LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 9 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Aimo 1904. FEUILLETON. Os testamentaire beschikking. in den zwaren strijd om het bestaan de hel pende hand wil bieden, hierin niet is geslaagd. De verhuurders van groote localiteiten, zegt hl], worden in waarheid tegemoetgekomen; doch de kleine verhuurders worden van den wal in de sloot geholpen. De Nieuwe Arnhemsche Courant is van oordeel, dat het doel van de personoe- le belasting is en blijft geld in do schatkist te brengen, zonder er zich veel om te bekommeren, of de wijze, waarop dit ge schiedt, wel aan de eischen van een billijke belasting beantwoordt. Dit karakter der belasting wordt, meent zij, door de voorge stelde wijzigingen niet weggenomen. „Dit blijkt reeds", zegt het blad, „uit de zonderlinge wijze, waarop met de bepa ling van de huurwaarde wordt omgespron gen. Hier evenwel beeft de zucht om de schatkist te bevoordeeleD, de wijsheid be drogen en het doel voorbij gestreefd. Zooals men weet, wordt voor gehuurde perceelen de huurwaarde gesteld op het be drag van den jaarlijkschen huurprijs, „on der normale omstandigheden bedongen." Dc huurwaarde evenwel van perceelen, waarvan de huurprijs niet onder normale omstandigheden is bedongen, van niet ge huurde perceelen, van die, waarbij onder het gehuurde begrepen zijn onbelaste, onge bouwde aanhoorigheden en voorts die, welke voor één prijs verhuurd zijn met an dere onroerende goederen (landbouwerswo ningen), deze huurwaarde wordt bepaald door vergelijking met gehuurde perceelen van dezelfde of meest nabijkomende soort in dezelfde of een naburige gelijksoortige gemeente. Om nu dc voor dc hand liggende moei lijkheden, welke uit deze bepaling moeten voortvloeien, in het bijzonder ten plattc- lande en ten opzichte van dc landbouwwo- ningen te ontgaan, voerde de Regecring aanvankelijk het typestelsel in, d. w. z., dat zaakkundige inwoners werden aangewe zen om met den fiscus dc huurwaarde vast te stellen, waarnaar dan die der overigen v/erd bepaald. Zorgvuldig toegepast, mocht langs dezen weg een vrij billijke aanslag worden verwacht, ondanks dc bezwaren, welke ook dit stelsel aankleven. Doch al vorens de begonnen arbeid was voltooid, traden de van Rijkswege aangestelde schat ters, meerendeels ambtenaren van het ka daster, in functie. Deze stoorden zich niet aan de reeds gedane typeering, doch voer den de schatting met den Fransehen slag in den kortst mogclijken tijd uit, met, als gevolg, de meest zonderlinge uitkomsten. Zoo komt het thans voor, dat een landbou wer, wonende buiten de kom der gemeente, wiens vroegere aanslag ruim 20 bedroeg, thans voor hoogstens /4 is aangeslagen, anderen in het geheel niet of voor een nog geringer bedrag; terwijl hun arbeiders, wonende in de kom, wél of hoogcr zijn aan geslagen. Wio op het platteland bekend is, behoeft niet naar voorbeelden van dien aard to zoe ken; ze liggen voor heb grijpen, waarbij niet uit het oog moet worden verloren, dat diezelfde landbouwer of veenbaas, enz. tevens vrijgesteld is van dc bedrijfsbelas ting en zijn ondergeschikte niet; zoodat Liet kan voorkor-en, dat een turfbaas bijv. aan geslagen is in bedrijfs- en pcrsoneele be lasting, terwijl zijn patroon geheel of nage noeg geheel is vrijgesteld." Voor dc door 'Jen Minister voorgestelde afschaffing van den grondslag haardste den, voor de door het blad aanbevulen af schaffing van den aanslag dienstboden der lste cn 2de categorie cn de vrijstelling van de winkels, zonder verhooging van Jen aan slag voor het mobilair, ware naar haar in zien een voldoend equivalent te vinden: lste, door over te gaan tot een algemeenc horseliatting der huurwaarde, in het bij- z' nder op het platteland voor de steden komt een herschatting het blad onnoodig voor te verrichten door werkelijke des kundigen, die gebonden zijn aan bepaalde typen; hierdoor zou, zegt dc Nieuwe Arn- hernsche Courantdc opbrengst aanzien lijk stijgen, en tcven6 zonder bezwaar kun nen worden overgegaan tot den tweeden door haar aanbevolen maatregeldc ver hooging van het percentage. Zij berekent, dat een verhooging van het percent-ago van 8 tot 10 waarschijnlijk voldoende zal zijn om in het tekort te voorzien. „Bovendien", zegt het blad verder, „zou een meer rationeele aanslag der rijwielen nog een niet on aanzienlij ko bate kunnen afwerpen. Deze belasting is thans afhanke lijk van 'do huurwaarde, wat hoegenaamd geen zin heeft, allerminst nu de motorrij wielen worden aangeslagen onafhankelijk van do huurwaarde, naar een vast cijfer. Men late paragraaf 4 van art 31 vervallen en bepale, dat de rijwielen geregeld ge bruikt om naar en van het werk te gaan op gelijken voet zullen behandeld worden als die voor winkelneringen gebruikt, terwijl de overigen belast worden met f 2: daar door zal een meerdere opbrengst verkregen worden van pl. m. 100,000, welk bedrag nog zal stijgen bij strenger toezicht, door toepassing van het penningstelsel, onder bepaling, dat niemand een rijwiel mag koo- pen van een niet-handelaar, tenzij hij voor zien is van een belasting-penning. Hierdoor zou mede do diefstal van rijwielen worden tegengegaan." In een asterisk „Legerdienst en con- a c n t i e" zegt De Standaard De z a a k-T erwoy zou geen de minste moeilijkheid oploveren, zoo mon met dezen milicien alleen te doen had. Maar zijn geval wordt gecompliceerd, nu het door hen, dio de macht van het leger breken willen, als welkome gelegenhold wordt aange grepen, om dienstweigoring op uitgebreide schaal in te doen sluipen. Ioder, die aan den oorlog den oorlog ver klaart, wordt opgewekt om te verklaren, dat op dien grond zijn overtuiging hem verbiedt m militairen dienst te treden. Die overtuiging, dat er geen oorlog gevoerd moet worden, beet dan consciëntiebezwaar, ou met dit consciëntiebezwaar gewapend, wil men op groote schaal zich aan don krijgsdienst onttrekken. En voor dat dool ageoren thans allorlei volksleiders, die, toen zjj zeiven voor het geval stonden, gewoonweg gediend, of op andore wijs aan hun militaire vorpllchting voldaan hebben. Hiermee nu verliest het consciëntie-bezwaar zijn onafscheidelijk karakter. Het houdt op oon persoonlijke exceptie te zjjnhet wordt een agilatio tot afschaffing van het leger, en daar mede tot priJageving van onze onafhanke lijkheid. Doch dan moet dit geschilpunt ook op poli- tiok gebied worden uitgestreden. Zy, die aldus agiteeron, moeten dan bij de stombus openlijk voor den dag komen met hun program, en duidelijk uitspreken, dat ze vloot en logor golieel willen afschaffen en do onaf hankoiykheid van Nederland, zUn zelfstandig bestaan, en ovenzoo al zyn koloniön, willen piijsgeven aan wio or do gewapende hand naar viitsteekt. Want wat niet kan, en stuitend onrecht zou wezen, ware: toe to laten, dat zog eerst duizend, dan twee, dan dno duizend ingelote personen werden vrygelaton, en dat even zoo vele vrijgelote in hun plaats moesten treden. Hiermede ia niet gezegd, dat hot onderha vige geval niet misschien zyn oplossing zal vinden, noch ook, dat er niot allicht een bepa ling in de wet is to schrijven, die den be zwaarden oen ruil van dienst aanbiedt. Gepro- testoord wordt in deze driestar alleen tegen don eisch, dat de Overheid vry zou *yn, om zondor meer, van dienst te ontslaan de geboele groep, dio zich opmaakt, om, rnet het goval- Torwoy als wapen, de Noderlandsche woor- macht te laten wegslinken. De Residentiebode Is van oordeel, dat de gomoenteiyko bodrjj von zulk een omvang hebbm gonomon, dat het meer dan tijd ls, zo onder wettoiyke bepalingen te bren gen. Zy acht een beperking als in hot ont werp wordt voorgesteld in het belang der gemoenten zeiven. „Do exploitatie van gemeentelijke bedry ven is", Bcbrijft het blad, „in kleino gemeonton vooral, nog iets nieuws. Wanneer zU nog moer algemeen zal zyn geworden, dan be- twyfelpn wy zeer of do geldmiddelen dor ge meenten onbeperkt zullen biyven. Hot zal dan gaan mot de gemeentebedrijven als met allo andere. Er zullen bloeiende wezen en niet-bloeionde, goed behoorde en onvoordoelig De heer C. U. W. Raedt geeft in het Han delsblad als zyn meening te kennen, dat, kon men den graad van impopulariteit èn van den grondslag „haardsteden" èn van dien van „mobilair bij de person eele belasting nauwkeurig vaststellen, de laat- "ate het aanzienlijk zou winnen. „Immers' zoo Echryft hy, .by de schatting van het mobilair is de belastingplichtige totaal over geleverd aan den indruk van de „deskundigen." "Wyi de schatiing een indruksquaestie is.ver- krygt meil by de waardeoring van hetzelfde mobilair door verschillende schatters de meest uiteenloopende uitkomsten. Ieder belasiing plichtigo, die eon of meermalen is verhuisd, hoeft daaromtrent zyn ervaring opgedaan. Daarom, wat de moeilijkheden in de prac- tyt belreft, waarop de Minister als tweede argument tegen de haardsteden wyst, wil het my voorkomen, dat de moeilykheden eener goede opname van den grondslag „mobilair", veel aanzienlijker zyn, dan die der telling van bet aantal haardsteden, al geeft die grondslag ook aanleiding tot spits vondigheid en ai wordt door de moderne centrale verwarming de uitvoering van dien grondslag eenigszins bemooiiykt, zooals de Minister opmerkt. Wat is in deze het geval? Do moeilykheden van den grondslag „haard steden" werken naar buiten. De opgemaakte processen-verbaal bereiken de hoofdambtenaren •n zelfs by herhaling.... de bureaux van het ministerie van financiën. TervrUl de veel grootero moeilykheden en twistpunten, aau de uitvoering van den grondslag „mobilair" verbonden, den ministerieelen ambtenaren niet onder de oogen komen, maar in de eerste instantio door de schatters naar indruk wor den beslecht." Do mutatie, zogt hy vorder, zal een vrU aanzienlyke verplaatsing van belasting ten gevolge iiebben. „Bolastingplichtigon, die twee h drie be lastbare haardsteden hebben, betalen thans daarvóór resp. 1 en f 3 in hooldsoin. Voor velen hunner zul de opslag van hun mobilair met DO pCt. niet onbeiangryk hooger zyn. Voor een kamervei huurster is de eenigo haardstede in liet door haar verhuurde gedeelte volgens het tarief dor wot thans vryde be lasiing van het mobilair echter zal naar bet ontwerp voor baar stygen. Ook dus voor haar loopt de mutatie op de verzwaring van lasten uit. Hot zal wel niet bedoeld zyn, maar is toch bot gevolg der wyzlging.'" Do talryko voorgestelde kleine wyzigingen doen naar het oordeel van deu schryver zien, hoe moeiiyk hot is, van do peisoneelo be lasting als verteringsbelasting, een goed geheel te verkrygen. „Immers, met behulp van extra-bepalingen, ultzondeiingen en tegemoetkomingen -tracht men er iets draagiyks van te maken. De pogingen daartoe moet men waardeoren, doch aan den anderon kant manen de talryke excepties ons dringend aan, toch voorat voor zicluig to zyn en do personeele belasting niet tot te liooge percentages op te voeren. De opbrengst der personeele belasting met haar opcenten beloopt... 16 millioen; de vermogbiis- en bedryfsbelasting (zonder de aanslagen der naamlooze vennootschappen) geven slechts samen 12.6 millioen. Mot deze beide cyfers voor oogen, kunnen ook do niet-ingewydon in de belastingadminis tratie zich een voorstelling makun, hoo ruw de personeele wet, voomauieiyk door de boog© helling van 8 pet. dor huurwaarde in hoofd som, op de beurzen der mingegoedon eon aanval doet, om in opbrengst zuo aanzieniyk de vermogens- en bedrijfsbelasting de loef af te steken. Mort men dus met de helfing dor perso neele wet voorzichtigheid betrachten, in elk geval is liet geraden van haar, naast ver teringsbelasting niet tevens een tweede bedrytsbelasting to maken. En dat doet de bestaande wet." Do schryver heelt hier het oog op do bo- lastbaarstelhng van winkels,' welke naar zyn meening niet is overeen te brengen met hot groote boginsol, waarvan de herziening der personeele wet van 1896 uitging. De lieer Raedt betoogt verder nog, dat de Minister, die biykens de toelichting van het ontwei p do kamerverhuurders en -verhuursters 23) Toen Erwin tot zichzelf kwam, bevond hy slcli in de cel voor gevaariyke krankzinnigen. IX. Hot was een prachtige Meimaand dat jaar. De jonge man, die voor een der getraliede ▼ensteis van het zenuwlydera gesticht stond, zou Uloor zyn vroegere kennissen -misschien niet als graaf Erwin Drosendorf—Dustheim, de vropger zoo chique ulanen-officier, boikend zyn. Het was niet alleen de korte baard, die aan hut vermageide gezicht iets ouwoiyks gaf, liet was vooral do uitdrukking der oogen -do directeur noemdo bet de diepzinnige uitdrukking, dio motteityd op verlamming der geosi vei mogons wyst. En die vroeger zoo overmoedig schitterende oogen hadden worke- lyk i6t-5 diopzinnigs gekregen. Ervrin wist al lang, dat liy den directeur 'en de twee doctoren, van wier zending hy belaas te laat onderricht was, door zyn dwaas gedrag versterkt had in hun vernietigend oordeel. HU was werkoiyk ziek geworden na die vreesoiyke uitbarsting van woede en had Weken lang met typheuze koortsen te bod gelegen. Als een herboren monsch was hy van |z(jn ziek bod opgestaan; met een geheel anderen blik keek hy nu op zyn vorleden neor Hy wilde een nieuw, een werkzaam leren beginnen, dat doel kwam hom nu meer begeerenswaard ▼oor dan het heroveren van zyn vermogen, lui Kocht hy niet hopen, dat het noodlot hem een dergolUk gelouterd bestaan zon gunnen, als boetedoening voor zgn lichtzinnig heid en voor zyn misdaad? Hot ontkomen uit dit gebouw was de weg tor vervulling zyner gelofte. Ja, \ryheid,vry- heidl Dan zou hy kunnen bewyzen, dat hy ernstig van plan was zyn leven te beteren, HU geloofde niet, dat men hom ooit als her steld ontslaan zou De verklaring der rocht- bank luidde: „Graaf Drosendorf is ten gevolge van de door de rechtbank vastgestelde ver zwakking der verstandelyke vermogens onder curateele gesteld, terwyi vryheor von Drosen dorf als zyn voogd aangewezen is en in zUn rechten troodt totdat de patiënt beter is" en dus zou Aribort hemel en aarde bowegon, om te voorkomen, dat men hem voor hersteld verklaarde. Laar de directour hem niet als gonezen wilde ontslaan, was het zaak zyn vryheir op een andere wyzo te veroveren on dien man op zUn eigen, hardnekkig vastgehouden stand punt aan to vallen door hem in zyn over tuiging te versterken, dat hy hoe langer hoe meer achteruit ging. De zieke kreeg nu krachtiger kost en mocht onder het toezicht der oppassers byna da elyks eenigen tyd in den tuin doorbrengen, de kamer lucht had liem erg bleek gemaakt. De op passers beschouwden hem nu als den minst gevaariyke van al die ongelukkigen, dio in die particuliere inrichting voor zenuwiyders een onderkomen hadden gevonden, en weldra trokken eenigo op hun gemak gesteldo oppassers hiervan pariy en lieten hem zoodra by in den tuin was naar hartelust rondloopen of op het een of andere bankje zitten. Waarom zouden ze zich veel met hem bemoeien? Aan den eenen kant was er niets, waarin hy belang atelde, ea aan den anderee kant waa hy zoo goocJig, dat oen kind hem had kunnen bewaken» Over den tuinmuur klimmen! Dat was het punt, waarover hy voortdurend dacht. Maar hoe? Eindeiyk, nadat hy weken lang gezocht had, hot was intusschen zomer gewoidon scheen het goluk hem te begunstigen. Aan den eenen kant van den tuin was een greppel, die niet veel meer dan een motor diep was, en dio door een houten hok van den tuin was gescheiden. Die greppel scheen in verbinding to staan met oen beek in de buurt, want toen het eons geonwoord on hard ge regend had, stond er water in Waar was dat water er in gekomen en hoo slroomde heter weer uit? Toen hy eens op een dag gelegenheid bad om het hek eens goed te onderzoeken, ont dekte hy, dat het wator door don muur naar binnen kwam en wol door een taineiyk groote oponing, waarvoor zich oen Uzeron rooster bevond. Die rooster was geroost en stond een beetje scheef Zou dat niet tot de gevolgtrok king kunnen leidon, dat het door't geweld \an het wator iotwat los was geraakt? Zyn ontdekking liet hem geen rust meer. Van één ding was hy vast overtuigd: Als er quaertle kon zyn van eon poging om to ont vluchten, dan kon hot alleen op die plek ge beuren. Intusschen maakte hy in gedachten alle toebereidselen voor die vlucht; hy moest elk oogenblik bereid zyn om van do gelegenheid te profiteeron. Zyn geld had men hem afgenomen, maar zyn voorwerpen van waaide had hy nog Zyn horloge, zyn ketting en zyn ringon zouden wel genoeg opbrengen om zyn vluoht naar Engeland te bekostigen. Veertien dagen lang was het regenachtig weer. Dan kwam er een mooie dag. Erwin kon in den tuin gate, maar de greppel etond vol bestuurde. Men mogo het gevaar door wotte- ïyke bepalingen tot een minimum terugbren gen, deze zyn nooit zoo te maken, dat niet hier of daar een ontrouwe rentmeester aan een gemeente onaangename verrassingen zal brengen. Zeker, de gemeenten hebben voor, dat haar bedry ven een monopolistisch karakter dragen en dat zy baar tarieven kunnen vaststollen, en aldus togen verlies kunnen waken, maar dit alles heeft een grens. De winst hangt niet alleen af van de grootheid van den prys, maar ook van den omzet, dien de gemoonto niet in haar haud heeft. Zy kan voor haar ga9 een prys gaan vragOD, dio da voorkour doet geven aan petroleum. Zy kan haar tram- tarief zoo hoog stellen, dat mon loopen boven rUden verkiest. Z||n er geen monopolistische bedry ven te over, die ondanks baar monopolie geen florissante zaken makon? In welken treurigen toestand zullen niet gemeonten komen, die hun bodiyven in tydporken van bloei oprichten en later in vorval geraken?" Mr. M. W. F. Troub merkt in Vronen des Tijds op, dat het ontwerp tot wijziging der Gemeentewet niet bloot de g o m e e n t c- b o d r ij ven wil regelen, maar ook wil b e perken do bovoegdhoid tot bel uitoofonon van die b c d r ij v e 11 Dit Laatste, meent hij, is zoozeor hoofddoel, dat men het karakter van liet ontwerp, voor zoovor het do gemeentebedrijven raakt, on juist aanduiden zou zelfs door hot to noemen een ontwerp tot regoling ou beperking van dc gemeentelijke bevoegdheid op dat ge bied Do beperking, zegt de schrijver, die hot ontwerp aanbrengen wil, volgt niet uit do regoling, dio het biedt; het verband i? omgekeerd: de regeling volgt uit do beper king. Heb ia een ontwerp tot beperking cn rogcling van de bevoegdheid dor gemcentca tob uitoefening van bedrijven. „Do zondigheid dor menschelijko rede," schrijft hip. Treub, „heeft zich bij dezo ge legenheid bij do christelijke regecring op een wijzo geopenbaard, dio voor do broederen niot andera dan bedroevend we zen kan. In zijn ijvor don sociaal-democra tische n vijand te vervolgen, heeft de minis ter van binnenlandscho zaken niet bomerkt-, dab hij zijn eigen anti-revolutionair terrain verliet on terechtkwam op het veld van den revolutionairen staat met zijn miskenning van do souvoreinitcit in oigen kring. Hot program eisoht uitbreiding; dc Re geering brengt inkrimping der gemeente lijke autonomie. Welke kan wel de grond zijn, dat lijnreohb in strijd met don cisch van heb program inbreuk gemaakt wordt op de bovoegdhoid der gemeente, zelvo to be oordeel en wat het coonomiscli bolang van haar cn haar loden medobrengb! Waarom wordt, in strijd met de leer, in stodo van de administratio van onderen op uit bi bieidon, do administratie van boven af verscherpt!" Do schrijver behoort niet tot hen, die bij clko inmenging van don Staat in botgeen tot nu ton vrijelijk door do go me onto naar eigen goedvinden geregeld werd, vorzuch- tingon slaken over schending dor gemeente lijke autonomio. Hij 6chaart ziob. ook niet aan de zijdo van prof. Oppenhoim, die do regelingsbevoegdheid, voor zoovor zij niet nan do gomeente wordt ontnomen, onbe perkt aan haar wil laten en dio uit dien hoofde van oordeel is, dat de gemeentelijke autonomie door voorschriften als in do Woningwet aan de gemeentebesturen wor den gegeven, gehavend wordt on dat do twintigste eouw van dergelijke voorschrif ten zaJ hebben terug to konion. „Integendeel, ik ben van oordeel, dat d? natuurlijke groei van het organisch staats verband beperkingen in de vrije regelings bevoegdheid der gemeente, gelijk de Woning wet dio brengt, in dc twintigste eeuw in tocnomcndc mate noodzakelijk zal maken. Zulke beperkingen van de regelingsbe voegdheid der gomeente, welko haar grond vinden in het uitgroeien van bepaaldo be langen buiten do gemeentegrenzen, passen in dc leer van het allengs gegroqido en steeds doorgroeiende staatsverband ten volle. Doch waar zulke beperkingen van het terrein dor gemeentelijke autonomie in toe nemend»? mate onvermijdelijk worden zul len, is 't dubbel geboden zich s^lirap te zettcu tegen olko beperking dier autonomie, welkq niet in den natuurlijken groei van het staatsverband haar verklaring en recht-, vaardiging vindt. Beperkingen in deq lnatstbedoelden zin zijn evenveel inbreuke^ op dezo autonomie, ovenveel inbreuken op de souvereiniteit in eigen kring der gemeen te. Ieder, dio de waardo beseft van cou go-s zond en krachtig ontwikkeld gemeen tele ven voor het geheelo staatsverband, hoeft zich tegen dergelijke inbreuken met nJle kracht te verzetten cn zeker rust dezo plicht op do staatspartij, dio horstel der gemeentelijko autonomie door decentrali satie in haar program geschreven hoeft." Mr. Treub betoogt vervolgens, dat do voorgestelde vrijheidsbeperking in dc anti revolutionaire leer van het historisch ge worden en zich ontwikkelend staatsverband geen enkelen rechtvaardigingsgrond vindt. ,,Zij is alleen en uitsluitend hieruit re vorklaren," zegt hij. „dat dc minister Kuy- per den partijleider Kuypcr en met dezen „het program" verloochent cn uithoofde van het roode gevaar voor het doorwerkrvu dor gemeontelijko vrijheid niet zonder zorg is. Onze christelijk-historischc ridder snijdt, om den soci a a 1 - democrat i schcn draak te tivffcn, een zijner meest geliefkoosde troe telkinderen don hals af. Natuurlijk kan het een man als dr. Kuy pcr niet ontgaan, dat hij mot zijn innrouk op tie gemeentelijke autonomio cn politic- ken kindermoord beging. Zoo diep zelfs was hij daarvan doordrongen, dat hij, die prin- cipieele godachtenwissclingen niet schuwt, zo veeleer opzoekt, hier, waar hij zijn voor- olcl principieel had to rechtvaardigen op den grondslag van zijn staatsleer, dio recht vaardiging ontwijkt, omdat zo niet mogelijk is. De Memorie van Toelichting bewaart over dc hier op don voorgrond staande kw<>st.i.i der gemeentelijke autonomie een welspre kend stilzwijgen". Wat do regeling betreft, mr. Treub schrijft onder meer: „Met do bekendo moeilijkheden, waartoe do artt. 233 cn 25-1 aanleiding goven vooral in verband met do oxploitatio der gemeente bedrijven, laat hot ontwerp, dat dezo be drijven regelen wil, zich niet in. Het kent dio moeilijkheden niet en laat zo in liaar vollo kracht bestaan niet alleen, maar voegt or niouwo aan too. Het beperkt namelijk do gemeente in do uitoefening an bedrij ven, maar hot gcoft niet aan, wat ondor „be drijven" is to verstaan. Wij weten nu al, dat hot bedrijf naar do tot dusver gebruikelij ke interpretatie valt onder do in gemeen tewet bekendo „werken cn inrichtingen"; het begrip bedrijf is echter minder omvat tend. Dc Memorie van Toelichting zegt dit zelf: „Do gemeentebedrijven, die tol dusver moesten worden geacht begrepen te zijn on dor do algcmceno uitdrukking: „worken on inrichtingen" in art. 141, worden hier als afzonderlijko species van hetgeen tot do go- mcontcbuishouding kan worden gcbraclib in do wet gegrond". Men zal dus krijgen werken en inrichtingen, wier beboer als be drijf geldt, on als zoodanig valt onder do beperkingen cn regelingen van hot gemeen tebedrijf, en werken cn inriohtingen, met wolko dit niet bet goval is cn ton aanzien waarvan die regelingen cn vooral dio bc perkingen niet gelden. Maar zelfs oen po ging om beide soorten van werken cn inrich tingen tegenover elkander af to bokene'i, ontbreekt. Is het hebben cm boh ren van ccn oph va' brug, voor wel kei- doorvaart bruggeld ver schuldigd. is, een bedrijf! Dat van ccn markt, waar staangeld gevorderd wordt! Dat van een kade, waar opslag van goede ren tegen betaling van een recognitio toe gelaten is! Dat van een overdekte opslag plaats voor handelsgoederen! Dat van ccn waag! con loskraan! ccn pontvcoreen apotheek voor armlastigen, Wclko ook aan anderen levert? een gasthuis ook voor bc ta lendon! eun badhuis! een wasohhuis! ccn bank-van-leon ing? een inriohting voor brandverzekering van onroerende goederen woonhuizen tor verhuring? landerijen in o;gen beheer! landerijen tor verpachting van don grond zelf of ter verpachting van hot daarop wassende gras!" Het ontwerp, zegt dc schrijver, dat zijn bepalingen niet in de Gemeentewet inweeft, water en dus was er geen sprako vandat hy door hot gat kon kruipen. Daarenboven kon by or niet dicht genoog bykomen. Eindeiyk, eindelijk was liy weer in do gele genhoid, om het piokjo, dat oen magnetische kracht op hom uitoefende, nog oons te bekykon. BU den eersten oogopslag merkte hy, dat liet water, dat nu nog slechts in zeor geringe hoe veelheid voorhanden was, zyn verniolendo ar beid had voortgezet. Maar do nabyhoid der oppassers verhinderde hein weer door liet gat to kruipen. Hy moest een byzonder goede gelegenheid afwachten als by zUn plan niot wilde doen mislukken, waar van het gevolg eon zoó strenge bewaking zou zyn, dat hy alle verdere pogingen om te ont vluchten wel voorgoed kon opgeven. Dus go duld on voorzichtigheid. Vóór alles geduld, al verlangde hy ook met geheel zyn ziel naar vryhoidl En zoo word liet herfst voordat het geluk hem goedgezind was. Eóns op een dag waren de patiënten weder tot het vallen der schemering in don tuin. Op een gegovon oogenblik moesten alle oppassers zich in een afgelegen gedeelte van don tuin verzamelen, omdat een twistzieke patiënt mot een paar anderun aan het vochten was en niet tot bedaren wilde komen. Dat was een gelegenheid. Dat zag Erwin dadoiyb. Vlug trok hy een paaltje uit don grond cn klom over het bekje in de greppel. Als hy nu maar gonoeg kracht in zyn handen had om het yzeren deurtjo los te rukkenHy siak er zyn houten hefboom tusschen, hetdeuitje kraakte en maakte een massa kalk los uit den muur. Maar do lat brak ongelukkig af. HU gunde zichzelf den t(Jci niet om oen ander paaltje uit den grond te trekken. Hy zotte zyn tanden vast op elkaar, greep het verroeste deurtje me* beide bande® vast en trok zoo hard als hit maar kon. Liet weekHot week Nog een flinke ruk, nog óón liet was gedaan. Nu stond hy voor de groote boalissing. Ileel handig kroop hy door het gat, dat door het wegnemen van hot deurtje golukkig nog iets grooter was geworden. Hy zakto met zUn handen en zyn knieën in de modder, maar wat kon liem dat 6cholen, nu hy by den eersten oogopslag zag, dat liy zich in oen open moestuin bevond, die tusschen akkers on weilanden lag. Iiy kon hot byna niot gelooven, dut hU heusch vrU was, heelomaal vrU! Tranon wel- den in zyn oogen op en hy had op zyn knieën willen vallen om den grond te kussen, dien lieoriyken bodem der vryheid. Maar hy bedacht dat by geen oogenblik mocht verliezen. Zoo snol als zyn beenen hem konden dragen, rondo hy voort in de richting van oon bosch vóór hom. In dat bosch was hy meor in voi- ligheid. Aan don stand der maan, dio pas was op gegaan, kon hy zien, welke richting hij moost inslaan om de grenzen te bereikon. Dus voort, voort Na oon kwartier geloopen .te hebbon.kwam hy het bosch uit en betrad hU woer hot akker land. liy kwam een half volwassen meisje tegen, een boerinnetje, dat aan het houisprokkelon was geweest. Hot meisje vertelde hem welken kant liU moest uitgaan om den straatweg to bei eiken. Maar hy had geon zin om oen straat weg te volgenlangs dien weg zouden zUn vervolgers komen; zo zouden er natuuriyk de voldwacbtor8 in halen. Hy liet zich hot boscli- pad wyzon, dat naar do grenzen voordo. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5