De Winkelierheb officieele orgaan van de Alg. Winkel iersvereeniging, schrijft naar aanleiding van do plannen tot uitgifte van een jaarboek, waarin een overzioht zal worden gegeven van de beteekenis on den omvang der Middenstand 8b ew e- g i n g in ons land, o. m. het volgonde: „Nu in ons orgaan do achtereenvolgende artikelen van dr. Bos over de Middenstands- beweging onder de aandacht onzer lezers worden gebracht, is bij ons reeds eenigen tijd geleden de gedachte opgekomen, hoe jammer het is, dat er eigenlijk nog zoo wei nig bekend is aangaande den omvang, dien de beweging in ons land heeft aangenomen. Iedereen weet, dat ten gevolge van het 3de internationaal congres do Neder landscho Bond van Vereenigingen van den Handel- drijvenden Middenstand is tot stand geko men, en dat bij dezen Bond een groot aan tal vgreen igingen zijn aangesloten; maar slechts weinigen weten hoe groot dat aan tal is, hoeveel leden elke aangesloten ver een iging telt, van welke soort de vcreeni- gingen zijn, welke bedrijven in den Bond het sterkst vertegenwoordigd zijn, en zooveel andere dingen meer, die voor een juiste be oordeeling van de Middenstandsbeweging noodig, ja, wij zouden zoggen: onontbeer lijk zijn." En het blad vervolgt dan: ,,Nu, wij durven wel voorspellen, dat het 'denkbeeld )van heb aanleggen van een jaar boek) bij het Bondsbestuur een goede ont vangst zal vinden. Immers, het bestuur kan niet anders dan instemming gevoelen met een plan, door welks uitvoering zijn taak grootelijks zal worden vergemakkelijkt. Het ^angeven van do richting, waarin de bewe ging moot worden geleid, zal, bij een goed ovoraiehfc, als door hot jaarboek zal kunnen worden aangeboden, geen tasten in den blin de worden, maar zal getuigenis kunnen ai- leggen van een weldoordacht en een zelfbe wust streven, dat aan de beweging ten goede moet komen. En ook do aangesloten vereen igingen zul len met vreugde het plan begroeten, ook omdat hot dan niet meer, zooals tot nu toe, van het toeval zal afhangen, of vereenigin- gvn en instellingen, die een zelfde doel heb ben, met elkander in aanraking komen. ij voor ons gevoelen zeer veel voor het denkbeeld, door do redactio van Dc Mid denstandsbond aangegeven, cn wij goJooven wel, dab ook het bestuur onzer Algemeene IVinkeliersvcrceniging met het plan zal zijn ingenomen, zoodat het'zijn instemming niet achterwege zal laten. Do Alg. W.-V. heeft meer dan ééns ge toond, dat het haar hooge ernst is bij het streven naar haar doel, cn een nuttig werk, dab aan dc gcheelc Middenstandsbeweging ten goede zal komen, zal, naar onze mee ning, zeker door haar gesteund worden." Wij hebben in onze bcido vorige Persover zichten gewezen op een ergerlijke uitlating, dio mr. Sybraudy volgens eon ,,opon brief" van mr. Tan Overstralen bij zijn pro- paganda-rois in Overijsel zou hebben gebo- zigd, nl. dat do liberalon dc leer van Dar win aanvarende, God vergeleken met een aap. De billijkheid eischt van ons nu ook 60 wijzen op een ingezonden stuk -van dezen heer in de „Prov. Over ijs. cn Zwolscho Ctd' behelzende het antwoord op een tegen hem gericht stuk in datzelfde blad, ingezonden door mr. J. P. C'. van Overstralen te Mar- kcloo. Op dc beschuldiging in zake den kanton rechter to Zwollo nu antwoordt mr. S. o. m. 17c ontken pertinent eenig persoon te bobben bcleedigd te Markeloo, allerminst den Zwolschen kant-onrechter, dien ik ken als een van de meest onpartijdige justitie. ,,Ik sprak eerst over de wildschade in Jiet algemeen. Daarna over het dikwijls ruw op treden van jachtopzieners tegen stroopers cn over hun eenzijdige prooesscn-verbaal. Ik wees op do klachten dienaangaande uit alle oordon des lands. Ik noamd© de gewoonte, om jachtop/.ionors premicn te schenken zeer verderfelijk on dat op de terechtzittingen veel to veel waarde wordt gehecht aan die processen-verbaal van jachtopzieners, man nen die dikwijls uit het stroopersgildc wor den gorecruteerd. „Daarbij komt nog, dat vele kantonrech ters jagers zijn Deze moesten geen uit spraak mogen doen in jachtdeliclon. En als voorbeeld van kontonrechter-jagers haalde ik dien te Zwollo aan, voor wien ik zelf wol had gepleit in jachtdelicten en waar ik mijzelf had afgevraagd, of deze wel onpar tijdig werd ingelicht, denkend aan het go- halte onzer jachtopzioners en het premien- stclsel cn aan dc alom gehoordo klachten over de uitspraken der justitie in jacbtdc- lictcn. „Mijn bezwaar was dus niet gericht tegen 1 den persoon of do jusMie van den Zwol- 1 sehen kantonrechter, die naar mijn oordeel niet sleeks een kundig, maar ook een zeer onpartijdig man is, maar mijn bezwaren gol den de partijdige inlichtingen, aan welker Invloed zich geen enkel rechtsprekend per soon kan onttrekken." Mr. Sybrandy verklaart vervolgens in de genoemde courant wat hem ten laste gelegd wordt omtrent de uiting, waarbij liij van do leer van Darwin gewaagde, voor beslist valsch en z~gt, dat hij den heer Bos, die do beschuldiging ten aanzien van dit punt het eerst geuit had, te zijner tijd ook in do „Zwolscho Ct." zal beantwoorden, als de redactie tot opneming van zijn antwoord bereid is. Reeds wijst mr. S. cr op, dat mr. v. O zijn beschuldiging grondt op praatjes van anderen on verklaart hij, dat hij de hem In don mond gelegde woorden niet heeft ge sproken. Ingezonden. Mlutmnmi-clscStcii tooj' de kleinste A rbcidcrswouisigeu. In de toelichting, gevoegd bij dc concept verordening, betrcffendo het bouwen on sloopen 'den Gemeenteraad aangeboden door dc Commissie voor do fitrafverordenincen wordt opgemerkt, dat genoemde Commissie do meening der Leidsche Gezondheidscom missie niet kan deden, waar doze laatste het vervallen van een minimum van 30 vier kant» Meter bebouwde oppervlakte voor elke woning beslist een achteruitgang noemt De Commissie voor de Strafverordeningen is van oordeel, dat aan woningen kleiner dan 30 vierkante Meter bebouwde opper vlakte behoefte is voor de „zeer kleine ge zinnen." Worden deze gedwongen in groo- bere woningen hun intrek to nemen, dan wordt het houden van kostgangers in de hand gewerkt. Bovendien verwaoht zij dat overbevolking van dergelijke kleine wonin gen zal worden tegengegaan door de ver ordening, houdende, voorschriften nopens behoorlijke bewoning van woningen. Is de ze motiveering van het voorstel den mini- mumeisch van 30 vierkante Meter bebouwde oppervlakte to doen vervallen afdoende? Bestaat er behoefte aan kloino woningen in die mate, dat men den aanbouw vrij moet Laten en niet zooals tot nu toe slechts don eisch van 30 vierkante Meter laten val len bij den herbouw van een enkele woning of den herbouw van meer woningen in hof jes, welke instellingen van liefdadigheid zijn In de 2de plaats is men geneigd te vragen of do verordening nopens behoorlijke be woning wel voldoenden waarborg tegen overbevolking geeft en of langs dezen weg het kostgangerswezen wordt tegengegaan. In do toelichting wordt alleen ten bate van 'de „zeer kloine gezinnen" het mogelijk maken van den aanbouw van woningen kleiner dan 30 vierkante Meter bepleit Bij de vraag of er een voldoend aantal kleine woningen aanwezig is, behoeft dus alleen met deze gezinnen rekening gehouden to worden. Zij laten zich splitsen in twee ca tegorieën lo. de zoogenaamde abnormale ge zinnen, bestaande uit een weduwe met doch ters, twee zusters, eon weduwnaar met een zoon, enz; 2o. de jonge echtparen met geen of één, hoogstens tweo kinderen. Dezo twee groepen moeten geheel afzonderlijk worden beschouwd. Straks zal blijken waarom. Gaan wij eerst na aan do hand van het verslag van het woningonderzoek hier ter stede of or roden ia onzerzijds aan te nemen dat reeds eon vrij groot aantal kleine wo ningen in onze gcmec-nte aanwezig is. Volgens dit onderzoek komen in Leiden 1287 cén-kamcrwoningen voor. Daar bij het onderzoek do keuken als een kamer is be schouwd, zal men onder dc 2-kamerwonin gen meerdere vinden van één vertrek en keu kon. Van het totaal aantal onderzochte wo ningen vormden in Blok IIX de 1-kamer- woningen gemiddeld 22.07 pCt met een ma ximum van 2-8.42 pCt. in Blok I en een minimum van 14.05 pCt. in Blok V. Blok X on XI, dc wijken buiten do sin gels gelegen, vertoon en een zeer klein aan tal 1 kamerwoningen, resp. 6 en 3, relatief 1.14 pCt cn 0.71 pC't. In de nieuwe buurten worden dus bijna geen 1-kamcrwoningcn aangetroffen. Van de onderzochte woningen bestaat ruim 1/5 uit één-kamerwoningen. Hoe is dit elders? In Alkmaar, waar door den Volksbond een onderzoek werd ingesteld loopende over 1-3-lcamcrwoningen, maken de 1-kamcrwoningcn 17.20 pCt. der onder zochte woningen uit. Uit de cijfers te vin den in do uitkomsten dor woningsta tistiek, verzameld ter gelegenheid van do algemeene volkstelling in 1899 ziet men, dat te Haarlem met 59.000 in woners toen voorkwamen 1469 1-ka- merwoningon, dit is 15.59 pCt. van het to taal 1-3-karaerwoningen. To Arnhem met 64.000 inwoners 1231 I-kamerwoningen, dit ijs 16.16 pCt. Tc Almeloo 202 1-kamerwonin- gen, dit is 13.39 pCt., tc Hengeloo 425 1- Jtamcrwoningen, dit is 19.39 pCt. der 1-3- kamerwoningen. De tweo eerste steden ko men, wat zielenaantal betreft, ongeveer met Leiden overeen, doch geven een geringer pero?ntage 1-kamcrwoningen te zien, do tweo laatste met een toenemende fabrieks bevolking eveneens. Van de 1287 aanwezige 1-kamcrwoningen zal zeker een deel wat den algeheolcn toe stand betreft zeer veel te wenschcn over laten. Men mag evenwel verwachten, da'; door de toepassing van verschillende bepa lingen in de Bouwverordening het percen tage goed onderhouden 1-kamerwoningen, dat tijdens het onderzoek in Blok IIX ge middcld 37.83 pCt. bedroeg, steeds stijgend? is cn hiermee het aantal ter bewoning gc schikte 1-kamerwoningen. En vergeto men niet, dat bovendien bij een doortastende toe passing van Art. 1 lsto lid der verordening nopens behoorlijke bewoning, waarbij be paald wordt, dat het aantal bewoners niet grooter mag zijn dan 1/10 gedeelte van liet aantal kubieke Meters, dat de inhoud aau- geoft van do tot bewoning bestemde vertrek ken, er red ca is te raeenen, dat het aan tal kleine woningen tot nu toe door be groo- te gezinnon bewoond, vrij zal komen voor hen, voor wie zij geschikt, zijn. Volgons het rapport waren onvoldoende bewoond, dat Us bewoond 'door meer dan 2 personen in Blok IIX gemiddeld 13 pCt. Veel van dezo woningen zullen ook, nu een andere maat staf wordt aangelegd, overbevolkt blijken. Uit. dit alles mag men besluiten, dat oen voldoend één -1c. -w oningen voor de zeer kleine gezinnon aanwezig is, to meer, indien men bedenkt-, dat onder 'dc twcc-kamcrwoningen verscheidene zeer klei ne gevonden worden. Wij zagon reeds, dat de zeer kleine gezin nen in tweo groepen gesplitst moeten wor den. Waarom moet men nu, m. i. bij de vraag of aanbouw van woningen kloiner dan 30 vierkante Meter noodig is de jonge gezinnen met geen of weinig kinderen bui ten beschouwing laten? Worden cr nieuwe zeer kleino woningen gebouwd, dan zullen allicht jonge echtparen dio cr misschien niet toe zouden overgaan, in dc oude 1-kamerwoningen te trokken, in de nieuwe hun introk nemen. Aanvankelijk levert dit geen bezwaar op. Allengs even wel neemt het gezin in aantal toe, dc ruimte oorspronkelijk voldoende, waarschijnlijk niet meer dan dat als wij aan woningen d?nkcn nog al wat kloiner dan 30 vierkante Meter wordt voor bet. crezin tc klein Na korter of langer is de woning overbevolkt. Enkele gezinnen zullen verhuizen, maar er zullen er ook vele zijn, die in deze kleine woning blijven. Tegen overbevolking op de ze wij9 ontstaan, is van dc zijde der over heid niets te doen; alinea 1 van Art. 5 be paalt, dat de bepalingen betreffende over bevolking niet van toepassing zijn, indien overschrijding het gevolg is van vermeer dering van het gezin door geboorte. Tot verhuizen kan dc overheid niet dwingen, al heerscht de schromclijkste overbevolking. In een grootere woning treedt die overbe volking pas later indan zijn enkele kin deren van school, verdienen en is er dus "meer kans, dat tot verhuizen wordt over gegaan. Indien het minimum van 30 vierkante Meter bebouwde oppervlakte vervalt, dan z.al dc minimum-ruimte worden aangegeven door art. 32, waarin voor elke woning ten minste één vertrek van 14 vierkante Meter fin een gang van minstens 1 vierkante Me ter oppervlakte wordt geeischt. In een der gelijke woning zullen volgens alinea 2 van art. 1 dor bewoningverordonïng mogen wo nen 3 volwassen personen of twee volwas senen en twee kinderen beneden 10 jaar. Bij een hoogte van 2.90 M. (de minimum- hoogte) is dc kub. inhoud van de ter be woning bestemde ruimte 40.6 kub. M., na af trok van besteden on kasten ongeveer 35 k. M. Dit gedeeld door 12 geeft 3. Nu wordt in dit eene vertrek gehuisd, geslapen, klei ne kinderen slapen niet onmiddellijk op zolder, gewasschen, gekookt. In het Leid sche woningverslag wordt voor een woon-, tevens slaapvertrek, 15 kubieke Meter per volwassen persoon verlangd, ccn maat, ge woonlijk aangenomen. Ook indien dus in de zeer kleino woningen nog geen overbe volking valt te constatecrcn, kan het zijn, dat de hoeveelheid lucht per persoon veelal niet ruim genoemd mag worden. Welke eischen vinden wij elders aan werk manewoningen gesteld? Onlangs werd in dit blad vermeld, dat in Warmond 30 vier kante Meter als minimum-bebouwde opper vlakte was vastgesteld, In het Nutsrapport van de lieeren Van Hasselt en Verschoor zijn betreffende bebouwde oppervlakte van werkmanswoningen verschillende gegevens bo vinden In Leeuwarden vonden wij klei ne woningen met een oppervlakte van 37.80 vierkante Meter, andere van 3-1.65 vierkante meter. Te 's-Gravcnhage werden kleine woningen gebouwd met een totaio oppervlakte van 27.50 vierkante Meter, van 29.34 vierkante Meter, van 26.15 vierkante Meter en van 23.04 vierkante Meter. In Arn hem troffen wij 1-kamerwoningen aan van 25.10 vierkante Meter bebouwde oppervlak te, andere niet meer dan ccn kamer van 28.70 vierkante Meter. Te Delft kwamen wo ningen met één kamer van 14.40 vierkante Meter cn con keuken voor met een bebouwde oppervlakte van 30.36 vierkante Meter. Do conclusie van do hoeren v. Hasselt en Verschoor is, dat éénk. woningen alleen in do grootste noodzakelijkheid wor den gebezigd. Bij alle woningen, dio op initiatief van arbeiders gebouwd waren, ti*off©n wij meer dan één kamer aan. Voor woningen met één vertrek en bed steden achtten wij een totale ruimte na aftrek van portaal of gang van 26.17 vier kante M. noodig; voor woningen met meer dan één vertrek bij een hoofdvertrek van 14 vierkante M een oppervlakte van 28.17 vierkante M.34.17 vierkante M Do- ze maten komen gemiddeld overeen met wat wij vonden voor woningen zonder ver dieping of met een opgetrokken zolder verdieping. Etage-woningen zijn gewoon lijk grooter De heoren v. Hasselt en Verschoor kwamen tot do bovengenoemde maten na eon uitgebreid onderzoek door het goheele land. Moet men nu schromen een minimum vast te stellen, dat hiermee overeenkomt in een stad als loeiden, waar de grondprijzen nog niet zoo- fabelachtig hoog zijn als in dc grootene steden Vindt men den eisoh van 30 vierkante M. te hoog, laat men dan 25 vierkante M. als minimum bebouw de oppervlakte stellen. Hierdoor krijgt men kans, dat ook in do kleinste woningen, waar in elk geval één vertrok van 14 vier kante M. aanwezig moet zijn, ton minste één neven vertrek, allereerst dus een keu ken wordt bijgebouwd. Eénk. woningen zijn voor normale gezin non beslist onvoldoende. Do invloed van ccn goede, ruime woning op den lichame lijke en geestelijken toestand van ccn gezin is niet hoog genoeg te schatten. Waarom au to Leiden, waar hot per oen tag c éénk. woningen al hoogcr is dan in verscheidene andere plaateen, de mógelijkheid open stellen hun aantal nog to vergrooten Zij, dio bekend zijn met de bewoners der klein ste woningen weten, dat al, te dikwijls eerst als een gezin een ruimere woning heeft be trokken, de voordcelen hiervan op hun waarde worden gesohat; dan wordt be treurd, dat niet eerder vader of een groote zoon van zijn zakgeld b.v. een kwartje voor de huur afstaat. Waarom niet trachten ook dc armston hoogere eischen aan hun woning te doen stellen? Nu meent de Commissie voor de Straf v., dat het kostgangerswezen in de hand wordt gewerkt, indien men den bouw van zeer kloine woningen tegengaat. De zeer kleino gezinnen zullen, vreezen wij, de meerdere huur voor de groote woning aanvullen door het houden van cm kostganger. Nu is er op een gegeven oogenblik in een stad een zeker aantal alleenstaand© mannen en vrouwen, die een onderkomen in een vreemd gezin moeten vinden; dat aantal hangt evenwel niet af van het aonta-l ge zinnen, die ccn kostganger wenschcn op te nemen. Worden zij dus niet in de zeer kleine gezinnen ondergebracht, dan gaan zij inwonen bij de grootere gezinnen in de grootere woningen. Men verplaatst dus eenvoudig het te betreuren feit, dat vreem de cleanenten in ccn gezin hun intrek no men. Zoowel in de grooter© als in dc wo ningen van 25 viork, M. brengt dit bozwar ren mot zich en in deze niet meer dan in gene, want immers overbevolking door het houden van kostgangers ingetreden, is al tijd tegen te gaan, in do kleino evengoed als in dc grootere woningen. De andere schaduwzijden van hot houden van kostgangers blijven in beide bestaan. Uit het voorgaande meen ik nu to mogen besluiten, dat de redenen, die do Commis sie voor do Strafv. opgeeft voor hot vast houden aan haar meening tegen het ad vies der Gezondheids-commissie in, niet afdoende zijn en het werkelijk een besliste achteruitgang zou zijn te noemen, indien niet ten minste een minimum bebouwde op pen-lakte van 25 vierkante M. voor dc kleinste woningen werd geëischfc. Een belangstellende in het W oning vraag stuk. Koloniën. Batavia, 8—ii Juni. De „Locomotief" deelt inee, dat den 6den Juni de bekende zendel ing-leeraar, de heer P. Jansz, in den ouderdom van 83 jaren te Xoedoes is overleden. Hij werd den 7den Juni aldaar bograven. De overledene was 51 jaren in Indië werkzaam. In 1894 vestigde hij zich te Soerakarta in het be lang van de vertaling van den Bijbel in do Javaansoho taal. Sinds 1902 woonde hij te. Pati. Do kapitein der infanterie W. Smits, in garnizoen te Weltevreden, heeft wegens ziekte twee jaren verlof naar Europa ge vraagd. Do kapitein der genie F. W. P. Clig- n o 11, in garnizoen te Amboina cn Tcrnate, heeft wegens ziekte één jaar verlof naar Europa gevraagd. De kapitein O. L. Kalf ster man, van het 11de bataljon infanterie te Meester Cornelis, heeft eervol ontslag uit den mi litairen dienst gevraagd. <J. B.) De colonne Tan Daalen. Uit Kwala Simpang wordt aan de „Deli Ct." bericht, dat op 38 Mei de zwaar vei- versterkte kampong Tampeng 11 a een gevecht van 6 uren storm onderhand door dc colonne word genomen. De vijand liet 176 dooden, waaronder 51 vrouwen on on volwassenen, op het gevechts terrein achter. Alsmede 7 gewonden. Wij maakten 4 gevangenen, 114 geweien en een revolver in handen. Onder de dooden is herkend de ex-Ked- joeroean van Pitiambang Aman Djané en do Kedjoerocan Damol uit het Alias-gebied met. 18 Allassere. Onzerzijds zijn onbeduidend gewond de luitenants Watrin, Van Braam Mot ris, Christoffcl, sergeant Dolleman, niet levens gevaarlijk 29 minderen, 5 dwangarbeiders; gesneuveld 1 mindere Zoodra alle hoofden zich hebben aangemeld, zou de colonne door nikken near de Allaelanden. Bij de Pendeng-colonne zijn geen vei liezen goloden. Zoowel Penossan als deze laatste benteng Tam beng liggen nog midden in het brvolkto deel der Gajoe-Loeos, het eerste dicht bij het vroeger gemelde Peparok, liet laabsto bij do eveneens vroeger reeds genomen Kam pong Doercn cn beide zuidelijk van den grooten weg naar Tripa. Uit Kotta-Radja wordt dato 7 Juni aan do „Deli Ct." geseind: De oolonnq ondci den kapitein E. T. C. Tolhuys kreeg in Boven Seunagan een kle- wangaanval. Gesneuveld zijo 1 marechaussee en 3 dwangarbeiders, gewond 10 minderen en 6 dwangarbeiders. Do verliezen van den vijand zijn onbekend. 's Nachts kreeg de colonne wederom een klewang aanval in het bivak Kroengtjoet te verduren. Gesneuveld zijn 2 mindeicn en een dwangarbeider, gewond 8 minderen on een dwangarbeider. De vijand liet elf dooden met wapenen in onze handen achter. Do correspondent van do „Deli-Ct." to Kwala Simpang schrijft nog het volgende: Do overste Van Daalen heeft gewacht met het binnenrukken 'der ALaslandcn totdat alle hoofden der Gajoe Loeos zich gemeld zou den hebben. Bij zijn vertrek ontbraken nog de R. Pe- nosan, R. Pudang, en de ondergeschikte boofden van Reróbö en Pasés, alsmede de Rödjö Tampèng. Dit Tampèng nu is op 18 Mei genomen. Dezo versterking was ontzettend zwaar ver sperd en wel met levende bamboedocri tot een breedte van 615 meter I Dc 30 gewonden zijn allen meest licht gewonden, waaronder de 2de luitenant Christoffcl, nu reeds voor do vierde maal, cn de luitenant Watrin (voor dc tweede maal) 2 licht© schampschoten, en de 2de luitenant van Braam Morris, ccn onbedui dende wonde, veroorzoakt door een steen worp. Het duurde intusschen rijf uren alvorens dc troep binnen dc versterking was. Onder dc 125 doodc mannen waren o. a. A. Tjané, de ex-Kedjoeron en Rodjo' Tjeq Bainbèl van de Alaslandcn met 21 Alassers („de zg. bevriendo") en 50 vrouwen en kin deren. Allo benbengs zijn nu genomen. Het transport met 61 zieken cn gewonden mar cheerde op 24 Mei af. Onderweg bezweek d^ luitenant Harboid aan typhus, die to Péndéng door zijn ka meraden werd begraven. Do overste Van Daalen heeft voor den tocht tiaar do Alaslanden dynamiet aange vraagd. Vermoedelijk om de zware paggers sneller te kunnen opruimen De oprukkende colonne zal bestaan uit 14 brigades marechaussee ter sterkte van 140 160 man totaal en 90 man infanterie onder den kapitein De Graaf, en de luite nants Delgorge en Lasonder. Volgens een laatste bericht, zegt de ,,De li-Ct." rukt de colonne Van Daalen eerst half Juni op naar dc Alaslanden. Naar verluidt \an Batakker berichten zou in de Alaslandcn slechts één kampong versterkt zijn. Do „Deli-OV schrijft verdort „De tocht van den overste Van Daalo* is eenig in de Ned.-Indisohe krijgsgeschie denis; een dergelijken reusachtigcn marach vinden wij nergens opgeteekond in de an nalen van het Ned.-Indische leger. „Oorspronkelijk met slechte 200 man uit getrokken, trok de colonne steeds vechtende door de zware terreinen, bentong na ben teng nemende. Intusschen kreeg de troop tot tweemaal toe versterking van 40 man, zoodat er 280 man afwisselend in het gevecht waren, voordat de 150 man van de Pen- deng colonne de zoo gewenschte vervcrsching kwamen brengen. „Van die 280 plus 150 man, die er later bij kwamen, zijn niet minder dan 174 man gewond, benevens 13 officieren! „Bovendien zijn 21 man gesneuveld. Te zamen alzoo een 208 dooden en gewonden, dus, in aanmerking genomen dat telkens slechte een deel van den troep in het ge vecht was, een dikke 50 pCt. „Te verwonderen is dit niet, wanneer men nagaat welk een fanatiek en heldhaftig ver zet de Gajoe Loeoërs hebben geboden. „Is de tocht van den oversto Van Daalen eenig in de krijgsgeschiedenis, eenig en zon der voorbeeld is ook het prachtig verzet van het Gajoesche volk, waaraan wij hier hulde brengen." Nog meldt de „Deli-Ct.": Het grieft den troep, officieren zoowel als minderen, dat ondanks onze herhaalde verzoeken, de vrouwen zich met de mannen heldhaftig op do bres wcnschen te verwe ren. De fanatieke vrouwen zijn in het wit gekleed, hebben zich den dood gewijd. It i» war, helaas, het kan niet anders, maar het is niettemin afschuwelijk vooral voor heny die daar hun plicht moeten doen. Het „Adv. blad van Atjeh" van 11 Joni meldt: Overste Van Daalen berioht: Na vermeet- tering van de gampong Tampèng, die ge durende het gevecht in brand geraakte, gai de kampong Rema zich over. Aan vele vrou wen en kinderen uit Tampèng en Rem* werd vrije aftocht verleend met htm goede ren. Rema werd ontwapend en leverde 73 geweren in, daarna ^ord B ran dang ontwa pend en leverde 22 generen in, in deze gam pong werden 34 gewonden van Tampèng aangetroffen. Binnen eenige dagen rukt de colonne door naar de Alaslandcn, waar verzet wordt var- wacht te Tandjong, Batoe 'Mboelan, Baas- bel cn Lik&b. Aan den militairen commandant van dl Oostkust van Sumatra verzocht de overste Van Daalen om zijn zieken en c.q. gewonden tegen 20 Juni met ccn transport to doe» al- halen in Biaq Mooli, in hot Alasgèbied, welk transport tevens munitie on levensmidde len moet aanvoeren. Aan den resident van Sumatra's Oostkust werd verzocht den assistent-resident belast met do Batak-aangelegenheden, Westenberg, mede te geven, voor eventueele aanraking met Karo-bataks. DJAMBÏ. Onder dagteckening van 3 en 4 Juni seinde do resident van PaJembang all volgt: I. Bij nachtelijke beschieting bivak pa trouille in doesoon Petarikan (Kocmpilp niet levensgevaarlijk gewond tweo in tand- scho fuseliers. II. Bij nachtelijke beschieting 31 Mei jlt werd van Koempih patrouille een in- landsch fuselier levensgevaarlijk gewond,. Twee dezer kwaadwilligen gedood bij 8oen- goi Trap, buit: een geweer en blanke wa pens. Bendo Radon Mat Drie beschoot eenig© malen voorbijgaande stoom ere bij Bed j on bang en Doerian-idjoe. Volgens stellige b*« riohton is Pangeran Soeto Djojo alia* Ra den Anom kort geleden in doesoen Poenti- kalo overleden. BORNEO. Van den resident der Z ui der- en Oootar- afdeeling is onder dagteekening van 1 Ju ni hot volgende telegram ontvangen. Boven-Kapoeas nagenoeg geheel verlap ten door vijandelijke benden, die zich weef naar Boven-Doesoen hebben begeven oen daar colonne Fransscn Herderschee te be stoken, waarbij luitenant Van den Vrij- hoeff sneuvelde, zoo als mij eerst than* blijkt uit ontvangen rapporten van Frana- scn Herderschee, die op 21 Mei ingesloten was, doch thans vermoedelijk ontzet door gezonden versterking. Heden vertrok hekwielor Otto na afloop reparatiën naar Poeroek Tjahoe; daarmei vertrok gewestelijke militaire comman dant met een officier, vijftig mdlitairen en dwangarbeiders. (Java-Ct.) DJOKJA. De „Mataram" bericht: D rer dagen heeft een ingeaetene van Djokja een brief ont vangen, waarin hem werd meegedeeld dot de hoofd a an legger van de troebelen te Go- dangan zich op dit oogonblik te Djokja be vindt. Of deze hier thans alleen een veili ge schuilplaats zoekt, da.n wel het voorne men heeft ook in dit gewest den geest van opstand aan te wakkeren, was in dat schrij ven niet vermeld. Kruisers beschadigd. De „Deli Ct." van 10 Juni bericht: Men meldt ons. dat cenige dagen gelo- den de kruisers „Utrecht" en „Gelderland? in het vaarwater tusschen Poeloe Bras es Nassi op een onbekende rots zijn geloopen. De „Gelderland" kreeg een groot lek en van do „Utrecht" werd do schroef beecha- digd. De kruisers liggen op het oogonblik voor Sabang, en zullen vermoedelijk naar Sin gapore moeten voor reparatie. Het wordt tijd, dat de „onbekende rót- een" in de Indische wateren belangrijk verminderen. En herziening van onze zee kaarten schijnt niet overbodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 6