om den hals, waar hij veilig is voor diereu,
die op den 1 eiziger loeren als de vos op de
hazen. Zoek *--n Koetsier tut, die met goede
paarden reist en die in zijn diligence geen
lieden meeneemt, die met hem onder één
deken slapen, om de re:zigers uit te schud
den. De koetsier moet ook nuchter zijn,
opdat hem niets overkome, of dat hij zelfs
den healen wagen ni©t ten onderste boven
am ij te... Neetm op reis mede wat gij noodig
hebt: een kam, een borstel, een stuk spie
gelglas, een regenscherm, een stok en ette
lijke pilletjes uit de drogisterijen, want
men kan ruiet weten, of men niet vergiftigd
wordt, om gemakkelijker beroofd te wor
den... Neem ook een gebedenboek mee, want
het is een nuttig em goed ding te bidden
wanneer men niet slapen kan, of een buur
man u imet grove woorden plaagt.
...Wees vriendelijk met de reizigers, maar
vertrouw ze niet en Laat geen geld zien,
opdat gij niet hun begeerte opwekt.... Be
loof den koetsier een goed drinkgeld, wan
neer hij u aan een onderdak brengt ,waar
gij zekér ziji in den slaap niet overvalllen
te worden. Spreek vriendelijk met uw
medereizigers, maar schimp nooit op een
land, waar gij door reist. Wees ook
vriendelijk met den kastelein -en spaar uw
duiten niet voor de bediening, opdat die
vlug en goed zij.
Wanneer gij omgaat door de stad, laat
de kroegen links liggen, eveneens comedi-
anten en studenten, en ga ook dichters en
schrijvers uit den weg, want 'de een is voor
reizigers al gevaarlijker dan de ander..."
Zenuwachtige reizigers.
Zoo wordt gepraat en gedacht over en
aan vacantie, het opwekkend verblijf voor
zieken en gezonden aan zee of in bosch, uit
stapjes en raadgevingen. Wij willen nog
j even doorpraten
Allereerst moet de aandacht gevestigd
worden op een Fransch bedenksel om het
zenuwachtigen reizigers ohderweg met uit
en instappen gemakkelijk te maken. Het
denkbeeld is uitgegaan van den ingenieur
Edouard Gros, die er een brochure aan
- wijdde. Hij had opgemerkt, wat zoo'n
kunst- niet is dat de spoorwegen mot hun
steeds omvattender en ingewikkelder dien
sten voor een deel schuld zijn aan de be
kende agitatie, waaraan zooveel reizigers
lijden. Aan die spoorzenuwacktigheid is
^het toe te schrijven, meent hij, dat zooveel
reizende menschen, die op tusschenstations
even zijn uitgestapt, verbijsterd heen en
weer loopen en hun ooupé niet temg kun
nen vinden. Angstig vliegen ze -nan wagen
naar wagen en als het niet gebeurt, dat
ten laatste do trein voor hun neus weg
rijdt, komen zij dikwijls in een verkeerden
coupé terecht.
Dit alles is niet noodig, beweort Gros,
als men maar lette op het cijfc-, dat elke
wagen, zoowel in- ais uitwendig, draagt.
Maar omdat er nu eenmaal geen enkele
reiziger is, die er op let, beveelt Gros aan
op verschillende plaatsen binnen en bui
ten de coupés sprekende bordjes te hangen,
waarop een dier, een bloem, een meisjes
kopje, enz., enz. is geschilderd. Gros meent,
dat de reizigers gemakkelijker het blonde
meisjeskopje, den gouden adelaar, de rijpe
perzik in zich zullen opnemen en ónthou-
den, dan wagennummer 2328 of 1487.
Op de Parijsohe Westerspoorwegen is het
plan reeds tot uitvoering gebraoht. Maa*
de Maatschappij heeft er tevens wat geld
uit weten te kloppen en de herinnerings-
bordjes voor zenuwachtige reizigers op
handige wijze voor reclamedoeleinden we
ten aan te wenden.
Inkomsteo van Engelscbe juristen.
Nergens ie de rechtswetenschap zoo'n
rijke bron van inkomsten als in Engeland.
Heeds de eenvoudige barrister brengt het,
als hij maar goede relaties heeft, tot een
i.rnk inkomen; aU hij later de hoogste
sport bereikt heeft, ziet hij daarop medelij
dend neer. Eenag licht werpt op het inko
men van Engelsche juristen een biographie
ran den beroemden advocaat lord Russel.
In 1859 bracht zijn praktijk hem slechts
2340 mark (wij geven allee maar in marken,
zooals een Duitsch blad het doet), in 1862
steeg het tot 20,320 mark, en tien jaar
later tot 10S,000 mark; in 187S klom het tot
222,040, in 1893 tot 450,340 mark. Het hoog
ste honorarium voor téén proces kreeg in
1871 lord Selbourne, nl. 300,000 mark. Zijn
jaa-rlijkeche praktijk bracht hem 600,000
mark op.
Honoraria van 100,000 mark voor een
enkel proces zijn geen uitzondering.
Ook de rechterlijke carrière brengt in
Engeland heel wat op. Maar de rechters
komen meestal uit den stand der barristers
voort en het is wel is waar een hooge eer,
rechter te worden, maar de benoemde ge
noot meestal als advocaat meer salaris. De
hoogste rechterlijke ambtenaar, de Lord
Chancellor, trekt een inkomen van 200,000
mark. Zijn pensioen bedraagt 100,000 mark.
Men meent dikwijls ten onrechte, dat de
Lord Chancellor, wiens positie de hoogste
in het land is, ook de beat betaalde staats
ambtenaar is. Maar dit is niet het geval.
De procureur-generaal bij het hoogste
rechtscollege krijgt meer. Zijn salaris be
draagt wel is waar slechts 140,000 mark,
maar de procureurs-generaal hebben te
vens emolumenten, die in 1903 voor den
procureur-generaal van het hoogste rechts
college 258,420 mark bedroegen.
Hoe de Paus zijo dag doorbrengt.
Dc Paus is zeer matineus. Als de adju
tants (kamerdienaar), de jonge Silli, des
morgens omstreeks vijf uren de kamer des
Pausen betreedt, is Z. H. meestentijds reeds
op. Zoodra Z. H. op is, leest hij het brevier.
Na zes uren draagt de Paus de H. M.is op
in het kleine kapelletje, daags na zijn ver
kiezing voor hem ingericht. Na de Mis
woont de Paus steeds een Mis van dankzeg
ging bij. Vervolgens neemt hij zijn eerste
ontbijt, bestaande in een kop koffie.
De morgen gaat snel voorbij. Als 'de hit
te niet te erg is, gaat de Paus steeds een
wandeling door den tuin doen, in gezel
schap van den geheim-kamerheer. Nooit
laat de Paus na een bezoek te brengen aan
de grot van Onze Lieve Vrouw van Lo lin
des, om daar te bidden. De wandeling
duurt nooit langer 'dan een uur. In zijn ka
binet waoht dan de correspondentie van den
dag, die steeds zeer omvangrijk is en die
de Paus zelf naziet. Daarna ontvangt hij
'de rapporten van de H. Congregaties en
spreekt over al deze zeer belangrijke en in
gewikkelde kwesties zijn helder oordeel uit.
Vervolgens komt de beurt aan Z. Em. kar
dinaal Merry dol Val, den Staatssecretaris,
mot wien de Paus zich onderhoudt over de
betrekkingen met de vreemde regeeringen.
Daarna komen de verschillende audiënties.
Een weinig na den middag dineert de
Paus; het is een zeer sober maal. Na den
maaltijd neemt de Paus een uurtje rust in
zijn slaapkamer; daarna het bidden van
het brevier en verdere bezigheden. Om zes
uren des avonds maakt de Paus een wande
ling door de galerijen der geographische
kaarten, vergezeld van den jeugdigen Ve-
netiaanschen priester Pesoini. Na de wan
deling hervat de Paus zijn werkzaamheden.
Om negen uren neemt de Paus zijn avond
maal en bidt het laatste gedeelte van zijn
brevier. Soms leest Z. H. nog een of ander
blad en Ingeeft zich daarna ter ruste, maar
nooit later dan halfelf.
DE VLIEGEN.
De vliegen komen met don zomer: moeten
wij ze verwensoben, zooals wij dit zoo gaar
ne doen 1 Moeten wij niet, integendeel,
haar dank heeften voor de diensten, die zij
ons bewijzen i
„Diensten van de vliegen 1" roepen ons
ongeloovigen hoofdschuddend toe. Luistert 1
De algemeen aangenomen opinie omtrent
de vliegen is, dat die insecten een van die
plagen des Hemels uitmaken, waartegen
het onmogelijk is afdoende strijd te voeren,
wat men ook mogo doen.
Wanneer zij onze schilderijen en alles,
wat tot opluistering dient in onze huizen,
bevuilen, wanneer ze in de melk terecht
komen, of met Baar vervelend gegons en
haar onophoudelijk steken ons beletten te
I slapen, danken wij het lot, dat de koude
I ons bevrijdt van dien vijand, die ons den
I geheelen tijd komt plagen. Men vraagt
1 zich ai waartoe dat insect dient, zoo niet
om ons te verbitteren. Welnu, de vlieg,
zoo lastig zij moge zijn, heeft, evenals
j alles, wat hier op aarde leeft, een zending
te vervullen, en een zeer belangrijke zen
ding, die haar de hardnekkige aanvallen
doet vergeven, waarvan wij van haar kant
hot voorwerp zijn.
Bekijkt met aandacht een vlieg, die komt
uitrusten, na gedurende eenigen tijd rond
gevlogen te hebben; gij zult haar een
reeks bewegingen zien maken, welke u
zullen herinneren aan die der katten bij
het maken van haar toilet, of van den
vogel, die zijn vee ren glanst. Eerst zijn
het de achterpootjes, die tegen elkaar wor
den aangewreven; vervolgens strijkt elk
van die pootjes langs een vleugeltje; daar
na is het de beurt aan de voorpootjes;
ten slotte zult gij het snuitje langs do
pootjes zien gaan en over de lichaams-
dealen, die het kan bereiken.
Geschiedt deze handeling alleen uit een
oogpunt van zindelijkheid 1 Men heeft dit
tot dusverre gemeend; maar de heer Emer
son, een Engelech scheikundige, heeft kort
geleden aangetoond, dat zulks geheel on
waar was. Door een vlieg, welke hij go-
vangen had, te plaatsen onder een micros-
ooop, ontwaarde hij, dat zij was bedekt met
ongelooflijk kleine luizen; hij herhaalde
zijn proefneming op andere vliegen en con
stateerde, dat hetzelfde het geval was bij
andere.
Hij merkte vervolgens op, dat die in
secten met haar snuitje langs haar lichaam
gingen, daar, waar luizen zich bevonden,
en dat de verschillende bewegingen van de
pootjes, waarover we gesproken hebben,
geen ander doel hadden dan die diertjes
op één punt te verzamelen, om daarvan
zoo mogelijk één hapje te maken. De heer
Emerson meende aanvankelijk, dat het
haar jongen waren, welke de vliegen ver
slonden, want het is bekend, dat zij haar
kroost aan haar lichaam droegen; dc^ch
nieuwe proefnemingen deden hem spoedig
inzien, dat hij dwaalde.
Hij legde te dien einde onder een mi
croscoop een wit stuk papier, waarop twee
vliegjes, die druk bezig schenen te zijn iets
te verorberen; hij constateerde op het pa
pier de aanwezigheid van dezelfde luizen
Daarop veegde hij het papier af en legde
dit op een plek, waar geen enkele vlieg
kon komen; na verloop van zekeren tijd
legde hij het papier weder onder den mi
croscoop en zag met verbazing, dat bet
bedekt was met luizen. Het waren dus niet
haar jongen, welke de vliegen opaten; maar
het waren diertjes, welke in de ruimte
zweefden en die adoh vastklampten aan
baar vleugeltjes, aan haar pootjes,
aan haar lichaam. Zijn de vliegen
eenmaal voldoende beladen mot dien
levenden voorraad, dan trekken zij
Each terug in een stil hoekje om haar maal
te doen.
De navorscher herhaalde zijn proefne
mingen op een groot aantal punten. Op
de smerige plekken, waar de lucht bedor
ven was, constateerde hij, dat myriaden
van vliegen, die elkaar verdrongen, letter
lijk waren overdekt met diertjes. Dus waar
het bederf bestond, leefden eveneens de
vliegen, die jacht op de gevaarlijke diertjes
maakten. Daar, waar zindelijkheid de
overhand had, ontwaarde men geen dier
tjes en do vliegen waren er zeldzaam en
uitgehongerd.
Zoo kwam de heer Emerson tot hot besluit
<lat de vliegen in deze wereld een andere
zending hebben dan die om ons te plagen.
Door dezo interessante onderzoekingen
heeft deze waarnemer in het lioht gesteld een
nieuwe schakel van de keten, die in de leven
de natuur bestaat. Deze microscopische
lichamen dienen tot voedsel van de vlieg,
deze aan de spin, de spin aan den vogel,
de vogel aan de viervoetige dieren of aan
den mensch.
De levende diertjes hebben van bun kant
behoeften. Hoe voeden zij zich Vervullen zij
tegenover andere onzichtbare diertjes dezelf-