1.1. Wielrijders.
A. AXiTj
AANBESTEDING.
VICTORIA-RIJWIELEN,
Kost en Inwoning.
Allerfijnste Grasboter
GRAND PRIX.
LÉIDSCH DAGBLAD. VRIJDAG 24 JÜftt. TWEEDE BLAD.
Een origineel.
Vervolg Advertentiën.
Leidsclie Kunstverseniging.
T entoonstelimg*
Vlaamscli Kunstaardewerk,
Groothandel in Rijwielen en Onderdeelen.
J. F. Vergouwen,
Wed. J. Stocnliancr Zoon,
Stooiïk"ZuiveSïai§riek „VLlililaelmina71',
Mijn gegarandeerde, zuivere WILHELMIM-ROOMBOTER
J. ROODENBUEO,
No 13599
Anno 1901
Is het ras der origineelen onder ons wer
kelijk aan het uitsterven. Het moet wel
zoo wezen: de klacht is te algemeen. Ik
wil me maar niet in do oorzaak er van
verdiepen. Vroeger hadden de sporen en do
booten, hadden stoom en electriciteit het
gedaan; in den laatsten tijd krijgen ons
onderwijs en de kranken de schuld. Wie
weet, wat nu weer het eerat aan de beurt
isl Maar jammer is het, geducht jammer.
Daar hebt ge den „ouden Willem" hier op
het dorp. Gij hebt u, laat ik zeggen, moe
gelezen in een van onze nieuwe romans.
Gij wilt dat zwoele, drukkende gevoel als
in een oranjerie, dat mij ten minste bij
die soort lectuur altijd overvalt, van u af
schudden. Welnu, ge gaat het duin in, of
ge praat een kwartiertje met den ouden
Willem en n'en déplaise aan de genera
tie van '80 ge zijt u zelf weer. Nog eens,
het is jammer, geducht jammer.
Een eenig exemplaar, die oude Willem,
ondanks zijn zeventig jaren, frisch en ge
zond als in de kracht van het leven. Maak
hem uw compliment er over, tien tegen één
dat ge ten antwoord krijgt: „Gezond, me
neer Als een visch. Veel lucht geen dokter
geen vreemde vrouwen, niet rooken (wel
pluimen) maar vooral geen doktor." Óver
ïijn landbouwvak heeft hij als voor alles,
Jjn eigen, oorspronkelijke opinies. De
bloembollen in onze duinstreek kunnen in
zijn cogen geen genade vinden: „De aarde
is om vrucht voort te brengendat doen de
bollen niet." Evenmin de waterleidingen,
die de duinen droog maken: „Iedere drup
pel, dien zo dAAr (hier wijst hij in de nob-
ting van de stad) drinken, neemt ons het
brood uit den mond." In zijn tijd heeft
hij veel gejaagd en gevisoht. Als hij daar
aan begint to vertollen, is hij nog niet uit
gepraat. Dan maakt hij het soms zóó bont,
4iat de onnoozeJste niet langer zijn dupe
blijft, al wil ieder graag door hem worden
beetgenomen. Op het punt van het weer is
uij een autoriteit. Hier maakt hem hot ge-
Voel van zijn kracht wel eens overmoedig.
loo moet het voor jaren gebeurd zijn, dat
een hulponderwijzer, die een examen ging
doen, hem 's morgens vroeg: „Een para^
"luie meenemen, Willem?" Willem keek
raar de lucht krabde zich achter het oor en
tei positief, hoewel er geen wolkje aan de
lucht was: „Wis en zeker een paraplu mee
nemen of je druipt eer je vanavond thuis
bent." Dc lucht bleef dien dag helder, doch
'de oolijkcvd draaide zich er, als altijd uit.
„Druipt ie dan niet?" zei hij lachend tot
fcijn vrouw. De ongelukkigo oandidaat was
afgewezen.
Wilt gij hem in zijn kracht zien en hooren,
kom dan op ccn zomeravond, als er onweer
t>p til is en de dorpsmenschen in groepjes
aan do hoeken van de straten staan om
Haar de lucht to zien. Gij vindt hem dan
jakcr met een troepje aandachtige toehoor
ders om zich heen, hun zijn opmerkingen
Cv or hot weer ten beste gevend of hen ont-
raleild op „griezelige" vertellingen, zooals
Jüj mij eens op de volgende manier deed.
„Bang? Daar weet ik niet van. De Hemel
beware mei Als je zooals ik, vijftig jaar
lang, bij nacht en ontij, overal buiten rond
gescharreld hebt, dan leer je dat wel af.
Maar dat er iets is, iets in de natuur,
daar je niet bij kunt, dat is -«-ast. Ala ze
tegen me zoggen: „Daar in dat huis is het
niet pluis; voor g^n honderd gulden was
ik er een nacht alleen in," dan lach ik er
©m cn zeg: „Voor een gulden, voor twee
kwartjes nog wel." Al mijn jongens zijn
zoo. Toen 30 nog klein waren en praatten
van bang in het donker, lachte ik ze uit
©n zei altijd: „Bang in het donker? Kerel 1
wat wil je meer?" Er is P:ot veiliger dan
in het donker: j ij ziet geen mensch en geen
mensoh ziet jou. Op klaarlichten dag, dat
is wat anders. Wce-s dan op je qui vive."
Maar dat neemt niet weg, dat er iets is,
iets in de natuur...
Ik Lag in Amsterdam met mijn aardap
pelen. „Hoe is het met de ziekte?" vraag
Ik aan de juffrouw in ons logement. „Het
schikt nogal" zeit ze. „In de achterbuurten
blijf; het nogal hangen." „Natuurlijk",
zeg ik. „Daar wonen ze met zo :n, acht
huishoudens in één huis. Geen wonder, dat
daar de lijkwagen meer voorkomt dan in
buurten waar niet anders wonen dan oude
juffrouwen met een meid samen." Enfin,
daar blijft het bij. Maar 's avonds, het
was net, of het op mijn lijf g e g 0 o i d werd,
daar krijg ik het in mijn lijf; ik lag te
krimpen „Och, och", riep ik maar; „zal
ik nou hier mijn eindje moeten vinden?
Als het dan toch zoo wezen moet laat n_e
dan maar bH mijn arme vrouw en kir ier-
tjes sterven. „Je kunt niet meer weg,
schipper," zei de juffrouw, zelen ze al
lemaal. „Ik mot weg", zei ik, „al zou ik
het besterven. Naar het ziekenhuis hier wil
ik niet, aan het spoor komen, daar is geen
kijken naar. „Jan," zeg ik tegen den schip
per, „wil je me thuis brengen? Waag je
het?" (Nou voer ie altijd voor me). „Ja
wel," zeit ie, „maar dan dadelijk." „Goed",
ztg ik, „leg aan maar wat zakken in het
ruim en zet een puts naaet me." Wat ik
blij was, toen we Amsterdam uit en buiten
waren. Onderweg, Goddank! knap ik wat
op, zou ik zeggenten minste erger werd ik
niet Zoo komen we gelukkig hier. Was ik
nou niet met de schuit gegaan, dan had
er misschien nog een haan naar gekraaid,
maar nou, het was onmogelijk. Mijn vrouw
staat aan de deur te breiden Zoo, dat zo ire
ziet, gooit ze de breikous neer, loopt naar
me toe, en valt me om mijn hals. „Kom
er maar gauw in, Willem I" zegt ze, „en
■gA maar dadelijk naar bed. Ik weet or al
les al van." „Waarvan?" zeg ik, nog zoo
goed en zoo kwaad ik kon: ik wou me nog
groot houen. „Ik heb rust noch duur gehad,"
zegt ze, „den heelen nacht niet. Yan oohtend
om halfzes kon ik het in huis al niet houen."
Hoe kr'spendeert dat nou op mekaar? Zeg
jij dat nou eens. Maar dan mot er de echte
liefde wezen, weet je.
Maar anders, bang, daar weet ik niet
van. Ik zeg altijd tegen mijn jongens: „Ga
er op af, ga kijken, dan weet je, wat het
is." Ik heb eens een grap gehad, als je het
zoo noemen wil, hier op het kerkhof. Op
een nacht ga ik er op uit. Het maantje
kwam net op; het was een bewolkte lucht.
Ik sla den hoek bij hot kerkhof omaarde
donker. Wat zie ik daar den kant op naar
't huis van den doodgraver? Licht, heel heel
flauwtjes, tegen den muu op do manier
als dat je een lucifer op je broek aanstrijk
in den donker. Ik kijk nog eens: 't was of
ik dood zou blijven van den schrikeen ge
raamte. Ik loop terug: ik kan not zoo goed
den anderen kant omgaan, denk ik. Man."
ik heb nog geen twintig pas gedaan, of
ik denk: „Wegloopen? dan blijft het je in
eeuwigheid bij: allo, er op af." Ik keer
terug: ik kom den hoek weer om: daar is
't weg; het maantje kwam net door, weet
je. Ik klop aan bij den doodgraver, „Kees"
zeg ik, „kom er eens uit, kom eens kijken."
,,'k Weet het al," hoor ik hem uit huis
roepen, ,,'k weet 't al: ik zal hot weg
halen." En wat was het nou, denk je?
De boom van een doodkist: (het kerkhof
was geruimd) dien had hij tegen den muur
te drogen gezet. Daar zag je nou den af
druk van 't lijk, om zoo te zeggen, in 't
donker lichten. Ik zal je er wat van thuis
sturen: leg het in je kelder neer: dan kan
je het zien." En wat denk je: 't was zoo.
Sinds dien tijd zeg ik altijd: „Nooit weg-
De Kieler week; De Duitsche Kroonprins (x) oefent zich met zijn
nieuw jacht „Angela" in de haven van Kiel.
De Duitsche keizer heeft de zeilwedstrij
den, op de Beneden Elbe op zijn jacht do
„Meteor" medegemaakt en zelf den eersten
prijs behaald. Hij heeft daarna des avonds
op do groote stoomboot „Deutsohland" de
prijzen uitgedeeld.
Een geheele vloot was daar aanwezig en
alle jachten en de oevers waren feestelijk
versierd. Behalvo de „Meteor" en do
„Deutschland" waren hot keizerlijke jacht
do „Hohenzollern" en de depêche-boot
„Sleipner", benevens eenige torpedobooten
aanwezig.
De Keizer hield natuurlijk een rede,
waarbij hij memoreerde, dat vrede thans
over de Duitsche landen heorscht en do idee
der solidariteit veld wint over de geheele
wereld. Op dit wortolschieten der solidari-
toit onder de „zichzelf regeerendo vrije
burgers" zoowel als onder do beschaai.de
volkoren onderling, hield de Keizer een
verheerlijkende rede.
Ook van de „Kieler Wocho" beloofde de
Keizer zich een „vaster smeden en knoopen"
van deze met zooveel zorg gekweekte solida
riteit.
De Keizer is vervolgens des morgens aan
boord van de „Hohenzollern" naar Kiel ge
stoomd. De ontmoeting met den koning
van Engeland is door Z. M. als volg1 gere
geld: a.s. Zaterdag zal koning Eduard het
kanaal tusschen Noord- en Oostzee door
varen en des middags om 3 uren zal de ont
moeting der beide vorsten plaats vinden
aan do Holtenauer-sluis. Prins Heinrich
en een geheele staf van hooge land- cn zee-
offioieren gaan dan als eere»-gevolg aan
boord van Eduard's jaoht. Des avonds is
er gala-maaltijd aan boord van de „Hohen
zollern" en als de Keizer zijn dronk uit
brengt op zijn koninklijken gast, moet de
geheele Duitsche vloot een saluutschot los
sen.
Een recks van feesten worden dan aan
boord der beide vorstelijko jachten gege
ven en des Maandags wordt de Duitsche
vloot bezichtigd. In den nacht van 29 op
30 Juni stoomt het Engelsche eskader het
kanaal weder door en de Koning zelf vaart
Donderdagochtend 's morgens om vijf uren
weder huiswaarts.
loopen: ga er op af: dan weet wat het
is."
Daar heb je die lui, die met een helm ge
boren zijn: nou lachen ze er om: Gerrit
(hier noemt hij een bij ieder op het dorp
bekenden naam) is er ook mee geboren:
maar dien hebben zo verbrand. Als het goed
is, moet je zoo'n helm drogen. Een veld
heer neemt hem mee in zijn zak, zal ik
zeggen. Nou kan ie den dood niet keeren,
dat '8 bepaald. Maar wat wie wel kan, is
een dag te voren zijn orders geven en aan
zijn familie schrijven. Ja, d'cr is iets in
do natuur... Ik hoor hot mijn vader nog
zeggen: „Jongen 1 doe wat je 'doet, wees er
niet bang van, maar tart het nooit l" „Heb
je daar ondervinding van gehad?" had ik
al een paar maal gevraagd. „Och, wat weet
je ervan?" zei ie dan altijd. Maar op een
keer, daar kwam hot er uit.
't Is jaren geleden. Ik had een konnis
hier op het dorp, een vrind, laat ik zeggen,
die hard ziek lag. „Kom," zeg ik op een
avond tegen je moeder: „ik ga nog eens
kijken, hoe 't met Piet is: hij kon morgen
wel eena niet halen." „Mensch," zeit ze,
„wat mot jc nou klokke tien er nog op uit?
Neorn dan in allen gevalle," zeit ze op het
laatst, „Karo mee." Ik nam Karo mee.
Ik kom op het kerkhof: geen hand kon je
voor oogen zien. Daar schiet me opeens
Karo vooruit: (nou deed io dat altijd, zoo
donker kon het niet wezen: het was een
brutale weerga), maar direct vliegt ie te
rug en tegen m'n lijf op. Weer schiet hij
vooruit: weer vliegt ie terug. „Satanschc
hondl" zeg ik: „wat mot je? Je doet me
schrikken. Allo! vooruit 1 pak aanl" Met
pak ik hem op en gooi hem vooruit. Daar
begint me dat ding te gillen, te gillen...
Ik grijp hem in zijn nek en loop naar den
hoek bij de groote kerkbeer. Ik kijk. Was
't een kat, een kalf? 'k Weet het niet. In
den pikdonker twee oogen, (niet zóó (hier
maakt hij een ootje met duim cn wijsvin
ger), maar zóó, (hier steekt hij do gebalde
vuist toe) en gloeiend als twee kolen vuur.
't Gaat naar boven, zachtjes, zachtjes, de
lucht in, hoe langer hoe hooger weg is
het. „Hij is er geweest," zog ik 's avonds
tegen je moeder, toen ik thuiskwam. En wat
denk je? 's Morgens: ik lig nog op mijn
bed, daar hoor ik het al. ,,'k Wist het al,"
zeg ik tegen jo moeder, „ik wist het al."
Begrijp jij het? besluit de verhaler, wat die
twee gloeiende oogen met een mensch, die
die op 't sten-en leit, te maken hebben?
Weet jij het? Ik niet.
Heb je m'n eerste vrouw nog gekend?
't Was in haar laatste ziekte. De dokter
gaf me nogal moed, maar ik voor mij ver
trouwde hot niet erg. Op een middag
(mijn meujo Arendje, dio zoolang het huis
houden voor rac waarnam, stond buiten
aan de waschtobbe) ga ik naar boven, naar
den zolder om wat te halen. Ik was wak
ker, zoo wakker als jij en ik hier nou bij
mekaar staan. Daar hoor ik opeens roe
pen: „Willem 1 Willem l Willem 1" driemaal
achter elkaar op dc manier als van iemand,
dien ze weghalen en die om hulp roept:
eerst hier, toen eon pas of twintig verder
al zachter, al zachter...Ik vlieg naar be
neden, de werf op en zeg tegen Meu Arcnd-
jo: „Hoor je daar niet roepen?" „Ik niet,"
zegt ze heel bedaard, haar hoofd boven 'do
waschtobbe omdraaiende. „Niet?" zeg ik
en loop zoo meteen de kamer indaar leit
m'n vrouw rustig te slapen. Enfin, ik ont
geef het me. Een uurtje later, komt de
dokter: ,,'t Gaat best, 't gaat best'" zeit
ie. ,,'t Mensch gaat dood," zeg ik. „Het
mensch gaat dood, praat cr me niet van."
En wat zeg ik je? Vijf dagen later lag zo
onder de aardo
Hier houdt de verhaler even stil, gooit de
pet achterover, krabt zich door dc weinige
overgebleven grijze haren doet twee stappen
achteruit, doch om dadelijk weer op 11 aan te
komen en voort te gaan: Dat was mo een
tijd. En die nachten! Ik kon manr riet
slapen. Altijd maar met dat dooie menscli
bezig. Hoeveel keeren, of ik wel niet, mid
den in den nacht, opgestaan ben cn naar
het hek van het kerkhof gegaan, weet ik
niet. Daar op ccn keer, daar komt hot me
zoo voor: En als je ze nou nog eens zag,
wat dan? „Heere", zeg ik :om zo nou nog
maar eens gocien nacht te zeggen. Ik ga 1
naar huis: ik probeer in slaap te komen en
het lukt me. Daar droom ik, sal ik maar
zeggen, maar het was alles zoo duidelijk,
of ik klaar wakker was, daar droom ik
me, dat ik in den grafkelder onder het koor
ben heelemaal alleen en aardedonker. Op
eens daar gaan er twee deuren vóór me
open: ik kijk do straat in: het was of het
klaarlichte dag was. Ik loop vooruit: daar
staat mijn huis cn voor het raam, daar zifc
m'n vrouw met haar naaiwerk op haar
schoot. Zo kijkt me aan, ze lacht me toe,
zo knikt mo gociendag...weg was alles. Na
dien nacht kon ik weer slapen. X.
Ingezonden.
Geachte liedactiet
Wil zoo goed zijn het volgende ter plaat
sing in uw geacht blad op to nemen.
Het is nu bijna drie jaar geledon, dat do
bewoners van de Gedempte Koolgracht zich
met een adres tot den Raad der gemeente
gewend hebben, om con oindo te maken aan
den onhoudbaren toestand waarin zij verkee-
ren, door do domping van de gracht cn het
plaatsen van een muur op deu walkant,
zoodat elke combinatie met do Oostdware-
gracht voorgoed werd afgesneden cn do be
woners een omwg van een kwartier kunnen
maken om daar te komen.
Nu word in begin: besloten tot opzog-
ging met in-acht-noming van den termijn;
van twee jaar van opzegging, aan do go-
bruikers van do gedempte gracht, om daar
door haar weer voor het publiek verkeer
open te stelllen; zeer noodig zelfs volgens
advies met hot oog op gezondheid, toezicht
brandgevaar, enz.
Nu is dio termijn reeds lang verstreken,
reeds meer dan een groot halfjaar. Men
zou zoo oppervlakkig zeggen, dat de termijn
van opzegging twee jaar toch lang genoeg
is om voorbereidende maatregelen to tref
fen omdat straatje te openen, to meer nu
dit slechts over een klein deel plaats heeft,
waardoor dan toch do communicatie open
is.
Ik waag 't niet te veronderstellen welk
een alarm er zou opgaan indien het Rapen
burg gedempt word en in plaats van een
mooi plantsoon een doode muur aan den
walkant opgetrokken werd, die elk uit
zicht benam en do bewoners noodzaakte een
heel eindje om to loppe>n. De bewoners der
Ged. Koolgracht hebben in geduld en lijd
zaamheid afgewacht, doch 't wordt meer dan
tijd, dat ook eens om hen gedacht wordt.
Met do meeste hoogachting cn dank voor
de plaatsing
Uw Dw. Dr.
J. DEGON, Leiden.
ALKEMADE. Bevallen: A. van Klink geb.
Heetnian D. T. Tukker gob. Vogelaar Z.
Overleden: J. de Boer, wed. M. Verdol, 78
j. J. Heemskerk, cchtg. van C. Pouw, 39 j.
LEIDERDORP. Gehuwd: M. Los, 27 j., te
Alkemade, on M. Slierman, 24 j., alhier.
Go boren: Jan Cornelia, Z. vun F. Bosnian
on B. Zwozeri n. Llondrik, Z. van Judith Stoute.
REEUW IJK. Bevallen: A. M. Schouten goh.
De Korto D. A. Nabel geb. Blonk Z. P.
Gooswilligen geb. Van Duron Z. W. Booro
f;eb. Roskam Z. G. Verbey geb. Nobel Z.
1. Boero geb. Don Hortog D. E. Heomskork
geb. Do Bruin D. T. Akerboom gob. Do Bruin D.
Overleden: J. C. v. d. Hoyden lj. P.
A. Balloring 3 m. A. Schouleu 3 w. D. C.
Muijs 33 j. P. van Loeuwon 83 j.
WARMOND. Overleden: Elisabeth Liobort
van Uonte 79 j.
Familieberichten uit verschillende bladen.
Gehuwd: W. van Zoest en M. J. StogcmaD,
to Deventer. N. Davids en W. Katz, Rol terdam.
Bevallen: Montauban van Swijndrogt geb.
Do Kajjper, z., Rotterdam. J. Maas geb. Hohn,
d., Aerdenhout. L. Wostermann geb üe Bussy,
z., Laren (N.-H.). H. J. v. d. Steur geb. Voor
recht, z., Rotterdam. Van Hoek geb. Van
GjjzeleD, d., Den Haag.
Overleden: B, L, Otto, m. 32 j., Krimpen
aan den IJssol. Dr. II. B. Kaufman, m. 85 j.,
Haarlem. U. Doornanr, m. 79 j., Leorsum.
Th. Cool, m. 52 j., Bussum. A. A. Slot, v. 78
j., Mepptl. M. H. Verweij, v. 79 j., Nijmegen.
J. E. Busken geb. Huet, v. 72 j., Velp. P.
Voorwijk, m. 56 j., Bussum. J. F. de Klerk,
m. '22 j., Rotterdam.
Haarlemmermeer. Den 23sten dezer waren op
de Wolmarkt te Hoofddorp aangevoerd 02 vachtea
wol. Hiervan worden or 37 verkocht voor dan
prys van f 0.80 per kilo.
van 5876 15
(Céramique de Courtrai),
Id de Zaal iLangebrng hoek Steen-
sohuur, van 12 tot 26 Juni 1904.
Geopend van 11—5 uren.
Entree voor niet-leden 25 Gis.
Op Zaterdag den Sden Juli
1004, des nam. te 2 uren, zal in
Hotel „Rijnland" alhier worden aan
besteed:
Het afbreken van het
perceel Breestraat No. 90,
hoek Maarsmanssteeg en
bouwen van een Winkel
gebouw met Boven
huis.
Aanwijzing op den dag der be
steding des voormiddags te 10 uren.
Bestek en bouwplan liggen ter ln-
zago ter plaatse der besteding.
Afdrukken verkrijgbaar ad f 2.50
per stel bj) den Architect
JA COP US v. d. HEIJDEN.
Hooigracht 4a. 61S7 23
RIJWIELEN van af f 65.— en hooger worden door
mij nier. meer vervaardigd, om reden mijn werkplaatsen voor
de enorme fabricatie, welke voor een seizoen noodig zijn. te
klein zijn geworden en daardoor de reparatie der Rijwielen
zou lijden.
Zoodoende ben ik besloten al deze Rijwielen, welke van
die prijzen nog voorradig zijn, met 20 pCt. korting op
te ruinen.
Ik heb het Hoofdagentschap aanvaard voor Leiden en
Omstreken van de beroemde
welke uitmunten door fijne afwerking en soliditeit. Alle
macbinerien voor de fabricatie van Rijwielen benoodigd,
blijven in mijn werkplaats aanwezig. Zoo kan ik alle Rijwielen,
onverschillig wat voor merk, goedkoop en als nieuw herstellen.
De aanvraag naar goedkoope Rijwielen wordt steeds
grooter, doch daar bet werk van fabrieken van goedkoope
Rijwielen veel ie wenschen overlaat, zoo blijf ik
alle Rijwielen beneden de f 65.— zelf vervaardigen.
Hierdoor kan ieder verzekerd zijn, al is het Rijwiel goed
koop, toch een goede Fiets te ontvangen.
8311 80 Aanbevelend,
Lange 3Iare 7880.
Brandassurantie;
Inbraakverzekering;
N eringverzekerin g
5346 8 Levensverzekering;
Pietcrslterkslraal 4.
Nell© COMMENSAALS ge
vraagd, tegen bilRjkon prijs.
Wed. VAN RIGTEItEV,
6186 7 Oude Singel 228a.
f 1.30 per Kilo.
Mandenmakerstteeg 4, bij de Waag.
Prima adres voor NATUUR-
BOTER, Goudscho, Leidsche en
echte Edammer Kaas.
6229 11
MEIKERSEN VERKRIJGBAAR:
Per mandje 5 Kilo bruto f 2.10;
10 Kilo Detto f 4.
Nieuwe M nisjes-Aardappelen.
In manden 20 Kilo netto f 2.80;
30 Kilo f4. 50 Kilo f 6.50.
Alles franco tlinls, emballage
vry, Da ontvaDgst van postwiesel;
rembours 10 Cts. hooger. 6132 10
Adros: Bestelhuis Ned. Frnithandel, Tiel.
Bathem bij Deventer.
is steeds versch verkrijgbaar bij 5911 28
Haarlemmerstraat 24. Hoogewoerd 5.
Prijs per Kilogram f 1.30. N. S. MODDERMAN.
Wereldtentoonstelling
Parijs 1900.
Aanbevolen door de
grootste Medische Auto
riteiten, alsQeheimrath
Prof. Dr. VON PETTENKOFER, München, Qeheimrath Prof.
Dr. BUCHNER, Kgl Hyglon. Institut der Universil&t Mün
chen, Prof. Dr. N. P. FÖRSTER, Berlin, UniversilfRs, Prof.
Dr. M. GRUBER. K. K. Obereaoiiatsiath, Wien, enz.
Scbiesser's Abhartnngs Wasche Hnldvcrsterkecde Ondergoederen
oit Indische Hetelvezcls
zijn sneeuwwit en glanzend als zijd». Zeer elegant. Altijd
poreus blijvend en opdrogend. Geen klamtogevoel, der
halve het krachtigste voorbehoedmiddel tegen vetkoud-
hoden. Echt In de wasch, krimpt niet en wordt nlot
hard. Verkrijgbaar met getuigschriften, monsters, enz.
in alle eerste klassen Magazijnen van Damos- on Heeren-
artikolen door geheel Nederland. 4083 50
Voor de echtheid is ieder stok voorzien van het fabrieksmerk.
Eenige Fabrikant: JACQl'ES SC II1 ESS EU,
Mechen, Trlcotwelberacl, Radolfzell in Baden. Te Lolden
b/d. Firma GEZ. DE GRIJS en J. C. VAN DUIJN.