Kunnen alleen ineusclien tellen?
Eiectrische kieeden.
nen, die door het overlijden der bezitters
met juistheid bekend zijn geworden.
Vijf personen stierven het vorige jaar, die
elk voor meer dan één millioen werden aan
gegeven; de Griekscke, mevrouw Ralli, eir
Sebag-Montefiore en cie bankier Raphael
hadden bijna het millioen bereikt; kolonel
Mac Calmont liet twee, bepaald riet van
zijn kolonelsgagen verdiende millioenen, 'de
geldschieter Öamuel Lewis 2,572,655 pd. st.
na. De laat i had het voorbeeld gegeven
van een waarlijk sociaal-politieke daad: he
lent to the lord and gave to the poor", d.
w. z. dat i zijn zaken dreef met de aller
rijkste mensohen en alles vermaakte aan
weldadige instellingen.
Zoo buitengewoon rijk te zijn schijnt
voor do gezondheid minder bevorderlijk dan
dat men, meer bescheiden, eenige honderd
duizenden ponden sterling bezit. De gemid
delde leeftijd, dien deze ponds-millionnairs
bereikten, is slechts 64. Van de erflaters
tusschen 500,000 pd. en 1,000,000 pd. waren
er twaalf; aan hun hoofd staat de koekjes
fabrikant Samuel Palmer, 82 jaar ge
worden, Vao degenen, die van 3500,000
pd. bezaten, worden cr 26 genoemd, hun
leeftijd was minder dan die van dezelfde
fortuinklas in 1902, de Iaatsten werden ge
middeld 71, de eersten slechts 68 jaar. Tn de
groep van 2300,000 pd. is het getal reeds
tot 46 gestegenleeftijdsnorm ongeveer 74
jaar. Tot slot nog 84 personen, die ongeveer
100,000 pel nalieten en gemiddeld 70 jaar
werden, waaruit eveneens blijkt, dat het
millionnair-7'jn in Engeland niet beslist
schadelijk werkt.
Wat bij ons een millionnair heet, is in
Engeland een 80,000-ponder, die tot het
profanum vulgus behoort en niet eens mee
telt.
De successierechten, die den Engelschen
Staat in 1903 ten deel vielen, zijn niet veel
hooger of lager geweest dau in andere ja
ren.
Deze vraag wordt door Ernesto Mancini
in de ,,Revue Rose" ontkennend beant
woord.
Vele wil'den kunnen niet verder dan vier
tellen en worden daarin door vele dieren
overtroffen. Vooral dieren, die werk ver
richten, kunnen goed tellen. In de kolen
mijnen van Henegouwen doen de paarden
dagelijks dertig ritten en na den dertigsten
rit gaan zij onmiddellijk op hun eigen hout
je uaar stal terug. De in Indië voor het
vervoeren van goederen gebruikte olifanten
weigeren steeds verder te gaan als het rust-
uurtje aangebroken is, en reeds Montaigne
vermeldt, dat de ossen, die in Susa ge
bruikt werden bij het ophalen van water,
geregeld na den honderdsten emmer vanzelf
een pauze houden. Timotiew bezat een hond,
die uitstekend telde. Na een maaltijd had
het dier nog 26 beenderen voor zich. Het
■dier verborg ze, groef er den volgenden dag
25 van op, knaagdo ze af en legde zich daar
op to rusten. Plotseling ontwaakte de hond,
oogenschijnlijk door een invallende gedach
te, haalde ook nog het laatste begraven
kluifje, at het op en sliep daarop weer rus
tig in.
Ook de vogels tellen goed. Zoo weten zij
precies hoeveel eieren zij in hot nest hebben.
Een nachtegaal wierp men dagelijks drie
kevers toe. Nadat het diertje de twee eerste
gekregen had, wachtte het altijd rustig op
den derden; daarop vloog het weg.
De rekenkunst der dieren is echter zeer
beperkt. Zoo kunne de sluwe ekster en de
op een mensch gelijkende aap slechts tot
vier tellen. Wil men oen dezer dieren buiten
naderen, dan moeten zich vijf personen ver
bergen cn vL daarvan zich onder de oogen
van de ekster of van den aap verwijderen.
De dieren denken dan, dat alle menschen
weg zijn en laten den vijfden man rustig
blijven.
Een geest jke had eens een hond, die ge
woon was zijn meester 's Zondags uit de
kerk te halen. Daar dit den predikant op
den duur niet beviel, sloot hij den hond des
Zondags op, .aar het dier vond een uitweg,
daar het voor het vervolg den nacht van
Zaterdag op Zondag buitenshuis doorbracht
en dan den volgenden morgen voor de kerk
stond.
Een aardig geval is nog het volgende:
Een vrouw ging eiken Vrijdag vleesch
koopen bij een slager, die eea kwartiertje
ver woonde. Daarbij nam zij gewoonlijk een
hondje mee, dat dan in 'den winkel afval
kreeg. Na e:n!gen tijd werd de vróuw ziék
eo toen ging het hondje alleen naar den
slager om zijn aalmoes" in ontvangst to
nemen. Op andere dagen taalde het beest
ee niet naar.
Dr. Z. P. Bouman schrijft in ,,Do Na
tuur"
Ieder onzer lezers kent zeker de eiectrische
gloeilamp en weet zoo ongeveer, hoe deze
werkt. Aan de polen van een element, of een
batterij van elementen, heerscht een zeker
spanningsverschil tusschen de in de polen
aanwezige eleotriciteit, juist zooals er een
hoogto-verschi 1 bestaan kan tusschen twee
wateroppervlakken. Wanneer we twee bak
ken met water, die op verschillende hoogte
geplaatst rijn, verbinden door een buis, zal
het water stroomen van hooger naar lager
niveau. Zoo zal do elecbriciteit vloeien van
de eene pool van een element naar de ande
re, wanneer we do beide polen door een ko
peerdraad verbinden.
En evenals het door de buis stroomende
water arbeid kan verrichten, zoo zal ook de
eiectrische stroom door den koperdraad zijn
arbeidsvermogen voor ons beschikbaar stel
len. Dit arbeidsvermogen kan op verschil
lende wijze aan den draad onttrokken wor
den, zoo ook in den vorm ven warmte. Is
de draad op een bepaalde plaats dun ge
noeg, dan krijgt hij daar hooger tempera
tuur, en deze kan zoover stijgen, dat de
draad begint licht uit te zenden, dus te
gloeien Dit is de eenvoudige waarheid,
waarop ons electrisch licht gebaseerd is.
Het spreekt vanzelf, dat we in plaats van
elementen ook een dynamo kunnen gebrui-
ken, die ons dus direct het arbeidsvermogen
levert, dat we in warmte en licht vinden om
gezet in liet eiectrische gloeilioht en boog
licht.
Voor verschillende doeleinden lean het
noodig zijn de temperatuur van do draden
niet zoo hoog op te voeren, als in het bo
venstaande is bedoeld, en men kan dat be
reiken door hun een passende dikte en leng
te te geven. Iedere draad toch biedt een ze
keren „weerstand'' aan den electrischen
stroom en wanneer we een draad met zijn
uiteinden bevestigen aan de polen van een
batterij of een dynamo, die een bepaald
spanningsverschil vertoonen, dan zal de
warmte-ontwikkeling afhangen van dat
spanningsverschil en van den weerstand
van den draad. Deze weerstand wordt ver
der bepaald door de lengte en de doorsnede
van den draad, en tevens door het materi
aal, waaruit deze vervaardigd is.
Men kan dus een draad van willekeurige
lengte steeds van dusdanige dikte kiezen,
dat bij een bepaalde spanning van den elec
trischen stroom, die er door zal vloeien, deze
een grootere of .kleinere tomperatuursver-
hooging ondergaat.
Van dit denkbeeld is de ingenieur Camil
la Herrgot, uit Valdoié-Belforb, uitgegaan,
om een tapijt te vervaardigen, dat over zijn
geheele oppervlakte een aangename warmte
uitstraalt. Koperdraad is over de geheele
oppervlakte in liet tapijt ingeweven, zooda
nig, dat noch de buigzaamheid van het
kleed, noch het uiterlijk voorkomen daaron
der lijdt, terwijl de beide uiteinden van den
draad ten slotte uitkomen in een hoek, waar
ze met de polen der batterij of dynamo ver
bonden kunnen worden, dus ook met de bei
de uiteinden der eiectrische lichtleiding,
waarover men eventueel beschikt. De draad
heeft een bepaalden weerstand en geeft
ons, wanneer we over een zekere eiec
trische spanning beschikken, steeds denzelf
den warmtegraad. Door nog den stroom
eerst andere weerstanden te doen doorloo-
pen, wordt de temperatuur, die het kleed
geeft, natuurlijk lager.
Het gevaar, dat misschien een electri-
ggggg -r—rrijn
sclie stroom zou gaan loopen tusschen twee
punten van naast elkaar liggende draad-
gedeelten (kortsluiting), is niet groot, want
daar de eJectrische spanning langs een
draad geregeld afneemt, zal deze feisschen
twee naast elkaar gelegen punten van
twee evenwijdige stukken heel gering zijn.
Zo is meestal minder dan de spanning, die
een Daniell-element geeft.
Men kan dan ook, als het tapijt nat is, het
eenvoudig (en snel) drogen door den stroom
door de draden te voeren.
De tapijten worden gemaakt voor tempe
raturen van 25 gr. O. af, al naar het ge
bruik, dat men er van wenscht te maken. Ze
dienen nl.- evengoed voor dekens en tapijten,
als voor andere doeleinden.
De practijk zal moeten leeren of deze
nieuwe toepassing der warmte-ontwikke
ling door den electrischen stroom geheel mo
gelijk zal blijken. Maar als dit zoo is, wordt
zo van groot nut. Men beschikt bijv. zoo
doende steeds over een omgeving van zeer
gelijkmatige temperatuur.
En wie weet, misschien nemen we later
de eiectrische reisdeken mee op onze toch
ten. Zitten we in een electrischen trein, dan
behoeven de draden van nze deken slechts
door denzelfden stroom doorloopen te wor
den, als die den wagen in beweging brengt,
om onze ledematen op een voor hen geschik
te temperatuur te houden. Een enkel stop
contact, in den wagen aangebracht ten be
hoeve der reizigers, zal voldoende zijn, om
hun do gelegenheid te verschaffen zich door
een behaaglijke warmte te doen omringen.
In onze correspondentie met den heer Ca
naille Herrgot over dit onderwerp verzeker
de hij ons, dat de tapijten reeds aan de
markt gebracht worden door een groot ma
gazijn te Parijs, en dat ze in hun uiterlijk
een zeer aangenamen indruk maken.
De dame, die in ons Zondagsblad, een Re
cept tegen zomersproeten vroeg, behoeft
niet te klagen over onwelwillendheid jegens
haar.
Immers, wij kregen nóg een antwoord
aan haar adres, welk antwoord luidt als
volgt:
Antwoord aan de Damef die een middel
tegen sproeten vroeg.
Uit een oud boekskenr
„Het aangesigt alsmede den hals en
d'handen worden dikmaal met sprooteD
dat zijn kleyne bruyne vlekjes, seer ont-
cierd, insonderheyd in de beschouwing van
naabij. En gelijk men dese meest des so
me rs gewaar word, en des winters veelsints
verdwijnen, soo wagton haar "de jonge dog-
tors en vrouwen, die haar blanke huyd be
minnen, ook seer sorgvuldig voor de keeto
somerlugt. De geneesers meenen, dat se ver-
oorsaa-kt worden uyt eenig vlugtig sout,
dat uyt de vogten en wey, in de huyd zit
tende, door de warmte na buy ten getrokken
word, en door sijn vastigheid niet konnen-
de door de opperhuyd uytwaassemen daar
onder zitten blijft en dagelijks door de sod
noch bruynder word.
Daar zijn verscheyden middelen bedagt
om dese betaandheyd des aangesigts aan
een kant te helpen; en daar zijn vrouwluy-
den die het geweldig drok hebben met bat
ten en wassen; d'een bewaard daartoe snee-
water; d'ander smelt camper in witte wijn;
of een zuur-muyl meend met limoensap
haar lieve bakhuysje, vrij wat te doen v~:r-
blikken. En als dese noch niet helpen wil
len, zoo gebruyken se sterker middelen, ook
wel sublimaten en andere quaadaardigo
dingen, die, te onbesuyst behandeld, som
mige aan 't quijlen of aan 't vervellen hel
pen; want daar zijnder die dog blank wil
len zijn al souw'er het vel bij neerstroo-
pen
Men doe er voordeel mee
Nog een nagekomen Recept en- dan eindi
gen wij:
Om sproeten te verdooven 's morgens zich
wasschen met dauw. Ik dacht, dat het meer
bekend was, anders hadden wij het wel c-r
opgestuurd. Goed gevolg bij eigen onder
vinding.