1.1. Wielrijders. A. AXiTj AANBESTEDING. VICTORIA-RIJWIELEN, Kost en Inwoning. Allerfijnste Grasboter GRAND PRIX. LÉIDSCH DAGBLAD. VRIJDAG 24 JÜftt. TWEEDE BLAD. Een origineel. Vervolg Advertentiën. Leidsclie Kunstverseniging. T entoonstelimg* Vlaamscli Kunstaardewerk, Groothandel in Rijwielen en Onderdeelen. J. F. Vergouwen, Wed. J. Stocnliancr Zoon, Stooiïk"ZuiveSïai§riek „VLlililaelmina71', Mijn gegarandeerde, zuivere WILHELMIM-ROOMBOTER J. ROODENBUEO, No 13599 Anno 1901 Is het ras der origineelen onder ons wer kelijk aan het uitsterven. Het moet wel zoo wezen: de klacht is te algemeen. Ik wil me maar niet in do oorzaak er van verdiepen. Vroeger hadden de sporen en do booten, hadden stoom en electriciteit het gedaan; in den laatsten tijd krijgen ons onderwijs en de kranken de schuld. Wie weet, wat nu weer het eerat aan de beurt isl Maar jammer is het, geducht jammer. Daar hebt ge den „ouden Willem" hier op het dorp. Gij hebt u, laat ik zeggen, moe gelezen in een van onze nieuwe romans. Gij wilt dat zwoele, drukkende gevoel als in een oranjerie, dat mij ten minste bij die soort lectuur altijd overvalt, van u af schudden. Welnu, ge gaat het duin in, of ge praat een kwartiertje met den ouden Willem en n'en déplaise aan de genera tie van '80 ge zijt u zelf weer. Nog eens, het is jammer, geducht jammer. Een eenig exemplaar, die oude Willem, ondanks zijn zeventig jaren, frisch en ge zond als in de kracht van het leven. Maak hem uw compliment er over, tien tegen één dat ge ten antwoord krijgt: „Gezond, me neer Als een visch. Veel lucht geen dokter geen vreemde vrouwen, niet rooken (wel pluimen) maar vooral geen doktor." Óver ïijn landbouwvak heeft hij als voor alles, Jjn eigen, oorspronkelijke opinies. De bloembollen in onze duinstreek kunnen in zijn cogen geen genade vinden: „De aarde is om vrucht voort te brengendat doen de bollen niet." Evenmin de waterleidingen, die de duinen droog maken: „Iedere drup pel, dien zo dAAr (hier wijst hij in de nob- ting van de stad) drinken, neemt ons het brood uit den mond." In zijn tijd heeft hij veel gejaagd en gevisoht. Als hij daar aan begint to vertollen, is hij nog niet uit gepraat. Dan maakt hij het soms zóó bont, 4iat de onnoozeJste niet langer zijn dupe blijft, al wil ieder graag door hem worden beetgenomen. Op het punt van het weer is uij een autoriteit. Hier maakt hem hot ge- Voel van zijn kracht wel eens overmoedig. loo moet het voor jaren gebeurd zijn, dat een hulponderwijzer, die een examen ging doen, hem 's morgens vroeg: „Een para^ "luie meenemen, Willem?" Willem keek raar de lucht krabde zich achter het oor en tei positief, hoewel er geen wolkje aan de lucht was: „Wis en zeker een paraplu mee nemen of je druipt eer je vanavond thuis bent." Dc lucht bleef dien dag helder, doch 'de oolijkcvd draaide zich er, als altijd uit. „Druipt ie dan niet?" zei hij lachend tot fcijn vrouw. De ongelukkigo oandidaat was afgewezen. Wilt gij hem in zijn kracht zien en hooren, kom dan op ccn zomeravond, als er onweer t>p til is en de dorpsmenschen in groepjes aan do hoeken van de straten staan om Haar de lucht to zien. Gij vindt hem dan jakcr met een troepje aandachtige toehoor ders om zich heen, hun zijn opmerkingen Cv or hot weer ten beste gevend of hen ont- raleild op „griezelige" vertellingen, zooals Jüj mij eens op de volgende manier deed. „Bang? Daar weet ik niet van. De Hemel beware mei Als je zooals ik, vijftig jaar lang, bij nacht en ontij, overal buiten rond gescharreld hebt, dan leer je dat wel af. Maar dat er iets is, iets in de natuur, daar je niet bij kunt, dat is -«-ast. Ala ze tegen me zoggen: „Daar in dat huis is het niet pluis; voor g^n honderd gulden was ik er een nacht alleen in," dan lach ik er ©m cn zeg: „Voor een gulden, voor twee kwartjes nog wel." Al mijn jongens zijn zoo. Toen 30 nog klein waren en praatten van bang in het donker, lachte ik ze uit ©n zei altijd: „Bang in het donker? Kerel 1 wat wil je meer?" Er is P:ot veiliger dan in het donker: j ij ziet geen mensch en geen mensoh ziet jou. Op klaarlichten dag, dat is wat anders. Wce-s dan op je qui vive." Maar dat neemt niet weg, dat er iets is, iets in de natuur... Ik Lag in Amsterdam met mijn aardap pelen. „Hoe is het met de ziekte?" vraag Ik aan de juffrouw in ons logement. „Het schikt nogal" zeit ze. „In de achterbuurten blijf; het nogal hangen." „Natuurlijk", zeg ik. „Daar wonen ze met zo :n, acht huishoudens in één huis. Geen wonder, dat daar de lijkwagen meer voorkomt dan in buurten waar niet anders wonen dan oude juffrouwen met een meid samen." Enfin, daar blijft het bij. Maar 's avonds, het was net, of het op mijn lijf g e g 0 o i d werd, daar krijg ik het in mijn lijf; ik lag te krimpen „Och, och", riep ik maar; „zal ik nou hier mijn eindje moeten vinden? Als het dan toch zoo wezen moet laat n_e dan maar bH mijn arme vrouw en kir ier- tjes sterven. „Je kunt niet meer weg, schipper," zei de juffrouw, zelen ze al lemaal. „Ik mot weg", zei ik, „al zou ik het besterven. Naar het ziekenhuis hier wil ik niet, aan het spoor komen, daar is geen kijken naar. „Jan," zeg ik tegen den schip per, „wil je me thuis brengen? Waag je het?" (Nou voer ie altijd voor me). „Ja wel," zeit ie, „maar dan dadelijk." „Goed", ztg ik, „leg aan maar wat zakken in het ruim en zet een puts naaet me." Wat ik blij was, toen we Amsterdam uit en buiten waren. Onderweg, Goddank! knap ik wat op, zou ik zeggenten minste erger werd ik niet Zoo komen we gelukkig hier. Was ik nou niet met de schuit gegaan, dan had er misschien nog een haan naar gekraaid, maar nou, het was onmogelijk. Mijn vrouw staat aan de deur te breiden Zoo, dat zo ire ziet, gooit ze de breikous neer, loopt naar me toe, en valt me om mijn hals. „Kom er maar gauw in, Willem I" zegt ze, „en ■gA maar dadelijk naar bed. Ik weet or al les al van." „Waarvan?" zeg ik, nog zoo goed en zoo kwaad ik kon: ik wou me nog groot houen. „Ik heb rust noch duur gehad," zegt ze, „den heelen nacht niet. Yan oohtend om halfzes kon ik het in huis al niet houen." Hoe kr'spendeert dat nou op mekaar? Zeg jij dat nou eens. Maar dan mot er de echte liefde wezen, weet je. Maar anders, bang, daar weet ik niet van. Ik zeg altijd tegen mijn jongens: „Ga er op af, ga kijken, dan weet je, wat het is." Ik heb eens een grap gehad, als je het zoo noemen wil, hier op het kerkhof. Op een nacht ga ik er op uit. Het maantje kwam net op; het was een bewolkte lucht. Ik sla den hoek bij hot kerkhof omaarde donker. Wat zie ik daar den kant op naar 't huis van den doodgraver? Licht, heel heel flauwtjes, tegen den muu op do manier als dat je een lucifer op je broek aanstrijk in den donker. Ik kijk nog eens: 't was of ik dood zou blijven van den schrikeen ge raamte. Ik loop terug: ik kan not zoo goed den anderen kant omgaan, denk ik. Man." ik heb nog geen twintig pas gedaan, of ik denk: „Wegloopen? dan blijft het je in eeuwigheid bij: allo, er op af." Ik keer terug: ik kom den hoek weer om: daar is 't weg; het maantje kwam net door, weet je. Ik klop aan bij den doodgraver, „Kees" zeg ik, „kom er eens uit, kom eens kijken." ,,'k Weet het al," hoor ik hem uit huis roepen, ,,'k weet 't al: ik zal hot weg halen." En wat was het nou, denk je? De boom van een doodkist: (het kerkhof was geruimd) dien had hij tegen den muur te drogen gezet. Daar zag je nou den af druk van 't lijk, om zoo te zeggen, in 't donker lichten. Ik zal je er wat van thuis sturen: leg het in je kelder neer: dan kan je het zien." En wat denk je: 't was zoo. Sinds dien tijd zeg ik altijd: „Nooit weg- De Kieler week; De Duitsche Kroonprins (x) oefent zich met zijn nieuw jacht „Angela" in de haven van Kiel. De Duitsche keizer heeft de zeilwedstrij den, op de Beneden Elbe op zijn jacht do „Meteor" medegemaakt en zelf den eersten prijs behaald. Hij heeft daarna des avonds op do groote stoomboot „Deutsohland" de prijzen uitgedeeld. Een geheele vloot was daar aanwezig en alle jachten en de oevers waren feestelijk versierd. Behalvo de „Meteor" en do „Deutschland" waren hot keizerlijke jacht do „Hohenzollern" en de depêche-boot „Sleipner", benevens eenige torpedobooten aanwezig. De Keizer hield natuurlijk een rede, waarbij hij memoreerde, dat vrede thans over de Duitsche landen heorscht en do idee der solidariteit veld wint over de geheele wereld. Op dit wortolschieten der solidari- toit onder de „zichzelf regeerendo vrije burgers" zoowel als onder do beschaai.de volkoren onderling, hield de Keizer een verheerlijkende rede. Ook van de „Kieler Wocho" beloofde de Keizer zich een „vaster smeden en knoopen" van deze met zooveel zorg gekweekte solida riteit. De Keizer is vervolgens des morgens aan boord van de „Hohenzollern" naar Kiel ge stoomd. De ontmoeting met den koning van Engeland is door Z. M. als volg1 gere geld: a.s. Zaterdag zal koning Eduard het kanaal tusschen Noord- en Oostzee door varen en des middags om 3 uren zal de ont moeting der beide vorsten plaats vinden aan do Holtenauer-sluis. Prins Heinrich en een geheele staf van hooge land- cn zee- offioieren gaan dan als eere»-gevolg aan boord van Eduard's jaoht. Des avonds is er gala-maaltijd aan boord van de „Hohen zollern" en als de Keizer zijn dronk uit brengt op zijn koninklijken gast, moet de geheele Duitsche vloot een saluutschot los sen. Een recks van feesten worden dan aan boord der beide vorstelijko jachten gege ven en des Maandags wordt de Duitsche vloot bezichtigd. In den nacht van 29 op 30 Juni stoomt het Engelsche eskader het kanaal weder door en de Koning zelf vaart Donderdagochtend 's morgens om vijf uren weder huiswaarts. loopen: ga er op af: dan weet wat het is." Daar heb je die lui, die met een helm ge boren zijn: nou lachen ze er om: Gerrit (hier noemt hij een bij ieder op het dorp bekenden naam) is er ook mee geboren: maar dien hebben zo verbrand. Als het goed is, moet je zoo'n helm drogen. Een veld heer neemt hem mee in zijn zak, zal ik zeggen. Nou kan ie den dood niet keeren, dat '8 bepaald. Maar wat wie wel kan, is een dag te voren zijn orders geven en aan zijn familie schrijven. Ja, d'cr is iets in do natuur... Ik hoor hot mijn vader nog zeggen: „Jongen 1 doe wat je 'doet, wees er niet bang van, maar tart het nooit l" „Heb je daar ondervinding van gehad?" had ik al een paar maal gevraagd. „Och, wat weet je ervan?" zei ie dan altijd. Maar op een keer, daar kwam hot er uit. 't Is jaren geleden. Ik had een konnis hier op het dorp, een vrind, laat ik zeggen, die hard ziek lag. „Kom," zeg ik op een avond tegen je moeder: „ik ga nog eens kijken, hoe 't met Piet is: hij kon morgen wel eena niet halen." „Mensch," zeit ze, „wat mot jc nou klokke tien er nog op uit? Neorn dan in allen gevalle," zeit ze op het laatst, „Karo mee." Ik nam Karo mee. Ik kom op het kerkhof: geen hand kon je voor oogen zien. Daar schiet me opeens Karo vooruit: (nou deed io dat altijd, zoo donker kon het niet wezen: het was een brutale weerga), maar direct vliegt ie te rug en tegen m'n lijf op. Weer schiet hij vooruit: weer vliegt ie terug. „Satanschc hondl" zeg ik: „wat mot je? Je doet me schrikken. Allo! vooruit 1 pak aanl" Met pak ik hem op en gooi hem vooruit. Daar begint me dat ding te gillen, te gillen... Ik grijp hem in zijn nek en loop naar den hoek bij de groote kerkbeer. Ik kijk. Was 't een kat, een kalf? 'k Weet het niet. In den pikdonker twee oogen, (niet zóó (hier maakt hij een ootje met duim cn wijsvin ger), maar zóó, (hier steekt hij do gebalde vuist toe) en gloeiend als twee kolen vuur. 't Gaat naar boven, zachtjes, zachtjes, de lucht in, hoe langer hoe hooger weg is het. „Hij is er geweest," zog ik 's avonds tegen je moeder, toen ik thuiskwam. En wat denk je? 's Morgens: ik lig nog op mijn bed, daar hoor ik het al. ,,'k Wist het al," zeg ik tegen jo moeder, „ik wist het al." Begrijp jij het? besluit de verhaler, wat die twee gloeiende oogen met een mensch, die die op 't sten-en leit, te maken hebben? Weet jij het? Ik niet. Heb je m'n eerste vrouw nog gekend? 't Was in haar laatste ziekte. De dokter gaf me nogal moed, maar ik voor mij ver trouwde hot niet erg. Op een middag (mijn meujo Arendje, dio zoolang het huis houden voor rac waarnam, stond buiten aan de waschtobbe) ga ik naar boven, naar den zolder om wat te halen. Ik was wak ker, zoo wakker als jij en ik hier nou bij mekaar staan. Daar hoor ik opeens roe pen: „Willem 1 Willem l Willem 1" driemaal achter elkaar op dc manier als van iemand, dien ze weghalen en die om hulp roept: eerst hier, toen eon pas of twintig verder al zachter, al zachter...Ik vlieg naar be neden, de werf op en zeg tegen Meu Arcnd- jo: „Hoor je daar niet roepen?" „Ik niet," zegt ze heel bedaard, haar hoofd boven 'do waschtobbe omdraaiende. „Niet?" zeg ik en loop zoo meteen de kamer indaar leit m'n vrouw rustig te slapen. Enfin, ik ont geef het me. Een uurtje later, komt de dokter: ,,'t Gaat best, 't gaat best'" zeit ie. ,,'t Mensch gaat dood," zeg ik. „Het mensch gaat dood, praat cr me niet van." En wat zeg ik je? Vijf dagen later lag zo onder de aardo Hier houdt de verhaler even stil, gooit de pet achterover, krabt zich door dc weinige overgebleven grijze haren doet twee stappen achteruit, doch om dadelijk weer op 11 aan te komen en voort te gaan: Dat was mo een tijd. En die nachten! Ik kon manr riet slapen. Altijd maar met dat dooie menscli bezig. Hoeveel keeren, of ik wel niet, mid den in den nacht, opgestaan ben cn naar het hek van het kerkhof gegaan, weet ik niet. Daar op ccn keer, daar komt hot me zoo voor: En als je ze nou nog eens zag, wat dan? „Heere", zeg ik :om zo nou nog maar eens gocien nacht te zeggen. Ik ga 1 naar huis: ik probeer in slaap te komen en het lukt me. Daar droom ik, sal ik maar zeggen, maar het was alles zoo duidelijk, of ik klaar wakker was, daar droom ik me, dat ik in den grafkelder onder het koor ben heelemaal alleen en aardedonker. Op eens daar gaan er twee deuren vóór me open: ik kijk do straat in: het was of het klaarlichte dag was. Ik loop vooruit: daar staat mijn huis cn voor het raam, daar zifc m'n vrouw met haar naaiwerk op haar schoot. Zo kijkt me aan, ze lacht me toe, zo knikt mo gociendag...weg was alles. Na dien nacht kon ik weer slapen. X. Ingezonden. Geachte liedactiet Wil zoo goed zijn het volgende ter plaat sing in uw geacht blad op to nemen. Het is nu bijna drie jaar geledon, dat do bewoners van de Gedempte Koolgracht zich met een adres tot den Raad der gemeente gewend hebben, om con oindo te maken aan den onhoudbaren toestand waarin zij verkee- ren, door do domping van de gracht cn het plaatsen van een muur op deu walkant, zoodat elke combinatie met do Oostdware- gracht voorgoed werd afgesneden cn do be woners een omwg van een kwartier kunnen maken om daar te komen. Nu word in begin: besloten tot opzog- ging met in-acht-noming van den termijn; van twee jaar van opzegging, aan do go- bruikers van do gedempte gracht, om daar door haar weer voor het publiek verkeer open te stelllen; zeer noodig zelfs volgens advies met hot oog op gezondheid, toezicht brandgevaar, enz. Nu is dio termijn reeds lang verstreken, reeds meer dan een groot halfjaar. Men zou zoo oppervlakkig zeggen, dat de termijn van opzegging twee jaar toch lang genoeg is om voorbereidende maatregelen to tref fen omdat straatje te openen, to meer nu dit slechts over een klein deel plaats heeft, waardoor dan toch do communicatie open is. Ik waag 't niet te veronderstellen welk een alarm er zou opgaan indien het Rapen burg gedempt word en in plaats van een mooi plantsoon een doode muur aan den walkant opgetrokken werd, die elk uit zicht benam en do bewoners noodzaakte een heel eindje om to loppe>n. De bewoners der Ged. Koolgracht hebben in geduld en lijd zaamheid afgewacht, doch 't wordt meer dan tijd, dat ook eens om hen gedacht wordt. Met do meeste hoogachting cn dank voor de plaatsing Uw Dw. Dr. J. DEGON, Leiden. ALKEMADE. Bevallen: A. van Klink geb. Heetnian D. T. Tukker gob. Vogelaar Z. Overleden: J. de Boer, wed. M. Verdol, 78 j. J. Heemskerk, cchtg. van C. Pouw, 39 j. LEIDERDORP. Gehuwd: M. Los, 27 j., te Alkemade, on M. Slierman, 24 j., alhier. Go boren: Jan Cornelia, Z. vun F. Bosnian on B. Zwozeri n. Llondrik, Z. van Judith Stoute. REEUW IJK. Bevallen: A. M. Schouten goh. De Korto D. A. Nabel geb. Blonk Z. P. Gooswilligen geb. Van Duron Z. W. Booro f;eb. Roskam Z. G. Verbey geb. Nobel Z. 1. Boero geb. Don Hortog D. E. Heomskork geb. Do Bruin D. T. Akerboom gob. Do Bruin D. Overleden: J. C. v. d. Hoyden lj. P. A. Balloring 3 m. A. Schouleu 3 w. D. C. Muijs 33 j. P. van Loeuwon 83 j. WARMOND. Overleden: Elisabeth Liobort van Uonte 79 j. Familieberichten uit verschillende bladen. Gehuwd: W. van Zoest en M. J. StogcmaD, to Deventer. N. Davids en W. Katz, Rol terdam. Bevallen: Montauban van Swijndrogt geb. Do Kajjper, z., Rotterdam. J. Maas geb. Hohn, d., Aerdenhout. L. Wostermann geb üe Bussy, z., Laren (N.-H.). H. J. v. d. Steur geb. Voor recht, z., Rotterdam. Van Hoek geb. Van GjjzeleD, d., Den Haag. Overleden: B, L, Otto, m. 32 j., Krimpen aan den IJssol. Dr. II. B. Kaufman, m. 85 j., Haarlem. U. Doornanr, m. 79 j., Leorsum. Th. Cool, m. 52 j., Bussum. A. A. Slot, v. 78 j., Mepptl. M. H. Verweij, v. 79 j., Nijmegen. J. E. Busken geb. Huet, v. 72 j., Velp. P. Voorwijk, m. 56 j., Bussum. J. F. de Klerk, m. '22 j., Rotterdam. Haarlemmermeer. Den 23sten dezer waren op de Wolmarkt te Hoofddorp aangevoerd 02 vachtea wol. Hiervan worden or 37 verkocht voor dan prys van f 0.80 per kilo. van 5876 15 (Céramique de Courtrai), Id de Zaal iLangebrng hoek Steen- sohuur, van 12 tot 26 Juni 1904. Geopend van 11—5 uren. Entree voor niet-leden 25 Gis. Op Zaterdag den Sden Juli 1004, des nam. te 2 uren, zal in Hotel „Rijnland" alhier worden aan besteed: Het afbreken van het perceel Breestraat No. 90, hoek Maarsmanssteeg en bouwen van een Winkel gebouw met Boven huis. Aanwijzing op den dag der be steding des voormiddags te 10 uren. Bestek en bouwplan liggen ter ln- zago ter plaatse der besteding. Afdrukken verkrijgbaar ad f 2.50 per stel bj) den Architect JA COP US v. d. HEIJDEN. Hooigracht 4a. 61S7 23 RIJWIELEN van af f 65.— en hooger worden door mij nier. meer vervaardigd, om reden mijn werkplaatsen voor de enorme fabricatie, welke voor een seizoen noodig zijn. te klein zijn geworden en daardoor de reparatie der Rijwielen zou lijden. Zoodoende ben ik besloten al deze Rijwielen, welke van die prijzen nog voorradig zijn, met 20 pCt. korting op te ruinen. Ik heb het Hoofdagentschap aanvaard voor Leiden en Omstreken van de beroemde welke uitmunten door fijne afwerking en soliditeit. Alle macbinerien voor de fabricatie van Rijwielen benoodigd, blijven in mijn werkplaats aanwezig. Zoo kan ik alle Rijwielen, onverschillig wat voor merk, goedkoop en als nieuw herstellen. De aanvraag naar goedkoope Rijwielen wordt steeds grooter, doch daar bet werk van fabrieken van goedkoope Rijwielen veel ie wenschen overlaat, zoo blijf ik alle Rijwielen beneden de f 65.— zelf vervaardigen. Hierdoor kan ieder verzekerd zijn, al is het Rijwiel goed koop, toch een goede Fiets te ontvangen. 8311 80 Aanbevelend, Lange 3Iare 7880. Brandassurantie; Inbraakverzekering; N eringverzekerin g 5346 8 Levensverzekering; Pietcrslterkslraal 4. Nell© COMMENSAALS ge vraagd, tegen bilRjkon prijs. Wed. VAN RIGTEItEV, 6186 7 Oude Singel 228a. f 1.30 per Kilo. Mandenmakerstteeg 4, bij de Waag. Prima adres voor NATUUR- BOTER, Goudscho, Leidsche en echte Edammer Kaas. 6229 11 MEIKERSEN VERKRIJGBAAR: Per mandje 5 Kilo bruto f 2.10; 10 Kilo Detto f 4. Nieuwe M nisjes-Aardappelen. In manden 20 Kilo netto f 2.80; 30 Kilo f4. 50 Kilo f 6.50. Alles franco tlinls, emballage vry, Da ontvaDgst van postwiesel; rembours 10 Cts. hooger. 6132 10 Adros: Bestelhuis Ned. Frnithandel, Tiel. Bathem bij Deventer. is steeds versch verkrijgbaar bij 5911 28 Haarlemmerstraat 24. Hoogewoerd 5. Prijs per Kilogram f 1.30. N. S. MODDERMAN. Wereldtentoonstelling Parijs 1900. Aanbevolen door de grootste Medische Auto riteiten, alsQeheimrath Prof. Dr. VON PETTENKOFER, München, Qeheimrath Prof. Dr. BUCHNER, Kgl Hyglon. Institut der Universil&t Mün chen, Prof. Dr. N. P. FÖRSTER, Berlin, UniversilfRs, Prof. Dr. M. GRUBER. K. K. Obereaoiiatsiath, Wien, enz. Scbiesser's Abhartnngs Wasche Hnldvcrsterkecde Ondergoederen oit Indische Hetelvezcls zijn sneeuwwit en glanzend als zijd». Zeer elegant. Altijd poreus blijvend en opdrogend. Geen klamtogevoel, der halve het krachtigste voorbehoedmiddel tegen vetkoud- hoden. Echt In de wasch, krimpt niet en wordt nlot hard. Verkrijgbaar met getuigschriften, monsters, enz. in alle eerste klassen Magazijnen van Damos- on Heeren- artikolen door geheel Nederland. 4083 50 Voor de echtheid is ieder stok voorzien van het fabrieksmerk. Eenige Fabrikant: JACQl'ES SC II1 ESS EU, Mechen, Trlcotwelberacl, Radolfzell in Baden. Te Lolden b/d. Firma GEZ. DE GRIJS en J. C. VAN DUIJN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5