LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAC 6 AUGUSTUS. - VIERDE BLAD.
Stel a in eens anders plaats!
No. 13636
Anno 1904
Er ia veeJ leed in do wereld, waartegen
.Wij, menschen, eigenlijk niets kunnen doen
en da/fc wij als iete noodwendigs hebben te
aanvaarden, het beat nog met de gedachte,
idat het ons wellicht tot een, zij betook ver
borgen, zegen kan zijn.
Er ie veel strijd in het leven, waaraan
wij nu eenmaal niet kunnen ontkomen en
idien wij hebben te voeren, zoo goed moge
lijk toegerust-, en als het kan, in het ver
trouwen, dat door dien strijd onze krach
ten zullen worden gestaald en de moed
tal worden levendig gehouden.
Maar er is ook veel leed en strijd, veel
^ast en onaangenaamheid, welke wij ons
zelf en elkander berokkenen en welke
wordt geboren uit misverstand en vooroor
'deel, uit elkander niet begrijpen.
En dat is zeer jammer. Het leven is op
zichzelf al kort, en zeer kort is het leven,
dat wij met deze of gene menschen meele
den.
En dan zullen wij dien korten tijd nog
Veronaangenamen, vergallen misschien,
eenvoudig omdat we elkander niet er
st aan
Mij dunkt, dat mag niet.
En daar is wel iete aan te doen om het
fenders te maken.
Wij kunnen onze medemonschen, met wie
we omgaan, verkeeren, samenwerken, strij
den, leeren verstaan, begrijpen en, zoo
noodig vergeven. Wij hebben a aar toe
allen het vermogen in deze eigenschap van
den menscholijken geest, die men .verbeel
ding" pleegt te noemen, on die we kunnen
Ontwikkelen en verfijnen.
Lezende een reisbeschrijving, hooreade
een verhaal, kunnen wij ons in de geseh.'l
derde toestanden verplaatsen en begrijpen,
*- doorleven voor een groot deel wat zij heb
ben doorleefd, die in werkelijkheid met die
toestanden kennis maakten.
Doch veel boter dan wij, die in do vlakte
."wonen, ons een voorstelling kunnen ver
fiien van een bergland, kunnen wij ons ver
plaatsen in den toestand van een of meer
onzer modemenschen, want hoe verschil
lend menschenlevens mogen zijn, de tegen
^telling tueeahen eon vlakte en een berg
land blij ft nog altijd grooter.
Daarom moeten wij vóór wij een oordeel
(uitsproken over onze modernenschenons
.trachten te stellen in hun plaats.
Er zijn rijke mensahen, beschaafd en wél
|>pgevoed, dio gewoon zijn zeer hard to oor-
deelen over hun arme medemenschon.
Die menschen, zoo redeneeren sommigen
hunner, verteren hun geld roekeloos, wil
len van sparen noch overleggen weten, zijn
(ondankbaar voor weldaden; zalf ruw en on-
I beschaafd, voeden ze hun dikwijls overtal-
xijk kroost slecht op, en zoo blijft hun be-
J«ooid geslacht bestaan.
Waar zou ik moeten eindigen, wilde ik
het zondenregister aflezen, dat men in
poogere 6tanden soms opmaakt over dc la
ger© standen?
Ik zooi de rijken, die zoo redeneoren over
armen en daardoor de laatsten noodeloos
ïrorbitboren en zichzelven er bij, willen toe
roepen: „Stelt u eens in de plaats van die
(armen 1 Denkt, wanneer gij uw tafel heer
lik gedokt vindt, mot keur van Bpijzen,
eens aan den enkelen omamakelij ken scho
tel, waaraan zij zich moeten te goed doen 1
Vergelijkt gij, die maar hebt te nemen uit
ien steeds gevulde kas, uw inkomsten eens
iöct de kleine vlottende verdiensten van
iulk een gezin I Denkt eens, gij, die vele
jaren verschillende scholen hebt bezocht,
hoe weinig aan de verstandelijke en zedelij
ke vorming dier armen is gedaanEn ik
Weet: uw hard oordeel zal zeker verzacht
FEUILLETON.
De erfgename van Desmond.
99j
,,Ziekl Ziek, cn zonder dat ik dit wist?
Zi k cn ik mag haar niet zien? Roberts,
mijn goede Roberts, dit kunt gij niet moe-1
nen
.vaarlijk, mijnheer, het is zoo, het gaat
mij waarlijk aan het hart als ik u aanzie.
Gij zelf hebt haar in dei© ellende gebracht,
r.u lijdt u cr zelf ook onder. Ik beklaag u
cv. nzeer als haar; en ik zeg, \ia4 het een
treurig toeval is geweest, dat u en haar
sr n heeft gebracht."
Ik beschouw het als een toeval, waar-
v ik mijn leven lang de Voorzienigheid
d-3 :;baar zal blijven, Roberts. Gij behoeft
mij niet langer te beklagen eedert ik laar
g inden heb, mijn eigen lieveling, mijn
ariM, vervolgd, gemarteld meisje. Roberts,
ik moet haar zien, kan het niet openlijk,
dan in het geheim, en gij mort mij hierin
helpen."
in mogelijk," riep Roberts verschrikt
uit. „Gij weet niet wat gij vraagt, kapitein
Raymond. Niemand mag haar zien en gij
minder dan iemand anders. Gij moet weg
gaan en hier nooit meer terugkomen. In
dien gij (fit niet doe*, dan is bei mijn
plicht om kolonel Deemood te waarschu
wen."
Jn '4^ Itoberfce? Zijt gij ook
tot de vijanden overgegaan f Gij wilt haar
dus ook geen boodschap van mij overbren
gen V'
„O, .mijnheer vraag het mij met," smeek-
vijn, wellicht hebben plaats gemaakt voor
waardeering of medelijden.
Daar zijn armen, die vloeken tegen de
rijken, hen onmeedoogend en hardvochtig
echeldon, hen benijden het uiterlijk geluk
e.i de genietingen, die zij kunnen smaken.
Ik zou hun willen zeggen: „Tracht u eens
in de plaats te stellen dier meergegoeden
en ge zult leeren inzien, dat het geluk
waarlijk niet afhangt alleen van een mooi
en groot huis en van veelvuldig genieten,
maar dat ook die stand zijn beslommerin
gen en tegenspoeden heeft; zijn Lasten en
zorgen, misschien evenveel als in andere
maatschappelijke kringen.
Er zijn werkgovers, die onverbiddelijk
rijn in hun eischen tegenover hun werklie
den en bij de geringste afwijking en het
minst© verzuim hun straf zwaar laten neer
komen; er niet tegen opzien hun broode
loos to maken. Moohton zij, vóór ze over
gaan tot zulk eeu maatregel, zich eens
stellen iu de plaats van den werkman, zich
eens indenken hoe ze zelf zouden zijn, als
ze van het morgenkrieken af tot den avond
toe onafgebroken zouden moeten staan aan
het weefgetouw, met den zwanen hamer of
aan welken zwaren, eentonigen arbeid ook.
Zij zouden niet ieder verzuim straffen
met ontslag en doem boeten met honger.
Maar gij, werklieden, die klagen over
gestrengheid uwer meesters, stelt u weder-
keorig in de plaat© van uw patroon; be
denkt, dat één minuut verzuim eiken dag
reeds twee uren bedraagt voor 120 man, of
700 uren in het jaar, die hij moet betalen
en waarvoor hij niets ontvangt 1 Weet, dat
alleen de ooncurrentio ook hem dwingt
van zijn werklieden krachtsinspanning te
eischen I
Wanneer in menig gezin de kinderen uit
school komen met een klacht over den on
derwijzer of de onderwijzeres, omdat hij of
rij wat streng is geweest bij de toepassing
der tuchtmiddelen, dan wordt er over
uitgevaren, in het bijzijn der kinderen nog
wel, en men gaat den onderwijzer er zijn
ontevredenheid over te kennen geven, om
op die wijze hem de taak moeilijker en
lastiger te maken. Zij zouden het niet
doen, die oudera, als zij zich één oogen-
blik maar in de plaats stelden van den
onderwijzer, die eiken dag weder niet aan
2 of 3, maar aan 30, 40 of 50 beweeglijke
kleinen onderwijs moet geven en orde en
tucht handhaven. Zij zouden rich wel wach
ten hun kinderen te sterken in een verzot
tegen hun leermeester en opvoeder, in wien
het zijn vriond en meerdere zien moet.
En voor de opvoeders der jeugd, oudere,
leeraars, onderwijzers, is heit zoo goed rioh
in de plaats te kunnen stollen van het
kind, met zijn kinderlijk onverstand, rijn
ongedurigen levenslust, die rich moet open
baren op een wijze, een mensoh op rijperen
leeftijd vreemd.
Door rich in te denken in het rioleleven
van het kind, zal" men het leeren begrijpen
en liefhebben on zachtmoedig zijn in rijn
oordeel.
Ja, wie het vermogen mist zich in d©
plaats van het kind t© stellen, ontbreekt d©
gave tot opvoeden.
Daar komt een man thuis uit rijn werk
plaats, zijn kantoor, uit de sooiëteit of
kroeg "misschien, en nu denkt hij thuis de
tafel gedekt to viuden of de koffie gezet en
in plaats daarvan vindt hij zijn vrouw nog
aan het werk, tobbend in d© keukon of op
den zolder, zooals een huismoeder in den
kleinen burger- en werkmansstand dat
moet.
De man is teleurgesteld, heeft een hard
woord op de lippen of spreekt het uit; er
ger nog, hij verlaat weer zijn woning om
elders een gezellig comfort te vinden, tenzij
hij rich poogt te verplaatsen in het leven
te Roberts, „waarlijk, ik kütn het niet doen
het is onmogelijk. Het schijnt hard, maar
het is tot haar eigen welzijn. ZelfB nw
naam mag ik in haar tegenwoordigheid
niet noemen. Waarlijk, kapitein Raymond,
ik ben u niet vijandig. Ik weiger uw
verlangen te voldoen, omdat ik dit beloofd
heb en ik mijn plicht moet doen."
„God, geef mij geduld!" riep hij uit.
„Wat bedoelt die vrouw toch! Plicht? Mijn
waarde stiefvader schijnt altijd handlan
gere te vinden, die hem willen helpen; maar
mij is het duidelijk dat gij ontzettend mis
leid en bedragen wordt en het worktuigrijt
van een schurk .Gij weigert dus mij te hel
pen?"
,,Ik kan het niet doen, waarlijk, ik kkn
niet," ceide rij hoofdschuddend. „Vraag bet
mij niet meer 1"
,Wel, dan zal ik hier geen adem meer
verspillen. Ik dacht in u een bondgenoot
te zullen vinden, maar mijn aartsvijand is
mij vóór geweest, rie ik. Hemolsohe goed
heid, wat is dat?"
Zij stonden tegenover elkander op bet
voetpad. Het zilveren maanlicht maakt© al
les duidelijk zichtbaar. Juist toon Raymond
nog sprak, verscheen er plotseling een ge
daante tusschen de struiken, aohter juf
frouw Roberts en een bleek wezenloos g©-
laat, een gelaat als dat van een doode, staar
de hem aan. Een scherpe kreet weerklonk
door de koude nachtlucht; de vrouwelijke
gestalte strekte de armen uit, en een slanke
in het zwart gekleed figuur, mot loshangend
gitzwart haar, snelde rakelings langs hen
en verwijderde rich in de richting van bet
hek.
„Wie, wat was dat?" riep Roberta.
Hij' wendde rioh snel om
van zijn vrouw, die den heelen langen dag
berig is voor bem en zijn kinderen; kleine
dingen op bet oog, maar dio tooh al haar
tijd en krachten in beslag hebben geno
men.
Ik zou aoovelen huisvaders willen toeroe
pen: „Stelt u in do plaats van uw echt
genoot© en als gij het doot, zult gij niet we
der ontevreden uitgaan, maar thuisblijven
en haar taak helpen verlichten, opdat er
ook voor haar eonige oogenblikken van
rust kunnen overschieten op den langen,
eentonigen werkdag!
Doch ook gij, huismoeders, als gij uw
man na een vermoeiende dagtaak een wei
nig korzelig thuis krijgt, ongezind u aan
te hooren of met de kandoren te spelen,
leert het te begrijpen en te billijken door u
in zijn plaats te stellen 1 Weet dan, dat hij
moe is van den zwaren arbeid, dat hij heeft
te verdragen en te lijden gehad van zijn
mede-arbeiders of van hen, die boven hom
waren gesteld 1
En gij, die rieken en zwakken hebt te
verplegen en te verzorgen, wat ik u bidden
mag; maak er hun geen verwijt van, dat ze
wat al te veel van uw geduld vergen, wat
lastig en onaangenaam zijn I Komt hen met
liefde en zachtmoedigheid te gemoet, door
u te stellen in hun plaats!
Mist gij hot vermogen dit te doen, wordt
voor mijn part alles, waarin gij hi6t hebt,
waar weest geen verpleegster of verpleger
van zieken I
En als wij op onzen levensweg ontmoeten
zondaars en zondaressen, ach, laten wij he a
niet voorbijgaan met een: „Heer, ik dank
u, dat ik niet ben aJs deze!", maar stellen
wij ons in hun plaats en in negentig van
de honderd gevallen zullen wij een hard
oordeel terughouden en met ontferming
over hen bewogen zijn.
Waar zou ik eindigen met het opnoemen
van gevallen, waarbij het ons betaamt en
nuttig en noodig is bij de beoordeel ;ug van
onze medemenschon ons allereerst te stel
len in hun plaats, om de drijfveeren hun
ner daden en daardoor de daden zelf te
leeren begrijpen, t© waardeeren of te vor-
goven
Als wij het maar wat mcor 'deden
Want het is moeilijk! Wie zich waarlijk
in de plaats stelt van een ander, zal niet
zelden lijden, waar hij, dio zich daarmede
niet ophoudt, door het leven gaat met on
gestoorde kalmte. Zijn leven zal offer, on
derwerping, toewijding zijn. Wi«: hoveelt,
zal in dien geest moeten bevolen, wie ge
hoorzaamt, in dien geest moeten gehoorza
men. Kunnen wij het nog niet, dat wij er
ons in oefenenZich stellen in de plaats
van oen ander, daarvoor is noodig een le
vondige verbeelding, een fijn gevoel en
praotisoheu zin
Niemand werden deze gaven aangebo
ren. Men oefent ze in den strijd tegen eigen
ik.
Hot eerste is hier: zichzelf vergeten.
Het tweede is: zichzelf vergeten.
En het dorde is: zichzelf vergeten.
Gemengd Nieuws.
Iedei, dio do Hoorengraoht
alhior passeert en dio niet te veel kijkt naar
de schutting om de brug, die hersteld
wordt, of naar dc flinke hulpbrug, moet hot
opvallen welk een verandering heeft onder
gaan het perceel No. 7, bij den Nieuwen
Rijn, waarin ifl geveetigd „De Bazar."
Dat peroc.l tooh is geheel verbouwd door
den aannemer, don heer J. Th. Bik, naar
het ontwerp van den architect don heer 8.
Snuyf Jr., oiviel ingenieur te Delft.
Zoowel uit- als inwendig ziet het groot©
en welvoorziene magazijn er i-.ooi uit. Be
neden is de ruimte bestemd, voor de afdee-
ling meubelen; op de eerste verdieping is
„Gij hebt het gezien, een groot© vrouw,
in het zwart gekleed. Misschien een d*r
dienstboden.'"
„Ik zag eigenlijk niets meer dan een
schaduw, het was verdwenen eer ik wist wat
er gebenrde. De bedienden zijn allen naar
bed. Hemelsche goedheid, wat oen gil i"
„Dan", zcide Raymond, „is het het Dea-
mondsche spook, de geestverschijning, een
oude bekende van mij. Goeden nacht, Juf
vrouw Roberts. Zij is het hek uitgegaan,
ik ga haar achterna. Ik verlang mijn ken
nismaking met haar te hernieuwen."
Met deze woorden snelde hij weg, juf
vrouw Roberts geheel verbijsterd achterla
tende.
Bij het hek gekomen, keek Raymond den
b re oden straatweg langs. De maan stoad
wolkenloos aan de lucht, hot was bijkans
daghelder. Heel in de vort© zag hij de zwarte
gedaante rioh wegspoeden.
Hij was te voet naar het kasteel geko
men, zoo snel rijn voeten hem dus dragen
kondon, Tonde hij haar achterna. Zijn hart
was met onbestemde vrees en vage vermoe
dens vervuld. Sneller, steeds sneller achter
volgde hij de zich eveneens pijlsnol verwij
derende gedaante.
„Werkelijk I" mompelde hij toen hij, steeds
op haar winnende, dichter en dichter bij
kwam, dit is niet dezelfde gedaante, die ik
laatst in Eleonora's wandeling gezien heb.
Zijn er dan twee geestverschijningen? Help
mij, gij machten der aarde en der lucht, om
dit raadsel op te lossen
Over de eenzame klippen, langs het
geheel verlaten strand, vloog de gedaante
verder mrt gelijke «nelheid door Raymond
achtervolgd. Juist toen hij meende haar
spoedig te rollen hebben ingehaald, ver-
het terrein vooi manufacturen en confectie;
op de tweede étage het gebied voor bedden,
dekens en ledikanten.
Alles is zeer praotiech ingericht en voor
goede belichting bij dag en heldere verlich
ting des avonds zijn doeltreffende maat
regelen genomen. De keuze dei artikelen
is enorm.
Hedenavond heeft, do opening plaats. De
zen avond en are. Maandag wordt ieder be
zoeker eon aardig souvenir aangeboden te
gen invulling cn afgifte van hot bewijs, dat
gisteravond in de advertentie in ons blad
was afgedrukt.
Men w ij stop hetontoe reikend
aantal badkoetsjes, bij do z.g. „Kleine
Heerenbaden" te Schovoningon in gebruik.
Wanneer bet eon bootje dru k loopt, kan
men soms kwartieien-lang staan wachten,
totdat men eindelijk can koetsje krijgt.
En het wachten heeft op dit punt van het
strand niots bijzonder bekoorlijks ten
minste niet voor marman. Voor dames en
meisjes schijnt zulk een bekoring echter wel
te bestaan. Steeds ziet men cr een aantal
op hot bad terrein der hoeren heen en weer
loopen of stilstaande do anatomic dor in of
uit het water gaanden bestudeeren.
Nu kunnen de wachtende heeren den tijd
wel korten, door zich te vermaken met het
gadeslaan dier in hun gedaante en huid
zulk eon belangstelling toooende dames,
straks zullen ook zijzelf in Paradijskoa-
fcuum onder die oogen mooton doorgaan
maar ah hot wat lang duurt, begint ook
dit te vervelen. Zoo heel belangwekkend
zijn deze vrouwen ook niet.
Daarom, wat meer koetsjes, als het kan l
In do Voorzaan te Zaandam
is cecn matroos van de K. N. Marino bij
het zwemmen verdronken. Hij bohoordo tot
de bemanning van een sloop van Hr. Ms.
wachtschip „Wassenaar", waarmede een
zeiltocht naar Zaandam was ondernomen.
Niettegenstaande hij zeer spoedig op het
drogo word gebracht en met kracht alle
kunstmiddelen werden toegepast, mocht het
niet gelukken de levensgeesten weder op te
wokkon.
Hot lijk werd met de sloep mede naar
Amsterdam gevoerd.
Te Leeuwarden waren drie porsonen aan
hot zwemmen in de Greuns, tusschen do
spoorbrug an do Potmargo. Nadat zij een
kwartier te water waren geweest, zouden
ze met hun drieën nog eens naar den over
kant. Eén hunner, de 18-jarigo varver V.
aldaar verstond niet veel van de zwemkunst.
Niettemin werd bock ook door hom de over
tocht in het diepe watei aanvaard.
In hot midden der vaart zakte hij plotse
ling weg, doch hij werd door oen zvner kar-
meradon bij don arm gevat. In zijn angst
klemde de zinkende zich echter aan den
ander vast, waardoor hij dozen zoodanig
in het zwemmen belemmerde, dat deze zeer
zeker met ham in de diepte zou zijn ge
daald, indien hij zich niet uit do omar
ming had loegomaakt.
Ofschoon daarna nog alle pc\gïngen door
het tweetal werden gedaan, om den drenke
ling te redden, mooht hun dit niet geluk-
kon.
Hij werd geruimen tijd late. op don wal
gehaald mot behulp van een roeiboot en
toegesahoten schippers. Door een politie
dienaar werden nog pogingen gedaan om
de levensgeesten op te wokken, doch zonder
resultaat.
De sohietoofoningen met oef u.
nings-projecticlcn uit kanonnen, welk© in
den loop van deze en oen gedeelte van de
volgende maand door do oompagnieën van
hot late regiment vesting-artillerie alhior
gehouden worden op het fort Maarsevcen,
namen een aanvang.
Deee oefeningen hebben alleen dos daags
plaats en hebben ten doel den bedionings-
mansohapp cn een donkbeeld to geven van
do werking van can schot met een werkelijk
projectiel op vuurmond en affuit, zoodat
zij gewennen aan den slag, die door hot af
gaan van het schot veroorzaakt wordt on
aan den terugloop van do affuit, dio bij
het vuren plaats vindt.
Ten einde do werkelijkheid zoo getrouw
mogolijk nabij te komen, worden deze oofo-
ninge-projectielon met dc grootste mogelijke
lading buskruit versohoten en door zijn
dweon rij achter een voorutstekendo rots,
langs een klein, smal paadjo, 'dat door de
cb tijdelijk begaanbaar was. Toen zij om
den hook der rots verdween, kreeg hij, een
enkel oogenblik, haar gezioht te zien; daar
na zag hij niets meer. Zelf bij de rota geko
men, was or evenmin iete van haar te be
speuren, nog enkele sporen har ar voetstap
pen in het vochtige zand, maar verderop
waren ook deoe door hot kiezel onzicht
baar.
Op goed gelhk, geheel verbijsterd en ter
neder geslagen, vervolgdo hij zijn weg tot
hij de herberg „De Vier Winden" bereikt
had.
„Waar kan zij in 's Hemels naam geble
ven zijn?" mompelde hij. „Dit is nu reeds
de derde maal, dat rij mij ontsnapt! Zij
kan toch niet in het niet verzonken zijn
Ik bogrijp er nieta van. Het eenigo, wat
mogelijk is, zou wezen, dat zij in de herberg
een schuilplaats gevonden heeft."
Voorzichtig naderde hij het huisje. Het
zag er in hot maanlicht treurig en verlaten
uit. Niet het minste schijnsel van Hcht, geen
onkel teek en van monsoholijk leven. Op de
deur toetredende, begon hij luid te klop
pen.
Het geluid stierf binnen weg. Weder on
weder klopte hij, maar niemand antwoord
de. Ten laatste, toen zijn geduld geheel was
uitgeput, werd het luik van voor het ven
ster der oude gelagkamer weggeschoven en
het grijze, gerimpelde, heksachtige gelaat
van grootjo Darke vertoonde zich.
„Wie ia daar?" snauwde rij, en toen zij
zag wie do nachtelijke bezoeker was, ver
volgde zij: „O, zijt gij het, kapitein Ray
mond. Leelïjke nachtuil, die go rijtWat
voor kwaad komt ge nu weer sfciohten Welk
slag cn den terugloop, overeenkomstig het
werkelijke schot.
Deze oefen ings-project ielen zijn vervaar
digd van een blikken orohulso1 met een hou
ten bodem on deksel, clat onder eenigon
druk gevuld is met fijn gezift ijzeivijlsel,
vermengd met eenig vet.
Doordat dc blikken bus bij het afgaan
van het sch geheel uit elkaar springt, is
deze, evenals hot vrijkomend*, ijzervijlsel,
onschadelijk. Niettegenstaande deze oefo-
ningon dus nagenoeg ongovaarlijk zijn, wor
den do grootst mogelijke veilighoidsmaat-
iegolan in acht genomen, ten eind» de om.
wonere en hot verkeer voor ©ventuecle onge
lukken te vrijwaren. Hiertoe wordt op het
foit een roodo vlag gehesclion, aJs tee ken,
dat er gevuurd zal worden, terwijl tevens
op verschillende zijden van het fort waar
schuw ing5p06ten zijn uitgezet.
De ocfoningen -hbon plaats tusschen
uren voormiddag tot 2 uien namiddag.
(U. D.)
Het hoofd der Duitsche Zigeu
ners, Potermann, dio den naam heeft van
z»er rijk te zijn, zal te Windbcrge, in de Alt
mark, een Zigeunorskolonio stichten.
Hij heeft daar een. groot landgoed ge
kocht met bouwland en weiden, waarop 70
Zigeuners gevestigd zullen worden en waar
zwervende Zigeuners een toevlucht kunnen
vinden.
Moge het hot bogiu zijn van een regeling,
die aan de plaag van het platteland een
einde maakt l
Hot onlangs dooi „Central
Nows" verspreide borioht, dat de moorde
naar van minister von Plohwe overleden
zou zijn, schijnt onjuist. Thans wordt be
richt, dat hij in oonneotio schijnt te staan
mot oen revolutionnait comité, dat onlangs
door minister von Plehwo was ontdekt.
Een leider van dit genootschap, zekere
Porehun, was een Jood, twee andoren waren
Russen van wie één een jonge officier.
Deze drie werden ter dood voroordceld,
doch later word hun straf in levenslange
gevangenschap in hot fort Schuseelburg
veranderd. Do oporatio van den goarica-
teerdo, dio door scherven van zijn oigon bom
getroffen werd, is onder streng politie
toezicht geschied, wijl mon vreesde, dat een
of ander liberaal onder do doctoren don
man zou laten sterven, ten einde te voor
komen, dat hij klappen zou, zoo niot uit
medelijden om iiom vooi con latere executie
te bewaren.
Do begrafenis van minister von Plohwe
bood een merkwaardig schouwspel aan,
wijl do lijkstoet bijna geheel uit politie
agenten bestond, terwijl een enorme politie
macht to voet on te paard ook do straten
afzette. Bctoogingon werden niet opge^
merkt, doch er worden volo personen go
arresteerd
Preaidont" Roosovelt hooft ge
woigord als bemiddelaar op to treden tusschor
de beide partijen, betrokken by do staking
te Chicago.
Dulzendon voorliodon, die door do staking
der vleeschverpakkers werkloos geworden
z(jn, trokken den laten Augustus naar de
wUk, waar do moeafe etakora wonen, en
riepen om voedsel. Toen hun dit geweigerd
werd, violen de door honger half-waanzinnigen
de burgers in do atad aan. Ton slotte besloten
zU een politio-bureau te bestormon. Do politie
maakte van haar revolvers gebruik. Een der
aanvallers werd gedood. Daarmee waa echter
nog geen einde gomnakt aan dit opstandje.
De arbeiders toch zetten bun strijd in d«
stad voort.
Hot dorp Lapège, arrondisse
ment Foix, is groetondeel8 afgebrand. Er
zijn 110 hulzen on schuren, een dordo van
al het ouroorendo goed vernield. Tweehonderd
vijftig menschen schuilen in het gomoente-
huls, de school en de kerk. Do oogst en veel
vee la weg.
Te Hongkong wordt de pest
woer erger. In de afgeloopen week 17 nieuwe
gevallen en 17 storfgovallen.
Tusschen B a r i, op de oostkust
van Italië, en Antivari, op do MontenegrUn-
scho kust, is gisteren rechtstreekscho ge
meenschap geopend mot draadlooze telegraphle.
Vorst Nicolaas zond de eersto telegrammen,
o. a. aan don Koning van Italië on don Tsaar.
onheil wilt ge nu weer over mijn oud,
grijs hoofd brongen?"
„Grootje," antwoordde hij kalm, „doe de
deur eons open. Ik moet noodzakelijk die
dame spreken, die zooeven hier bij u is
gekomen."
„Mijn deur opendoen? Voor u? Nooit
van mijn leven. En er is niemand bij
mij, hoor. Mijn cenige bezoekers rijn de
ratten. Laat me met vrede, Arthur Desmond
en rijn gevolg zijn vertrokken. Er is geen
sterveling onder dit 'dak, behalve ik. Maak,
dat go weg komt."
„Juffrouw Darko, ik zal n heusch geen
leed doen. Ik heb zoo juist een dame ach
tervolgd tot vlak bij do herberg; ik ben ze
ker, dat zij h>ior binnen gegaan is. Zij kan
nergens anders wezen. Do© de 'deur open,
als ik haar slechts enkele oogenblikken go-
gezien en gesproken heb, ben ik tevreden en
ga ik weer weg."
Zij balde do vuist en hief die dreigend
op.
„Ik zeg u, dat er niemand is, geen man
noah vrouw. Gij komt niet ondar mijn 'dok
eer hot boven mijn hoofd naar beneden ge
haald wordt. Ga wog, zeg ik uDo smokke
laars rijn allen verstrooid, vermoord of ge
vangengenomen. Steef is weg, missohien wel
dood Er is hier geen prooi meer voor u fca
halen. Maak, dat ge weg komt, zeg ik!"
Het luik werd met oen harden slag
wedor dichtgetrokken, daarachter hoord#
hij het venster sluiten. Grootje Dark»
had ridrzclf achter slot en grendel gebarri-
kadeord, terwijl Raymond niots anders over-
bleef vian onvorrichterzake, teleurgesteld
ee orrwWnft, te vertrokken.
Wordt vervolgd.)