lEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 2 JULI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1904
PERSOVERZICHT.
No. 13606
Het lid der redactie van De Telegraaf,
Hat reeds een paar staatslieden interview-
do over don politieken toestand
in verband met den uitslag der Staten
verkiezingen, heeft ook een onderhoud ge
lhad men den christen-democraat den heer
A. P. Staalman. Deze zeide o. m. dat z. i-
do uitslag der Statenverkiezingen een
i overwinning is, minder voor hot kabinet
dan wol voor dr. Kuyper en dat die tn-
J omf een soliaduw heeft, omdat hij is ver-
J kregen onder do valsdhe leus „Vóór of to-
f gen den Christus I" Het is ook nu weer
;een dankbare leus gebleken; sprak do heer
Staalman, maar de aanhef was nooit zoo
i valsch als bij deizo verkiezing, omdat men
I daardoor poogde te verkrijgen een bewijs
,van tevredenheid, een bewijs van instem
ming met wat het kabinet deed of naliet
te doen.
Daarna gaf de heer Staalman te kennen,
dat men ruimschoots gelegenheid gehad
(heeft zioh te overtuigen, dat dit ministerie
allesbehalve bereid is, het Christelijk be
ginsel' te verwezenlijken; dat in de thans
gevoerde practlscho politiek de leuze:
„vóór of tegen den Christus" in zoo menig
opzicht ijdel was en valsch cn dat vele kee-
ren het Christelijk beginsel moest wijken
ivoor do gedienstigheden dor practijk Hij
jbeweert dan ook, dat niemand het recht
heeft om den uitslag dezer verkiezing te
beschouwen als een motie van vertrouwen
in do gedragslijn van dit Kabinet. Zulk
een oonclusie past z. i. niet op de leuze:
„vóór of tegen don Christus."
„Voor mij bctcekent vervolgde de heer
Staalman de uitslag vooral con bewijs
j van den grooten invloed, dien de persoon
van dr. Kuyper heeft op een zeer groot
deel van het anti-revolutionnairo volk,
dat hem, als ik, eert om zijn groote gaven
en talenten, doch dat hem anderzijds ook
beschouwt als een „kerkgod". Ik heb mij
hierover gedurende de jongste verkiezings
campagne op het platteland weer opnieuw
kunnen verbazen. Daarbij komt dan nog
do gespannen verwachting op do nog steeds
voorgesp iegeldc ouderdomsr-pensionneering
en de oplossing der onderwijsquaestie,
voor de tot standkoming waarvan minis
ter Kuyper de verantwoordelijkheid legde
op de Kamer bij do jongste debatten over
de staatsb eg rooting. „Teekenend voor do
valschheid der verkiezingsleus „vóór of
tegen Christus" is de bejegening van de
Christen-democraten door de Christelijke
leiders der verkiezingscampagne. Ik be
doel nu hun principieele bestrijding cn
laat hier de practische strijdmiddelen rus
ten, ofschoon ik u merkwaardige voorbed
den van hun oneerlijke en voor niets te
rugdeinzende bestrijdingswijze zou kunnen
meedeel en.
„Het is hier echter om de principieele
onzuiverheid dor verkiezingsleus te doom
„De Cbri vten-domooraten zijn absoluut an
ti-re vol ut ionnairen, dat weet men: zij
strijden voor de verwerkelijking der groo
te Christelijke beginselen, door het Kabi
net zeker beleden; als zij dus oppositie
voeren, is het allerminst tegen den prin-
oipieeJen grondslag van dit Kabinet-, maar
vragen zij het Christenvolk slechts een ge
tuigenis van teleurstelling over do on
trouw van het Kabinet, juist aan dien
Christel ij ken grondslag. Zoodra men dit
bemerkte, worden alle middelen aange
wend om de Christelijke kiezens buiten on
zen invloed te stellen en deelde mon ons
in bij do vijanden van het ministerie, ons
voorstellende aan do eenvoudigen als don
duivel, die optrad als een engel des lichts.
Tegon ons, puur anti-revolutionnairen,
juist strijdend voor het Christelijk begin-
bcI, werden nu door deze regeoringsvricn-
den dezelfde principieele strijdmiddelen
gebruikt als tegen de partijen an liet
ongeloof. De leiders waarschuwden op
vergaderingen cn waar zij or old el's maar
gelegenheid toe vonden, tegen beter we
ten in, dat de Christen-democraten be
doelden de omverwerping van dit ministe
rie, om daarvoor in de plaats te stellen
een Kabinet Borgesius, Druoker en Troel-
etra. Dus de Christen-democraten óók te
gen den Christus 11
FEUILLETON.
De erfgename van Desmond.
16)
Hij keerde zich om, haalde een tweede a
lucifer te voorschijn en wilde dien jmst
aan do rota aansteken, toen Stephen Darke,
met een echt duivelsche uitdrukking op
het gelaat, het mes omhoog hief on Arthur
Desmond een wilden, verraderlijken steek
toebracht. Het koude staal ging schuins
langs zijn borst af en kraste, na hem niet
meor dan een kleine schram te hebben toe
gebracht, tegen de rots.
De opera^aria bestierf Arthur op de lip
pen, en zich bliksemsnel omwendend<o,
staarde hij zijn doodsvijand vlak in het ge
laat.
„Schurk, die ge zijtl" riep Desmond;
„wat bezielt u?"
Op dit oogonblik vernam men een hecscb,
holklinkend gebLaf en rende Piper, do
hond, regelrecht op zijn meester af.
„Ik vervloek u 1" siste de smokkelaar;
„wat mij bezielt-, is te zorgen, dat gij ni?t
levend deze plaats verlaat."
„Aha! Is dat uw planl'
Een tweede stoot van het mes antwoord
de hem. Desmond sprong ter zijde, toch
had het wapen hem ditmaal ernstiger go-
troffen, het fijne linnen werd door bloed
bevlekt. Eer echter een dorde uitval volgen
kon, wrong de blanke, lenige hand, die
toch uit meer dan enkel fluweelzacht vleesch
bestond, het wapen uit de bruine en ver
keerde handen van den vijand. Een hevige
Vorsteling volgde. Beiden rok! n over den
.grond. Desmond lag boven.
Dooh niet aleem met het gebruik van val-
sohe leuzen werd vol gems den heer Staal
man een gunstige uitslag geforoeerd, maar
ook door overal den persoon van dr. Kuy
per met variaties uit te spelen. Kuyper
word, zegt hij, heb ee>ne oogenblik als al
macht voorgesteld en dan weèr, als nala
tigheid en halfheid werd verweten, luidde
het: „Ja maar, dr. Kuyper kan niet alles,
er is een coalitie." En door dat alles klonk
altijd maar weer het grof geschut: „een
christelijk ministerie of een ministerie Bor-
geeius-Troelstra, gij hebt slechte te kiezen I"
Dat het Kabinet goed uit deu strijd is ge
komen, verklaart hij uit nog een anderen
factor. De massa leeft nog in de grootste
verwachting.
„De uitslag ging de heer Staalman
verder zou mij echter van harte verheu
gen, kon ik er een overwinning van het
christelijk beginsel in sien; do kans op ver
wezenlijking van dit beginsel is echter tot
nu nog weinig bemoedigend. Op geestelijk
gebied is de afwijking reeds zecj groot; ik
behoef slechte te wijzen op zoo ven schillende
regeeringsmaatregelen, op do halfslachtig
heid van het vaccinewetje on d© afschaffing
der Staatsloterij on waar blijft do Zondags
wet en wat- zal daarvan terecht moeten ko
men? De teleurstelling op stoffelijk gebied
is nog grooter.
Van werkelijke offers ten bate der „klei
ne luyden" is tot heden al heel weinig go-
bleken. Na zoovele teleurstellingen voor
hot christelijko volk had ik dezen uitslag
niet verwacht, maar ik had evenmin kunnen
vermoeden, dat in dezen strijd middelen
zouden gebruikt worden als waarvan vele
christelijke leiders en met name zij, die dr.
Kuyperis vrienden heeten, den treurigen
moed hadden zich te bedienen. Daarom is
aan deze overwinning zulk een donkere
schaduwzijde on kan zij geen blijvend karak
ter dragen."
De nederlaag der liberalen houdt volgens
den heer Staalman verband met de wcinigo
aantrekkelijkheid hunner historie voor ons
i volk; de liberalen hebben z.i. ton opzichte
I der kleine luyden een zeer zwart zondonre-
gister. Verder etooten zij, zegt hij, het volk
af door Hun weifelende en partijdige hou-
ding bij belangrijke vraagstukken en bij-
zonder heeft de in het oog loopendo ooa-
litie met de sociaal-demooraten dio alleen
in bitbei en haat tegen Kuyper bezieling
vonden de positie der liberalen afbreuk
gedaan.
„Door dit coquetteercn met- de sociaal
democraten, die intusschen niet nalieten
haar te geeselcn, heeft, bccloo, hij, de libe
rale partij zichzelvo beleedigd en vernederd
voor het xolk en hef uur van haar onder
gang slechts vei haast.
„Zij hebben daarbij de politiek van dit
Kabinet wel afgebroken, maar stelden do
kiezers teleur door zeiven te zwijgen van
een positi werkprogram, en dat mocht
van hen, bij de mogelijkheid van tot regee-
ren geroepen to worden, gecischb worden.
Hun financieele politiek cn daar kwam
het bij deze verkiezi) 0- zoozeer op aan
lieten do liberalen geheel in het duister."
In zijn Wckelijksche coirespondentia in de
Middelburgsche Ct. heeft de „Eaagsohe
torenwachter" het ditmaal ook over
de benoemingen onder hot hui
dig ministerie cn daarvan schrijft
hij o. o.
„Het allernieuwste op dit gebied is het
„stuivertje verwisselen". Het cene depar
tement milt met het andere departement,
cn 's lands zaken marcheeren daardoor niet
minder. Do „grondslagen" behouden hun
stevigheid.
Het is een maand of iets langer geledon,
dat tot directeur van de Rijksverzekerings
bank benoemd werd de hee-i Koning. Nie
mand had vóór dien ooit van deze candi-
datuur gehoord, en ook na zijn benoeming
werd er zeer weinig notitie van genomen.
Was het een verzekeringsman? Was het een
I vakman Men wist niets meer dan dat do
I heer Koning een knap ingenieur was. Dat
was alles.
Toevallig ben ik ecktei uit zeer goede
bron iets meer van deze merkwaardige be
noeming te weten gekomen. Tot goed ver
liet was een woeste, wilde strijd. Met een
band liield Desmond den woedenden hond
op een afstand, de andore omsloot, als met-
den greep van een vampyr, de keel van den
smokkelaar.
„Ik heb grooten lust u hier op de plaats
te worgen," zeide hij, zijn onder hein lig-
genden vijand met een kalmte en bedaard
heid aanziende, die erger was dan de vree-
aelijkste drift. „Ik heb den grootst mogelij-
ken lust om u te worgen, mijnheer Darke!"
Het was Darke voor het oogenblik onmo
gelijk te antwoorden; maar het verwrongen
gelaat teekende den dicpsten cn meest 'doo-
delijken haat. Zijn tegenpartij aan alles
een eind wenschcnde to maken, drukte de
hand nog steviger om den dikken, gespier
den nek van Darke, schudde hem eer^t
heen on weer, als ware hij een hond, en
wierp hem toen verachtelijk van zich af,
op het strand. Over de bewcginglooze ge
daante heenstappende, schopte hij er tegen,
zooals men iets vuils zou wegschoppen, en
zijn medeminnaar toen in de duisternis
achterlatende, wierp Arthur zich in het
zadel en reed weg.
Hoe lang hij daar naast de rots gelegen
had, wist Stephen Darke niet. De vloed
steeg hooger en hooger, het schuim spatte
hem in het gelaat en ten laatste bracht het
wilde gehuil van Piper hem weder tot be
wustzijn.
Eer hij nog geheel tot bezinning was ge
komen, hoorde hij eensklaps een stem naast
zich.
„Sta op 1" hoorde hij zeggen. „Sta op,
beest dat ge zijtl"
Stephen Darke krabbelde met moeite
overeind. Hij zag een grooten, stevig ge-
bouwden man over hem heengebogen.
stand van zaken diene echter eerst het vol
gende:
„Aan het departement van marine be
staat een afdeeling „scheepsbouw". Er is
ook een afdeeling „stoomwezen". Nu bezit
„Marino" terecht of ten oniechtc daar
blijf ik liever buiten den naam onder al
le departementen, dat daar tusechen
de afdeelingen de meeste „bisbiljes"
heerschcn, en de echte Chineesohe man
darijnen-naijver daar den schepter
zwaait. Zoo lag dan vroegei „scheepsbouw"
met „stoomwezen" voortdurend overhoop,
waaraan de minister een eindo meende te
kunnen maken door „stoomwezen'' als zelf
standige afdeeling op te heffen. Nu was
„scheepsbouw" de baas. De chef van
„scheepsbouw" werd tevens chef van
„stoomwezen."
„En nu kom ik op de benoeming van
den heer Koning terug.
,Want deze heer was chef van „stoomwe
zen", altijd onder den chef van „scheeps
bouw."
„Maai zooals hot meer voorkomt bij de
departementen: de chef was minder goed
op de hoogte dan do ondergeschikte, die bo
vendien met leede oogen had aangezien,
hoe men zijn vroegeren chef als het ware
er uit had geknikkerd. In de „stukken"
bleef het dan ook hommeles; de oorlog op
papier werd lustig voortgezet. Totdat op
een goeden dag, nu eenige maanden geleden,
do heer Koning, die voor een machinelevo-
rantio in 't buitenland vertoefde, plotseling
bij den Minister ontboden werd...om te hoo-
ren, dat hij zijn ontslag had te nemen..
Groote verbazing van den beer Koning, ont
stemming van den Minister, omdat de amb
tenaar zich nog wilde verdedigen.
„Martiaal werd hem toegevoegd dat Z.
Exc. hem niet had geioepen om een verde
diging aan te hooren, maar opdat hij zijn
ontslag zou nemen. Do Minister had geen
vertrouwen meer in hem. Afgeloopen en af
gemarcheerd. Hij mocht zelfs niet meer op
het departement komen. Hij „kreeg" da
delijk verlof. Echter word hem voorspraak
in het „civiele" beloofd. En ziet! eenigeoi
tijd daarna stónd in do „Staateoourant"
do benoeming van den marine-ingenieur
Koning tot directeur dei Rijksverzekerings
bank. Collega Ellis had bij collega Kuyper
een goed woord gedaan en zoo kon dr. Kuy
per zorgen, dat zijn oogappol, do Verzeke-
ring&banlr, Hia onü roToluiioaaiw* hurcÏTt
in de hoofdstad, een diiecteur verkreeg.
Er was dus gewoon stuivertje verwisseld.
„Nu wil ik hiermede niets ten nadeelo
van den heer Koning zeggen. Inderdaad
moet hij een zeer kundig man zijn, die ook
zonder „Marine" en zonder de Bank best
zijn weg zou gevonden hebben. Maar wat
het bedenkelijke van deze benoeming is, is
is de toestand, die er nu aan „stoomwezen"
bij marine hecrscht. De chef van „scheeps
bouw" is nu wel alleenh orscher geworden,
maar daarmede is „stoomweaon" nog niet
op pootcn gezet, want de heer Koning was
er dc cenigo „civiele" ingenieur, die do
noodige vakkennis bezat. Tenminste als
men boort hoe het er toegaat grappig
zoo goe«d en spoedig een journalist op de
hoogte komt, als de „hoogo oomos" van een
departement, dom en onbeleefd, do pers
zoeken te vei wij deren dan vraagt men
zich af: hoe is dat alles mogelijk?
„Onderhandsche aanbestedingen zijn b.v.
een zeer gewone zaak. Het maken van do
teckeningen en de bestekken wordt eenvou
dig aan do fabrikanten, die do machinerie-
en zullen leveren, overgelaten. Behoorlijke
controle is er niet ,want do offioicren-ma-
chinist kunnen natuurlijk niet het werk
doen van een ingenieur. Zoo Waltetund
6Chaltot men aan maiinel
„Ecnigen tijd geleden had men or door
de eigenaardige departementale constructie
zelfs een chef, dio aan zichzelf voorstellen
deed Maar over dit- u n i c u m in do ambte-
narcn-wcreld misschien een volgend maal.
Wie telt echter eens op wat benoemingen
a la Koning aan don lande kosten? Daarbij
vergeleken is dc f 80,000 voor de opleiding
die per se in Hellevoet moest komen, een
kleinigheid."
Het Volk ontving van het Internatio
naal Socialistisch Bureau tc Brussel ter
„Sta op 1" herhaalde de stern, op ver
achte! ijken toon. „Wat doet gij hier?" Ik
hob u wat te zeggen." Hij greep den smok
kel n r ruw beet en hielp hem op do been.
Zijn schurken gezicht staarde in het even
slechte gelaat van' den ander cn met een
spotachtigen lach zeide hij:
„Gij zijt in kracht niet tegen mijn zoon
opgewassen, merk ik. Tracht niet weer op
defce wijze wraak te nemen. Als ge naar mij
wilt luisteren, dan zal ik u een veiliger en
zekerder middel aan do hand doen."
Het was kolonel Desmond.
XIII.
Zachtjes opende Gypsy de deur der her
berg. Er was licht in de gelagkamer, maar
zij hoorde niets. Zij hield haar adem in om
to luisteren. Neen. Het was duidelijk, dat
'dc gedaante, die zij in het bootje had ge
zien, niet Stephen geweest was. Bovreesd
grootje Darke onder de oogen to komen,
terwijl Desmond's kussen haar nog op de
lippen brandden, sloop zij zachtjes de trap
op naar haar vlieringkamertje.
Daar, in de stille eenzaamheid cn duister
nis knielde het meisje neder, overweldigd
als zij was door de groote vreugde, die haar
bezielde.
Een ongel was neergedaald in haar jeugdig,
sterk, liefhebbend hart, en had er de wate
ren beroerd 1 Zij kon niet denken van
vreugde; bidden was haar eveneens onmo
gelijk. Zij kon slechts snikkend, met tranen
van hartstochtelijke verrukking, Arthur's
naam stamelen. Ten laatste kroop zij in
het kleine bedje, onder 'do schuin afloopen-
de pannen, waarop zij zich geheel gekleed
neder wierp. En daar, met den geliefden
publicatie een ontworp-r ©solutie,
feformideerd door do oommissie voor
oloniale politiok uit do Soci
aal-Democratische Arbeidera-Portij in Ne
derland, tor behandeling op het Interna
tionaal Socialistisch Gongree, benevens
een door Van Kol bewerkt rapport, dat de
toelichting dier ontwerp-resolutie vormt
en ala leiddraad zal dienen voor de bespre
kingen, die omtrent dit punt op hot Con
gres dezen zoraor te Amsterdam zullen
plaats hebben.
De ontwerp-resolutie luidt, naar de ver
taling van Het Volk, aldus:
„Het Internationaal Socialistisch Con
gres te Amsterdam verklaart, dat do so
ciaal-democraten verplicht zijn stelling to
nemen ton opzichte van de koloniale po
litiek om de volgende redenen:
lo. Do historische ontwikkeling hoeft
aan verscheiden landen koloniën gegeven,
die in economisch opzioht nauw met het
moederland verbonden cn in politiek op
zioht aan zelfbestuur ontwend zijn cn dio
men niet aan zichzelf zou kunnen overla
ten, ware liet ook slechte mot het oog op
de internationale betrekkingen;
2o. Het moderne kapitalisme drijft do
beschaafde landen tot voortdurende ex
pansie, zoowel ten einde nieuw afzetge
bied te openen voor hun producten, als om
terreinen te vinden voor gemakkelijke ver
meerdering hunner kapitalen. Deze verove
ringspolitiek, die vaak met misdaad en
roof gepaard gaat en geen ander doel heeft
dan den onverzadelijke-n gouddorst der ka
pitalisten te lesschen, drijft tot steeds groo
ter uitgaven voor het militarisme en moet
onverpoosd bestreden worden. Zij is het,
dio de volkoren leidt op den weg van het
protectionisme on het chauvinisme, zij
vormt een voort-du rondo bedreiging met
internationale botsingen, terwijl zij hot
zware juk van het proletariaat vermeer
dert on rijn bewustwording vertraagt-;
3o. De nieuwo behoeften, die zioh zullen
doen gevoelen na de zegepraal, de econo
mische bevrijding der arbeidersklasse, zul
len, zelfs onder het socialistisch regime
der toekomst, het bezit van koloniën nood
zakelijk maken. De moderne landen zullen
ndot meer zoodanige landstreken kunnen
missen, die hun zekere grondstoffen en
tropische producten lovoren, onontbeorlijk
voor do industrie on voor de behoeften
dor monsahhoid, on dat wol zoolang zij
zich niet door ruil' die producten kunnen
verschaffen.
De aociaal-democratische partij, die de
economische ontwikkeling en den klassen
strijd tot grondslagen harer politieke no
tie heeft, en die overeenkomstig haar bo-
ginsol, haar dóed en haar sbieveu allo ox-
ploitatio en verdrukking van individuen,
klassen en volken ten sterkste veroordeelt,
aanvaardt als beginselen harer koloniale
politiek do volgende regelen:
Wijl' het kapitalisme een onvermijdelijke
schakel is in do economische ontwikkeling,
die ook de koloniën zullen moeten door-
loopon, moet do ontwikkeling van het in
dustrieel kapitalisme mogelijk gemaakt
worden, zelfs zoo, indien noodig, de oude
(oommunale of feodale) eigondomsvormen
opgeofferd moesten worden.
Maar tezelfdertijd zal de sociaal-dcmocra-
tóe met alle kracht moeten sty-ijdon tegen
den ontaardenden invloed dier kapitalis
tische ontwikkeling op het koloniale pro
letariaat, to meer wijl hot te voorzien is,
dat dit daartoe nog niet zelf in staat zal
zijn.
Met het oog op de verbetering van den
toestand dor arbeiders en opdat niet alle
winsten buiten do koloniën gebracht zou
den worden, wat deze zelf zou doen verar
men, zal staatsexploitatie van daartoe ge
schikte ondernemingen nuttig of noodig
zijn naast partiouliore exploitatie, en dat
zoowel om het kapitalistisch ontwikkelings
proces t© verhaasten als om den socialen
toestand van den inlanclschen arbeider tc
verbeteren.
De taak der sociaal-democratie zal dus
rijn de organisatie van hot moderne
proletariaat te begunstigen in alle kolo
niën waar heb ontstaat; zijn weerstands
vermogen in den strijd togen liet kapitar
lismo te bevorderen, on door de stijging
zij nor loonen, van de oude kapitalistische
naam nog op de lippen, sloten dc blanke
oogleden zich over dc groote, van geluk
stralende oogen cn viel Gypsy Darke on
middellijk in slaap.
Zij sliep cn droomde. Het waren geen za
lige droomen van liefde cn van geluk, maar
vreeselijke, angstige, verwarde spookbeel
den, die haar vervolgden. Zij wandelde in
tastbare duisternis; zij tastte rond aan den
uitersten rand van een bodcmloozcn af
grond. Zij worstelde in baar slaap tegen
die afgrijselijke nachtmerrie, totdat zij ten
laatste, met een luiden gil, overeind vloog.
Hierdoor ontwaakte zij. Zij rilde cn gevocl-
do zich ziek van angst. Dc vliering was
donker als het graf. Door de kleine ope
ning, dio tot venster diende, hoorde zij het
loeien en bruisen der zee. Eensklaps bi
zij het hoofd op cn luisterde aandachtig.
Zij vernam duidelijk het kraken der trap
treden. Behoedzaam naderden zachte voet
stappen. Instinctmatig overviel haar het
voorgevoel van een ontzettend onheil. Zij
sprong uit haar bed cn stond rechtop in
het midden der vliering, haar gelaat bleek,
do lippen half geopend en dc oogen strak
starend in de duisternis. Een hand opende
voorzichtig de deur. Het licht eener kaars
viel naar binnen en dc gebogen figuur van
grootje Darke stond op den drempel.
„Hol" riep zij uit, „zijt ge reeds wak
ker, liefje? Kom dan maar binnen, Stephen,
de meid is op en gekleed. Kom maar bin
nen 1"
De forschc gestalte van Stephen Darke
verscheen vlak achter de oude vrouw. Op
zijn gelaat lag een uitdrukking die Gypsy
het bloed in de aderen deed verstijven. Hij
trad binnen.
„Hoe gaat het met u, mijn schat je?" be
landen het gevaar der doodelijke conour-
rentie en den gocdkoope«n arbeid dior pri-
mitieve volkoren weg to nemen.
Opvoeding der inlanders tot democra
tisch zelfbestuur moot hot hoogste doel zijn
van onze koloniale politiek, waarvan do
onderdeden uitgewerkt moeten worden in
een nationaal program voor elk bijzonder
land.
Op grond van deze overwegingen acht
het Congres van Amsterdam "hot de plicht
der socialistische partijen van allo landen
om:
lo. met allo middelen, die in hun mnoht
staan, de kapitalistische veroveringspoli
tiek te bestrijden;
2o. in een program bet richtsnoer hun
ner koloniale politiek te formuleeren op
don grondslag van do beginselen, neerge
legd in deze resolutie."
Dezer dagen dedde De Standaard mede
hoo zij dacht over don heer Borgesius en
gaf zij te kennen, dat h. i. nooh de oude
Heemskerk, noch Mackay, noch Tak, nooh
Van Houten, op dusdanige manier optra
den als de heer Borgesius deed. Aldus als
do heer Borgesius handelt doet oen we
zenlijk staatsman niet, was de oon
clusie van De Standaard.
De Nieuwe Courant maakt naar aanlei
ding hiervan de navolgende opmerkingon:
„Werkelijk kostelijk dit stukje, als men
bedenkt waar het gedrukt staat. In het
blad van dr. Kuyper 1 Van het volmaaksto
type van den politieken vechtgeneraal, dat
men zich denken kan; van den man, die'
als „aanstaand premier" met
woord on pen do gansoho anti-revolution
nairo campagne van 1901 bijna allóón loid-
de en „in zijn passie alle bezadigdheid uit
hot oog verloor", ja, dio zolfs, niet als
aanstaand, maar als tegenwoordig
„premier" nog kort geleden de fccstvio-
rendo Christelijko onderwijzers meende te
moeten opjagen togen het duivelonhcir,
dat onder liberale vlag bescherming zoekt.
Bij do vier „premiers", dio De Stand
ard noemt, vinden wij dan ook Kuypor'a
naam niet. Hij staat met Borgesius samen
door het blad gesignaleerd als schuldig aan
dingen, dio „een wezenlijk staatsman"
niet dook..."
Ovor doBankbiljettonalawettig
betaalmiddel schrijft het Handelsblad
het volgende:
„De Tweede Kamer heeft Donderdag hot
wetsontwerp aangenomen bepalende, dat do
biljetten der Nederlandsch© Bank mot 1
October tegelijk rivet do intrekkking der
muntbiljetten de hoedanigheid erlangen
van wottig betaalmiddel. De Kamer, dio
naar vacant ie verlangde is niet ingegaan
op de bod nkingen welko in liet Voorloopig
Verslag .igen de gebrekkige formulcoring
van dit wetje van slechts bweo artikelen
aangevoerd en door den Minister in zijn
antwoord allesbehalve voldoondo weerlegd
waren.
„Gelijk de regeling nu luidt, zal, als de
Neclerlandscho Bank bankbiljetten mooht
uitgeven in strijd met haar octrooi, b.'jv.
van B, ieder verpl.. 'ut zijn die als wetti,"
betaalmiddel aan te nemen. Do gelijkstelling
wordt door het ontwerp onvoorwaardelijk
vastgekoppeld aan don duur van hot Bank-
ootrooi, ofschoon do Regcering zich het
recht wil voorbehouden, zoo noodig dio
kracht van het bankpapier weder te doon
vervallen. En hot voorna:.ie dool dor gchoeio
regoling: het tegengaan van plagerijen be
staande in weigering van bankpapier, wordt
wat de Nedorlandsoho Bank zrl o aangaat
verzaakt; zij zal een ohicaneueon schuldoi-
soher steeds goud of groot zilver moeten
aanbieden. Bovendien woidt do voorziening
in de dringende behoefte aan klein papier
noodeloos vordaagd tot October.
„Op geen dezer bezwaren, die in het Voor
loopig Verslag terecht geopperd waren, is
dc Kamer teruggekomen. Zij had haast om
uiteen te gaan en liet nu dit gebrekkigo
product van wetgeving maar ongewijzigd.
Deze gebreken wettigen zeker geen verwer
ping door do Eerste Kamer cn in de prac
tijk zal do regeling wel een weinig moeilijk
heden oploveicn. Maar als monument van
gon hij, op haar toetredende. „Hoe hebt g<t
bet, liefje? Lekkerder en schooner dan ooitl
Zeg, kunt ge uw minnaar geen kus tor ver
welkoming geven?"
Het meisje trad achteruit. Haar oogen
begonnen onheilspellend to glinster n.
„Zoo, gc zijt dus toch teruggekomen?'
zcido zij. „Als wcnschon u konden doen ver
drinken, dan zou ik uw gezicht i imer
meer gezien hebben, Stephen Darke.
komt go hior eigenlijk doon, midden in dort
nacht?"
Zij was schoon in haar toorn.
Grootje gichcldc.
„Hoor haar eens!" grinnikte zij. „Tfc
heb li altijd wel gezegd, Steef, dat haar
klauwen eens geknipt moesten worden.
Goddank, dat dit nu ten laatste eens ge
beuren zal
Stephen Darke kwam naderbij.
„Ik zal u eens vertellen, wat ik kon;
doen," zeide hij norsch; „ik zal u eens zc^
gen waarom ik hier ben. Uw spel met Ar
thur Desmond is uit, verstaat gc? En it
is het tijd voor mij, om mijn eigen s^Sol
te beginnen. Ik heb u in mijn macht, meisj
en ik zal u vannacht in mijn bezit nemen
ook!"
Gypsy verroerde zich niet.
„Wat wilt go daarmede zeggen?" eiste zij.
„Stephen! Stephen 1 wat meent ge daar
mede?"
Hij greep haar bij den arm en trok haar
ruw tot zich.
Wordt vervolgd.)