Het geheim van dierendressunr Spiritisme in Ghma. Trouwen in Japan. 9 „Spreek de waarheid, Zeidler, en disch ons nu niet zulke romantische verhaaltjes over dien brief op." Erich is totaal radeloos. Zonder verder tegen te spreken, laat hij zich in een oei opsluiten. Op het telegraphisch bericht n.aar Wee- nen, dat Zeidler gearresteerd is, komen reeds den volgenden avond twee politiebe ambten den gearresteerde te Triest afha len. Erich moet nog eens de route maken, die hij voor zes en dertig uur aflegde. Eerst te Weenen wordt, nadat hij met eenigen van Zeidler's collega's geconfron teerd is, het misverstand opgehelderd. Zoo dra Erich zijn gulden vrijheid teruggekre gen heeft, spoort hij langs den kortst mo gelijken weg naar München. Als zijn echtgenoote hem na de lange scheiding teeder in de armen sluit, hem streelt over gelaat en baard, welke verras sing zdj alleraardigst vindt, dan biedt Erich haar zijn lippen en zegt met een wanho- pigen blik: „Ach, als je eens wist, welke verrassing die baard mij zelf bezorgd heeft Wie heeft wel niet eens verstomd ge staan over de onverschrokkenheid, en de kalmte, waarmede de dierentemmers in de kooien van leeuwen en tijgers gaan en waarmede zij deze dieren een menigte kunst jes laten verrichten, alsof het de meest natuurlijke zaak was, dat die reuzen der wildernis aan hun wil waren onderworpen 1 Het schijnt of eenige mcnschen onbe perkte heerschappij over de dieren hebben gekregen: ze durven hun hoofd in den ge- openden muil van den leeuw steken, den tijger met de zweep slaan en slangen om hun hals wikkelen. Het trage zwijn luistert zelfs naar hun stem, de haas presenteert het geweer en de ratten doen wat er van haar verlangd wordt. Onwillekeurig is do dierentemmer in het oog van vele menschen een buitengewoon man, sterk en moedig boven velen, en zet hij bij elke voorstelling zijn leven op het spel, Over het algemeen is dit echter niet het geval. De meeste dierentemmers zijn hoogst eenvoudige menschen zonder buitengewone eigenschappen, gewezen handwerkslieden, slagersgezellen of zoo iets, terwijl het mee- rendeol der leeuwen en tijgers ovenmin ge vaarlijk is als tamme konijnen Men kan de dieren in zes groepen verdee- len naar de mate van hun verstand. De eerste groep omvat die dieren, welke men door praten dresseeren kan. Slechts zelden behoeft men zijn toevlucht te nemen tot hun instinct. Tot deze groep behooren de aap,, de hond en de olifant. De tweede groep wordt gevormd door die ren, die uitsluitend door vrees geregeerd moeten worden. Hun natuurlijke wildheid is oorzaak, dat zij niet door de stem te be- heerschen zijn, waartoe hun verstand hen wel zou voorbes children. Den leeuw, den tij ger, den panter en de kat rekent men onder deze groep. De zeehond maakt afzonderlijk do derde groep uit; een dier, dat in de meeste ge vallen door redeneeren kan beheers;ht wor den. Slechts zelden door praten, doch in do meeste gevallen door het aanjagen van vrees dresseert men de dieren van de vierde groep: ezel, paard, geit, muizen en ratten, pape gaai, gans, roofvogels en varken. De rijfde groep van dieren maakt mon alleen door honger gewillig. Hot zijn o. a. de duif en de spreeuw. De reptielen (slangen), welke men ondet de zesde groep brengt, dresseert men alleen door den invloed van muziek. Men ziet, dat het paard, hetwelk men gewoonlijk een groote mate van verstand toedenkt, in 'deze lijst beneden de kat on den zeehond staat. Nu iets over den dierentemmer zelf i In de allereerste plaats dient hij een goed ko mediant tc wezende mise-on-seëne i9 de hoofdzaak, want het beroep zelf is al zeer weinig gevaarlijk; alleen, men moet den moed hebben het te worden. Het voornaam ste is, dat men zonder met 'de oogen te knippen in de kooi der wilde dieren treedt. Zij toonen zich zeer bevreesd, als men ze op deze wijze verrast; uit angst kruipen ze over den grond. Van den schrik, die zich dan van hen meester gemaakt heeft, moet men partij weten to trekken. Iedereen kan op deze wijze voor dierentemmer spelen; •daar steekt niets verwonderlijks in. Zoodra er iemand in zijn kooi komt, vlucht de leeuw of dc tijger in den hoek. Loopt men dan op hem toe, dan tracht hij te ont vluchten, waarbij men zorgen moet hem een uitweg open te houden, daar men anders door hem zou aangevallen worden. Zoo ver volgt men het dier van den eenen hoek naar den anderen. Plaatst men een hindernis op zijn weg, dan springt hij 'daar natuurlijk overheen. Een en ander laat de dierentem mer met de noodige hokus-pokus vergezeld gaan; hij klapt bijv. met de zweep of schiet een revolver af. Van den energieken blik van den dierentemmer hangt al zeer weinig afhet is een leeuw tamelijk onverschillig of men hem aankijkt of niet. Varkens kan men slechts met de zweep dresseeren. Men beloont ze met suiker of rundvet. Moeilijker nog is het wilde zwijn handelbaar te maken; een der eerste midde len is' het de schuwheid af te leeren door het uit de hand te laten eten. De slangen dresseert men, zooals gezegd is, met muziek. Overigens zijn de pythonslangen, welke do dierentemmer of toovenaar am zijn lichaam wikkelt, onschadelijke dieren. Speelt men op een mondharmonica, dan komen ze uit haar hokken kruipen. Meer dan in het sceptische Europa heeft zioh in het uitgestrekte Homelsche Rijk der Chineeaen het spiritisme ontwikkeld, voor al ten gevolge van den bovenmenschelijken eerbied, waarmede de kindoren tegen oude- reai van dagen, ook nadat dezen gestorven zijn, opzien. Wil een Chinees zich met een god in verbinding stellen om raad bij zijn onder nemingen of om genezing van een ziekte, of wil hij een endorhoud met den geest van een gestorven bloedverwant, dan kan hij verschillende wegen inslaan. De „séance" kan naar believen in een tempel of in een gewoon huis gehouden worden, en veroor zaakt bijna geen kosten dan een klein ge schenk voor het medium. Meestal heeft men twee media noodig. Het beeld van den afgod wordt op een tafel gezet, waarop wierook en licht branden. Een der media gaat aan deze ta fel zitten, terwijl het andere met eeu grif fel een .tooverkruiis teekent op geel papier. Dit papier steekt hij aan en beweegt het dan heen en weer voor den zittende, om do schadelijke invloeden uit het lichaam te verdrijven en dit tot een verblijf der god heid gesohikt te maken. Is deze reiniging geschied, dan staat het medium met geslo ten oogen op on blijft, met dien rug naar iliet afgodsbeeld gekeerd, rustig staan. Zijn makker overhandigt hem dan een staaf met brandenden wierook, die hij bewe gingloos voor de borst moet houden. On- dertusschen houdt de ander zijn handen ge vouwen op een voor de godheid bijzonder welgevallige wijze. Dan gaat hij naar het andere medium toe en maakt met zijn han den een beweging, alsof hij het wilde slaan. Deze ceremonie, vergezeld van het telkens opnieuw vouwen der handen, wordt eenige malen herhaald en dient, om de godheid tot een bezoek uit te noodigen. Eindelijk begint het medium zich voor- en achter waarts te bewegen, laat de wierookstaaf uit do handen vallen en begint met groote stappen heen en weer te loopen en de zon derlingste houdingen aan te nemen, die men als typisch voor de betreffende god heid beschouwt. Som6 laat deze zich eerst niet tot een bezoek verleiden, wat aan do bewegingen van het medium wordt opge merkt, maar als men maar lang genoeg haar blijft dwingen, is ze wel genoodzaakt in het medium te varen 1 Met drie brandende wierookstaven ver zoekt het andere medium, op de knieën ge legen de godheid te gaan zitten, waarop hij gemoedelijk vertelt, wat hij op het hart heeft, en gewoonlijk een gemoedelijk ge sprek zich ontspint. Is de god slecht ge luimd, dan gebeurt het wel, dat hij den bidder door den mond van het medium ge ducht uitscheldt! Na de „séance" valt het medium in een korten slaap, waarna het, door het gebruik van wat thee, spoedig weer tot zichzelven gekomen is. Men beschouwt deze methode vooral als uitstekend, als men genezing zoekt voor een ziekte of... een geluksnum mer wil trekken in de loterij 1 Volgens een andere methode geschiedt de uitspraak dor godheid door de teekens, die een stift, door het medium aan het eene einde vastgehouden, terwijl de punt in een laag droog zand rust, ten gevolge van de bewegingen in het zand maakt. De voor bereidingen voor een „séance" met schrijf- media zijn ingewikkelder en zoo is het o.a. noodig op de tafel vóór het afgorjsbeeld, behalve Licht en wierook, frissche bloemen, thee en... valsch geld te plaateen. Er zijn ook vrouwelijke media. Sommigen bedienen zich van een uit wilgenhout ge sneden afgodsbeeld, dat, na -19 dagen lang aan den dauw te zijn blootgesteld, op de maag van het medium wordt geplaatst en daar begint te spreken (natuurlijk eecn soort buikspreken van het medium), een „séance", die zeer goedkoop is en slechts cent kost. Anderen laten den geest van een afgestorvene in zich varen op onge veer dezelfde wijze, als de mannelijke me dia dit doen. Na de „séance" wordt het medium onpasselijk, maar is evenwel spoe dig genezen door het gebruik van wat thee. Het volk van 42 millioen kleine menschen, dat het Japansche eilandenrijk bewoont, leeft volgens de Duitsche spreekwijze: „Jong gevrijd heeft nog niemand be rouwd." De bevolkingsstatistiek van 1900, de laatste, die door het Japansche departe ment van binnenlandsche zaken is gepubli ceerd, vermeldt voor 1900 niet minder dan 346,590 huwelijken. Zéér jonge huisvaders zijn in dat aantal begrepen: namelijk één van 13, één van 14 jaar en 42 van 15 jaar. Op hun 16de jaar trouwden 759, op hun 17de jaar 5484 jongelingen. Het huwelijks cijfer stijgt dan snel tot 12491 huwelijken, waarbij de bruidegom 19 jaar was, 17406, waarbij hij 20, en 26149, waarbij hij 21 jaar was, en bereikt met 30831 het hoogtepunt voor de huwelijken, waarbij de man 22 jaar was. Men mag dus aannemen, dat de meeste Japanners trouwen op hun 22ste jaar. De meisjes in Japan trouwen meestal eveneens op zéér jeugdigen leeftijd. In 1900 trouwden: één meisje van 12 jaar, 22 van 13 jaar, 852 van 14 jaar, 9245 van 15 jaar. Het aantal stijgt dan plotseling; op haar 16de jaar trouwden er 15,388, op haar 18de 30,623 en op haar 20ste 35,899. Dit laatste geeft het hoogste getal voor den leeftijd, waarop de Japansche vrouw in het huwelijk treedt. Op haar 24sto jaar trouwden nog slechts 20,189 Japanschen, op haar 30ste maar 7,514, op haar 35ste 2,430, op haar 40ste 1,004, op haar 50ste 288 en op haar 60ste jaar slechts 76 dames. Maar 13 krasse oude vrijsters knoopten nog op haar 70ste jaar den rozenband voor het leven en de statis tiek maakt zelfs melding van 7 eerbiedwaar dige Japanschen, die haar ouderdom opga ven als „boven de 80", de hoogere jaren be-' schaarad verzwijgend. Volgens deze statistiek zijn dus de meeste Japansche mannen op hun 22ste, de meeste Japansche vrouwen op haar 20ste jaar ge trouwd. Op hun 30ste jaar trouwden in 1900 nog slechts 12,756 mannen (ongeveer evenveel als op het 19de jaar), op hun 40ste jaar 2888, op hun 50ste 1031, op hun 60ste 268 man nen. Men vindt echter nog 69 oude heeron, die op hun 70ste en 10, die op hun 80ste jaar in het huwelijk traden. Het vroegst worden de huwelijken geslo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 10