i*ijda<5»; -1-aart«
A®. 1934-.
(Seze ,§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Gf elontercl.
(Wordt vervolod.)
No. 13567
PR1J8 DEZEB COURANTI
Toot Leiden per «reek 9 Oentoi per 8 maanden I I f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30,
Bronco per post 1,65.
PRIJS DER ADVEKTENTIÈNl
Von 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer 0.17$. örootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertontiön van 30 woorden 40 Oents contant i elk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor bet incasseeren wordt f 0.06 berekond.
Burgemeester en Wethouders van Lelden;
Gezien art. 8, late alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan P. L. 8TIJNMAN
en O. M. LAMBliECHTS en rechtverkrygenden
respectievelijk tot het oprichten van een Koek
en Banketbakkerij in het perceel Steenstraat
No. 12, kad. bekend Sectie B Nos. 2392 en
2393 on tot het plaatsen en in-werking-
•tellen van een gasmotor van 3 p.-k. in de
timmermanswerkplaats aan do Heerenstraat
No. 57, kad, bekend Sectio M No. 458.
Eu geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in het „Leidsch Dagblad."
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEY8T, Secretaris.
Lolden, 4 Maart 1904.
Hot zwaartepunt van He vrij lange ver
gadering van gisternamiddag lag hoofdza
kelijk in de laatste punten der agenda. Do
eerste veertien punten hadden al weinig om
bet lijf; wij bohooven er na hetgeen daar
over vermeld is in het Raadsverslag van
gisteravond dan ook niet meer bij stil te
"jtaan. Punt elf verzoek van het bestuur
dor „Vereeniging tot bevordering van het
iVreemdelingen verkeer", om heb gebruik
.Van hot Park ten behoeve van een door do
Tereoniging georganiseerd bloemen-corso
gaf, ten gevolge van een. amendement van
den heer Vergouwen, overgenomen door B.
©n Ws., nog cenige aanleiding tot debat en
Zelfs tot stemming.
De heer Vergouwen wilde onder de voor
waarden, waarop het verzoek wordt toege-
jrtaan, nog opgenomen zien do bepaling, dat
pet corso niet op een Zon- of Feestdag zal
plaats hebben B. on Ws. namen, na even
inet hun vieren van gedachten te hebben ge
wisseld, het amendement over. Verdedigd
'door den voorsteller, op grond van Zon-
j dagsruet on. Zondagsheiliging, kwam do
heer Witmans als een warm verdediger van
den neringdoenden middenstand daar on-
middellijk tegen op. Op den Zondag zouden
er veel meer buitenlui komen en daarvan
zouden onze neringdoenden profitecren. Do
©afé- en koffichuishouders, meende de heer
ïPera, maar niet de winkeliers, want die
zijn op Zondag grootendeels gesloten.
De heer Fookoma Andreae, die zich bij
vorige, gelegenheden ook reeds een groot te
genstander van allo vrijheidsbelemmering
toonde, vond Zondagsrust On Zondagshei
liging een mooi ding, mits uit eigen vrij
en wil. Bovendien steekt in eon bloemen
corso geon kwaad, hot kan zelfs eon verede
lenden invloed hebben, door op het schoon
heidsgevoel te werken Op grond van een
en ander vroeg hij herstel van het oorspron
kelijk voorstel zonder daarmede te kennen
te willen geven, dat het feest op Zondag
zou moeten worden gehouden.
Do voorzitter, van wien we in den Raad
anders zelden merken, dat hij op een be
paald godsdienstig standpunt staat, kwam
nu ook voor den Zondag als rustdag op en
wees op dergelijke feesten in Utrecht en
Haarlem. Trouwens ook de Zondagswet, zij
mogo dan, zooals de heer Fockema Andreae
had opgemerkt, niet altijd gelijk uitgelegd
worden, was er nog. Hij ontried daarom
het amendement van den heer Fockema An
dreae, dat daarna verworpen werd.
Terwijl do he oren hierover redekavelden,
vuldo de ruimte voor he>t publiek bestemd,
zich langzamerhand met tuinders en slagers
en kwam men, nadat een drietal punten
met een hamerslag van den voorzitter wa
ren afgedaan, tot do door B. en Ws. voor
gestelde verordening van de heffing van
een belasting van voor hot gebruik van het
lokaal voor groenten veilingen. Onze lezers
weten reeds dat volgens het ■voorstel dezo
heffing zou moeten bedragen 2 pOt. van de
bruto-opbrengst van het govoildo on zij we
ten ook, dat de Tuinders-Patroons-Verccni-
ging daar niets van moet hebben, zooals
blijkt uit hot adres, dat zij aan den Raad
hebben gezondon.
Nu, B. en Ws. waren nog bijtijds van de
dwaling huns weegs teruggekeerd. Er kwa-
men twee amendementen in; één van den
heer Vergouwen, die de heffing op pCt.
wonschte bepaald te zien, en het ander© van
den heer Fockema Andreae, die evenals te
Rotterdam slechts een pOt wilde heffen.
De mcorderhoid van hot Dag. Bestuur
nam het was een heele sprong achter
uit hunnerzijds het amendement van den
heer Vergouwen over, die trouwens zelf ook
al heel wat veranderd was, want in het ad
vies van do Commissie van Financiën had
hij mede vorklaard 2 pCt. oen billijke hof-
fing te vinden, zooals de heer Sijtsma ter
loops even opmerkte.
Den wethoudor van financiën, den heer
Juta, was blijkbaar de sprong van twee op
een half te groot, hij verdedigde, wij zou
den haast zoggen krampachtig zijn voor
stel om één pCt. te heffen. De verschiflendo
voorstellen vonden hun verdedigers en be
strijders; er word lang on breed on soms
warm over gedebatteerd, alsof het wel en
wee dor gemeente er van af zou hangen,
wanneer in den eejnten tijd voor een uitga
ve van pl m. 2500, aan een veilingslokaal
l>csteed, eens niet voldoend kapitaal terug
kwam voor rente on aflossing. Mon moet er
toch ook wat voor over hebben om een jon
ge markt tot bloei te brengen, wat voor dc
gemeente in ieder geval indirecte voordee-
len zal opleveren.
Het kort, maar van een ruimen blik ge
tuigend woord van prof. De Goeje in deze
was, dunkt ons, op zijn plaats.
Wij hopen, nu een toch niet hooge heffing
is vastgesteld, dat de tuinders hun oppo
sitie begon een heffing der opbrengst zullen
laten varen en zich zullon beijveren hun
voorspelling, dat in 1905 voor een ten zal
worden geveild, tot waarheid te maken.
Dc Raad is voorshands nog niet zoo opti
mistisch gestemd, maar als de voorspelling
uitkomt zal hij do heffing ongetwijfeld nog
wol willen verminderen.
Winst maken van deze instelling do
voorzitter heeft het nog eons uitdrukkelijk
gezogd ligt niet in do bedoeling en mag
dat niet.
De twee andere verordeningen, dit onder
werp slechts van de technische zijde raken
de en niet van do financieele, gleden or
zoo maar door en boen zeilde men recht
streeks aan op het Slachthuis on als de Raad
daar terecht komt, wo weten het van vroe
gere gelegenheden, dan zijn wo or niet zoo
dadelijk weer vandaan.
Daar is gisteren over de laatste twee
punten ook heol wat te doen geweest.
Het eorstc punt, dat aan do orde kwam,
was het voorstel van B. en Wa, om het
koeltijdperk, dat nu loopt van 1 Februari
tot 1 December, vast te stellen van 1 April
of zooveel vroeger als do weersgesteldheid
naar het oordeel van B. on Ws. noodig
maakt ©n eindigende op 31 October;
en verder om den huurprijs der koelcel
len te brengen van 10 op 20 per viork.
meter.
Dit was een terugkeoron tot het oorspron
kelijk voorstel van B. on Wa vóór do ope
ning van het Slachthuis, toen de Raad bij
amendeering, daartoe aangespoord door do
slagers, het koeltijdperk zooveel langer
maakte en den prijs tot op de helft terug
bracht.
Deze maatregel werd maar niet voor plci-
zier door B. en Ws. voorgesteld of om de sla
gers cons to plagen, maar uit zeer sterke
overwegingen van financieolen aard. Het
koelhuis is een groote schadepost. Tegen
over een uitgave van jaarlijks 10,800
staat een luttele bate van 1926 als huur
voor 192.6 viork. meter oei ruim te.
Do heer Pera en niemand had dit an
ders verwacht hield een rede, die den
aanwezigen slagors stellig uit het hart was
gegrepen, den voorzitter, dio zoo nu en dan
eens lachte, blijkbaar vrij koud liet en den
collega's zeker wat te lang duurde; men
keek althans zoo nu on dan naar de voor
den spreker liggende blaadjes, als wilde
men vragon,,zijn er neg meer?"
De lieer Pera dan trok geducht van lcor.
Het ingekomen stuk no 38 had op Spr een
zeer onaangename® indruk gemaakt. Hij kon
or ons geëerd college van B en Ws. niet in
vinden. Het leek, dat een booze geest hen
had geïnfluenceerd. Billijkheid en logica
schijnen zoek te wezen bij hen. Het geheelo
stuk is uit den booze en voegde hij er bij
het volgende praeadvics van B en Ws
op con ander verzoek der slagers is geen
haar beter.
Dat het geëerd" college van B. en Ws.
lachte in plaats van boos keek, hebben wij
zeker aan do omstandigheid te danken, dat
men wel weet, dat de heer Pera, hij moge
dan wel eens hard uitvallen, het tocb niet
zoo kwaad meent. De nog weer eens opge
haalde geschiedenis van het Slachthuis kun
nen wij laten rusten, wij zijn kaar nog niet
vergeten. Terecht vroeg de heer Pera of B.
en Ws. wel zeker zijn van het succes van
een prijsverhooging? Het zou toch jammer
wezen dat straks deze dure inrichting, die
indertijd zoo nuttig, schier onontbeerlijk
werd geacht, zou moeten worden gesloten.
De vraag, waarop hot volgens dezen Spr.
ten slotte aankwam, was: i8 hot koelhuis
een deel van het geheel of staat het op zich
zelf? In dat verband wilde hij gaarne wor
den ingelicht omtrent den financieelen toe
stand der exploitatie van het Slachthuis.
In ieder geval wilde de heer Pera de wij
ziging niet toepassen zoolang de tegenwoor
dige contracten met do slagers loopen.
Wo geven aan deze rede, omdat zij het
hoofdmoment van dit debat vormde, meer
ruimte dan wo aan die van andere sprekers
kunnen geven, al willen we daarmee niet
j beweren, dat deze minder veelzeggend war
ren Doch het gaat niet op van een zoo
lang en niet altijd even zakelijk debat iets
meer weer to geven dan de hoofdpunten cn
het eonigszin8 pikante.
Zoo hoorden we dan uit den mond van
den voorzitter van het Slachthuis, dat het
verlies van de geheelo oxploitatie over een
jaar word goraamd op f 7000 ongeveer, wat
blijkbaar den heeren nog niet togenviel. Weet
men, nu het voorstel van B. cn Ws. is aan
genomen, werkelijk den schadepost van hot
koelhuis van f 9000 tot f 6000 terug te bren
gen, dan zal do exploitatie zich zelfs goed
kunnen bedruipen. Heeft deze maatregel
onverhoopt dc sluiting van hot koelhuis ten
gevolge, dan zal er zelfs winst worden ge
maakt.
Maar kieren wij tot het debat terug.
Van oontracten wilden B. on Ws. niet we
ten, omdat zij, zooals alle rechtsgeleerde
sprekers, die hot woord er over voerden, de
den uitkomen, niet bestonden. En toen de
heer Mouloman triumfantelijk een kloin
advies van de Commissio van Financiën
betreffende dezo zaak omhoogstak en voor
las, waar wel van oontracten sprak© is,
brok do voorzitter do schouders op.
Er zit dan ook, als wij ons niet bedrie
gen geen onkel wetgeleerde in deze Oom-
ra issio.
Men stond hier, zooals do voorzitter zei-
do en do heer Fockema Andreae nader ver
duidelijkte, op publiek-rechterlijk gebied.
Is publiok-rccht dan geen recht? vraagt
do heer Bosch ironisch, en er bezielden hem
wellicht soortgelijke gedachten als eens het
socialist!scli kamerlid Schaper, die oncor-
biediglijk uitflapte, dat hij maling aan ju
risterij had.
Er word nog heel wat gesproken. Do
voorzitter moest den heer Pera zelfs ver
zoeken mot het oog op hot reglement van
orde zijn gedachten to verzamelen en in één
redo somen te voegen; do heer Sijtsina deed
nog eon poging om, de twee gedeelten ge
splitst to krijgen, omdat hij met het eerste
gedeelte kon meegaan, doch omtrent het
andere zijn stem alsnog voorbehield, wat
volgens den voorzitter niet kon, omdat er
een onverbreekbaar verband tusschon de
beide gedeelten bestond, en zoo kwam men
eindelijk tot de stemming, die, zooals onze
lezers weten, voor B. en Ws. een overwin
ning is geweest.
Een Pyrrhusoverwinning vertelde ons gis
teravond een 6lagor, zonder zijn uitspraak
nader te verklaren.
Wij willen liet niet hopen en zouden lie
ver zien dat de gemoederen van belangheb
benden bij het Slachthuis nu eindelijk eons
konden tot rust komen.
Nu kwam nog het adres der slagers hou
dende verzoek tot wijziging van do Verorde
ning op het gebruik van het Openbaar
Slachthuis en van die op liet vervoer, den
doorvoer, do keuring van vee en vleesch en
den handel in vleesch in do gemeent© aan
de ord©, inderdaad voor Iceken wat toch
alle Raadsleden op di„ gebied zijn zeer
moeilijk te beoordeel en zaken.
Do heer Pera kwam dan ook en dat
zegt wat in deze quoestio met de verkla
ring, dat hij zich er nog niet ingewerkt
had, waarom hij een motie voorstelde, do
behandeling tot een volgende vergadering
te verdagen.
Gelukkig werd dezo motie verworpen en
heeft men zich er doorheen geworsteld.
Zooalg men weet, behelsde genoemd adres
vooral een verzoek tot langere openstelling
van het Slachthuis on daardoor van do
koelinrichting en kon, omdat hiermede
vermeerdering van porsoneel gepaard zou
moeten gaan, ook deze zaak weder terugge
bracht worden tot eon financieel vraag
stuk. Daardoor kwamen B. en Ws. weder
om sterk t© staan, te meer, omdat zij reeds
cenige oonocsaiën aan dc slagers gaven, zoo-
als d© heer Bosch, die bij dit voorstel d©
hoofdverdedigor vap de slagers was; moest
erkennen. De redo, van den heer Bosok,
hoewel voor de vuist ©n op eonigszins zo-
nuwaohtigen toon uitgesproken, maakte
blijkbaar meer indruk op d© vergadering
dan d© vorige, van den heer Pera; er sprak
o. i. ook meer een overtuiging uit. Do
korto zin er van was: do directeur past
niet voor do slagors en do slagers passen
niet voor den directeur; or heor^cht tue-
sclicn hen geen welwillend© vorstandhou
ding
Op do wen8chon van de slagers on dc ar
gumenten daartogon aangevoerd, ging dezo
spreker echter niet diep in; hij had zich
vooral gegriefd gevoeld door den toon, die
uit het praeadvies van B. en Ws. sprak. Ja,
repliceerde do Voorzitter ad rem, het is een
©enigszins geharnasd betoog, waartoe even
wel uitdrukkingen in 't adres der slagers, dio
ook niet van groote zachtmoedigh 1 getui
gen, onwillekeurig aanleiding gegev n had
den. Oog om oog cd tand om tand, zoo gaat
het meest. Men mag c.hter bij B. cn Wa
ook betere parlementaire vormen verwach
ten dan hij slagers, die slechts zelden de
pen, maar veel het mes haptceren.
Opmerkelijk werd ovor dc slachtwijze,
waaromtrent zooveel to doen is geweest, nu
niet gerept. Voor dc oude halssnede 6chcen
niemand het meer te willen opnemen.
Er kwamen nog enkele amendementen in,
doch zij werden door de vergadering, dio
hot zekor begon to vervelen, niot onder
steund, een onheuschheid, welke de voorstel
lers bij nad^r inzien hun medeleden gaarno
zullen vergeven.
Ten slotte werd hetgeen B. on Ws., ge
heel in overeenstemming met. het advie® van
de Commissie van het Slachthuis, voorstel
den, zonder hoofdelijke stemming aangeno
men. Een laatste conoessio van B. on Ws.,
die den slagers zeker aangenaam zal zijn,
was, dat hot Koelhuis Zaterdagsavonds nog
zal geoperd zijn vnn tien uren tot
hal fel f.
Hiermede sloot de Voorzitter de vergade
ring en spocdd n zich dc heeren huiswaarts.
Ik hoop voor do hoeren dat zij vannacht
niot hebben gedroomd van het Slachthuis;
hot zou andorB niet to verwonderen zijn ge
weest. Do «-oozo wereld zegt immers dat dezo
inrichting voor sommigen hunner een
nachtmerrie is geworden.
Leiden, 4 Maart.
Do hoor W. Meyor, uit 's-Gravonhago, zal
Maandagavond, 7 Maart, In hot kiein-nudito-
rlum van het acadomiegobouw voor de Ver-
eenlglng tot Bovordorlng van de studie dor
Wysbegeerto oon iGzing houden ovor Spinoza.
Du Commissaris der Koningin in do
provincie Zuid Holland heeft benoemd tot lidi
van do Gezondheidscommissie te 's Qravou-
hago don hoer S. A. W. Vrijland, arts te
Schovoningun.
De Rogoorlng8commi88aris, de hoer H.'
W. Mesdag, hoeft telegraphisch bericht ont-
vangen, dat de kunstwerken, bestemd voor',
de Noderlandscho afdoeling op de tentoonstel
ling te Saint-Louls, Woensdag behouden te
Nleuw-York zijn aangekomen.
fil)
Mister Scolsch, eon oud vriend des huizes,
•peelde met James Hunter z\Jn gewoon, dage-
Ujksch partijtje schaak, terwijl zyn vrouw
,mot tante Lund praatte Röiner keek met
Lindwot, die vroeg in den morgen te Point
de Galle was gearriveerd, een portefeuille met
jöcliotsen door, zijn blik vloog echter steeds
Daar Mabel en Ballmers, die bi) den ingang
^an de tont zaten en hoe hartelijker zjj lachton,
hoe levendiger z\J praatten, des te verstrooider
werd by. llollmera' oogen rustten met onver
holen welgevallen op de jonge dame, die, in
een achteloos bevallige houding in een Chinee-
Bchen stool liggond, werkeiyk een bekooriyk
•cbouwspel oplevorde.
En terwyl hy Mabel vorleldo, dat zyn kleine
verzameling van Indische volkswyzon weer
met oonige molodieön was verrykt, dacht deze
er over na, waaraan hot toch wel lag, dat de
man naast haar zulk oon eigenaardige beko
ring op do harten oafondo, zy had toch reeds
knapporo mannen loeren kennen, wellicht ook,
die meer beteoken len on toch
Zy richtto zich plotseling elastisch op, en
rekte baar lenige, bloeiende gestalte uil. „Ah
deze kloino bries doet goed; ik ben vandaag
•heolomaal styf geworden van het vele liggen
en zitten. Gaat gy mee een kleine wandeling
door liet park maken?"
Zyde aan zydo, door een somberen blik van
Römer gevolgd, wandelden zy in de lommer
rijke paden; zy sprak over haar broeder, die
binnenkort met mister Dunn en eenige andero
heeren eön tygerjacht wilde ondernemen, en
beschreef de genoegens en gevaren daarvan,
zooals zy die uit de verhalen van haar broeder
kende.
Plotseling bleef zy staan, juist onder een
grooton vuurboom, welks prachtige rood
kleurige bloesems een mooi effect tegen het
groene loof maakten.
„U ia verstrooid, miator Hellmers, ik zal u
zoggen waaraan u juist dacht; aan uw Duitsch
vaderland.
Iiy koek een weinig verschrikt op „Aan
myn vaderland! Misschien."
„jk wist niet, dat u zoo sentimenteel waart."
Hy zag baar nu met een zonderlingen blik
aan, dio liaar telkens trof, wanneer een van
haar gezegden hem onaangenaam aandeed en
baar telkenmale zoo prikkelde.
„U lieoft in uw vaderland zooveel droevigs
ondervonden," ging zy zenuwachtig voort,
„dat ik er voor altyd genoeg van zou gehad
hebben."
Zy wist niet, dat zy juist mot haar woorden
iets in hem aanwakkerde, dat sinds dagen in
hom had gegist.
„Wat kan rayn vaderland voor deelhebben
aan liet ongeluk, dat my heeft getroffen?"
„Niets," zeide zU gejaagd, „dat is waar. Maar
my dunkt, het moet zoo vornedorend zyn om
in de plaats, waar men eens zooveel betoe-
kende, W6er van voren af aan te beginnen."
Hy richtte zich kaarsrecht op. „Ik zal myn
doel wol later - bereiken, dan anderen geluk-
kigeron, maar dat maakt niets uit, ik behoef
my om niemand te bekommeren."
„Om niemand vroeg zy haastig en levendig.
„Om niemand!" herhaalde liy beslist.
Miss Mabel liet" werktuigiyk de lango bladen
van een reuzenvaren door haar slanko, blaüke
vingers glyden; boiden zwegen een seconde.
„Biyf liiorl" zeide zy eonsklaps, en toen
hy, ten diepBte getroffen, haar aankeek, ging
zy haastig, met afgewenden blik voort: „Myn
broeder heeft hier en te Bombay vele relaties
en grooten invloed; het zou hem niet veel
moeite kosten om u een voor u geschikte be
trekking te verschaffen, misschien het ambt
van dirigent aan een van onze uitstekende
orkesten. En wat de opvoering van uw opera
betreft: zy is gedeeltelijk op Indischen bodem
ontstaanin uw vaderland zoudt gy voordat
het tot een opvoering komt, misschien vele
moeiiykheden te overwinnen hebben, hier
zouden wy u den weg effenen."
Zy hield onthutst op. Haar blik had den
zyne opgevangen, hy had haar zoo vreemd
aangezien.
Terwyi zy sprak, was het hem zonderling
te moede geworden. De lichte droomwereld,
waarin hy zich sinds maanden had bewogen,
on die zich als een dichte nevel tusschen hem
en het verleden had geschoven, zonk Ineen,
hy streek zich als iemand, die wakker wordt,
ovor liet voorhoofd. Hier blyven?
„Nooit I Nooit I" Hy keek Mabel aan, ver-
bysterd en vreemd, alsof by baar voor het
eerst zag en bliksemsnel kwam hy tot de
kennis vaa zyn eigen gemoedsleven.
„Gerdal" riep een stem in zyn binnenste,
„Gerdal" En tegeiyk wa3 hot hem, alsof er
j zich een afgrond tusschen hem, en dit mooie,
blonde meisje opende, waarover hy nooit zou
kunnen heenkomen. Als hy de toegestoken
hand had gegrepen, zou hy haar en zichzelven
ln verblindende zelfmisleiding bedrogen hebben.
Zyn liefde behoorde, evenals vroeger, aan die
ander, die hem het grootsche geluk, doch ook
tevens do grootste smart had doen ondervinden.
„U meent het goed, miss Mabol," zeide hy
zacht, „maar ik kan op uw vriendelijk voor
stel niet ingaan. Ik hang te zeer aan myn
vaderland, ik ben te zeer met hart en zlol
Duit8cher, om my op den duur in een vreemd
land behaaglyk te voelen."
Miss Hunter was bleek geworden, haar
blauwe oogen zagen hem toornig aan.
»0, gy Duitscher8, gy zyt anders zulk een
flink, dapper, gezond volk, maar uw govoelens
Bpelen u altyd parten."
Hy zwoeg. Hy had onuitsprekeiyk met haar
te doen, maar hy kende haar trots, en wist,
dat niets haar zoo zeer zou krenken als mede-
iydon. En dus trachtte bU na een poosje weer
den onbevangen conversatietoon aan te slaan,
welke er tot dusver tusschen hen had ge-
heer«cht on nam zoo gehtel den schyn aan
alsof hy niets van de gevoelens van haar
hart vermoedde, dat langzamerhand haar anders
gewone goiykmatighoid begon terug te keeron.
Zy hadden, als op afspraak, een weg inge
slagen, welke hen het spoedigst weer naar
het gezol6chap terugvoorde, maar toen dit ln
het gezicht kwam, on zy luid hoorden praten
on lachen, kwam het Hellmers als een on-
mogeiykheid voor, om zich In zyn stemming,
weer tusschen deze vroolijko menschen te
voegen. Hy begeleidde Mabol dus slechts tot
aan haar plaats voor do tent en zeide tot zyn
verontschuldiging: „Ik heb hoofdpyn en zou
gaarne nog een poosje naar zeo gaan."
Zy keek hem ernstig aan. „Noem u voor
de malaria in acht."
„"Wees onbezorgd. Ik ben daar niet vatbaar
voor." Hy nam zyn grooten stroohoed af en
vorwyderde zich.
Juist toen Mabel weer de tent binnenging,
bracht de jongen de brieven en couranten
van de post en wyi zich daaronder byna voor
iedor der aanwezigen iets bevond, heorschte
er een tydlang stilte. Nadat Mabel haar briovon
onverschillig had doorgelezen, schoof zU oon
der bamboes8tooltjas naast Römor en maakte
voor zich oen glas limonade klaar.
„Gy hebt daar, dunkt me, een omvangryk
document."
„Ja, van myn zuster."
„Goede berichton?"
„Dank u, ja." Hy had do velletjes papier
weor gerangschikt; toen hy do laatsto bladen
losvouwdo, viel er een photographio uit en
zoo dicht voor miss Mabel neer, dat zy zich
bukto en die opraapte.
Het portret liet twoo togen olkaar goleunds
melsjeskoppon zien; hot eone, con Tituskopjo,
kende Mabel van andere portretten, dat was
nicht Alico, maar de ander onwillekeurig
ontsnapte haar oen kroot van bowondorlng.
„Wie is dat?"
„Een vriendin van myn zustor." En de
juiste beteekenls vermoedend van den Ironi-
8chen trek om haar mond, voegde hy or
haastig by: „Ook voor mij ahchta do vrlondin
van Allee."
Hy had op dat wvoor m\j" een eigenaar-
digen klemtoon gelegd.
„Kont mister Hellmers deze dame?" vroeg
zy schynbaar onverwacht.
„Jal"
Slechts een enkel kort „Ja", maar zooals
het gezegd werd, gaf bot haar te denkenz#
begon te bogiypen.