Het toeval in 't kunstenaarsleven. schrijver van Karei den Grooten, weten wij, dat ook zijn tafel zeer eenvoudig was. Hij liet zich slechte vier gerechten en een scho tel wildbraad voorzetten en zelden dronk hij meer dan drie glazen wijn. Met hem te zaman spijsde zijn geheele gezin. Met de kruistochten begon ook voor de keuken een nieuw tijdperk. Bij de Romei- nen was men er op uit, d© spijzen zoo kostbaar mogelijk te maken. Bij do Ger- maanschc volken ging een groote hoeveel heid boven het smakelijke. lederen dag werden twee hoofdmaaltijden gehouden, 's morgens en 's avonds. Naar deze maaltijden werd de geheel© indeeling van dag en nacht berekend. De uren van bet avondeten tot bet morgenmaal waren d© nacht, de tusschen morgen- en avond maal liggende uren maakten den dag uit, in welke de beroepsbezigheden, het vee weiden, bet jagen en wapenoefeningen door de mannen, de huisarbeid door de vrouwen, verricht werd. Tot in de 13de eeuw werden in de huizen der grooten pauwen en reigers, kraanvogels en ooievaars, kraaien, zwanen en roer dompen gegeten; ja, zelfs haviken en ra ven werden niet versmaad. De soep kwam voor de eerste maal op do tafels der edelen te Mariënburg, op het einde der middeleeuwen. De eerste soepen waren met peterselie, rapen en knoflook be reid. Een schrijver uit de 13de eeuw meldt, dat aan de tafels der grooten steeds 5 of 6 soe pen worden rondgediend. Door de kruis tochten bekend geworden in bet Oosten, verschenen in dien tijd ook worsten op de tafels. De Fr arische kruisvaarders - rdden uit As. kalon de ajuinen meegebracht en deze wer den toen in do Europeesohc keuken ge bruikt. Do spijzen zwommen in bet vet, zoo dat onze voorouders bijzonder eigenaardige tongen en magen moeten hebben gehad. Do overdaad op het gebied van eten en drinken steeg ton laatste zóó, dat de vor eten wetten daartegen uitvaardigden en dat de geestelijkheid van den preekstoel tegen bet overmatige eten en drinken ijverde. Do rijken waren twee gerechten en twee vleeschsoorten gewoon. Burgers en hand werkslieden konden slechts bij één maal tijd vleesch gebruiken en vergenoegden zich bij den anderen merfc melk, boter en groen te. Yorsch wildgebraad werd schaarsch, en de veefokkerij had nog niet dio vorderingen gemaakt, waardoor het mogelijk werd de zoo sterk vermeerderde armere bevolking voldoende van vleesch te voorzien. Hoe zat men vroeger aan tafel? Tot de 12de eeuw aten mannen en vrou wen gescheiden, doch oefende de vrouw des huizes over beide tafels het toezicht uit. De tafels waren met ecu kleed bedekt. Le pels en messen moest iedere gast mee brengen. De ridders droegen deze gereed schappen naast hun zwaardscbcede en de vrouwen bevestigden dozc voorwerpen aan een ketting om haar lijfgordel. Gewoonlijk is het voor een man of een vrouw een harde dobber, op het tooneel, in de concertzaal of het variété-theater sucoes to behalen, zelfs na vele jaren van ijverige studie. Maar er zijn ook uit den laatsten tijd eenige voorbeelden, dat kunstenaars door het toeval alleen bekend geworden zijn, d. w. z. dat het toeval hen deed ontdekken. Te Napels spTeekt het muzieklievende pu bliek veel over den mooion zang van den nieuwen tenor Giorgini, die nog maar kort geleden mèt moeite in zijn onderhoud voor zag, door - isch langs de straten te venten. Bij het uitroepen van zijn waren viel een bekenden muziekliefhebber de geweldige stem van Giorgini op en bij maakte hem opmerkzaam op den schat in zijn keel. Daarop zong de vischverkooper mot begelei ding van rondtrekkende muzikanten liede ren op straat en bij vond bij het publiek groote waar deering en werd rijkelijk be loond. Ten slotte werd de impresario van het San-Carlo-Theater op de werkelijk j prachtige stem opmerkzaam gemaakt. Hij j zorgde er voor, dat Giorgini eenige maan den studeerde en liet hem toen voor het publiek optreden in Puccini's „Bohème." Do zanger viel in den «rr>an.V en tJ-iATm is de voormalige vischkoopman een gevierde „primo tenor e." Mr. Harry Coates, de >rzingeaide sfcraat- makeri', die in de laatste twee jaren te Londen en in de provincie in variété-thea ters is opgetreden, dankt rijn succes ais zanger aan een ondernemender! theater- agent, die hem op zekeren dag toevallig hoorde zingen, terwijl hij bezag was een straat te plaveien. De agent was zóó ver rast over de stem, dat hij op het dpmlrbpeld kwam, Coates in zijn werkpak voor het pu bliek te laten optreden. De nieuwheid van het denkbeeld en bet feit, dat Coates zingt als een echte kunstenaar, die zijn leven lang gestudeerd beeft, maakten indruk op het publiek en het waagstuk bleek een groot succes. Merkwaardig is ook de geschiedenis van een dame, die door den ondernemer van een groot Londenscb variété-theater aan het publiek werd voorgesteld. Deze dame was ten gevolge van de ziekte van haar man verarmd en moest er op zekeren dag toe besluiten, op straat, te gaan zin gen, om eenig geld voor het koop en van de noodzakelijkste levensmiddelen te verdie nen. Haar lieve stem trok de aandacht van de echtgenoot© van den variété-onderne mer, die toevallig voorbijkwam. Zij noodig- de de zangeres uit, bij haar te komen, en toen zij haar droeve geschiedenis gehoord had, bood rij haar aan, haar eenige maan den muziek te laten studeeren, om dan als zangeres in een variété-theater op te tre den. De dame nam het edelmoedige aan bod dankbaar aan en eenige maanden la ter trad rij met sucoes op in het variété theater, waarvan de ondernemer de echt genoot barer weldoenster was. De variété-aitist, mr. Ryan, de „kampioen der fluiters" was vroeger couiantenlooper. Evenals de meeste Engolsche krantenjon gens floot hij graag met behulp van zij a vingers, maar hij stelde er zich niet, zooals anderen, mee tevreden, scherpe tonen uit te stooten, maar hij repeteerde bij don krantenverkoop melodieën, waarmee hij de draaiorgels begeleidde. Terwijl hij zich op die wijze op zekeren dag in rijn geboorte stad Leicester amuseerde, kwam de eige naar van verscheidene variété-theaters te Londen en in de provincie hem voorbij, hoordé hem,constateerde dadelijk zijn fluit, begaafdlieid en deed de noodige stappen, om hem in zijn verschillende inrichtingen te laten optreden, en overal oogstte mr. Rvan grooten bijval. Het is waarschijnlijk ook weinig bekend, dat een groot deel van het succes van Loïe Fuller, de eerste serpentine-danseres, aan het toeval te danken is, doordat de ser pentine-dans, waardoor zij beroemd gewor den is, haar bij toeval bekend werd Ver scheidene jaren geleden ging zij naar Parijs en stichtte daar een eigen theater. Dit werd een bron van groote zorg voor haar en rij begon aan de levensvatbaarheid er van te twijfelen. Op zekeren dag echter kreeg rij een geschenk uit Indië en wel een zeer kostbaren, zijdon iok, die blijk baar door een Indische danseres was gedra gen. Loïe Fuller droeg hem tijdens een voor stelling en in een burleske bewoog zij, zon der opzet, den rok. Tot baar groote ver bazing bespraken de couranten den volgen den dag de „nouveauté" zeer gunstig en vestigden de aandacht van het publiek op deze nieuwe wijze van dansen. Daarop trok de danseres in baar vertrekken den rok aan etn danste er mee voor een spiegèl, en, door het toeval geïnspireerd, werkte rij den moeilijken serpentine-dans uit, die haar door de geheele wereld beroemd maakte. BeiaaSdag in China. In China moeten alle schulden worden afgedaan op den jaarüjkschen feestdag van de maan. Als alle rekeningen veref fend zijn, plaatst de eerlijke Chinees een I tafel buiten do dear zijner woning, in het volle licht van de maan, en bedekt die met een flinke partij ,^naan-kookjee", waarin spreuken met verzoenende strekking zijn aangebracht Dan offert hij de kaakjes aan de maan, ontsteekt wierook, ea knielt ■verechöidesi malen bdj het geknetter v*c allerlei vuurwerk en het licht, vaa bran dende lampions. Den volgenden dag komt de pjaaefciaube kant -ma hot foenf, tJa de huishouding de „maasboekje*" opeet, en opaieaw bet «re- diet geopend woedt tot bot vodgoaóe jaar. Paul Zoo „kwam het veg" voor U, Oe vdijdet zacht Het moede hoofd naast uwen Bijbel neder, En gaaft U d'Engel over, die u weder Naar „huis" voert, waar Uw trouwe Sanne wacht. Ge moest ah balling in den vreemde zwer ven, Maar nergens waart ge een vreemde; in ieder land Was wie de vrijheid minde, „Oom Paul" verwant. En viel 't U zwaar, Uw land zoo lang te derven, Uw hart bleef steeds bij 't volk ginds over zee, Zoo kloek in zwaren strijd, in diepe ellen de. Ge leefdet en streedt en hoopte op Gods hulp mee, Dio 't vrij Transvaal herbloeien doet in 'fc ende... Nu slaapt ge, en vaart ge „huis toe", naar Transvaal, Daar met uw volk uw droomon voort te dr oom en Van 't nieuw vrij Afrika... Wat Wijsheid smaal', Als Lentes kracht werkt stil het Ideaal, Tot alles bloeit. Slaap zacht, Uw dag zal komen 1 HOESTEN. „Lachen", zoo heeft een groot man ge zegd, „is den mensch alleen eigen." Ik ben daar niet zoo zeker van. Ik heb een paard hooren lachen, ook een hyena, ook een vogel, die bij onze tegenvoeters thuishoort; en ik heb een kat, die in ieder geval, hand -op - zach tj es in haar eigen lacht. Hoesten, zou ik zeggen, is alleen den mensch eigen, meer eigen althans dan lachen. Uw paard hoest, zonder twijfel, maar dan ziet het er slecht met het boost uit; en koeien hoesten, doch dan zijn zij lijdend aan tuberculose. De mensch, evenwel, heeft nooit opgehouden te hoesten sedert hij mee te dragen kreeg de straf van Adam, en zijn eerste lichte catarrh heeft zich ontwik keld tot een stage bronchial© prikkeling. Onder do kliniaatein vloeden van dit land, is hij, veronderstel ik, gedwongen tc hoes ten. Hij zou niet kunnen leven zonder to hoesten. Dat is misschien de reden waarom sommige menschen blijven leven. Daar is iemand ,die vaak bij mij in de buurt zit aan de table d'hóte. Hij hoest als uit longen van koper. Daar is een ander, die mijn venster voorbijgaat op do meest verschillen de uren van den dag. als hij, in dienst der gemeente reiniging, bezig is de straat te ve gen. Hij hoest als uit do zolen van zijn laarzen en moet al heel wat paren laarzen hebben uitgehoest sedert ik hem voor het eerst heb opgemerkt. De hoest, die betec- kent, dat de hoestor aan den arbeid is, is minder luidruchtig, ofschoon toch duide lijk hoorbaar. Het hoesten hangt soms af van tijd en plaats. Sommige hocstgeluiden hoort men alleen in den schouwburg, als het scherm neer is Als het stuk aan den gang is en het publiek cr door wordt ge boeid, dan zijn de hoestbuien accuraat na te gaan. In een kerk is het anders. Een kerk hoe vroom de schare, hce welsprekend de redenaar ook moge zijn, schijnt in staat te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 13