lEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 2 JULI. - TWEEDE BLAD. Anno 1904 PERSOVERZICHT. No. 13606 Het lid der redactie van De Telegraaf, Hat reeds een paar staatslieden interview- do over don politieken toestand in verband met den uitslag der Staten verkiezingen, heeft ook een onderhoud ge lhad men den christen-democraat den heer A. P. Staalman. Deze zeide o. m. dat z. i- do uitslag der Statenverkiezingen een i overwinning is, minder voor hot kabinet dan wol voor dr. Kuyper en dat die tn- J omf een soliaduw heeft, omdat hij is ver- J kregen onder do valsdhe leus „Vóór of to- f gen den Christus I" Het is ook nu weer ;een dankbare leus gebleken; sprak do heer Staalman, maar de aanhef was nooit zoo i valsch als bij deizo verkiezing, omdat men I daardoor poogde te verkrijgen een bewijs ,van tevredenheid, een bewijs van instem ming met wat het kabinet deed of naliet te doen. Daarna gaf de heer Staalman te kennen, dat men ruimschoots gelegenheid gehad (heeft zioh te overtuigen, dat dit ministerie allesbehalve bereid is, het Christelijk be ginsel' te verwezenlijken; dat in de thans gevoerde practlscho politiek de leuze: „vóór of tegen den Christus" in zoo menig opzicht ijdel was en valsch cn dat vele kee- ren het Christelijk beginsel moest wijken ivoor do gedienstigheden dor practijk Hij jbeweert dan ook, dat niemand het recht heeft om den uitslag dezer verkiezing te beschouwen als een motie van vertrouwen in do gedragslijn van dit Kabinet. Zulk een oonclusie past z. i. niet op de leuze: „vóór of tegen don Christus." „Voor mij bctcekent vervolgde de heer Staalman de uitslag vooral con bewijs j van den grooten invloed, dien de persoon van dr. Kuyper heeft op een zeer groot deel van het anti-revolutionnairo volk, dat hem, als ik, eert om zijn groote gaven en talenten, doch dat hem anderzijds ook beschouwt als een „kerkgod". Ik heb mij hierover gedurende de jongste verkiezings campagne op het platteland weer opnieuw kunnen verbazen. Daarbij komt dan nog do gespannen verwachting op do nog steeds voorgesp iegeldc ouderdomsr-pensionneering en de oplossing der onderwijsquaestie, voor de tot standkoming waarvan minis ter Kuyper de verantwoordelijkheid legde op de Kamer bij do jongste debatten over de staatsb eg rooting. „Teekenend voor do valschheid der verkiezingsleus „vóór of tegen Christus" is de bejegening van de Christen-democraten door de Christelijke leiders der verkiezingscampagne. Ik be doel nu hun principieele bestrijding cn laat hier de practische strijdmiddelen rus ten, ofschoon ik u merkwaardige voorbed den van hun oneerlijke en voor niets te rugdeinzende bestrijdingswijze zou kunnen meedeel en. „Het is hier echter om de principieele onzuiverheid dor verkiezingsleus te doom „De Cbri vten-domooraten zijn absoluut an ti-re vol ut ionnairen, dat weet men: zij strijden voor de verwerkelijking der groo te Christelijke beginselen, door het Kabi net zeker beleden; als zij dus oppositie voeren, is het allerminst tegen den prin- oipieeJen grondslag van dit Kabinet-, maar vragen zij het Christenvolk slechts een ge tuigenis van teleurstelling over do on trouw van het Kabinet, juist aan dien Christel ij ken grondslag. Zoodra men dit bemerkte, worden alle middelen aange wend om de Christelijke kiezens buiten on zen invloed te stellen en deelde mon ons in bij do vijanden van het ministerie, ons voorstellende aan do eenvoudigen als don duivel, die optrad als een engel des lichts. Tegon ons, puur anti-revolutionnairen, juist strijdend voor het Christelijk begin- bcI, werden nu door deze regeoringsvricn- den dezelfde principieele strijdmiddelen gebruikt als tegen de partijen an liet ongeloof. De leiders waarschuwden op vergaderingen cn waar zij or old el's maar gelegenheid toe vonden, tegen beter we ten in, dat de Christen-democraten be doelden de omverwerping van dit ministe rie, om daarvoor in de plaats te stellen een Kabinet Borgesius, Druoker en Troel- etra. Dus de Christen-democraten óók te gen den Christus 11 FEUILLETON. De erfgename van Desmond. 16) Hij keerde zich om, haalde een tweede a lucifer te voorschijn en wilde dien jmst aan do rota aansteken, toen Stephen Darke, met een echt duivelsche uitdrukking op het gelaat, het mes omhoog hief on Arthur Desmond een wilden, verraderlijken steek toebracht. Het koude staal ging schuins langs zijn borst af en kraste, na hem niet meor dan een kleine schram te hebben toe gebracht, tegen de rots. De opera^aria bestierf Arthur op de lip pen, en zich bliksemsnel omwendend<o, staarde hij zijn doodsvijand vlak in het ge laat. „Schurk, die ge zijtl" riep Desmond; „wat bezielt u?" Op dit oogonblik vernam men een hecscb, holklinkend gebLaf en rende Piper, do hond, regelrecht op zijn meester af. „Ik vervloek u 1" siste de smokkelaar; „wat mij bezielt-, is te zorgen, dat gij ni?t levend deze plaats verlaat." „Aha! Is dat uw planl' Een tweede stoot van het mes antwoord de hem. Desmond sprong ter zijde, toch had het wapen hem ditmaal ernstiger go- troffen, het fijne linnen werd door bloed bevlekt. Eer echter een dorde uitval volgen kon, wrong de blanke, lenige hand, die toch uit meer dan enkel fluweelzacht vleesch bestond, het wapen uit de bruine en ver keerde handen van den vijand. Een hevige Vorsteling volgde. Beiden rok! n over den .grond. Desmond lag boven. Dooh niet aleem met het gebruik van val- sohe leuzen werd vol gems den heer Staal man een gunstige uitslag geforoeerd, maar ook door overal den persoon van dr. Kuy per met variaties uit te spelen. Kuyper word, zegt hij, heb ee>ne oogenblik als al macht voorgesteld en dan weèr, als nala tigheid en halfheid werd verweten, luidde het: „Ja maar, dr. Kuyper kan niet alles, er is een coalitie." En door dat alles klonk altijd maar weer het grof geschut: „een christelijk ministerie of een ministerie Bor- geeius-Troelstra, gij hebt slechte te kiezen I" Dat het Kabinet goed uit deu strijd is ge komen, verklaart hij uit nog een anderen factor. De massa leeft nog in de grootste verwachting. „De uitslag ging de heer Staalman verder zou mij echter van harte verheu gen, kon ik er een overwinning van het christelijk beginsel in sien; do kans op ver wezenlijking van dit beginsel is echter tot nu nog weinig bemoedigend. Op geestelijk gebied is de afwijking reeds zecj groot; ik behoef slechte te wijzen op zoo ven schillende regeeringsmaatregelen, op do halfslachtig heid van het vaccinewetje on d© afschaffing der Staatsloterij on waar blijft do Zondags wet en wat- zal daarvan terecht moeten ko men? De teleurstelling op stoffelijk gebied is nog grooter. Van werkelijke offers ten bate der „klei ne luyden" is tot heden al heel weinig go- bleken. Na zoovele teleurstellingen voor hot christelijko volk had ik dezen uitslag niet verwacht, maar ik had evenmin kunnen vermoeden, dat in dezen strijd middelen zouden gebruikt worden als waarvan vele christelijke leiders en met name zij, die dr. Kuyperis vrienden heeten, den treurigen moed hadden zich te bedienen. Daarom is aan deze overwinning zulk een donkere schaduwzijde on kan zij geen blijvend karak ter dragen." De nederlaag der liberalen houdt volgens den heer Staalman verband met de wcinigo aantrekkelijkheid hunner historie voor ons i volk; de liberalen hebben z.i. ton opzichte I der kleine luyden een zeer zwart zondonre- gister. Verder etooten zij, zegt hij, het volk af door Hun weifelende en partijdige hou- ding bij belangrijke vraagstukken en bij- zonder heeft de in het oog loopendo ooa- litie met de sociaal-demooraten dio alleen in bitbei en haat tegen Kuyper bezieling vonden de positie der liberalen afbreuk gedaan. „Door dit coquetteercn met- de sociaal democraten, die intusschen niet nalieten haar te geeselcn, heeft, bccloo, hij, de libe rale partij zichzelvo beleedigd en vernederd voor het xolk en hef uur van haar onder gang slechts vei haast. „Zij hebben daarbij de politiek van dit Kabinet wel afgebroken, maar stelden do kiezers teleur door zeiven te zwijgen van een positi werkprogram, en dat mocht van hen, bij de mogelijkheid van tot regee- ren geroepen to worden, gecischb worden. Hun financieele politiek cn daar kwam het bij deze verkiezi) 0- zoozeer op aan lieten do liberalen geheel in het duister." In zijn Wckelijksche coirespondentia in de Middelburgsche Ct. heeft de „Eaagsohe torenwachter" het ditmaal ook over de benoemingen onder hot hui dig ministerie cn daarvan schrijft hij o. o. „Het allernieuwste op dit gebied is het „stuivertje verwisselen". Het cene depar tement milt met het andere departement, cn 's lands zaken marcheeren daardoor niet minder. Do „grondslagen" behouden hun stevigheid. Het is een maand of iets langer geledon, dat tot directeur van de Rijksverzekerings bank benoemd werd de hee-i Koning. Nie mand had vóór dien ooit van deze candi- datuur gehoord, en ook na zijn benoeming werd er zeer weinig notitie van genomen. Was het een verzekeringsman? Was het een I vakman Men wist niets meer dan dat do I heer Koning een knap ingenieur was. Dat was alles. Toevallig ben ik ecktei uit zeer goede bron iets meer van deze merkwaardige be noeming te weten gekomen. Tot goed ver liet was een woeste, wilde strijd. Met een band liield Desmond den woedenden hond op een afstand, de andore omsloot, als met- den greep van een vampyr, de keel van den smokkelaar. „Ik heb grooten lust u hier op de plaats te worgen," zeide hij, zijn onder hein lig- genden vijand met een kalmte en bedaard heid aanziende, die erger was dan de vree- aelijkste drift. „Ik heb den grootst mogelij- ken lust om u te worgen, mijnheer Darke!" Het was Darke voor het oogenblik onmo gelijk te antwoorden; maar het verwrongen gelaat teekende den dicpsten cn meest 'doo- delijken haat. Zijn tegenpartij aan alles een eind wenschcnde to maken, drukte de hand nog steviger om den dikken, gespier den nek van Darke, schudde hem eer^t heen on weer, als ware hij een hond, en wierp hem toen verachtelijk van zich af, op het strand. Over de bewcginglooze ge daante heenstappende, schopte hij er tegen, zooals men iets vuils zou wegschoppen, en zijn medeminnaar toen in de duisternis achterlatende, wierp Arthur zich in het zadel en reed weg. Hoe lang hij daar naast de rots gelegen had, wist Stephen Darke niet. De vloed steeg hooger en hooger, het schuim spatte hem in het gelaat en ten laatste bracht het wilde gehuil van Piper hem weder tot be wustzijn. Eer hij nog geheel tot bezinning was ge komen, hoorde hij eensklaps een stem naast zich. „Sta op 1" hoorde hij zeggen. „Sta op, beest dat ge zijtl" Stephen Darke krabbelde met moeite overeind. Hij zag een grooten, stevig ge- bouwden man over hem heengebogen. stand van zaken diene echter eerst het vol gende: „Aan het departement van marine be staat een afdeeling „scheepsbouw". Er is ook een afdeeling „stoomwezen". Nu bezit „Marino" terecht of ten oniechtc daar blijf ik liever buiten den naam onder al le departementen, dat daar tusechen de afdeelingen de meeste „bisbiljes" heerschcn, en de echte Chineesohe man darijnen-naijver daar den schepter zwaait. Zoo lag dan vroegei „scheepsbouw" met „stoomwezen" voortdurend overhoop, waaraan de minister een eindo meende te kunnen maken door „stoomwezen'' als zelf standige afdeeling op te heffen. Nu was „scheepsbouw" de baas. De chef van „scheepsbouw" werd tevens chef van „stoomwezen." „En nu kom ik op de benoeming van den heer Koning terug. ,Want deze heer was chef van „stoomwe zen", altijd onder den chef van „scheeps bouw." „Maai zooals hot meer voorkomt bij de departementen: de chef was minder goed op de hoogte dan do ondergeschikte, die bo vendien met leede oogen had aangezien, hoe men zijn vroegeren chef als het ware er uit had geknikkerd. In de „stukken" bleef het dan ook hommeles; de oorlog op papier werd lustig voortgezet. Totdat op een goeden dag, nu eenige maanden geleden, do heer Koning, die voor een machinelevo- rantio in 't buitenland vertoefde, plotseling bij den Minister ontboden werd...om te hoo- ren, dat hij zijn ontslag had te nemen.. Groote verbazing van den beer Koning, ont stemming van den Minister, omdat de amb tenaar zich nog wilde verdedigen. „Martiaal werd hem toegevoegd dat Z. Exc. hem niet had geioepen om een verde diging aan te hooren, maar opdat hij zijn ontslag zou nemen. Do Minister had geen vertrouwen meer in hem. Afgeloopen en af gemarcheerd. Hij mocht zelfs niet meer op het departement komen. Hij „kreeg" da delijk verlof. Echter word hem voorspraak in het „civiele" beloofd. En ziet! eenigeoi tijd daarna stónd in do „Staateoourant" do benoeming van den marine-ingenieur Koning tot directeur dei Rijksverzekerings bank. Collega Ellis had bij collega Kuyper een goed woord gedaan en zoo kon dr. Kuy per zorgen, dat zijn oogappol, do Verzeke- ring&banlr, Hia onü roToluiioaaiw* hurcÏTt in de hoofdstad, een diiecteur verkreeg. Er was dus gewoon stuivertje verwisseld. „Nu wil ik hiermede niets ten nadeelo van den heer Koning zeggen. Inderdaad moet hij een zeer kundig man zijn, die ook zonder „Marine" en zonder de Bank best zijn weg zou gevonden hebben. Maar wat het bedenkelijke van deze benoeming is, is is de toestand, die er nu aan „stoomwezen" bij marine hecrscht. De chef van „scheeps bouw" is nu wel alleenh orscher geworden, maar daarmede is „stoomweaon" nog niet op pootcn gezet, want de heer Koning was er dc cenigo „civiele" ingenieur, die do noodige vakkennis bezat. Tenminste als men boort hoe het er toegaat grappig zoo goe«d en spoedig een journalist op de hoogte komt, als de „hoogo oomos" van een departement, dom en onbeleefd, do pers zoeken te vei wij deren dan vraagt men zich af: hoe is dat alles mogelijk? „Onderhandsche aanbestedingen zijn b.v. een zeer gewone zaak. Het maken van do teckeningen en de bestekken wordt eenvou dig aan do fabrikanten, die do machinerie- en zullen leveren, overgelaten. Behoorlijke controle is er niet ,want do offioicren-ma- chinist kunnen natuurlijk niet het werk doen van een ingenieur. Zoo Waltetund 6Chaltot men aan maiinel „Ecnigen tijd geleden had men or door de eigenaardige departementale constructie zelfs een chef, dio aan zichzelf voorstellen deed Maar over dit- u n i c u m in do ambte- narcn-wcreld misschien een volgend maal. Wie telt echter eens op wat benoemingen a la Koning aan don lande kosten? Daarbij vergeleken is dc f 80,000 voor de opleiding die per se in Hellevoet moest komen, een kleinigheid." Het Volk ontving van het Internatio naal Socialistisch Bureau tc Brussel ter „Sta op 1" herhaalde de stern, op ver achte! ijken toon. „Wat doet gij hier?" Ik hob u wat te zeggen." Hij greep den smok kel n r ruw beet en hielp hem op do been. Zijn schurken gezicht staarde in het even slechte gelaat van' den ander cn met een spotachtigen lach zeide hij: „Gij zijt in kracht niet tegen mijn zoon opgewassen, merk ik. Tracht niet weer op defce wijze wraak te nemen. Als ge naar mij wilt luisteren, dan zal ik u een veiliger en zekerder middel aan do hand doen." Het was kolonel Desmond. XIII. Zachtjes opende Gypsy de deur der her berg. Er was licht in de gelagkamer, maar zij hoorde niets. Zij hield haar adem in om to luisteren. Neen. Het was duidelijk, dat 'dc gedaante, die zij in het bootje had ge zien, niet Stephen geweest was. Bovreesd grootje Darke onder de oogen to komen, terwijl Desmond's kussen haar nog op de lippen brandden, sloop zij zachtjes de trap op naar haar vlieringkamertje. Daar, in de stille eenzaamheid cn duister nis knielde het meisje neder, overweldigd als zij was door de groote vreugde, die haar bezielde. Een ongel was neergedaald in haar jeugdig, sterk, liefhebbend hart, en had er de wate ren beroerd 1 Zij kon niet denken van vreugde; bidden was haar eveneens onmo gelijk. Zij kon slechts snikkend, met tranen van hartstochtelijke verrukking, Arthur's naam stamelen. Ten laatste kroop zij in het kleine bedje, onder 'do schuin afloopen- de pannen, waarop zij zich geheel gekleed neder wierp. En daar, met den geliefden publicatie een ontworp-r ©solutie, feformideerd door do oommissie voor oloniale politiok uit do Soci aal-Democratische Arbeidera-Portij in Ne derland, tor behandeling op het Interna tionaal Socialistisch Gongree, benevens een door Van Kol bewerkt rapport, dat de toelichting dier ontwerp-resolutie vormt en ala leiddraad zal dienen voor de bespre kingen, die omtrent dit punt op hot Con gres dezen zoraor te Amsterdam zullen plaats hebben. De ontwerp-resolutie luidt, naar de ver taling van Het Volk, aldus: „Het Internationaal Socialistisch Con gres te Amsterdam verklaart, dat do so ciaal-democraten verplicht zijn stelling to nemen ton opzichte van de koloniale po litiek om de volgende redenen: lo. Do historische ontwikkeling hoeft aan verscheiden landen koloniën gegeven, die in economisch opzioht nauw met het moederland verbonden cn in politiek op zioht aan zelfbestuur ontwend zijn cn dio men niet aan zichzelf zou kunnen overla ten, ware liet ook slechte mot het oog op de internationale betrekkingen; 2o. Het moderne kapitalisme drijft do beschaafde landen tot voortdurende ex pansie, zoowel ten einde nieuw afzetge bied te openen voor hun producten, als om terreinen te vinden voor gemakkelijke ver meerdering hunner kapitalen. Deze verove ringspolitiek, die vaak met misdaad en roof gepaard gaat en geen ander doel heeft dan den onverzadelijke-n gouddorst der ka pitalisten te lesschen, drijft tot steeds groo ter uitgaven voor het militarisme en moet onverpoosd bestreden worden. Zij is het, dio de volkoren leidt op den weg van het protectionisme on het chauvinisme, zij vormt een voort-du rondo bedreiging met internationale botsingen, terwijl zij hot zware juk van het proletariaat vermeer dert on rijn bewustwording vertraagt-; 3o. De nieuwo behoeften, die zioh zullen doen gevoelen na de zegepraal, de econo mische bevrijding der arbeidersklasse, zul len, zelfs onder het socialistisch regime der toekomst, het bezit van koloniën nood zakelijk maken. De moderne landen zullen ndot meer zoodanige landstreken kunnen missen, die hun zekere grondstoffen en tropische producten lovoren, onontbeorlijk voor do industrie on voor de behoeften dor monsahhoid, on dat wol zoolang zij zich niet door ruil' die producten kunnen verschaffen. De aociaal-democratische partij, die de economische ontwikkeling en den klassen strijd tot grondslagen harer politieke no tie heeft, en die overeenkomstig haar bo- ginsol, haar dóed en haar sbieveu allo ox- ploitatio en verdrukking van individuen, klassen en volken ten sterkste veroordeelt, aanvaardt als beginselen harer koloniale politiek do volgende regelen: Wijl' het kapitalisme een onvermijdelijke schakel is in do economische ontwikkeling, die ook de koloniën zullen moeten door- loopon, moet do ontwikkeling van het in dustrieel kapitalisme mogelijk gemaakt worden, zelfs zoo, indien noodig, de oude (oommunale of feodale) eigondomsvormen opgeofferd moesten worden. Maar tezelfdertijd zal de sociaal-dcmocra- tóe met alle kracht moeten sty-ijdon tegen den ontaardenden invloed dier kapitalis tische ontwikkeling op het koloniale pro letariaat, to meer wijl hot te voorzien is, dat dit daartoe nog niet zelf in staat zal zijn. Met het oog op de verbetering van den toestand dor arbeiders en opdat niet alle winsten buiten do koloniën gebracht zou den worden, wat deze zelf zou doen verar men, zal staatsexploitatie van daartoe ge schikte ondernemingen nuttig of noodig zijn naast partiouliore exploitatie, en dat zoowel om het kapitalistisch ontwikkelings proces t© verhaasten als om den socialen toestand van den inlanclschen arbeider tc verbeteren. De taak der sociaal-democratie zal dus rijn de organisatie van hot moderne proletariaat te begunstigen in alle kolo niën waar heb ontstaat; zijn weerstands vermogen in den strijd togen liet kapitar lismo te bevorderen, on door de stijging zij nor loonen, van de oude kapitalistische naam nog op de lippen, sloten dc blanke oogleden zich over dc groote, van geluk stralende oogen cn viel Gypsy Darke on middellijk in slaap. Zij sliep cn droomde. Het waren geen za lige droomen van liefde cn van geluk, maar vreeselijke, angstige, verwarde spookbeel den, die haar vervolgden. Zij wandelde in tastbare duisternis; zij tastte rond aan den uitersten rand van een bodcmloozcn af grond. Zij worstelde in baar slaap tegen die afgrijselijke nachtmerrie, totdat zij ten laatste, met een luiden gil, overeind vloog. Hierdoor ontwaakte zij. Zij rilde cn gevocl- do zich ziek van angst. Dc vliering was donker als het graf. Door de kleine ope ning, dio tot venster diende, hoorde zij het loeien en bruisen der zee. Eensklaps bi zij het hoofd op cn luisterde aandachtig. Zij vernam duidelijk het kraken der trap treden. Behoedzaam naderden zachte voet stappen. Instinctmatig overviel haar het voorgevoel van een ontzettend onheil. Zij sprong uit haar bed cn stond rechtop in het midden der vliering, haar gelaat bleek, do lippen half geopend en dc oogen strak starend in de duisternis. Een hand opende voorzichtig de deur. Het licht eener kaars viel naar binnen en dc gebogen figuur van grootje Darke stond op den drempel. „Hol" riep zij uit, „zijt ge reeds wak ker, liefje? Kom dan maar binnen, Stephen, de meid is op en gekleed. Kom maar bin nen 1" De forschc gestalte van Stephen Darke verscheen vlak achter de oude vrouw. Op zijn gelaat lag een uitdrukking die Gypsy het bloed in de aderen deed verstijven. Hij trad binnen. „Hoe gaat het met u, mijn schat je?" be landen het gevaar der doodelijke conour- rentie en den gocdkoope«n arbeid dior pri- mitieve volkoren weg to nemen. Opvoeding der inlanders tot democra tisch zelfbestuur moot hot hoogste doel zijn van onze koloniale politiek, waarvan do onderdeden uitgewerkt moeten worden in een nationaal program voor elk bijzonder land. Op grond van deze overwegingen acht het Congres van Amsterdam "hot de plicht der socialistische partijen van allo landen om: lo. met allo middelen, die in hun mnoht staan, de kapitalistische veroveringspoli tiek te bestrijden; 2o. in een program bet richtsnoer hun ner koloniale politiek te formuleeren op don grondslag van do beginselen, neerge legd in deze resolutie." Dezer dagen dedde De Standaard mede hoo zij dacht over don heer Borgesius en gaf zij te kennen, dat h. i. nooh de oude Heemskerk, noch Mackay, noch Tak, nooh Van Houten, op dusdanige manier optra den als de heer Borgesius deed. Aldus als do heer Borgesius handelt doet oen we zenlijk staatsman niet, was de oon clusie van De Standaard. De Nieuwe Courant maakt naar aanlei ding hiervan de navolgende opmerkingon: „Werkelijk kostelijk dit stukje, als men bedenkt waar het gedrukt staat. In het blad van dr. Kuyper 1 Van het volmaaksto type van den politieken vechtgeneraal, dat men zich denken kan; van den man, die' als „aanstaand premier" met woord on pen do gansoho anti-revolution nairo campagne van 1901 bijna allóón loid- de en „in zijn passie alle bezadigdheid uit hot oog verloor", ja, dio zolfs, niet als aanstaand, maar als tegenwoordig „premier" nog kort geleden de fccstvio- rendo Christelijko onderwijzers meende te moeten opjagen togen het duivelonhcir, dat onder liberale vlag bescherming zoekt. Bij do vier „premiers", dio De Stand ard noemt, vinden wij dan ook Kuypor'a naam niet. Hij staat met Borgesius samen door het blad gesignaleerd als schuldig aan dingen, dio „een wezenlijk staatsman" niet dook..." Ovor doBankbiljettonalawettig betaalmiddel schrijft het Handelsblad het volgende: „De Tweede Kamer heeft Donderdag hot wetsontwerp aangenomen bepalende, dat do biljetten der Nederlandsch© Bank mot 1 October tegelijk rivet do intrekkking der muntbiljetten de hoedanigheid erlangen van wottig betaalmiddel. De Kamer, dio naar vacant ie verlangde is niet ingegaan op de bod nkingen welko in liet Voorloopig Verslag .igen de gebrekkige formulcoring van dit wetje van slechts bweo artikelen aangevoerd en door den Minister in zijn antwoord allesbehalve voldoondo weerlegd waren. „Gelijk de regeling nu luidt, zal, als de Neclerlandscho Bank bankbiljetten mooht uitgeven in strijd met haar octrooi, b.'jv. van B, ieder verpl.. 'ut zijn die als wetti," betaalmiddel aan te nemen. Do gelijkstelling wordt door het ontwerp onvoorwaardelijk vastgekoppeld aan don duur van hot Bank- ootrooi, ofschoon do Regcering zich het recht wil voorbehouden, zoo noodig dio kracht van het bankpapier weder te doon vervallen. En hot voorna:.ie dool dor gchoeio regoling: het tegengaan van plagerijen be staande in weigering van bankpapier, wordt wat de Nedorlandsoho Bank zrl o aangaat verzaakt; zij zal een ohicaneueon schuldoi- soher steeds goud of groot zilver moeten aanbieden. Bovendien woidt do voorziening in de dringende behoefte aan klein papier noodeloos vordaagd tot October. „Op geen dezer bezwaren, die in het Voor loopig Verslag terecht geopperd waren, is dc Kamer teruggekomen. Zij had haast om uiteen te gaan en liet nu dit gebrekkigo product van wetgeving maar ongewijzigd. Deze gebreken wettigen zeker geen verwer ping door do Eerste Kamer cn in de prac tijk zal do regeling wel een weinig moeilijk heden oploveicn. Maar als monument van gon hij, op haar toetredende. „Hoe hebt g<t bet, liefje? Lekkerder en schooner dan ooitl Zeg, kunt ge uw minnaar geen kus tor ver welkoming geven?" Het meisje trad achteruit. Haar oogen begonnen onheilspellend to glinster n. „Zoo, gc zijt dus toch teruggekomen?' zcido zij. „Als wcnschon u konden doen ver drinken, dan zou ik uw gezicht i imer meer gezien hebben, Stephen Darke. komt go hior eigenlijk doon, midden in dort nacht?" Zij was schoon in haar toorn. Grootje gichcldc. „Hoor haar eens!" grinnikte zij. „Tfc heb li altijd wel gezegd, Steef, dat haar klauwen eens geknipt moesten worden. Goddank, dat dit nu ten laatste eens ge beuren zal Stephen Darke kwam naderbij. „Ik zal u eens vertellen, wat ik kon; doen," zeide hij norsch; „ik zal u eens zc^ gen waarom ik hier ben. Uw spel met Ar thur Desmond is uit, verstaat gc? En it is het tijd voor mij, om mijn eigen s^Sol te beginnen. Ik heb u in mijn macht, meisj en ik zal u vannacht in mijn bezit nemen ook!" Gypsy verroerde zich niet. „Wat wilt go daarmede zeggen?" eiste zij. „Stephen! Stephen 1 wat meent ge daar mede?" Hij greep haar bij den arm en trok haar ruw tot zich. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5