LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 23 APRIL. - TWEEDE BLAD. PERSOVERZICHT. F LM i L.ETO N. Ve. J plannen. No 1354S Anno 1904 In De (a.-r.) Hot* er dammer betoogt prof. D. P. D. Fabius, (lab prof. Van der V 1 u g t niet zeer gelukkig ia geweest bij do beraadslagingen over de Hooger- O n d e r w ij b-w e t: „Niet gelukkig was hij zeker met zich zelf to schetsen als iemand van bijzondere waardecrir j van andorer inzicht, yan meer zochten gomoedsaard, met een zeer sympa thiek hart. Reeds is het in het algemeen beter af to wachten, 'dat anderen zoodanig oordeel vel len. Maar nu deed zich hier zelfs dit voor, dat do tegenpartij moest verklaren in dat portret, dat de Leidrcho afgevaardigdo van zichzelf gepenseeld had, hem niet to herken nen. Aon 'do vormen was zeker© zorg besteed, maar heel veel verder ging hot toch niet. De nagel mocht gepolijst en keurig gefatsoe neerd zijn, dit nam toch niet weg, dat het volgens den Minister een nagel was, waarmee mr. Van der Vlugt had gekraho om een oude wond open te rijten. Niet gelukkig was mr. Van der Vlugt ze ker in de wijze, waarop hij zijn ambtgenoot Oppcnheim in 'de Kamer den 26sten Febru ari tor sprake bracht, als zoude deze een examinandus, die zich een voorraad van positieve kennis eenvoudig mechanisch had laten inpompen, ,,meb een zekere animosi teit allesbehalve zachthandig te lijf gaan." En zoowol beider collega, prof. Tichelaar, als de Haagzcho correspondent van do Zutfensche Gentrant hebben dan ook moeten erkennen, dat mr. Van der Vlugt, zij h*t al niet allesbehalve zachthandig, toch weinig handig was geweest. Niet gelukkig mr. Van der Vlugt^ toeir hij dienzeïfden dag in de Tweede Ka mer met een prfn-j© wilde komen, als ware mr. Schokking hij do voorbereiding tot zijn promotie om zijn meeningen aan do Vrije Universiteit bemoeilijkt. Door een ontken- kvinning van deze achtte mr. Van der Vlugt het geraden niet verder door to gaan. Nog minder gelukkig waa mr. Van der "Vlugt met een ander praatje. Een student van do Vrije Universiteit zou, toen hij te Groningen doctoraal-examen in do rechten deed, getoond hebben geheel onbekend te zijn met mr. De Savornin Lohman's ,,Onzo Constitutie", uit welk verhaaltje door mr. Van der Vlugt werd afgeleid, dat de studen ten der Vrije Universiteit natuurlijk nóg mi odor zouden worden aangemoedigd om de werken van vrijzinnige schrijvers te bestu- deeren. Maar ziet, straks bleek, dat het geheele praatje onwaar was. Neen, erger nog. Dai het geval zich had voorgedaan met een stu dent, dio z>jn doctoraal-studiën uitsluitend aan de Universiteit van Groningen had vol bracht, zoodat alles wat uit dit voorval was goconcludeerd omtrent het benepeno en het bekrompen© van den studiegang kwam ten laste, niot van de Vrije Universiteit, maar. gehuol van de openbare Hoogeschool. En wel het minst gelukkig was mr. Van dor Vlugt in het zwijgen na dit incident. Heb was zeker niet meer dan gewoon be wijs van ridderlijkhei l geweest, dat, wie met dit onware praatje ten laste der Vrije Universiboit in de Twcedo Kamer waren go- komen, openiijk over deze wijze van strijd voorn leedwezen hadden betuigd. Maar dit zeer gowono betoon van ridderlijkheid heeft men tevergeefs gezocht/' Ook acht prof. Fabius minder gelukkig des hoeren Van der Vlugt'a aanval op zijn „Schuld en Straf". Hij zegt daarvan o.a.: „Naar do door hem gegeven voorstelling moet men wel denken, dat in mijn „Schuld en Straf" „do talrijke middengroep" ter nauwernood vermeld wordt, en enkele bui tensporige meeningen van de uitersten als het eigenlijko gevoelen van wie niet op po- sitiof-christelijken grondslag staan. Het is wel vreemd, dat. de bedoeling dezor redo door mr. Van der Vlugt zoo weinig is gevat. Zij was toch gericht tegen do z.g. moderne strafrechtslheorieen, do anthropologische en do sociologische school, en strekte ten betoo- ge (blz. 9), dat deze missen zoowel het begrip van schuld", als dat van „straf". Tot die hoofdgedachte moest de aandacht telkens BI) „En dan liet woord: Den moedige helpt God 1" Hij drukte haar hand met zijn ami vaster tegon zich aan. „Zou u, die er uit ziet als con verschijning uit betere werelden, de gedachte niet aangenaam aandoen, wel ke zich in de woorden liet kleedcn: Axel Wittkopp, koninklijke regeerings-aeeessor Waltrud, gravin von Frydagg; verwante zielen, weezon, welke elkaar vonden." „Ik begrijp u niet, mijnheer Wittkopp." „Hot behoeft immers niet dadelijk te zijn, zekor niot. En als gij den wenk van liet lot wantrouwt en niet den moed vindt, nu re»3fa „ja" te zeggen, zeg dan ten minste wtot „neen", zeg „misschien". Daar begint reeds wcor dat vervloekte goh ik." Voor zich uit op cenigen afstand zag zij tuooehon andoron Lisbetha naast den afgo- vaardigdo van den Rijksdag, die levendig gesticuleerde, loopen. Het meisje rukte naar hand uit den arm van haar motgezel en snelde op de freule toe. „Wat hebt ge, alléén en zoo gejaagd Vroeg Lisbertha. „Ik ben van den regeer in gs-assessor weg geloop on. Ik geloof, dat hij wat te veel ge dronken heeft," zcido zij met tranen in do Oogon. „De moesten zijn wat aangeschoten, gra- rin," verklaardo de grondeigonaar. „Onze jeugd kan niets meer verdragen en van dc taaiheid van onzo voorvaderen, dio ook in deze streek op eikaars gezondheid dronken, is niet veel meer overgebleven. Alleen mijn worden teruggeleid. Van daar het „12-, 15- maa.1" herhalen op de 80 bladzijden, dat men van „schuld" noch „6traf" wil weten. Men wil daarvan niet weten. Zonder eenïga res trictie wordt dit gezegd, klaagt mr. Van der Vlugt. Maar hoe nu? Volgt dan de restric tie niet uit het onderwerp der rede? Mag men nooit van men in beperkten zin spre ken, zelfs niet, als het geheele verband, duidelijk aanwijst, dat over een bepaalde groep gehandeld wordt? En dat er velen zijn, die, ofsejioon niet op positief-christolijken grondslag staande, evenwel do gewone opvatting van schuld en straf vasthouden, ik wijze slechts op Birkmeyer en won Buri, is niet alleen mij bekend, maar komt in mijn redo ook vol doende uit, met waardeering van hun be strijding. En wel verre, dat ton bewijze van wat ik wilde doen zien, slechte enkele buitensporige meeningon door mij zouden zijn aangehaald, meen ik to mogen zeggen, dat niet slechts alle meer bcteokenïsvollo verdedigers der moderne theorieën aoor mij zijn vermeld, doch ook, dat do juiste verhouding onder de aanhangers niet dermate uit het oog is ver loren, als dc woorden van mr. Van der Vlugt zouden doen denkon. Zeker, de uiting van prof. Albrecht, dat do men sell een gede genereerde aap is, bleef niet achterwege. Zij komt vergis ik mij niet ééns voor. Maar do naam von Liszt wordt zelfs meer dan „12-, 15-maal" govordrn. Voorts zou het een „voor de meerderheid der andersdenkenden bi teel* grievende voor- stolling" zijn, als ware de grooto aanhang, dien het determinisme bij do mannen der moderne theorieën wote verklaren uit de omstandigheid, dat mon (do mannen dier thorioën) van schuld niet wil weten. Hier is eon fijngevoeligheid, dio voor een wetenschappelijk man gevaarlijk wordt. Het zou niet meer geoorloofd zijn tc zeggen, dat het detorniiinismo gretig wordt aanvaard door wie de begrippen van schuld en 6traf willen tor zijde zetten, wijl dan bitter ge griefd wordt „de meerderheid der anders denkenden", waarmee vermoedelijk bedoeld worden de n iet-velen, die eonerzijds het öo- torminisme aanvaarden, maar nochthans dc begrippen van schuld en vergelding willen vasthouden. Men zou dan bitter griovcu mannen als Merkel, Traoger, Janka, Drus- kowitz, Schmidt, Liepmann (blz. 26). Maar hoe allerbitterst moeten dio mannon dan niet zijn aangedaan, als zij een3 mochten vernemen, dat ik zelfs (blz, 2730) getracht heli het onhoudbare van de combinatie, die zij zoeken, te bowijzen. En wat ik zeide, vindt men voorts ook ge zegd door bestrijders van het determinisme, oJs Birkmeyer, Halschnor, von Buri, Be ling, Proal Ja zelfs door aanhangers van het determinisme, als Appclius, von Liszt, Knippel, Sichart, Vargha, Fcrri, Simons, welke vorklaren krachtens hun determinis tisch standpunt van geen schuld of vergel ding te willen weten. Wie door al dergelijke uitspraken bitter gegriefd wordt, doet waarlijk vóór zijn ge moedsrust beter met het wetenschappelijk gebied to mijden Door zichzelf mindor spoedig bitter ge griefd te achten in den wetenschappelijke^ strijd, en meer tc letten op wat in den poli- tiokon strijd anderon grioven kan, zou wel licht het optreden van mr. Van der Vlugt racer gelukkig kunnen worden." Ten slotte wijst do hoogleeraar aan do Vrijo Universiteit or op, dat zelfs van meer bevriende zijde over do gedragslijn van do linkerzijde bij het Hooger-Onderwijs-dr bat een weinig gunstig oordeel wordt geveld „Onlangs horinnerdo ik aan do verklaring van Dc Am-sterdammerdat do linkerzijde zich bij deze gelegenheid niet tot de waro vrijzinnigheid had weten to verhefKn. Maar sedert verscheen ook de April-aflevoring van De Gidswier „Politiek overzicht" den hoeren ook minder aangenaam zal wezen, misschien hen zelfs bibter grieven. Daarin wordt toch gezegd, dat de linker zijde verkeerd beeft gedaan, cn hierin stond mr. Yan der Vlugt vooraan met zich zoo mordicus tegen dc grondgedachte van het ontwerp der Regeering to verzet ten dat zij daarbij te kort aan politiek boleid getoond heeft; dat zij eenvoudig Ernst, dio vervloekte jongen, dio kan het. Dio is een volbloed Germaan. Hahahal" „Was jo heer onbeleefd?" vroeg Lisbetha met een weinig leedvermaak, haar onder zoekend beschouwend. „Hij was zoo zonderling, tante Lisbetha- Ik geloof bijna, dat hij mij een huwelijks aanzoek wilde doen!" „Welk een onbeschaamdheid l" riep dc freulo. „Maar nu ziet gij het, nu ziet gij het. Hij kent jo niot eens en is brutaal ge noeg tot zoo icte. Maar natuurlijk, hij heeft jo voor vermogend gehouden. Dat ver klaart alles. Arm kind, een vermogend meis je zal nooit tor willo van haar zelvo bemind worden Wat vindt gij, mijnheer de afge vaardigde?" Hij schudde bedenkelijk het hoofd: „Meestal niet, slechts bij uitzondering I 'tls tegenwoordig een vervloekte wereld, gra vin." Zij liopen over het nieuwe, versierde pad naar da hoeve van den schout. Een allee van dennen en jonge berkeboomen, wolke in allo vroogte uit het bosch waren gehaald, bakendon den weg ai cn guirlandevormig slingerdon daartusschen do draden mot lam pions, wolko 's avonds hun kleurig licht moesten uitstralen. Ook do linde, waaron der een dansvloer was opgericht, had mon daarmee geheel omkranst. Alles wae voor beeldig geveegd en het akkergereedschap, als wagens, ploegen cn eggon, in een wijze opgosteld, alsof het een parade gold. Do poort van do deol was geheel omkranst en ook boven de ingangen van do stallen ver toonden zioh groene festons. „Eigenlijk ontbreekt boven do deuren nog een „Gelukwensch" of een „Welkom", mijn. heer de afgevaardigde^" zeide do majoor, op de waarborgen had moeten voorstel len. Ware dit gedaan, on waren dan dio amendementen verworpen geworden, ja, don had do Eerst© Kamer reden gehad het voorstel t© verwerpen. Maar nu? Nu dergelijke amondementen niet werden voorgesteld, is het voor de Eerst© Kamer moeilijk het voorstel to verwerpen o p grond van gomis aan waarbor gen. Hot zou dan moflten geschieden op grond van de hoofdgedachte. Maar dat kan niot, volgons De Gids. Want do hoofdgedachte is juist. Het wordt opmerkelijk. Aan dó rechterzijde poogt men tegen te werpen oen op voortel van dr. Vos e.s. bij eengeroepen vergadering, waar evenwel, gelijk bleek, do moderne hoogleeraar Canne- gieter 'do eigenlijke leiding kreeg. Echter wordt nu van links, en nog wol bij mondo van verschillende schakeoring, om trent do tegenstanders dor Rogcering ge zegd, door do cene, dat het hun mangelde aan waro vrijzinnigheid, en 'door do andere, dat het politiek beleid ontbrak. En inmiddels wordt alles op haren cn snaren gezet om do Eerste Kamer in het zelfde spoor to trekken van gemi9 aan wa ro vrijzinnigheid en aan politiek beleid." „Of dit alles bij uitstek doeltreffend is om 'de kiezers zeer warm to maken voor eon vrijzinnige meerderheid in do Kamers der Staten-Gcneraal raag voor het minst be twijfeld worden," meent prof. Fabius. Onder het hoofd: „Politiek vogelaarsge- fluit?" zegt het Sociaal Weekblad: De Standaard dringt aan op wijziging van de Leerplichtwot en meent dab do minister Kuyper zich op het „Unie"- feeat t© Utrecht in dien zin ook heeft uit gelaten. Het ia wel merkwaardig en ©r is dan ook meer male n do aandacht op gevestigd dat hoewel in 1901 de wet op den Leer plicht dionst moest doen als vogelverschrik ker tegen do vrijzinnigen, tot nog too do Re geering aan wijziging •■■an die wet niet heeft gedacht. De Standaard zegt dan ook niet, dat hob beginsel van leerdwang moet wor den losgelaten; het blad klaagt alleen over den administratievcn omhaal, die het ge volg is goweest van do wet cn waarover te recht in do onderwijswereld geklaagd wordt. Maar als mon dion omhaal wil verminde ren, tast men nog niet het beginsel dor wot aan 1 Wij zijn dan ook beniouwd, waarin do principieel© verandering, di© De Standaard in do Leerplichtwet wil hebben, zal bestaan, ten minst© als men van dio zijde do web niet eenvoudig wil afschaffen. Of herinnert Dc Standaard zich, dat op dc Zuid-Hollandscli© eilanden bij de vorigo Sta ten-verkiezing do leerplicht dienst heeft gedaan als boeman, 'on is het blad bang, dat, nu de boeman gebleven is ondanks do veran dering van regeoring, bij de k om on do Statcn-verkiezing met dit middel niet mcor zal zijn to werken, als mon niet nog eens b> looft, dat die boeman zal worden verjaagd Het Centrum meent, dat Dc Standaard in een driestar do op handen zijndo wijzi ging van do Loerplichtwot bespreken de, wel wat beslist in haar uitingen. Zoo wil het er bij het blad niet in, dat do partijen dor rechterzijde do Leerplichtwet als voor naamste raiddol zouden hebben noodig go- had, om drie jaar geleden de meerderheid to veroveren. Ook waar De Standaard zegt, dat iedereen slecht te sproken is over do wet loopt zij wel wat hard van stapel. Yelo tegonstauders van den leerplicht heb ben zich met de zaak geheel verzoend. En dat do wet een goedo uitwerking heeft ge had, is door mannen van zeer verschillende richting volmondig toegegeven. De Regeoring denkt cr dan ook niet aan do wot af te sohaffen. En ook De Standaard verklaart zich tegen zulk een radicalen maatregel. „Contra-revolutionair, door intrek king der wet-, moet hier niet gehandeld worden", zegt het blad, „maar a n t i-revo- lutionair: wijziging toch is dan nu voor goed op het agendum te plaateen." di© zich weer bij zijn buurman had gevoegd. „O, de bewoners zullen daarvoor wol zor gen", merkte Lisbetha spottend op. En wer kelijk liet zich in de gebouwen zulk een ge knor, gepiep en gebrul, waarin nog een melkezol zijn „jah" tusschenschrecuwde, ver nemen, dat dc grondeigenaar verontschuldi gend zeide: „Juist begint de voedering. Dan is alles uit do hand. Straks, als zij het oton moeten verteren en het rundvee herkauwt, dan heerschb er een voorbeeldige rust, en muziek cn dans zullen niet gestoord worden." Intusschen had het grootste gedeelte der gasten zich toevallig om den ouden linde boom verzameld cn dc jongo dokter deelde de geschiedenis daarvan mede. 't Is toch een eerwaardige bcom, welken wij den grootste n eerbied verschuldigd zijn, mijn heer en officieren," zeide de oversto von Oberg, die do Prinses aan don arm leid de, luid. „Men kan hem niet l>cter eeren dan daardoor, dat men om zijn stam heen- danst, terwijl dc muzikanten als vogels bo ven tusschen de takken zitten. Ik verlang dringend, dat dit traditioneel, eerwaardig gewas deze eer in groot© mat© ten deel valt en ik druk in hot bijzonder den hecren lui tenants op het hart, het dansbeen niet te laten rusten. Gij begrijpt mij, mijne hec ren." „Om u te dienen, overste riep een do zijn officieren salueerend. „Maar aan u, eenjarige, vrijwillige arts," weaiddo hij zich tot Ernst, „droog ik hier om zoo to zeggen den post van eerewacht op Gij moogt, als het dansen is begonnen, dezon post niet verlaten cn moot als eere- dansor hier do honneurs waarnemen. Be schouw dit als eon eervol, maar streng bevel Die wijziging moet echter, volgens haar, niet enkol vormelijk do techniek der wet, maar ook zakelijk haar inhoud betref ten. „Wij weton niet juist, wat De Standaard hiermede kan bedoelen, maar zoudon op dit punt toch wol tot voorzichtigheid willou aansporen. Dat men don administratioven omhaal vereenvoudigt, ofschoon ook deze nogal overdreven schijnt to zijn voorgesteld zal geen afkeuring vindon; dat men bijv. do on derwijzers niot verplicht de geoorloofd© ver zuimen op te teekenon, daar zij mot hot rc- gistreoren dor ongcoorloofdo wel kunnen volstaan; dat men voort» bij do berechting der overtredingen meer practisch cn... ook meer doortastend t© werk ga, niemand, dio het laken zal. Maar dit alles geldt niet zoozeer het za- k o 1 ij k o der wet, dan wel haar t o c hn e k, en alleen do laatst© kan, dunkt ons, ernstig bezwaar uitlokkon. Wildo men verder gaan, wilde men ook het we zon der wet aantasten, dan zou hier tegen zeer waarschijnlijk oen oppositie ont staan, dio grooto moeilijkheden zou na zich sleepen." Niet om iota nieuws to zeggon over dit onderwerp, want dat acht zij onmogelijk behandelt do Nieuive Rotterdamsche Courant nog eens hot door minister Harte voorgesteldo invoorrooht op tabak. Maar om scheiding to maken tusschen do sterke en do zwakko argumenten, waarmed« hot voorstel dos Ministers reeds is bestre den, en zij doet dat ongeveer als volgt. Do Nedorlaudscho tabakshandei verschilt hierin van do Nedcrlandscho tabaksnijvcr- heid, dat bij den eerste do uitvoer zeer groo to betcekonis heeft, terwijl d© tweede hoofd zakelijk in binnonlandscho behoeften voor ziet. Het karakter van onzen tabakah a n- del blijkt uit eenigo door de Nieuwe Rot terdamsche Courant medegedeeld© cijfers, waarvan vrij slechts do volgende overnemen. In 1902 bedroeg do algemeen© invoer (dio in 1872 nog maar ruim 33 millioen K. G. was) bijna 82 millioen K. G. cn do algcmee- nc uitvoer ruim 59 millioen K. G. tcgon ruim 21i in 1872. Do meeste tabak, dio hier wordt ingevoerd, vortoeft hier dus slechts tijdelijk cn vorlaat ons land wedor, groo- tendeeds zonder eenigerloi bewerking to heb ben ondergaan. Do tabaksn ij v o r h e i d verwerkt hier jaarlijks ruim 19 millioen K. G., waarvan vijf zesden voor do binnonlandscho markt. Do taboksk a n d o 1 leeft alzoo bovenal van don uitvoer. Nederland vervult hier e©n oigenaardigo rolonzo tabakshandel is iet» zeor bijzonders, iets ongemeens voor don tijd, waarin wij leven; zóó ongemeen, dat mon lang on ver zal moeton zoeken om iets to vindon, dat or op gelijkt, en misschien niot eens daarin slagen zal. Het is do rich ting van onzon tijd om tusschen personen te doen vervallen, voortbrengers en verbrui kers mot elkander in onmiddellijko aanra king to brengen. In do middeleeuwen, on nc*g veel lator was dit anders; men had toen stapel plaatsen voor som mi go artikelen. Waar zijn dio gebleven? Zij zijn verdwenen, gelijk zooveel moor vcrdwenen is, dat over tollig werd. Maar dat geldt niet van do ta- baksmarkt van Nederland. Wel verre van to vardwij non, werd zij al grootcr en grooter. Yan heind© on ver komen do buitonlandscho kooplieden naar onzo havensteden om zich van tabak to voorzien. Het ia als waren do m iddeLoeuwach© toestanden herleefd, zoo woinig gelijkt hot op don normalen gang dei* dingen. Waar ligt d© verklaring van dit raadsel? Aan welke toovcrfco heeft de Ne dcrlandscho markt het voorrecht to danken, dat haar, zelfs in toenemende mate, ton deel vn.lt i Het woord „danken" mag wel gebe zigd worden, want groot ia de welvaart, die de tabakshandel verspreidt, on daar do winnende hand mild is bovenal do win nend© hand in dezen tak van bedrijf zijn ©r velen ook onder do behoeftigen, dio daarin dcclon. Do naam dor toovorfeo ia V rijhoid. Do Rege©ringen hebben overal op de tabak be slag gelegd tot versterking van dc inkom sten der schatkist. Wel poogden zij liet zoo to doon, dat do handel er niet onder lijdon zou. Zij bouwdon prachtige entrepots, ga- „Om u t© dienen, overste," zcido Ernst, met een" militaire houding, doch met een ietwat teleurgstcld gelaat. „Let op, dat de eenjarige, vrïjwilligo arts, de heer Düstorholt, zijn dionst goed waar neemt," wondde de overste zich, met do Prinses verder wandelend, na een poosje lachend tot zijn adjudant. „Wij begrijpen elkaar dua goed, waarde Streithorst. Gij formeert zoo'n soort van patrouille cn neemt den plichtvergeton eeredanser met zijn dam© in hechtenis, waar gij hem vindt." Een der heeren snelt vooruit cn brengt ons bericht, opdat wij de zondaars goed kunnen ontvangen. Boven in do midden zaal, waar al degenen mogen dansen, die hier buiten bang zijn kou tc vatten, kan het vonnis voltrokken worden", zeide de Prina:e. „Zoodra ik gewaarschuwd bon, ruk ik met den ouden man aan. Wij hebbeu vriendschap gesloten cn een spolletjo in een der zijkamers afgesproken. Nu, op dat ge zicht verheug ik mij," merkt© majoor von dor Buscho op. „Het zal eon kolossale grap worden," zoide Haro Doorluchtigheid lachend en zij liepen verder naar het slot terug, waar op het torras de regimentsmuziok speelde. In do buurt van den lindeboom hadden intusschon Schwarzhoff cn Anna met den jongen doktor elkaar aangetroffen. „Nu, zeg eens, uw eerewacht hier bij den boom, welke do ovcret© u opgedragen heeft, is een zonderling genoegen", vond de hout vester. „Men moet hot meer als een grap be schouwen." „Ja, zeer zeker", bevestigde Anna. Ernst zal' zich slechts zoolang daaraan sto ven geld voor den aanleg van vrijhavens. Doch hot baatte niet. Do handel kon in hun landen niet aarden, hij bleef een gewon© consumptiehandel. Maar bij ons, waar n n het zondor entrepots en vrijhavens steil ra kan, gedijt hij uitnemend. Dat is de ver klaring van het geheim. Evenals in dc lGd© on 17do eeuw do om het geloof vervolgden, zoo vindt thans dc overal geplaagde tabaks- handel bij ons con toevluchtsoord, dat hij natuurlijk terstond verlaten zal, zoodra on zo Regeering het voorbeeld der andere lan den gaat navolgen. Dan verliest Nederland zijn voorsprong. Do algemeeno coonomischo wet, dio in onzo dagen producent en con sument steeds nader tot elkander brengt, vindt dan niets meer, dat haar jatnit. De Minister kan echter viagen wat dit alle» te maken heeft met zijn wetsvoorstel. Want welke ook oorspronkelijk zijn meening zij goweest, thans beaamt, hij len volle, dat „elko belemmering van boteókenis, aan do vrijheid van bewoging in don weg gelegd," voor den tabakshandel gevaarlijk is. Juist daarom wil hij do tegenwoordig op 70 ets. bepaalde rechten niot hooger brengen dan tot 1 2.50 per 100 K. G. Nu „zal het den bondol kunnen blijven toegestaan om tabak, bestemd om hier te blijven, uit de fictieve entrepots uit te slaan, zonder daarvoor vooraf con document to lichten on het in voerrecht to betalen, terwijl op een uiot onbelangrijk punt zelfs eon nieuw© facili teit kan'worden toegestaan. Er zal namelijk ge-legenhoid worden gegeven om ook af schrijving van recht to "krijgen voor klein© partijen tabak, di© thans spoedshalve zonder document, dua zondor afschrijving van recht, worden uitgevoerd." „Dit alles" antwoordt de Nieuwe R> t- tcrdamsche Courant op d© onderstelde vraag dos Minïstora ,,ïs zeer schoon, doch boezomt ons geen vertrouwen in voor do toekomst. Is eenmaal do taboksbelanting, wat 7>ij thans niot is, een bestanddeel van ocraigo betcekonis geworden in ons finan cieel© stolsel, dan zo! do fiscus niet kunnen of zeif6 mogon nalaten cr voor 1© zorgen, dat zij opbrengt wat zij mfut opbrengen. Hot belang om fraud© t<> plegen bestaat roods bij liet log© recht van f 0.70 in zek-re moto; wij zouden er geen eed op durven doen, dat van do verleende faciliteit ra nooit, misbruik wordt gemaakt. Maar klimt hot rocht tot f 2.50, dan zal d© fiscus spoedig bemerken, dat hij do vroeger© vrijgevigheid niet moor betrachten kan zondor do schat kist aan ernstige schado bloot t© stellen. Van lieverlede zal liij dan de koordon scher per aantrekken, en als dat ntet Jvdpt," word.h liet ton olotto con noodzakelijkheid tot een ander stelsel over to gaan. Do Minister ge looft natuurlijk ton voll© wat hij voorspelt; dooli wij voor ons nomen do vrijheid er nïe.t aan tc gelooven. Wij moeien, dat hij zich illusie© maakt over dc gevolgen aan hetgeen hij heeft voorgedragen." Mot hot oog op do grooto belangen van den tabakshandel is due het ontworpen recht bedenkelijk doch hoe is hob ten d''r.o met do belangen dor tabaksn ij vo r h o i d gesteld? Mon z.ou kunnen zeggon: zij werkt in hoofdzaak voor do binnenlanrlsch© vraag, en dio zal niet verminderen door eon vcr- hooging van het invoerrecht met fl.GO de 100 K.G. Een kistje van 100 sigaren zal daardoor slechts 1.2 cent duurder worden. Dat kan toch geen invloed hebben op het dob iet. „Neen," aldus beantwoordt do Nieuwe Rotterdamsche Courant d tegenwerping „maar daarmede is do quacstïe nf ?i af gedaan. Ontegenzeglijk is voor onze tahaJcs- nijverhoid do binneninndsch© vraag voorals nog d« belangrijkstemaar do buitenland- schc, hoowel nog betrekkelijk gering, gr eib sedert een tiental jaren met groot© snel heid aan. Den uitvoer van sigaren zag men redort 1802 stijgen van 683,000 tot 1,593.000 K.G., dien van ander© gofabrïocradc tabak vaji 630,000 tot 1,558,000. Deze uitvoer be staat voor een goed deel uit zeer goedkoop© soortencr zijn sigaren bij velen onzer lozora zullen het nauwelijks gelooven van een halven cent het stuk, dus vervaardigd uit tabak van zeor geringe hoedanigheid Dat hot fabrikaat groot© winsten verschaft, zullen wij niet bewerendc looncn in dc ta baksnijverheid zijn in het algemeen laag. ren, als het ons genoegen verschaft." „Ala het ons genoegen verschaft, zeer goed", zoide Sehwarzhoff lachend. Niy trad Waltrud op haar vriendin toe. „Dwaalt gij hier alleen rond?" vroeg An na verwonderd. „Ik ben hier met tanto Lisbetha en den schout. „En dc heer, die je daar straks voor ccn wandeling gevraagd heeft?" „Ik heb hem laten staan." Do dokter wierp het hoofd in den nek. „Het was zoo een van de regeering, niet mijn smaak. Vergeef mij, gravin, maar i': geloof, dat hij reeds te diep in het glas had gekeken." „U is ontstemd. Is u iets onaange naam» weervaren, gravin?" vroeg Schwarz hoff bezorgd. Zij nam zijn arm. „Het is niote van bo- teokenis. Maar nietwaar, von Sehwarz hoff, u belooft mij, dat gij den gehcolon avond in mijn buurt blijft. U moet heb rnij beloven." „Gaarne, van hart© gaarne, mijn klei ne vriendin. Het doet mij zoo goed, daj gij mij vertrouwt." „Als u hier niet was, zou ik nu naar huis rijden. Maar nu sta ik geheel onder uw hoede, nietwaar?" „Onder mijn direct© hoede, gravin 1" IIij legde den klemtoon op elk woord. Zij zag hem met een dankbaren blik aan en wandelde met hem naar het slot terug, waar juist koffie rondgediend werd, waar na in do grooto zaal een klein symbolisch comodiestukjo op een eigengemaakt tooneel zou plaats vinden. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5