No 135S2
LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 4 JUNI.
- TWEEDE 3LAD.
Anno 1904
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De Harkiesin.
liberalen en eocialen komende is. Natuur
lijk om een stem of wat van do liberalen af
te halen."
De Standaard wijst in een artikel ,,Toen
en Nu" op het verschil in houding van de
liberalen bij do stakingstroebclen on nu met
heb oog op do Juni-stembus.
De ijver, door mannon als Van der
Vlugt thans ontwikkeld, steekt wel wat
zonderling ai bij de zwijgende rol, die z»
zich getroosten, wanneer er geen st robus
geopend staat, wanneer er geen zetels in
het een of andere college zijn te veroveren.
Verleden jaar bij ae stakingen hoorde
men van hen niet. Avond op avond traden
woordvoerders van de Christelijke partijen
op, om de menschen te waarschuwen voor
dc mannen van het anaiohisfcisoh avontuur,
en zóó de Regeoring in haar moeilijke
taak te steunen. Doch toen hadden de Van
der Vlugfes on de Borgesiuasen geen tijd.
Of was wellicht dat anarchistisch avon
tuur van minder beteekenis dan eon Sta
tenverkiezing?
De „dure" klompen en petten (toespeling
op de Tariefwet), met het wcinigj© recht,
dat aan de Vrije Universiteit wordt gege
ven, wegen bij die heeren blijkbaar veel
zwaarder dan de ontzettende gevaren,
waarmede het anarchistisch avontuur
dreigde.
Een aftredend niet-liberaal Statenlid te
doen tuimelen, Den Haag en Leiderdorp
weer liberaal te maken, dat staat voor Van
der Vlugt en voor Borgesius zóó hoog,
dat ze er met pleizier den boor voor op
gaan.
Do vrijzinnigen zetten alles op haren en
snaren, om weer do baas te worden, om
weer do lakens uit te deelen, om de Chris
telijke partijen weer onmondig te maken.
Moeite, tijd, geld, alles zullen ze daar
voor over bobben.
Onzo kiezers kunnen daarop vast rekenen.
En als de heeren hot mochten winnen,
wat dan? Ja, dan zal het woord van mr.
Troelstra bewaarheid worden: ,,De libera
len kunnen nooit weer regcoren dan onder
onze zweep." Doch liever worden zo gedre
ven door de zweep der socialisten, dan dat
een Christelijk Ministerie aan hot roer
blijft.
„Liever socialist dan Christelijk 1" wordt
almeer hun leuze.
De Standaard bevatte con artikel om do
Rog coring te verdedigen on do
oppositie te wijzen op haar fouten.
Zij herhaalt daarin het argument, men
dient te bedenken, dat de Regeer in gstaak
aan de rechterzijde vreemd was, dat men
haar nooit de eischen mocht stellen, die
men zou mogen stollen aan „een Kabinet,
samengesteld uit in 's lands dienst ver
grijsde mannen."
Maar was dan vraagt dc Nieuwe Rot ter-
danucJie Courant Tliorbeckc niet geheel
aan bewind voering vreemd, toen hij in 1849
alB leidend Minister optrad, en is niet dat
eerste tijdvak zijner bewindvocring een
sohitterend tijdperk zonder weerga in onze
parlementaire historie geweest? Behoorde
Franson van do Putte, toen hij voor hot
eerst Minister werd, tob de in 's lands dienst
vergrijsde staatslieden? Toon Heemskerk
Azn. voor het eerst plaats naip aan de Mi-
nasterstafel, had hij toen persoonlijke er
varing van „bewindvoering?" En hoo was
hot met Botz en Picrson, dc mannen, aan
wie wij zulko groote hervormingen, op be
lastinggebied hebben te danken gehad? Kon
van Modderman gezegd worden, dat hij aan
„bcwindvoering" gewend was?
De Standaard wil voor de oppositie ook
wol het exouus laten geldon, dat zij „als
zoodanig nog ongeoefend" was. Maar de
Nieuwe Rotterdamse/^ Courant meent, dat
de liberalen dit „zachter oordeel" van De
Standaard niet noodig hebben. ,,Do voor
stelling, als or „een halve eeuw" lang geen
andore partijen tegenover elkander hadden
gestaan dan de „Christelijke partijen" on
„do groepen links", is zoo onjuist mogelijk.
DAArraode wordt een goed deehonzer historie
geëscamoteerd. Voor den grooten strijd, dien
dc liberalen vele jaren te voeren hebben ge
had voor de gezonde ontwikkeling onzer in
stellingen togen een machtijc partij, die in
1848 slechte noode had toegegeven en nu
onophoudelijk werkzaam was om die ont
wikkeling zooveel mogelijk tegen bo gaan, is
in die voorstelling geen plaats. Aan deze
reconstructie der geschiedenis, die aan hot
volk een geheel valsch beeld geelt, een on
juist begrip ook van don politieken strijd
van onze dagen, dient eindelijk een einde
te komen.
Hoo durft vraagt de n leuwe Rotter-
damscJie Courant De Standaard de libe
ralen beschuldigen van minder nobele opvat
ting van hun taak in de oppositie Als dit
Kabinet werkelijk minder vriendelijk ont
vangen ware in de Kamer en in dc pers,
zou het wonder wozon? Zou do wijze, waar
op dr. Kuyper nu reeds twee en dertig jaar
lang den politieken strijd heeft gevoerd,
zachtzinnig stemmen, niet prikkelen on ver
bitteren? Hoe heeft hij al dio jaren lang
zijn tegenstanders bejegend? Heeft hij niet
zich een aanhang verworven in het land
door die tegenstanders verdacht to maken,
de geloovigc menigte tegen hen op to zetten
Niet op de staatkundige overtuigingen heeft
hij gowerkt, maar hij heoft de godsdienstige
hartstochten opgezweept. Niet dc staatkun
dige beginselen zijnor politieke togonstan-
dors heeft hij bestreden, maar hij heeft hen
aan do kaak gesbtld als ongodisten, als „ha
ters van Christus."
Hij heeft de politieke atmosfeer verpest
door zijn wijze van strijd voeren. Geen stem
bus, waarbij van de zijde der anti-revolutio
nairen da leiding in zijn handen was, of
men vernam dio valsche leuzen, die voor een
voudige menschen, gehecht aan hun geloof,
aan hun religieuze gevoolens, een smet op de
tegenstanders moesten leggen, die tegen
standers moesten doen verafschuwen.
Al don jongoren dor partij is hij op dezen
verderfclijken weg voorgegaan. Zij hebben
deze wijze van etrijdvocren van hem afgeke
ken. En zij hebben het sucoes er van gezien
en zijn op dat sucoes afgegaan. Zóó is van
die zijde de gchcclo strijd ontaard. Voor de
'duizenden en duizenden, op wier eenvoud
gcfspoculecrd wordt-, is do politieke worste
ling geworden een strijd tegen ongeloof on
ongodisterij.
Torugkomond op don wetgevenden arbeid,
zegt dc Nieuwe Rottcrdamsche Courant-.
Zou men gewild bobben, dat een zoo er
gerlijke partijwot als de Hoogor-Onderwijs-
wet onder gejuich waro ontvangon? Kwa
men do bezwaren tegen de bevoorrechting
der Vrije Universiteit alleen van de linker
zijde? Zoo niet, waarom dan de slechte ont
vangst, die deze voordracht vond, alleen
op rekening gesteld van do oppositie der li
beralen, en ook op grond dAarvan die op
positie als illoyal gebrandmerkt? En de Ta
riefwet. Ook het verzet tegen deze voor
dracht moet een werk heeton van ongepasts
oppositiezucht der liberalen. Een voordracht
zóó zeer indruischendo togen do beginselen,
waarvoor de liberalen meer dan con halve
eeuw lang met hun warmste overtuigingen
hebben gestreden En wat de Drankwet aan
gaat: menig échec werd de Regeering be
spaard, alleen door do medewerking ,dic zij
vond van de linkerzijde. Had zij het alleen
van do „Christelijke" partijen moeten heb
ben, er zou van do Drankwet nóg minder
zijn terechtgekomen Dat wijzen do stemlijs
ten uit.
De. Standaard schrijft:
Niete staat zoozeer aan do afdoening van
zaken in den weg als de reder ij kheid
van enkele Kamerleden, vooral van de
s o e. i a 1 i ste n.
Vóór dit ministerie optrad, vulden do
Handelingen dor Tweede Kamer zoo tus
schen do 1000 en 1500 bladzijdendit jaar
zijn we nu reeds over dc 2000 gekomen, en
er is nog geen eind aan to voorzien.
In enkele jaren is alzoo het aantal kolom
men mot ruim een derde vermeerderd, en
srteeds zet het getal zich nog uit.
Nu vergete men niet, dat er, afgeszien van
do uitputting der Kamer en het verwateren
van het debat, altoos eon, vaak twee of drie
ministers in do Kamer moeten zijn, en dat
clko vorhooging van het aantal kolommen
van do Handelingen, tevens betcekent ver
meerdering van het aantal uren, dat zij
niets voor hun Departementen doen kunnen.
Gaat dit zoo door, dan zal do fatale uit
komst zijn, dat de Kamer niet alleen zioh-
zelve noodeloos vermoeit en uitput, maar
ook den ministers den Departementale© ar-
boid steeds onmogelijker maakt, tot schade
voor land on volk.
Dit ia geen_ partijquaestie, maar een
quaestie voor allo partijen; en niet genoeg
kan het betreurd worden, dat do reactie
tegen dit kwaad zich nog steeds wachten
laat.
Toch ligt de zaak zoo eenvoudig.
Indien de usantie van groote parlemonten
slechte gevolgd werd, dat voor elke groep
één man sprak, zou het euvel opeens gestuit
zijn.
Nu zijn wcor morgenzittingen om 10 uur
in Juni aangekondigd. Iets nog nie dage-
wesenes.
Van tien tot halfvijf in Juni vergaderen,
welk parlomont doot dat
En toch was het voorstel van den voorzit
ter uitnemend.
Het wae het eonigo practi6che middel,
om althans con zachte pressie op de rede-
rijkheid van enkele heeren uit to oefenen.
Maar toch zult go van do zeven socialisten
gelijk dusver or feelkons weer vier in hot do-
bat zien komen: Schaper, Ter Laan, Mel-
chors eca Troelstra.
Het Handelsblad zegt hierop:
De grief is niet geheel ongegrond; ons
parlement munt uit als het werkwoord
bier van pas is door buitengewone ro
derijkheid. Maar niet nu pas, onder het ka-
bi nefe-Kuyper: het is eon oude kwaal. Maar
onder dat Kabinet is zij op bedenkelijke wij
ze toegenomen.
Hoo komt dAt? Deze vraag beantwoordt
De Standaard niet, en om zeer afdoende
roden; want die is niet to zoeken bij do
Kamer, maar bij hot Kabinet, dat het blad
lief is.
Hoe beter de wetsontwerpen voorbereid,
hoe juister do artikelen gesteld zijn, op hoe
minder partijdige beginselen zij berusten,
des te minder vat geven zij aan de oppo
sitie, dca te korter zal do beraadslaging
zijn.
En nu zondigen juist de tweogroote wets
voorstellen, welker behandeling hot blad-
zijdcntal tot over de 2000 heoft doen zwol
len, in dio opzichten op waarlijk ongehoor
de wijze. De hooger-onderwijs-regoling is
een partij wet van de ergste soort, wolko
zelfs aan sommige leden der rechterzijde te
kras was, zoodat tijdens de beraadslaging
naar allerlei middelen gezocht moest wor
den om de meerderheid bijeen te houden.
Ten slotte kreeg mon als redmiddel do
monsterachtige bepaling, die aan een ge
heel' onvolledig ingerichte „universiteit"
25 en 50 jaren tijd laat om volledig te wor
den, maar haar nu al vast de rechten van
een volledige toekent 1
En toen kwam de Drankwet-wijziging,
ccn dor treurigste produoton van de wet
gevende macht der tegenwoordige Regce-
i ing en haar leider; een ontwerp, waarvan
do nieuwe bepalingen schier één voor één
worden losgelaten of zóó verwaterd, dat air-
Ie heerlijkheid er af is, en zóó gebrekkig ge
steld zijn, dat zij telkens vat geven tot ge
rechte er i tick.
Dat is dan toch niet de schuld van de
Kamerleden, zelfs niet van de woordenrijke
socialisten
Do Regeering gaat intusschen voort do
Kamer met wets voorstellen te overstelpen.
Wat minder in getal en wat beter in qua-
liteit on bewerking, ware inderdaad wel zoo
verkieslijk
De Maasbode bespreekt het verschijnsel,
dab bij do behandeling van de Drankwet
do Regecring de aanneming van eonigo ar
tikelen, waarop zij prijsstolde, te danken
heoft aan de soo i aal-de moo raten.
Het blad is daarover niet verwonderd.
„Het strookt volkomen zegt het met
hetgeen wij onlangs zeiden in een artikel
over „Sociale Actie", dat do Katholieken
in de idceele zijde van do maatschappe
lijke quaestie dichter staan bij het socialis
me dan bij het liberalisme."
Dit weet het Roomschc blad allicht beter
dan wij, zegt daartoe Het Vaderland. Maar
andera heet het altoos in de olericale pers,
dat liberalisme en sooialkane familie rija.
Moertje en zusje he eten te «ome, vader en
kind een andeimaal. Zal De Maasbode na
voortaan het wat roestig wapen laten lig
gen, dat uit beweerde relatie t-ussohen so
cialisme en liberalisme door do mannen
van rechts zoo gaarne tegen do liberalen
gesmeed wordt?
De Christen-Democraat herinnert er aai\
hoo bij do verkiezingen van 1897 do anti-
Tev. partij protectie in haar vaandel
had geschreven, maar mot het gevolg, dak
het kiezersvolk in Nederland mot overgroot#
meerderheid zieb daartegen verklaarde.
De tegenwoordige Regecring wil dan ook
dit wotsontvorp tot verhooging van do ta
rieven niet beschouwd zien als een soort
protectie, maar onkel cn alleen als cop
maatregel van den Minister van Financiën
om do jaarlijksohe inkomsten met ongevee*
negen millioen te vermeerderen.
Deze bedoeling noemt men dan liet fiscaal
karakter dat dit wetsontwerp draagt.
Dit neemt crenwel niet wog, dat toch do-
zo negen millioen ergons vandaan moeten
komen; dat zooals reeds meermalen is aan
getoond l'.ot buitenland er slechts een
klein deel vr.n zal dragen; dat bovendien
het buitonland voor dat kleine deel tol
weerwraak geprikkeld zal worden; dat even
wel onzo vcrbruiksartikclen or door in prij#
zullen worden verhoogd en mitsdien do ver-
bruikers, dat zijn de brcede scharen onzer
burgers en arboiders, het zullen moeten ont
gelden cn dat onzo handel en nijverheid cn
in tal van opzichten schade door zullen lij
den.
Dit wetsontwerp edscht dus van ons volk
in zijn breedo volksklassen een tamelijk
zwaar offer.
Niet do hoo gore standen en niet Je kapi
talisten, maar de breode schare van ver
brui kom, do brcede volksklasse moet hal
hier weor ontgelden."
En wat zal aan ons volk voor dit offer
worden gegeven? vraagt hot blad.
„Het is verwonderlijk om het to zeggen, 1
maar het is niet andora. DAt zal later nog
eens worden uitgemaakt I
Het heette, dat wij zouden krijgen two#
zaken: lo. oplossing dor lagere schoolquaca-
tie on 2o. arbeiderspensioen.
En voor die twee zaken zou het geld wor
den gohaald uit eon verhooging oor tarie
ven.
Dat laatste was nu wel niet mooi, maar
daar logde ons Christenvolk zich tooh bij
neor.
Dat offer zouden zc uan om dio tweo uit
nemen do zaken brengon.
Maar wat gebeurt nu?
Wij hebbon nog geen onderwijswet en nog
geen pensioenwet
Zelfs van het verschijnen van wetsontwer
pen dienaangaande is nog nauwelijks spr»»
kc.
En do geschiedenis der drankwet leert hol
blad nu weer voldoende, wolk een groot ver-
schil er nog is tusschon eon ingediend wote-
ontwerp en ccn aangonomen wet.
Do beide ontwerpen op do arbciderspeo-
Bionneering en op do regeling van het Lag or
onderwijs zullen, schrijft het blad, vormexv
dolijk voor de stembus van 1905 niet een»
meer in de Kamer aan do orde kunnen ko
men.
„Zoowel het arboi'dcrspensloen als do op
lossing dor 6ch ooi quaes tie zullen dus ©cp
open vraag blijven.
En toch wordt nu al vast do tariefwei
voorgesteld, dio van ons volk jaarlijks negen
millioen zal vragen voor doeleinden, waar,
van voorloopig nog niemand iets kan zeggen*
Is dat nu niofc het paard ach tor den wjv»
gen spannen?
Is dat nu niet in strijd met de goede ooi>
sfeitutioneele instellingen van meer dan zee-
honderd jaren herwaarts?"
Do redactie van Vooruit, officieel hieuw»
en advertentieblad voor Overflakkeo on Goo
dercode, heeft eens nagegaan hoo velerlei
drankinrichtingen er in ons landje onder
de z. g. verscherpte Drankwet wel zul
len zijn. Hoewel die wet pas halverwcgea
behandeld is, heeft zij nu reeds het aanzijn
gegovon aan de volgende drankgolegcnho-
don:
Dc Nederlander zegt onder het hoofd
„Eigenaardig"In eon der verkiezings
meetings die prof. Van uer Vlugt
heeft gehouden in het district Lei
derdorp waar hij candidaat is voor
de Provino. Staten, kwa i een socialist
uit Hillegom verklaren, dat zijn partij be
sloten bad f'a candidatuur van dein spreker
te steunen omdat het ministerie „do arboi
ders had gekneveld met do sinkings wetten."
De heer Van der Vlugt antwoordde, dat
hij zelf vóór die wetten had gestemd en uit
eventueel weer zou doen.
De Nieuwe Courant noemt dit „een open
hartige verklaring." En wij dingen daarop
natuurlijk met geen enkel woord af, al zou
hot voor een minder openhartig cn bemin
nelijk mensch dan de lieer Van der Vlugt
is ook uit tactisch oogpunt wel zaak ge
weest zijn, hetzelfde te herinneren. Van do
socialisten moot men het in Leiderdorp
waarlijk niet hebben
Maar staat men hier nu toch niet voor een
hoogst eigenaardigon toestand? Mannen,
die ten slotte zelf voor de s takings wetten
gestemd hebben, worden aanbevolen als pro-
tost togen dio wetten. Een vreemdeling, die
opeens in onzen binnenlandschen politieken
•trijd werd verplaatst, zou hier ongetwijfeld
voor een onoplosbaar raadsel staan. Wie
moer in de zaken ia ingewijd, erkent echter
den fijnen neus der socialisten, "dio zeer goed
beseffen wAAr de beginsclkracht iag, wolke
hun ten vorigon jare een halt toeriep. Het
Handelsblad mogo in ccn zijner jongste felle
artikeltjes vragen: „Putte het ministerie
destijds kracht uit zijn beginselen óf uit een
gedeeltelijke mobilisatie van het leger?"
het blad weet even goed als wij, dat het ka-
binot-Piorson-Borgeaius de stakingswetten
m i ot zou hoben ingediend, al kon het over
het leger evenzeer beschikken als hot tegen
woordig Ministerie.
Wanneer dan ook hetzelfde blad vorder
vraagt: „Heeft niet juist de liberale oppo
sitie de Regeering boon behoed tegen al te
krasse maatregelen, dio voor 's lande wel
vaart en rust ernstig gevaar zouden hebben
opgeleverd?" dan staat men verbaasd over
zooveel „vrijmoedigheid" in een orgaan, dab
(lostijds door gedrochtelijke artikelen als
T6J1 zijn medewerker mr. Israels door het
17trechtsch Dagblad beekenen van „liberale
verwording" genoemd meer dan eenig an
der groot liberaal blad heeft bijgedragen
om het gevaar van den toestand te vermeer
deren.
Wie een protest wil uitbrengen tegen het
„knevelen" van werklustige arbeiders en het
stopzetten van het- verkeer door de socia
listen, en daarenboven tegen het zoetsappig
On gevaarvol goit en kool sparen in tijden
van groote crisis door de liberalen wie
tevens eon sanctie wil geve© aan do kloeko
handhaving van ge«ag en vrijheid door de
Regeering, hij stomme bij de aanstaande
Staten verkiezingen de candidate© der rech
terzijde.
Naar aanleiding van de verklaring van
prof. Van der Vlugt in do vergade
ring te Li es o, in antwoord aan een so
ciaal-domoor aat, die hom zijn steun toezeg
de als protest tegen de „stakingswetten"
dat hij vóór die wetten had gestemd on het
yreer zou doen, als zich het geval nog eens
voordeed, schrijft Het Volk:
„Wij gelooven het gaarne. En nu moge
ook voor de clerical© krantjes, die dezer
(lagen zulke mooie boomen opzetten over
natuurlijke verwantsohap van eociaal-demo-
braten en liberalen, goed duidelijk worden,
dat wel nooit twee partijen één lijn hebben
getrokken, die zoo goed overtuigd waren,
dat zij straks weer tegenover elkaar zullen
«taan, en dat er tusschen hen eeui onver
zoenlijke tegenstelling van beginselen is. De
#ociaal-domocratie steunt do liberalen zou
ter eenige sympathie, zonder eenige ver
bintenis, zonder eenige aanspraak op be-
looning of vergolding, enkel en alleen om
dat haar, op eigen motieven overwogen tac
tiek zoo is. Zoowel do liberalen als wij we
ten dat heel goed. En ok de clericilo
Skrantjes weten het wel, maar ze doen zoo
voorkomen, alsof nu het verbond tusschen
80)
„U hebt me beleed igd en beschimpt, me
neer de markies, wel wetend, dat een vrouw
u voor zoo iets geen rekenschap kan vra
gen. Dit is uw hand; ontken het maar,
als u kunt!" Zij slak hem den brief toe!
„Waarom? Is het een leugen, dat u mij
mijn erfenis hebt ontfutseld?"
„Dat was mijn doel niet; inderdaad niet,
markies. Door de ellende ©n de wanhoop ge
drongen, mij vastklampende aan de hoop,
dat uw oom mensckolijk gevoel zou hebben,
ging ik naar hem toe. Ik viel voor den
grijsaard op mijn kniecn cn smeekt© hem
u niet te verstooten om mijnentwil. God
legdo mij de ware woorden op do lippen,
want de oude man hief mij op en trok me
naar zich toe. Mijn hAnd en al zijn geld
zou uw oigeodom geworden zijn, als u me
op mijn laatsten brief anders hadt geant
woord 1"
„En waaroru hebt go me dat dan niet
geschreven, ongelukkige?"
„De markies kendo u betei dan ik; hij
wilde er mij van overtuigen, dat u niet in
6taat was tot een wezenlijke liefde. U bracht
liet offer niet, dat hij eischte, ala schade
loosstelling voor mij, die hij liefhad, en
ik
„Verder 1"
„Tk dacht: Als hij zijn boter ik veil heeft
▼oor geld cu goed, als bij niet rijn verleden
breekt, waarom zoudt gij dan niet de
schoonheid, die de ellende en de wanhoop
u niet ontnemen, niet afstaan ter wille van
dien naam, die je noodlot, van dat gold,
dat je ongeluk was? Wie had lecht op mij?
Wicn deed ik daardoor onrecht ftan?"
„Nu rijt ge onrechtvaardig, Elizabeth I
Heb ik niet beloofd voor je te zorgen, heb
ik jc geen gold aangeboden?"
„Gold!" riep dc markiezin op scherpen
toon.
„Geld en altijd weer geld 1"
„Gij schreeft mij
„Ik zou liever gaan bedelen dan geld
aannemenzei rij, terwijl zzich in al haar
lengte ophief. „Natuurlijk, het is mijn
schuld 1 Eenig en alleen mijn schuld 1 Ik
had aangedaan moeten zijn door zooveel
edel moed iglic id. Ik heb den ouden rnn-n
overgehaald u te onterven, maar Sigell zal
moeten toegeven, dat alleen mijn smeek
beden den koppigen ouden man hebben
kunnen bewegen, dat codicil te maken, vol
gens hetwelk het oude stamslot uw eigen
dom wordt ofdat uwer kindoren 1"
„Dat heeft de advocaat; mij gezegd, Eli
zabeth 1"
„Die toon past u niet, meneer de markies.
Ik heb met het verleden gebroken. En op
dat u op dat punt geen twijfel meer over
blijft noodig ik u als mijn naasten bloed,
verwant uit om het huwelijkscontract te on-
deiteekenen, dat ik... van plan ben... om
morgen te voltickken 1"
„Dat kunt ge me niet aandoen, Elizabeth 1'
De markiezin deed een stap achteruit en
leunde zwaar op do leuning van een stoel.
„Tegelijkortij'd zal mijn notaris het landgoed
aan u overdragen. Ik heb er duizenden aan
besteed."
De markies sprong op. „Zoudt ge met
dien Beaufort willen trouwen, met dien
woesteling, met dien speler, wien het alleen
te doen is om jc geld? Zóó ongelukkig kunt
go uzelf, kunt ge mij niet maken I Dat hij
dien brief, dien ik, vertrouwende op rijn
vriendschap, aan hem schreef, jou in han
den speelde, bewijst je, dat hij een eerlooze
schurk is. Kijk, jo huilt 1 Het is maar trots;
maar koppigheid 1 Die tranen bewijzen, dat
die stap je veel verdriet doetl"
De markiezin gaf een gil en vloog naar
haar aanstaande toe, wiens tegenwoordig
heid zij geheel vergeten bad. „Mijn eenige
vriend, Guilio, Guiliol" Zij sloeg haar ar
men om hem heen en keerde den markies
haar marmerwit gelaat toe.
„Ik had heelemaal u mijn aanstaando ver
geten voor te stellen, toen ik u verzocht om
mijn getuige te zijn. Bij dezen maak ik dat
verzuim dus goed."
„Kom, geliefdeI" fluisterde zij troostend,
„het was de laatste zware onweerswolk, die
onzen gcl'ukshcmel verduisterde. Maar nu is
het onweer voorbij."
„Ik vrees, dat ge uzelf wat wijs maakt,"
antwoordde Gregori op doffen toon.
„Neen, neen," zei zij glimlachend; nik
voel, dat nu allee voorbij is 1"
„Nog een enkel woord I" riep de markies
haar na. Zij liep 'door. „Zij wil niete van
mij weten," mompelde hij, „en het ergst© is,
dat zij daarin gelijk heeft. Ik heb haar be-
handold als c:n schoft 1"
Hij liet zijn blik door het salon dwalen
alsof hij van elk voorwerp afscheid wilde
nemen. Met gebogen hoofd ging hij de deur
uit. Angstig vragende gezichten wachtten
hem op.
„Gij kun' mij naar Parijs brengen, Ber-
trand," zei hij tot zijn vroegeren speelgenoot.
„En als we elkaar niet mochten weerzien,
houd dan een vriendelijke herinnering aan
mij," riep hij den ouden menschen to©, oi«
weenend bij het rijtuig stonden.
Do baron zag hot rijtuig wegrijden. Do
teerling was geworpen, dc markiezin had
haar vroegeren geliefde weggestuurd; dat
bleek uit de groote neerslachtigheid van 8a-
vigny. De baron voelde daarover een boos
aardig leedvermaak. De mooie vrouw had
in zijn oogen v. 1 van haar waarde verlo
ren. Goed bezien had rij in het geheel geen
fortuinzij had alleen het vruchtgebruik
van dat, wat haar gemaal haar had nage
laten. Een huwelijk sleepto hot ver li ca van
het prachtige slot met zich mee en daardoor
zou ook de rent© heel wat kleiner worden.
De baron besloot de kat eerst eens uit don
boom te kijken en eerst eens goed t© iDfor-
meoren naar 'Jen geldelijken toestand rijner
aangebedene. Als het de moeite waard was
haar een aanzoek te doen, dan was de dag
van morgen daar veel geschikter voor. Door
het duel zou zij in een nieuw schandaal be
trokken wordenhaar naam zou naast den
zijnen genoemd worden. Hij moest haar
ijdolheid streelc\ haar van zijn liefde getui
gen hij moest liaar aan het verstand bren
gen, dat hij om harentwil met Savigny ging
duclleercn. De baron was een vechtersbaas
on duelleerde ieder jaar tweo- driemaal.
Hij vreesde zijn tegenstander niet on was
van plan hem een waarschuwing toe te die
nen, die hij nooit meer te boven, zou komen.
Hij nam afscheid van de mooie vrouw m©t
een half dozijn zuchten en een toespeling op
de onhe.il stichtende tooverkracht der
schoonheid cn voegde er heel handig bij, dat
hij bereid was om voor haar te sterven. Hij
zei alles cn niets. Het afscheid van Marion
was veel tcederder; haar deelde hij in hot
geheim mee, dat Savigny bom had uitge
daagd, omdat hij razend jaloeroch op hem
was.
Marion kwam mot een behuild gelaat bij
haar meesteres on deze kwam er weldra
achter, dat cr kwestie was van ccn duel,
waarvan zij aanleiding was. Do markiezin
wrong haar handon cn bezwoer haar aan»
«taande naar Parijs tc gaan cn het duel tob
elkon prijs te verhinderen. „Ga nu, ga nu
heen 1" zei zij smcckend. „Als hij kwam be
vallen, dan zou ik geen rustig oogenblü
meer hebbon. Sigell zal je met raad en daad
bijstaan. Zeg togen den markies, dat ik hem
het slot morgen zal overdragen; dat bevrijd!
hem van al zijn zorgen f"
Haar aanstaando bleef aarzelend staan.
„Ge hebt n overijld, Elizabeth; go waari
op mij gesteld, ge hieldt van mij, maar met
de liefde, dio een zustor voor haar broed©»,
voelt."
„Neen, neon 1" riep do markiezin en wierp;
zich snikkend aan rijn borst.
„Beken het maar
„Kwel mij toch niet zool" riep rij uit ep
do tranen stroomden langB haar wangen,
„de dag, dio ons voorgoed voreenigt, is nia|
ver meer af! Bij mijner ziele zaligheid, bfy
allee, wat i ïij heilig is..."
„Neen, zweer niet!"
„AJg gij uw woord niet breekt, ik tal bel
mijne houden V'
- -J«
(Wordt vir9b7g<9.')