No. 15454
LEIDSCK DAGBLAD. ZATERDAG 2 JANUARI. TWEEDE BLAD.
Ann# 1904.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Da testamentaire beschikking.
Onder het hoofd Kinder-exploitatie
lezen wy in Het Nieuwsblad voor Nederland
het volgende:
Er is een goed werk verricht door de af-
deeling Amsterdam van don Onderwijzersbond:
zy heeft een onderzoek ingesteld naar toe
standen, van welker bestaan menigeen onbe
wust zal zyn geweest, en ontdekkingen gedaan,
die ook de meer ingewyden verbaten moeten.
Het onderzoek betrof den arbeid der school
kinderen, niet den arbeid op school noch bet
huiswerk voor de school, doch don arbeid door
schoolkinderen verricht buiten den schooltyd
ten dienste van eenig bedryf of een tak van
handol.
Dat kan niet veel zyn, opport allicht de
niet-sngewyde; in de eerste plaats toch ver
biedt do Arbeidswet, dat kinderen beneden
12 jaar arbeiden voor fabrieken of onder
nemingen en onze arbeid si nspectie xal toch
wel „mans genoeg" zyn om dat verbod te
handhaven.
In de tweede plaats echter is het toch vry
wel ondoeniyk een kind, waarvan de ochtend
en de middaguren door de school In beslag
&yn genomen, geregeld to laten werken.
Beide beweringen stryden intuascbe» met
de werkelykheiddat leert ons het rapport
der enquête van de onderwyzers. Daaruit toch
zien we onder meer, dat 89 jongens en 20
moisjos beneden 12 jaar van do openbare
scholen der lsto en 2de klasse, waarop het
rapport betrekking heeft, arbeid verrichtten
in induetrieelo bedryven, 283 jongens en 101
meisjes beneden dien leeftyd werkten voor
dergelyko bediyven. Nu i9 het mogeiyk, dat
het werk dier kinderen eon enkele maal niet
onder de Arbeidswet viel, men kan oveituigd
zyn, dat in verreweg do meesto gevallen die
wet door deze kinder exploitatie met voeten
werd gotreden, trots de arbeidsinspectie.
Die cijfers vormen intusschen slechts een
betrekkoiyk klein onderdeel van de totaal
uitkomst. Immers, als wo de getallen van
alle schoolgaande kinderen, die buiton den
schooltyd werk verrichteu, kinderen boven
12 jaar, kinderen, die vader helpen, enz.
bUeentellen, verkrijgen we oen eindcijfer van
2919 op oen totaal van ongeveer 25,00® kin
deren, waarovor het onderzoek liep, d. i. dus
meer dan 10 percent.
Nu zouden wo op de zaak missohien Uch
niet verder zyn ingegaan, indien dat werk uit
het doen van enkele boodschappen, hot ver
richten van eenige huiseiyke bezigheden, ene.
bestond, maar wo hebben ons buitengewoon
geörgerd over de gruweiyke exploitatie, waar
van tal van die kinderen do slachtoffers zyn.
In de staten der enquête commisaio vindoa
we vei meld kinderen van 8 jaar, die buiten
schooltyd 24 tot 80 uur per week werken;
kinderen van 12 jaar, die het tot moer dan
80 uur brengen, dat is dus 6 uur per dag
buiten de 5 uur schooltyd!
En dan moet men lezon do concrete voor
beelden van kinder exploitatie, welke de com
missie op liaar statistische modedeeliugen doet
volgen 1
Een paar aanhalingen slechts:
L. v. d. B., een meisje van 12 jaar, bozorgt
brood. Ze is geheel scheelgegroeid.
W. V. en M., respectievelijk 13 en 12
jaar, zyn zakjesplakstors. Ze werken ruim 80
uur voor 50 cents per week. Beidon zy« zeer
zenuwachtig, 'e middags vorbazond suf en mat.
Het vele werk buiten de school is oorzaak,
dat ze vaak haar lossen niet kennen.
P. C. J. K., 11 jaar, broodbezorger 50 cent
per week. Ia in dienst bg de bekende firma
Staat om halfvior op. Moet er halivyr zUn,
tot schooltyd. Na schooltyd van halfvyf tot
zes. Dos Zaterdagsavonds tot halfóón 1 Hy
zegt, dat er by 11 jongens aldus werken.
Hy is een paar maal biyven zitten, toch vrU-
wel normaal in zyn vermogens. Echtor be-
weegiyk en lastig.
W. W., 11 jaar, kousjes-gloeien voor z(jn
vader. Holpt meer dan twaalf uur per week.
Kan z«er slecht zien.
M. M., 11 jaar, barbiersleerling, levert zoo
nu en dan overtuigende bewijzen van slechten
Invloed van het baantje. Niet zoozeer nog
ten gevolge van do inspanning als wel van de
eigenaardige omgeving. Hy rookt 'b Zondags
(en misschien in de week) van de 6, pandoert
met zyn vader on trakteert dezen, als de
kansen van hot spel den zoon gunstig zyn.
Alles van loon en fooien.
14)
„Hoe hebt ge hem dan herkend?" vroeg
Biberich, die biy was, dat Drosendorf zich
alleen maar vrooiyk maakte over zyn door-
luchtigun tegenstander.
„Ik kwam juist by het buffet, toen hy zyn
masker oplichtte om zijn terdego ontwikkelden
neus in een champagneglas te stoken."
Erwin glimlachte minachtend. „Hy is
op avontuur uit; daar kunt ge zeker
van zyn!"
Erwin keek de beide officieren torsluiks na,
toen zo zich na een poosje verwyderden. Hy
had ondanks zyn gesprek heel goed gemerkt,
dat zy een paar maal met elkaar gefluisterd
en hem even aingekekon hadden.
Nu hoorde hy dicht by zich een vreemden
officier vertellen, dat men prins Chlodwig
ontdekt had, en wel In gezelschap van een
vrouwelgke domino, dio een echte Juno-ge-
stalte had. Dat was pikant!
Erwin verwyderde zich weldra en mongde
xich in het godrang der groote zaal. Plotse
ling kwam er een vrouweiyk masker naar
hem toe, een donkere domino, dio heel wat
•mvang bad.
„Ge schUnt u niet byzondor te amuseeren,
•dele rooverhoofdman," zei de domino. Erwin
herkende de stem dadelyk en vervolgens be
greep hy ook wie de als een Friescho boer
gekleede heer was.
„Schoon masker," antwoordde hy glim
lachend, „ik ken je. Als het hier in deze
•mgeving niet op het kantje af van ongalant
Reeds een paar maal moest hy overgeven
onder schooltyd; eenmaal van het rooken en
eens van „negrohead".
Hoewel de opvoeding thuis dus in geen
geval een ideale zou zUn, geloof ik toch, dat
het baantje het zeer verergert.
Buiten de acute gevallen van misselijkheid
is de jongen doorloopend slordig. Maar hy
heeft een good vorstand, en kan daardoor
over het geheel nog mee.
S., 10 jaar. De vader van dezen jongen
brengt brood rond by de winkeliers (met paard
en kar). S. moet daarby helpen. Staat om
twee uur op en is bezig van half drie
tot acht uur. Tusschen schooltyd helpt
bij in een water- en vuurnering (voor 12'/,
cent per week). Moet dan ook het paard nog
Inspannen. Om 4 uur geld ophalen van hot
bezorgde brood en afdragen aan de fabriek.
Om balfzes is hy vry, maar moet dan natuur
lijk spoedig naar bed. Dit jongetje heeft dus
een dageiykschen werkdag van 8 9 uur.
Op Woensdag- en Zaterdagmiddag moet
hy vader ook helpen, 's Zaterdags gaat hy
12 uur naar bed, staat 's Zondags om 10 uur
op. Moet dan tuig poetsen, paard rossen, enz.
Gaat dan weer wat slapen en daarna een
poosje loopen met vader.
Speelt natuuriyk nooitl
Wie leest die laatste levensgeschiedenis
met droge oogen? Is het niet verschrikkeiyk,
dat een kind van 10 jaar aldus wordt alge-
beuld onder bescherming der wet? Is dat
niet terecht een „treurzang der ellondo",
geiyk de commissie van rapporteurs zich
uitdrukt?
Toon we kennis genomen hadden van de
bloemlezing der commissio uit de door haar
verzamelde feiten, hebben wo dan ook do
rest barer conclusios tor zyde gelegd: of c'e
arbeid buiten de school invloed heeft op hot
onderwys of niet, is voor ons een vraag van
don tweedon rang geworden; do hoofdvraag
is voor ons: Kunnen we hot maatschappeiyk
leven zo<5 inrichten, dat do kinderen kunnon
genieten van de vrijheid hunner jeugd? En
die vraag zouden we niet willen, niet mogen
ontkennend boantwoorden. Die kinderexploi
tatie is oen aanklacht togen onze maatschappij,
welke zoo spoedig mugeiyk te aiot moet
worden gedaan, door zedeiykon dwang, door
den invloed dor beschaving en daarnaast door
wettelijke maatregelen, die den ouder dwingen
om aan het kind te geven wat het rocht
van het kind is, hot recht om van de korte
spanne tyds, die zyn jeugd vormt, te genieten,
wat er van te genieten valt.
Aan kinder-exploiiatie, geiyk de enquête
onthulde, moot een eind worden gemaakt.
Van het Tijdschrift van het Centraal Bureau
voor de statistiek heeft by Gebrs. Belinfante
de G.ie aflevering het licht gezien, bevattende
do inlichtingen, door de Kamers van Ar
beid verstrekt over het 2de kwartaal 1903. De
Inlichtingen betreffen do wyzo van uitbetalen
van het loon, de hoogrootheid van loon en
arbeidsduur, opgaven omirent overwerk, nacht
arbeid on Zondagsarboidby zonderheden om
trent de arbeidsmarkt; andere geschillen over
arbeidsaangelegenheden dan werkstakingen on
uitsluitingen; loon- en arbeidsduurregelingen
oprichting en te-niet-gaan van vakverenigin
gen van patroons en van werklieden; andoro
belangryke voorvallen op het gebied der arbeids
verhoudingen statistiek van do berochting der
vertredingen van de Arbeids en Veiligheids
wet; verrichtingen ex art. 35 der Leerplicht
vrot gedurende 1902.
Ten slotte wordon eenige mododeolingen
epgenomen van Nederlandsche gezanten en
consuls in het buitenland
In do statistiek betreffende de loonen en
d6n arbeidsduur komt ook een kolom voor
behelzende Inlichtingen omtrent Zondags
rust. Daaruit blykt, dat slechts in elf gevallen
„goen Zondagsrust" moest aangoteekond wor
den. Daarvan waren verstoken: buffel juffrou
wen, kellners en bedienden in koffiehuizen,
kamermeisjes in hotels, koks in idem, bedien
den by een photograaf to Amsterdam, werk-
lioden in een kur.stmeststoffenfabriek te
Dordrecht (welk bedryf gerangschikt wordt
onder do voedings en genotmiddelende
bedienden in oen tabaks on sigarenfabriek te
Haarlem (dio 1 of 2 vrye avonden per week
genieten) en de werklieden in een zwavelzuur-
Ook glas on zwavelzaur worden gerangschikt
onder de voedings- en genotmiddelenI
was, dan zou ik u als myn geachte moeder
aanspreken."
„Hy laat zich niet voor den gok houden,"
antwoordde oom Aribert met een lulden lach
en nam ook zyn masker af. „Wat is het bier
warm, bó? Ik stik byna, maarHolmine vindt
het aardig 1 Waar gaat ge heen, ouwe jongen?
Gaat ge met ons wat gebruiken?"
„Dank u, ik kom pas van het buffet. Neem
me niet kwaiyk, maar ik heb afspraak met
een paar kameraden on Ik zio, dat ze al naar
my uitkykenl"
„Ja, dat is waar, ge gaat nu weer druk mot
hen om, ook in do sociëteit. Nu, tot zienB dan 1"
Die met nadruk uitgospioken woorden deden
den graaf onaangenaam aan. Dus die waren
ook al op de hoogte van dio geschiedenis I
Hoe was het mogeiyk, dat zoo iets zoo gauw
verspreid werdl
„Hoe vreemdl" zei barones Heimine tegen
haar man. „Hebt ge hem goed aangekeken?
Hy heeft zoo'n vreemde uitdrukking in zyn
oogen; ik zou byna zeggen, dat er iets
dwalends in iel"
„Ik geloof, dat hy al weer te veel op
heeft. Hy moest juist erg voorzichtig zyn op
dat punt."
Erwin bleef tegen een zuil geleund staan
en keek naar de menschen, die voorby
kwamen. Hy zou het liefst weggegaan zyn.
Maar zyn kameraden mochten zich niet
vrooiyk over hem maken. Hy wilde een van
de laatste zyn, die naar huis ging.
„Een flesch Pommery, daar gindsl" zei
hy tegen een kellner en trok zich terug in
een van de kabinetjes, die in een gedeelte
van den foyer door hcoge kamerschermen
waren gemaakt. Hier stonden kleine gedekte
tafeltjes en rood-fluweelen divans. Dat was
het toevluchtsoord voor verliefde paartjes.
fabriek te Dordrecht (waar in dag- en nacht
ploegen wordt gewerkt).
Overigens vindt men aangeteekenddat In
katoonspinneryen, behoudens herstellingen
aan machines, 's Zondags niet gewerkt wordt;
voor enkele andere fabrieken en workplaatsen,
dat wanneer Zondagsarbeid voorkomt, het
loon met wordt verhoogd; by anderen,
dat 's Zondags door enkolen gedurende korter
of langer tyd gewerkt moet worden, wat
vooral in brood- en banketbakkeryen het geval
Is; ook komt enkele malen voor de vermel
ding soms komt in den schoonmaaktyd
Zondagsarbeid voor (witters, behangers en
stoffeerders); en 's zomers geen Zondagsarbeid
in enkele gasfabrieken, of in den zomor wordt
enkele uren gewerkt by slagers en mineraal
water fabrikanten.
Al deze vermeldingen zyn uitzonderingen.
By do zeor groote meerderheid van work-
lieden vindt men aangeteekend geen Zondags
arbeid, of Zondagsarbeid komt zelden of hoogst
zelden voor.
By de werklieden in dienst van eon goud-
on zilverborduurder te Amsterdam vindt men
aangetookeDd, dat zy dikwyis op cbristeiyke
leeatdagon moeten werken.
In No 60 der Mededeelingen van de Ver
eeniging tot verbetering van Armenzorg te Rot
terdam (Oppert 61) komen voor onkele dingen,
welke in breeder kring aandacht verdienen.
Sprekende over ziekto verzekering
schryft Aletta Hingst, te Amsterdam, o. a.
„Nu in do wetgeving het beginsel van ge
dwongen verzekoring eenmaal is aanvaard, is
het te voorzien, dat een pnncipieele bestryding
van vorpliohto ziekteverzekering meer een
theoretische dan een practischo waardo zal
hebben.
En toch is hot geheel Iets anders of de werk
gever godwongon wordt tot vorgoeding van de
door zyn bediyf veroorzaakte schade, dan wel
of de workman gedwongen wordt do noodigo
voorzorgsmaatrogolen to nemen voor zich en
zyn gezin. Do hoofdvraag is, of het duurzaam
belang dor maatschappy medebrengt, hon, die
zei ven verzuimen zoodanige maatregelen te
nemon, van overheidswege hiertoe door dwang
te brengen. De Staatszorg grypt hier diep in,
ofschoon op vorro na niet zoo krachtig als
by de oudendag verzekering. Want by deze
is ook een uitgebreide firiancieelo steun van
het Ryk oen onmisbaar vereischte, zells by
de minder radicale plannen, die alleon eenige
kans van slagen zouden hebben. By deze
komen veel vei dor reikende overwegingen te
pas dan by de ziekteverzekering. Bydragen
worden geöiacht van do minst-bedeelden, dio
veelal de vruchton van hun medewerking nooit
zulten plukken. Een stelsel wordt opgebouwd,
waarvoor onze maatschappy eigeniyk niet ryp
kan worden geacht.
Dit kan niet worden gezegd van de ziekte
verzekering. Zy voorziet in oen behoefte, dio
ledoren dog door lederen werkman kan worden
gevoeld, die duideiyk tot hem spreekt, die
telkens offers van hem eischt. Zy zal ook in
vele gevallen de armbesturen van zorg ont
lasten en do workliodon weerhouden den
weg daarheen te zoeken. Zy wekt niet do
begeorlykheid op van de groote massa, dio
de schatkist gaarne ton behoeve van haar
peusionneering ziet ontsloten. Zy is dan ook
niet als de oudendagvorzekering by voorkeur
binnen don kring der politieke propaganda
getrokken. Maar juist daarom achten wy baar
ook aan minder bedenking ondeihevig. De
belanghebbenden zullon zeiven de middelen
moeten opbrengen voor het herstel en voor
het onderhoud van vrouw en kinderen; zy
zullen, zy het gedwongen, zich niet kunnen
onttrokken aan do zorg, die het deel is van
Ieder hoofd van oon g«-zin. En daarby komt,
dat aan de werklieden, de bolanghobbonden
zeiven, een ruime plaats zal kunnen worden
gegund by beheer en toezicht van de ziekte-
kassen, wat op hun vorming en ontwikkeling
niet anders dan gunstig werken kan."
Vorder brengen doze Mededetlingen een stuk
uit eon brief van X. over kindervoeding
en -k 1 o e d i n g op de lagere school. Hieruit dit:
„Hot verstrekken van voodsel en kleeding
van ovorhoidswogo verwerp ik op dezen grond,
dat ouders noch kinderen zich aan de overheid
gehecht kunnon gevoelen. Op den invloed
van particulieren juist komt alles aan.
„Doch hot voedsel, dat men den kindoren
op school of op de spysuitdeellng verstrekt,
dat kunnen de ouders hun toch niet ontnemen,"
zult gy my togonwerpen, want ge wilt zoo
gaarne die stumperds helpen.
Hy ging op de sofa zitten en ontdeed zich
in do allereerste plaats van zyn pistolen, door
zo naast zich noor to loggen.
De kollner bracht de llosch in het zilvoron
koelvat en bleef dan in eorbiedige houding
staan wachten O ja, hy moest dadelyk botalen.
Erwin tastto in zyn vestjeszak. Het eerste, wat
hy aanraakto, was een klein sleuteltjo. Er
gleed een glimlach ovor zyn gelaat. Was dat
niet een toeder aanJenkon aan haar, over
wie hy juist in dit stille hoekje wilde gaan
zitten peinzen? En hy drukte het kleine
metalen voorwerpje met een vuur en eon
hartelykheid in zyn hand, alsof hot een talis
man was, die zgn gevoelens kon overbrengen.
Hot was de sleutel van het achterdeurtje van
de villa in de bekende 6traat. Hy had hom
ouder gewoonte en zonder er by te donken
in zyn zak goatoken, toen hy zyn kostuum
aantrok. Maar noon, er bestaat geen toevalt
Alles is het weik van het noodlot en zyn
hand had zich aangetrokken gevoeld door dat
voorwerp.
Toen de kellner weg was, verzette Erwin
het scherm, zoodat geen onbescheiden blik
tot hem kon doordringen. „Ella", lispelde hy
en nam zyn glas op alsof by met een onzicht
bare tafeldame wilde klinken.
Maar do betrekkoiyke kalmte om hom heen
duurde niet lang. Twoe heeron kwamen de
zaal binnen en gingen al doorpratende in een
kabinet naast h6t zyne zitten. Aan de stem
van den een kon men hooren, dat hy opge
wonden waS.
„Ik ben by u aan huis geweest," zei hy
en Erwin herkende tot zUn pyniyko verbazing
de 6tem van Guadaccar von Hölleritz, „en ik
ben nu ook alleen hier om u te spreken.
Hier kunnen wo zonder getuigen praten
er is geen levende ziel te bekennen en als
Ik acht het middel (voedsel en kleeding
verstrekken, zonder onderzoek naar d® gesteld
heid enz. der ouders) echter erger dan de
kwaal, en met hetgeen ge doet, krygt gy
goen verbetering van den toestand (wat het
eindresultaat moet kunnen zyn van goede
armenzorg).
Wilt go u voor het kind inderdaad Ter-
dlen8teiyk maken, gaat dan in dienst van oen
liefdadige instelling de woningen der armen
binnen en onderzoekt daar den toestand,
tracht slechte ouders tot hun plichten te
brengen en helpt de goedo."
Onder het opschrift „Geldnood" wordt do
stryd herdacht, dien do Vereeniging steeds
gevoerd heeft tegen hot organitoeren van
feesteiykhoden om liefdadighoidsgenootschap-
pen uit hun geldnood te redden, on om die
genen, die geen belangstelling toonen en dio
niet geven willen, door een vrooiyko mise-en-
■cöne tot geven to dwingen.
„Wy hebben" schryft het verslag rdien
stryd nog stoeds to voeren, als wU ontmoedigd
niet de wapens willon neerleggen, want al
minder en minder zien philanthropischo ver-
eenigingon er tegen op, van de gelegenheid
gebruik te maken of die op to zooken, om
door zulk oen iodirecte belangstelling haar
kas te styven."
De Amhemsche Courant zegt:
In eon asterisk over den „gaug van zakon"
in de Tweode Kamer na het rocès maakt
De Standaard zich bezorgd, dat do Drankwet
in het gedrang zaI komen.
Hierop laat eerstgenoemd blad do asterisk
volgen, door ons reeds in ons vorig Pors
ovorzicht opgenomen, om or dan dit by nan
te tookonen:
Is dit te boschouwon als eon proof ballon,
als eon waarschuwing aan de meerderheid,
dat het dien wog op zal moeten? Het zou
amfora moeiiyk verklaarbaar zyn, dat het
lyforgaan van don Ministor van Hlnnenlandsche
Zakon de openbare meening voorboroi lde op
het uitstollen oenor taak, waarvan hy reeds
by zgn oplreden wist, dat de vervulling aan
een bopaaldon termUn gebonden was, torwgi
juist dio ter my ii gesteld was, om te voor
komen, dat de regeling dor Drankwotquaeslio
kort vóór de periodieke verkiezingen aan do
ordo zou komen.
Tegen de juistheid van don horoscoop,
wolkon De Standaard trokt van do wyzo,
waarop na hot Kerstrecês door de Kamer do
beschikbare tyd vormoodeiyk bostood zal
moeten worden, valt inderdaad weinig in to
brengen, maar het mag gevraagd worden
aan wie do schuld, als de Drankwet niot
bytyds behandeld worden kan? Do nfgovaar-
digde voor Arnhem, mr. Rink, hooft tot
twcomalon toe op spoedige indiening van het
Drankwetwet8ontwei p aangedrongen, maar
toch liet zo op zich wachten tot do Kamer,
te midden van den begrootingsarboid, mot
work was overladen en als ware het don
tyd moest uitbroken voor hot afdeelings-
ondorzoek. En toch word mr. Drucker's grief
onbiliyk goheeten, dat door den proinlor
wol veel wordt overhoop gohaald, maar zyn
arbeid methode mlstl llad niot, waar do
Drankwet aan den fatalon tormyn van 1 Mei
1904 was gebonden, aan baar boven velo
andoro zakon, waarvan vermoedoiyk toch mots
komt, de voorrang gogo ven raooton zUn?
De Ntderlander zogt, dat wy nu eenmaal
onder wotton lovon, waaraan zoowol do ovor-
heid als de onderdanen onderworpen zyn, en
dio niet, om welke reden ook, tor zyde kun
non wordon gezet.
„Maar dio wotton zolven", schryft hot blad,
„kunnon zeer wol onrochtvaardig zyn; zy
kunnen zelfa ons dwingen tot lete, wat wy
in stryd achten mot Gods gebod In zoodanig
goval moet wel de wet door do oveihoid
worden toegepast, maar kan het voor den
onderdaan plicht zyn liever de wet te over
treden, dan te handelen legen wat hy voor
het gebod Gods houdt. Kiost hy dit laatste,
dan behoort hy zich rustig to ondorwerpon
aan den hem opgelegden dwang, goiyk zoo
vele goede Christenen to allen tydo gedaan
hebben, zonder over rechtsverkrachting te
klagen, want rechtsverkrachting is het niot.
Voor hon echtor, die invloed op do wet
geving kunnen uitoofenen, ryst d« vraag, of
hot geoorloofd en of het onvermydeiyk is
iemand aldus te plaatsoa tusschen do kouze
er iemand kwam, dan zoudon wo hot toch
van te voren hooron."
Nu kwam ook do kellner opdagen om den
beidon gaston de ander was ritmeester
Wendling hun wyn te brengen. Toon do
kollner weer terugkwam, dacht Erwin er over
of hy maar niot zou weggaan of ten minste
een lovonsteeken geven, aangezien do twee
officieren alleen wildon z(jn. Maar liet was hem
onaangonaam Hölleritz to ontmoeten.
„Zyt gy met den middagtrein gekomen?"
vroeg Wondllng.
„Ja, en ik bevind me in een onbeschryfiyk
onrustige «temming. Wat wordt er over zyn
Ella verteld?"
„Hoe komt go daarop? Wordt er over die
dame buiten do stad dan evenveel gepraat als
hier?"
„Ik heb toevallig to Boriyn in betzolfde
hotel galogoerd als zyi"
„Zoo, zool Ik bob alleen hooron zeggen,dat
Juffiouw Frohwald zich erg gocompromittoord
heeft met den Pi ins. Als dat waar is en als
het Drosendorf tor oore Is gokomon, dan was
haar overhaast vertrek zeker het gevolg van
een breuk tusschen hen. Anderen beweren weer
dat er geen scheiding is tusschen hon en dat
hy nl jts afweet van alles, wat or verteld wordt.
Onmogeiyk zou het niet zyn; het gebeurt zoo
dikwyis, dat degeen, wien het het meest aan
gaat, het 't laatst hoort."
Erwin goot den inhoud van zyn glas naar
binnen; by voelde iets jeuken in zyn keel.
Hölleritz liep weer op en neer, biykbaar in
zyn gedachten verdiept.
„Ik kan u niet verbergen, dat lk vrees, dat
het mis zal gaaner zyn allerlei mogeiykheden.
Die Drosendorf is zoo'n verbazend opgewonden
standje. En het allerergste zou zyn, lk voor
mjj kan het niet begrypeD, maar ik heb het
om èf aan Gods gobod êf aan de menscheiyke
wet ongohoorzaam te zyn.
Wat hebben wy nu to denkon over dienst-
weigorlng op grond vau gewetensbe
zwaar?
Dienstweigering kan haar grond vindon in
de overtuiging, dat landsverdediging onnoodig
of onmogeiyk is. Daarmee hebben wy echtor
niet te rokener. Tl don Staat beslist de wet,
en aan haar gt i od is ieder, onverschillig hoe
hU over de wet uonkt, gebonden.
Dienstweigering kan ook baar grond vindon
in gomoedsbezwaron, in dien zin, dal iemands
gemoed, overtuiging, in verzet komt logon
de wet. Volgens Bpinoza oon zoor vryzinnig
man, oen vrijdenker en hot tegendeel van
een cloricaal moet zoo'n bezwaarde zich
ondorwerpon. Mon moot dikwijls liandelon in
stryd met datgene, wat -men good achtmuil
moet zelfs zoó doen, wil mon zich een iecht-
vaardig on vroom burger botoonen, omdat do
vraag wat rocht is, en kol atliangt van do be
slissing dor ovorheid. Van bet standpunt dar
genen, die geen lioogor gobod kotinsn dan de
menscheiyke wet, schijnt ons doze uitspraak
onaantastbaar. Tusschen goiyk waardige ge
voelens moet, waar conhoid van hamlolen
noodig is, onkel do wot beslissen, on hoeft
hy, wions gevoelon met de overhand wist io
behalen, te buigen. Dit goschiodt dan ook
dageiyks.
Do oigoniyko mooiiykhoid ontstaat eerst,
waar de monsch gostold wordt tusschen do
monschoiyko wet en eon hoogore wot; nl.
zUn aan Gods wot gebonden geweien."
Wanneor do overheid van do echtheid van
een gewetensbezwaar oveituigd is, dan moet
zy, meent De Nederlander, voor dat bozwaar
uit don wog gaan, mits zy daardoor niot een
onrochtvaardighoid boga tegenover andeion;
want dit zou mot haar hoogste roeping In
strgd zyn.
„Dit nu zou," schryft het blad, „ging z(j
bier voor dea bezwaarde uit don weg, juist
hot goval zyn. Immors zouden, list zy do
gowetonsbozwaarden vry, andoren voor hon
mooton opkomen. Zou dit niet scliromeiyk
onrechtvaardig zyn? En zou do gewetons-
bozwaardo zelf met die vervanging vrodo
kunnon liobbon, indion hy bodachi, dat hot
door hom veroordooldo kwaad, zoo al niot
door hem, dan toch ton gevolge zyner woigo-
ling, door oon ander goploogJ word?
Wy hebbon vt»ak voor hot rocht dor oudors
om zich togen do inenting to vorzotlon, go-
stroden, maar altijd onder óón voorwaarde,
n.l. dat niot bowozon werd, dat oningoönton
gevaariyk zyn voor hun ingeönto omgeving.
Indion dat bowezen kon worden, achtten w(|
stoods don dwang van ovorhoidswogo ook
tegenover gowotonsbezwaarden geoorloofd.
Want ook do overheid hoeft oen gowoton
zy mag niot hot lovon dor burgers In gevaar
laten brengen door anderon; indien dezo over
tuigingen koostoreu, dio zy zolvo met voor
gegrond acht.
Zoo oordeolon wy ook in het ondorhavig
geval, dat de overheid niet boboeft en ook
niet mag wykon, Indion daardoor eon ander
in last komt.
Zulks te minder, omdat do gowetonsbo-
zwaardo, zoolang er geen oorlog is of lig nist
tot het Bchieton op medemenschon goroopen
wordt, zgn gowoton niot verkracht. Uy be
weert wol, dat liU, zich voorberoidondo voor
den kryg, toch iots ongooorloofds doet, maar
goheol ton onrechte. God hooft hom, mount
hy, verboden to doodon; welnu, dat doet IffJ
niot; hy kan zolfs wolgoren in don kryg van
zyn wapen gebruik io makon. Maar zoolang
er geen oorlog isovertreedt hy bodoold gobod
niot. Zijn woigoring daarentegen om aan do
ovorheid lo gehoorzamen is wel in stryd inet
Gods gobod, maar uiet het zich ootonen, tiet
doel uitmaken van eon logorkorps. Dat hy
dit niet inziot, komt hior vandaan, dat hy
zich plaatst op den stool dor ovorheid, en
dan redeneert als volgt: fndion ik overheid
ware, zou ik, dio niet doodon wil, ook goon
voorbereiding voor den oorlog willen, dorhalve
onderwerp ik my ook mot aan oen overheid,
dio zich wel voorbereidt, zolia niet zoolang
zy my niot bevoelt te dooden.
Indien men zich wil ouder worpen a&n het
bevel Gods, goed. Maar men houdo zich
dan ook strikt nan dat bevel."
Hot blad moent daarom, dat aan bodoold
gewetensbezwaar van dienstplichtigen nist
raag worden toegegeven, ook al meenen zy,
dat Gods Woord hun hot voorbereiden tot
al wol eons bygowoond, dat iemand zyn hans-
tocht niet kon beheerschen en er per niot
het slachtoffer van werd. Gostold, dal hy nog
niet wist hoe de zakon zich oigoniyk hadden
toegedragon, zou het dan niet oon guode daad
zUn om hem te bewijzen, dat zU hem bodriogt,
dat zy tydons haar vorbiyf to Beriyn mot
prins Chlodwig gecorrespondeerd hoeft?"
„Wat! Zyt go daar achter gekomen?"
„Door oen zeor allodaagsch toeval. Toon
ik by don portier vau liet hotoi naar myn
brieven zocht, kroeg ik oen wolriokend briefje
lil handen, dat aan Ella Frohwald geadressoord
was en waarop het wapen van onzen Prins
prykte; het poststempol maakte oon einde aan
eiken twyfel aangaanilo de horkomst van dat
briefje. Gistermorgen ik bekon, dat ik liet
geen onbescheidenheid vond om een oog in
het zoil te houden vond ik een brief van
Drosendorf lk ken zUn hand hoel good
en weor zoo'n rose briefje met het zegol van
den Prins er op. En de portier, die zeker iois
gemerkt had van mUn bolangslolling, vertelde
my, zonder dat ik er hom naar vroeg, dat de
juffrouw het vorige briefje, mot het wapen er
op, zelf was komen halen en er schynbaar
at met ongeduld op gewacht had. lk kun u
niot zeggen hoe onaangenaam hot my aandeed
te zien, dat Drosendoif ook aan haar goschro-
von had het stempel was van Zondag
gedateerd. Vanmorgen vroeg wae ik bezig
met do toebereidselen voor myn vertrok en
gaf den portier myn adres op, toen hy my
vertelde, dat er dien nacht een telegram voor
juffrouw Frohwald was gekomen, waarop zy
door haar kamenier al heel vroeg om do
rekening had laten vragen, om zoo spoedig
mogoiyk te kunnen vertrokken.
(Wotdi iTvolgd,)