K Wekeiyksehe Kalender. Stofgoud. Raadgeving. RECEPT. Zondag. Het is zoo schoon enkelen lief te hebben met zijn geheele hart en toch ook voor an deren goed te zijn. Maandag. Elk kunnen moet geleerd worden, ook het zedelijk krunnen. Dingdag. Niet veel werken, maar goed werken is hoofdzaak. V Woensdag. Voor hem, die geen onrecht doet, is er geen wet noodig. Donderdag. Het genot kan berusten op begoocheling; maar het geluk berust op waarheid Vrijdag. Niets is vrijer dan de gedachte des men- schen. Zaterdag. Wij dwalen allen, maar ieder dwaalt au- dors. Wat er in eon jaar wordt verorberd op do booten van de lloilmd-Anierika-lijn. Slechts enkele cijfers uit de lange staten. Driehonderd duizend kilo vcrscli vlecsch en even zooveel gezouten vleesch en spek, en bovendien nog 17,000 kilo gerookt spek en 1000 hammen. Dan 2500 blikken leverpastei, 1000 ton haring, 15,000 kilo kajuitboter en 60,000 kilo volksboter, 100,000 liter grutters waren, 20,000 kilo koffie. Voor de tusschen- dekspassagiers worden koffie-tabletten ver vaardigd, van bijzondere samenstelling, die aan de koffie den smaak geven en de don kere kleur, waaraan de moesten dier lands lui gewend zijn. Verder onder meer 400 pot ten gember, 395 flesschen olijven, 40,000 li ter blikgroenten, 800 blikken truffels. 900 blikken champignons, 18,300 kilo zout, 13,500 liter azijn, 35,000 kilo suiker, 415 an ker zuurkool, 6099 potten honing, 5775 kilo jams. Bij de afreis wordt er versch brood meegenomen voor twee dagenmaar zoodra het schip van den wal is, beginnen de vijf bakkers te bakken, en zoo houden zij het verbruik gedurende de reis net bij. Zij ver werken daarvoor te zamen in een jaar 2287 vaten meel a 100 kilo. Van de dranken werd er, behalve het- flesschenbier, verleden jaar alleen 135,778 li ter bier en een 60,000 liter mineraalwater verzwolgen. Om te kunnen voorzien in de behoefte aan „craekcd ice", waarmede de Ameri kanen hun dranken bij voorkeur vermengen, om ze ijskoud te maken, benevens voor ver dere doeleinden, was 389 ton ijs noodig. Maar stelt u nu eens den inventaris van zoo'n schip voor, bijvoorbeeld alleen het eet servies het tafelzilver voor de kajuit, to be ginnen met 46 notenkrakers, enzoovoort. Die inventaris voor elk schip is ook weer gedrukt; hij vult een dik bock in folio-for maat. En zood ra het soli i p hier bin nen komt wordt uit de magazijnen alles aangovuld wat gebroken is of zoek geraakt. Dat be draagt nogal zoo iets. Zoo werden er ver leden iaar op do passagiersschepen onder veel meer gebroken1722 diepe borden, 3131 platte borden, 2609 'dessertborden, 3455 groote en 1455 kleine koppen, 1401 biergla zen, 3317 hutglazen, 106 olie- en azijnflesch- jes, enzoovoort. De machinale bordenwas- scher heeft hier een groote verbetering in bracht, maar de cijfers blijven aanzien- k, omdat elk stuk van het servies wordt igekeurd, zoodra er maar een scherfje af 13. Zaterdagavond. Op Zaterdagavond, dan is op de bank, Beschaduwd door de achtbare linden, Op 't plein voor het kerk jen, in 't zomer- g&tij» Een troepje van dorpers te vinden. Ze zijn dan wel niet nog in 't Zondagsch gewaad, Maar toch is het kleed, dat ze dragen, Al half op zijn Zondagscb, of netter al thans, Dan 't pak van de vorige dagen. 't Is 't beeld van den vrome, die oud is en rust, Aan 't eind van veel arbeid en zorgen. Wel is 't nog geen Zondag, maar toch, er is iets, Dat zegt: ,,Het zal Zondag zijn, mor gen E. Lau r i 11 a r d. In wijn- eai jeneverglazen verdrinken meer menschen dan in de zee. P y th agoras, Do dooden zijn do omzicht baren, maar zij zijn niet do afwezigen. Victor Hugo. Of men kopjes wascht, kieltjes naait, of dat men microscopische praeparatcn maakt; of men kousen maast, kinderen leert-, of 'dat mcin dag in dag uit vervelen de stukken leest, om een korrel goud, be graven in een berg van zand, te vinden, '1 is alles hetzelfde: trouw in 't- kleine. Prof. W i n k 1 o r. Het verwijderen van zcopvlekken. Wanneer cr in bont gekleurde stoffen door soda of scherpe zeepen plekken uit gebeten en de klourcn verdwenen zijn, moet men op deze verbleekte plekken een oplos sing van 1 deel aluin op 3 deelen water •druppelen, ze daarna met een vochtig lap je linnen bedekken en gedurende eenige mi nuten een matig heet strijkijzer er boven houden. Viecsch"geleï. Waseh A pond runder-schenked, 1 pond ka-lfsvLeesch, 1 kalf-schenkel, 2 gebroeide kalfspooten en 1 oude kip, doe dit vleeech in 4 kan water met- 4 lood zout, laat het koken en schuim heb af als bouillon; doe er 1 ui, 1 peen, kruidnagel en eierlepeltje kokskruiden bij en laat het verder lang zaam koken; als liet vleesoh gaar is (de pooten moeten nog wat langer koken), haalt men het uit den bouillon het kan dan gebruikt worden voor een schotel; giet den bouillon alsdan door een servet, schep het vet cr af, doe wat op een bord en laat bet koud worden, om te zien of liet stijf wordt; zoo niet, dan laat mon den boui'llon nog wat inkoken. Hak nu 2A ons mager rundvleesoh zeer fijn,' roer or 2 ei-witten en 2 maatjes witten wijn doorheen, en doe al" roerende met een eiwitkloppcr den bouillon er bij; zet dit op het- vuur en blijf langzaam roeren totdat de gelei kookt, doch laat ze niet doorko ken, daar zij djin troebel wordt; laat de gelei wat gedekt ter zijd© van het fomuas staan; laat nu do gelei door een servet, dat over een wijde kom wordt gelegd en waar van men de punten laat vasthoudon, en giet do gelei er langzaam in. Is de gelei nog wat troebel, dan giet men het nog maals door het servet. Laat de gelei nu koud worden en zij is geschikt voor het gebruik bij vleesoh of gevogelte. Door er nog een maatje azijn intedoai, kan men er zure gelei van maken. ALLERLEI. Voor de rechtbank. Bv president zegt welwillend on goedig bot den beklaagde: „Je zegt, dat je iets als vrees voelde, toen je de portefeuille wegnam?" „Ja, edelachtbare, ik vreesde, dab ze leeg zou zijn." Onzin. Straat roever: Ais u eau be weging maakt, zijt gij een dood man." Frofe&sor„Wat praat je nu voor onzin 1 Ale ik een beweging maak, is het integen deel een bewijs, dat ik springlevend ben." In het hospitaal: „Wat heeft je ge scheeld?" .Blindedarmontsteking, generaal. „Zoo, maar nu kun je toch weer goed zien, hè?" Z onder Ixnge vraag. Mevrouw: „Maar, Hanna-, ik heb je toch gezegd, dat je de vissclien, die je koopt, lovend naar huis moet brengen." Kanna (boerenmeid): „Maar mevrouw, zeker, leef ik dan niet?" Voorstel.. Keer (dwepend): „Juf frouw, ik ben geheel vuur en vlam voor u." Dame.- „En zoudt- u dien gloed niet lie ver aan een huisel ijken haard concentree- ren 1" Verstrooid. Professor (.in een bar bierswinkel naar binnen roepend): „Goe den dagIk ga nog even hierover in den sigarenwinkel. Zeep me intusschen maar vast in." Verheeid. Dat noemen ze een welda- digheidslotc-rij. Daar win ik een fiets, rijd er op en val mijn neus krom. Dc advocaat: „Nederland heeft omtrent 5 milliocn bewoners cn slechts èén enkele daarvan heeft uiijn cliënt met zijn srtoom- ficte aangereden. Dat bewijst meer dan genoeg, hoe voorzichtig liij gereden beeft." De juiste pleh. Een onderwijzer had een ondeugenden jongen duohbig bij de oor en getrokken. De jongen vertelde het aan zijn moeder en deze schreef aan den onderwijzer: ..Dc natuur heeft een geschikte plek ge schapen voor de tuchtiging van ondeugen de jongens. Die plek is niet zijn oor. Wilt u dus in het vervolg de geschikte plek in aanmerking nemen Bedelaar: „Een aalmoes voor een arm man, mijnheer." Heer: „Waarom werk je niet, zooals ik? Je moest -vragen om hersens, niet om geld." Bedelaar: ,,Ik vraag maar om datgene, mijnheer, waarvan ik denk, dat u het meest hebt." Onsmakelijk. Tandlooper„Uw hondje heeft me in de kuit gebeten,mevrouw." Dame (ontsteld): „O, hemeltje; wascb gauw Bello's bek uit, Jansjel" Oplossing van hel Raadsel in het vorig Zondagsblad; liegen. Veger. VRAAG. Welke appel kan niet geplukt worden? [Antwoord in het volgend Zondagsblad]. REBUS. N E het volgend Zondagsblad.] D [Verklarn -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 14