Wekeiyksche Kalender.
Stofgoud.
Raadgeving.
RECEPT.
ALLERLEI
Raadsel.
dag bij een graaf, een zijner vrienden. Het
gelukte hem maar niet, een snede brood
ttft de soep op te halen. Woedend stond hij
op en riep zijn knecht.
,,Trek mij de laareen uit," beval hij.
«Nu?Waarvoor dan?" vroeg de
knecht uiterst verbaasd.
„Maak wat voort, ezel. Begrijp je dan
niet, dat ik wil gaan zwemmen om iets nit
'dien verwenschten pot te kunnen ophalen
Zondag.
Waarom toch verstaan wij onder beder
ven altijd te goed zijn? Er wordt im
mers zoo reel meer bedorven door hardheid,
ongeduld, onrechtvaardigheid. Wie niet
■«nooit, krijgt niet de schoonste vruchten,
'doch wie ruw en onverstandig snoeit, doodt
de vrucht in haar kiem.
Maendag.
Het groote geheim van jong te blijven,
in spijt van de klimmende jaren en de grij-
.zende haren, is: door poëzie, door innerlijk
leven, door liefde, de geestdrift in zich
wakker te houden; met andere woorden: in
onze ziel de harmonie te bewaren.
Dinsdag.
Gemakzucht berokkent ons veel ongemak.
Woensdag;.
Is goed, zich ook van 'den schijn des
'kwaads te onthouden. Maar velen onthou
den zich alleen van den schijn.
Donderdag.
Wanneer iemand iets hoort, dat hem be-
.schamen moest, denkt hij in den regel aan
een ander, die zich dat kan aantrekken I
Vrijdag.
Menigeen weet heelemaal niets en troost
er zich mee, dat een mensch niet alles weten
kan.
Zaterdag.
►Schippers leeren varen, niet op liet kal
me meer, maar in de felle baren.
Loopt het u mee, word niet overmoedig,
Loopt het u tegen, word niet mismoedig.
Waarom rusten op Zondag?
Een van de Presidenten der Amerikaan-
sche Republiek, Benjamin Harrison, heeft
„Zij, die in den Bijbel niet kunnen zien
het Goddelijk gebod, bevelende op den Sab
batdag te rusten, moeten het vinden inden
mensch zelf."
Gedurendo de laatste paar jaren is het
treffend aangetoond door wetenschappelij
ke mannen, dat een rustdag noodig is ook
voor de sterkste menschcn.
Iemand, die werkt, hetzij met de handen
of met het hoofd, ademt dertig onsen zuur
stof per dag in, maar hij gebruikt er een
en dertig, en dit extra ons haalt hij van
de bank van zijn eigen lichaam. Hij heeft
daardoor aan het einde van den dag een
schuld van een ons bij de natuur en dat is
de wetenschappelijke maat van zijn ver
moeidheid.
Nu klopt het hart minder snel als iemand
I ophoudt met loopen of werken, al is het
maar om stil te staan; nog langzamer
gaat het ale hij zit, nog langzamer als hij
1 ligt en het langzaamst als hij slaapt. En
zoo krijgt de werkman, door een vollen
nacht slaap na een vollen dag arbeid, vijf
zesde deel van zijn verloren ons zuurstof te
rug. Maar slechte vijf-zesden. De nacht her
stelt het overdag verbroken evenwicht niet
geheel, maar laat een deel der schuld staan,
om te worden gedelgd door den wekclijk-
schen rustdag.
Men zal inzien, dat, als men iederen dag
een zesde deel van een ons zwakker wordt,
dit na zes dagen, dus op Zondagmorgen,
zes zesden of een ons zal bedragen, dat is
het verlies van een geheelen dag. De na
tuur zegt dus op Zondagmorgen even luid
als des Maandagsavonds: „Gij hebt rust
noodig;" met dit verschil alleen, dat men
des Zondagsmorgens geen slaap behoeft,
maar „wakende" rust, on de beste „waken
de rust" is een algeheele verandering van
de dagclijkscho werkzaamheid ten eigen ba
te, in Zondags-werken van liefdadigheid.
Door de rust van een geheelen dag is de
natuur op Maandagmorgen teruggebracht
tot dezelfde hoogte behalve den onmerk-
baren invloed van den ouderdom als die
van den Maandag daarvoor, zoodat het
evenwicht dan geheel hersteld is en dezelf
de cirkelgang weer kan beginnen.
Gelukkig te zijn laat zich niet gebieden
en iemand verwijten, dat hij het niet is, is
de onbillijkheid zelve.
Hélène Mercier
Een kLeiai kindje leetft heolend'al alleen
voor zichzelf, voor zijn eigen persoontje;
gTootete kinderen zijn altijd nog zelfzuch
tig, hebberig, twistziek.; naarmate men
ouder en wijzer wordt, leeft men voor an
deren de vreugdebronnen worden ver
plaatst, de natuurlijke neigingen anders
gericht.
Van Eed en.
Zoo het geweten ons niet brengt tot be
lijdenis van schuld, het verraadt zich in
den ijver, waarmede wij onze echuld po
gen te bedekken.
N. Beets.
Onze bloedverwanten zijn
menschen, die onze gebreken voor ons
ontdekken en ze wereldkundig maken.
Thack e ray.
De qualiteit van eieren.
Of eieren versch zijn, kan geconstateerd
worden door ze in een bakje waiter te leg
gen. Zinken ze tot den bodem, dan zijn zo
versoh; drijven ze onder water, dan zijn ze
niet meer heelemaal versch, en komen ze
aan de oppervlakte, dan zijn ze voor ge
bruik niet meer geschikt.
Wil men weten of een ed gekookt of nog
rauw is, dan legge men het op tafel en
draai© het rond. Beweegt het ei zich ge
makkelijk en draait het ©enige malen ach
tereen, dan is het gekookt. Gaat het draai
en veel moeilijker, dan is het ei nog rauv.
Het nuttig gebruik van resten van
aardappelen.
De resten van aardappelen, den vorigen
dag in water gekookt, op stoom of in den
oven gesmoord, kan men nog op de volgen
de wijzen voordeelig gebruiken:
1. Men kan ze fijnmaken in 'de soep.
2. Nadat men ze fijngemaakt heeft in
melk, kan men ze warmen met een goed
stuk boter.
3. Men kan ze fijnmaken en er twee heele
eieren, het geklopte wit van een ei en een
glas room bijvoegen.
4. Ze aan schijfjes snijden met harde ei
eren en er een koude saus van azijn, olie,
peterselie en look over gieten.
5. Ze voegen bij balletjes, croquetten en
quenelles van gehakt.
De purée en de aardappelen worden ook
bij een omelet gevoegd.
Bij alle overige wijzen van toebereiding
van aardappelen kan men de resten niet
gebruiken, die, wanneer ze weer gewarmd
worden, een zeepachtigen, hoogst onaange-
namen smaak aannemen.
Beeldspraak. In een onzer bladen kwam
voor het volgend stukje proza, dat vrij on
zen lezers te genieten geven
„Maul halten 1" dat is het parool van on
zen tijd, maar meteen wordt het kompas
overboord geworpen en wel verre van het
schuim der bevolking terug te drijven, wordt
dit ter hulpe geroepen om de onrechtvaar
digheden te voltooien. Dat geeft ons de
Fransobe Republiek in alle kleuren te aan
schouwen".
Man (die op het punt staat, met zijn
vrouw eon toohtje per ,,tuf-tuf" te maken):
„Ben je klaar, Anna?"
Zij: „Zeker! Laat de Auto maar voorko
men; ik ben mobiel."
Onder vriendinnen. Emile: „Ik heb eet.
uitnoodigang gekregen voor een liefdadig
heidsbal, maar ik weet niet welk kostuum
ik zal aantrekken. Wat zou jij dragen, Fan
nie, zoo je mijn uiterlijk hadt?"
Farmde: „Een dikke voile."
lomand, die een zeer eentonige manier
van spreken had, vertelde eens in een gezel
schap hoe hij met een hoogst belangrijke
lezing groot succes had behaald: „Ja, mijne
hearen," zed hij, „het puhliek was aan zijn
stoelen vastgenageld 1"
„Anders waren ze ook bepaald woggeloo-
pen", fluisterde een der toehoorders zijn
buurman in.
Advertentie. Gevraagd iemand om het
opzicht te houden over een paar koeien,
eenige varkens en een toom kippen. Zij, dio
de Fransche taal machtig zijn, piano-spelen,
zingen en met kinderen kunnen omgaan, ge
nieten' de voorkeur.
Lieflijkheden. Koopman (tot zijn con
current): „Je zal de kouwe koorts krij
gen..."
Collega: „Je zal... voor mijn part in den
Congo een zaak in winterjassen beginnen I"
Hij (uit de krant voorlezend): „De eer
ste menschen schreven op steencn
Zij: „Goeie help, wat zullen ze daar eeü
frankeerkosten hebben moeten betalen 1"
Ondencyzer: „Ho© ziet dit stukje krijt
er uit?"
Leerling: „Wit."
„En dat bord?"
„Zwart."
„Mooi! En mijn das?"
„VuiL"
Oplossing van liet Raadsel in liet vorig Zondagsblad:
Een naald.
Oplossing van de Schaakopgave in i
Zondagsblad:
t vorig
1 Rf6 e5
2 P d 6 f6 mat.
2RbSxe5f
Een modemaakster bad een hoed
Al meer dan twintig jaren.
Hij woei niet af als zij hem droeg
En kootte geen draad garen
Voor onderhoud. Zoo waar ik leef
Zeg ik, dat ;t hoedje mode bleef.
Oplossing in het volgend ZondagsbUuTj.