No. 13448
LEIDSCH DACBLAD. DCNDERDAC 24
DECEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1903
Offieieele Kennisgeving.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De testamentaire beschikking.
UEX.MSGiEVING.
ISSCUlUVnW! VOUll DE MILITIE.
Burgemeester ea Wethouders van Leiden,
Gelet op art. 17 dor Militiewet 1901
(Staatsblad no. 212) en op art. 9 van het
Koninklijk besluit van 2 December 1901
(Staatsblad no. 230);
Herinneren belanghebbenden bij deze voor
de derde maal hun verplichting tot het
doen van aangifte ter inschrijving voor de
militie, in de maand Januari 1904.
Do bepalingen der bovengenoemde wet,
,wie wel cn wie niet voor de militie worden
ingeschreven, waar de inschrijving moet ge-
j Bohieden, wanneer de aangifte ter inschrij
ving behoort te worden gedaan en op wien
de verplichting tot het doen van de aangif
te rust, komen voor in de artt. 13, 14, 15, 16
en 18 dier wet.
Voorts worden belanghebbenden verwit
tigd, dat tot de bovenbedoelde inschrijving
meer bepaald zitting gehouden zal wordeu
op het Raadhuis (kamer no. 9) alhier, van
des voormiddags tien uren tot des namid
dags drie uren,
op Zaterdag 2 Januari, voor hen wier fa
milienaam aanvangt met de letter A. B of
C;
op Dinsdag 5 Januari, voor hen wier f a-
milienaam aanvangt met de letter D, E, F
of G;
op Donderdag 7 Januari, voor ben wier
familienaam aanvangt mét de letter H, I, J
I of K;
op Zaterdag 9 Januari, voor hen wier fa^
milicnaam aanvangt met de letter L, M of
N;
op Dinsdag 12 Januari, voor hen wier fa-
I mïlienaam aanvangt met de letter O, P, Q
of R;
op Donderdag 14 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter S, T
of U;
op Zaterdag 16 Januari, voor hen wier fa
milienaam aanvangt met de letter V, W, X,
IJ of Z;
zullende van elkeen, die tot de aangifte
verplicht is. een uittreksel uit het geboorte
register betreffende den in te schrijven per
soon worden gevorderd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretarie.
Lelden, 24 Deremher 1903
Vergelijking van de S:edelijke Inkomstenbelasting
met de Rijkslasten te Leiden geheven.
IV. Eet beschrijvingsbiljet.
B(J de beschouwingen ln dit blad op 24 en
26 November gegeven, liet ik een paar punten
liggen, om ze heden te bespreken.
De inrichting van het stel vragon op het
beschrUvingsbiljet is niet zonder invloed te
achten op de uitkomsten der belasting. Een
meer preciese en gedetailleerde aangifte geeft
i op den duur betere resultaten dan een globale
som of het cyfer eener klasse, dat zich zoo
makkelijk laat neerschrijven enverzinnen.
i De tienjarige ondervinding met de aangiften
I voor de vermogens» en bedrijfsbelastingen be-
wyst, dat wie nu niet behoeft geholpen te
worden met de opmaking eenor eenvoudige
aangifte ook een meer specifieke zelf kan
invullen. Om dit laatste te mogen eischen,
moet echter eerst de verordening gewUzlgd
i worden.
Artikel 7, laatste lid, laat nu de kous tus»
schen opgave van één bepaalde som öf aan-
I wUzing der klasse, waarin men denkt te staan.
Hierop sloeg sedert jaren de redactie der vyf-
tiende vraag in het beschrUvingsbiljet, totdat
dit jaar daarenboven eene motiveering van de
aangifte werd gevraagd in den vorm eener
specificatie oer soorten van inkomen over vyf
hoofden, blijkbaar verband houdende met de
hoofdafdeelingen der aangiften voor de ge
splitste Rijksinkomstenbelasting.
Het verzuim om daarby to doen uitkomen
dat de beantwoording dezbr punten slechts
facultatief was, is in hot formulier voor 1904
hersteld. Doch nu valt tevens in het licht,
dat zonder een voorschrift in de verordening,
weinig succes met die mouwe vragen zal be
haald wordon. Een bepaling in den geest van
artikel 3, 2a der wet op de bedryfsbelasting
moet dan tevens worden gemaakt. Immers,
voor wie zyn xaak met eigen kapitaal drijft,
is het onmogeiyk uit te rekenen welk deel xyner
behaalde winst moet worden aangegeven onder
„vermogen", welk deel onder „arbeid"; de
verordening kan de moeielykheid opheffen door
een fictief cyfer, b.v. 4 pCt., als kapitaalrente
te stellen en te doen aangeven als „vermogen"
en de reet der winst als uit „arbeid" verkregen.
In 1904 zal ook voor 't eerst gevraagd
worden naar het afgetrokken bedrag voor
„belastingen", een te veel omvattend woord
in de verordening, zooals ik reeds vroeger
betoogde.
Men zegt dat achter die nieuwe vragen
de bedoeling zit om zoodoende gegevens te
verzamelen ter overweging eener sterkere
progressie in den geeBt als by de Ryksin»
kom8te»bel&8libg. De percenten klimmen daar
tot nagenoeg 6 pCt. voor de grootste inkomens
uit vermogen en tot iets meor dan 3 pCt.
voor de grootste inkomons uit bedryf. Toch
is do daardoor behaalde winst voor de schat
kist nog maar juist groot genoeg om het ver
lies, dat de vrystellingen op de lagere inkomens
geven, te dekken. Het gemiddeld percent la
by het Ryk voor inkomen uit vermogen 8,
uit bedryf l1/, percent. De gemeente heeft
minstens het dubbele noodigt
Zou een voorstel Jn dien zin hier zoo gunstig
worden ontvangen als het voorstel van den
minister Pierson mocht ondervinden? Dit valt
sterk te betwyfelen. Die nu al sluiken, zullen
er nog te meer neiging toe toonen en die nu
eeriyk aangeven, zullen ernstig bezwaar maken
om èn hun eigen percenten èn oen goed deel
van dat hunner minder oprechte medeburgers,
èn nog daarenboven het aandeel van deze
laatsten ln de progressief opgelegde percenten
op hun schouders te nemen. Dit mag rede»
ïyker wyze van een goed burger niet worden
geèischt. Gelukkig laat de organieke wet van
1897 daartoe ook geen vryheid aan het Ge
meentebestuur.
Vooralsnog biyft aan de orde als eerste
punt: practische en doortastende maatregelen
tot rechtvaardiger verdeeling van den druk
der stedelyke Inkomstenbelasting. Nu de per
centen van heffing in 1904 zoo hoog zullen
klimmen is verwaarloozing van dezen plicht
Diet zonder gevaar ook voor het behoud van
den grondslag tot nu toe verkiegen. Men
geloove iemand mot een langdurige ondervin
ding in het belaetingvak en die het vertrouwen
van velen geniet; het welgezinde deel der
burgery in alle klassen en standen wordt
meer en meer ontstemd over dergeiyk regee-
ring8beleid en dit kan op den duur slechte
ongunstig werken in velerlei opzicht.
De Raad vergenoege zich daarom niet met
den maatregel voor enkele jaren genomen om
verlaging van grondslagen en reclame te faci-
liteeren. Ook aan do verhooging, zoo noodig
ambtshalve, van de aangiften dergenen, die
jaariyka of nu en dan met honderden, duizen
den of tienduizenden vooruitgaan in hun in
komen worde aandacht geschonken, alsmede
aan het opsporen der overgeslagen belasting
plichtigen Zonder versterking der geheime
commissie en zonder aanstelling van een des
kundig hoofdcontroleur zal, naar men vreest,
weinig verbetering komen. Met „alweer een
Dieuw baantje l", is dat bexwaar niet wogge-
redeneord en de goedgezinde burgery heeft de
meerdero kosten, dio zoo hoog niet zullen
loopen, gaarne er voor over, overtuigd dat ze
tienvoudige winst zullen opleveren.
Ook voor de eer hunner party mag nóch
de rechterzyde, nóch de linkerzyde langer
dralen om tegen het bestaande misbruik in
te gaan en zoo veel mogeiyk een einde te
maken aan hot egoïste, onliberale en in wer»
keiykhs.d revolutionaire optreden der sluikers,
want het io massa ingaan tegen do wettig
tot stand gekomen verordeningen der bevoegde
ovorbeid is revolutionair, al gebeurt dit niet
met geweld, doch in 't geniep. Zy, die een
hoogst bekwaam raadslid afstemden om zyn
sympathie met de arbeidersparty mogen dit
wel eens overdenken.
V. De gemeentelijke statistiek
Ik laat nog bygaande tabel volgen, waar
voor de gegevens eerst onlangs door my
konden gecompleteerd worden, deels uit de
Ik tel er nog minstens 150 met een gezamen
lijk inkomen volgens het Rijk van ƒ200.000, waar
onder verscheiden boven ƒ3000, vele van ƒ2000 enz.
staten van myn kar/toor, deels uit my wel
willend tor inzage gegeven statistieken van
de Inspectie der Directe belastingen, eon en
ander nog niet officieel gepubliceerd, doch wel
daartoe bestemd.
Deze tabel geeft de details van de dienst
1902/8 voor de bedryfa- en vermogensbolas-
tmg afzonderiyk in klassen weer. De totalen
in de laatste kolom gelieve men niet op te
vatten ala totale inkomens van bepaalde per
sonen. Een samenvatting van de inkomsten
uit beide bronnen in één hand ontvangen en
een classificatie der aldus blykende totale
inkomsten t&q eiken afzonderlijken persoon
kan met gegeven worden voor dien dienst.
Doch de opmerkzame beschouwer kan ook
nu eenige leering trekken. Hy kan uit die
tabel vooreerst zien voor hoeveel personen
die bronnen zéé ruim vloeien, dat ze elk
afzonderiyk minstens ƒ8000 opleveren:
a. by 47 personen, uit vormogon 914,700
b. by 37 personen, uit bedryf 608,600
ie voor 84 personen samen 1,428,200.
Vervolgens kan hy zien dat by
4117 personen (waarvan 669 uit
vermogen en bedrfif tegeiyk trek
ken), uit elke bron minder dan
ƒ8000, wordt genoten:
o. by 999 personen, uit vermogen 1,836,300
d. by 8677 personen, uit bedryf 5,628,400
ia voor 4201 personen samen 8,787,900.
Naar de ondervinding door my opgedaan
by de bewerking van het gedrukt kohier voor
1903, leveren do totalen van belde soorten
van inkomens, in één haDd komende, wa&r-
echyniyk op:
1. voor de hoogere klassen110 met 1,792,700
2. voor de lagere klassen 4091 met 6,996,200
maakt samen als boven 4201 met 8,787,900
Dit geeft per hoofd gemiddeld
1. voor de eerste categorie: 110 X *6,276
2. voor de tweede categorie4091 X 1,700
8. voor een derde categorie,
die de gemeente nog beiast: 8600 X a 600
4. voor een vierde categorie,
dio ook de gemeente onbe
last laat: 6260 X o 300
Het gemiddeld inkomen der ongeveer 14,000
gezinnen ln Leiden Diyft due beneden 900.
Het is per hoold ongeveer 226.
Ik rekende een en ander uit zoo goed en
zoo kwaad als dit gaat by hot ontbreken eener
behooriyk uitgewerkte en beredeneerde statis
tiek der gemeenteiyke lasten. Het mag ver
wondering wekken, dat ons hier zoo weinig
wordt gegoven, maar voor de andere takken van
den gomeenteiyken dienst jaariyks zulke goede
overzichten en ontledingen vorscbynen. Over
vroegere jaren word in die leemte voorzien
door proles8or dr. P. van Geer, in dit blad;
ook komt van zyn hand een bewerking van
den dienst 1883 voor ln „de Statistiek van
Leiden," door mr. J. Bool in 1884 samen
gesteld on op kosten der gemeente uitgegeven.
Het juiste tydsilp voor het publiceeien van
eeD vervolgdeel op dit werk schyut aange
broken. Het jaar 1902 toch vormt voor onze
stad uit meer dan een oogpunt Je ulsluiung
van een tydvak, een tydvak, waarin veel
is tot stand gebracht en moeilyk zou een
pussonder gedenkschrift kunnon worden be
dacht voor het bestuur van wyien de buigo-
meeeters De Kauter en Was, in do laatste
jaren zoo fiveng bygestaan door don oudsten
wethouder, den hoer Juta, dan de uitgave op
kosten der gemeente van een statistisch over
zicht van Leiden gedurende bet tydvak 1884
tot 1902.
De cyfers daarvoor zyn eerst doer den heer
Bool, later door den heer Juta jaariyks ver
zameld. Zy behoeven nog maar gecompleteerd
lo worden met hetgeen dr. Van Geer leverde
in dit blad, waai by bet bureau Financiën een
bewerking zou kunnen voegen van de door
Z.H.G. overgelaten jaren. Gaarne wil ik uit
de archievon der Ryksbelastingen daar eeruge
tabellen byvoegen, om een zoo volledig mogo-
)yk beeld ln cyfers te geven van de ont
wikkeling van Leiden in de afgeloopen eeuw
en een gewenschte bydrage voor haar ge
schiedenis.
Mocht dan by professor dr. P. J. Blok lust
er. kracht gevonden wordon om aan zyn ge
schiedenis eener „HoJlandscbe Stad," waar
van twee perioden behandeld, twee andoro
tot 1816 loopeude, nog niet uitgegeven zyn,
8) De gemeente komt op lo. ƒ300,000, op
2o. /150,0UU te kort aan grondslag.
een vijfde tijdvak toe te voegen: „Lelden
„omstreeks 1900 ontwikkeling onder het
„burgeriyk bestuur (1816—1902)," dan zou
voor de aloude Sleutelstad zyn tot stand ge
bracht een historisch monument, dat elke
stad haar bonyden kan.
F. GORDON.
TABEL III.
Bedrag der afzonderlijke inkomensten uit bedrjjf
en vermogen.
De kolommen, gemerkt geven weder
hondertallen of veelvouden daarvan.
Do classificatie der laagste Inkomons, volgn.
1 6, volgens de vermogens en bedryfsbelas
tingen, sluit niet goed aan in de olflcieelo
stukken. Ik verhielp dit zoover dit doeniyk was.
„Kleiner en grooter vormogen" beteokent
vermogen beneden of boven ƒ200,000, due
vermogenslente beneden of boven 8000.
O CO O
h o r- oj
(MCOCOCOiOCBOJOt-CO
*03 ««WOCOlOCO-<N
COC-'-'COCJOSOICO'V
ocicj-^oDcicooiaix
(N CO O) lO O Ci r-1
^.1
O «O CD O C- -
io-»i«ojooa>ao»<
I O O -» OO «O «o -
1 CO N I
noso«>#c-«o)c-io
N-«"NHOOeJt^OOÓ
cococ^co^cincoo
o o a c» o c-<o co ia
c^oaOa»->#oooca»-«c~
lOHCJOi-tfOrtMiOOJ
05 CO CO if -f Cl rH
CO N W C- O co
„ei |«-ioóasoa«or>»-»
ci eo oo
©a>o>Oicot--—<cor-co
o' ei lO O) O O ci có co ei
OOIMCOCOCI-HC-CO
0H0)0)"30-tOlN
I O^l^COOlCOiOH
Ol lO CO Cl ri
©t>o>coooiOio©oeo
O IO O O O O O "o
9 M -H ci co co oó c éh
H I I I I II I I
•«focqoioooooo
rH oi co cd 00*
tNCO^O^C-COOlO
Onder het hoofd: „Do Horyorinde
Kerk en het Sooial iarno" lezen wij
in De Tijd het volgende:
Men za) zioh nog herinneren, hoe ettelijke
maanden geloden door de ..Algomcene Syno
de der Noderlandsohe Hervormde Kerk''
werd uitgemaakt, dat ook eoci aal-democra
ten voor lidmaten en predikanten van do
,,Vaderlandsche Kerk" kunnen in aanmer
king komen.
In een beschouwing, dio in de Kerkelijke
Courant over de handelingen der Synode
het lioht zag, en blijkbaar van een welinge
licht persoon afkomstig is, worden nu de
officicelc stukkon publiek gemaakt.
Hij deelt ons medo, dat genoemd besluit
met algomeene e tem men werd geno
men, alsook welke betoekonis aai
dit besluit moot gehecht worden
,,Door deze, zij het negatieve, uitspraak
heeft de Synodo dor Ned.-Herv Kerk in f
jaar onzee Heeren 1903 verklaard, dat soci
aal-democraten lidmaten, predikanten kun
nen zijn cn blijven in de Ned -Herv. Kerk,
dat sociaal-democrat ie en Christendom
elkaar principieel niet uitsluil.cn. Wan
neer do sociaaldemocraten er voor zorgen,
dat zij geen dingen doen in strijd met de
reglementen onzer Kerk, dan wordon zij"
zoo min als anderen, om hun politieke (i.o
80ciaal-democratische) beginselen bemoei
lijkt. Hen deswege buiten do Kerk te sluiten
zou onpraotisch zijn 1"
De Heraut ie verbolgen over ..zulk een
diepe(n) smaad van de Kerk van Christus,
zulk een oneer voor Gods heiligen naam,
zulk een aanranding van het gezag van Coda
Woord", cd dit te meer, omdat, zij voor
rekening komen van een Kerk, ,,dio zich
bij voorkeur do .Vader landsche Kerk"
noemt; die zich het liefst als de .Officieoio
Kerk van Nederland" aandient; die bij alle
openbare gelegenheden er bijzonder roem
op draagt, dat zij in bijzondere relatie staat
tot ons Vorstenhuis."
.Terwijl" zegt De Heraut „boel do
christelijke bevolking van ons vaderland
steeds klaarder on scherper inziet wolk ont
zaglijk gevaar ons in hot socialisme bedreigt;
terwijl dit socialisme enkele maanden voor
dat dit besluit dor Synode viel, den meest
misdadigen aanslag op het gezag en do vrij
heid dood; terwijl in bet Parlemont gestre
den wordt door onze Christenmannen, om
don geest des ongeloof», die in dit socialis
me zioh openbaart, te beteugelen, verklaart
de Synode dor Hervormde Kerk met alge
meen© stemmen, dat er geen aanleiding is
om tegen deze socialistische predikors op te
treden.
Althans zoo lang zij niet tegen de regle
menten eD wetten" der Hervormde Kerk
zondigen.
Juist dio bijvoeging maakt dit besluit nog
te pijnlijker.
Dat deze aociajistiecho heeren openlijk vnn
don kansel af De Eervorming erkende
het onlang» het bestaan van God bestrij
den, de onsterfelijkheid der ziel l<x>ohenen,
een materialistieohc wereldbeschouwing pro- 1
dikcD, dio niet alleen met de christelijke,
maar mot elko religie in onverzoenlijken
strijd is, dat alles deert de Synode niet
Het zou on p rotastan tsch zijn, daarom
iemand lastig to vallen. Een ieder moet in
zijn eigen gemoed immers ten volle verzo
kerd zijn.
Maar wanneor de belijders van den Chri»
tus, die Gods Woord hooger stellen daa
menschel ij ke wetten en reglementen, in ver
zet komen tegen de besturen der Hervormde
Kerk, denk aan 1831 cn 1886 dan in d^-
ze zelfde Synode er nis de kippen bij, «ra
deze helijdors van don Christus af to snij
den. to bannen on uit to worpen."
Het bind besluit mot de pijnlijko vsr-
zuchting
,,En toch heoton de mannen, dio mot zulk
oen Synode, braken, scheurmakers en sco-
tarissen En do Kerk, die aan zulk oen Sy
node gehoorzaamt, wordt de ware Kerk
van Christus Jezus in dezo landen ge
noemd 1"
Het is inderdaad diep treurig. Gelukkig
maar, dat zonder do .Officiële Kerk van
Nederland" het dierbnr© vaderland nog to
redden cn den troon van onze Vorstin nog
te schragen valt I" zegt De Tijd. I
In De Amsterdammer, hot Groene Week- i
blad, bracht do heer J. A. Helper Sesbrug-
gor in herinnoring, dat dr. Kuypor in 1873
in zijn „Confidentio" o.a. eohrcef:
De Staat rnag u niet dwingen sol d aat j
te worden, een ©od te doen, govacoi-
noord t» wordon, zoo deze dingen u te- x
gen uw consciëntie zijn. Ook do verplichte
krijgsdienst is een vruoht der revolutie, die
te keer moet gegaan, en het vrijo Amerika j
heeft tot den huidigcD dag zich aan invoe
ring dezer tyrannie onttrokken."
Ten aanzien van tweo dezer drio zaken
geldt, gelijk bekend, voor dr. Kuypor dit
verbod aan don 8taat niet meer; we behoe
ven slechts te herinneren, dat den 7don Mei
1601 do toenmalige afgevaardigde voor
IL
De equipage van graaf Erwin hield stil In
de voornaam stille SchilverBtrasse. De graaf
behoefde niet aan den hoofdingang der villa
te bellen. Met een klein sleuteltje, dat hy ln
zyn zak had, maakte hy het tuinhek open en
ging een zydeur binnen, van waar een ach
tertrap onmiddeliyk naar do huiskamer der
bewoonster voerde.
Te oordeelen naar de ongeduldige manier,
waarop by naar boven vloog, zou men heb
ben kunnen denken, dat hy haar in lang niet
bad gezien. En toch was het niet veel meer
dan twaalf uur geleden sedert hy met haar
uit den schouwburg was gekomen.
Ella stootte een gilletje van verbaziDg uit,
toen zy den graaf zag, en verborg de hand,
waarmee zU een boek vasthield, op haar rug.
Toen Erwin dat gebaar zag, nam zyn ge
laat een hoel andere uitdrukking aan.
„Wat hebt ge daar?" zei hU haastig. Hy
vloog naar haar toe, en stak zyn arm al uit
om haar bet voorwerp, dat er uitzag als een
boek, maar dat evengoed een pakje brieven
kon zyn, af te nemen.
„Meneer de graaf, ik verzoek u...." zei
zy met zooveel nadruk, dat hy tot zichzelf
kwam.
„Neem me niet kwaiyk, als ik je onrecht
aandoe 1 Ik weet, dat ik je door myn jaloezie
krenk," mompelde hy en voegde er dau bevend
«B Wjtt»aS4, an Uod gaSJfc,
„Ik moet weten wat go daar hebt. Toe, plaag
me nu nietl"
„Ik jou?" vroeg zy verwytend en keek
hem met haar prachtige, donkere oogen in-be
droefd aan.
„Ja, ja, ik weet het wel, ik ben degeen,
die plaagt, ik
„En ge hebt toch nog nooit de minste aan
leiding gehad om my te wantrouwenje hebt
me al zoo dikwyis beloofd die onzalige uitingen
van jaloezie te onderdrukken 1" Zy zei het met
steeds meer nadruk en trachtte zich uit zyn
omarming los te maken, want terwyi hy haar
in zyn armen hield, trachtte by steeds weer de
hand te grypon, waarin ze de papieren vast
hield. „Zóó houdt ge dus uw belofte 1"
„Ik kan niets 1" mompelde hy en pakte met
een vlugge bewegiDg haar pols vast. Dan
lachte hU, om een grappige wending te geven
aan hun etryd. „Ik ben een dwaas; ik twyfel
er niet aaD, maarhet is
Zy liet het boek achter zich vallen, deed
een stap achteruit en zette er haar voet op.
Hy wilde haar op zy duwen, om het op te
rapen, maar het gelukte hem niet. Plotseling
maakte zy zelf een einde aan den stryd. Zy
sloeg haar armen om zyn hals en kuste hem
bartstochtelyk. Dan rukte zy zich los en viel
diep-ademend en geheel uitgeput op den
divan neer.
„Nu kunt ge bet bekyken," zei zy, terwyi
zy naar bet boek wees; „ik wilde je alleen
maar bewyzen, dat ge het me niet met geweld
zoudt hebben afgenomen."
Hy schopte het weg; het was een brochure
of zoo iets.
„Een boek, waaruit je een rol hebt geleerd 1
Waarom hebt ge me dat niet dadelyk gezegd
„Qy zyt van meening, dat het 't best zou
aUn aus tü. kst toosmi goed éo rug to-
keerde; gU hebt nooit veel gevoeld voor myn
klachten aangaande het gebrek aan werk, dat
ik hier aan den schouwburg heb. Moest ik je
toen vertellen, dat ik den volen vryon ty-J,
dien ik hier heb, gebruik om voor mezelf de
rollen te leeren, waarin ik gaarne zou optreden
en waarvoor ik meen aanleg te hebben
Hy zuchtte en raapto het boek ophot was
Macbeth en de party van do vrouwelyko hoofd
persoon was met rood potlood ondei stroopt.
Zo nam hem het boekje af en wierp het op
de scbryfiafel. „Jy twyfelt er natuuriyk aan of
ik zulke groote rollen zou kunnen vervullen,"
zei zy pruilende. „GU hebt geen hoog idee van
myn talent on als de intendant my binnen
kort tot figurante wü verlagen, dan zult gU
geen vinger uitsteken om het te beletten."
Hy knielde voor haar neer, kuste haar handen
en legde er zyn heet voorhoofd op. „Ik aan
bid je, ge zyt myn godin, ik zou er de helft
van myn leven voor over hebben om me je
liefdo te verzekeren. Ik verwenech den satan in
my, die my in donkere stonden toefluistert:
zy is te mooi om niet aller bewondering to
eischen, zy is te mooi om niet te willen
zegevieren en voor de verleiding der aardsche
schatten te bukken. Neen, word niet boos,
wend je gelaat niet aft Ik ben je slaaf, doe
met my wat go wilt, eisch wat ge wilt, it
zal het je weten te verschaffen 1"
Zy schudde zacht en glimlachend haar mooi
kopje.
„Wat zou ik kunnen eischen? Ik ben ge
lukkig als ge zoo van ganscher harte do
myne zyt. Dat is de wensch, dien ge wildet
hooren."
Weer kuste hU haar handen.
„Maar de wereld kykt jou en onze ver
houding met den nek aan."
mDêi weet ik, dat weet ik well Ea men
zou het my nog half on half vergeven, zoo
ik als een groote kunstenares kon optreden.
Van het genie begrUpt men het, dat het zich
boven de algemeene weiten verholt en in elk
opzicht zyn eigen weg gaat. Maar laten we
daar nu niet ovor spreken. Ik geef niets om
de wereld en haar oordeel, als ik maar zie,
dat gy my waardeert."
„GU hebt hoogstaande beginselen en maakt,
dat ik me over myn bekrompenheid schaam.
Maar waarom moeten dio jaloeische splinter
zoekers steeds iota aan je te lakon hebben?
De speideprikken, die men u van alle k&nten
toebrengt, doen toch pUn. Laten weden mon-
schen het recht ontnemen met een theater-
biljet een aandeel op je schoonheid te koopen 1"
Zy stond haastig op. „Wat, wilt go, dat ik
de kunst ontrouw word
„Ik smeek er jo om en ge kunt het my
niet weigeren, als ge mU inderdaad lief hebt.
Je moet het tooneel vaarwel zeggen en my,
my alleen toebehooren. Doet die wensch van
mU je verdriet?"
„Het hindert me, dat ge niet aan myn
talent wilt gelooven. En nu wil ik je einde-
lUk een bekentenis doen op gevaar af, dat
ge boos wordt. Ik heb achter je rug gehan
deld. Ik zal binnenkort in de gelegenheid zyn
om ergens anders op te treden."
„Bedoelt ge buiten de stad?"
„Zyt ge boos? Ik wilde het Je niet zeggen
zoolang de zaak niet zoo goed als beklonken
was. Nu is het zoover, de theater agent Fucha
zal me vandaag of morgen het contract bren
gen. Ik moet driemaal iu dezelfde rol optreden.
Weet ge nu waarom ik je om drie nieuwe toi
letten gevraagd heb. Ik heb ze noodig voor
Beriyn."
„Ondeugd 1 Als ik dat geweten hadl Is het
met bet oog op een engagement?"
„Jat En dut engagement zou ingaan, zoodra
myn contract hier Is afgoloopen."
„Ohol Ik sta niet toe, dat je een nieuw
engagement aanneemt en als hot „gastspiel"
voorby is, dan zeggen we je engagement hier
op, dan vordwynt juffiouw Frohwald van het
tooneel en volgt Ella haar Erwin; weg vun
hier, op reis, waarheen ge maar wilt!"
Zy liet haar kopje zinken. „Zoudt ge dat
heusch van mo verlangen? Wat ben Ik dan,
als ik geen kunstenares meer ben?"
„Gravin Drosendorf, myn vrouw."
Hot was er uit, het besluit, dat in den
laatsten tyd in hem was opgekomen.
Zy was een oogenblik als versteend door
die tydingdan sloog ze haar armen om hem -
heen on verborg haar gelaat aan zyn borst.
„We zullen gelukkig zUn," fluisterde hyf
dronken van vreugde; „wo zullon in geluk
kig zUn."
Plotseling hief zy haar hoofd op en maakte
zich los uit zyn armen. „Neen, noen, ik mag
me niet zoo onbezonnen in dio zee van zaligheid
storten t Hebt ge wel aan do gevolgon van je
besluit gedacht? Hebt go bedacht, dat ge daar
door vooigoed met uw kring zult brokon?**
„Er beslaat niets, waaraan ik niet gedacht
heb en dat niet moest wyken voor do macht
myner liefde."
„Ja, dio liefde 1" Zy legde haar hand op
zyn borst alsof zy de slagen van zyn hart wilde
tellen. „Maar als we getrouwd zyn, als ge niets
meer to wenBchen hebt, als ge eens op een
dag naar uw viyheid zult verlangen, wat dan?"(
Hy sloot haar mond met een vloed van kussen;
zy moest zich daardoor wol laten overtuigen.
(Wordt venolffd.)