LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 23 APRIL. - TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
F LM i L.ETO N.
Ve. J plannen.
No 1354S
Anno 1904
In De (a.-r.) Hot* er dammer betoogt prof.
D. P. D. Fabius, (lab prof. Van der
V 1 u g t niet zeer gelukkig ia geweest bij
do beraadslagingen over de Hooger-
O n d e r w ij b-w e t:
„Niet gelukkig was hij zeker met zich
zelf to schetsen als iemand van bijzondere
waardecrir j van andorer inzicht, yan meer
zochten gomoedsaard, met een zeer sympa
thiek hart.
Reeds is het in het algemeen beter af to
wachten, 'dat anderen zoodanig oordeel vel
len. Maar nu deed zich hier zelfs dit voor,
dat do tegenpartij moest verklaren in dat
portret, dat de Leidrcho afgevaardigdo van
zichzelf gepenseeld had, hem niet to herken
nen. Aon 'do vormen was zeker© zorg besteed,
maar heel veel verder ging hot toch niet. De
nagel mocht gepolijst en keurig gefatsoe
neerd zijn, dit nam toch niet weg, dat
het volgens den Minister een nagel was,
waarmee mr. Van der Vlugt had gekraho
om een oude wond open te rijten.
Niet gelukkig was mr. Van der Vlugt ze
ker in de wijze, waarop hij zijn ambtgenoot
Oppcnheim in 'de Kamer den 26sten Febru
ari tor sprake bracht, als zoude deze een
examinandus, die zich een voorraad van
positieve kennis eenvoudig mechanisch had
laten inpompen, ,,meb een zekere animosi
teit allesbehalve zachthandig te lijf gaan."
En zoowol beider collega, prof. Tichelaar,
als de Haagzcho correspondent van do
Zutfensche Gentrant hebben dan ook moeten
erkennen, dat mr. Van der Vlugt, zij h*t al
niet allesbehalve zachthandig, toch weinig
handig was geweest.
Niet gelukkig mr. Van der Vlugt^
toeir hij dienzeïfden dag in de Tweede Ka
mer met een prfn-j© wilde komen, als ware
mr. Schokking hij do voorbereiding tot zijn
promotie om zijn meeningen aan do Vrije
Universiteit bemoeilijkt. Door een ontken-
kvinning van deze achtte mr. Van der Vlugt
het geraden niet verder door to gaan.
Nog minder gelukkig waa mr. Van der
"Vlugt met een ander praatje. Een student
van do Vrije Universiteit zou, toen hij te
Groningen doctoraal-examen in do rechten
deed, getoond hebben geheel onbekend te
zijn met mr. De Savornin Lohman's ,,Onzo
Constitutie", uit welk verhaaltje door mr.
Van der Vlugt werd afgeleid, dat de studen
ten der Vrije Universiteit natuurlijk nóg
mi odor zouden worden aangemoedigd om de
werken van vrijzinnige schrijvers te bestu-
deeren.
Maar ziet, straks bleek, dat het geheele
praatje onwaar was. Neen, erger nog. Dai
het geval zich had voorgedaan met een stu
dent, dio z>jn doctoraal-studiën uitsluitend
aan de Universiteit van Groningen had vol
bracht, zoodat alles wat uit dit voorval was
goconcludeerd omtrent het benepeno en het
bekrompen© van den studiegang kwam ten
laste, niot van de Vrije Universiteit, maar.
gehuol van de openbare Hoogeschool.
En wel het minst gelukkig was mr. Van
dor Vlugt in het zwijgen na dit incident.
Heb was zeker niet meer dan gewoon be
wijs van ridderlijkhei l geweest, dat, wie
met dit onware praatje ten laste der Vrije
Universiboit in de Twcedo Kamer waren go-
komen, openiijk over deze wijze van strijd
voorn leedwezen hadden betuigd. Maar dit
zeer gowono betoon van ridderlijkheid heeft
men tevergeefs gezocht/'
Ook acht prof. Fabius minder gelukkig
des hoeren Van der Vlugt'a aanval op zijn
„Schuld en Straf". Hij zegt daarvan o.a.:
„Naar do door hem gegeven voorstelling
moet men wel denken, dat in mijn „Schuld
en Straf" „do talrijke middengroep" ter
nauwernood vermeld wordt, en enkele bui
tensporige meeningen van de uitersten als
het eigenlijko gevoelen van wie niet op po-
sitiof-christelijken grondslag staan.
Het is wel vreemd, dat. de bedoeling dezor
redo door mr. Van der Vlugt zoo weinig is
gevat.
Zij was toch gericht tegen do z.g. moderne
strafrechtslheorieen, do anthropologische en
do sociologische school, en strekte ten betoo-
ge (blz. 9), dat deze missen zoowel het begrip
van schuld", als dat van „straf". Tot die
hoofdgedachte moest de aandacht telkens
BI)
„En dan liet woord: Den moedige helpt
God 1" Hij drukte haar hand met zijn ami
vaster tegon zich aan. „Zou u, die er uit
ziet als con verschijning uit betere werelden,
de gedachte niet aangenaam aandoen, wel
ke zich in de woorden liet kleedcn: Axel
Wittkopp, koninklijke regeerings-aeeessor
Waltrud, gravin von Frydagg; verwante
zielen, weezon, welke elkaar vonden."
„Ik begrijp u niet, mijnheer Wittkopp."
„Hot behoeft immers niet dadelijk te zijn,
zekor niot. En als gij den wenk van liet lot
wantrouwt en niet den moed vindt, nu
re»3fa „ja" te zeggen, zeg dan ten minste
wtot „neen", zeg „misschien". Daar begint
reeds wcor dat vervloekte goh ik."
Voor zich uit op cenigen afstand zag zij
tuooehon andoron Lisbetha naast den afgo-
vaardigdo van den Rijksdag, die levendig
gesticuleerde, loopen. Het meisje rukte
naar hand uit den arm van haar motgezel
en snelde op de freule toe.
„Wat hebt ge, alléén en zoo gejaagd
Vroeg Lisbertha.
„Ik ben van den regeer in gs-assessor weg
geloop on. Ik geloof, dat hij wat te veel ge
dronken heeft," zcido zij met tranen in do
Oogon.
„De moesten zijn wat aangeschoten, gra-
rin," verklaardo de grondeigonaar. „Onze
jeugd kan niets meer verdragen en van dc
taaiheid van onzo voorvaderen, dio ook in
deze streek op eikaars gezondheid dronken,
is niet veel meer overgebleven. Alleen mijn
worden teruggeleid. Van daar het „12-, 15-
maa.1" herhalen op de 80 bladzijden, dat men
van „schuld" noch „6traf" wil weten. Men
wil daarvan niet weten. Zonder eenïga res
trictie wordt dit gezegd, klaagt mr. Van der
Vlugt. Maar hoe nu? Volgt dan de restric
tie niet uit het onderwerp der rede? Mag
men nooit van men in beperkten zin spre
ken, zelfs niet, als het geheele verband,
duidelijk aanwijst, dat over een bepaalde
groep gehandeld wordt?
En dat er velen zijn, die, ofsejioon niet op
positief-christolijken grondslag staande,
evenwel do gewone opvatting van schuld en
straf vasthouden, ik wijze slechts op
Birkmeyer en won Buri, is niet alleen mij
bekend, maar komt in mijn redo ook vol
doende uit, met waardeering van hun be
strijding.
En wel verre, dat ton bewijze van wat ik
wilde doen zien, slechte enkele buitensporige
meeningon door mij zouden zijn aangehaald,
meen ik to mogen zeggen, dat niet slechts
alle meer bcteokenïsvollo verdedigers der
moderne theorieën aoor mij zijn vermeld,
doch ook, dat do juiste verhouding onder de
aanhangers niet dermate uit het oog is ver
loren, als dc woorden van mr. Van der
Vlugt zouden doen denkon. Zeker, de uiting
van prof. Albrecht, dat do men sell een gede
genereerde aap is, bleef niet achterwege. Zij
komt vergis ik mij niet ééns voor.
Maar do naam von Liszt wordt zelfs meer
dan „12-, 15-maal" govordrn.
Voorts zou het een „voor de meerderheid
der andersdenkenden bi teel* grievende voor-
stolling" zijn, als ware de grooto aanhang,
dien het determinisme bij do mannen der
moderne theorieën wote verklaren uit de
omstandigheid, dat mon (do mannen dier
thorioën) van schuld niet wil weten.
Hier is eon fijngevoeligheid, dio voor een
wetenschappelijk man gevaarlijk wordt. Het
zou niet meer geoorloofd zijn tc zeggen, dat
het detorniiinismo gretig wordt aanvaard
door wie de begrippen van schuld en 6traf
willen tor zijde zetten, wijl dan bitter ge
griefd wordt „de meerderheid der anders
denkenden", waarmee vermoedelijk bedoeld
worden de n iet-velen, die eonerzijds het öo-
torminisme aanvaarden, maar nochthans dc
begrippen van schuld en vergelding willen
vasthouden. Men zou dan bitter griovcu
mannen als Merkel, Traoger, Janka, Drus-
kowitz, Schmidt, Liepmann (blz. 26). Maar
hoe allerbitterst moeten dio mannon dan
niet zijn aangedaan, als zij een3 mochten
vernemen, dat ik zelfs (blz, 2730) getracht
heli het onhoudbare van de combinatie, die
zij zoeken, te bowijzen.
En wat ik zeide, vindt men voorts ook ge
zegd door bestrijders van het determinisme,
oJs Birkmeyer, Halschnor, von Buri, Be
ling, Proal Ja zelfs door aanhangers van
het determinisme, als Appclius, von Liszt,
Knippel, Sichart, Vargha, Fcrri, Simons,
welke vorklaren krachtens hun determinis
tisch standpunt van geen schuld of vergel
ding te willen weten.
Wie door al dergelijke uitspraken bitter
gegriefd wordt, doet waarlijk vóór zijn ge
moedsrust beter met het wetenschappelijk
gebied to mijden
Door zichzelf mindor spoedig bitter ge
griefd te achten in den wetenschappelijke^
strijd, en meer tc letten op wat in den poli-
tiokon strijd anderon grioven kan, zou wel
licht het optreden van mr. Van der Vlugt
racer gelukkig kunnen worden."
Ten slotte wijst do hoogleeraar aan do
Vrijo Universiteit or op, dat zelfs van meer
bevriende zijde over do gedragslijn van do
linkerzijde bij het Hooger-Onderwijs-dr bat
een weinig gunstig oordeel wordt geveld
„Onlangs horinnerdo ik aan do verklaring
van Dc Am-sterdammerdat do linkerzijde
zich bij deze gelegenheid niet tot de waro
vrijzinnigheid had weten to verhefKn. Maar
sedert verscheen ook de April-aflevoring
van De Gidswier „Politiek overzicht" den
hoeren ook minder aangenaam zal wezen,
misschien hen zelfs bibter grieven.
Daarin wordt toch gezegd, dat de linker
zijde verkeerd beeft gedaan, cn hierin
stond mr. Yan der Vlugt vooraan met
zich zoo mordicus tegen dc grondgedachte
van het ontwerp der Regeering to verzet
ten dat zij daarbij te kort aan politiek
boleid getoond heeft; dat zij eenvoudig
Ernst, dio vervloekte jongen, dio kan het.
Dio is een volbloed Germaan. Hahahal"
„Was jo heer onbeleefd?" vroeg Lisbetha
met een weinig leedvermaak, haar onder
zoekend beschouwend.
„Hij was zoo zonderling, tante Lisbetha-
Ik geloof bijna, dat hij mij een huwelijks
aanzoek wilde doen!"
„Welk een onbeschaamdheid l" riep dc
freulo. „Maar nu ziet gij het, nu ziet gij
het. Hij kent jo niot eens en is brutaal ge
noeg tot zoo icte. Maar natuurlijk, hij heeft
jo voor vermogend gehouden. Dat ver
klaart alles. Arm kind, een vermogend meis
je zal nooit tor willo van haar zelvo bemind
worden Wat vindt gij, mijnheer de afge
vaardigde?"
Hij schudde bedenkelijk het hoofd:
„Meestal niet, slechts bij uitzondering I 'tls
tegenwoordig een vervloekte wereld, gra
vin."
Zij liopen over het nieuwe, versierde pad
naar da hoeve van den schout. Een allee
van dennen en jonge berkeboomen, wolke in
allo vroogte uit het bosch waren gehaald,
bakendon den weg ai cn guirlandevormig
slingerdon daartusschen do draden mot lam
pions, wolko 's avonds hun kleurig licht
moesten uitstralen. Ook do linde, waaron
der een dansvloer was opgericht, had mon
daarmee geheel omkranst. Alles wae voor
beeldig geveegd en het akkergereedschap,
als wagens, ploegen cn eggon, in een wijze
opgosteld, alsof het een parade gold. Do
poort van do deol was geheel omkranst en
ook boven de ingangen van do stallen ver
toonden zioh groene festons.
„Eigenlijk ontbreekt boven do deuren nog
een „Gelukwensch" of een „Welkom", mijn.
heer de afgevaardigde^" zeide do majoor,
op de waarborgen had moeten voorstel
len. Ware dit gedaan, on waren dan dio
amendementen verworpen geworden, ja,
don had do Eerst© Kamer reden gehad het
voorstel t© verwerpen.
Maar nu?
Nu dergelijke amondementen niet werden
voorgesteld, is het voor de Eerst© Kamer
moeilijk het voorstel to verwerpen o p
grond van gomis aan waarbor
gen.
Hot zou dan moflten geschieden op grond
van de hoofdgedachte. Maar dat kan niot,
volgons De Gids. Want do hoofdgedachte is
juist.
Het wordt opmerkelijk.
Aan dó rechterzijde poogt men tegen te
werpen oen op voortel van dr. Vos e.s. bij
eengeroepen vergadering, waar evenwel,
gelijk bleek, do moderne hoogleeraar Canne-
gieter 'do eigenlijke leiding kreeg.
Echter wordt nu van links, en nog wol bij
mondo van verschillende schakeoring, om
trent do tegenstanders dor Rogcering ge
zegd, door do cene, dat het hun mangelde
aan waro vrijzinnigheid, en 'door do andere,
dat het politiek beleid ontbrak.
En inmiddels wordt alles op haren cn
snaren gezet om do Eerste Kamer in het
zelfde spoor to trekken van gemi9 aan wa
ro vrijzinnigheid en aan politiek beleid."
„Of dit alles bij uitstek doeltreffend is
om 'de kiezers zeer warm to maken voor eon
vrijzinnige meerderheid in do Kamers der
Staten-Gcneraal raag voor het minst be
twijfeld worden," meent prof. Fabius.
Onder het hoofd: „Politiek vogelaarsge-
fluit?" zegt het Sociaal Weekblad:
De Standaard dringt aan op wijziging
van de Leerplichtwot en meent dab
do minister Kuyper zich op het „Unie"-
feeat t© Utrecht in dien zin ook heeft uit
gelaten.
Het ia wel merkwaardig en ©r is dan
ook meer male n do aandacht op gevestigd
dat hoewel in 1901 de wet op den Leer
plicht dionst moest doen als vogelverschrik
ker tegen do vrijzinnigen, tot nog too do Re
geering aan wijziging •■■an die wet niet heeft
gedacht. De Standaard zegt dan ook niet,
dat hob beginsel van leerdwang moet wor
den losgelaten; het blad klaagt alleen over
den administratievcn omhaal, die het ge
volg is goweest van do wet cn waarover te
recht in do onderwijswereld geklaagd wordt.
Maar als mon dion omhaal wil verminde
ren, tast men nog niet het beginsel dor wot
aan 1
Wij zijn dan ook beniouwd, waarin do
principieel© verandering, di© De Standaard
in do Leerplichtwet wil hebben, zal bestaan,
ten minst© als men van dio zijde do web niet
eenvoudig wil afschaffen.
Of herinnert Dc Standaard zich, dat op
dc Zuid-Hollandscli© eilanden bij de vorigo
Sta ten-verkiezing do leerplicht dienst heeft
gedaan als boeman, 'on is het blad bang, dat,
nu de boeman gebleven is ondanks do veran
dering van regeoring, bij de k om on do
Statcn-verkiezing met dit middel niet mcor
zal zijn to werken, als mon niet nog eens b>
looft, dat die boeman zal worden verjaagd
Het Centrum meent, dat Dc Standaard
in een driestar do op handen zijndo wijzi
ging van do Loerplichtwot bespreken
de, wel wat beslist in haar uitingen. Zoo wil
het er bij het blad niet in, dat do partijen
dor rechterzijde do Leerplichtwet als voor
naamste raiddol zouden hebben noodig go-
had, om drie jaar geleden de meerderheid
to veroveren. Ook waar De Standaard zegt,
dat iedereen slecht te sproken is over do wet
loopt zij wel wat hard van stapel.
Yelo tegonstauders van den leerplicht heb
ben zich met de zaak geheel verzoend. En
dat do wet een goedo uitwerking heeft ge
had, is door mannen van zeer verschillende
richting volmondig toegegeven.
De Regeoring denkt cr dan ook niet aan
do wot af te sohaffen. En ook De Standaard
verklaart zich tegen zulk een radicalen
maatregel.
„Contra-revolutionair, door intrek
king der wet-, moet hier niet gehandeld
worden", zegt het blad, „maar a n t i-revo-
lutionair: wijziging toch is dan nu voor
goed op het agendum te plaateen."
di© zich weer bij zijn buurman had gevoegd.
„O, de bewoners zullen daarvoor wol zor
gen", merkte Lisbetha spottend op. En wer
kelijk liet zich in de gebouwen zulk een ge
knor, gepiep en gebrul, waarin nog een
melkezol zijn „jah" tusschenschrecuwde, ver
nemen, dat dc grondeigenaar verontschuldi
gend zeide: „Juist begint de voedering.
Dan is alles uit do hand. Straks, als zij
het oton moeten verteren en het rundvee
herkauwt, dan heerschb er een voorbeeldige
rust, en muziek cn dans zullen niet gestoord
worden."
Intusschen had het grootste gedeelte der
gasten zich toevallig om den ouden linde
boom verzameld cn dc jongo dokter deelde
de geschiedenis daarvan mede.
't Is toch een eerwaardige bcom, welken
wij den grootste n eerbied verschuldigd zijn,
mijn heer en officieren," zeide de oversto
von Oberg, die do Prinses aan don arm leid
de, luid. „Men kan hem niet l>cter eeren
dan daardoor, dat men om zijn stam heen-
danst, terwijl dc muzikanten als vogels bo
ven tusschen de takken zitten. Ik verlang
dringend, dat dit traditioneel, eerwaardig
gewas deze eer in groot© mat© ten deel valt
en ik druk in hot bijzonder den hecren lui
tenants op het hart, het dansbeen niet te
laten rusten. Gij begrijpt mij, mijne hec
ren."
„Om u te dienen, overste riep een do
zijn officieren salueerend.
„Maar aan u, eenjarige, vrijwillige arts,"
weaiddo hij zich tot Ernst, „droog ik hier
om zoo to zeggen den post van eerewacht
op Gij moogt, als het dansen is begonnen,
dezon post niet verlaten cn moot als eere-
dansor hier do honneurs waarnemen. Be
schouw dit als eon eervol, maar streng bevel
Die wijziging moet echter, volgens haar,
niet enkol vormelijk do techniek der wet,
maar ook zakelijk haar inhoud betref ten.
„Wij weton niet juist, wat De Standaard
hiermede kan bedoelen, maar zoudon op dit
punt toch wol tot voorzichtigheid willou
aansporen.
Dat men don administratioven omhaal
vereenvoudigt, ofschoon ook deze nogal
overdreven schijnt to zijn voorgesteld zal
geen afkeuring vindon; dat men bijv. do on
derwijzers niot verplicht de geoorloofd© ver
zuimen op te teekenon, daar zij mot hot rc-
gistreoren dor ongcoorloofdo wel kunnen
volstaan; dat men voort» bij do berechting
der overtredingen meer practisch cn... ook
meer doortastend t© werk ga, niemand,
dio het laken zal.
Maar dit alles geldt niet zoozeer het za-
k o 1 ij k o der wet, dan wel haar t o c hn e k,
en alleen do laatst© kan, dunkt ons, ernstig
bezwaar uitlokkon.
Wildo men verder gaan, wilde men ook
het we zon der wet aantasten, dan zou hier
tegen zeer waarschijnlijk oen oppositie ont
staan, dio grooto moeilijkheden zou na zich
sleepen."
Niet om iota nieuws to zeggon over dit
onderwerp, want dat acht zij onmogelijk
behandelt do Nieuive Rotterdamsche
Courant nog eens hot door minister Harte
voorgesteldo invoorrooht op tabak.
Maar om scheiding to maken tusschen do
sterke en do zwakko argumenten, waarmed«
hot voorstel dos Ministers reeds is bestre
den, en zij doet dat ongeveer als volgt.
Do Nedorlaudscho tabakshandei verschilt
hierin van do Nedcrlandscho tabaksnijvcr-
heid, dat bij den eerste do uitvoer zeer groo
to betcekonis heeft, terwijl d© tweede hoofd
zakelijk in binnonlandscho behoeften voor
ziet. Het karakter van onzen tabakah a n-
del blijkt uit eenigo door de Nieuwe Rot
terdamsche Courant medegedeeld© cijfers,
waarvan vrij slechts do volgende overnemen.
In 1902 bedroeg do algemeen© invoer (dio
in 1872 nog maar ruim 33 millioen K. G.
was) bijna 82 millioen K. G. cn do algcmee-
nc uitvoer ruim 59 millioen K. G. tcgon
ruim 21i in 1872. Do meeste tabak, dio hier
wordt ingevoerd, vortoeft hier dus slechts
tijdelijk cn vorlaat ons land wedor, groo-
tendeeds zonder eenigerloi bewerking to heb
ben ondergaan.
Do tabaksn ij v o r h e i d verwerkt hier
jaarlijks ruim 19 millioen K. G., waarvan
vijf zesden voor do binnonlandscho markt.
Do taboksk a n d o 1 leeft alzoo bovenal
van don uitvoer. Nederland vervult hier
e©n oigenaardigo rolonzo tabakshandel is
iet» zeor bijzonders, iets ongemeens voor don
tijd, waarin wij leven; zóó ongemeen, dat
mon lang on ver zal moeton zoeken om iets
to vindon, dat or op gelijkt, en misschien
niot eens daarin slagen zal. Het is do rich
ting van onzon tijd om tusschen personen te
doen vervallen, voortbrengers en verbrui
kers mot elkander in onmiddellijko aanra
king to brengen. In do middeleeuwen, on
nc*g veel lator was dit anders; men had toen
stapel plaatsen voor som mi go artikelen.
Waar zijn dio gebleven? Zij zijn verdwenen,
gelijk zooveel moor vcrdwenen is, dat over
tollig werd. Maar dat geldt niet van do ta-
baksmarkt van Nederland. Wel verre van to
vardwij non, werd zij al grootcr en grooter.
Yan heind© on ver komen do buitonlandscho
kooplieden naar onzo havensteden om zich
van tabak to voorzien. Het ia als waren do
m iddeLoeuwach© toestanden herleefd, zoo
woinig gelijkt hot op don normalen gang
dei* dingen. Waar ligt d© verklaring van dit
raadsel? Aan welke toovcrfco heeft de Ne
dcrlandscho markt het voorrecht to danken,
dat haar, zelfs in toenemende mate, ton deel
vn.lt i Het woord „danken" mag wel gebe
zigd worden, want groot ia de welvaart,
die de tabakshandel verspreidt, on daar do
winnende hand mild is bovenal do win
nend© hand in dezen tak van bedrijf zijn
©r velen ook onder do behoeftigen, dio
daarin dcclon.
Do naam dor toovorfeo ia V rijhoid. Do
Rege©ringen hebben overal op de tabak be
slag gelegd tot versterking van dc inkom
sten der schatkist. Wel poogden zij liet zoo
to doon, dat do handel er niet onder lijdon
zou. Zij bouwdon prachtige entrepots, ga-
„Om u t© dienen, overste," zcido Ernst,
met een" militaire houding, doch met een
ietwat teleurgstcld gelaat.
„Let op, dat de eenjarige, vrïjwilligo arts,
de heer Düstorholt, zijn dionst goed waar
neemt," wondde de overste zich, met do
Prinses verder wandelend, na een poosje
lachend tot zijn adjudant. „Wij begrijpen
elkaar dua goed, waarde Streithorst. Gij
formeert zoo'n soort van patrouille cn
neemt den plichtvergeton eeredanser met
zijn dam© in hechtenis, waar gij hem vindt."
Een der heeren snelt vooruit cn brengt
ons bericht, opdat wij de zondaars goed
kunnen ontvangen. Boven in do midden
zaal, waar al degenen mogen dansen, die
hier buiten bang zijn kou tc vatten, kan
het vonnis voltrokken worden", zeide de
Prina:e.
„Zoodra ik gewaarschuwd bon, ruk ik
met den ouden man aan. Wij hebbeu
vriendschap gesloten cn een spolletjo in een
der zijkamers afgesproken. Nu, op dat ge
zicht verheug ik mij," merkt© majoor von
dor Buscho op.
„Het zal eon kolossale grap worden,"
zoide Haro Doorluchtigheid lachend en zij
liepen verder naar het slot terug, waar op
het torras de regimentsmuziok speelde.
In do buurt van den lindeboom hadden
intusschon Schwarzhoff cn Anna met den
jongen doktor elkaar aangetroffen.
„Nu, zeg eens, uw eerewacht hier bij den
boom, welke do ovcret© u opgedragen heeft,
is een zonderling genoegen", vond de hout
vester.
„Men moet hot meer als een grap be
schouwen."
„Ja, zeer zeker", bevestigde Anna.
Ernst zal' zich slechts zoolang daaraan sto
ven geld voor den aanleg van vrijhavens.
Doch hot baatte niet. Do handel kon in hun
landen niet aarden, hij bleef een gewon©
consumptiehandel. Maar bij ons, waar n n
het zondor entrepots en vrijhavens steil ra
kan, gedijt hij uitnemend. Dat is de ver
klaring van het geheim. Evenals in dc lGd©
on 17do eeuw do om het geloof vervolgden,
zoo vindt thans dc overal geplaagde tabaks-
handel bij ons con toevluchtsoord, dat hij
natuurlijk terstond verlaten zal, zoodra on
zo Regeering het voorbeeld der andere lan
den gaat navolgen. Dan verliest Nederland
zijn voorsprong. Do algemeeno coonomischo
wet, dio in onzo dagen producent en con
sument steeds nader tot elkander brengt,
vindt dan niets meer, dat haar jatnit.
De Minister kan echter viagen wat dit
alle» te maken heeft met zijn wetsvoorstel.
Want welke ook oorspronkelijk zijn meening
zij goweest, thans beaamt, hij len volle, dat
„elko belemmering van boteókenis, aan do
vrijheid van bewoging in don weg gelegd,"
voor den tabakshandel gevaarlijk is. Juist
daarom wil hij do tegenwoordig op 70 ets.
bepaalde rechten niot hooger brengen dan
tot 1 2.50 per 100 K. G. Nu „zal het den
bondol kunnen blijven toegestaan om tabak,
bestemd om hier te blijven, uit de fictieve
entrepots uit te slaan, zonder daarvoor
vooraf con document to lichten on het in
voerrecht to betalen, terwijl op een uiot
onbelangrijk punt zelfs eon nieuw© facili
teit kan'worden toegestaan. Er zal namelijk
ge-legenhoid worden gegeven om ook af
schrijving van recht to "krijgen voor klein©
partijen tabak, di© thans spoedshalve zonder
document, dua zondor afschrijving van
recht, worden uitgevoerd."
„Dit alles" antwoordt de Nieuwe R> t-
tcrdamsche Courant op d© onderstelde
vraag dos Minïstora ,,ïs zeer schoon, doch
boezomt ons geen vertrouwen in voor do
toekomst. Is eenmaal do taboksbelanting,
wat 7>ij thans niot is, een bestanddeel van
ocraigo betcekonis geworden in ons finan
cieel© stolsel, dan zo! do fiscus niet kunnen
of zeif6 mogon nalaten cr voor 1© zorgen,
dat zij opbrengt wat zij mfut opbrengen.
Hot belang om fraud© t<> plegen bestaat
roods bij liet log© recht van f 0.70 in zek-re
moto; wij zouden er geen eed op durven
doen, dat van do verleende faciliteit ra nooit,
misbruik wordt gemaakt. Maar klimt hot
rocht tot f 2.50, dan zal d© fiscus spoedig
bemerken, dat hij do vroeger© vrijgevigheid
niet moor betrachten kan zondor do schat
kist aan ernstige schado bloot t© stellen.
Van lieverlede zal liij dan de koordon scher
per aantrekken, en als dat ntet Jvdpt," word.h
liet ton olotto con noodzakelijkheid tot een
ander stelsel over to gaan. Do Minister ge
looft natuurlijk ton voll© wat hij voorspelt;
dooli wij voor ons nomen do vrijheid er nïe.t
aan tc gelooven. Wij moeien, dat hij zich
illusie© maakt over dc gevolgen aan hetgeen
hij heeft voorgedragen."
Mot hot oog op do grooto belangen van
den tabakshandel is due het ontworpen
recht bedenkelijk doch hoe is hob ten d''r.o
met do belangen dor tabaksn ij vo r h o i d
gesteld? Mon z.ou kunnen zeggon: zij werkt
in hoofdzaak voor do binnenlanrlsch© vraag,
en dio zal niet verminderen door eon vcr-
hooging van het invoerrecht met fl.GO de
100 K.G. Een kistje van 100 sigaren zal
daardoor slechts 1.2 cent duurder worden.
Dat kan toch geen invloed hebben op het
dob iet.
„Neen," aldus beantwoordt do Nieuwe
Rotterdamsche Courant d tegenwerping
„maar daarmede is do quacstïe nf ?i af
gedaan. Ontegenzeglijk is voor onze tahaJcs-
nijverhoid do binneninndsch© vraag voorals
nog d« belangrijkstemaar do buitenland-
schc, hoowel nog betrekkelijk gering, gr eib
sedert een tiental jaren met groot© snel
heid aan. Den uitvoer van sigaren zag men
redort 1802 stijgen van 683,000 tot 1,593.000
K.G., dien van ander© gofabrïocradc tabak
vaji 630,000 tot 1,558,000. Deze uitvoer be
staat voor een goed deel uit zeer goedkoop©
soortencr zijn sigaren bij velen onzer
lozora zullen het nauwelijks gelooven van
een halven cent het stuk, dus vervaardigd
uit tabak van zeor geringe hoedanigheid
Dat hot fabrikaat groot© winsten verschaft,
zullen wij niet bewerendc looncn in dc ta
baksnijverheid zijn in het algemeen laag.
ren, als het ons genoegen verschaft."
„Ala het ons genoegen verschaft, zeer
goed", zoide Sehwarzhoff lachend. Niy
trad Waltrud op haar vriendin toe.
„Dwaalt gij hier alleen rond?" vroeg An
na verwonderd.
„Ik ben hier met tanto Lisbetha en den
schout.
„En dc heer, die je daar straks voor ccn
wandeling gevraagd heeft?"
„Ik heb hem laten staan."
Do dokter wierp het hoofd in den nek.
„Het was zoo een van de regeering, niet
mijn smaak. Vergeef mij, gravin, maar i':
geloof, dat hij reeds te diep in het glas had
gekeken."
„U is ontstemd. Is u iets onaange
naam» weervaren, gravin?" vroeg Schwarz
hoff bezorgd.
Zij nam zijn arm. „Het is niote van bo-
teokenis. Maar nietwaar, von Sehwarz
hoff, u belooft mij, dat gij den gehcolon
avond in mijn buurt blijft. U moet heb rnij
beloven."
„Gaarne, van hart© gaarne, mijn klei
ne vriendin. Het doet mij zoo goed, daj gij
mij vertrouwt."
„Als u hier niet was, zou ik nu naar huis
rijden. Maar nu sta ik geheel onder uw
hoede, nietwaar?"
„Onder mijn direct© hoede, gravin 1" IIij
legde den klemtoon op elk woord.
Zij zag hem met een dankbaren blik aan
en wandelde met hem naar het slot terug,
waar juist koffie rondgediend werd, waar
na in do grooto zaal een klein symbolisch
comodiestukjo op een eigengemaakt tooneel
zou plaats vinden.
Wordt vervolgd.)