i*ijda<5»; -1-aart« A®. 1934-. (Seze ,§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Gf elontercl. (Wordt vervolod.) No. 13567 PR1J8 DEZEB COURANTI Toot Leiden per «reek 9 Oentoi per 8 maanden I I f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30, Bronco per post 1,65. PRIJS DER ADVEKTENTIÈNl Von 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer 0.17$. örootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertontiön van 30 woorden 40 Oents contant i elk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor bet incasseeren wordt f 0.06 berekond. Burgemeester en Wethouders van Lelden; Gezien art. 8, late alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan P. L. 8TIJNMAN en O. M. LAMBliECHTS en rechtverkrygenden respectievelijk tot het oprichten van een Koek en Banketbakkerij in het perceel Steenstraat No. 12, kad. bekend Sectie B Nos. 2392 en 2393 on tot het plaatsen en in-werking- •tellen van een gasmotor van 3 p.-k. in de timmermanswerkplaats aan do Heerenstraat No. 57, kad, bekend Sectio M No. 458. Eu geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in het „Leidsch Dagblad." Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEY8T, Secretaris. Lolden, 4 Maart 1904. Hot zwaartepunt van He vrij lange ver gadering van gisternamiddag lag hoofdza kelijk in de laatste punten der agenda. Do eerste veertien punten hadden al weinig om bet lijf; wij bohooven er na hetgeen daar over vermeld is in het Raadsverslag van gisteravond dan ook niet meer bij stil te "jtaan. Punt elf verzoek van het bestuur dor „Vereeniging tot bevordering van het iVreemdelingen verkeer", om heb gebruik .Van hot Park ten behoeve van een door do Tereoniging georganiseerd bloemen-corso gaf, ten gevolge van een. amendement van den heer Vergouwen, overgenomen door B. ©n Ws., nog cenige aanleiding tot debat en Zelfs tot stemming. De heer Vergouwen wilde onder de voor waarden, waarop het verzoek wordt toege- jrtaan, nog opgenomen zien do bepaling, dat pet corso niet op een Zon- of Feestdag zal plaats hebben B. on Ws. namen, na even inet hun vieren van gedachten te hebben ge wisseld, het amendement over. Verdedigd 'door den voorsteller, op grond van Zon- j dagsruet on. Zondagsheiliging, kwam do heer Witmans als een warm verdediger van den neringdoenden middenstand daar on- middellijk tegen op. Op den Zondag zouden er veel meer buitenlui komen en daarvan zouden onze neringdoenden profitecren. Do ©afé- en koffichuishouders, meende de heer ïPera, maar niet de winkeliers, want die zijn op Zondag grootendeels gesloten. De heer Fookoma Andreae, die zich bij vorige, gelegenheden ook reeds een groot te genstander van allo vrijheidsbelemmering toonde, vond Zondagsrust On Zondagshei liging een mooi ding, mits uit eigen vrij en wil. Bovendien steekt in eon bloemen corso geon kwaad, hot kan zelfs eon verede lenden invloed hebben, door op het schoon heidsgevoel te werken Op grond van een en ander vroeg hij herstel van het oorspron kelijk voorstel zonder daarmede te kennen te willen geven, dat het feest op Zondag zou moeten worden gehouden. Do voorzitter, van wien we in den Raad anders zelden merken, dat hij op een be paald godsdienstig standpunt staat, kwam nu ook voor den Zondag als rustdag op en wees op dergelijke feesten in Utrecht en Haarlem. Trouwens ook de Zondagswet, zij mogo dan, zooals de heer Fockema Andreae had opgemerkt, niet altijd gelijk uitgelegd worden, was er nog. Hij ontried daarom het amendement van den heer Fockema An dreae, dat daarna verworpen werd. Terwijl do he oren hierover redekavelden, vuldo de ruimte voor he>t publiek bestemd, zich langzamerhand met tuinders en slagers en kwam men, nadat een drietal punten met een hamerslag van den voorzitter wa ren afgedaan, tot do door B. en Ws. voor gestelde verordening van de heffing van een belasting van voor hot gebruik van het lokaal voor groenten veilingen. Onze lezers weten reeds dat volgens het ■voorstel dezo heffing zou moeten bedragen 2 pOt. van de bruto-opbrengst van het govoildo on zij we ten ook, dat de Tuinders-Patroons-Verccni- ging daar niets van moet hebben, zooals blijkt uit hot adres, dat zij aan den Raad hebben gezondon. Nu, B. en Ws. waren nog bijtijds van de dwaling huns weegs teruggekeerd. Er kwa- men twee amendementen in; één van den heer Vergouwen, die de heffing op pCt. wonschte bepaald te zien, en het ander© van den heer Fockema Andreae, die evenals te Rotterdam slechts een pOt wilde heffen. De mcorderhoid van hot Dag. Bestuur nam het was een heele sprong achter uit hunnerzijds het amendement van den heer Vergouwen over, die trouwens zelf ook al heel wat veranderd was, want in het ad vies van do Commissie van Financiën had hij mede vorklaard 2 pCt. oen billijke hof- fing te vinden, zooals de heer Sijtsma ter loops even opmerkte. Den wethoudor van financiën, den heer Juta, was blijkbaar de sprong van twee op een half te groot, hij verdedigde, wij zou den haast zoggen krampachtig zijn voor stel om één pCt. te heffen. De verschiflendo voorstellen vonden hun verdedigers en be strijders; er word lang on breed on soms warm over gedebatteerd, alsof het wel en wee dor gemeente er van af zou hangen, wanneer in den eejnten tijd voor een uitga ve van pl m. 2500, aan een veilingslokaal l>csteed, eens niet voldoend kapitaal terug kwam voor rente on aflossing. Mon moet er toch ook wat voor over hebben om een jon ge markt tot bloei te brengen, wat voor dc gemeente in ieder geval indirecte voordee- len zal opleveren. Het kort, maar van een ruimen blik ge tuigend woord van prof. De Goeje in deze was, dunkt ons, op zijn plaats. Wij hopen, nu een toch niet hooge heffing is vastgesteld, dat de tuinders hun oppo sitie begon een heffing der opbrengst zullen laten varen en zich zullon beijveren hun voorspelling, dat in 1905 voor een ten zal worden geveild, tot waarheid te maken. Dc Raad is voorshands nog niet zoo opti mistisch gestemd, maar als de voorspelling uitkomt zal hij do heffing ongetwijfeld nog wol willen verminderen. Winst maken van deze instelling do voorzitter heeft het nog eons uitdrukkelijk gezogd ligt niet in do bedoeling en mag dat niet. De twee andere verordeningen, dit onder werp slechts van de technische zijde raken de en niet van do financieele, gleden or zoo maar door en boen zeilde men recht streeks aan op het Slachthuis on als de Raad daar terecht komt, wo weten het van vroe gere gelegenheden, dan zijn wo or niet zoo dadelijk weer vandaan. Daar is gisteren over de laatste twee punten ook heol wat te doen geweest. Het eorstc punt, dat aan do orde kwam, was het voorstel van B. en Wa, om het koeltijdperk, dat nu loopt van 1 Februari tot 1 December, vast te stellen van 1 April of zooveel vroeger als do weersgesteldheid naar het oordeel van B. on Ws. noodig maakt ©n eindigende op 31 October; en verder om den huurprijs der koelcel len te brengen van 10 op 20 per viork. meter. Dit was een terugkeoron tot het oorspron kelijk voorstel van B. on Wa vóór do ope ning van het Slachthuis, toen de Raad bij amendeering, daartoe aangespoord door do slagers, het koeltijdperk zooveel langer maakte en den prijs tot op de helft terug bracht. Deze maatregel werd maar niet voor plci- zier door B. en Ws. voorgesteld of om de sla gers cons to plagen, maar uit zeer sterke overwegingen van financieolen aard. Het koelhuis is een groote schadepost. Tegen over een uitgave van jaarlijks 10,800 staat een luttele bate van 1926 als huur voor 192.6 viork. meter oei ruim te. Do heer Pera en niemand had dit an ders verwacht hield een rede, die den aanwezigen slagors stellig uit het hart was gegrepen, den voorzitter, dio zoo nu en dan eens lachte, blijkbaar vrij koud liet en den collega's zeker wat te lang duurde; men keek althans zoo nu on dan naar de voor den spreker liggende blaadjes, als wilde men vragon,,zijn er neg meer?" De lieer Pera dan trok geducht van lcor. Het ingekomen stuk no 38 had op Spr een zeer onaangename® indruk gemaakt. Hij kon or ons geëerd college van B en Ws. niet in vinden. Het leek, dat een booze geest hen had geïnfluenceerd. Billijkheid en logica schijnen zoek te wezen bij hen. Het geheelo stuk is uit den booze en voegde hij er bij het volgende praeadvics van B en Ws op con ander verzoek der slagers is geen haar beter. Dat het geëerd" college van B. en Ws. lachte in plaats van boos keek, hebben wij zeker aan do omstandigheid te danken, dat men wel weet, dat de heer Pera, hij moge dan wel eens hard uitvallen, het tocb niet zoo kwaad meent. De nog weer eens opge haalde geschiedenis van het Slachthuis kun nen wij laten rusten, wij zijn kaar nog niet vergeten. Terecht vroeg de heer Pera of B. en Ws. wel zeker zijn van het succes van een prijsverhooging? Het zou toch jammer wezen dat straks deze dure inrichting, die indertijd zoo nuttig, schier onontbeerlijk werd geacht, zou moeten worden gesloten. De vraag, waarop hot volgens dezen Spr. ten slotte aankwam, was: i8 hot koelhuis een deel van het geheel of staat het op zich zelf? In dat verband wilde hij gaarne wor den ingelicht omtrent den financieelen toe stand der exploitatie van het Slachthuis. In ieder geval wilde de heer Pera de wij ziging niet toepassen zoolang de tegenwoor dige contracten met do slagers loopen. Wo geven aan deze rede, omdat zij het hoofdmoment van dit debat vormde, meer ruimte dan wo aan die van andere sprekers kunnen geven, al willen we daarmee niet j beweren, dat deze minder veelzeggend war ren Doch het gaat niet op van een zoo lang en niet altijd even zakelijk debat iets meer weer to geven dan de hoofdpunten cn het eonigszin8 pikante. Zoo hoorden we dan uit den mond van den voorzitter van het Slachthuis, dat het verlies van de geheelo oxploitatie over een jaar word goraamd op f 7000 ongeveer, wat blijkbaar den heeren nog niet togenviel. Weet men, nu het voorstel van B. cn Ws. is aan genomen, werkelijk den schadepost van hot koelhuis van f 9000 tot f 6000 terug te bren gen, dan zal do exploitatie zich zelfs goed kunnen bedruipen. Heeft deze maatregel onverhoopt dc sluiting van hot koelhuis ten gevolge, dan zal er zelfs winst worden ge maakt. Maar kieren wij tot het debat terug. Van oontracten wilden B. on Ws. niet we ten, omdat zij, zooals alle rechtsgeleerde sprekers, die hot woord er over voerden, de den uitkomen, niet bestonden. En toen de heer Mouloman triumfantelijk een kloin advies van de Commissio van Financiën betreffende dezo zaak omhoogstak en voor las, waar wel van oontracten sprak© is, brok do voorzitter do schouders op. Er zit dan ook, als wij ons niet bedrie gen geen onkel wetgeleerde in deze Oom- ra issio. Men stond hier, zooals do voorzitter zei- do en do heer Fockema Andreae nader ver duidelijkte, op publiek-rechterlijk gebied. Is publiok-rccht dan geen recht? vraagt do heer Bosch ironisch, en er bezielden hem wellicht soortgelijke gedachten als eens het socialist!scli kamerlid Schaper, die oncor- biediglijk uitflapte, dat hij maling aan ju risterij had. Er word nog heel wat gesproken. Do voorzitter moest den heer Pera zelfs ver zoeken mot het oog op hot reglement van orde zijn gedachten to verzamelen en in één redo somen te voegen; do heer Sijtsina deed nog eon poging om, de twee gedeelten ge splitst to krijgen, omdat hij met het eerste gedeelte kon meegaan, doch omtrent het andere zijn stem alsnog voorbehield, wat volgens den voorzitter niet kon, omdat er een onverbreekbaar verband tusschon de beide gedeelten bestond, en zoo kwam men eindelijk tot de stemming, die, zooals onze lezers weten, voor B. en Ws. een overwin ning is geweest. Een Pyrrhusoverwinning vertelde ons gis teravond een 6lagor, zonder zijn uitspraak nader te verklaren. Wij willen liet niet hopen en zouden lie ver zien dat de gemoederen van belangheb benden bij het Slachthuis nu eindelijk eons konden tot rust komen. Nu kwam nog het adres der slagers hou dende verzoek tot wijziging van do Verorde ning op het gebruik van het Openbaar Slachthuis en van die op liet vervoer, den doorvoer, do keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in do gemeent© aan de ord©, inderdaad voor Iceken wat toch alle Raadsleden op di„ gebied zijn zeer moeilijk te beoordeel en zaken. Do heer Pera kwam dan ook en dat zegt wat in deze quoestio met de verkla ring, dat hij zich er nog niet ingewerkt had, waarom hij een motie voorstelde, do behandeling tot een volgende vergadering te verdagen. Gelukkig werd dezo motie verworpen en heeft men zich er doorheen geworsteld. Zooalg men weet, behelsde genoemd adres vooral een verzoek tot langere openstelling van het Slachthuis on daardoor van do koelinrichting en kon, omdat hiermede vermeerdering van porsoneel gepaard zou moeten gaan, ook deze zaak weder terugge bracht worden tot eon financieel vraag stuk. Daardoor kwamen B. en Ws. weder om sterk t© staan, te meer, omdat zij reeds cenige oonocsaiën aan dc slagers gaven, zoo- als d© heer Bosch, die bij dit voorstel d© hoofdverdedigor vap de slagers was; moest erkennen. De redo, van den heer Bosok, hoewel voor de vuist ©n op eonigszins zo- nuwaohtigen toon uitgesproken, maakte blijkbaar meer indruk op d© vergadering dan d© vorige, van den heer Pera; er sprak o. i. ook meer een overtuiging uit. Do korto zin er van was: do directeur past niet voor do slagors en do slagers passen niet voor den directeur; or heor^cht tue- sclicn hen geen welwillend© vorstandhou ding Op do wen8chon van de slagers on dc ar gumenten daartogon aangevoerd, ging dezo spreker echter niet diep in; hij had zich vooral gegriefd gevoeld door den toon, die uit het praeadvies van B. en Ws. sprak. Ja, repliceerde do Voorzitter ad rem, het is een ©enigszins geharnasd betoog, waartoe even wel uitdrukkingen in 't adres der slagers, dio ook niet van groote zachtmoedigh 1 getui gen, onwillekeurig aanleiding gegev n had den. Oog om oog cd tand om tand, zoo gaat het meest. Men mag c.hter bij B. cn Wa ook betere parlementaire vormen verwach ten dan hij slagers, die slechts zelden de pen, maar veel het mes haptceren. Opmerkelijk werd ovor dc slachtwijze, waaromtrent zooveel to doen is geweest, nu niet gerept. Voor dc oude halssnede 6chcen niemand het meer te willen opnemen. Er kwamen nog enkele amendementen in, doch zij werden door de vergadering, dio hot zekor begon to vervelen, niot onder steund, een onheuschheid, welke de voorstel lers bij nad^r inzien hun medeleden gaarno zullen vergeven. Ten slotte werd hetgeen B. on Ws., ge heel in overeenstemming met. het advie® van de Commissie van het Slachthuis, voorstel den, zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Een laatste conoessio van B. on Ws., die den slagers zeker aangenaam zal zijn, was, dat hot Koelhuis Zaterdagsavonds nog zal geoperd zijn vnn tien uren tot hal fel f. Hiermede sloot de Voorzitter de vergade ring en spocdd n zich dc heeren huiswaarts. Ik hoop voor do hoeren dat zij vannacht niot hebben gedroomd van het Slachthuis; hot zou andorB niet to verwonderen zijn ge weest. Do «-oozo wereld zegt immers dat dezo inrichting voor sommigen hunner een nachtmerrie is geworden. Leiden, 4 Maart. Do hoor W. Meyor, uit 's-Gravonhago, zal Maandagavond, 7 Maart, In hot kiein-nudito- rlum van het acadomiegobouw voor de Ver- eenlglng tot Bovordorlng van de studie dor Wysbegeerto oon iGzing houden ovor Spinoza. Du Commissaris der Koningin in do provincie Zuid Holland heeft benoemd tot lidi van do Gezondheidscommissie te 's Qravou- hago don hoer S. A. W. Vrijland, arts te Schovoningun. De Rogoorlng8commi88aris, de hoer H.' W. Mesdag, hoeft telegraphisch bericht ont- vangen, dat de kunstwerken, bestemd voor', de Noderlandscho afdoeling op de tentoonstel ling te Saint-Louls, Woensdag behouden te Nleuw-York zijn aangekomen. fil) Mister Scolsch, eon oud vriend des huizes, •peelde met James Hunter z\Jn gewoon, dage- Ujksch partijtje schaak, terwijl zyn vrouw ,mot tante Lund praatte Röiner keek met Lindwot, die vroeg in den morgen te Point de Galle was gearriveerd, een portefeuille met jöcliotsen door, zijn blik vloog echter steeds Daar Mabel en Ballmers, die bi) den ingang ^an de tont zaten en hoe hartelijker zjj lachton, hoe levendiger z\J praatten, des te verstrooider werd by. llollmera' oogen rustten met onver holen welgevallen op de jonge dame, die, in een achteloos bevallige houding in een Chinee- Bchen stool liggond, werkeiyk een bekooriyk •cbouwspel oplevorde. En terwyl hy Mabel vorleldo, dat zyn kleine verzameling van Indische volkswyzon weer met oonige molodieön was verrykt, dacht deze er over na, waaraan hot toch wel lag, dat de man naast haar zulk oon eigenaardige beko ring op do harten oafondo, zy had toch reeds knapporo mannen loeren kennen, wellicht ook, die meer beteoken len on toch Zy richtto zich plotseling elastisch op, en rekte baar lenige, bloeiende gestalte uil. „Ah deze kloino bries doet goed; ik ben vandaag •heolomaal styf geworden van het vele liggen en zitten. Gaat gy mee een kleine wandeling door liet park maken?" Zyde aan zydo, door een somberen blik van Römer gevolgd, wandelden zy in de lommer rijke paden; zy sprak over haar broeder, die binnenkort met mister Dunn en eenige andero heeren eön tygerjacht wilde ondernemen, en beschreef de genoegens en gevaren daarvan, zooals zy die uit de verhalen van haar broeder kende. Plotseling bleef zy staan, juist onder een grooton vuurboom, welks prachtige rood kleurige bloesems een mooi effect tegen het groene loof maakten. „U ia verstrooid, miator Hellmers, ik zal u zoggen waaraan u juist dacht; aan uw Duitsch vaderland. Iiy koek een weinig verschrikt op „Aan myn vaderland! Misschien." „jk wist niet, dat u zoo sentimenteel waart." Hy zag baar nu met een zonderlingen blik aan, dio liaar telkens trof, wanneer een van haar gezegden hem onaangenaam aandeed en baar telkenmale zoo prikkelde. „U lieoft in uw vaderland zooveel droevigs ondervonden," ging zy zenuwachtig voort, „dat ik er voor altyd genoeg van zou gehad hebben." Zy wist niet, dat zy juist mot haar woorden iets in hem aanwakkerde, dat sinds dagen in hom had gegist. „Wat kan rayn vaderland voor deelhebben aan liet ongeluk, dat my heeft getroffen?" „Niets," zeide zU gejaagd, „dat is waar. Maar my dunkt, het moet zoo vornedorend zyn om in de plaats, waar men eens zooveel betoe- kende, W6er van voren af aan te beginnen." Hy richtte zich kaarsrecht op. „Ik zal myn doel wol later - bereiken, dan anderen geluk- kigeron, maar dat maakt niets uit, ik behoef my om niemand te bekommeren." „Om niemand vroeg zy haastig en levendig. „Om niemand!" herhaalde liy beslist. Miss Mabel liet" werktuigiyk de lango bladen van een reuzenvaren door haar slanko, blaüke vingers glyden; boiden zwegen een seconde. „Biyf liiorl" zeide zy eonsklaps, en toen hy, ten diepBte getroffen, haar aankeek, ging zy haastig, met afgewenden blik voort: „Myn broeder heeft hier en te Bombay vele relaties en grooten invloed; het zou hem niet veel moeite kosten om u een voor u geschikte be trekking te verschaffen, misschien het ambt van dirigent aan een van onze uitstekende orkesten. En wat de opvoering van uw opera betreft: zy is gedeeltelijk op Indischen bodem ontstaanin uw vaderland zoudt gy voordat het tot een opvoering komt, misschien vele moeiiykheden te overwinnen hebben, hier zouden wy u den weg effenen." Zy hield onthutst op. Haar blik had den zyne opgevangen, hy had haar zoo vreemd aangezien. Terwyi zy sprak, was het hem zonderling te moede geworden. De lichte droomwereld, waarin hy zich sinds maanden had bewogen, on die zich als een dichte nevel tusschen hem en het verleden had geschoven, zonk Ineen, hy streek zich als iemand, die wakker wordt, ovor liet voorhoofd. Hier blyven? „Nooit I Nooit I" Hy keek Mabel aan, ver- bysterd en vreemd, alsof by baar voor het eerst zag en bliksemsnel kwam hy tot de kennis vaa zyn eigen gemoedsleven. „Gerdal" riep een stem in zyn binnenste, „Gerdal" En tegeiyk wa3 hot hem, alsof er j zich een afgrond tusschen hem, en dit mooie, blonde meisje opende, waarover hy nooit zou kunnen heenkomen. Als hy de toegestoken hand had gegrepen, zou hy haar en zichzelven ln verblindende zelfmisleiding bedrogen hebben. Zyn liefde behoorde, evenals vroeger, aan die ander, die hem het grootsche geluk, doch ook tevens do grootste smart had doen ondervinden. „U meent het goed, miss Mabol," zeide hy zacht, „maar ik kan op uw vriendelijk voor stel niet ingaan. Ik hang te zeer aan myn vaderland, ik ben te zeer met hart en zlol Duit8cher, om my op den duur in een vreemd land behaaglyk te voelen." Miss Hunter was bleek geworden, haar blauwe oogen zagen hem toornig aan. »0, gy Duitscher8, gy zyt anders zulk een flink, dapper, gezond volk, maar uw govoelens Bpelen u altyd parten." Hy zwoeg. Hy had onuitsprekeiyk met haar te doen, maar hy kende haar trots, en wist, dat niets haar zoo zeer zou krenken als mede- iydon. En dus trachtte bU na een poosje weer den onbevangen conversatietoon aan te slaan, welke er tot dusver tusschen hen had ge- heer«cht on nam zoo gehtel den schyn aan alsof hy niets van de gevoelens van haar hart vermoedde, dat langzamerhand haar anders gewone goiykmatighoid begon terug te keeron. Zy hadden, als op afspraak, een weg inge slagen, welke hen het spoedigst weer naar het gezol6chap terugvoorde, maar toen dit ln het gezicht kwam, on zy luid hoorden praten on lachen, kwam het Hellmers als een on- mogeiykheid voor, om zich In zyn stemming, weer tusschen deze vroolijko menschen te voegen. Hy begeleidde Mabol dus slechts tot aan haar plaats voor do tent en zeide tot zyn verontschuldiging: „Ik heb hoofdpyn en zou gaarne nog een poosje naar zeo gaan." Zy keek hem ernstig aan. „Noem u voor de malaria in acht." „"Wees onbezorgd. Ik ben daar niet vatbaar voor." Hy nam zyn grooten stroohoed af en vorwyderde zich. Juist toen Mabel weer de tent binnenging, bracht de jongen de brieven en couranten van de post en wyi zich daaronder byna voor iedor der aanwezigen iets bevond, heorschte er een tydlang stilte. Nadat Mabel haar briovon onverschillig had doorgelezen, schoof zU oon der bamboes8tooltjas naast Römor en maakte voor zich oen glas limonade klaar. „Gy hebt daar, dunkt me, een omvangryk document." „Ja, van myn zuster." „Goede berichton?" „Dank u, ja." Hy had do velletjes papier weor gerangschikt; toen hy do laatsto bladen losvouwdo, viel er een photographio uit en zoo dicht voor miss Mabel neer, dat zy zich bukto en die opraapte. Het portret liet twoo togen olkaar goleunds melsjeskoppon zien; hot eone, con Tituskopjo, kende Mabel van andere portretten, dat was nicht Alico, maar de ander onwillekeurig ontsnapte haar oen kroot van bowondorlng. „Wie is dat?" „Een vriendin van myn zustor." En de juiste beteekenls vermoedend van den Ironi- 8chen trek om haar mond, voegde hy or haastig by: „Ook voor mij ahchta do vrlondin van Allee." Hy had op dat wvoor m\j" een eigenaar- digen klemtoon gelegd. „Kont mister Hellmers deze dame?" vroeg zy schynbaar onverwacht. „Jal" Slechts een enkel kort „Ja", maar zooals het gezegd werd, gaf bot haar te denkenz# begon te bogiypen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 1