No 135S2 LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 4 JUNI. - TWEEDE 3LAD. Anno 1904 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De Harkiesin. liberalen en eocialen komende is. Natuur lijk om een stem of wat van do liberalen af te halen." De Standaard wijst in een artikel ,,Toen en Nu" op het verschil in houding van de liberalen bij do stakingstroebclen on nu met heb oog op do Juni-stembus. De ijver, door mannon als Van der Vlugt thans ontwikkeld, steekt wel wat zonderling ai bij de zwijgende rol, die z» zich getroosten, wanneer er geen st robus geopend staat, wanneer er geen zetels in het een of andere college zijn te veroveren. Verleden jaar bij ae stakingen hoorde men van hen niet. Avond op avond traden woordvoerders van de Christelijke partijen op, om de menschen te waarschuwen voor dc mannen van het anaiohisfcisoh avontuur, en zóó de Regeoring in haar moeilijke taak te steunen. Doch toen hadden de Van der Vlugfes on de Borgesiuasen geen tijd. Of was wellicht dat anarchistisch avon tuur van minder beteekenis dan eon Sta tenverkiezing? De „dure" klompen en petten (toespeling op de Tariefwet), met het wcinigj© recht, dat aan de Vrije Universiteit wordt gege ven, wegen bij die heeren blijkbaar veel zwaarder dan de ontzettende gevaren, waarmede het anarchistisch avontuur dreigde. Een aftredend niet-liberaal Statenlid te doen tuimelen, Den Haag en Leiderdorp weer liberaal te maken, dat staat voor Van der Vlugt en voor Borgesius zóó hoog, dat ze er met pleizier den boor voor op gaan. Do vrijzinnigen zetten alles op haren en snaren, om weer do baas te worden, om weer do lakens uit te deelen, om de Chris telijke partijen weer onmondig te maken. Moeite, tijd, geld, alles zullen ze daar voor over bobben. Onzo kiezers kunnen daarop vast rekenen. En als de heeren hot mochten winnen, wat dan? Ja, dan zal het woord van mr. Troelstra bewaarheid worden: ,,De libera len kunnen nooit weer regcoren dan onder onze zweep." Doch liever worden zo gedre ven door de zweep der socialisten, dan dat een Christelijk Ministerie aan hot roer blijft. „Liever socialist dan Christelijk 1" wordt almeer hun leuze. De Standaard bevatte con artikel om do Rog coring te verdedigen on do oppositie te wijzen op haar fouten. Zij herhaalt daarin het argument, men dient te bedenken, dat de Regeer in gstaak aan de rechterzijde vreemd was, dat men haar nooit de eischen mocht stellen, die men zou mogen stollen aan „een Kabinet, samengesteld uit in 's lands dienst ver grijsde mannen." Maar was dan vraagt dc Nieuwe Rot ter- danucJie Courant Tliorbeckc niet geheel aan bewind voering vreemd, toen hij in 1849 alB leidend Minister optrad, en is niet dat eerste tijdvak zijner bewindvocring een sohitterend tijdperk zonder weerga in onze parlementaire historie geweest? Behoorde Franson van do Putte, toen hij voor hot eerst Minister werd, tob de in 's lands dienst vergrijsde staatslieden? Toon Heemskerk Azn. voor het eerst plaats naip aan de Mi- nasterstafel, had hij toen persoonlijke er varing van „bewindvoering?" En hoo was hot met Botz en Picrson, dc mannen, aan wie wij zulko groote hervormingen, op be lastinggebied hebben te danken gehad? Kon van Modderman gezegd worden, dat hij aan „bcwindvoering" gewend was? De Standaard wil voor de oppositie ook wol het exouus laten geldon, dat zij „als zoodanig nog ongeoefend" was. Maar de Nieuwe Rotterdamse/^ Courant meent, dat de liberalen dit „zachter oordeel" van De Standaard niet noodig hebben. ,,Do voor stelling, als or „een halve eeuw" lang geen andore partijen tegenover elkander hadden gestaan dan de „Christelijke partijen" on „do groepen links", is zoo onjuist mogelijk. DAArraode wordt een goed deehonzer historie geëscamoteerd. Voor den grooten strijd, dien dc liberalen vele jaren te voeren hebben ge had voor de gezonde ontwikkeling onzer in stellingen togen een machtijc partij, die in 1848 slechte noode had toegegeven en nu onophoudelijk werkzaam was om die ont wikkeling zooveel mogelijk tegen bo gaan, is in die voorstelling geen plaats. Aan deze reconstructie der geschiedenis, die aan hot volk een geheel valsch beeld geelt, een on juist begrip ook van don politieken strijd van onze dagen, dient eindelijk een einde te komen. Hoo durft vraagt de n leuwe Rotter- damscJie Courant De Standaard de libe ralen beschuldigen van minder nobele opvat ting van hun taak in de oppositie Als dit Kabinet werkelijk minder vriendelijk ont vangen ware in de Kamer en in dc pers, zou het wonder wozon? Zou do wijze, waar op dr. Kuyper nu reeds twee en dertig jaar lang den politieken strijd heeft gevoerd, zachtzinnig stemmen, niet prikkelen on ver bitteren? Hoe heeft hij al dio jaren lang zijn tegenstanders bejegend? Heeft hij niet zich een aanhang verworven in het land door die tegenstanders verdacht to maken, de geloovigc menigte tegen hen op to zetten Niet op de staatkundige overtuigingen heeft hij gowerkt, maar hij heoft de godsdienstige hartstochten opgezweept. Niet dc staatkun dige beginselen zijnor politieke togonstan- dors heeft hij bestreden, maar hij heeft hen aan do kaak gesbtld als ongodisten, als „ha ters van Christus." Hij heeft de politieke atmosfeer verpest door zijn wijze van strijd voeren. Geen stem bus, waarbij van de zijde der anti-revolutio nairen da leiding in zijn handen was, of men vernam dio valsche leuzen, die voor een voudige menschen, gehecht aan hun geloof, aan hun religieuze gevoolens, een smet op de tegenstanders moesten leggen, die tegen standers moesten doen verafschuwen. Al don jongoren dor partij is hij op dezen verderfclijken weg voorgegaan. Zij hebben deze wijze van etrijdvocren van hem afgeke ken. En zij hebben het sucoes er van gezien en zijn op dat sucoes afgegaan. Zóó is van die zijde de gchcclo strijd ontaard. Voor de 'duizenden en duizenden, op wier eenvoud gcfspoculecrd wordt-, is do politieke worste ling geworden een strijd tegen ongeloof on ongodisterij. Torugkomond op don wetgevenden arbeid, zegt dc Nieuwe Rottcrdamsche Courant-. Zou men gewild bobben, dat een zoo er gerlijke partijwot als de Hoogor-Onderwijs- wet onder gejuich waro ontvangon? Kwa men do bezwaren tegen de bevoorrechting der Vrije Universiteit alleen van de linker zijde? Zoo niet, waarom dan de slechte ont vangst, die deze voordracht vond, alleen op rekening gesteld van do oppositie der li beralen, en ook op grond dAarvan die op positie als illoyal gebrandmerkt? En de Ta riefwet. Ook het verzet tegen deze voor dracht moet een werk heeton van ongepasts oppositiezucht der liberalen. Een voordracht zóó zeer indruischendo togen do beginselen, waarvoor de liberalen meer dan con halve eeuw lang met hun warmste overtuigingen hebben gestreden En wat de Drankwet aan gaat: menig échec werd de Regeering be spaard, alleen door do medewerking ,dic zij vond van de linkerzijde. Had zij het alleen van do „Christelijke" partijen moeten heb ben, er zou van do Drankwet nóg minder zijn terechtgekomen Dat wijzen do stemlijs ten uit. De. Standaard schrijft: Niete staat zoozeer aan do afdoening van zaken in den weg als de reder ij kheid van enkele Kamerleden, vooral van de s o e. i a 1 i ste n. Vóór dit ministerie optrad, vulden do Handelingen dor Tweede Kamer zoo tus schen do 1000 en 1500 bladzijdendit jaar zijn we nu reeds over dc 2000 gekomen, en er is nog geen eind aan to voorzien. In enkele jaren is alzoo het aantal kolom men mot ruim een derde vermeerderd, en srteeds zet het getal zich nog uit. Nu vergete men niet, dat er, afgeszien van do uitputting der Kamer en het verwateren van het debat, altoos eon, vaak twee of drie ministers in do Kamer moeten zijn, en dat clko vorhooging van het aantal kolommen van do Handelingen, tevens betcekent ver meerdering van het aantal uren, dat zij niets voor hun Departementen doen kunnen. Gaat dit zoo door, dan zal do fatale uit komst zijn, dat de Kamer niet alleen zioh- zelve noodeloos vermoeit en uitput, maar ook den ministers den Departementale© ar- boid steeds onmogelijker maakt, tot schade voor land on volk. Dit ia geen_ partijquaestie, maar een quaestie voor allo partijen; en niet genoeg kan het betreurd worden, dat do reactie tegen dit kwaad zich nog steeds wachten laat. Toch ligt de zaak zoo eenvoudig. Indien de usantie van groote parlemonten slechte gevolgd werd, dat voor elke groep één man sprak, zou het euvel opeens gestuit zijn. Nu zijn wcor morgenzittingen om 10 uur in Juni aangekondigd. Iets nog nie dage- wesenes. Van tien tot halfvijf in Juni vergaderen, welk parlomont doot dat En toch was het voorstel van den voorzit ter uitnemend. Het wae het eonigo practi6che middel, om althans con zachte pressie op de rede- rijkheid van enkele heeren uit to oefenen. Maar toch zult go van do zeven socialisten gelijk dusver or feelkons weer vier in hot do- bat zien komen: Schaper, Ter Laan, Mel- chors eca Troelstra. Het Handelsblad zegt hierop: De grief is niet geheel ongegrond; ons parlement munt uit als het werkwoord bier van pas is door buitengewone ro derijkheid. Maar niet nu pas, onder het ka- bi nefe-Kuyper: het is eon oude kwaal. Maar onder dat Kabinet is zij op bedenkelijke wij ze toegenomen. Hoo komt dAt? Deze vraag beantwoordt De Standaard niet, en om zeer afdoende roden; want die is niet to zoeken bij do Kamer, maar bij hot Kabinet, dat het blad lief is. Hoe beter de wetsontwerpen voorbereid, hoe juister do artikelen gesteld zijn, op hoe minder partijdige beginselen zij berusten, des te minder vat geven zij aan de oppo sitie, dca te korter zal do beraadslaging zijn. En nu zondigen juist de tweogroote wets voorstellen, welker behandeling hot blad- zijdcntal tot over de 2000 heoft doen zwol len, in dio opzichten op waarlijk ongehoor de wijze. De hooger-onderwijs-regoling is een partij wet van de ergste soort, wolko zelfs aan sommige leden der rechterzijde te kras was, zoodat tijdens de beraadslaging naar allerlei middelen gezocht moest wor den om de meerderheid bijeen te houden. Ten slotte kreeg mon als redmiddel do monsterachtige bepaling, die aan een ge heel' onvolledig ingerichte „universiteit" 25 en 50 jaren tijd laat om volledig te wor den, maar haar nu al vast de rechten van een volledige toekent 1 En toen kwam de Drankwet-wijziging, ccn dor treurigste produoton van de wet gevende macht der tegenwoordige Regce- i ing en haar leider; een ontwerp, waarvan do nieuwe bepalingen schier één voor één worden losgelaten of zóó verwaterd, dat air- Ie heerlijkheid er af is, en zóó gebrekkig ge steld zijn, dat zij telkens vat geven tot ge rechte er i tick. Dat is dan toch niet de schuld van de Kamerleden, zelfs niet van de woordenrijke socialisten Do Regeering gaat intusschen voort do Kamer met wets voorstellen te overstelpen. Wat minder in getal en wat beter in qua- liteit on bewerking, ware inderdaad wel zoo verkieslijk De Maasbode bespreekt het verschijnsel, dab bij do behandeling van de Drankwet do Regecring de aanneming van eonigo ar tikelen, waarop zij prijsstolde, te danken heoft aan de soo i aal-de moo raten. Het blad is daarover niet verwonderd. „Het strookt volkomen zegt het met hetgeen wij onlangs zeiden in een artikel over „Sociale Actie", dat do Katholieken in de idceele zijde van do maatschappe lijke quaestie dichter staan bij het socialis me dan bij het liberalisme." Dit weet het Roomschc blad allicht beter dan wij, zegt daartoe Het Vaderland. Maar andera heet het altoos in de olericale pers, dat liberalisme en sooialkane familie rija. Moertje en zusje he eten te «ome, vader en kind een andeimaal. Zal De Maasbode na voortaan het wat roestig wapen laten lig gen, dat uit beweerde relatie t-ussohen so cialisme en liberalisme door do mannen van rechts zoo gaarne tegen do liberalen gesmeed wordt? De Christen-Democraat herinnert er aai\ hoo bij do verkiezingen van 1897 do anti- Tev. partij protectie in haar vaandel had geschreven, maar mot het gevolg, dak het kiezersvolk in Nederland mot overgroot# meerderheid zieb daartegen verklaarde. De tegenwoordige Regecring wil dan ook dit wotsontvorp tot verhooging van do ta rieven niet beschouwd zien als een soort protectie, maar onkel cn alleen als cop maatregel van den Minister van Financiën om do jaarlijksohe inkomsten met ongevee* negen millioen te vermeerderen. Deze bedoeling noemt men dan liet fiscaal karakter dat dit wetsontwerp draagt. Dit neemt crenwel niet wog, dat toch do- zo negen millioen ergons vandaan moeten komen; dat zooals reeds meermalen is aan getoond l'.ot buitenland er slechts een klein deel vr.n zal dragen; dat bovendien het buitonland voor dat kleine deel tol weerwraak geprikkeld zal worden; dat even wel onzo vcrbruiksartikclen or door in prij# zullen worden verhoogd en mitsdien do ver- bruikers, dat zijn de brcede scharen onzer burgers en arboiders, het zullen moeten ont gelden cn dat onzo handel en nijverheid cn in tal van opzichten schade door zullen lij den. Dit wetsontwerp edscht dus van ons volk in zijn breedo volksklassen een tamelijk zwaar offer. Niet do hoo gore standen en niet Je kapi talisten, maar de breode schare van ver brui kom, do brcede volksklasse moet hal hier weor ontgelden." En wat zal aan ons volk voor dit offer worden gegeven? vraagt hot blad. „Het is verwonderlijk om het to zeggen, 1 maar het is niet andora. DAt zal later nog eens worden uitgemaakt I Het heette, dat wij zouden krijgen two# zaken: lo. oplossing dor lagere schoolquaca- tie on 2o. arbeiderspensioen. En voor die twee zaken zou het geld wor den gohaald uit eon verhooging oor tarie ven. Dat laatste was nu wel niet mooi, maar daar logde ons Christenvolk zich tooh bij neor. Dat offer zouden zc uan om dio tweo uit nemen do zaken brengon. Maar wat gebeurt nu? Wij hebbon nog geen onderwijswet en nog geen pensioenwet Zelfs van het verschijnen van wetsontwer pen dienaangaande is nog nauwelijks spr»» kc. En do geschiedenis der drankwet leert hol blad nu weer voldoende, wolk een groot ver- schil er nog is tusschon eon ingediend wote- ontwerp en ccn aangonomen wet. Do beide ontwerpen op do arbciderspeo- Bionneering en op do regeling van het Lag or onderwijs zullen, schrijft het blad, vormexv dolijk voor de stembus van 1905 niet een» meer in de Kamer aan do orde kunnen ko men. „Zoowel het arboi'dcrspensloen als do op lossing dor 6ch ooi quaes tie zullen dus ©cp open vraag blijven. En toch wordt nu al vast do tariefwei voorgesteld, dio van ons volk jaarlijks negen millioen zal vragen voor doeleinden, waar, van voorloopig nog niemand iets kan zeggen* Is dat nu niofc het paard ach tor den wjv» gen spannen? Is dat nu niet in strijd met de goede ooi> sfeitutioneele instellingen van meer dan zee- honderd jaren herwaarts?" Do redactie van Vooruit, officieel hieuw» en advertentieblad voor Overflakkeo on Goo dercode, heeft eens nagegaan hoo velerlei drankinrichtingen er in ons landje onder de z. g. verscherpte Drankwet wel zul len zijn. Hoewel die wet pas halverwcgea behandeld is, heeft zij nu reeds het aanzijn gegovon aan de volgende drankgolegcnho- don: Dc Nederlander zegt onder het hoofd „Eigenaardig"In eon der verkiezings meetings die prof. Van uer Vlugt heeft gehouden in het district Lei derdorp waar hij candidaat is voor de Provino. Staten, kwa i een socialist uit Hillegom verklaren, dat zijn partij be sloten bad f'a candidatuur van dein spreker te steunen omdat het ministerie „do arboi ders had gekneveld met do sinkings wetten." De heer Van der Vlugt antwoordde, dat hij zelf vóór die wetten had gestemd en uit eventueel weer zou doen. De Nieuwe Courant noemt dit „een open hartige verklaring." En wij dingen daarop natuurlijk met geen enkel woord af, al zou hot voor een minder openhartig cn bemin nelijk mensch dan de lieer Van der Vlugt is ook uit tactisch oogpunt wel zaak ge weest zijn, hetzelfde te herinneren. Van do socialisten moot men het in Leiderdorp waarlijk niet hebben Maar staat men hier nu toch niet voor een hoogst eigenaardigon toestand? Mannen, die ten slotte zelf voor de s takings wetten gestemd hebben, worden aanbevolen als pro- tost togen dio wetten. Een vreemdeling, die opeens in onzen binnenlandschen politieken •trijd werd verplaatst, zou hier ongetwijfeld voor een onoplosbaar raadsel staan. Wie moer in de zaken ia ingewijd, erkent echter den fijnen neus der socialisten, "dio zeer goed beseffen wAAr de beginsclkracht iag, wolke hun ten vorigon jare een halt toeriep. Het Handelsblad mogo in ccn zijner jongste felle artikeltjes vragen: „Putte het ministerie destijds kracht uit zijn beginselen óf uit een gedeeltelijke mobilisatie van het leger?" het blad weet even goed als wij, dat het ka- binot-Piorson-Borgeaius de stakingswetten m i ot zou hoben ingediend, al kon het over het leger evenzeer beschikken als hot tegen woordig Ministerie. Wanneer dan ook hetzelfde blad vorder vraagt: „Heeft niet juist de liberale oppo sitie de Regeering boon behoed tegen al te krasse maatregelen, dio voor 's lande wel vaart en rust ernstig gevaar zouden hebben opgeleverd?" dan staat men verbaasd over zooveel „vrijmoedigheid" in een orgaan, dab (lostijds door gedrochtelijke artikelen als T6J1 zijn medewerker mr. Israels door het 17trechtsch Dagblad beekenen van „liberale verwording" genoemd meer dan eenig an der groot liberaal blad heeft bijgedragen om het gevaar van den toestand te vermeer deren. Wie een protest wil uitbrengen tegen het „knevelen" van werklustige arbeiders en het stopzetten van het- verkeer door de socia listen, en daarenboven tegen het zoetsappig On gevaarvol goit en kool sparen in tijden van groote crisis door de liberalen wie tevens eon sanctie wil geve© aan do kloeko handhaving van ge«ag en vrijheid door de Regeering, hij stomme bij de aanstaande Staten verkiezingen de candidate© der rech terzijde. Naar aanleiding van de verklaring van prof. Van der Vlugt in do vergade ring te Li es o, in antwoord aan een so ciaal-domoor aat, die hom zijn steun toezeg de als protest tegen de „stakingswetten" dat hij vóór die wetten had gestemd on het yreer zou doen, als zich het geval nog eens voordeed, schrijft Het Volk: „Wij gelooven het gaarne. En nu moge ook voor de clerical© krantjes, die dezer (lagen zulke mooie boomen opzetten over natuurlijke verwantsohap van eociaal-demo- braten en liberalen, goed duidelijk worden, dat wel nooit twee partijen één lijn hebben getrokken, die zoo goed overtuigd waren, dat zij straks weer tegenover elkaar zullen «taan, en dat er tusschen hen eeui onver zoenlijke tegenstelling van beginselen is. De #ociaal-domocratie steunt do liberalen zou ter eenige sympathie, zonder eenige ver bintenis, zonder eenige aanspraak op be- looning of vergolding, enkel en alleen om dat haar, op eigen motieven overwogen tac tiek zoo is. Zoowel do liberalen als wij we ten dat heel goed. En ok de clericilo Skrantjes weten het wel, maar ze doen zoo voorkomen, alsof nu het verbond tusschen 80) „U hebt me beleed igd en beschimpt, me neer de markies, wel wetend, dat een vrouw u voor zoo iets geen rekenschap kan vra gen. Dit is uw hand; ontken het maar, als u kunt!" Zij slak hem den brief toe! „Waarom? Is het een leugen, dat u mij mijn erfenis hebt ontfutseld?" „Dat was mijn doel niet; inderdaad niet, markies. Door de ellende ©n de wanhoop ge drongen, mij vastklampende aan de hoop, dat uw oom mensckolijk gevoel zou hebben, ging ik naar hem toe. Ik viel voor den grijsaard op mijn kniecn cn smeekt© hem u niet te verstooten om mijnentwil. God legdo mij de ware woorden op do lippen, want de oude man hief mij op en trok me naar zich toe. Mijn hAnd en al zijn geld zou uw oigeodom geworden zijn, als u me op mijn laatsten brief anders hadt geant woord 1" „En waaroru hebt go me dat dan niet geschreven, ongelukkige?" „De markies kendo u betei dan ik; hij wilde er mij van overtuigen, dat u niet in 6taat was tot een wezenlijke liefde. U bracht liet offer niet, dat hij eischte, ala schade loosstelling voor mij, die hij liefhad, en ik „Verder 1" „Tk dacht: Als hij zijn boter ik veil heeft ▼oor geld cu goed, als bij niet rijn verleden breekt, waarom zoudt gij dan niet de schoonheid, die de ellende en de wanhoop u niet ontnemen, niet afstaan ter wille van dien naam, die je noodlot, van dat gold, dat je ongeluk was? Wie had lecht op mij? Wicn deed ik daardoor onrecht ftan?" „Nu rijt ge onrechtvaardig, Elizabeth I Heb ik niet beloofd voor je te zorgen, heb ik jc geen gold aangeboden?" „Gold!" riep dc markiezin op scherpen toon. „Geld en altijd weer geld 1" „Gij schreeft mij „Ik zou liever gaan bedelen dan geld aannemenzei rij, terwijl zzich in al haar lengte ophief. „Natuurlijk, het is mijn schuld 1 Eenig en alleen mijn schuld 1 Ik had aangedaan moeten zijn door zooveel edel moed iglic id. Ik heb den ouden rnn-n overgehaald u te onterven, maar Sigell zal moeten toegeven, dat alleen mijn smeek beden den koppigen ouden man hebben kunnen bewegen, dat codicil te maken, vol gens hetwelk het oude stamslot uw eigen dom wordt ofdat uwer kindoren 1" „Dat heeft de advocaat; mij gezegd, Eli zabeth 1" „Die toon past u niet, meneer de markies. Ik heb met het verleden gebroken. En op dat u op dat punt geen twijfel meer over blijft noodig ik u als mijn naasten bloed, verwant uit om het huwelijkscontract te on- deiteekenen, dat ik... van plan ben... om morgen te voltickken 1" „Dat kunt ge me niet aandoen, Elizabeth 1' De markiezin deed een stap achteruit en leunde zwaar op do leuning van een stoel. „Tegelijkortij'd zal mijn notaris het landgoed aan u overdragen. Ik heb er duizenden aan besteed." De markies sprong op. „Zoudt ge met dien Beaufort willen trouwen, met dien woesteling, met dien speler, wien het alleen te doen is om jc geld? Zóó ongelukkig kunt go uzelf, kunt ge mij niet maken I Dat hij dien brief, dien ik, vertrouwende op rijn vriendschap, aan hem schreef, jou in han den speelde, bewijst je, dat hij een eerlooze schurk is. Kijk, jo huilt 1 Het is maar trots; maar koppigheid 1 Die tranen bewijzen, dat die stap je veel verdriet doetl" De markiezin gaf een gil en vloog naar haar aanstaande toe, wiens tegenwoordig heid zij geheel vergeten bad. „Mijn eenige vriend, Guilio, Guiliol" Zij sloeg haar ar men om hem heen en keerde den markies haar marmerwit gelaat toe. „Ik had heelemaal u mijn aanstaando ver geten voor te stellen, toen ik u verzocht om mijn getuige te zijn. Bij dezen maak ik dat verzuim dus goed." „Kom, geliefdeI" fluisterde zij troostend, „het was de laatste zware onweerswolk, die onzen gcl'ukshcmel verduisterde. Maar nu is het onweer voorbij." „Ik vrees, dat ge uzelf wat wijs maakt," antwoordde Gregori op doffen toon. „Neen, neen," zei zij glimlachend; nik voel, dat nu allee voorbij is 1" „Nog een enkel woord I" riep de markies haar na. Zij liep 'door. „Zij wil niete van mij weten," mompelde hij, „en het ergst© is, dat zij daarin gelijk heeft. Ik heb haar be- handold als c:n schoft 1" Hij liet zijn blik door het salon dwalen alsof hij van elk voorwerp afscheid wilde nemen. Met gebogen hoofd ging hij de deur uit. Angstig vragende gezichten wachtten hem op. „Gij kun' mij naar Parijs brengen, Ber- trand," zei hij tot zijn vroegeren speelgenoot. „En als we elkaar niet mochten weerzien, houd dan een vriendelijke herinnering aan mij," riep hij den ouden menschen to©, oi« weenend bij het rijtuig stonden. Do baron zag hot rijtuig wegrijden. Do teerling was geworpen, dc markiezin had haar vroegeren geliefde weggestuurd; dat bleek uit de groote neerslachtigheid van 8a- vigny. De baron voelde daarover een boos aardig leedvermaak. De mooie vrouw had in zijn oogen v. 1 van haar waarde verlo ren. Goed bezien had rij in het geheel geen fortuinzij had alleen het vruchtgebruik van dat, wat haar gemaal haar had nage laten. Een huwelijk sleepto hot ver li ca van het prachtige slot met zich mee en daardoor zou ook de rent© heel wat kleiner worden. De baron besloot de kat eerst eens uit don boom te kijken en eerst eens goed t© iDfor- meoren naar 'Jen geldelijken toestand rijner aangebedene. Als het de moeite waard was haar een aanzoek te doen, dan was de dag van morgen daar veel geschikter voor. Door het duel zou zij in een nieuw schandaal be trokken wordenhaar naam zou naast den zijnen genoemd worden. Hij moest haar ijdolheid streelc\ haar van zijn liefde getui gen hij moest liaar aan het verstand bren gen, dat hij om harentwil met Savigny ging duclleercn. De baron was een vechtersbaas on duelleerde ieder jaar tweo- driemaal. Hij vreesde zijn tegenstander niet on was van plan hem een waarschuwing toe te die nen, die hij nooit meer te boven, zou komen. Hij nam afscheid van de mooie vrouw m©t een half dozijn zuchten en een toespeling op de onhe.il stichtende tooverkracht der schoonheid cn voegde er heel handig bij, dat hij bereid was om voor haar te sterven. Hij zei alles cn niets. Het afscheid van Marion was veel tcederder; haar deelde hij in hot geheim mee, dat Savigny bom had uitge daagd, omdat hij razend jaloeroch op hem was. Marion kwam mot een behuild gelaat bij haar meesteres on deze kwam er weldra achter, dat cr kwestie was van ccn duel, waarvan zij aanleiding was. Do markiezin wrong haar handon cn bezwoer haar aan» «taande naar Parijs tc gaan cn het duel tob elkon prijs te verhinderen. „Ga nu, ga nu heen 1" zei zij smcckend. „Als hij kwam be vallen, dan zou ik geen rustig oogenblü meer hebbon. Sigell zal je met raad en daad bijstaan. Zeg togen den markies, dat ik hem het slot morgen zal overdragen; dat bevrijd! hem van al zijn zorgen f" Haar aanstaando bleef aarzelend staan. „Ge hebt n overijld, Elizabeth; go waari op mij gesteld, ge hieldt van mij, maar met de liefde, dio een zustor voor haar broed©», voelt." „Neen, neon 1" riep do markiezin en wierp; zich snikkend aan rijn borst. „Beken het maar „Kwel mij toch niet zool" riep rij uit ep do tranen stroomden langB haar wangen, „de dag, dio ons voorgoed voreenigt, is nia| ver meer af! Bij mijner ziele zaligheid, bfy allee, wat i ïij heilig is..." „Neen, zweer niet!" „AJg gij uw woord niet breekt, ik tal bel mijne houden V' - -J« (Wordt vir9b7g<9.')

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5