LEIDSCH DAGBLAD, WO 3NSDAC 6 J JLI. - TWaEDE 3LAD. Anno 1904 PERSOVERZICHT. No 13609 De Arnheiruche Courant herhaalt het af keurend oordeel, hetwelk tij reeds vroeger over hot wetje tot a p 1 it sing van Den Haag voor dc Provinciale St ate n heeft uitgeep roken. Als nieuw motief voor het wetje noemt 'de Regeering thans: het groote aantal kie- eera in het district 's-Gravenhage, nl. 34,000. ,,Het oproepen schrijft de Mi nister in zijn toelichting bij elke tus- Bchentijdsche vacature van een zoo aanzien lijk, en bij de gestadige uitbreiding van bet Eaelontal steeds stijgend getal kiezers, ver oorzaakt niet alleen kosten, die konden worden vermeden, maar vergt bovendien van de kiazera noodelooeo inspanning". De Arnhemsche Courant is verbaasd over deze redenecring. Is de keuze van een vertogenwoord iger dan ten slotte niotfl meer dan noodoloozo drukte? Het groote cijfer kiezers in het district kan eleobta een argument zijn tot vermeerde- Hing van het aantal steinhureaux, ma-ar niet om nog weer eens, geheel stelselloos, een willekeurigen greep te doen in de pro vinciale kiestabel." Wat verder de kosten- quaestle betreft: zouden voor Den Haag die kosten werkelijk zooveel hooger zijn dan voor de vervulling eener tussohentijd- Bche vacature bijv. in een van de vijf groote districten van Friesland, waarin zoovele Btembureaux noodig zijn. Er in alleszins grond dit te betwijfelen, meent do Arnkemsche Courant. In de anti revolutionaire pons De Standaard voor aan verweert men zich met groote warm te tegen lïet verwijt der Nieuwe R otter- damsche Courantdat deio rerknipping van Don Haag een zuivere partijdaad is; de bakende schrijver der Haagsche brieven in De Standaard becijferde onlangs zelfe, op grond van de stemming in Den Haag op 17 Juni 11., dat de rechterzijde bij een splitsing van het district niets zou win nen een becijfering, welke evenwel voor cle volgende verkiezingen van jaar tot jaar mot steeds velschillende kiezerslijst-, na tuurlijk niets bewijst, en terwijl katho lieke bladen als li ei Huisgezin erkennen, ■dat partijbelang do geheime drijfveer is, wordt zelfs driestweg tegengeworpen, dat nu ook de rechterzijde wol eens de diep 1 immoreel© „Wahigeometrie" in toepassing mag brengen, nadat de liberalen daarvan vroeger zoo schaamteloos hebben geprofi- teord- Is moo dan zoo geheel vergeten, dat juist, om voor dat diep onzedelijk politiek gedoo een stokje te steken, bij de grond wetsherziening van 1887 het aantal Ka merleden op een vast cijfer werd bepaald, en rnoct nu datzelfde geknoei, voor do Ka merverkiezingen onmogelijk gemaakt, waar- lij!': weer met de provinciale kiestabel wor den borhaaldï Alleen van het denkbeeld treeds moet elk eerlijk gemoed walgen. Als werkelijk hot groote kiexerscijfer in het district 's-Gravenhago wijziging in den iocs tand noodig maakt, dan staat or tot Opheffing van dit bezwaar maar één weg open, billijk en rechtvaardig voor alle partijen: nl. aanneming van een cvonredig ptclael voor do verkiezing dor Provinciale Staten. Daarbij is niet alleen elke kansbe rekening voor de politieke partijen uitge floten, maar ook wordt aan alle, binnen )de grenzen der mogelijkheid, een rechtvaar dige vertegenwoordiging in de Provincialo Staten vorzokord. Dan zou ook besluit de Arnhemsche Courant, aam het kabinet- Kuypor bij tijdgenoot en nageslacht do eer verzekerd zijn, ,,tot een voor heb vaderland Bcgenrijko hervorming hot initiatief te heb ben genomen, een gewichtige daad van po- Jitioke rechtvaardigheid te hebben ver licht." In een artikel, getiteld Nabetrachting", gaat Het 1 aderland na, waarin de liberale partij in haar staatkundig werk de laatste jaien te kort is geschoten Behoudens loffelijke uifczondermgon zijn wij te kort geschoten in voortdurondo plichtsbetrachting. Wat do tegenpartij dag aan dag doet, laar op jaar, daarom begint gemeenlijk do liberaal zich te bekommeren als de bladen meiding gaan maken van verkiezingen, dio op til zijn. Dus als het te laat is. Te laat, niet cm biljetten te verspreiden, niet om vergaderingen te beleggen, verkiezingsmid- dclen beide, dio hun nut hebben, doch een j nut, dat licht overschat wordt maar wel om de kiezers in behoorlijken getale van do vrijzinnige beginselen te doordringon, wel j om te zorgen, dat elk vrijzinnige, die kie zer worden kan, dat inderdaad ook wordt. In het werk, dat openbaar moet worden j verricht, zijn ditmaal stellig onze geestvcr- wanton niet te kort geschoten. Maar wat er is verrioht van het stille 1 werk, dat reeds maanden, voordat een ver- j kiezing in het verschiet komt, leant en klaar moet zijn? Yan het huisbezoek ter overre ding? Ieder, die praotisch in de politiek een tijdje meeleefde, kan hot u vertellen, hoe gewichtig deze arbeid is. Daardoor worden vele burgers zioh eerst bewust tot welke politieke richting zij eigenlijk behooren. Dat zijn, zal men zeggen, de ware broeders niet. Toegegeven, maar dit is do eenige manier om hen dat te maken. Aan een opwekking van „public spirit" heeft een land niet spoedig genoeg. Het georganiseerde en stelselmatig op touw gezette huisbezoek is niet het cenige mid del om den geest van belangstelling in de publieke zaak over vele Nederlanders, die dutten, tot dusver, vaardig te doen worden. Een uitnemend middel daartoe, een mid del, steeds nog verwaarloosd door de onzen, is de kleine pers, die geheel andore lagen der bevolking kan bereiken dan do groote. Wil dio kloino pers slagen, dan is daar toe offervaardigheid noodig, in geld en in persoonlijke moeite. In 1901 kregen we de eerste waarschu wing, dat ook op dit gebied onvoldoende gearbeid waa; zoo pas kwam de tweede; is dit genoeg of nog niet? Een vierde leering nog valt uit de Sta- ten-vorkieeingen te trekken: dat de wijze van verkiezing der Eerste Kamer niet deugt. Niet omdat over het algemeen de zege bleef aan de kerkelijke partijen, maar om dat nu duidelijk gebleken is, dat dezo ge trapte wijze van verkiezing alleen in naam een getrapte verkiezing is wat do politieke richting der te kiezen Ecrsto-Kamerleden betreft, maar feitelijk een dircote keuze wordt, en bovendien, omdat voor do Pro vinciale Staten, geheel in strijd met wat Grondwet en Provinciale Wot van hen heb- bon willen makon, in do oogen van het kie zerskorps niet de behartiging der Provin ciale belangen hoofdzaak is, maar hun funo- tie als kiescollege. De Provinciale verkiezingen als zoodanig zijn bij de laatste stembus meer dan ooit te voren door de politiek verknoeid. Zij zijn politieko verkiezingen geworden cn daar door kunnen do gewestelijke belangen niet anders dan schade hebben gelodon. Eon ver schijnsel, dat zich herhalen zal, zoolang men niet breekt met het stelsel, dat do Eerste Kamer door cle Staten der provinoies wordt samengesteld." Mr. Troolstra heeft o.m. het volgen- do gezegd aan con redacteur van De Tele graafnaar aanleiding van do Statenver kiezingen, over de liberalen. Al' zijn de liberalen ditmaal hier en daar door de rechterzijde geslagen, daarin zie ik nog gee«nszinB clen ondergang van hot liberalisme. Integendeel getuigde de jong ste actio van een opleving van het libera le beginsel, hetgeen voor mij bleek uit den sterken tegenstand tegen het clerioalisme en de tegenwoordige Regeering bij de Hoo- ger-Onderwij3wet en dc Tarief-herziening. Maar die tegenstand bezielt wel de poli tieke leiders cn hun onmiddellijke volge lingen, gaat ook wel van den groothandel uit; maar de gewone middenstanders zijn ontmoedigd achter gebleven, voelen weinig voor den strijd dor intellcctueolen voor een vrije wetenschap, en waar zij daarvoor wel iets gevoelen en in het algemeen pol ibieken zin hebben, komen zij meor en meer aan onze zijde. Het staat met de door het kapi taal gedrukte middenstandera zoo: óf Kuy- por óf de sociaal-democratie is hun toe vlucht. Het liberalisme ia ra.i. in dezen verkie zingsstrijd innerlijk en principieel wel sterker geworden; maar Is er dientengevol ge meer kracht ontwikkeld door de politioi, de propagandisten, de int-elligenten het liberalisme vermocht niet meer in te j werken op die „kleurlooze middenstof", waaruit ,dr. Kuyper zijn hulptroepen werft. Het i6 hoogst oppervlakkig, de nederlaag der liberalen toe te schrijven aan tactische foutep. De ondervinding heeft mij geleerd, als ieder, heb ook ik wol eens tactisch verkeerd gehandeld dat een partij, dio „Existenz bercehtigt" is, die een taak heeft, te vervullen, die weergeeft de oischeD vau het oogenblik, kortom, dio een cultuur historische noodzakelijkheid is, dat zoo'n partij, ondanks tactische fouten, vooruit kan gaan. Deae zijn dan fouten der lei ders, welke het wezen dor partij niet ra ken en hoogstens een reorganisatie wen- schelijk kunnen maken. „Im Grossen und Ganzen" vond ik bet optreden der liberaJen ditmaal uitstekend Dat zij een oppositie voerden tegen do Re- gcering over de gansche linio harer poli tiek, is hun van conservatief-liberale zijde als een fout aangerekend; maar ik zag daar meer een bewijs in van tijdelijke op leving Do liberale partij moge daarmede bij cle naar Kuyper zwenkende „kleurlooze middenstof" weinig succes hebben gehad als het zoo doorgaat, zie ik daarin het be gin van grooter aantrekkingskracht op do degelijker elementen der burgerklasse. Voor 1905 zullen echter de liberalen zoo ging de heer Troelstra voort een ac tief program moeten hebben, „waarop groote, positieve, heb liberaal beginsel waardige punten voorkomen" algemeen kiesrecht natuurlijk bovenaan. Of zij dit zullen inzien, betwijfelt de heer T. ech ter, en zoo niet, dan zullen zij aan de zijde der clerioale Regeering terechtkomen. Over de duurzaamheid der tegenwoordi ge partij-verhoudingen zeido hij nog het volgen-de. Dr. Kuyper is voornemens nog minstens vier jaar met de tegen woo r-digo coalitie door te werken, dio hij kan in stand houden met zijn lager-onderwijs- en ouderdoms-pensionneeringsplannen. Maar daar de zaak van het kiesrecht zich op clen duur ook niet onder de chris tenen laat vermoffelen, zal toch eenmaal' het oogenblik komen, waarop dr. Kuyper vóór of tegen de democratio zal moeten kiezen een keuze, dio hij dan misschien uit den weg gaat door zijn „otium cum dign.itate" te aanvaarden. Kicet hij dan vóór de democratie, dan is de christelijke coalitie ontbonden, die dan deze goede zij- do zal hebben gehad, dat zij de onhoud baarheid en het fiasco eener „christelijke" politiek boven allen twijfel zal hebben ver heven. Ik verwacht dan een andere partij-groe- peering: «en aoort nationale partij; van het christol ij k nationale beginsel van De Nederlander zal alleen nog het natio nale overblijven Een oonservatievo coa litie kan dan aan het bewind komen, ge vormd door de conservatief-reaetionaire elementen der liberale partij, de fractie Lohman-Do Visser, de groote meerderheid der katholieken, misschien de gelïeole kar t-holieke fractie on de conservatieve ele menten, die thans deel uitmaken van dc Kuyper-fractie, waarin zij misschien „christelijk", maar niet „democratisch" thuis behooren. Onder hot bestaande kiesrecht is er m.i. ruimte voor een dergelijke coalibio, welke de uitgescheiden democratische anti-revo- lutionnaire, de Unie-liberale®, do vrijzin nig-democraten on do sociaal-democraten als democratische minderheid tegenover zioh zal vinden. Langs dezen weg is tot een gezonde verhouding tusschen oonservotisme en democratie te geraken, waaruit do duur zame orvc-rwinning dor democratie zal moe ten voortkomen. Dt Nieuwe Courant begint een artikel over de memorie van antwoord over de Hooge r-0 n d e r w ij s-w e t met de opmerking, dat di. Kuyper's ant woord nog vier bladzijden langer is dan het verslag, dat de Eersto Kamer zelf uite bracht, maar alleen reeds de zeer uitvoerige woordelijke citaten uit do met de tweede Ka mer gewisselde stukken on dooi den Minis ter gehouden rede voorin gen maakten dien grooton omvang onvermijdelijk. Dr. Kuyper weet uit zijn journalisten tijd, dat men niet ka® volstaan met de mensehen te verwijzen naar een of ander onderwei p, men moet herhalen, en dat had te minder bezwaar, waar in de Bijlagen der Staten-Generaal het begrip) „gebrek aan plaatsruimte" on bekend is. Het groot..te citaat, viei bladzij den ruim lmg, strekt om aan to toonen, dat i de Minister zich niet gerechtigd achtte een j bindende belofte af te leggen in zake de in- diening van een ontwerp tot ontneming I van den effoctus civilis aan de universitai- i re graden en invoering van staatsexamens, j Dc poging van één lid der Eersto Kamer, I om alsnog die belofte te kiijgen mislukt zijnde, is dat lid thans tot do tegenstan ders te rekenen en De Nieuwe Courant acht daarmee het vonnis over het ontwerp go- streken. Ook de Minister maakt zich op dat punt geen illueies. De verklaring aanhalen de, dat „zeer vele leden daartegen (n.l. te gen de regeling van den effectus civilis onoverkomelijke bezwaren hadden"), zegt hij droog en een weinig spijtig: „Is hier onder zeer vele leden, naar par lementair gebruik de meerderheid te ver staan, en moet onoverkomelijk in lottei lij ken zin worden opgevat, dan zal nadere ge- dachtenwisseling ter bevordering van ge meen overleg geen dool treffen, en kan het antwoord der Rcgeoring alleen ter rechte vaardiging van de ingedionde voordracht strekken." Alvorens dan eonigo aantoekeningen op den inhoud der Momoiic van Antwoord to maken, noemt De Nieuwe Ct. 's Ministers bescheid op de grief, dat de horvorming dor Polytechnische School aan de zoogenaamde vrijmaking van het bijzondor onderwijs is vastgekoppeld, een sofisme. Immors, do Mi nister weipt tegen, dat, ware die grief gif grond, de algeheel© herziening eener veel omvattende wet, een geheel nieuwe Hooger- Ondorwijs-wet bijvoorbeeld, bij dc Eorsto Kamer op onoverkomelijk formeel bezwaar zou moeten stuiten, aangezien daaiin nog veel meer ongelijksoortige onderwerpen zou den zijn samengekoppeld dan in het thans aangeboden ontwerp. Dat is een sofisme, omdat bij een algCUeele herziening eener groote wet de ondeelbaarheid is geboden, onvermijdelijk, gevolg van de boheerschendo gedachte dor wet, dio specifiek velschillen de ondordeedon samenvatte in een generiek geheel. Maakte de Eerste Kamer tegen zulk een samcnkoppeling bezwaar, zij zou zich de vormajning moeten laten welgevallen, dat zij haar bedenkingen tegen do Grondwet be hoorde te richten, welke haar het iecht van amendement onthoudt. Do ontwerpen echter, dio een partieelo wetsherziening voordraagt, heeft het vrije vermogen om daarin slechte die onderdeden op te nomen, welke gezamenlijk en samenhangend strek ken tot verwezenlijking van de gedachte, waarmede hij do partieelo herziening on dernam. Daarom ia het verwijt aan het adres van den Minister gegrond; bij de door hem sa mengekoppelde onderwerpen is bovenstaan de niet het geval. Dan overgaande tot wat di. Kuypor in brengt tegen dc argumenten in het Vcrelag, wolko ook die der Nieuwe Courant zijn ge weest-, verklaart het blad over de „vrijma king" nu maar vorder te zullen zwijgen, want prof. Fabius' jongste repliek in De Rotterdammer toont nog eens aan, dat het woord „vrijmaking" voornamelijk tot- proo- tidigitatorische doeleinden wordt gebezigd. „Uit de Memorie blijkt overigens," gaat De Nieuwe Cou-rant dan voort „dat do Minister blijft vasthouden aan de be schouwing, dot het openbaai hooger onder wijs eigenlijk een soort van liberalistische liefhebberij ia, die strekt om de staatsamb ten met liberalen te bezetten, en bij de stu- deeronde jongelieden den godsdienst onder mijnt. Duidelijk treedt dezo wanbescTiou- wing aan den dag, in hetgeen hij antwoordt op do naar zijn eigen meoning van „milde ren zin" getuigende denkbeelden dergenen, die deden opmerken, dat hot den christelij ke® partijen toch volkomen vrijstaat, om, nu zij aan het bewind zijn, do openbare hoogeocholen zoo in te richten, dat zij bruik baar worden ook voor den protestant en den roomsoh-katholiek. Dr. Kuyper antwoordt, dat daartoe aan de openbare universiteiten 90 nieuwe leei stoelen zouden moeten geves tigd worden en dat dit to duur zou zijnl Mocht niet verwacht worden, dat een zoo schromelijke over<_ ij ving en spitsvondig heid als geestelijke hulpmiddelen door den Minister zouden zijn vei smaad 1 Staat het benoemingsrecht hem trouwens niet ton dienste om bij voorkomende vacatures het personeel der universiteiten met zoovele po sitieve belijders aan te vullen, als onder hen waarborgen bioden, dat zij hot hoog- leciaarsambt tot cerc zullen strekken? Zou niet van „christelijk" standpunt juist als een der hoogste winsten van do verovering der regeermacht beschouwd moeten worden, dat men nu in de gelegenheid is de voor allen bestemde Instellingen van den Staat, te „verchristelijken" en zoodoende een heili gen invloed op het gansche volk te oefenon, in plaats van louter hon*op de rechte par den te leiden, die toch reeds boven eenig an- dei volksdeel op bijzondere wijze begena digd zijn? Maar daarvoor gevoelt de theoloog, die op het Binnenhof zetelt, oogenschijnlijk niets. „Hot schrikbeeld, alsof de oprichting van vrije universiteiten verdeeldheid in den boezem der natio zou kweeken, vermag op andergotcekendo geen indruk te maken. De gedeeldheid in levensopvatting bestaat. Bij elke stembus dio opengaat, blijkt-, dat do natie gedeeld in levensopvatting is." Dus wat bezwaar, de staatsmacht te ge bruiken tot aankweoking diei verdeeldheid 1 Wat andere dan de stembus zou hier den weg moeten wijzen? Zelfs door een Thorbecke aldus dc Me morie werd Groen van Prins'erer niot be grepen. Wij dachten, dat uit Thorbecke brieven andere bleek, maar al ware liet zoo, zou dit reden zijn om de twee helften, waar in dr. Kuyper de natie verdeelt, door den Staat zei ven steeds verder uit elkaar to doen jagen? En hoe onwaar een gedachte woor, die twee helften 1 Redonecr, lezer van libeialen zin, eens over staat en maatschap pij met een calvinist-, met een katholiek, met een socialist. Met- alle drie zult gij ten slotte een punt bereiken, waarop gij niet verder kunt on het gesprek eindigt. Met wion van de drie het eemst? Hoeveel schut tingen zult go wel in dit land moeten zetten, voor gij u c® do uwen voldoende tegen de „besmetting" van andersdenkenden bevei ligd hebt? Tooh bestaat er gelijk bij een andore gelegenheid bleek ook voor den sect ari sche® geest van den Ministei nog zoo iets als een „geestelijke gemeenschap dos volles." Die gemeenschap bestaat, zeggen wij op onze beurt. En daarom juist heeft men wel liet recht het scherpe verwijt te uiten, dat het gebruik, hetwelk in dit ontworp van de staatsmacht wordt gemaakt, een begunsti ging is van die ééne richting van geloof en donken, wolko haar toekomstige voorgangers op staatkundig terrein in con van anderen afgezonderde wetenschappelijke inrichting meent te moéten op kweek en. Het verwijt maakte, „zielkundig ontleed", op dr. Kuy per, „een weinig verheffendon indruk"; toch zal hij dien indruk moeten verduwen, nu zijn eerste daad van onderwijswetgeving practisch uitsluitend aan do Amstordamscho propaganda-school ten goede komt." De Nieuwe Courant spreekt ten slotte de hoop uit, dat de Eerste Kamer bij de nu woldra te verwachten openbare behandeling, recht cm strak de in het Verslag getrokken lijnen zal volgen, langs wolko de discussie zich blijkbaar bowegon zal. Zij wordt, naar het oordeel der Nieuwe Courant, geroepen om te oordeelen over een geval van politiek machtsmisbruik; deelt do meerderheid dat inzicht, dan is oi niet veel noodig om de overtuiging te vestigen, dat zij door verwer ping slechte haar constitutioneole taak ver vult. En zij moet dat doen in klare en fiora woorden, te meer, waar zij onder do tegen woordige omstandigheden zelfs don schijn van co® paitijdaad vermijdt, maar wel mis schie® een historische daad zal verrichten, die do roeping van het Hoogorhuis in ons staatsstelsel in een schitterend licht kan stellen. FEUILLETON. De erfgename van Desmond. *3) „Dat is ten minste van ha®r," zeide ze koppig „Ze gaat nooit uit zonder dieD Smamtel." „Woudt ge mij vertellen, dat ik lieg, leo- lijkc slct! Ik zeg u, dat ze weg is en nooit jneer terug komt." Voor een onkel oogenblik was Nancy in ido war gebracht, maar ook slechts voor één enkel oogenblik. „Weg, grootje?" zeide zij op vleien den toon. „Kom, daar meent go niets van. Ge houdt mo voor den gek. Wanneer is ze 'dan weggegaan V' Grootje had weder rustig in haar hoekje bij het vuur plaats genomen. „Als ge het dan weten wilt, ze is gister avond met Stephen getrouwd en toen ver trokken." Getrouwd Getrouwd met Stephen 1 Fuutl Ik heb den vent nog daarstraks op het strand gezien." „Dat is best mogc-lijk. Hij heeft de imcid naar New-York gestuurd Hij ia van plan ee® echte dame van haar to maken." „Leugens!" zeide Nancy. „Ge kunt naar huis gaan en daar het {nieuwe vertellen, verstaat ge? Zeg, wie heeft- u hierheen gestuurd? En wat is dat tyoor een papiertje, dat ge in de hand hebt?'' „Dat heeft er niets mede to maken," zei- Öe Nancy. „Hegt ge me de waarheid ver heid, ja of neen?" „Woord voor woord is waar", grinnikte grootje, terwijl er zulk een duivelsch vuur uit haar oogen straalde, dat het meis- jo onwillekeurig een schrede achterwaarts deed. „Ga en vertel dat maar aan uw moe der. Ga en vertel het maar aan mijnheer Desmond- Ze is met Stephen getrouwd. Zo zal mijnheer Arthur niet meer op het strand naloopen. Ga, liefje; ga, poesje, en vertel hem dat eens." „Leugens l Leugens I" schreeuwde Nan cy, „ik geloof, dat gij de duivel in eigen persoon zijt." Met deze woorden verliet zij het vertrek en sloeg de deur met harden bons achter zioh dicht, Even stond zij besluiteloos wat te doen; toen schee® haar iets in te vallen: Zij deed haar grove schoenen uit en sloop met ingehouden adem de trap af. Als Gyp sy ia huis was, dan zou zij haar vinden. Nancy kroop naar boven, tot op dc vlie ring en daar, de deur openende, riep zij f 1 uitterendGyp sy 1" De vliering was donker en ledig; nie mand antwoordde haar. „Hier is ze tenminste niet." mompelde Nancy. Er waren echter nog meer deuren Eén voor één werden ze door haar geopend, overal hetzelfde woord gefluisterd, alles Toen zij de deur harer eigen woning be reikte en binnentrad, vloog Arthur op haar toe. „Hebt ge haar geaien?" vroeg hij zenuwachtig en gejaagd. „Waarom is zii niet met u mede gekomen?" Zij gaf hein het verkreukelde stukje pa pier terug. Gypsy is niet meer in de herberg", zei de zij, „ze is met Stophen Darke ge trouwd." Hot papier viel uit Arthurs hand. „Wat zegt ge?" riep hij met bulderende stem. „Om '8 hemels wil, wie zegt dat?" zeide Dom. „Grootje," antwoordde Nancy. „Ik heb dè gehoele herberg doorzocht, van boven naar benoden en van beneden naar boren. Zc is er niet, zog ik u Hierop herhaalde zij alles, wat er tua- „Let op mijn woorden, mijnheer; die praatjes van een huwelijk met Steef Darke zijn louter nonsens. Gypsy haatte hem als do pest. Het is een leugen om u op het dwaalspoor te brengen." „Va® nacht zou zij mijn vrouw geworden zijn", zeide Arthur driftig. „Ze had het mij beloofd I" „Dat heb ik wol vermoed, mijnheer", ant woordde Dom. ,Ik wist het wol, dat u het goed met het meisje meendet, andere had ik ook nooit aangeboden om u te helpen." „Ja, ik meende het zoo goed mot haar," herhaalde Arthur wa-nhopend, „en nu heb ik haar in het ongeluk gebracht. Die beesten zullen haar vermoorden 1" „Als ik nu van avond nog naar dc her berg ga," zeide Dom, peinzend, „dan zal de oude feeks achterdocht krijgen. Ik go- loof dat het beter is do zaken voor heden schen haar e® grootje gesproken was. Toen te laten zooala ze zijn. Als u morgenavond zij zweeg, wendde Arthur Desmond zich tot den ouden viescher. Er lag een vreemde uitdrukking in zijn oogen. „Wat hebben ze met haar gedaan „Ja, dót is de vraag, mijnheer." Arthur zette zijn hoed op en opende de deur der hut. soo goed zoudt willen zijn hior bij mij te rug te komen, dan weet ik u misschien meer te vertellen." Arthur schudde hem de vereelte hand. „Ik zal komen „Om u do waarheid te zeggen, mijnheer, ik heb zelf ook nog een appeltje met Steef „Wacht even I" zeide Dom, hem zacht- i Darke te schillen. We haten elkander als keDs terugtrekkende. „Wacht even I Steef tevergeefs! Op de>ze wijze ging zij het gehee- j en grootje zijn twee looze vossen. Men moet le huis door, maar kwam ten slotte, even wijs als zij gegaan waa, weder bij haar schoenen terug. Gvpey was nergens te vin den. „Goeden nacht, grootjo 1" schreeuwde Nancy, nog even haar hoofd in de deur ste kende en deze nogmaals met harden slag achter zich dichttrekkende, keerde vroeg opstaan om hen to verschalken. Waart ge van plan zelf naar de herberg te gaan? Dat zal niets geven, ik verzeker het u Op die manier krijgt ge niets van het meisje te hooren. Verzin iets anders." Arthur bleef st-aan. met- den knop der deur in de hand. „Wat hebben ze inet haar gedaan?" her- w-1. <- '--ü uil,uunvoj.>.jmv., nvwu.. - -• 11 i'.'V ■"-li if. mv.1. II1 de duisternis, onverrichter zake huiswaarts. 1 haalde hij nogmaals op somberen toon. vergift. En ik ben er niet vies van hem con poets te bakken als ik er kans toe zie." Arthur Desmond liet eon goudstukje in Nancy's hand glijden tn ging weg. Op een beschut plaatsje, aan het strand, stond zijn paard op hom te wachten. Hij steeg op on draafde, in den dikken mist e® som beren nacht, naar hot kasteel Desmond terug. Door de pijnboomon heen zag hij het licht jL branden in kolonel Desmonds bibliotheek- Een schaduw toekende zich af op do ne- dergolaten gordijnen. Zonder te kloppen opende Arthur de deur cn trad dc kamer binnen. Kolonel Desmond wa« alleen. In diep ge peins verzonken, liep hij het vertrek op en neer. Naar men duidelijk zien kon, had hij zitten schrijven, want op de tafel lag zijn pen, nog vol inkt, naast cc® brief, waar van de enveloppe zorgvuldig omgekeerd was, zoodat men het adres niet kon zien- Toen de deur openging, schrikte hij. Ar thur trad regelrecht op hem toe. „Wat hebt ge met haar gedaan?" riep hij uit. Dc uitdrukking op het gelaat van den kolonel veranderde op raadselachtige wij ze. „Mijn beste Arthur, gij wilt tooh niet zeggen, dat ge in dit slechte weer uit zijfc geweest?" vroeg hij, op kalmen toon. „Ik begrijp u niet. Met wie of wien zou ik wat gedaan hebben „Denkt ge mij hierdoor tot andere ge dachte® te brengen?" schreeuwde zijn zoon, bleok van drift. „Zij Lb uit de herberg verdwenen en gij gij weet wat er mot haar gebeurd is!" „Houd u bedaard, Arthur. Wat beteckent die opgewondenheidDe herberg? O, hebt j ge hot over uw schoonc zeenimf? Ik kan j u waarlijk niet zeggen, wat ze met haar gedaan hebben. Wei kan ik u zeggen wab I zijzelf gedaan heeft. Zij i<? getrouwd met dien vechtersbaas, Stephen Darke; hij was reeds sedert jaren haar minnaar." „Dat is een leugen!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5