LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 9 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Aimo 1904.
FEUILLETON.
Os testamentaire beschikking.
in den zwaren strijd om het bestaan de hel
pende hand wil bieden, hierin niet is geslaagd.
De verhuurders van groote localiteiten, zegt
hl], worden in waarheid tegemoetgekomen;
doch de kleine verhuurders worden van den
wal in de sloot geholpen.
De Nieuwe Arnhemsche Courant is van
oordeel, dat het doel van de personoe-
le belasting is en blijft geld in do
schatkist te brengen, zonder er zich veel om
te bekommeren, of de wijze, waarop dit ge
schiedt, wel aan de eischen van een billijke
belasting beantwoordt. Dit karakter der
belasting wordt, meent zij, door de voorge
stelde wijzigingen niet weggenomen.
„Dit blijkt reeds", zegt het blad, „uit
de zonderlinge wijze, waarop met de bepa
ling van de huurwaarde wordt omgespron
gen. Hier evenwel beeft de zucht om de
schatkist te bevoordeeleD, de wijsheid be
drogen en het doel voorbij gestreefd.
Zooals men weet, wordt voor gehuurde
perceelen de huurwaarde gesteld op het be
drag van den jaarlijkschen huurprijs, „on
der normale omstandigheden bedongen."
Dc huurwaarde evenwel van perceelen,
waarvan de huurprijs niet onder normale
omstandigheden is bedongen, van niet ge
huurde perceelen, van die, waarbij onder
het gehuurde begrepen zijn onbelaste, onge
bouwde aanhoorigheden en voorts die,
welke voor één prijs verhuurd zijn met an
dere onroerende goederen (landbouwerswo
ningen), deze huurwaarde wordt bepaald
door vergelijking met gehuurde perceelen
van dezelfde of meest nabijkomende soort
in dezelfde of een naburige gelijksoortige
gemeente.
Om nu dc voor dc hand liggende moei
lijkheden, welke uit deze bepaling moeten
voortvloeien, in het bijzonder ten plattc-
lande en ten opzichte van dc landbouwwo-
ningen te ontgaan, voerde de Regecring
aanvankelijk het typestelsel in, d. w. z.,
dat zaakkundige inwoners werden aangewe
zen om met den fiscus dc huurwaarde vast
te stellen, waarnaar dan die der overigen
v/erd bepaald. Zorgvuldig toegepast, mocht
langs dezen weg een vrij billijke aanslag
worden verwacht, ondanks dc bezwaren,
welke ook dit stelsel aankleven. Doch al
vorens de begonnen arbeid was voltooid,
traden de van Rijkswege aangestelde schat
ters, meerendeels ambtenaren van het ka
daster, in functie. Deze stoorden zich niet
aan de reeds gedane typeering, doch voer
den de schatting met den Fransehen slag
in den kortst mogclijken tijd uit, met, als
gevolg, de meest zonderlinge uitkomsten.
Zoo komt het thans voor, dat een landbou
wer, wonende buiten de kom der gemeente,
wiens vroegere aanslag ruim 20 bedroeg,
thans voor hoogstens /4 is aangeslagen,
anderen in het geheel niet of voor een nog
geringer bedrag; terwijl hun arbeiders,
wonende in de kom, wél of hoogcr zijn aan
geslagen.
Wio op het platteland bekend is, behoeft
niet naar voorbeelden van dien aard to zoe
ken; ze liggen voor heb grijpen, waarbij
niet uit het oog moet worden verloren,
dat diezelfde landbouwer of veenbaas, enz.
tevens vrijgesteld is van dc bedrijfsbelas
ting en zijn ondergeschikte niet; zoodat Liet
kan voorkor-en, dat een turfbaas bijv. aan
geslagen is in bedrijfs- en pcrsoneele be
lasting, terwijl zijn patroon geheel of nage
noeg geheel is vrijgesteld."
Voor dc door 'Jen Minister voorgestelde
afschaffing van den grondslag haardste
den, voor de door het blad aanbevulen af
schaffing van den aanslag dienstboden der
lste cn 2de categorie cn de vrijstelling van
de winkels, zonder verhooging van Jen aan
slag voor het mobilair, ware naar haar in
zien een voldoend equivalent te vinden:
lste, door over te gaan tot een algemeenc
horseliatting der huurwaarde, in het bij-
z' nder op het platteland voor de steden
komt een herschatting het blad onnoodig
voor te verrichten door werkelijke des
kundigen, die gebonden zijn aan bepaalde
typen; hierdoor zou, zegt dc Nieuwe Arn-
hernsche Courantdc opbrengst aanzien
lijk stijgen, en tcven6 zonder bezwaar kun
nen worden overgegaan tot den tweeden
door haar aanbevolen maatregeldc ver
hooging van het percentage. Zij berekent,
dat een verhooging van het percent-ago van
8 tot 10 waarschijnlijk voldoende zal zijn om
in het tekort te voorzien.
„Bovendien", zegt het blad verder, „zou
een meer rationeele aanslag der rijwielen
nog een niet on aanzienlij ko bate kunnen
afwerpen. Deze belasting is thans afhanke
lijk van 'do huurwaarde, wat hoegenaamd
geen zin heeft, allerminst nu de motorrij
wielen worden aangeslagen onafhankelijk
van do huurwaarde, naar een vast cijfer.
Men late paragraaf 4 van art 31 vervallen
en bepale, dat de rijwielen geregeld ge
bruikt om naar en van het werk te gaan op
gelijken voet zullen behandeld worden als
die voor winkelneringen gebruikt, terwijl
de overigen belast worden met f 2: daar
door zal een meerdere opbrengst verkregen
worden van pl. m. 100,000, welk bedrag
nog zal stijgen bij strenger toezicht, door
toepassing van het penningstelsel, onder
bepaling, dat niemand een rijwiel mag koo-
pen van een niet-handelaar, tenzij hij voor
zien is van een belasting-penning. Hierdoor
zou mede do diefstal van rijwielen worden
tegengegaan."
In een asterisk „Legerdienst en con-
a c n t i e" zegt De Standaard
De z a a k-T erwoy zou geen de minste
moeilijkheid oploveren, zoo mon met dezen
milicien alleen te doen had.
Maar zijn geval wordt gecompliceerd, nu het
door hen, dio de macht van het leger breken
willen, als welkome gelegenhold wordt aange
grepen, om dienstweigoring op uitgebreide
schaal in te doen sluipen.
Ioder, die aan den oorlog den oorlog ver
klaart, wordt opgewekt om te verklaren, dat
op dien grond zijn overtuiging hem verbiedt
m militairen dienst te treden.
Die overtuiging, dat er geen oorlog gevoerd
moet worden, beet dan consciëntiebezwaar, ou
met dit consciëntiebezwaar gewapend, wil
men op groote schaal zich aan don krijgsdienst
onttrekken.
En voor dat dool ageoren thans allorlei
volksleiders, die, toen zjj zeiven voor het geval
stonden, gewoonweg gediend, of op andore
wijs aan hun militaire vorpllchting voldaan
hebben.
Hiermee nu verliest het consciëntie-bezwaar
zijn onafscheidelijk karakter. Het houdt op
oon persoonlijke exceptie te zjjnhet wordt een
agilatio tot afschaffing van het leger, en daar
mede tot priJageving van onze onafhanke
lijkheid.
Doch dan moet dit geschilpunt ook op poli-
tiok gebied worden uitgestreden.
Zy, die aldus agiteeron, moeten dan bij de
stombus openlijk voor den dag komen met hun
program, en duidelijk uitspreken, dat ze vloot
en logor golieel willen afschaffen en do onaf
hankoiykheid van Nederland, zUn zelfstandig
bestaan, en ovenzoo al zyn koloniön, willen
piijsgeven aan wio or do gewapende hand
naar viitsteekt.
Want wat niet kan, en stuitend onrecht
zou wezen, ware: toe to laten, dat zog eerst
duizend, dan twee, dan dno duizend ingelote
personen werden vrygelaton, en dat even zoo
vele vrijgelote in hun plaats moesten treden.
Hiermede ia niet gezegd, dat hot onderha
vige geval niet misschien zyn oplossing zal
vinden, noch ook, dat er niot allicht een bepa
ling in de wet is to schrijven, die den be
zwaarden oen ruil van dienst aanbiedt. Gepro-
testoord wordt in deze driestar alleen tegen
don eisch, dat de Overheid vry zou *yn, om
zondor meer, van dienst te ontslaan de geboele
groep, dio zich opmaakt, om, rnet het goval-
Torwoy als wapen, de Noderlandsche woor-
macht te laten wegslinken.
De Residentiebode Is van oordeel, dat de
gomoenteiyko bodrjj von zulk een
omvang hebbm gonomon, dat het meer dan
tijd ls, zo onder wettoiyke bepalingen te bren
gen. Zy acht een beperking als in hot ont
werp wordt voorgesteld in het belang der
gemoenten zeiven.
„Do exploitatie van gemeentelijke bedry ven
is", Bcbrijft het blad, „in kleino gemeonton
vooral, nog iets nieuws. Wanneer zU nog
moer algemeen zal zyn geworden, dan be-
twyfelpn wy zeer of do geldmiddelen dor ge
meenten onbeperkt zullen biyven. Hot zal
dan gaan mot de gemeentebedrijven als met
allo andere. Er zullen bloeiende wezen en
niet-bloeionde, goed behoorde en onvoordoelig
De heer C. U. W. Raedt geeft in het Han
delsblad als zyn meening te kennen, dat, kon
men den graad van impopulariteit èn van
den grondslag „haardsteden" èn van
dien van „mobilair bij de person eele
belasting nauwkeurig vaststellen, de laat-
"ate het aanzienlijk zou winnen. „Immers'
zoo Echryft hy, .by de schatting van het
mobilair is de belastingplichtige totaal over
geleverd aan den indruk van de „deskundigen."
"Wyi de schatiing een indruksquaestie is.ver-
krygt meil by de waardeoring van hetzelfde
mobilair door verschillende schatters de meest
uiteenloopende uitkomsten. Ieder belasiing
plichtigo, die eon of meermalen is verhuisd,
hoeft daaromtrent zyn ervaring opgedaan.
Daarom, wat de moeilijkheden in de prac-
tyt belreft, waarop de Minister als tweede
argument tegen de haardsteden wyst, wil
het my voorkomen, dat de moeilykheden
eener goede opname van den grondslag
„mobilair", veel aanzienlijker zyn, dan die
der telling van bet aantal haardsteden, al
geeft die grondslag ook aanleiding tot spits
vondigheid en ai wordt door de moderne
centrale verwarming de uitvoering van dien
grondslag eenigszins bemooiiykt, zooals de
Minister opmerkt.
Wat is in deze het geval?
Do moeilykheden van den grondslag „haard
steden" werken naar buiten. De opgemaakte
processen-verbaal bereiken de hoofdambtenaren
•n zelfs by herhaling.... de bureaux van
het ministerie van financiën. TervrUl de veel
grootero moeilykheden en twistpunten, aau
de uitvoering van den grondslag „mobilair"
verbonden, den ministerieelen ambtenaren niet
onder de oogen komen, maar in de eerste
instantio door de schatters naar indruk wor
den beslecht."
Do mutatie, zogt hy vorder, zal een vrU
aanzienlyke verplaatsing van belasting ten
gevolge iiebben.
„Bolastingplichtigon, die twee h drie be
lastbare haardsteden hebben, betalen thans
daarvóór resp. 1 en f 3 in hooldsoin. Voor
velen hunner zul de opslag van hun mobilair
met DO pCt. niet onbeiangryk hooger zyn.
Voor een kamervei huurster is de eenigo
haardstede in liet door haar verhuurde gedeelte
volgens het tarief dor wot thans vryde be
lasiing van het mobilair echter zal naar bet
ontwerp voor baar stygen.
Ook dus voor haar loopt de mutatie op de
verzwaring van lasten uit. Hot zal wel niet
bedoeld zyn, maar is toch bot gevolg der
wyzlging.'"
Do talryko voorgestelde kleine wyzigingen
doen naar het oordeel van deu schryver zien,
hoe moeiiyk hot is, van do peisoneelo be
lasting als verteringsbelasting, een goed
geheel te verkrygen.
„Immers, met behulp van extra-bepalingen,
ultzondeiingen en tegemoetkomingen -tracht
men er iets draagiyks van te maken.
De pogingen daartoe moet men waardeoren,
doch aan den anderon kant manen de talryke
excepties ons dringend aan, toch voorat voor
zicluig to zyn en do personeele belasting niet
tot te liooge percentages op te voeren.
De opbrengst der personeele belasting met
haar opcenten beloopt... 16 millioen; de
vermogbiis- en bedryfsbelasting (zonder de
aanslagen der naamlooze vennootschappen)
geven slechts samen 12.6 millioen.
Mot deze beide cyfers voor oogen, kunnen
ook do niet-ingewydon in de belastingadminis
tratie zich een voorstelling makun, hoo ruw
de personeele wet, voomauieiyk door de boog©
helling van 8 pet. dor huurwaarde in hoofd
som, op de beurzen der mingegoedon eon
aanval doet, om in opbrengst zuo aanzieniyk
de vermogens- en bedrijfsbelasting de loef af
te steken.
Mort men dus met de helfing dor perso
neele wet voorzichtigheid betrachten, in elk
geval is liet geraden van haar, naast ver
teringsbelasting niet tevens een tweede
bedrytsbelasting to maken.
En dat doet de bestaande wet."
Do schryver heelt hier het oog op do bo-
lastbaarstelhng van winkels,' welke naar zyn
meening niet is overeen te brengen met hot
groote boginsol, waarvan de herziening der
personeele wet van 1896 uitging.
De lieer Raedt betoogt verder nog, dat de
Minister, die biykens de toelichting van het
ontwei p do kamerverhuurders en -verhuursters
23)
Toen Erwin tot zichzelf kwam, bevond hy
slcli in de cel voor gevaariyke krankzinnigen.
IX.
Hot was een prachtige Meimaand dat jaar.
De jonge man, die voor een der getraliede
▼ensteis van het zenuwlydera gesticht stond,
zou Uloor zyn vroegere kennissen -misschien
niet als graaf Erwin Drosendorf—Dustheim,
de vropger zoo chique ulanen-officier, boikend
zyn. Het was niet alleen de korte baard, die
aan hut vermageide gezicht iets ouwoiyks
gaf, liet was vooral do uitdrukking der oogen
-do directeur noemdo bet de diepzinnige
uitdrukking, dio motteityd op verlamming
der geosi vei mogons wyst. En die vroeger zoo
overmoedig schitterende oogen hadden worke-
lyk i6t-5 diopzinnigs gekregen.
Ervrin wist al lang, dat liy den directeur
'en de twee doctoren, van wier zending hy
belaas te laat onderricht was, door zyn dwaas
gedrag versterkt had in hun vernietigend
oordeel. HU was werkoiyk ziek geworden na
die vreesoiyke uitbarsting van woede en had
Weken lang met typheuze koortsen te bod
gelegen. Als een herboren monsch was hy van
|z(jn ziek bod opgestaan; met een geheel anderen
blik keek hy nu op zyn vorleden neor Hy wilde
een nieuw, een werkzaam leren beginnen,
dat doel kwam hom nu meer begeerenswaard
▼oor dan het heroveren van zyn vermogen,
lui Kocht hy niet hopen, dat het noodlot
hem een dergolUk gelouterd bestaan zon
gunnen, als boetedoening voor zgn lichtzinnig
heid en voor zyn misdaad?
Hot ontkomen uit dit gebouw was de weg
tor vervulling zyner gelofte. Ja, \ryheid,vry-
heidl Dan zou hy kunnen bewyzen, dat hy
ernstig van plan was zyn leven te beteren,
HU geloofde niet, dat men hom ooit als her
steld ontslaan zou De verklaring der rocht-
bank luidde: „Graaf Drosendorf is ten gevolge
van de door de rechtbank vastgestelde ver
zwakking der verstandelyke vermogens onder
curateele gesteld, terwyi vryheor von Drosen
dorf als zyn voogd aangewezen is en in zUn
rechten troodt totdat de patiënt beter is"
en dus zou Aribort hemel en aarde bowegon,
om te voorkomen, dat men hem voor hersteld
verklaarde.
Laar de directour hem niet als gonezen
wilde ontslaan, was het zaak zyn vryheir op
een andere wyzo te veroveren on dien man
op zUn eigen, hardnekkig vastgehouden stand
punt aan to vallen door hem in zyn over
tuiging te versterken, dat hy hoe langer hoe
meer achteruit ging.
De zieke kreeg nu krachtiger kost en mocht
onder het toezicht der oppassers byna da elyks
eenigen tyd in den tuin doorbrengen, de kamer
lucht had liem erg bleek gemaakt. De op
passers beschouwden hem nu als den minst
gevaariyke van al die ongelukkigen, dio in
die particuliere inrichting voor zenuwiyders
een onderkomen hadden gevonden, en weldra
trokken eenigo op hun gemak gesteldo
oppassers hiervan pariy en lieten hem zoodra
by in den tuin was naar hartelust rondloopen
of op het een of andere bankje zitten. Waarom
zouden ze zich veel met hem bemoeien? Aan
den eenen kant was er niets, waarin hy belang
atelde, ea aan den anderee kant waa hy zoo
goocJig, dat oen kind hem had kunnen bewaken»
Over den tuinmuur klimmen! Dat was het
punt, waarover hy voortdurend dacht. Maar
hoe? Eindeiyk, nadat hy weken lang gezocht
had, hot was intusschen zomer gewoidon
scheen het goluk hem te begunstigen.
Aan den eenen kant van den tuin was een
greppel, die niet veel meer dan een motor diep
was, en dio door een houten hok van den
tuin was gescheiden. Die greppel scheen in
verbinding to staan met oen beek in de buurt,
want toen het eons geonwoord on hard ge
regend had, stond er water in Waar was dat
water er in gekomen en hoo slroomde heter
weer uit?
Toen hy eens op een dag gelegenheid bad
om het hek eens goed te onderzoeken, ont
dekte hy, dat het wator door don muur naar
binnen kwam en wol door een taineiyk groote
oponing, waarvoor zich oen Uzeron rooster
bevond. Die rooster was geroost en stond een
beetje scheef Zou dat niet tot de gevolgtrok
king kunnen leidon, dat het door't geweld \an
het wator iotwat los was geraakt?
Zyn ontdekking liet hem geen rust meer.
Van één ding was hy vast overtuigd: Als er
quaertle kon zyn van eon poging om to ont
vluchten, dan kon hot alleen op die plek ge
beuren.
Intusschen maakte hy in gedachten alle
toebereidselen voor die vlucht; hy moest elk
oogenblik bereid zyn om van do gelegenheid
te profiteeron. Zyn geld had men hem
afgenomen, maar zyn voorwerpen van waaide
had hy nog Zyn horloge, zyn ketting en zyn
ringon zouden wel genoeg opbrengen om zyn
vluoht naar Engeland te bekostigen.
Veertien dagen lang was het regenachtig
weer. Dan kwam er een mooie dag. Erwin kon
in den tuin gate, maar de greppel etond vol
bestuurde. Men mogo het gevaar door wotte-
ïyke bepalingen tot een minimum terugbren
gen, deze zyn nooit zoo te maken, dat niet
hier of daar een ontrouwe rentmeester aan
een gemeente onaangename verrassingen zal
brengen.
Zeker, de gemeenten hebben voor, dat haar
bedry ven een monopolistisch karakter dragen
en dat zy baar tarieven kunnen vaststollen,
en aldus togen verlies kunnen waken, maar
dit alles heeft een grens. De winst hangt niet
alleen af van de grootheid van den prys,
maar ook van den omzet, dien de gemoonto
niet in haar haud heeft. Zy kan voor haar
ga9 een prys gaan vragOD, dio da voorkour
doet geven aan petroleum. Zy kan haar tram-
tarief zoo hoog stellen, dat mon loopen boven
rUden verkiest. Z||n er geen monopolistische
bedry ven te over, die ondanks baar monopolie
geen florissante zaken makon? In welken
treurigen toestand zullen niet gemeonten
komen, die hun bodiyven in tydporken van
bloei oprichten en later in vorval geraken?"
Mr. M. W. F. Troub merkt in Vronen
des Tijds op, dat het ontwerp tot wijziging
der Gemeentewet niet bloot de g o m e e n t c-
b o d r ij ven wil regelen, maar ook wil b e
perken do bovoegdhoid tot bel
uitoofonon van die b c d r ij v e 11
Dit Laatste, meent hij, is zoozeor hoofddoel,
dat men het karakter van liet ontwerp, voor
zoovor het do gemeentebedrijven raakt, on
juist aanduiden zou zelfs door hot to noemen
een ontwerp tot regoling ou beperking van
dc gemeentelijke bevoegdheid op dat ge
bied Do beperking, zegt de schrijver, die
hot ontwerp aanbrengen wil, volgt niet uit
do regoling, dio het biedt; het verband i?
omgekeerd: de regeling volgt uit do beper
king. Heb ia een ontwerp tot beperking cn
rogcling van de bevoegdheid dor gemcentca
tob uitoefening van bedrijven.
„Do zondigheid dor menschelijko rede,"
schrijft hip. Treub, „heeft zich bij dezo ge
legenheid bij do christelijke regecring op
een wijzo geopenbaard, dio voor do
broederen niot andera dan bedroevend we
zen kan. In zijn ijvor don sociaal-democra
tische n vijand te vervolgen, heeft de minis
ter van binnenlandscho zaken niet bomerkt-,
dab hij zijn eigen anti-revolutionair terrain
verliet on terechtkwam op het veld van den
revolutionairen staat met zijn miskenning
van do souvoreinitcit in oigen kring.
Hot program eisoht uitbreiding; dc Re
geering brengt inkrimping der gemeente
lijke autonomie. Welke kan wel de grond
zijn, dat lijnreohb in strijd met don cisch
van heb program inbreuk gemaakt wordt op
de bovoegdhoid der gemeente, zelvo to be
oordeel en wat het coonomiscli bolang van
haar cn haar loden medobrengb! Waarom
wordt, in strijd met de leer, in stodo van
de administratio van onderen op uit bi
bieidon, do administratie van boven af
verscherpt!"
Do schrijver behoort niet tot hen, die bij
clko inmenging van don Staat in botgeen
tot nu ton vrijelijk door do go me onto naar
eigen goedvinden geregeld werd, vorzuch-
tingon slaken over schending dor gemeente
lijke autonomio. Hij 6chaart ziob. ook niet
aan de zijdo van prof. Oppenhoim, die do
regelingsbevoegdheid, voor zoovor zij niet
nan do gomeente wordt ontnomen, onbe
perkt aan haar wil laten en dio uit dien
hoofde van oordeel is, dat de gemeentelijke
autonomie door voorschriften als in do
Woningwet aan de gemeentebesturen wor
den gegeven, gehavend wordt on dat do
twintigste eouw van dergelijke voorschrif
ten zaJ hebben terug to konion.
„Integendeel, ik ben van oordeel, dat d?
natuurlijke groei van het organisch staats
verband beperkingen in de vrije regelings
bevoegdheid der gemeente, gelijk de Woning
wet dio brengt, in dc twintigste eeuw in
tocnomcndc mate noodzakelijk zal maken.
Zulke beperkingen van de regelingsbe
voegdheid der gomeente, welko haar grond
vinden in het uitgroeien van bepaaldo be
langen buiten do gemeentegrenzen, passen
in dc leer van het allengs gegroqido en
steeds doorgroeiende staatsverband ten
volle.
Doch waar zulke beperkingen van het
terrein dor gemeentelijke autonomie in toe
nemend»? mate onvermijdelijk worden zul
len, is 't dubbel geboden zich s^lirap te zettcu
tegen olko beperking dier autonomie, welkq
niet in den natuurlijken groei van het
staatsverband haar verklaring en recht-,
vaardiging vindt. Beperkingen in deq
lnatstbedoelden zin zijn evenveel inbreuke^
op dezo autonomie, ovenveel inbreuken op
de souvereiniteit in eigen kring der gemeen
te. Ieder, dio de waardo beseft van cou go-s
zond en krachtig ontwikkeld gemeen tele
ven voor het geheelo staatsverband, hoeft
zich tegen dergelijke inbreuken met nJle
kracht te verzetten cn zeker rust dezo
plicht op do staatspartij, dio horstel der
gemeentelijko autonomie door decentrali
satie in haar program geschreven hoeft."
Mr. Treub betoogt vervolgens, dat do
voorgestelde vrijheidsbeperking in dc anti
revolutionaire leer van het historisch ge
worden en zich ontwikkelend staatsverband
geen enkelen rechtvaardigingsgrond vindt.
,,Zij is alleen en uitsluitend hieruit re
vorklaren," zegt hij. „dat dc minister Kuy-
per den partijleider Kuypcr en met dezen
„het program" verloochent cn uithoofde
van het roode gevaar voor het doorwerkrvu
dor gemeontelijko vrijheid niet zonder zorg
is.
Onze christelijk-historischc ridder snijdt,
om den soci a a 1 - democrat i schcn draak te
tivffcn, een zijner meest geliefkoosde troe
telkinderen don hals af.
Natuurlijk kan het een man als dr. Kuy
pcr niet ontgaan, dat hij mot zijn innrouk
op tie gemeentelijke autonomio cn politic-
ken kindermoord beging. Zoo diep zelfs was
hij daarvan doordrongen, dat hij, die prin-
cipieele godachtenwissclingen niet schuwt,
zo veeleer opzoekt, hier, waar hij zijn voor-
olcl principieel had to rechtvaardigen op
den grondslag van zijn staatsleer, dio recht
vaardiging ontwijkt, omdat zo niet mogelijk
is. De Memorie van Toelichting bewaart over
dc hier op don voorgrond staande kw<>st.i.i
der gemeentelijke autonomie een welspre
kend stilzwijgen".
Wat do regeling betreft, mr. Treub
schrijft onder meer:
„Met do bekendo moeilijkheden, waartoe
do artt. 233 cn 25-1 aanleiding goven vooral
in verband met do oxploitatio der gemeente
bedrijven, laat hot ontwerp, dat dezo be
drijven regelen wil, zich niet in. Het kent
dio moeilijkheden niet en laat zo in liaar
vollo kracht bestaan niet alleen, maar voegt
or niouwo aan too. Het beperkt namelijk
do gemeente in do uitoefening an bedrij
ven, maar hot gcoft niet aan, wat ondor „be
drijven" is to verstaan. Wij weten nu al, dat
hot bedrijf naar do tot dusver gebruikelij
ke interpretatie valt onder do in gemeen
tewet bekendo „werken cn inrichtingen";
het begrip bedrijf is echter minder omvat
tend. Dc Memorie van Toelichting zegt dit
zelf: „Do gemeentebedrijven, die tol dusver
moesten worden geacht begrepen te zijn on
dor do algcmceno uitdrukking: „worken on
inrichtingen" in art. 141, worden hier als
afzonderlijko species van hetgeen tot do go-
mcontcbuishouding kan worden gcbraclib
in do wet gegrond". Men zal dus krijgen
werken en inrichtingen, wier beboer als be
drijf geldt, on als zoodanig valt onder do
beperkingen cn regelingen van hot gemeen
tebedrijf, en werken cn inriohtingen, met
wolko dit niet bet goval is cn ton aanzien
waarvan die regelingen cn vooral dio bc
perkingen niet gelden. Maar zelfs oen po
ging om beide soorten van werken cn inrich
tingen tegenover elkander af to bokene'i,
ontbreekt.
Is het hebben cm boh ren van ccn oph va'
brug, voor wel kei- doorvaart bruggeld ver
schuldigd. is, een bedrijf! Dat van ccn
markt, waar staangeld gevorderd wordt!
Dat van een kade, waar opslag van goede
ren tegen betaling van een recognitio toe
gelaten is! Dat van een overdekte opslag
plaats voor handelsgoederen! Dat van ccn
waag! con loskraan! ccn pontvcoreen
apotheek voor armlastigen, Wclko ook aan
anderen levert? een gasthuis ook voor bc ta
lendon! eun badhuis! een wasohhuis! ccn
bank-van-leon ing? een inriohting voor
brandverzekering van onroerende goederen
woonhuizen tor verhuring? landerijen in
o;gen beheer! landerijen tor verpachting
van don grond zelf of ter verpachting van
hot daarop wassende gras!"
Het ontwerp, zegt dc schrijver, dat zijn
bepalingen niet in de Gemeentewet inweeft,
water en dus was er geen sprako vandat hy
door hot gat kon kruipen. Daarenboven kon
by or niet dicht genoog bykomen.
Eindeiyk, eindelijk was liy weer in do gele
genhoid, om het piokjo, dat oen magnetische
kracht op hom uitoefende, nog oons te bekykon.
BU den eersten oogopslag merkte hy, dat liet
water, dat nu nog slechts in zeor geringe hoe
veelheid voorhanden was, zyn verniolendo ar
beid had voortgezet.
Maar do nabyhoid der oppassers verhinderde
hein weer door liet gat to kruipen. Hy moest
een byzonder goede gelegenheid afwachten als
by zUn plan niot wilde doen mislukken, waar
van het gevolg eon zoó strenge bewaking zou
zyn, dat hy alle verdere pogingen om te ont
vluchten wel voorgoed kon opgeven. Dus go
duld on voorzichtigheid. Vóór alles geduld, al
verlangde hy ook met geheel zyn ziel naar
vryhoidl En zoo word liet herfst voordat het
geluk hem goedgezind was.
Eóns op een dag waren de patiënten weder
tot het vallen der schemering in don tuin. Op
een gegovon oogenblik moesten alle oppassers
zich in een afgelegen gedeelte van don tuin
verzamelen, omdat een twistzieke patiënt mot
een paar anderun aan het vochten was en
niet tot bedaren wilde komen. Dat was een
gelegenheid. Dat zag Erwin dadoiyb.
Vlug trok hy een paaltje uit don grond cn
klom over het bekje in de greppel. Als hy
nu maar gonoeg kracht in zyn handen had
om het yzeren deurtjo los te rukkenHy siak
er zyn houten hefboom tusschen, hetdeuitje
kraakte en maakte een massa kalk los uit
den muur. Maar do lat brak ongelukkig af.
HU gunde zichzelf den t(Jci niet om oen ander
paaltje uit den grond te trekken. Hy zotte
zyn tanden vast op elkaar, greep het verroeste
deurtje me* beide bande® vast en trok zoo
hard als hit maar kon. Liet weekHot week
Nog een flinke ruk, nog óón liet was
gedaan. Nu stond hy voor de groote boalissing.
Ileel handig kroop hy door het gat, dat
door het wegnemen van hot deurtje golukkig
nog iets grooter was geworden. Hy zakto met
zUn handen en zyn knieën in de modder,
maar wat kon liem dat 6cholen, nu hy by
den eersten oogopslag zag, dat liy zich in oen
open moestuin bevond, die tusschen akkers
on weilanden lag.
Iiy kon hot byna niot gelooven, dut hU
heusch vrU was, heelomaal vrU! Tranon wel-
den in zyn oogen op en hy had op zyn knieën
willen vallen om den grond te kussen, dien
lieoriyken bodem der vryheid. Maar hy bedacht
dat by geen oogenblik mocht verliezen. Zoo
snol als zyn beenen hem konden dragen, rondo
hy voort in de richting van oon bosch vóór
hom. In dat bosch was hy meor in voi-
ligheid.
Aan don stand der maan, dio pas was op
gegaan, kon hy zien, welke richting hij moost
inslaan om de grenzen te bereikon. Dus voort,
voort
Na oon kwartier geloopen .te hebbon.kwam
hy het bosch uit en betrad hU woer hot akker
land. liy kwam een half volwassen meisje tegen,
een boerinnetje, dat aan het houisprokkelon
was geweest. Hot meisje vertelde hem welken
kant liU moest uitgaan om den straatweg to
bei eiken. Maar hy had geon zin om oen straat
weg te volgenlangs dien weg zouden zUn
vervolgers komen; zo zouden er natuuriyk de
voldwacbtor8 in halen. Hy liet zich hot boscli-
pad wyzon, dat naar do grenzen voordo.
(Wordt vervolgd.)