De Winkelierheb officieele orgaan van
de Alg. Winkel iersvereeniging, schrijft naar
aanleiding van do plannen tot uitgifte van
een jaarboek, waarin een overzioht zal
worden gegeven van de beteekenis on den
omvang der Middenstand 8b ew e-
g i n g in ons land, o. m. het volgonde:
„Nu in ons orgaan do achtereenvolgende
artikelen van dr. Bos over de Middenstands-
beweging onder de aandacht onzer lezers
worden gebracht, is bij ons reeds eenigen
tijd geleden de gedachte opgekomen, hoe
jammer het is, dat er eigenlijk nog zoo wei
nig bekend is aangaande den omvang, dien
de beweging in ons land heeft aangenomen.
Iedereen weet, dat ten gevolge van het 3de
internationaal congres do Neder landscho
Bond van Vereenigingen van den Handel-
drijvenden Middenstand is tot stand geko
men, en dat bij dezen Bond een groot aan
tal vgreen igingen zijn aangesloten; maar
slechts weinigen weten hoe groot dat aan
tal is, hoeveel leden elke aangesloten ver
een iging telt, van welke soort de vcreeni-
gingen zijn, welke bedrijven in den Bond
het sterkst vertegenwoordigd zijn, en zooveel
andere dingen meer, die voor een juiste be
oordeeling van de Middenstandsbeweging
noodig, ja, wij zouden zoggen: onontbeer
lijk zijn."
En het blad vervolgt dan:
,,Nu, wij durven wel voorspellen, dat het
'denkbeeld )van heb aanleggen van een jaar
boek) bij het Bondsbestuur een goede ont
vangst zal vinden. Immers, het bestuur kan
niet anders dan instemming gevoelen met
een plan, door welks uitvoering zijn taak
grootelijks zal worden vergemakkelijkt. Het
^angeven van do richting, waarin de bewe
ging moot worden geleid, zal, bij een goed
ovoraiehfc, als door hot jaarboek zal kunnen
worden aangeboden, geen tasten in den blin
de worden, maar zal getuigenis kunnen ai-
leggen van een weldoordacht en een zelfbe
wust streven, dat aan de beweging ten goede
moet komen.
En ook do aangesloten vereen igingen zul
len met vreugde het plan begroeten, ook
omdat hot dan niet meer, zooals tot nu toe,
van het toeval zal afhangen, of vereenigin-
gvn en instellingen, die een zelfde doel heb
ben, met elkander in aanraking komen.
ij voor ons gevoelen zeer veel voor het
denkbeeld, door do redactio van Dc Mid
denstandsbond aangegeven, cn wij goJooven
wel, dab ook het bestuur onzer Algemeene
IVinkeliersvcrceniging met het plan zal zijn
ingenomen, zoodat het'zijn instemming niet
achterwege zal laten.
Do Alg. W.-V. heeft meer dan ééns ge
toond, dat het haar hooge ernst is bij het
streven naar haar doel, cn een nuttig werk,
dab aan dc gcheelc Middenstandsbeweging
ten goede zal komen, zal, naar onze mee
ning, zeker door haar gesteund worden."
Wij hebben in onze bcido vorige Persover
zichten gewezen op een ergerlijke uitlating,
dio mr. Sybraudy volgens eon ,,opon
brief" van mr. Tan Overstralen bij zijn pro-
paganda-rois in Overijsel zou hebben gebo-
zigd, nl. dat do liberalon dc leer van Dar
win aanvarende, God vergeleken met een
aap.
De billijkheid eischt van ons nu ook 60
wijzen op een ingezonden stuk -van dezen
heer in de „Prov. Over ijs. cn Zwolscho Ctd'
behelzende het antwoord op een tegen hem
gericht stuk in datzelfde blad, ingezonden
door mr. J. P. C'. van Overstralen te Mar-
kcloo.
Op dc beschuldiging in zake den kanton
rechter to Zwollo nu antwoordt mr. S. o. m.
17c ontken pertinent eenig persoon te
bobben bcleedigd te Markeloo, allerminst
den Zwolschen kant-onrechter, dien ik ken
als een van de meest onpartijdige justitie.
,,Ik sprak eerst over de wildschade in Jiet
algemeen. Daarna over het dikwijls ruw op
treden van jachtopzieners tegen stroopers
cn over hun eenzijdige prooesscn-verbaal. Ik
wees op do klachten dienaangaande uit alle
oordon des lands. Ik noamd© de gewoonte,
om jachtop/.ionors premicn te schenken zeer
verderfelijk on dat op de terechtzittingen
veel to veel waarde wordt gehecht aan die
processen-verbaal van jachtopzieners, man
nen die dikwijls uit het stroopersgildc wor
den gorecruteerd.
„Daarbij komt nog, dat vele kantonrech
ters jagers zijn Deze moesten geen uit
spraak mogen doen in jachtdeliclon. En als
voorbeeld van kontonrechter-jagers haalde
ik dien te Zwollo aan, voor wien ik zelf
wol had gepleit in jachtdelicten en waar ik
mijzelf had afgevraagd, of deze wel onpar
tijdig werd ingelicht, denkend aan het go-
halte onzer jachtopzioners en het premien-
stclsel cn aan dc alom gehoordo klachten
over de uitspraken der justitie in jacbtdc-
lictcn.
„Mijn bezwaar was dus niet gericht tegen
1 den persoon of do jusMie van den Zwol-
1 sehen kantonrechter, die naar mijn oordeel
niet sleeks een kundig, maar ook een zeer
onpartijdig man is, maar mijn bezwaren gol
den de partijdige inlichtingen, aan welker
Invloed zich geen enkel rechtsprekend per
soon kan onttrekken."
Mr. Sybrandy verklaart vervolgens in de
genoemde courant wat hem ten laste gelegd
wordt omtrent de uiting, waarbij liij van
do leer van Darwin gewaagde, voor beslist
valsch en z~gt, dat hij den heer Bos, die do
beschuldiging ten aanzien van dit punt het
eerst geuit had, te zijner tijd ook in do
„Zwolscho Ct." zal beantwoorden, als de
redactie tot opneming van zijn antwoord
bereid is.
Reeds wijst mr. S. cr op, dat mr. v. O
zijn beschuldiging grondt op praatjes van
anderen on verklaart hij, dat hij de hem
In don mond gelegde woorden niet heeft ge
sproken.
Ingezonden.
Mlutmnmi-clscStcii tooj' de kleinste
A rbcidcrswouisigeu.
In de toelichting, gevoegd bij dc concept
verordening, betrcffendo het bouwen on
sloopen 'den Gemeenteraad aangeboden door
dc Commissie voor do fitrafverordenincen
wordt opgemerkt, dat genoemde Commissie
do meening der Leidsche Gezondheidscom
missie niet kan deden, waar doze laatste
het vervallen van een minimum van 30 vier
kant» Meter bebouwde oppervlakte voor
elke woning beslist een achteruitgang noemt
De Commissie voor de Strafverordeningen
is van oordeel, dat aan woningen kleiner
dan 30 vierkante Meter bebouwde opper
vlakte behoefte is voor de „zeer kleine ge
zinnen." Worden deze gedwongen in groo-
bere woningen hun intrek to nemen, dan
wordt het houden van kostgangers in de
hand gewerkt. Bovendien verwaoht zij dat
overbevolking van dergelijke kleine wonin
gen zal worden tegengegaan door de ver
ordening, houdende, voorschriften nopens
behoorlijke bewoning van woningen. Is de
ze motiveering van het voorstel den mini-
mumeisch van 30 vierkante Meter bebouwde
oppervlakte to doen vervallen afdoende?
Bestaat er behoefte aan kloino woningen
in die mate, dat men den aanbouw vrij
moet Laten en niet zooals tot nu toe slechts
don eisch van 30 vierkante Meter laten val
len bij den herbouw van een enkele woning
of den herbouw van meer woningen in hof
jes, welke instellingen van liefdadigheid
zijn
In de 2de plaats is men geneigd te vragen
of do verordening nopens behoorlijke be
woning wel voldoenden waarborg tegen
overbevolking geeft en of langs dezen weg
het kostgangerswezen wordt tegengegaan.
In do toelichting wordt alleen ten bate
van 'de „zeer kloine gezinnen" het mogelijk
maken van den aanbouw van woningen
kleiner dan 30 vierkante Meter bepleit Bij
de vraag of er een voldoend aantal kleine
woningen aanwezig is, behoeft dus alleen
met deze gezinnen rekening gehouden to
worden. Zij laten zich splitsen in twee ca
tegorieën lo. de zoogenaamde abnormale ge
zinnen, bestaande uit een weduwe met doch
ters, twee zusters, eon weduwnaar met een
zoon, enz; 2o. de jonge echtparen met geen
of één, hoogstens tweo kinderen. Dezo twee
groepen moeten geheel afzonderlijk worden
beschouwd. Straks zal blijken waarom.
Gaan wij eerst na aan do hand van het
verslag van het woningonderzoek hier ter
stede of or roden ia onzerzijds aan te nemen
dat reeds eon vrij groot aantal kleine wo
ningen in onze gcmec-nte aanwezig is.
Volgens dit onderzoek komen in Leiden
1287 cén-kamcrwoningen voor. Daar bij het
onderzoek do keuken als een kamer is be
schouwd, zal men onder dc 2-kamerwonin
gen meerdere vinden van één vertrek en keu
kon. Van het totaal aantal onderzochte wo
ningen vormden in Blok IIX de 1-kamer-
woningen gemiddeld 22.07 pCt met een ma
ximum van 2-8.42 pCt. in Blok I en een
minimum van 14.05 pCt. in Blok V.
Blok X on XI, dc wijken buiten do sin
gels gelegen, vertoon en een zeer klein aan
tal 1 kamerwoningen, resp. 6 en 3, relatief
1.14 pCt cn 0.71 pC't. In de nieuwe buurten
worden dus bijna geen 1-kamcrwoningcn
aangetroffen.
Van de onderzochte woningen bestaat
ruim 1/5 uit één-kamerwoningen. Hoe is
dit elders? In Alkmaar, waar door den
Volksbond een onderzoek werd ingesteld
loopende over 1-3-lcamcrwoningen, maken
de 1-kamcrwoningcn 17.20 pCt. der onder
zochte woningen uit. Uit de cijfers te vin
den in do uitkomsten dor woningsta
tistiek, verzameld ter gelegenheid van
do algemeene volkstelling in 1899 ziet
men, dat te Haarlem met 59.000 in
woners toen voorkwamen 1469 1-ka-
merwoningon, dit is 15.59 pCt. van het to
taal 1-3-karaerwoningen. To Arnhem met
64.000 inwoners 1231 I-kamerwoningen, dit
ijs 16.16 pCt. Tc Almeloo 202 1-kamerwonin-
gen, dit is 13.39 pCt., tc Hengeloo 425 1-
Jtamcrwoningen, dit is 19.39 pCt. der 1-3-
kamerwoningen. De tweo eerste steden ko
men, wat zielenaantal betreft, ongeveer met
Leiden overeen, doch geven een geringer
pero?ntage 1-kamcrwoningen te zien, do
tweo laatste met een toenemende fabrieks
bevolking eveneens.
Van de 1287 aanwezige 1-kamcrwoningen
zal zeker een deel wat den algeheolcn toe
stand betreft zeer veel te wenschcn over
laten. Men mag evenwel verwachten, da';
door de toepassing van verschillende bepa
lingen in de Bouwverordening het percen
tage goed onderhouden 1-kamerwoningen,
dat tijdens het onderzoek in Blok IIX ge
middcld 37.83 pCt. bedroeg, steeds stijgend?
is cn hiermee het aantal ter bewoning gc
schikte 1-kamerwoningen. En vergeto men
niet, dat bovendien bij een doortastende toe
passing van Art. 1 lsto lid der verordening
nopens behoorlijke bewoning, waarbij be
paald wordt, dat het aantal bewoners niet
grooter mag zijn dan 1/10 gedeelte van liet
aantal kubieke Meters, dat de inhoud aau-
geoft van do tot bewoning bestemde vertrek
ken, er red ca is te raeenen, dat het aan
tal kleine woningen tot nu toe door be groo-
te gezinnon bewoond, vrij zal komen voor
hen, voor wie zij geschikt, zijn. Volgons het
rapport waren onvoldoende bewoond, dat
Us bewoond 'door meer dan 2 personen in
Blok IIX gemiddeld 13 pCt. Veel van dezo
woningen zullen ook, nu een andere maat
staf wordt aangelegd, overbevolkt blijken.
Uit. dit alles mag men besluiten, dat oen
voldoend één -1c. -w oningen voor
de zeer kleine gezinnon aanwezig is,
to meer, indien men bedenkt-, dat onder 'dc
twcc-kamcrwoningen verscheidene zeer klei
ne gevonden worden.
Wij zagon reeds, dat de zeer kleine gezin
nen in tweo groepen gesplitst moeten wor
den. Waarom moet men nu, m. i. bij de
vraag of aanbouw van woningen kloiner
dan 30 vierkante Meter noodig is de jonge
gezinnen met geen of weinig kinderen bui
ten beschouwing laten?
Worden cr nieuwe zeer kleino woningen
gebouwd, dan zullen allicht jonge echtparen
dio cr misschien niet toe zouden overgaan,
in dc oude 1-kamerwoningen te trokken, in
de nieuwe hun introk nemen. Aanvankelijk
levert dit geen bezwaar op. Allengs even
wel neemt het gezin in aantal toe, dc ruimte
oorspronkelijk voldoende, waarschijnlijk
niet meer dan dat als wij aan woningen
d?nkcn nog al wat kloiner dan 30 vierkante
Meter wordt voor bet. crezin tc klein Na
korter of langer is de woning overbevolkt.
Enkele gezinnen zullen verhuizen, maar er
zullen er ook vele zijn, die in deze kleine
woning blijven. Tegen overbevolking op de
ze wij9 ontstaan, is van dc zijde der over
heid niets te doen; alinea 1 van Art. 5 be
paalt, dat de bepalingen betreffende over
bevolking niet van toepassing zijn, indien
overschrijding het gevolg is van vermeer
dering van het gezin door geboorte. Tot
verhuizen kan dc overheid niet dwingen,
al heerscht de schromclijkste overbevolking.
In een grootere woning treedt die overbe
volking pas later indan zijn enkele kin
deren van school, verdienen en is er dus
"meer kans, dat tot verhuizen wordt over
gegaan.
Indien het minimum van 30 vierkante
Meter bebouwde oppervlakte vervalt, dan
z.al dc minimum-ruimte worden aangegeven
door art. 32, waarin voor elke woning ten
minste één vertrek van 14 vierkante Meter
fin een gang van minstens 1 vierkante Me
ter oppervlakte wordt geeischt. In een der
gelijke woning zullen volgens alinea 2 van
art. 1 dor bewoningverordonïng mogen wo
nen 3 volwassen personen of twee volwas
senen en twee kinderen beneden 10 jaar.
Bij een hoogte van 2.90 M. (de minimum-
hoogte) is dc kub. inhoud van de ter be
woning bestemde ruimte 40.6 kub. M., na af
trok van besteden on kasten ongeveer 35 k. M.
Dit gedeeld door 12 geeft 3. Nu wordt in
dit eene vertrek gehuisd, geslapen, klei
ne kinderen slapen niet onmiddellijk op
zolder, gewasschen, gekookt. In het Leid
sche woningverslag wordt voor een woon-,
tevens slaapvertrek, 15 kubieke Meter per
volwassen persoon verlangd, ccn maat, ge
woonlijk aangenomen. Ook indien dus in
de zeer kleino woningen nog geen overbe
volking valt te constatecrcn, kan het zijn,
dat de hoeveelheid lucht per persoon veelal
niet ruim genoemd mag worden.
Welke eischen vinden wij elders aan werk
manewoningen gesteld? Onlangs werd in
dit blad vermeld, dat in Warmond 30 vier
kante Meter als minimum-bebouwde opper
vlakte was vastgesteld, In het Nutsrapport
van de lieeren Van Hasselt en Verschoor zijn
betreffende bebouwde oppervlakte van
werkmanswoningen verschillende gegevens
bo vinden In Leeuwarden vonden wij klei
ne woningen met een oppervlakte van
37.80 vierkante Meter, andere van 3-1.65
vierkante meter. Te 's-Gravcnhage werden
kleine woningen gebouwd met een totaio
oppervlakte van 27.50 vierkante Meter, van
29.34 vierkante Meter, van 26.15 vierkante
Meter en van 23.04 vierkante Meter. In Arn
hem troffen wij 1-kamerwoningen aan van
25.10 vierkante Meter bebouwde oppervlak
te, andere niet meer dan ccn kamer van
28.70 vierkante Meter. Te Delft kwamen wo
ningen met één kamer van 14.40 vierkante
Meter cn con keuken voor met een bebouwde
oppervlakte van 30.36 vierkante Meter.
Do conclusie van do hoeren v. Hasselt
en Verschoor is, dat éénk. woningen
alleen in do grootste noodzakelijkheid wor
den gebezigd. Bij alle woningen, dio op
initiatief van arbeiders gebouwd waren,
ti*off©n wij meer dan één kamer aan.
Voor woningen met één vertrek en bed
steden achtten wij een totale ruimte na
aftrek van portaal of gang van 26.17 vier
kante M. noodig; voor woningen met meer
dan één vertrek bij een hoofdvertrek van
14 vierkante M een oppervlakte van
28.17 vierkante M.34.17 vierkante M Do-
ze maten komen gemiddeld overeen met
wat wij vonden voor woningen zonder ver
dieping of met een opgetrokken zolder
verdieping. Etage-woningen zijn gewoon
lijk grooter
De heoren v. Hasselt en Verschoor
kwamen tot do bovengenoemde maten na
eon uitgebreid onderzoek door het goheele
land. Moet men nu schromen een minimum
vast te stellen, dat hiermee overeenkomt in
een stad als loeiden, waar de grondprijzen
nog niet zoo- fabelachtig hoog zijn als in
dc grootene steden Vindt men den eisoh
van 30 vierkante M. te hoog, laat men
dan 25 vierkante M. als minimum bebouw
de oppervlakte stellen. Hierdoor krijgt
men kans, dat ook in do kleinste woningen,
waar in elk geval één vertrok van 14 vier
kante M. aanwezig moet zijn, ton minste
één neven vertrek, allereerst dus een keu
ken wordt bijgebouwd.
Eénk. woningen zijn voor normale gezin
non beslist onvoldoende. Do invloed van
ccn goede, ruime woning op den lichame
lijke en geestelijken toestand van ccn gezin
is niet hoog genoeg te schatten. Waarom
au to Leiden, waar hot per oen tag c éénk.
woningen al hoogcr is dan in verscheidene
andere plaateen, de mógelijkheid open
stellen hun aantal nog to vergrooten Zij,
dio bekend zijn met de bewoners der klein
ste woningen weten, dat al, te dikwijls eerst
als een gezin een ruimere woning heeft be
trokken, de voordcelen hiervan op hun
waarde worden gesohat; dan wordt be
treurd, dat niet eerder vader of een groote
zoon van zijn zakgeld b.v. een kwartje voor
de huur afstaat. Waarom niet trachten ook
dc armston hoogere eischen aan hun woning
te doen stellen?
Nu meent de Commissie voor de Straf v.,
dat het kostgangerswezen in de hand wordt
gewerkt, indien men den bouw van zeer
kloine woningen tegengaat. De zeer kleino
gezinnen zullen, vreezen wij, de meerdere
huur voor de groote woning aanvullen
door het houden van cm kostganger. Nu is
er op een gegeven oogenblik in een stad
een zeker aantal alleenstaand© mannen en
vrouwen, die een onderkomen in een
vreemd gezin moeten vinden; dat aantal
hangt evenwel niet af van het aonta-l ge
zinnen, die ccn kostganger wenschcn op te
nemen. Worden zij dus niet in de zeer
kleine gezinnen ondergebracht, dan gaan
zij inwonen bij de grootere gezinnen in de
grootere woningen. Men verplaatst dus
eenvoudig het te betreuren feit, dat vreem
de cleanenten in ccn gezin hun intrek no
men. Zoowel in de grooter© als in dc wo
ningen van 25 viork, M. brengt dit bozwar
ren mot zich en in deze niet meer dan in
gene, want immers overbevolking door het
houden van kostgangers ingetreden, is al
tijd tegen te gaan, in do kleino evengoed
als in dc grootere woningen.
De andere schaduwzijden van hot houden
van kostgangers blijven in beide bestaan.
Uit het voorgaande meen ik nu to mogen
besluiten, dat de redenen, die do Commis
sie voor do Strafv. opgeeft voor hot vast
houden aan haar meening tegen het ad
vies der Gezondheids-commissie in, niet
afdoende zijn en het werkelijk een besliste
achteruitgang zou zijn te noemen, indien
niet ten minste een minimum bebouwde op
pen-lakte van 25 vierkante M. voor dc
kleinste woningen werd geëischfc.
Een belangstellende in het
W oning vraag stuk.
Koloniën.
Batavia, 8—ii Juni.
De „Locomotief" deelt inee, dat den
6den Juni de bekende zendel ing-leeraar,
de heer P. Jansz, in den ouderdom van 83
jaren te Xoedoes is overleden. Hij werd den
7den Juni aldaar bograven. De overledene
was 51 jaren in Indië werkzaam. In 1894
vestigde hij zich te Soerakarta in het be
lang van de vertaling van den Bijbel in do
Javaansoho taal. Sinds 1902 woonde hij te.
Pati.
Do kapitein der infanterie W. Smits,
in garnizoen te Weltevreden, heeft wegens
ziekte twee jaren verlof naar Europa ge
vraagd.
Do kapitein der genie F. W. P. Clig-
n o 11, in garnizoen te Amboina cn Tcrnate,
heeft wegens ziekte één jaar verlof naar
Europa gevraagd.
De kapitein O. L. Kalf ster man, van
het 11de bataljon infanterie te Meester
Cornelis, heeft eervol ontslag uit den mi
litairen dienst gevraagd. <J. B.)
De colonne Tan Daalen.
Uit Kwala Simpang wordt aan de „Deli
Ct." bericht, dat op 38 Mei de zwaar vei-
versterkte kampong Tampeng 11 a een gevecht
van 6 uren storm onderhand door dc colonne
word genomen.
De vijand liet 176 dooden, waaronder 51
vrouwen on on volwassenen, op het gevechts
terrein achter. Alsmede 7 gewonden. Wij
maakten 4 gevangenen, 114 geweien en een
revolver in handen.
Onder de dooden is herkend de ex-Ked-
joeroean van Pitiambang Aman Djané en
do Kedjoerocan Damol uit het Alias-gebied
met. 18 Allassere.
Onzerzijds zijn onbeduidend gewond de
luitenants Watrin, Van Braam Mot ris,
Christoffcl, sergeant Dolleman, niet levens
gevaarlijk 29 minderen, 5 dwangarbeiders;
gesneuveld 1 mindere Zoodra alle hoofden
zich hebben aangemeld, zou de colonne door
nikken near de Allaelanden.
Bij de Pendeng-colonne zijn geen vei liezen
goloden.
Zoowel Penossan als deze laatste benteng
Tam beng liggen nog midden in het brvolkto
deel der Gajoe-Loeos, het eerste dicht bij
het vroeger gemelde Peparok, liet laabsto
bij do eveneens vroeger reeds genomen Kam
pong Doercn cn beide zuidelijk van den
grooten weg naar Tripa.
Uit Kotta-Radja wordt dato 7 Juni aan
do „Deli Ct." geseind:
De oolonnq ondci den kapitein E. T. C.
Tolhuys kreeg in Boven Seunagan een kle-
wangaanval. Gesneuveld zijo 1 marechaussee
en 3 dwangarbeiders, gewond 10 minderen
en 6 dwangarbeiders.
Do verliezen van den vijand zijn onbekend.
's Nachts kreeg de colonne wederom een
klewang aanval in het bivak Kroengtjoet te
verduren. Gesneuveld zijn 2 mindeicn en
een dwangarbeider, gewond 8 minderen on
een dwangarbeider. De vijand liet elf dooden
met wapenen in onze handen achter.
Do correspondent van do „Deli-Ct." to
Kwala Simpang schrijft nog het volgende:
Do overste Van Daalen heeft gewacht met
het binnenrukken 'der ALaslandcn totdat alle
hoofden der Gajoe Loeos zich gemeld zou
den hebben.
Bij zijn vertrek ontbraken nog de R. Pe-
nosan, R. Pudang, en de ondergeschikte
boofden van Reróbö en Pasés, alsmede de
Rödjö Tampèng.
Dit Tampèng nu is op 18 Mei genomen.
Dezo versterking was ontzettend zwaar ver
sperd en wel met levende bamboedocri tot
een breedte van 615 meter I
Dc 30 gewonden zijn allen meest licht
gewonden, waaronder de 2de luitenant
Christoffcl, nu reeds voor do vierde maal,
cn de luitenant Watrin (voor dc tweede
maal) 2 licht© schampschoten, en de 2de
luitenant van Braam Morris, ccn onbedui
dende wonde, veroorzoakt door een steen
worp.
Het duurde intusschen rijf uren alvorens
dc troep binnen dc versterking was.
Onder dc 125 doodc mannen waren o. a.
A. Tjané, de ex-Kedjoeron en Rodjo' Tjeq
Bainbèl van de Alaslandcn met 21 Alassers
(„de zg. bevriendo") en 50 vrouwen en kin
deren.
Allo benbengs zijn nu genomen. Het
transport met 61 zieken cn gewonden mar
cheerde op 24 Mei af.
Onderweg bezweek d^ luitenant Harboid
aan typhus, die to Péndéng door zijn ka
meraden werd begraven.
Do overste Van Daalen heeft voor den
tocht tiaar do Alaslanden dynamiet aange
vraagd. Vermoedelijk om de zware paggers
sneller te kunnen opruimen
De oprukkende colonne zal bestaan uit
14 brigades marechaussee ter sterkte van
140 160 man totaal en 90 man infanterie
onder den kapitein De Graaf, en de luite
nants Delgorge en Lasonder.
Volgens een laatste bericht, zegt de ,,De
li-Ct." rukt de colonne Van Daalen eerst
half Juni op naar dc Alaslanden.
Naar verluidt \an Batakker berichten
zou in de Alaslandcn slechts één kampong
versterkt zijn.
Do „Deli-OV schrijft verdort
„De tocht van den overste Van Daalo*
is eenig in de Ned.-Indisohe krijgsgeschie
denis; een dergelijken reusachtigcn marach
vinden wij nergens opgeteekond in de an
nalen van het Ned.-Indische leger.
„Oorspronkelijk met slechte 200 man uit
getrokken, trok de colonne steeds vechtende
door de zware terreinen, bentong na ben
teng nemende. Intusschen kreeg de troop
tot tweemaal toe versterking van 40 man,
zoodat er 280 man afwisselend in het gevecht
waren, voordat de 150 man van de Pen-
deng colonne de zoo gewenschte vervcrsching
kwamen brengen.
„Van die 280 plus 150 man, die er later
bij kwamen, zijn niet minder dan 174 man
gewond, benevens 13 officieren!
„Bovendien zijn 21 man gesneuveld. Te
zamen alzoo een 208 dooden en gewonden,
dus, in aanmerking genomen dat telkens
slechte een deel van den troep in het ge
vecht was, een dikke 50 pCt.
„Te verwonderen is dit niet, wanneer men
nagaat welk een fanatiek en heldhaftig ver
zet de Gajoe Loeoërs hebben geboden.
„Is de tocht van den oversto Van Daalen
eenig in de krijgsgeschiedenis, eenig en zon
der voorbeeld is ook het prachtig verzet
van het Gajoesche volk, waaraan wij hier
hulde brengen."
Nog meldt de „Deli-Ct.":
Het grieft den troep, officieren zoowel
als minderen, dat ondanks onze herhaalde
verzoeken, de vrouwen zich met de mannen
heldhaftig op do bres wcnschen te verwe
ren. De fanatieke vrouwen zijn in het wit
gekleed, hebben zich den dood gewijd. It i»
war, helaas, het kan niet anders, maar het
is niettemin afschuwelijk vooral voor heny
die daar hun plicht moeten doen.
Het „Adv. blad van Atjeh" van 11 Joni
meldt:
Overste Van Daalen berioht: Na vermeet-
tering van de gampong Tampèng, die ge
durende het gevecht in brand geraakte, gai
de kampong Rema zich over. Aan vele vrou
wen en kinderen uit Tampèng en Rem*
werd vrije aftocht verleend met htm goede
ren. Rema werd ontwapend en leverde 73
geweren in, daarna ^ord B ran dang ontwa
pend en leverde 22 generen in, in deze gam
pong werden 34 gewonden van Tampèng
aangetroffen.
Binnen eenige dagen rukt de colonne door
naar de Alaslandcn, waar verzet wordt var-
wacht te Tandjong, Batoe 'Mboelan, Baas-
bel cn Lik&b.
Aan den militairen commandant van dl
Oostkust van Sumatra verzocht de overste
Van Daalen om zijn zieken en c.q. gewonden
tegen 20 Juni met ccn transport to doe» al-
halen in Biaq Mooli, in hot Alasgèbied, welk
transport tevens munitie on levensmidde
len moet aanvoeren.
Aan den resident van Sumatra's Oostkust
werd verzocht den assistent-resident belast
met do Batak-aangelegenheden, Westenberg,
mede te geven, voor eventueele aanraking
met Karo-bataks.
DJAMBÏ.
Onder dagteckening van 3 en 4 Juni
seinde do resident van PaJembang all
volgt:
I. Bij nachtelijke beschieting bivak pa
trouille in doesoon Petarikan (Kocmpilp
niet levensgevaarlijk gewond tweo in tand-
scho fuseliers.
II. Bij nachtelijke beschieting 31 Mei jlt
werd van Koempih patrouille een in-
landsch fuselier levensgevaarlijk gewond,.
Twee dezer kwaadwilligen gedood bij 8oen-
goi Trap, buit: een geweer en blanke wa
pens.
Bendo Radon Mat Drie beschoot eenig©
malen voorbijgaande stoom ere bij Bed j on
bang en Doerian-idjoe. Volgens stellige b*«
riohton is Pangeran Soeto Djojo alia* Ra
den Anom kort geleden in doesoen Poenti-
kalo overleden.
BORNEO.
Van den resident der Z ui der- en Oootar-
afdeeling is onder dagteekening van 1 Ju
ni hot volgende telegram ontvangen.
Boven-Kapoeas nagenoeg geheel verlap
ten door vijandelijke benden, die zich weef
naar Boven-Doesoen hebben begeven oen
daar colonne Fransscn Herderschee te be
stoken, waarbij luitenant Van den Vrij-
hoeff sneuvelde, zoo als mij eerst than*
blijkt uit ontvangen rapporten van Frana-
scn Herderschee, die op 21 Mei ingesloten
was, doch thans vermoedelijk ontzet door
gezonden versterking.
Heden vertrok hekwielor Otto na afloop
reparatiën naar Poeroek Tjahoe; daarmei
vertrok gewestelijke militaire comman
dant met een officier, vijftig mdlitairen en
dwangarbeiders. (Java-Ct.)
DJOKJA.
De „Mataram" bericht: D rer dagen heeft
een ingeaetene van Djokja een brief ont
vangen, waarin hem werd meegedeeld dot
de hoofd a an legger van de troebelen te Go-
dangan zich op dit oogonblik te Djokja be
vindt. Of deze hier thans alleen een veili
ge schuilplaats zoekt, da.n wel het voorne
men heeft ook in dit gewest den geest van
opstand aan te wakkeren, was in dat schrij
ven niet vermeld.
Kruisers beschadigd.
De „Deli Ct." van 10 Juni bericht:
Men meldt ons. dat cenige dagen gelo-
den de kruisers „Utrecht" en „Gelderland?
in het vaarwater tusschen Poeloe Bras es
Nassi op een onbekende rots zijn geloopen.
De „Gelderland" kreeg een groot lek en
van do „Utrecht" werd do schroef beecha-
digd.
De kruisers liggen op het oogonblik voor
Sabang, en zullen vermoedelijk naar Sin
gapore moeten voor reparatie.
Het wordt tijd, dat de „onbekende rót-
een" in de Indische wateren belangrijk
verminderen. En herziening van onze zee
kaarten schijnt niet overbodig.