LEID3CH DAGBLAD. Z VTÊ53DAC 13 AUG JSTUS. - TWEEDE BLAD;
Anno llJ64
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De erfgename van Desmond.
No 13642
In hot Augustus-nummer van Stemmen
voor Waarheid en Vrede bespreekt dr.
Bronsveld in zijn „Kroniek" do ver
verping van de Wet op liet H o o ge r
Onderwijs door de E e r a t e K a m er.
Ook hij wcmscht in de eerste plaats hulde
te brengen aan do rede van den heer Van
Boneval Faure, al meent hij, dat zij mis
schien nog krachtiger geweest was, indien
een en ander er niet in waa voorgekomen.
Maar wat hij met grooto ingenomonheid
zag aangewezen door den heer Faure, waa
de aard van de zich noemende Vrije Uni
versiteit. „Zij" zegt de heer Bronsveld
„heeft van den beginne onder een onwet
tige vlag gevaren. Zij is nooit anders ge
weest dan een „inrichting van Hooger On
derwijs." De wet op het Hooger Onderwijs
kent geen „vrije" universiteiten on zeker
geen universiteiten met 3 faculteiten en dan
nog wel faculteiten met één hoogleeraar.
Zy, die met deze inlichting niet waren in
genomen, hebben niet ingezien wat de hyp-
notiseorende kracht kon wezen van een naam.
Door het wooid „Pacificatie" liet men in
1887 zich verleiden om de volksschool los te
laten en nu wordt de akker van het
Onderwijs overheerd door allerlei scholen,
die de „vrijheid" nemen om de Staatsschool
te verdringen. In 1887 heeft de liberale par
tij zichzolve verzwakt op een wijze, die haar
dood wel ten gevolge zal hebben. Zij zal
gereconstrueerd moeten woiden, om tc blij
ven leven."
Over de ontbinding der Eerste
Kamer zegt do „Kroniok"-schrijver
„Do Eeiste Kamer is nu ontbonden, om
dat zij haar stem onthield niet aan een
wet, welke geheel het regeeringsbeleid
raakte, een organieke wet, waarmee een mi-
md&terie staan of vallen moet. Neen, het
gold hier niet do regeling van ons onderwijs
in zijn geheel, of van het geheele hooger-on-
derwijs in het bijzonder. Ieder weet, dat
het aanhangig ontwerp voornamelijk beoog
de een bevoorrechting va® do zoogenaamde
Vrije Universiteit. Zij moet en zij zal
(dit wil dr. Kuyper1) er boven op. Nu of
non it. Duizenden rechtzinnige christenen
in den lande gevoelen niete voor dio inrich
ting. Haar eigen geestverwanten lieten haar
tot hedan niet uitgroeien tot iets dat den
naam van universiteit verdiende. Maar nu
heeft dr. Kuypr het er op gezet-, dat zij zal
gelijken op hetgeen zij heet te zijn. Bleek
de Eerste Kamer niet gezind, dat liovclinga-
idee van den heerachzuchtogen minister te
helpen verwezenlijken, welnu, dan moest zij
maar wijken. En zoo moot allee in don lan
de bukken voor don wil van één man, wiens
waar karakter hoe langer hoo meer in het
licht treden zal.
D'ij bekommert zich niet om don raad
van zijn geestverwanten als Lehman en
Woltjer, dio een anderen weg aanbevalen
om hetzelfde doel te bereiken. Neem, s i c
vol o, sic jubeo. Aan den wil van dr.
Kuypor moet de Troon, moot dc Eerste
Kamer, moet hot land zich onderworpen,
en zijn wil is hierdeoffectusoivilis
zal worden verlcand aan zijn „vrije uni
versiteit."
Deze gebeurtenis acht dr. Bronsvold be
denkelijk met hot oog op het prestige fier
Kroon en hij motiveert dit oordeel aldus:
„Het heeft verwondering gewekt, dat de
teimijn tusschen de stemming in de Eerste
Kamer en de onderteekening van het besluit
tot ontbinding van dit hoogo Staatslichaam,
zoo kort is geweest-.
Het blijkt uit niets, dat H. M. de Ko
ningin cenigo tijd van beraad is gegund ge
worden. Noch dc voorzitters der Kamers,
nooh do president van den Raad van State
Bellijnen gehoord tc zijn. Dr. Kuyper heeft
den uitgedrukten wil van het ministerie
kenbaar gemaakt aan de Koningin en in
ecm ommezien was het doodvonnis der Ka
mer geteekend. Hebben wij dan een Souve-
roino, die altijd haar handteekening te
plaatsen heeft onder de besluiten, welke een
ministerie haar voorlegt?
Wanneer Haro Majesteit eens getoond
had, dat zij maar niet ineens besluiten kon
tot een maatregel, die na 18*18 niet is geno
men; wanneer zij tot den president-minister
had gezegd: „Ik wil mij beraden, ik wil
niet den schijn op i. ij ladeD, alsof adviezen
van mannen als de heer De Savomin Loh-
man en zoo vele andere bekwame vrienden
cn raadslieden van mijn Moeder en mi^n
Vader bij mij niets wegen; ik wil Koningin
wezen niet voor een partij, niet voor een
kleine, misschien toevallige meerderheid en
wcnsch daarom geen geweldige middelen,
geen stappen, die, zoo zij al niet revolutio
nair zijn, dan toch zeer zeker exceptioneel
moeten blijven" zie: dan zou dat voor
velen een reden te meer zijn geweest, om
in ons Koningsschap het palladium te zien
van onze protestantscho on oonstitutioneele
vrijheden."
Maar dc „Kroniek"-schrijver acht deze
ontbinding ook gevaarlijk met het oog op
onze constitutie. „Zeker" zegt hij „de
lettor der Grondwet geeft aan de Regeo-
ring het iecht om te doen, wat ze nu ge
daan heeft, maar de geest onzer constitutie
(het blijkt ook uit de historie') gebiedt
daartoe slechts als uiterste maatregel over
te gaan. Immers:
„Het is tot heden voor ons allen een re
den van gerustheid geweest, dat wij een
Eerste Kamer hadden. Haar zuster, onmid
dellijk voortgekomen uit een verkiozings-
act-ie, is onstuimiger, hartstochtelijker van
aard; zij, de Eerste, staat niet zóó direct
bloot aan de ebbe en den vloed der volka-
meening. Tegen den stroom van reactie en
rovolutie staat zij pal als een dam; tegen
onbesuisde aanvallen van onze vastigheden
vormt zij een bolwerk. Maar zij houdt op
dat alles te zijn, wanneer zij niet wordt dan
wat de tender ïb van een locomotief, vast
gehaakt en medcgesJeept, of, wanneer zij als
een locomotief gesteld wordt op een draai
schijf, en na elke verkiezing wordt omgezet.
Dan mist zij haar reden van bestaan. Dan
kunnen wij zulk een verlengstuk, zulk een
verkorte editie van de Tweedj> Kamer wel
missen. Maar dan hebben wij een waarborg
te minder, dat wij niet zullen worden over
geleverd aan do uitspraken van de verkie
zingen zonder meer. Dan stuuit een eerzuch
tig minister-president, eon partij-ministerie
de geheole regeeringsmachino in ^zijn rich
ting. Alle vastigheid, alle kracht, welke ï-n
continuïteit en kalmte steekt-, wordt ver
nietigd."
De Standaard gaat nog eens na de ge
schiedenis van de behandeling van deHoo.
ger-On d e 1 wij s-n o vol 1 c in de beide
Kamers der Staten-Generaal en noemt het
vaststaande, dat do oppositie werd gevoerd
niet tegc® een bijzaak, maar tegen do
grondgedachte van het Ontwerp, de vrijma
king van het Ondoiwijs in al zij® vertak
kingen.
„Het Bijzonder Onderwijs voor de wet
gelijk, dat is het ware, waarop moet
aangestuurd, het beginsel, dat moet gerea
liseerd. Op dion weg nu deed dit ontwerp
een zeer bescheiden stap, cn tegen dat be
ginsel ging do felle tegenstand.
Dat bcginBol nu is eon der hoofdbegin
selen van hot algemeen beleid, dat dit Ka
binet bij zijn optreden als het zijne heeft
doen kennen. Trouwens, dit beginsel zit
met het Christelijk standpunt zóó ten nauw.
ste saam geweven, dat men er do anti-revo
lutionaire partij meer dan eens eon verwijt
van maakte, dat ze eigenlijk geen staatkun
dige partij in den vollen zin des woords,
maar slechts een school-par tij was.
Dat het bij dit vraagstuk alzoo geen inci
denteel politiek verschil, maar wel terdege
ce® hoofdbeginsel van het Regeeringsbeleid
gold, staat buiten alle kijf vast."
...Zij, die het grondwettig bezwaar moti
veerden, kunnen dit slechts volhouden dcfor
te beweren, dat hier een politiek partij-
wetje was ingediend, om een bepaalde in
richting voor Hooger-Onderwijs er wat bo
venop te helpen. Maar zij, die dit bekrom
pen standpunt beneden zich achten, de zaak
nemen zooals ze is, on dit ontwerp opvatten
als een zeor gematigde en gerechtvaardigde
uitwerking van het algemeen Staatkundig
beginsel van vrijheid van Onderwijs, zij
moeten het beweren, als zou do jongste ont
binding in strijd zijn met de Grondwet, on
verbiddelijk laten vallen.
Men kan zijn voor Onderwijs als tak van
publieke® dienst of voor Onderwijs als een
HO)
„Groote Hemel I Wat vertelt ge toch?"
ifiep Raymond doodclijk verschrikt
Fluisterend vertelde Ooralie met enkele
woorden haar vreeselijk verhaal.
„Wat kunnen we doen om hom te red-
'den?" zeide Gypsy, terwijl haar do tranon
tegen wil en dank in de oogen sprongen en
rij over het geheele lichaam beefde. „Kapi
tein Raymond, ik heb u geholpen om het
liefste wat gij op aarde bezit, voor u te red
den, redt gij nu hem voor mij I"
„Dat zal ikl Waarlijk, dat zal ik. Blijf
hier niet langer staan, we moeten ons haas
ten. Denk eons oven wat er voor ons op het
êpel staat."
Zij snelden de achter do geheime deur ver
borgen trap af, het park door, naar het hek.
„Dus Eleonora Desmond leeft Eleonora
Desmond is niet dood," herhaald© Raymond
onder het voorwaarts snellen. „Hot was dus
niet haar geest-, maar zijzelf, in levenden lij
ve, di© wij ia 'do oudo gang zagen. Dan was
tij het ook, die ik langs het strand en de
Doodenbaai achtervolgd heb, tot aan de
herberg „De Vier Winden". Naar alle waar
schijnlijkheid is zij daar nog."
„O, laten wij daarheen gaan!" smeekte
Ooralie. „Raymond, zij is mijn moeder en
*k ik heb daar nooit en nimmer :ets van
vermoed. Ik was dus dat kind, dat gedoopt
werd dien nacht van haar spoorloos ver
dwijnen. O, kom, kom! Wij moeten haar
.vindon; het leven van dien man moet ge
red worden 1"
Snel liepen zij voort, geen licht was er
in het kasteel te zien, geen levend wezen
was te bespeuren. Even buiten het hek
stond een rijtuig gereed. Gypsy Darko
sprong er liet eerst in. Raymond hielp Co-
ral io instijgen.
„Rijd zoo snel ge kunt naar de herberg,
Vamey 1" riep hij tot den man op den bok.
Onder het rijden vertelde Coarlie uitvoe
riger allee omtrent haar verblijf op „De
Rust."
„Ik ben overtuigd," zoo eindigde zij,
„dat kolonel Desmond mij in Europa in
een of ander groot krankzinnigengesticht
wilde opsluiten. Roberts, die heilig aan
mijn krankzinnigheid bleef geloowen, niet
tegenstaande ik haar op mijn knieën ge
smeekt heb niet te twijfelen aan wat ik
haar verteldo, heeft zich zoo iets loten ont
vallen. Eén ding is mij oahter oen raadsel
en dat is, waar mijn oude kwelduivel juf
frouw Vann gebleven ds. Waarom is zij niet
met mijn oppassing e® verzorging belast ge
worden?"
Raymond vertelde haar nu op zijn beurt
van zijn bezoek bij dr. Dene en wat hij daar
van juffrouw Yann geoion had.
Coralie sidderde.
„Is zij waarlijk krankzinnig of zou het
een wraakneming van den dokter zijn?"
mompelde Coralie, „dat zou ik weleons wil
len weten. In ieder geval ben ik vreeselijk
gewroken."
„En nu," zei Raymond, haar tot zich
trekkende, „nu is alle ellende geleden. Ik
ken een ouden predikant, die mijn leeraar
geweest is, toen ik een jongen was. Hij
waoht ons en zal ons huwelijk inzegenen.
Zoodra wij in de herberg geweest zijn,
eigen recht van 8ouvereiniteit in eigea
kring der Yrije Maatschappij. Maar nu dit
laatste beginsel en in 1901 en in 190-1 bij de
verkiezingen heeft gezegevierd, nu de Twee
de Kamer er haar adhaesie aan betuigde,
nu kan men de ontbinding der Eerste Ka-
mer, dio er zich tegen verzette, niet als on
grondwettig brandmerken.
Zoo doet slechts wie ook in de politiok
spijkers op laag water gaat zoeken. Maar
geen van ma® van principieel en grondig
inzicht komt mot zulkb beweringen roet wer
pen in een eerlijk verdiend cn langs wetti
gen weg bereid politiek gerecht-."
De Nieuwe Arnhem*cht Courant vergelijkt
minister Kuyper met Keizer Napo
leon III, die ook zijn gezag op een staats
greep vestigde.
Wel kan van minister Kuyper niet gezegd
worden dat hij den wettelijke® weg heeft
verlaten; de lettor de-r wet stelt hem in 't
gelijk, doch niet minder dan de toenmalige
president der Fransche Republiek, die do
beide takken der volksvertegenwoordiging
met geweld ontbond, handelde hij door de
ontbinding der Eerste Kamer tegen den
geest der wet Het was een gewelddadig in
grijpen, door geen landsbelang, maar uit
sluitend door partijbelang gewild; een re
volutionair breken met de traditie van een
halve eeuw; een miskenning van do taak
■aan onzen Senaat opgedragen en waarvoor
de jongBt© liberale rogeering zioh nog had
gebogenhet scheppen van een precedent,
van een voorbeeld, dat ongetwijfeld to eenL
ger tijd zal worde® nagevolgd.
„Zij die er zich steeds op laten voor
staan do hoeders te zijn van Het Geeag,
hebben dat Gezag verlaagd, vernederd, zoo-
als het door gee® socialisten en anarchiste®
erger kon geschiede®. Zij hebben het voor
ieder duidelijk gémaakt, dat het Gezag be
rust bij den sterkste, bij die partij, welke
over het- grootst aantal stemmen lxsohikt
e® dab deze gerechtigd is elkon tegenstand
tege® haar gezag te breken.
En zooals Louis Napoleon zich beriep op
de 7 millioen stemmen, welke hem allo
schuld kwijtscholden, zoo beroepen zich
thans reeds de ministerieel© organen, en
zal ook do Premier zich beroepen op de
meerderheid van stemmen, welke zioh voor
hom cn zijn staatkunde verklaarde.
Wij begrijpen volkomen, dat ec® blad als
De Nederlander niet door het succes ver
blind on de consequenties doorziende, door
andere® uit deze rogeeringsdaad te trekken,
do beteekenis dor ontbinding tracht te ver
minderen. Doch zij zal niet. kunne® voorko
men, dat men zich te eeniger tijd zal be
roepen op het voorbeeld, door deze Rogee
ring gegevc® voor do boworing, dat men ge
rechtigd is den wettigen tegenstand van de
organen van het Gezag te breken, zoodra
deze ec® vermeend landsbelang, of wel den
wil dor sterkste partij in don weg staan.
De leider dor anti-revolutionairen heeft
aan do rovolutionairen den weg gewezen en
men kan er van verzekerd zijn, dat de los
niet tevergeefs zal blijken."
Als meer nabijliggend gevolg ziet schr.
versterking van het katholieke en oonsorva-
tief-cloricale element in den Senaat.
„Ongetwijfeld zal moer da® één onzer
partijgenooten, dio destijds (1883'91)de sa
menwerking als een nadeel en erger qualifi-
cecrde, zich nu er over verheugen, dat het
zóó on niet andere geloopen ie 1"
Dus schrijft Tiet Centrum in het No. va®
5 Aug., naar aanleiding van do verkiezing
voor de Eerste Kamer, waarbij do liberale
aftredende leden va® Zuid-Holland „óón
voor één werden weggokegold."
Inderdaad bestaat er voor de partijgenoot,
ten van het r.-k. blad alle rede® zioh to
verheugen. Afgezien toch van den uitslag
in Overijscl, beschikken zij thans reeds i®
do nieuwe Kamer over 17 stemmen, tegen
de antir. 10 en de chr.-hist. 2, wat wil zeg
gen, dat zij i® de coalitie do overwegende
meerderheid hebben, nl. 17 tegen 12 voor de
protestantscho groepen.
In de Tweed o Kamer is de verhouding
iets minder gunstig, nl. 25 tegen 23 antirov.
en 10 chr.-hist.toch is ook dóór hun in
vloed op de stemming voldoende om dc Re
geering te dwingen hun ter wille to zijn.
Men kan dus gerust zeggen, dat de r.-k.
gaan wij daarheen."
Nog eer hij uitgesproken had, hield het
rijtuig bij „De Vier Winden" stil.
„We zijn er 1" riep Gypsy. Zij sprong
uit en begon op do oude deur te beukon nog
eer de anderen het rijtuig verlaten hadden
Zooals Raymond wel voorzie® had, deed
niemand open. De herberg zag or weder
oven eenzaam en verlaten uit als dien
nacht, toen hij de geestverschijning der
waarts achtervolgde.
„Als Eloonora Desmond hier is", riep
Gypsy, „dan zal ik haar vinden, al' moest
ik het dak boven groot jee hoofd naar be
neden halen. U zegt dat hot reeds een paar
weken geleden is, 6edort u haar hierheem
gevolgd zijt, kapitein Raymond? Ik ben
benieuwd of het oude, slechte wijf niet
sa-n kolonel Desmond verteld heeft, welken
vogel zij in haar nob gekregen heeft."
Het gelukte Raymond het luik van de
oude, verlaten gelagkamer open te krijgen.
Hij koek naar binnen, alles was duister.
„Grootje en de kolonel rijn vuur e®
vlam; daar is haar kleinzoon schuld van.
Zij zal niet meer in zijn kaarten spelen,
dat kan ik u verzekeren. Ik denk, dat het
het beste zal zijn, wanneer een va® ons,
juffrouw Darke bijvoorbeeld, het eens aa®
de achterzijde gaat probeeren, daar bier
onze pogingen toch tevergeefs rijn."
„Dat doe ik", zei Gypsy. „Goede Hemel,
wat verliezen we een tijd. Waar kan die
oude tooverheks toch zitten?"
Zij snelde naar den achterkant van höt
huis, beukte, hamerde en sloeg ook daar
tegen deur e® venster, alles tevergeefs.
„We moeten het raam van de gelagkamer
stukslaan en daar door klimmen," zei Gyp
sy tot Raymond. „Het slaat daar reeds
staatspartij in de coalitie de sterkste stel
ling inneemt c® do andere groepen be
heers oht.
De beteekenis van dit feit wordt te
grootar, als men bedenkt, dat do hoofd
macht der r.-k. partij in de beide Kamers
is gorecruteerd uit het meest conservatieve"
deel der bevolking. Wordt in de Tweede
Kamer door de heoren Aalberse, Passtoors,
Nolena, nog een kleine vooruitstrevende
voorhoede gevormd, deze is tooh niet bij
machte eventueel zelfstandig op te treden
j en zal zioh bij alle belangrijke beslissingen
moeten voegen naar de oonvervabiove hoofd
macht; in de Eerste evenwol wordt zelfs dio
voorhoede gemist e® de mindei reactionai
re elementen, als de heere® Waterschoot v.
d. Gracht, von Fisenne, Sassen, zij er niet
opgewassen tegen de overgroot© meerder,
beid der v. d. Bieeon, v. Lamswcerde, Ree
kers."
Schr. had nieuw bloed, gee® overdreven
weelde in den Senaat geacht, maar had lie
ver ander bloed gewenscht. En wat het
aanzie®, het peil betreft, voor een college,
waarin een v d. Bieson hot hoogste woord
voert en geduld wordt, behoeft men geen te
hooge eischen te stelle®.
„Trouwens veel wordt voortaan ook niet
va® deze Kamer verlangd. Al wat de meer
derheid heeft te doen is volgens Patrimo
nium het werk der Regeering goed te kou-
ren. Iets anders wordt niet van haar ver
wacht. De taak, het nieuwe lid mr. VaD
Houten te staan, zal zij toch moeten over
laten aan don Premier, wien dit beter is
toevertrouwd.
Dr. Kuyper heeft het zaad van gods
diensthaat en revolutie met ruimo hand uit
gezaaid. Welke de oogst zal rijn, dat lee-
ron de oomraune en do strijd tegen do con
gregaties in Frankrijk."
De Residentiebode ie, naar aa®loiding
van het bericht over het uur extra
theorie, dat gedurende 14 dagen aan
officieren, kader en minderen cener ge
heele compagnie van het regiment gre
nadiers on jagers is opgelegd, op
kondöchap uitgegaan on moldt nu nador:
„Reeds tijdens de vroegere korpscom-
mandant het bevel voerde, kwam bij de
hooge militaire autoriteit klacht op klacht
in over het niet-nakomen dor verplichtin
gen in bet openbaar cn op waoht, en ai-
doende maatregelen worden einds lang be
raamd, daar straf op etraf niet hielp en
eolfs iTware straifon zonder uitwerking
bleven.
De tegenwoordige commandant wilde de
zaak ernstig aanpakken on zon van meet af
op maatregelen. Hij begon met d© offioie-
ren bij elkaar te roepon en hen op het on
houdbare van den toestand te wijzen. Hij
meende, dat hot eerst© middel om daartoe
te gerake® weczen zou, kader en mansohap-
pen tot verhoogd plichtbesef op te wekken
en riep daartoe aller meden vork in g in.
Een maand word toegezien, maar er kwam
geen verbetering. Do korpsooinmandant
riep toen do subalterno offioieron bijeen,
bracht hun hot gevaar van don toestand
onder oogen en gaf hun nogmaals oe®
maand, dus tot 1 Juli, gelegenheid om
verbetering in die® geest te brengen, zon
der dat hij forsahor ingreep da® streng
blijven straffen. Hun word echter tevens er
op gewezen, dat, bijaldien or na 1 Juli
geen verbetering kwam, behalve de straf,
aan de «huldigen opgelegd, zou worden
overgegaan tot het opleggen van een uur
oxtra-thoorie aan de compagnie, waarbij
dio schuldigen zouden worden aangetrof
fen. Het doel, met deze® maatregel be
oogd, wee eerstens de kennis van hun
plichten boter aan de soldaten in te
scherpen en hen meer va® den geest van
orde en tuoht te doordringen.
Voorts was het doel, een solidariteitsge
voel bij een geheele compagnio op te wek
ken, zoodat, als het vergrijp, door onkelen
gepleegd, op allen drukken ging, allen ook
zouden meewerken, tegen herhaling van hot
vergrijp op te komen.
De feiten, dio gepleegd werden, zijn in
derdaad niet slechts van mdlitair stand
punt, maar ook in het oog va® don burger
ergerlijk to noemen. Hot kwam toch her
haaldelijk voor, dat schildwachten hun
middernacht. Als we dien man, daar to
Hampton neg willen redden, dan hebben
we geen oogonblik te verliezen."
„Dat is co® goed plan," antwoordde hij
on op hetzelfde oogenblik vielen do ruiten
kletterend op den grond.
„Ik zal do deur -voor u opendoen I" riep
Gypsy, als een kat naar binnen klauterend.
Even later hoorden zij don zwaren ket
ting losmaken, den grondel wegschuiven en
stonden alle® binnen de muren der oude
herberg.
Het geraas van een en ander weergalmde
door de leege vertrekken. Het gestamp van
kruldran deed zich hooren, het schijnsel
coner kaars viel door do reet eenor deur en
aa® het einde der gang verscheen plotseling
de gebogen gestalte van grootje Darke.
„Wat is daar te doen?" krijBchte zij
„Wie is daar?"
„Ik ben het, Gypsy," antwoordde deze.
XLIII.
Gypsy!" riep grootje Darke, de kaars
vlak voor het gelaat van het meisje houden
de. „Waarachtig, het is aoo 1 Dus zijt ge
hier eindelijk uit eigen, vrije beweging te
ruggekomen 1"
„Ja," antwoordde Gypsy, „en ik heb een
paar vrienden medegebracht ook. Hier zijn
ze."
Grootjes gelaat betrok, toen zij Raymond
gewaarwerd.
„Ha! die man van de wet, dio douanen-
kapitein. Hé 1 De mooie dame van Des
mond ook God zegen e haar 1 Wat moet
dat beduiden? Wilt ge eens maken, dat ge
allo drie wegkomt I Dc wil u niet in mijn
huis hebben."
poet verlieten, bij hun post in het gras
gingen liggen, bun schilderhuis bevuilden,
meermalen in gesprek worden bevonden
met zekere vrouwen on dat zij zich op do
stoepen der paleizen rustig te slapen leg
de®. Ja, het is zelfs geschied, dat de ge
heele waoht mot het kador slapende werd
gevonden, niet omdat er, zooals na ernstig
onderzeek bleek, reden bestond tot ver-
mooidheid, maar eenvoudig uit gebrek aoq.
plichtbesef.
De conclusie ligt voor de hand, dat ka-
dor on minderen van afdceJingen, waar zoo
iets herhaaldelijk voorkomt, het bewijs lo- i
voren, hun verplichtingen niet te kennen
en dringend behoeft© hebben aan ecuiigo
uron extra-theorie.
Vandaar is men gekomen tot den, door
de hoogere Voiding toegepasten strafmaat-
regel.
Op een onzerzijds gestolde vraag bleek,
dat er allerminst van voorbedachtheid of
willekeur bij do keuze der oompognie spra
ke kan wezen, maar dat, na horhoaldo
waarschuwingen aaD alle®, toen b^si'otoo
was toe to tasten, de eerste compagnio
voor straftheorio word aangewezen, waar
bij zioh weer een ernstig vergrijp tegen
de tuoht had voorgedaan.
Na doze toelichting gelooven wij, dat do
afkeurondo uitlatingen, in sommige bladen
ovor dezen maatregel opgenomen, zaohtst
genomen aan onbekendheid met do waro
toedracht der zaak moeten geweten wor
den.
Ook onze rechterlijke macht, eek rij ft het
Weekblad v. h. Rechtis niet blind goble-
ven voor de bezwaren, aan do korte
vrijheidsstraffen noodwendig ver-
bondon. Natuurlijk loont niet ieder ooile
ge dit ovon duidelijk, maar in de recht
spraak ton onzent zijn do bcwijzon van dit
inzioht toch gemakkelijk te vindon. Vooral
het gerechtshof to Leeuwarden is vast)
overtuigd va® do nadeolon, aan al die
kortdurende straffen noodwendig verbon
den, on toont dit door in do gevallen die
daarvoor in aanmerking kunnen komen,
do in den eersten aanleg opgelegde geld
boete tc veranderen in een, voor zoover
na te gaan is, passende geldboete met zoo
hoog mogelijke vervangende hechtenis.
Hot dool van dit laatst© is natuurlijk om
te voorkomen, dat toch ten slotte door
nict-betaling van geldboete weer vrijheid
straf moot worden ondergaan.
Wordt dit dool bereikt? Uit ons welwil
lend vorsbrekto gegeven blijkt, dat van de
60 gevallen, waarin gedurende do laatste
vior jaren hot Hof do opgelegde gevange
nisstraf in geldboete voranctarde, slechts
in tweo do vervangende hechten is werd on
dergaan, in één geval het recht tot ten
uitvoerlegging der straf door verjaring
is to-niet-gegaan, terwijl in dc overige 63
gevallen do geldboete word betaald.
Deze uitkomst mag inderdaad een ge
lukkige hecten. Jammer genoeg, zoo voegt
onze berichtgever or bij, laat liet Wetb. v.
Stria.fr. in slechte zeer beperkte mate op
legging va® gold boete toe cn oefent ook
d© regeling van do suhsidiairo hechtenis
in art 23 Sw. een belemmerenden invloed.
Bekend ie het borioH van Het (omtrent
d© plannon dozer Rogeoring goed ingolioh-
to) Centrum, dat de Minister van Finan
ciën vooru<imens zou zijn in do behoefte
aan versterking van 's Rijks
6ohatkist te voorzien door verhoo
ging van den a o c ij n s op het gedis
tilleerd en hot heffen van o p c o n-
t e n van b o dr ij f s- en vormogensbo-
la a t i n g.
De Nieuwe Arnhemsche Courant kan heb
echter niet aanvaarden en wacht nadero
bevestiging af.
„Ten vorigon jarc, bij do indiening dor
begrooting, verrees do Minister voor do vor
sterking der Middeloa naar de voorgenomen
tariefsherziening, welke thans is ingediend
c® waarvan een meerdere bate van bijna 10
millioen gulden wordt verwacht. Is nu,
boven deze tien millioen, nog versterking
van nood©; heeft do Minister l'eeron twijfe
len aan de juistheid zijnor berekening wat
d© meerdere opbrongBt betreft; of vreest
—gwin wiiTHM li1 wjkwi 'A'rrriZ'ïz-t-.-'canam
Dreigend hief zij do kruk op,
„Dat helpt u allemaal niets," antwoord
de Gypsy. „We zijn binnen on denken nog
niet aan heengaan. Go hebt een gast, groot
je, en dio moeten wo zien. Kom vooruit,
kapitein Raymond, zo ie hier, daar ben ik
zeker van. Volg mij maar."
Grootje begon luidkeels te schreeuwen.
„Terug! Torug 1 Ge zult haar niet zien.
Wie heeft u hierheen gezonden om haar te
halen Blaokweü Desmond Hij zal haar
nooit, nooit weer zien. Mijn arme damo,
arme damo, vlucht, vlucht! Ze komen u ha
len I Vlucht 1"
Grootje stevig vasthoudend, wierp Gyp
sy eon dour open. Coralio on Raymond tra
don hot vertrek in. Daar. dicht bij het
vuur, zat ec® in het zwart geklcode vrouw,
met marmerbleek gelaat, het zeldzaam lan
ge, gitzwarte haar loshangend. Zij zat met
de handon om do knieën geslagen, juist
zooals Ooralie haar het laatst in dc hut in
bot lx>sch gezien had.
„Do geestverschijning dor oude, verval
len gangl" mompelde Raymond,
„Het Bp ook van de Doodenbaai I" fluis
terde Gypsy.
Mot een kroot van onuitsprekelijke liefde
snelde de erfgename op de arme krankzin
nige toe en knielde aan haar schoot neder.
„Moeder 1 Mijn Moeder!" snikte rij, de
armen orn haar taais slaande. „Mijn oigc®
moedor 1"
(Wordt vervolgd.)