EFFECTEN-LOTERIJ
1
Berlpsclie Levensverzekering-My.
Magazijn „De Stad Maastricht",
Tien, Twintig, Dertig en Vijf-en-Zestig Cents.
Loopende verzekeringen 129.026.545.
Totaal waarborgfonds 45.804.969.
J. O. HE OGLOE, Nieuwe Rijn 6.
Ikrige Agenten tegen hooge provisie gevraagd.
LJSSME's KinderBtieel.
Meest vertrouwbaar Kindervoedsel
LAATSTE WEEK.
(Tv^eede Verloting).
HOOFDPRIJS f 50,000 aan Effecten.
OAQcoce JGC'Bo.::CG^C ^O:ÜCC
Huishoudelijke Artikelen,
Ei©sïs£IÜ0©e3©5
AFNEMER.
-
E. F. SCHOLL
N. C. H. VERDAM,
Heldenmoed.
Gemengd Nieuws.
Eon oplichter. Een merk-
waardige opliohter is be Berlijn gevangen
genomen. Hij ie de vierde zoon van een
^cer gezien burger aldaar, maar had niet
als zijn drie broeders zijn ouders veel ge
noegen versohaft. Hij moest het gymna^
sium verlaten en werd zwendelaar. Onder
'jen naam van dr. Novalis wist hij bij vijf
gegoede gezinnen te Berlijn zich in te drin
gen en met een dochter van elk gezin
zich to verlovenHoe hij het aangelegd
heeft om met vijf bruiden niet weldra door
de mat te vallen, zal later opgehelderd wor
den. Hij werd ontmaskerd door een der
aanstaande schoonmama's, die met haar
man in onmin geraakte en den geliefden
schoonzoon in spé zoozeer vertrouwde, dat
zij hem haar vermogen overhandigde om
het op zijn naam bij eon Bank in bewaring
te geven. Dat deed hij dan ook op zijn naam
maar aldus dat hij ziohzolf ook de beschik
king jverzokorde en allengs alles terugnam
en opteerde. Ten slotte bemerkte de dame
dat al haar geld weg was en diende nu een
aanklacht in. Reeds is gebleken dat de op
lichter ook een onderwijzer had opgelicht.
Deze moest bij een strafzaak elders als ge
tuige verhoord worden en intussohen een
plaatsvervanger in de school stellen. Als
zoodanig koos hij den „doctor" dien hij bij
een van diens bruiden had lecren kennen,
en hij betaalde hem trouw het getuigenloon
uit. Do doctor had zijnerzijds trouw de
klasse waargenomen en de jongens ver
klaarden nooit zulk een prettigen on ge-
makkelijken meester gehad te hebben I
(Ubl.)
Te Valladolld hebben Maan
dag ernstige ongeregeldheden plaats gehad,
ten gevolge van de heersohende werkloos
heid en de verhoogingon der broodprijzen.
Talrijke groepen, in het eerst slechte uit
vrouwen bestaande, trokken joelonde en tie
rende door de straten, onderweg in ver
schillende gebouwen de ruiten inwerpend.
Politie en gendarmerie dreven de menigte
uiteen, waarbij zij van de vuurwapens ge
bruik. maakten. Tal van personen werden
gewond, ook een zestal politic-agenten liep
kwetsuren op. Een aantal lieden werd in
hechtenis genomen. Men ie zeer ongerust
over een herhaling der onlusten.
Uit tal van andere plaateen kwamen be
richten over groote ellende.
Nog telkens komen in de Ver-
eonigde Staten gevallen van lynchen voor
en zoo is nu te Springfield in Ohio, een ne
ger beschuldigd van moord op een vrouw
en op een politie-agent, uit de gevangenis
gehaald en door de volksmenigte doodge
schoten.
Uit de Rechtzaal,
Centrale Raad van Beroep.
In de gister gehóuden zitting van den
Centraion Raad van Beroep te Utrecht
werd uitspraak gedaan in zake het hooger
beroep van de Rijksbank tegen de uitspraak
van don Raad van Beroep in Den Haag,
waarbij aan W. R. bo Aarlanderveen, we
gens een hem overkomen ongeval is toege
kend een voorloopige rente van 0.70^ per
werkdag ook na 30 Mei 1903. De Centrale
Raad vernietigde de uitspraak benevens
ook de besliwing der Rijksbank en kende
R. toe een voorloopige rente van f 0.35 in
gaande 18 Mei 1903.
Mishandeling.
De 5de Kamer der Rechtbank te Amster
dam veroordeelde gisteren den 17-jarigen
timmermansleerling, die een 16-jarigen ka
meraad in de werkplaats in de 1ste Weto-
ringsd war setraat met een beitel wierp ten
gevolge waarvan deze knaap aan den enkel
van het rechterbeen bloedend verwond
werd, wegens mishandeling, tot een gevan
genisstraf voor den tijd van één maand.
De eisch was twee maanden.
Voorts deed deze rechtbank uitspraak in
de zaak van de 31-jarige Gelsko Pruim,
huisvrouw van A. van der Pol, werkvrouw
to Amsterdam, tegen wie een jaar gevange
nisstraf was gebiecht wegens zwaro mishan
deling, gepleegd op den ketelsmid H. L. W.
Reinseu in de Groote Kattenburgerstraat.
De rechtbank aohtte niet bewezen, dat do
mishandelde ,,het gezichtsvermogen van het
rechteroog heeft verloren, hoogstwaar
schijnlijk voor altijd," maar wel, dat hem
een hoogst belangrijk nadeel is toegebracht.
Wegens het toebrengen van zwaar lichame
lijk letsel werd de bekk veroordeeld tot 6
maanden gevangenisstraf.
De officier van justitie en daarna de ver
oordeelde zelf hebben geappelleerd tegen
het vonnis der Haagsche rechtbank, waarbij
de gewezen chef der comptabiliteit aan het
I ministerie van oorlog Moe rel tot 3 jaar
j werd veroordeeld wegens de bekende valsch-
heden.
Voor de rechtbank to Amsterdam stond
gisteren terecht de winkelier I. van Praag,
wegens het tentoonstellen van de bekende
plaat uit „Het Volk", waarop minister
Kuyper wordt voorgesteld bezig een geke
tend arbeider te worgen.
Het O. M. vorderde tegen beklaagde een
I geldboete van 25, bubs. 30 dagen hechtenia
Mr. John M. Jolles, dio als verdediger
optra-d, vroeg vrijspraak.
OPGERICHT 1836. 11619 30
HOOFDAGENT VOOR LEIDEN:
Geneeskundig aanbevolen.
onder contrflle van Or. F. BASENAU, Amsterdam.
Te IicMen verkrijgbaar by 1898 80
G. T. J. WUBBELS, Maarsmanssteeg 21.
©@G00©®©®©©S®©@£©3
Aanstaande MAANDAG trekking der
NEDERLANDSCHE
Totaal 10.502 Ppijzen.
Prijs der Loten voor alle klassen geldig: Geheel
lot f 10, half lot f5, kwart lot f2.50. 2301 50
Verkrijgbaar bij VAN OIIYSEÏJ Co., Toussninthade 16-19, 'S-GRAVE NHAGE.
Fraoco toczciiding na ontvangst van Postwissel.
SAttGUSMOSE.
liet beste middel tegen bloedarmoede en zenuwzwakte.
De Sangulnose wekt uw eetlu«t op, bevordert een geregelde
spysverteering en maakt, dat gy driemaal meer kracht uit uw
voedsel hebt dan anders.
Mtjn oudste dochter was in Amsterdam reeds dikwyis onder
dokters handen geweest. Zy had altyd heftig het zuur, en lag elke
week een dag in bed met de gal; had dan storke brakingen van gal.
Hier in Apeldoorn werd het niet betor. Zy viel af qIb sneeuw
voor do zon; en geen wonder, want zy kon geen eten verdragen;
dat kwam er direct verzuurd weer uit; het was oen lyden! toen
besloot lk het met de Sanguinose te probeoren; en begryp eensna
de eerste flesch kwam er al een groote verandering; zy kreeg weer
wat levenslust terug. Het eten smaakte weer, het zuur werd minder,
de lust tot werken kwam terug. Wy hebben het volgehouden en nu na
zes flesschen is myn dochter een heel ander mensch; zy werkt
en zingt en is zoo gezond als zy nog nooit geweest is.
Apeldoorn, Dec. 1903. Mej. H. J. C. P0RTH.
In de meeste gevallen is tweemaal per dag een eetlepel van
15 gram voldoende. Dan duurt een flacori tien dagen, en kost do
behandeling slechts 12^ of 15 Cts. per dag, dat la goed-
kooper dan eenlg ander dergelijk middel.
Prya per fl. f 1.50, 6 fl. /"8.-, 13 fl. f 15.-.
Te Lelden by D. M. KRU1SINGA, REIJST KRAK, J. H.
DIJKHÜI3, DE WIT BEUKERS; te Katwyk a/Z.: P. BLOOT, te
Noordwyk F. VAN HENSBERGENOudshoorn J. R. SCHOUTEN;
Voorschoten: A. J. DEURLOO. 2148 60
HARTESTEEG 2.
ANISETTE
f 0.45
BORDEAUX-WIJN
f 0.50
PERSICO
MADERA
CURASAO
,0.45
ROODE PORT
0.55
FRAMBOZEN
0.45
WITTE PORT
0.60
MALAGA
0 80
JENEVER
0.70
BESSENWIJN
0.35
BRANDEWIJN.
„0.72
O
ADVOCAAT
1-
COGNAC
„0.85
1
VERMOUTH
1.-
BOERENJONGENS
HALF OM HALF BOOTZ
1-
ABRIKOZEN
.1.-
DUBBELE LIKEUREN
1--
2294 22
Haarlemmersiraat 130, Leiden.
Gedurende DEZE MAAND buitengewoon goed-
koope aanbieding van alle soorten 2083 30
voornamelijk in den prijs van
WegeDs huwelijk der tegen
woordige verlaDgt Mevrouw KUNST
met Mei: een 2409 7
die van goede getuigen is voorzien.
Adres: Langebrug No. 107.
Een Fabrikant van Fricscla Rog
gebrood, Koek, Taal, enz.,
vraagt voor Leiden oen soliod
Br. fr. motto Afnemer F. B SCHA A Y,
Boekhandel, Teilingerstraat 21, Rot
terdam. 2404 8
De Administratie van het „Leidseh
Dagblad" belast zich met het plaatsen
Lvan Advertentiën in aUe Bladen. -i
A. W. SiJTilOFF te Leiden beeft uitgegeven en bij alle
Boekhandelaars verkrijgbaar gesteld
Poldergemalen, op Fabrieken, Locomotieven en Stoombooten,
tevens geschikt tot leiddraad voor Fabrikanten,
Ingenieurs en Studeerendon.
Naar de Elfde Duitsoke uitgave bewerkt en opnieuw herzion en uitgebreid
door
Werktuigkundig Ingenieur.
ZEVENDE, herziene dnLk.
840 bladzijden en 557 tusschen den tekst gedrukte houtgravures.
14 aüev. 50 Cts. Gebonden in linnen f 7.40.
Deze zevende uitgave verschilt van de vorige in hoofd
zaak daarin, dat verscheidene nieuwe gravures met beschrij
ving werden toegevoegd, o. a. van overvérhitters, van ver
schillende typen van landketels en bootketels, van nieuwe
stookinrichtingen, van de De Lavai's stoomturbine, van
voedingspompen en betreffende verscheidene andere onder
werpen, terwijl eenige verouderdeconstructies zijn weggelaten.
FEUILLETON.
Blot.)
Hy schudde het hoofd en do hand op de
borst drukkend, zeide hy: „Om haar te redden
sal ik kracht genoeg bezitteneen uurtje is
niet ver."
Zy had niets geantwoordalleen, als do ge
wonde haar had kunnen zien, nadat zy ver
trokken was, had by op haar gelaat zeer be-
oliste trekken kunnen lezen. Zy had haar
besluit genomen.
Op den avond van dien dag zat hy in den
grooten leuningstool. Hy was in zyn uniform
gekleed, byna geheel verscholen in de toege-
knoopte kapotjas, waaronder nog steeds de
teergeliefde vlag haar schuilplaats had. Hy
was in afwachting van Claudino, die, toen z(j
meende, dat alles sliep, naar beneden was
gegaan om te zien of de doortocht vry was.
„Wel?" vroeg by angstig, toen zy terug
kwam.
„Zy slapen allen; over hen bekommer ik
me overigens al hooi weinig; ik heb hen van
avond zooveel wyn laten drinken als ze maar
lustten en ze zyn In de val geloopen. Maar
het snoouwt zoo erg."
„Dan zullen ze me nog minder gomakkeiyk
hooren loopeu," zeide hy beslist. „Maar wat
doo je nu?"
Zy bad baar grooten mantel van den kapstok
genomen en dien zich om do Behouders ge
hangen.
„Dat ziet go wol. Ik doe myn mantel om."
En zy sloeg oojc de kap over haar hoofd.
„Kom nu meo," zeido ze.
„Waar gaan we naar toe?"
„Ik vergezol je natuurlek. Zou je dan in
ernst kunnen gelooven, dat ik je zoo geheel
alleen, ziek, In oen donkeren nacht, met zulk
weer zou laten heengaan?"
En op verwijtenden toon voegde zy er by
„Maar dat is waar ook, je kent me nog
niet."
Hy greep haar hand en betuigde:
„Ik zou je niet kennen 1 0, zeker, Claudine,
ik ken je; ik weet, dat je een goed en dapper
meisje bent; ik weet, dat je een ware Fransche
bent; en als lk een man was, Claudine, ik
sou je beminnen."
Een levendig rood kleurde het gelaat van
het meisjezy trok hem naar zich toe, drukte
hem een moederlyken kus op het voorhoofd
en zeide: nu moeten we weg."
Zy ging voorop, hy volgde haar stap voor
stap in de duisternis, do eene hand aan de
leuning, de andore steunend op Claudine's
schouder.
Het naar-beneden gaan duurde lang, want
by iederen stap hield zy op, daar zy de hand
van den gewonde voelde trillen, die op zyn
beurt vreesde, dat een verkeerde stap de slapers
zou kunnen wekken.
Eindeiyk kwamon zy in de keuken.
De deur der groote voorkamer, die nu diende
tot slaapzaal voor de Duitschers, was gesloten.
Uit voorzorg bad Claudine den grendel er
voor geschoven.
Op een stoel voor den haard hing haars
vaders pelsmantel te drogen voor de laatste
warmtestralen van een paar houtblokken. Zy
hing hem den kleinen soldaat om en zeide
zacht: „Dien kun je by zoo'n barre koud*
wel gebruiken."
Toen opende ze de buitendeureen sneeuw
jacht stoof de keuken in.
Zy webk achteruit en vroeg hem of hot niet
beter zou zyn tot morgen te wachton.
„Neen, nu maar," zeide hy.
En hy trok haar mee het erf op.
Het had al acht en veertig uren aaneen ge
sneeuwd. Een dik sneeuwkleed, waarin ze tot
over de enkels zakten, bedekte den grond
en Claudine voelde aan den arm van den
gewonde, dien zy in de hare. bad genomen,
dat do arme jongen bibberde van de koude.
En hy wilde nog wol alleen heengaan,
dacht zy.
Dapper en vrooiyk stapte hy echter door
en verzetle zich zooveel hy kon tegen de smart,
die zyn wond hem veroorzaakte, on tegen de
rillingen, die hy ondervond, nu hy, na acht
dagen in een gesloten kamer te zyn geweest
was blootgesteld aan dien guren November
nacht.
Nadat zy de inrypoort uit waren, staken zy
onmiddellyk den grooten weg over, om hun
weg to vervolgen door eon klein bosch, omdat
zy daar huiten het gezicht waren der vele
schildwachten, die rondom hot dorp waren
uitgezet.
De ongewoonte van met zulke zware schoe
nen door do sneeuw te werken was de oor
zaak, dat hy plotseling uitgleed en in zyn
pogen om zyn evenwicht te bewaren deed
zyn schouder hem zoo'n hevige pyn, dat hy
een kreet van smart niet kon onderdrukken.
„Myn God," zuchtte hy.
Hy stond stil en dreigde in eeu te zakken
en Claudine gevoelde" maar al te wèl, dat al
het gewicht van zijn lichaam op haar drukte.
Plotseling en zonder dat hy er op verdacht
was, greep zU hem toon in haar armen, lichtte
hem op en droog hom voort, evenals zy hem
d© eerst© maal van den stal naai- haar kamer
had gebracht.
Zy rekende er op, dat hy zou tegenstrib
belen, maar hy zeide niets, zóó was hy van
zfjn vermoeidheid overtuigd; alleen ontsnapten
zyn oogen twee tranen, die, weldra bevroren
als parolen op zyn wangen bleven hangen.
En in de sneeuw wegzakkend, ging het
dappere meisje steeds voort, "verblind door
de sneeuwvlokken die voor haar dwarrelden,
on niettegenstaande haar voorzichtigheid, gleed
zy by iederen stap uit onder h'et Bteeds aan
groeiend gewicht van den gewonde.
Na zoo eon honderd meters te hebben afge
legd, sloeg zy rechts af naar een dicht be
wassen piaats, waar een voor een huifkar
gespannen paard stond vastgebonden aaneen
boomstronk.
„Het was hoog tyd", zeide zy; „nu zyn
wy gered. En deze gedachte schonk ba&r nieuwe
kracht; zy heesch don armen jongen op de
bank, ging naast hem zitten, en terwyi zy
met de linkerhand do leidsols greep, sloeg zy
liet beest mot de zweep om do lendenen.
„Vooruit, ouwe, en flink, hoorl"
Zy wees haar passagier met den uitgestrek-
ten arm een sombere massa aan, die zich tegon
den grauwen horizon aftoekende, en zeide:
„Als we maar eenmaal in het bosch van
Beausoleil zyn, kunnen we die punthelmen
uitlachen Dan nog maar tien minuten rilden
en wy zyn in België."
Zy was overeind gaan staan en torwyi zy
met do een© hand steeds haar paard onder
steunde en aanvuurde, bracht zy do andere
boven de oogen om in de vert© te kunnen
zien. Nadat zy eenigen tyd getuurd had,
fronste zy de wenkbrauwen eu trok een be-
denkeiyk gezicht.
Zy herstelde zich spoedig. „Kom", zeide
zy, terwyi zy de schouders onverschillig op
haalde. „Ik zal sneeuwblind geweest zyn.
Wat zouden zy mot zulk weer in het veld
moeten achternazitten?"
Met een nieuwen zweepslag zette zy het
paard, dat zyn draf wat had vertraagd, weder
tot nleuwo inspanning aan.
Nog enkele seconden en zy bereikte de
eerste boomen.
Plotsoling verschenen van links en rechts
schaduwen, die den weg vorsperden.
„Werda?" riep con stem.
„Ga liggen", zeide zy haastig tegen den
soldaat, terwyi zy hem achterover van de
bank op hot stroo dawde. Haar paard zette
ze nu zoo geweldig aan, dat het schynbaar
op hol sloeg.
Geweerschoten knalden en een regen van
kogels floot langs de kar. Vlak by het hoofd
van don gewonde was zelfs een plank ver
brijzeld geworden. De geweerschoten haddon
het paard verschriktvan aanhouden was
geen sprake moer. In vliegende vaart slingerde
de kar voort.
Maar plotseling werd de weder ingetreden
stilte van den nacht opnieuw verbroken door
een nieuwe losbranding. Het paard stootte een
pyniyk gehinnik uit, steigerde en viel op zyde
neer. In zyn val sleepte het de kar mede, die
nu omgeslagen op don weg nederlag.
Claudine en do kleine soldaat rolden in de
sneeuw.
Tweehonderd meters achter hen klonken
zegekreten en het meisje, dat weder vlug
was opgestaan, zag in de verte zwarte punten
zich In de sneeuw bewegon.
„Vlug... vlug," zeide zy, terwyi z'y haar
metgozel 'onder den arm pakto on hem door
hat dichto hout heentrok, „nog een weinig
moed, daar ginds is de grens, jan zyn wy gered."
En gedurende eenigo minuten liepen zy
tameiyk hard langs oen voetpad, dat zich door
de dennen slingerde.
Maar do gewonde bleef eensklaps staan en
stamelde met zwakke stem.
„Neen... neen... ik kan niet meer...
vlucht zonder my."
Zy wilde hem in de armen nemen, maar hy
ging wanhopig op den grond zitten.
„Neen't is gedaan zie je, ik zou
dood zyn vóór ik ginds wasGa maar 1"
Hy stak zyn hand ondor zyn jas en haalde
haar er geheel bebloed weder uit, door zyn
val was de wond weder opengegaan.
„U verlaten I" riep zy uit., „dat nooit 1"
De kreten der soldaten drongen reeds dul-
deiyk door on men hoorde zelfs de droge
takken breken by hun galop door het kreupel
hout.
„Vlucht! Vlucht 1" smeekte de kleine jager,
op het punt te bezwymon. „Red haar."
En hy reikt© haar het driekleurig doek too,
nu geh o el rood gokleurd door zyn eigen bloed.
Claudine aarzelde een seconde, een snik
stokte liaar in de keel en de vlag grypend,
yide zy voort, rocht voor zich uit, zoo hard
sy maar kon.
Do Duitschors zagen haar duideiyk vluchten
en trachtten haar in de schuinte den weg af te
snydon. Daardoor kwamen zy niet op de plek,
waar do arme jongen lag uitgestrekt, de
sneeuw om hem heen rood kleurend met zyn
bloed.
Maar daar het meisje van haar kinderjaren
af gowoon was door de velden te draven en
te springen, behield zy den voorsprong, dien
zy had, op haar vervolgers. Zy was nu den
zoom van het bosch reeds door en had nog
slechts een open strook van ongevee» twintig
metera over te steken, om aan de andere
zyde van den grenspaal te komen, toen
achtereenvolgens drie schoten knalden.
„Myn Godl" zuchtte zy, terwyi zy stil bleef
staan en wanhopig hot haar toevertrouwde
kleinood tegen de borst drukte.
Haar knieön knikte en hot schemerde haar
voor de oogen.
Zy zou daar sterven? En do vlagl
O, neenl Dat zou niet gebeuren 1 Zy putte
uit haar vaderlandsliefde een bovenmensche-
lyke kracht on wilde, dat de dood nog wat
zou wachten. Terwyi zy alles, wat haar nog
aan wilskracht restte, bijeenverzamelde, met
do eene hand de teedere driekleur omgreep
en met de andore hot bloed stelpte, dat haar
uit een gevaarlijke wond vlood, yldc zy weer
voort.
Twee schoten knaldon opnieuw; zy deed
nog eenigo stappen en viel geheel bebloed ia de
sneeuw neder, vyf meters voorby de grenspaal.
„Gered 1"stamelde zy eu bleef onbe*
weegiyk liggen, het gelaat naar den hemel.
De Duitsche patrouille keeido aan de grens
woedend terug. Haar prooi wa6 haar ontsnapt.
Als ze echter een kwartier Jater teruggo-
keerd zouden zyn, hadden zy oen zwarfpunt
kunnen zien, dat zich in de sneeuw voort
bewoog, langzaam, nu on dan stilhoudend,
een zwart puut, dat in de richting der gr6na
voortkroop.
Dat waa de kleine jager. De echoten hadden
zyn hart beangst en hy was JaDgs het spoor
van Claudine voortgekropen om zyn vriendin
op te zoeken.
„Toen 's morgens de Belgische karabiniers,
dje langs de grens gelegd waren om de neu
traliteit van Belgiö ongeschonden te bewaren,
huo ronde deden, zagen zy daar den jager te
voot liggen, 6teunend met het hoofd op de
borst van Claudine; beiden hadden mot sam-
genepen hand de Fransche vlag vast.
Twee lyken waakten over de drie'., .ur.