No. 13508. LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 5 MAART. - TWEEDE BLAD. Anno 1904 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Gr el o t er cl. teerd hout wordt vrij ingevoerd; creosoot olie is belast.. Waaruit volgt: het oprichten van creosoteerfabrieken is thans hier te lande onmogelijk, omdat de Staat zorgt, dat de buitenlander dat artikel hier goedkooper leve ren kan dan de eigen landszonen, die echter wel aan onzen fiscus belastin gen moeten betalen, waarvan de vreemde ling vrij blijft. Er zit ook in de wet hier en daar eon ze delijke strekking, die aantoont, dat zelfs een zoo technische regeling als eon toltarief het kenmerk van zijn afkomst kan dragen. De zware rechten op buitenlandsohe ge- heimmdddelen, waarmee heelwat kwakzalve rij, vaak ook veel zedelijke onrechtvaar digheid wordt bedreven, juichen we van harte toe. Alles saam gevat: dit ontwerp achten we er een, dat, iD zijn groote lijnon genomen, zeer stellig de goedkeuring van de over- grooto meerderheid des lands, zonder on derscheid van staatkundige partijen, zal kunnen wegdragen. De Nederlander zegt van de tariefs herziening: Wij hopen, dat de ingediende tariefsher ziening nu eens niet uit een partij-oogpunt, maar alleen uit dat van het algemeen be lang zal worden beschouwd. Het Kabinet bedoelt haar, blijkens do Me morie van Toelichting, in hoofdzaak f i s- caal. D. w. z. ze is ingediend, niet om te beschermen, maar om 's lands schatkist te stijven. Nu dit het gevail is, is met de indiening dezer wetsvoordrocht eon der moeilijkste cn gewiohtigste problemen aan de orde gestold, waarvoor men in do naaste toekomst zal komen to staan. De vraag n.l., hoe het hoofd te bieden aan do steeds stijgende uitgaven (stijgend sneller dan de inkomsten) der staatahuishoudi ng. Voor 5710 nu politieke munt wil slaan, is er niets gemakkelijker dan dit ontwerp met dc bekende slagwoorden af te breken. Maar wie nu eens niet aan de stembus of aan een gewenscht politiek oonoent.rat.ic- punt wil denken, maar met omst do im passe wil beschouwen, welke voor 's lands financiën dreigt, hij moge onbevooroordeeld dit ontwerp bestudeeren en zichzelf ernstig afvragen, of do inhoud gebiedt, cn of oen opbouwende nationale politiek toelaat, het principieel te bestrijden. Wij zeggen niet, dat dit onderzoek tot een gunstig oordeel zal moeten brengen. Wij geven slechte het spoor aan, waarin wij zoo gaarne het onderzoek zagen geleid. Do beste proef, aan de objectiviteit van elks onderzoek te stellen, wait) misschien deze: dat niemand dit ontwerp bestreed, zon der er in één adem bij te noemen, langs welken (botoren) weg hij versterking van 's lands finanéiën zou wenschen. Do aan nemelijkheid van eiken fiscalen maatregel berust op v e r g o 1 ij k i n g; op het beter zijn" van dezen maati-egcl dan een andera. Een billijke oisch is derhalve, dat ook ander zijds geen fiscale maatregel worde bestro den zonder er een beteren voor in de plaats te stellen. Althans wanneer, gelijk thans, de noodza kelijkheid zelve van versterking der midde len wel voor ieder vaststaat. Dc Nieuwe Arnhemschc Courant be spreekt in een artikel, getiteld: ,,In het teeken der protectie," het nieuwe tarief- ontwerp. ,,In weinig woorden gezegd," meent het blad, ,,komt het neer op een terugkeer tot hot 6telsel van protectie, van z.g. bescher ming van den nationalen arbeid togen bui- tenlandscho mededinging; dc Minister er kent dit trouwens zelf, door te verklaren, dat niet het zuiver fiscaal belang allereerst op den voorgrond heeft gestaan, al wordt ook een hoogoro opbrengst van bijna tien millioc® gulden berekend." Hoc men do zaak ook draait dc verbrui ker moet de kosten betalen can daar dc ver bruikers meest, minder gegoeden zijn, wor den dezen dus in hoofdzaak getroffen. „Natuurlijk moest, waar Nederland thans in do voetstappen van Duitschland treedt, ook het Duitsche dwangtarief worden na gevolgd, zij het dan ook al niet door invoe ring van een maximum- en minimum-ta rief. Neen, de Regeering vraagt machtiging om op oigen houtje liet invoerreoht op som mige artikelen te verhoogen, wanneer deze ingevoerd worden door een Staat, waarin Nederland scho of Ned.-Indische artikelen aohtergestold worden. België weigert bijv. ons vee; fluks vaardigt do Regeering een besluit uit, waarbij artikelen van Belgische herkomst zwaarder worden belast. Maar ook Duitschland heeft zijn grenzen gesloten voor ons vee; zal dan eenzelfde maatregel worden toegepast, en welke kunnen dan de gevolgen zijn? Wij vertrouwen, dat er in de Kamer nog wel een meerderheid govondon zal worden niet geneigd deze „groote mate van vrijheid van handelen" aan do Regeering te verlec- nen, want de bepaling, dat de heffing vau verdodigingsreohten in ieder bijzonder ge val door de Wetgevende macht moet wordeu goedgekeurd levert, blijkens de opgodano ervaring met de militie, geen voldoenden waarborg. Met dit ontwerp, is naar wij geloovon, do scheiding tussehon Rogeoringsmcordorhoid en linkerzijde, bij de Yrije-Universiteitswet reeds vrij scherp geteekend, onherstelbaar geworden. De linkerzijde is èn aan haar verleden èn aan het welbegrepen belang des lands verplicht een prinoipieelen strijd aan te binden en niets onbeproefd to laten om de fcotr-stand-koming van dit wetsontwerp te voorkomen, ook met het oog op do toe komst.. Want men kan dit ontwerp beschou wen als een eerste stap, die noodzakelij kerwijs weldra door andere zal worden ge volgd." In oen driestar „Ook een Protest" zegt Het Centrum: De „gezamenlijke" predikanten dor Ne- dord.-Herv. Gemeente te Amsterdam hebben een adres verzonden, waarin, evenals van liberale zijde, wordt opgekomen togen de voorgestelde Hoogor-Ó n der w ij s-wot. Natuurlijk gaat men daarbij uit van eenigszins andere overwegingen dan de voorstanders van het rationalismo cn scep ticisme. Maar eenzelfden grootheidswaan als aan dc Linkerzijde vindt men ook bij hen, getui ge o. a. de volgende verklaring, welko in dit adres to lezen is: „Zij zien in do bepalingen der wet, die blijkbaar de cardo rorum uitmaken, en die betrekking hebben op den ©ffectus oivilis en do bijzondero leerstoelen, een zoodanige be voorrechting van een bepaalde groep van ons volk, dat hierdoor aan do Hervormde Kork en het wetenschappelijk gehalte van haar predikanten, maar niet minder aan dc Theologie, de Universiteit cn dc eenheid van ons volksleven, gevoelige slagen worden toegebracht. „Dit is te pijnlijker, omdat hot tegen woordig ministerie zijn positie dankt aan de medewerking van Hervormden in den lande, dio hiermede meenden op te komen voor algemeen Christelijke belangen." Onomwonden wordt hier het befaamde woord in toepassing gebracht „Nul n'aura de l'osprit", enz. Wij, Nederd.-Herv. predikanten, verte genwoordigen het vaderland, onze theolo gie is synoniem met do „eenheid van ons volksleven." Al wat daarbuiten valt, is contrabande, gaat in tegen de belangen van hot gcmcenc- best1 Alleen do Ned.-Herv. Kork heeft aan spraak op bevoorrechting! Niet minder sterk komt dotze eigenwaan en zelfoverschatting aan het licht in een ande re passage van dit zonderlinge adres, waar het heet: „Dat do Theologie een Hervormd karak ter moet dragen, ligt in den oorsprong van onze natie, in haar geschiedenis, alsmede in overwogingen, aan dc praktijk en het be lang der Universiteit ontleend, cn doet niets te kort aan den eisch der onpartijdig heid." Natuurlijk is ook deze uiting ernstig be doeld; maar het komisch karakter er van zal niemand, die werkelijk onpartijdig is, ontgaan. Over de wijziging van het tarief van invoerrechten schrijft het Handelsblad „Thans ligt het ontwerp voor ons, ver gezeld van een lijst, die niet minder dan 445 nummers bevat van verschillende han delsartikelen, wat betreft de te heffen in voerrechten. Daarbij is de bestaande rege ling gehandhaafd, nl. grondstoffen vrij; h&lf-fabrikaten, met een matig recht; geheel afgewerkte fabrikaten met een hoo- ger recht belast. Maar dat „matige" en dat „hooger" recht worden in vele opzich ten zeer sterk opgevoerd. De half-fabrika tcn, thans met ongeveer 2 pCt. belast, wor den ten deelo op 2 tot 6 pCt. verhoogd, ten deel© zelfs op 6 tot 8 pOt.; bij do afgewerkte fabrikaten, thans 5 pCt., wordt een heffing van 6 tot 12 pCt. voorgedragen. Deze rechten zijn zeker veelal ver beneden diie, welke in de meeste» andere landen wor den geheven, maar zij komen dan toch vaak neer op een verdubbeling en nog meer van wat thans hier te lande wordt gevorderd. Een groot aantal lovensbenoodigdheden wordt aldus kunstmatig duurder gemaakt, en daar zij voor het meerondeel ook be hoeften zijn van de minvermogenden, wil de Regeering door dezen maatregel op de schouders, dio het minst kunnen dragen, een nieuwen, zeer zwaren last leggen. Wèl blijven granen, meel en vee vrijge steld, wèl heeft de Minister afgezien van C9n invoerrecht op koffie (niet gebrande) en van een sterke verhooging van tabaks rechten, maar over het algemeen bevat het voorgesteld tarief een zóó sterke opdrijving van rechten, dat het niet anders kan wor den beschouwd dan ais een breken met heb vrijhandelstelsel, dob in do laatste halve eeuw de grondslag is geweest van onzen handelspolitiek. Besliste, eendrachtige bestrijding van zulk een reaction naar streven is pliokt voor al len, van welke staatkundige riohting ook, die het zwaar belasten van lovensbenoodigd heden als een onrecht beschouwen, als avc- rechtsobe belastingheffing." Het Centrum maakt de opmerking, dat de Regeering, blijkens haar Memorie van Toelichting, allereerst beoogt versterking van 's Rijks inkomsten. „De herziening, welke bij dit ontwerp aanhangig wordt gemaakt, dus luidt het in do Memorie, is van den beginne, blijkens de aangehaalde woorden uit de Troonrede van September 1901, fiscaal bedoeld; niet echter in dien zin, dat uitsluitend door rechten zouden worden getroffen die artikelen, wel ke hier t© lande nóch worden voortgebracht, *»óch verwerkt. Een zuiver fiscaal tarief mo ge langen tijd voor een land als Groot-B ri te® n iö voldoende zijn geweest, voor Neder land, dat met zijn 5,000,000 inwoners toch al tijd een betrekkelijk gering afzetgebied voor vreemde producten is, zou een tarief als oven bedoeld geen voldoende baten kunnen opleveren, en geen tariofherziener in Ne derland heeft dan ook in die richting be vrediging van de nooclen van de schatkist gezocht, •Hiermede is het karakter der voordracht zeer duidelijk aangegeven, al zal het straks weer heeten, dat de herziening toch wel de gelijk protectionistisch van aard is. Wij treden daarover later in bijzonderhe den. Yoor heden wenschen wij er nog de aan dacht op te vestigen, dot de herziening ook •een technische verbetering beoogt. Het vigeerende tarief vertoont tal van ge breken en inconsequenties. Hot is, zooa-ls de Minister zegt, weinig systematisch, gelijk hij met verschillende voorbeelden aantoont. Zoo is bijvoorbeeld leder, het materiaal voor de vervaardiging van sohoenen en an der lederwerk, vrij, terwijl het afgewerkte materiaal voor andere kleedingstukken is belast. Onbeantwoord, zegt de M. v. T., blijft de vraag, waarom brandspuiten vrij, nagenoeg alle andere metaalwerken belast zijn; waarom spijkers vrij zijn, sohroeven met een recht worden getroffen; waarom, terwijl nagenoeg alle fabrikaten van metaal 22) En nog iets anders was baar in het korte gesprek met Römer duidelijk geworden en wel, dat haar neef Ernst haar beminde. Yan- daar zijn zonderling gedrag in de laatsto dagen, zijn prikkelbaarheid jegensHellmers—vreemd 1 Zoo als dezen neef, zoo beslist en uit óón stuk, met zulk een veelbelovende toekomst had zy zich altijd haar toekomstigen echt genoot gedacht. En nu was deze blonde Duit- sclier gekomen, die niets was dan een bo- taalde reisgenoot met een onzekere toekomst, en zy, de trotsche miss Hunter, had zich laten verleiden hem haar ingenomenheid met zijn persoon te verraden en hij had haar getoond, hoe onverschillig zy hem was. Be gedachte daaraan bracht haar bloed in gisting; maar op betzelfde oogenblik, dat het haar duidelijk werd, dat haar trots veel meer gekwetst was dan haar hart, wist zy ook, dat zij den man naast zich niet zou afwijzen, als by om baar hand aanzoek deed zy was geen sentimenteels Duitsche zy zou het met haar gevoelens wel klaarspelen. XII. Hellmere had ondertusschen het park verla ten; hy liep verder en verder, om het oproer in zyn binnenste in de eenzaamheid te sussen. Voorheen, toen de scheidsmuur viel, die hy tusschen zich en het verleden had opgericht, toen zyn liefde voor Gerda uit haar schyndood ontwaakte, was het hem tevens duideiyk ge- of hout belast, die van natuurlijke steen vrij zijn, tenzij bewerkt tot eenig voorwerp, dat als meubel of als kromerij kan worden aan- gomerkt. In vele gevallen zelfs verleent het bestaan de tarief „een avorechtsch© bescherming", en het ontwerp tracht daaraan ©en ©inde te maken. Versterking der inkomsten (met ongeveer het dubbele der tegenwoordige opbrengst) en wegneming der technische fouten en ge breken zijn dus het doel, waarop deze ta riefswijziging zich richt. Ons dunkt, dat daartoo alle partijen haar medewerking kunnen verleenen en van een prinoipieelen strijd tusschen vrij handela ren en protectionisten geen sprake behoeft te zijn. Het gaat vooral, zoo niet uitsluitend, om practische belangen, on het nieuwe begin sel, dat aan do Regeering een middel ter beschikking wordt gegeven tegen achteruit stelling van onze. producten in het buiten land op te komen, doet daaraan geen af breuk. De Maasbode sohrijft over de nieuwe invoerrechten: Eindelijk is dan het lang verwachte ont werp verschenen, dat door het gansche land met verklaarbare belangstelling werd tege moet gezien Immers, bij een maatregel als deze zijn niet slechte handelaren en nijve re®, maar de verbruikers, dat wil zeggen het gansche volk, tevens belanghebbenden. Het is natuurlijk niet doenlijk, aanstonds na het verschijnen van ee® zoo omvangrijk èn zoo ingrijpend ontwerp als dit, een tot in onderdeel en uitgewerkt en overwogen oordeel uit te sproken. Wel echter kunnen wc reeds den algemeenen indruk weergeven, die® het wetsvoorstel bij eerste lezing op ons heeft gemaakt. Deze indruk is gunstig. Zeker zullen we eerlang gelegenheid vinden, om hier en daar iets aan te stippen, dat onzes inziens met eenige kleine wijziging zou zdjn gebaat; maar in zijn wezen en grondslag achten wij dit wetsontwerp te behooren tot de beste, ddo sinds den zomer van 1901 onze departemen ten hebben verlaten. De minister van financiën toont met deze wetsvoordracht niet alleen een bekwaam econoom te zijn, maar tevens goed op de hoogte bc wezen van het leven en de behoef ten onzer vaderlandsche nijverheid. Het maakt een zeer goeden indruk op ons, dat hij 'do ontworpen regeling zoo heeft weten aan te passen aan de uiteenloopcndc belangen van ons volksbestaan. Hij offert niet blindelings aan een theorie; hij is practicus; hij schaart zich nóch aan de zij- do der star-protectionisten la Mac Kin- loy, nóoh aan den kant der oud-freetraders a la Cobden. Hij voort een fiscale po litiek, e® hij weet daarbij rekening te hou den zoowel met de wensohen dar Twentsolie vrijhandclaars al3 met de verlangens dor Tilburgscho protectionisten. Hij wapent ons land tegen dc tolplagorijen van naburi ge Rijken en maakt er toch de verbruikers geen dupen van. Hij bevordert de belangen van den inlandsehen landbouw en do nijver heid en ontziet tegelijk de gevoeligheid va® den groothandel. Arbeiders en werkgevers worde®, bij de beschutting van den natio nalen arbeid tegenover den vreemdeling, gelijkelijk gebaat. De grondgedachte, waarvan hot ontwerp uitgaat, is volkomen redelijk: grondstoffen vrij, halffabrikaten licht, volfabrikaten zwaar belast. Dit kan niet anders dan ten goede komen aan een loonend-maken van de vaderlandsche industrie en daarmee aan ee® meerdere ontwikkeling van onze natio nale werkkracht en ondernemingslust. Niet langer zullen Engelsch© en Belgi sche lucifersfabrieken, Duitsche inktfabrie- ken ons land met hun waren overstelpen onder voor hen zóó gunstige conditiën, dat onzon eigen fabrieken in Eindhoven en Amorföort, in 's-Hecrenberg en Ajpoldoorn het bestaan hier te lande bezwaarlijker werd gemaakt dan noodig was. Inderdaad, hot werd tijd, dat liet oude tarief verdween. Oók omdat het zulke ave rechts-verkeerde bepalingen bevatte. Zeer teekenend is het staaltje, dat de Minister zelf in zijn toelichting aanhaalt: gecreoso- worden, hoe wreed hy geweest was, toen hy haaf van zich stiet en verliet. Hoe crbarmeiyk had hy gehandeld, toen hy haar verantwoor- delUk stelde voor het lot, dat hem had ge troffen 1 Kon zy, de trotsche, hem dat ooit vergeven HIJ was op do hoogte verder gowandeld, voor hem dook de zee op; als een vurige, roode bal 8tond de zon laag aan den Weste- ïyken horizon, water en land in óén rooden vuurgloed badend. En plotseling bemerkte hy, dat hy zonder hot to willen de rotsholte, zyn lievelingsplekje, waar hy dikwyis zat, had bereikt. "Wilde dadelpalmen vermengden zich hier met wit bloeiende asclepiaden en grysgroone euphorbiön, welke hun statige takken als een reusachtige lichtkroon op gelykmatige afstan den in de lucht uitstrekten. Sierlyke lycopo- diön kronkelden zich langs den rotsachtigen bodem. Het uitzicht, dat men van hier had, was betooverend en uitgeput liet Hellmers zich op een stuk rots neervallen en zyn oogen over de zee dwalen. Maar te midden van de grootsche, zwy- gende natuur keerde hy tot zichzelven in, onderwierp hy zichzelven aan een strengen, scherpen crltiek. Had hy werkeiyk reden om het lot, dat hem bad getroffen, zoo ODgehoord wreed te noemen? Wat was hy dan geweest, voordat Gerda zich weer in zyn levendrong? Een door het geluk vertroeteld, verwend jong- mensch, een zanger, zooals er honderden zyn. En wat zou er van hem zyn geworden zonder Gerda, zonder de liefde en het leed, dat zy in zyn loven had gebracht? Een zelfgenoeg zaam mensch, die er vrooiyk op los leefde en steeds oppervlakkiger werd. En nu had in plaats daarvan het ongeluk hem met forsche hand aangepakt, hem schynbaar alles ontne mend, wat zyn leven aangenaam en ryk had gemaakt, maar in waarheid alles, wat aan goeds en flinks in hem had gesluimerd, op gewekt en tot krachtige ontwikkoling gebracht. Hy was nu een ander, dan hy voor een jaar was geweest, eon betere 1 De laatsto streep der zon was in zoe go- doken do diepe duisternis, welke in de tropen onmiddellijk na den ondergang van de dag planeet invalt, omgaf hem; aan den hemel begonnen de sterren te flonkeren, hy zat nog steeds onbeweegiyk. De verfrisschende westen wind voerde af en toe gezang uit de verte aan, Duitsche klanken. Het lied kwam hem bekend voor, hy had hot vroeger zelf wel ge zongen. Ach, hoe snakte alles in hem, weer zelf eens te zingen, maar hy was bang voor de rauwo tonen, die hy dan zou hooren. Zyn stem was wel is waar in den laat6ten tyd klankvoller goworden en even krachtig als vroeger, dat kwam zeker van het klimaat. Nu droeg de wind byna woordelijk duide- lyk don tekst van het lied, dat zy bonoden in de haven zongen, tot hem omhoog. Het wae het bekende vers van Heine: 0Ik had eens een Dultsch vaderland." Een weemoedige giimlach gleed over zyn gelaat; die oude verzen van Heine, wat deden die iemand aan, hoe grepen die in bet hart, zoo midden in het vreemde land l Hy neurlde zacht, onbewust de melodie mee en toen het werd hem te machtig, hy beproefde te zingen. Plotseling echter hield hy op. Zyn hart zette zich uit, om daarop als razend te kloppen, door zyn zenuwen ging een rilling, zyn geheele lichaam beefde als van koorts. Wat was dat De tonen klonken zuiver, hoe gedempt by ook had gezongen l Nog eenmaal probeerde hy, met hetzelfde resultaat, hy moest zich mot gewold beheer- schen, hy kon het nog niet gelooven, en toch hot leed geen twyfel meer, de stem, zyn stem was er woer, nog wel niet zoo mooi en vol als vrooger, maar toch weer voorhanden en wat de hoofdzaak was, de tonen klonken zuiver 1 En zacht en aarzelend, evenals eon vogol, die lang opgesloten is goweeet, weer zyn vleugels uitspreidt als de vrUhoid hem toewenkt, zoo verhief zich zyn stom opnieuw en zwol steeds meer aan, totdat hy eindoiyk uit vollo borst zong torwyi over zyn bleek, verheeriykt gelaat' tranen vloeiden. Hy zag niet, dat half verborgen achter het woeste struikgewas, verscheidene Inboorlingen stonden, die hem in schuwe, bygoloovlge be wondering aanstaarden, hy bad niot, maar zUn denken en voelen was een vurig dank gebed 1 En zoo stond hy mot gevouwen han den, do oogen op het kruis van hot Zuiden gericht, dat zich in schitterende schoonheid aan don avondhemel vertoonde: hy had in dit uur Diet alleen zyn stem, maar ook zyn God weergevonden. XIII. Een ko8teiyke Meimorgen lachte over het Neckardal. Er ging een verkwikkendo, krach tige adem door de natuur; alles ontbotte en ontplooide zich. In den tuin van de villa Holmström ston den de boomen in vollen bloei. Overal aan bloemen en bladoren hingen nog regendruppels en op de grasperken was het een geflonker en geschitter, alsof een vriendeiyke fee in eon overmoedige bui al haar sieradiën daar over uitgespreid had. Uit alle heesters en boomen klonk het zingen en kwinkeleeren der vogels, pyisnel 'suisden de zwaluwen, die D© heoren Goeman Borgesius c. s. hebbco merkwaardige bondgenoot©n gevonden. ConstateercTi wij intusechen, dat dit adreo, dat heet uit t© gaan van de „gezamenlijk© predikanten der Ncdord.-Herv. Gorueent© te Amsterdam", niot getookend is door dr. J. Th. do Yisser. Wèl daarentegen door den bekenden domi nee Hoedcmakor, dio ook op ons politiek tooneel nu en dan sporadische en hoogst ori- gineclo bewijzen geeft van zijn bestaan Dc Tijd sohrijft: Ton duidelijkste blijkt, hoe adressanten nog altijd in den valsohon en zonderlingen waan voortleven, dat hier te lande door één kerkgenootschap, het Noderdiutscli-Her- vormdc, een bijzondere e® bevoorrechte plaats wordt ingenomen. Een „volkskerk", van welko zij spreken, bestaat hier niet en heoft hier sinds het veldwinnen der Hervorming nooit bestaan; ook de off icieele Staatskerk, welko ten onrechte op den naam van Volkskork aanspraak maakte, heeft sedert rncor dan honderd jaren opgehouden te bestaan. Yan een bijzonder r c o h t van do Neder* duitsch-Hervormdo Kerk om haar predikan ten van Staatswege, door hoogleorarcn, door den Staat benoemd, te doen opleiden, kan dus geen sprake wezon. Veeleer zou, zoo lang niet voor a 1 le godsdienstige richtin gen aan de Openbare Universiteit gelijke lijk is plaats te maken, geheele opheffing van do onder den naam van „faculteiten van godsdienstwetenschap" voortlevend© theologische faculteiten in aanmorking be hooren te komen. Dc Maasbode zegt, dat do hoeren verlan gen „niet minder dan een specialo bevoor rechting, van Landswcgo, van de Ned.-Herv Kerk." Hot Protestantisme niot dat van do Calvinisten, maar van do zgu. groot© ker ken willen zij wedor tot St;iategodsdienafc zien uitgeroepen. Ziedaar zegt het blad do Christelijfc- Historischo riohting in haar zuiverste uiting. Het zal niemand vorwonderen, on der de handteekeningen op dit adree, dia van ds. Ph. J. Hoede maker aan te troffen. En het kan don heoren aanraden, het zes- do hoofdstuk onzer Gi*ondwot eens na to slaan en daarin de artikolcn te lozen: „168. Aan allo kerkgenootschap pen in hot Rijk wordt gelijke bescherming verleend." „169. Do belijders dor onderscheiden© godsdiensten genieten allen dezelfde bur gerlijke en burgcrsschapsreohtcn, on hebben golijko aanspraken op het bcklccden van waardigheden, ambten cn bedieningen." Ook hot Handelsblad vestigt do aandacht op het stuk. Hot zegt o. o.: „Do Amstordamschc predikanten hebben stellig uitgesproken, wat thans ook bij hun geestverwanten in alle dcclen des lands om gaat. 't Is wel te bejammeren, dat zij met hun adres niet vroeger zijn gekomen, omdat dan zeker talrijko betuigingen van instem ming bij do Kamer zouden zijn ingekomen. Zooveel is echter zeker, dat al meor cn meer blijkt, hoe het ontwerp van minister Kuy- per in hoofdzaak is een part ij daad, enkel ten nutte van een betrekkelijk kleine par tij, maar niet gesteund door do groot© meerderheid der kiezers, die den Minister op het kussen hebb< n gebracht. En aldus ontvalt aan dat ontwerp tevens al zijn ze delijke kracht, omdat het blijkt in strijd te zijn met de overtuiging van een overgroot aantal Protestantscho kiezers, die in 1901 op de candidaten der rcchtorzijdo gestemd hebben." Do Nieuwe Rolterdamschc Courant wijst op dc tegenspraak in de verschillende ver klaringen van den hoer Do Savornin Lob man inzake het Hooger O n d o r w ij s, om dan aldus te eindigen: „En wat nu den oisch der vrijzinnigheid of de „liberaliteit" betreft, wij verstaan' dio zóó, dat wij de volkomen vrijheid erken nen van iedereen cn van elke vereeniging om hooger onderwijs te geven aan gymna sia ©n universiteiten; maar zeker niet zóó, dat do Staat voor do benoembaarheid tot staatsambten of do bevoegdheid tot de uitoe^ onder don goot van hot dak hun nest haddon gebouwd, door de lucht en oen voorbarig mannetjes vink, met oen mooi glanzend borstjo, wangdo zich driest tot midden in do voranda, waar by do menschen, die daar zaten, opmerk zaam beschouwde on eon paar kruimeltjoa oppikte, wolko van do ontbyttafel waren afgo* vallen. Drie damos zaten aan een tafol on zagon glimlachend naar hot diertje, hoe hot dicht langs hen heen trippeldo. Hot waren Alice von Römer, die sinds veortien dagon in Rosau logeordo, mevrouw Constance' on Gerda; de laatsto, dio hot pleogzusters-kos* tuum droog, bracht haar vier vroken verlof by haar tante door; de vroeger steods bleoko wangen hadden een blosje van gozondhoid gokrogon en in de eens zoo zwaarmoodigo oogon was een zonnige tinteling, wolke aan haar schoonheid de grootste bekooriykheld verleende. Do hoop is een wonderdokter zy had uit het ernstige, geslotene meisje, ovor wier leven zoo lang oen somber waas had gologen, een levenslustig wezen gemaakt. Elk dor brieven van Römer was als een verkwikkende dronk voor haar dorstende ziel geweest, do laatste had zon eigenaardig en veelbelovend goklonken. Römer had haar verzekerd, dat Hellmers met da oudo liefde aan haar dacht. Nu was do laatste druk van haar geweken, en do eens zoo streng gesloten lippen hadden weer leeren zingen. „Maar Alice," zeido Gerda nu hoofdschuddend tot haar buurvrouw, dio onrustig met haar stoel wipte en voortdurend haar oogen over den tuin Het dwalen, om dan weer ooiyk tegen mevrouw Constance te glimlachen. „Qy zyt wel altyd onrustig van aard, maar vandaag hebt ge veel van kwikzilver." (Slot volgt-)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5