het aannemen of weigeren van een adver tentie door do administratie van ee^ oourant als een commercieel© zaak mot beschouwd wordon, omtrent welke de re- dactio aan hot groote publiek absoluut gjeen verklaring schuldig is-. Indion wij echter meonen thans van dozen regel tc moeten afwijken, geschiedt dit alleen, om dat wij valsoho oonolusiön en wellicht veel onnoodig geschrijf willen voorkomen, ii hot geval er werkelijk eens journalisten of Kamerleden (men kan het nooit we ten) govondon werden, die, afgaande op hot schrijven van prof. Bolland, in deze zaak nu eens een sprekend bewijs wilden rien van „do kwado trouw, waarmedo Dordt cn Rome tegen (do) wetenschap en legen (onze) Hoogoscholon haar slag gaan slaan." Do zaak is veel eenvoudiger: Dordt heeft cr alvast niets medo te maken. Hcfc betreft hier alleen een quaestio tusscben ons, als katholieke oourant, en onzo leaora. Het klinkt misschien voor veol niofc- Katholicken cenigszins zonderling, als zij vernemen, dat een katholioko oourant door haar lezers aansprakelijk wordt geacht voor den inhoud dor door haar aangekon digde boeken, werken cn geschriften. Toch is dit zóó. Het ware voor ons en voor do overigo katholioko bladon, na tuurlijk, gemakkelijk als het anders was; doch indien gowono Roomsoho lezer» in De Tijd een boek of brochuro zien gead verteerd, boschouwen zij do plaatsing dier advertentie als aanbeveling en moonon, dat, naar hot oordeel dor redactie, do aangekondigde geschriften voor allo Roomscho lozers, onverschillig van welken leeftijd of ontwikkelingstrap, geschikte en volstrokt onschadelijke en ongevaarlijke lectuur moeten geacht wordon. FEUILLETON. 87) Nad ine was even deugdzaam als schoon en toen zij bespouide, dat zij het aanzoek van mijn neef niet ongenegen was, stond zij er op, dat hot huwelijk ten spoe digste zou voltrokken worden. Na de inze gening stemde zij cr in toe, do echtverbin tenis voorloopig geheim te houden, daar zij maar al te good wist, dat Potinoffs familie nooit haar toestemming tot een mósallian- oe geven zou. Wlodimir beloofde haar, zijn 1 ouders langzamerhand op de voltrokken i zaak voor te beioiden. Hij was namelijk voornemens het bekoorlijke vrouwtje te la ten opvoeden, om haar dan als dame van be schaving cn geboorte aan zijn- ouders voor te stellen. Maar Nadino haatte hot leeren cn was afkeerig van allo pogingen om haar op te voeden. Haar ideaal van menschelijk ge luk vond zijn toppunt in goed eten, zich sierlijk kleeden, mooi wonen en heel, heel veel sieraden te kunnen bezitten. Dit alles ver nam ik eerst kort vóór ons huwelijk, mijn geliefde vrouw, want Wlodimir sprak met mij nooit over Nadino. In Tobolsk zag ik haar ook slechts zelden, want mijn neef scheen jaloersch te zijn en daar zij mij volmaakt onverschillig was, vermeed ik het liaar te ontmoeten. 1 Wanneer en onder welke omstandigheden wij vóór vijf jaren Tobolsk verlieten, weet ge roede. Wlodimir waagde het ook nu nog biet, Nadino als zijn vtouw te erkennen, 5vant hij vreesde waarschijnlijk den toorn zij nor strenge en hoogmoedige grootmama. Nadino, die haar naam Leontioff weeot had aangenomen, reisde in begeleiding van een vertrouwde oude dienstmaagd met haar zoontje, waarvan ik evenwel het bestaan niet eens vermoedde, daar men zijn goboor- te, om welke redenen weet ik niet, voor mij had geheim gehouden naar Hamburg, waar Wlodimir zich volgens afspiaak weer bij haar zou voegen. D© dood verhinderde do uitvoering van dit plan. In een klein Siberisch plaatsje werden wij beiden door de zwarte pokken aange tast ©n terstond uit liet hotel naar een dei buiten het dorp staande barakken overge bracht. Deee was in drie ruimten verdeeld. Do een bewoonde mijn neef, do tweede ik en 'de derde Koskawitch, onze lijf arte en ziekenverpleger. Iedereen in het dorp meed de boiakkcn; onze bedienden waren ge vlucht. Zoo geschiedde liet, dat mijn neef in de armen van Koskawitoh stierf, nadat hij hiem zijn trouwakte en do geboorteakte van zijn zoon had toevertrouwd, en de belof te bad doen afleggen ervoor tezoigen, dat hij voor do rechten Yan Wladimirs vrouw en zoontje zou opkomen. Koskawitoh was het ook, die den doode met zijn sterke armen alleen in de lijkkist legde, want niemand wilde zioh er toe leenen, het af grijselijk misvoimde lijk aan te raken. In zijn brein ontstond ook het denkbeeld, mij voor Potinoff uit te geven. Dit laatste vernam ik, zooals reeds gezegd is, eerst veel later. Toen hij mij kwam mededeelen, dat mijn neef overleden was, was ik vTeeselijk be droefd en geheel buiten mijzelven, want ik beminde mijn neef oprecht. Langzamerhand werd ik weer kalmer. Bij mij was allo gOYaai verdwenen en ik begon mij weer in een nieuw loven te verheu gen. Nu kwam Koskawitch met den voor slag, dat ik do rol van den overledene zou spelen, gravin Potinoff misleiden en belet ten zou, dat het reusachtige vermogen aan de bovendien reeds iijko zijlinie verviel. Dat er een werkelijke, echte erfgenaam was, hield hij voor mij geheim. In hot eorst wees ik het voorstel verontwaardigd van de hand, maar Koskawitch had er slag van, mijn gewetensbezwaren met allerlei drog redenen tc overwinnen. Dc vei leiding was t© groot, en dan, ik meende ook niemand te benadecJen. Integendeel, ik bespaarde de oude gravin Ladislaus eon groot ver driet. En welk gebruik wilde ik van het ontoog lijko vermogen maken 1 Ik nam mij voor, de door mij onwettig toegeëigende rijkdommen ten bate mijner lijdende medebroeders te bestoden en zoo mijn zonde woei goed to maken, 't I© den hemel bekend, dat ik dit voornemen ook te» uitvoer gebracht heb. Geen arme klopte in deze vijf jaren ver geefs aan mijn deur; ik heb ontelbare wel dadige vereenigingen in Frankrijk en nog meer in mijn vaderland ondersteund of op gericht, stille armen bezooht, weezen laten opvoeden, tiouwens, voor u, mijn geliefde vrouw, behoef ik niet op te tellen, wat ik allemaal gedaan heb; gij hebt mij immers wakker bij mijn liefdewerken geholpen De bdkoorder zegevierde 1 Go zult vragen, welk belang de ellendoling bij de gohcele geschiedenis had? Zoo hoor: hij betrok van de Potinoffs een zeer hoog© jaarwedde en vreesde die tc verliezen. Natuurlijk zou gra vin Ladisdaus, wie bet slechts om een erf genaam te doen was, hoon ook verder in haar dienst gehouden hebben, wanneor bij Feodor bij baar gebracht had, maar het kindje wa© zoo zwak en ziekelijk, dat hij liet geen lang leven tooschrcof en zekerder meende te gaan, wanneor hij mij de rol van indringer op don hals schoof. Ook specu leerde hij daaibij op mijn eigen klein ver mogen cn eisohto onomwonden, dat ik, Wl'a- limir Strogonoff, die aan do pokkon ge storven was, hem erfgenaam daarvan maak te. Dit weigerde ik zeer beslist, want voor eerst wilde ik, dn geval do geschiedenis to oh aan den dag kwam, niet geheel zonder mid delen blijven, en ten andero wilde ik hom in handen hebben om mij van zijn stilzwij gen tc verzekeren. Ik kende hom, zoolang ik den naam on de positie van mijn neef innam, do rente van mijn eigen vermogen toe, dat, daai ik als Strogonoff zonder testament gestorven was, mij als graaf Potinoff, den eenigen wetti gen erfgenaam, ten deel was gevallen. Op den dog echter, waarop het bedrag onthuld zou wordon, had bij dit bedong ik mij geen verdere aanspraak meer daarop.Dewijl ik standvastig bij dit bedrag volhaiddc, zotte hij eon goed gezicht bij een kwaad spel en ik was zeker, dat ik van zijn kant geen verraad behoefde tc vrcezen. Alles ging voortreffelijk. Gravin Ladislaus hield mij voor baar kleinzoon, ik trad in al diens rechten on Koskawitch bleef op zijn vetten post. Nu kwam het er nog slechts o|> aan, het met Nadino te vindon. Koskawitch bood zioh aan de zaak to regelen, cn ik liet bom volkomen dc vrije hand, daar do viouw mij niet in het minst interesseerde: ik had haar in de laatste jaren zeer weinig te zien ge kregen. Maar wij rekenden buiten de eigen zinnigheid van Nadfne. Koskawitoh bezocht hoar in Hamburg cn maakte haar wijs, dat do Tsaar mij in een hoogo ambtelijke betrekking naai Parijs had geplaatst, dat ik mij door een ongeval de rechterhand had gekwetst on haar dus niet persoonlijk schrijven kon, maar dat ik go begrijpt, haar oohtgonoot haar door hem liet verzoeken voorloopig haar verblijf plaats te Londen op te slaan, waarheen hij haar terstond vergezellen wilde. Dat stond haar niet aan, maar ten slotte gaf zij too. Hot klimaat schijnt haar cn het kind niet goed bekomen to zijn, on op zekeren dag ontving Koskawitoh een telegram om haar in Dover af te halen. Zij ©tond er op naar Parijs te verhuizen. Wat nu to doen? Koskawitch bedacht een nieuw leugonwcefsol. Hij haalde haai en het kind van Dover af, bracht hen naar Pa rijs, waar zij eerst in con hotel woonden cm toen in hot „paviljoen" op denboulevard Lanneo onder dak gebracht werden. Het was hem gelukt Nad in© door valeoh© mede deel ingen oantrent mij to berwegon, den naam Tcska Si Uier kof f aan te nomen on voor zijn nicht door te gaan. De achoono, maai domme vrouw, dio in de eerste plaats sleohts gevleid was geweest gravin Poti noff to heeton, in con bekoorlijk ingericht huisje te wonen, steeds over een volle beurs te kunnen besohikken, maar overigens te kunnen doen en Laten wat haar beliefde, was met haar lot volkomen tevreden cn vroeg niet eens veel' naar haar echtgenoot. (Wordt vervólgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5