LEIBSCH DAGBLAD. B073BERBAC 24 DEC~i¥!BER. - VJE^DE BLAD. KERSTMISS. De testamentairs beschikking. No. 13448. Anro I9CS Met groote blijdschap begroet heel ue ohristcnwereld heden dezen feestdag met den uitroep van blijheid: Christus is gebo ren l Wat 'n eigenaardig bekoorlijk feest vis het Kerstfeest. Onder allo godsdienstige masten, zou ik zeggen, eonig in zijn soort. Eenig, omdat er heden bijna niet één Christenmensch is, die niet opgaat naar zijn bedehuis, hetzij dat hij optrekt naar Zjjn grootsche kathedraal, of dat hij heen gaat naar zijn eenvoudige dorpskerk; eenig ook omdat er nooit een vreugdefeest wordt gevierd, waarop de stem van ernst en op wekking zoo streng zich laat hooren, als op hot onze, terwijl ieder er naar luistert cn hoofdknikkend toestemt, al gaat dan ook straks ieder toch weer zijn eigen weg, als- ^of die stem niet had gesproken. Maar een feeat van blijheid blijft 't daarom toch, want al komen straks weer schaduwen, die do zon verduisteren, zij kunnen toch nooit verdrijven de weldadige indrukken, die hot licht heeft gemaakt, 'de zonnestralen niet wegnemen, die zijn neergevallen in meer dan een menschenhart, den zonne- rand niet wegdrijven, waarmee het licht het wolkenheir heeft omzoomd, 't Is een feest van blijheid, omdat het een feest van zoo goede hope en zoo groot vertrouwen go- noem d worden mag. Wat ons feest zoo aantrekkelijk maakt, is 3e groote tegenstelling waaraan het ons vherinnert. Terwijl het in de natuur koud 'en doodsch is, is er in huis en bij velsn, 'goddankI in de harten ook warmte en le ven er is wel geen feest, dat zoozeer op wekt tot liefdebetoon als hot onze; meer dan één Christenmensch ontfermt zich he den over den arme, daartoo door den over vloed van weldadigheid, dien hijzelf mocht ontvangen, gedrongen. Wat een tegenstelling ook, als wij de his toriebladen openslaan, waarop ons do grootste gebeurtenis der wereld vermeld wordt, toen misschien eenvoudig over het hoofd gezien, niet geteld, als zoo gewoon, too alledaags ,,ecn kindeken is geboren", dat ze geen bijzondere vermelding verdien de, maar daarna zoo verheerlijkt, dat ons oog aanstonds valt op dat eene en dien Eene, wien dat alles geldt. Ik be doel, aan de eeno zijde Rome, Rome's kei zer, van wien ieder woord een bevel was, onder wien allen zich bukten, naar wien millioenen omzagen als slaven cn onder wiens regeering, eenig bijna in do geschie denis, do Janustcmpel gesloten was, om dat er vrede was. Wat 'n macht, wat 'n wc- reldsche grootheid! En later, cn nu? Wat is er overgebleven van dat machtige Romo? Zeker, namen van groote redenaars, van staatkundigen leven nog voort tot in onzo dagen, maar Rome is gedaald van den eer sten rang, dien het toen had ingenomen, en neemt nu maar een heel bescheiden plaats in onder de volkeren. En daartegenover in het Joodsche land, weinig geacht in het oog van Ro- meinsche groote®, in een klein stadje bijna onbekend in de wereld, ziet het levenslicht een kind, dat straks grootgebracht wordt in een eenvoudig timmormansgezin, dat met zijn makkers als jongen meespeelde op Nazareth's marktplein maar dat, man geworden, een heerscher is geworden, oen koning, een keizer, die dwong om to luis- teron naar hem, wiens woord ook een be vel was, maar een bevel der liefde alleen, die, wonderlijke tegenstrijdigheid, koning was, omdat hij do eerste dienaar was en hccrscher omdat hij aller knecht wilde vre zen. En toen de naam van keizer Augustus j niet meer genoemd werd, toen het Romein- I I scke rijk in flarden gescheurd was, toen van zijn grootheid niet anders was overge bleven dan zijn naam, toen groeide het aan tal vereerders en aanbidders van dat kin dekon als met den dag aan, toen werd het tiental straks honderden, daarna duizen den, nu millioenen, die zijn naam op hun lippen nemen met dankbare vereering als •dien van hun Koning. En niet één is er, niet één durft er wezen, die dien naam noemen hoort, of hij ontbloot als vanzelf in gedachten het hoofd, en brengt eerbie dig een groete aan Koning Jezus. Hoe komt dat zoo? Zou het antwoord niet moeten wozen, dat wat die tegenstelling ons leert, altijd doji. door den mensch wordt gevoeld, al schijnt •de mensch uat wel eens ie vergeten. Kerstmis is, bij die twee gedachten wensch ik mij heden te bepalen, de vervul ling van een profetie en zelf weer een pro fetie. 't Is een vrij overbodig werk te betoogen, wat eenvoudig een axioma mag hecten, dat deze wereld voorbijgaat èn dat niets van deze wereld een mensch volkomen bevredi gen kon. Het eerste wordt ons ieder oogen- blik herinnerd en aan het tweede herin nert ons, d t wij de grootste wetenschappe lijke mannen, de grootste kunstenaars al tijd woer de hoogste christelijke ideeën zien aangrijpen, om uiting te geven aan do reinsto cn verhevonste aandoeningen hunner ziel. Allo wetenschap ,alle kunst wordt geadeld, gewijd doop den Christe- lijken geest. Ik bedoel, want dat moet ik toch even zeggen, dat het schoonste sieraad van alle weten on kennen en kunnen is eenvoud en waarheid, en dat het heerlijkste motief daarvan is altijd en overal: het 'die nen van anderen. Daarom klinken namen van mannen van de wetenschap en der kunst zoo hoog uit boven do menigte, om dat zij zichzelven aan anderen hebben gege ven of zoo geniaal het hoogste lovensmo- tief „zelfverloochenende liefde" hebben vertolkt. Het iB iets wonderheerlijks en iets wonderverhevens, als wij, nog eons, in de prachtigste kathedraal of in de eenvou dige dorpskerk keizer, koning en onder daan, geleerde on onwetende, aanzienlijke en geringe, in één gebed, in één lied, in één luisteren naar de boodschap des Evan gelies getuigenis zien geven van 's men- schen behoefte aan meer, dan wat de wereld kan geven,omdat zij ons niet kan go- ven, wat wij noodig hebben om vredo te hebben met lot en met leven. 't Is wonderlijk zoo grillig hot lot is ver deeld. De vraag om dat wonder op te los sen heeft eeuwenlang het menschenhart ontroerd. Zij hebben cr voor gestaan, de wijzen aller eeuwen, zij hebben hot wonder erkend, maar tovergeefs hebben zaj, wan hopig soms, gevraagd na°r het: waarom? Toen kwam die Eéno, die het wonderwoord sprak, sprak gelijk het ook vroeger wel was gesproken, maar ook deed: do mensch zal bij brood alleen niet leven. Neen, hij ver achtte niet de woreldscl i goederen, hij was niet afkeerig van wcreldscho vreugde, maar eonvoudig was hij, zijn hart ging niet uit naar wercldsche weelde, cn waar was hij toen hij sprak: arme rijke dwaas, van nacht worden deze goederen van u geno men wat zal er dan worden van uwe ziel 1 Dit is de groote verdienste van Jezus ge weest, dat hij aan don mensch, aan iede re® mensch pérsoonlijke waarde tocgokend heeft. En in die prediking ligt opgesloten do oplossing van het groote raadsel van 's menschon levenslot. Boven wat geboorte, omstandigheden, fortuin ons toebedeelcn in do wereld, staat voor den mensch, wat hij is. Daarom is die in allen eenvoud gebore ne, in alle nederigheid opgevoede, gewor den de man, wiens naam zweefde op aller lippen, nu hij den mensch verzoend had met zijn lot. De aarde gaat voorbij en al haar heerlijkheid, maar de mensch blijft. Niet alleen heeft hij ons geleerd vrede te hebben met ons lot, ook met ons leven. Dat loven met zijn regen- en stormdagen, met zijn onweers- sneeuw- en hagelbuien, waartegen een mensch een schuilplaats zoekt en die toch zeker niet vinden kan on der den blooton hemel. Zich doornat te la ten regenen, huiverend en bibberend den stormwind te troteeeron, zeker, daar zijn tijden dat 't moot, dat do mensch het leven in moet en door moot, dat hij kracht moet toonc® om dat onweor te kunnen door staan; maar als de mensch eens niet wist, dat hij straks, als die mooibovolle strijd te gen het noodweer des levens is doorstreden, daardoor sterker is geworden, beproefd maar krachtiger, zoodat hij do omstandig heden, gunst on ongunst des levens, lief en leed, leven en dood beheerscht en deze niet hem; wat 'dan? Wat dkn? Hij zou vergaan in al zijn smart en rouw I 't Is Jezus ge weest, dio ons do kracht om to dragen heeft leeren kennen en doen zien, Jezus door zijn woord: Onze Vador, die in de hemelen zijt l God onze Vader, do mensch Gods kindDe vreugd wordt verdubbeld, de smart gedeeld I Het kruis, ons op do schouders gelegd, wordt naar Jezus' voor beeld, onder opzien naar Boven, zooeven nog als lood zoo zwaar, straks zoo licht als een veor. Jezus heeft de® mensch versoend mot lot en met loven Daarom boven 'dien van alle wijzen en grooten der aarde zweeft zijn naam dankbaar op do lippen van allen. Maar niet alleen heeft hij de profetic vervuld, dat do monsch koning der aarde zou zijn, maar hijzolf is ook weer een pro- fetio geworden. Men heeft wel eens gezegd, 'dat onzo tij den in veel opzichten gelijken op die, waarin Jezus werd geboren. En daAr is voor te zeggen Daar is weer als toen een openbaring van macht onder heerschors, dio verchrikkelijk is, daar hecrscht weer een weelde, die onrustbarend is, daar woedt weer een speelzucht, dio angstwekkend is, daar tiranniseert weer eon genotzucht, die verderfelijk ia, en daardoor to meer gaat cr een schreeuw op van 'do straten, die roept: ik ben hongerend en gij geeft mij geen brood I Bederf en verderf aan de eene zoowel als aan de andere zijde I Lichamelijk cn zedelijk en maatschappelijk bederf! Zeker men zoekt naar geneesmiddelen: wetten, die het kwaad moeten beteugelen, veranderingen, die misstanden moeten ver beteren, gelijkmaking der menschen, die geluk zullen bevorderen en zoo meer Och, in de tijden van Rome hccrschte do wet ook o® werd ook hot volk gevoed en op spelen onthaald. Maar Rome is ten onder gegaan t Waarom? Omdat ieder volk ten gronde gegaan is, zooals ons de geschiedenis leert, en ten gronde gaat ook, als de godsdienst heeft opgehouden do polsslag van het mon- 6chohjk leven te zijn. Jezus heeft den mensch weer aan ziehzei ven teruggegeven I Daarin ligt de profetie, dat do mensch eenmaal weer torugkeoren zal om, als in de dagen van Jezus' geboorte, het kindeken Jezus eerbiedig zijn hulde te brengen. Kor ter of langer tijd moge de mensch door deu waan zijnor grootheid meonen zickzolf ge noeg te zijn .eenmaal breekt die waan do grootheid van den mensch blijkt kleinheid te wozen tegenover den Machtige; dan buigt do mensch weer zijn knie en aanbidt; do mensch heeft zichzelven weergevonden; j vrede is gekomen over menschen en volke ren, omdat de meusch het levenswoord heeft vernomen en vorstaan: geloof in uzclvenl i Vroolijk mogen dus de Kerstmisklokken j klinken over de aardeMet blijde aange zichten mogen heden duizonden, millioenen het Christuskind]"e in do krib te Bethle hem begroeten 1 Het verlangen der wereld is vervuld cn als donkore schaduwou heen trekken over der volkereu bestaan, over menschenlot en over menschonleven, heden, i als het vriondelijk kcrstlicht over de aarde is opgegaan, hodon komt Gods engel en roept aan heel do wereld toe: Vreest niet, ziet ik verkondig u grooto blijdschap Christus is goborcn I Leiden, 24 December. De Vereoniging „Oost on West" te 's- Gravcnhage wenselit mode deel to nomen aan de te brongen huldo aan H. M. de Ko ningin-Moeder bij het zilveren jubilé, dat zij in Januari a. 8. hoopt to vioren. Het Hoofdbestuur is voornemens mot medewer king van allen in den lande, dio met dat streven 6ympathiseoron, een hulde-albuoj samen te stellen. Een Commissio voor dat doel verzoekt ger circulairo bijdragon van lettorkundigen of muzikalon aard of een teekening. Aan H. M. zal een prachtexemplaar van het al bum wordon overhandigd. Hot album zal tovons voor den prijs van één gulden voor eon ieder verkrijgbaar worden gestold en de notto-opbrengst afgodragen worden aan do Hoofdcommissio tot het brengen van een hulde aan Hare Majesteit. Eon aantal houders van meer dan ééne vergunning tot vorkoop van Bterkcn drank in het klein to Amsterdam hebbon eon adres aan de Tweede Kamer gericht, waarin zij opkomen togen do bepalingen in het ont werp tot herziening dor Drankwet, waarbij vergunning wordt geweigerd, wanneer den verzoeker reeds een vergunning is verleend, de vergunning wordt ingotrokken, wanneer deze omstandigheid lator blijkt aanwezig to zijn, of ook wanneer de vergunninghouder langer 'dan drio maanden in hot vergun ningsjaar niet woont in het huis, waarin do lokaliteit zich bovindt, voor wolkc de vergunning is verleend. Adressanten wijzen op dc bclangrijko schade, dio zij door deze bepalingen zullen lijdonmerken op, dat vele gezinnen van personen in hun dienst er broodcloos door zullen wordendat het 'doel der Drankwet er niet door zal wordon bevorderddat hun zaken het meest nabij komen aan die, welke in het vervolg door Vereenigingen, bedoeld in art. 6 d. van het ontwerp kunnen worden opgericht; dat in elk geval geon redclijko grond bestaat om aan te nemen, dat in twee of meer zaken, toebehoorendo aan één oigenaar, meer ster ke drank zal worden gebruikt dan in twee of meer zaken, toebehoorendo aan twee of meer eigenaron. Zij verzoeken ten slotte do door hen bestreden bepalingen uit het wetsontwerp tc verwijderen. Do ,,Nederland8che AannemorBbond" heeft zich, naar aanleiding van hot op dragen aan prof. Zsohokko to Zurich, van do vernieuwing op pneumatische fundeo- ring van de Westelijke viaduct bij liet Cen traal Station tc Amsterdam, met een adres gewend tot de Tweede Kamer. Betoogd wordt, dat bij verschillende wer ken zonder of zonder noemenswaardige hulp van buitenlanders luchtdrukfundee- ringen zijn uitgevoerd, terwijl het zonder bewijs van het tegendeel niet is aan te na-1 men, dat Nederlandera het werk duurder zullen uitvoeren dan een buitenlander. Adressant vraagt ten slotte aan do Ka mer om er bij den Minister van Waterstaat op aan tc dringen, dat Ncderlandsche aan nemers tot mededinging naar de uitvoe ring van het werk worden toegelaten. Aangeaie® de rapporten door den Mi- nistor van Binnenlandscho Zaken ingewon nen omtrent dc verzorging van armlastige kinderen, grond geven voor het vermowlfn, dat de uitbesteding van armlastige kinde ren in huisgezinnen voor rekening van bur. gerlijkc of gemengdo armbesturen, hier en daar geschiedt onder omstandigheden on op voorwaarden, welke weinig b:\ordcrlijk u aan, zoo niet uitsluiten oen goede \errer- ging, heeit dc Minister liet wonsoholijk ge acht hieromtrent nader en geregeld inlmh. tingen te notvangwn, waarvoor de Comr is- saris dor Koningin de tueschenkomst dor gomccntebosturcn in deze provincie heeft ia- go roep en. Door de® Minister van Staat, MïnV tcr van Oorlog is dc aandacht van den Mi nister van Waterstaat, Handel cn Nijver lieid gevestigd op het feit, dat bij de brief wisseling inzake door con gemeentebestuur gevraagde voorlichting nopens de to stel le® voorwaarden bij hot verlccnen cencr ver gunning tot hot oprichten van een bewaar plaats voor buskruit is gebleken, dat in dio gemeente bow aarplaatsen voor ontplofbare stoffen kunnen aanwezig zijn, zonder dat dienaangaande voorschriften zijn vastge steld. Do gomoontebesturen in Zuid-Hol land zijn dientengevolge uitgenoodigd een onderzoek in te stellen in hoeverre in do gemeenten onregelmatige toestanden ala in deze bedoeld worde® aangetrof fen c®, in het toestemmend geval, hot noodigo tc verrichten, opdat daaraan ccn einde worde gemaakt. Koudekerk. Door B. on Wa. is tor open- baro konnis gebracht, dat dc Secretarie do zer gemeente op 26 Deo. a. s. (2den Kerst dag) zal geopend zijn des middag» van 1? tot 1 uur, om, zoo noodg, aangiften tc doen betreffende don Burgerlijken Stand. Als lid der commissie tot wering van schoolverzuim, zijn in detzo gemeente aan do beurt van aftreding de hceren:. D. G. Avenarius, M. J. Oppolaar, N. P. Slogtenhorst, A. Goomans on W. Wille. Bij do tc Leiden gehouden zitting van den Militieraad voor do lotelingcn dezor gemeente, dio vrijstelling hadden aange vraagd, is Q. don Hollandor vrijgesteld, terwijl P. Versloot voor den dic-nst is goed gekeurd. Mouorugge. De tooncelvcrccniging „Con cordia" to Koudekerk hield Dinsdagavond jl. voor dc leden der Sociëteit alhier, in do zaal van don heer Guldcmond, alhier, een uitvooring. Do blijspelen „Ja of Neen," cn „Do lui tenant en zijn oppasser", bcido in één be drijf, werden zeer verdienstelijk uitge voerd, terwijl hot laatste stukjo „Een huis mLt commensalen," kluchtspel in één be- diijf, al heel bijzonder in den smaak viel. Do zaal was goed bezet. Na afloop der tooneolvoorstellingen bleef men nog gerui- men tijd gezellig bijeen, zich vcrlustigcndo op ccn dansje of luisterende naar do mu ziek. Do mcisjesvereoniging „Herv.-Kcrk", alhier, heeft, daartoo in staat gestold door liefdadigo dorpsgenooten, dezo week uit- dceling gehouden van allerhande kleding stukken aan bchoeftigen der kerkelijke Go- mcontc. Dat dio gaven dankbaar werJen aanvaard, behoeft zekor geen betoog. Moge de Vereoniging op den ingeslagen weg blijven voortgaan en steeds in bloei toeno- men I Zoetorwoude. Don 3laten Deoembor zal het juist 30 jaar geleden zyn, dat de wod. Snoeker do bediening aanvaardde van het veor „do Ooievaar" onder Zoetorwoude aan den RUn. Ondanks haar hoogen (leeftUd zy la 73 jaar)' beijvert z(| zich nog steeds om hot veer zoo good mogelUk te bedienen. Op den 2don Kerstdag zal de Secretarie dezer gemeente eenige uren geopend zUn. uit-1 sluitend voor aangiften betreffende den Bur- gelUken Stand en wel van II 1 uur. De voordracht voor hoofd der openb. lagere school alhier, door den districts school-: opziener opgemaakt en aan Burg. on Wet hu.! ingezonden, luidt aldus: No. 1. K. Lodder, onderwijzer te Lekkorkerk; no. 2. C. Relres, onderw. te Middelburg; no. 8. E. A. Ohms, onderw. te Zwaag, en no. 4. D. A. Bolier, onderw. te Rotterdam. Do vierde termijn der uitkoerlng vao het RUk aan dezo gemeonto te doen Is vast gesteld op f 2933,28* en wordt 30 dezor be- taalbaar gesteld. FEUILLETON. 6) Ella Frohwald haar eigenlyke naam was Elise Keiler behoefde eerst 's avonds naar den schouwburg te gaan. Het weer was te onaangenaam om te gaan rijden en hier In die half donkere kamer op die Turk- echo sofa kon men zoo heerlijk liggen droomen. Zjj lag met haar banden onder haar hoofd, languit op den divan, en genoot du eerst recht van de belofte, die Erwin haar had gedaan. Ella Frohwald had or haar gegronde redenen voor om zich niots ie overhaasten en meer dan één openhartige bekentenis voor later te be- waren. Tot nu toe had zo bem alleen verteld, dat ze alleen op de wereld was, in het geheel goen familio had dat was volmaakt waar en dat ze dus vry en onafhankelijk was. Er i waren wel ls waar nog een paar donkere vlekjes, die sy niet geheel zou kunnen verbergen. Maar daar had ze nog geen haast mee. Er werd geklopt en op haar droomerig Bbinnen" stak Lina, haar kamenier, haar hoofd om den hoek van de deur. Ella richtte zich een eindje op. „Is het al tyd om me aan te kleeden?" ,Nog niet. Maar daar is Iemand van den theater agent, een klerk of zoo iets; by zegt, dat hy het contract by zich heeft, dat de juffiouw moet onderteekenon." „Laat hem maar binnen." Ella stond zeer opgewekt op en Lina ging weg om den man te halen. Het was een merkwaardig type, dat e*n oogenblik later do kamer binnen kwam. Zyn gelaat was geel- grauw van tint, zyn oogen stonden hol on waren niet helder, zyn stoppelige baard en zyn tameiyk dik en lang haar waren ook geelachtig grys. Men kon niet zien of men een grysaard voor zich had of iemand, die door een ernstige ziekte er geheol onder was gekomen. Hy groette niet zeer duideiyk; dan haalde hy een groote enveloppe te voorschyn en bood zo Ella met een vreemde, onzekere be weging aan. Zij nam ze aan zonder voel op den man te letten. Terwyl zy het contract aandachtig doorlas, keek do klerk nu eens naar de lezende vrouw en dan weer om zich heen. Zyn handen maakten allerlei griezelige bewogingen. Nu eens hield by zyn hood in zyn rechterdan weer in zyn linkerhand. Het was alsof ze door een uiterste krachtsinspanning van hun eigenaar in bedwang gehouden werden. „Het is in orde", zei Ella, ging zitten, en ondertoekende het contract. „U hebt het andere stuk zeker ook by u?" „Jawel," antwoordde de klerk, stak zyn hand In zyn borstzak, zonder meer dan één knoop van zyn jas los te maken, en gaf haar het stuk, dat door den Beriynachen directeur onderteekend was. Ella schrikte even, toen zy het stuk in ontvangst nam. De aanblik van dien onge lukkige deed haar even rillen. Zy waa anders noch sentimenteel, noch zenuwachtig, maar het gezicht joeg haar toch een onbe stemd gevoel van angst aan. Midden in haar prachtig boudoir die schamel gekleeds man, die uit een tehuis voor dakloozen schoen te komen 1 „Do heer Fuchs geeft zekor heel loge loonen?" zei zy byna onwillekeurig en opende een kleine lade in haar schryftafol om dien armen drommel, die schynbaar op een fooi wachtte, met een geldstukje gelukkig temaken. En daarby rustte haar blik op zyn gelaat alsof er iets in zUn trekken was, dat haar belang stelling inboezemdo. Het gelaat van den man was dan ook heol erg veranderd. Hy had een beetje kleur gekregon en zyn oogen glinsterden mot een zonderlingen glans. Hy drukte zyn tanden zóó krampachtig op elkaar, dat er diepe kullen in zyn wangen ontstonden; het was alsof hy met zyn tauden iets wilde vermorzelen. „Ellal" mompelde hy; bot was een half vorstikte kreet en zyn kleurlooze lippen be wogen zich byna niet. De actrice uitte een onderdrukten gil. Ze was opgesprongen alsof men haar met een gloeiend yzer had aangeraakt. Nu had zy hem herkend. „Hoe komt gy.... hoe komt u hier, meneer.... meneer Minghuis?" „Ssstl" riep hy, terwyi hy schuw om zich heen keek. „Ik heet hier Hartmann." „Yondt u het dus geschikt om een anderen naam aan te nemen?" „Gy draagt ook niet jo eigen naaml Het heeft een poosje geduurd voordat ik er achter was, dat gy Ella Frohwald waartl" De toon, dien hy aansloeg, ergerde haar. „Ik verzoek u niet te vergeten, dat alles tusechen ons uit Is. U hebt het recht niet meer my met j\j en jou aan te spreken," zei zy scherp. „Ja, dat is waar," mompelde hy en drukte zyn gesloten vuist tegen zyn mond. „Dat ls voorby, voor altydt" Zy zon op middelen om hom met een zoe^ lymje weg te krygen. Dan liep zo naar de deur en overtuigde er zich van, dat goen dor dionst- boden voor luistervink speelde. Dan keerdo zy zich met een zucht van verademing om. „U schijnt zelf myn spoor ontdekt te hebben." Minghuis aarzelde even, dan knlkto hy be vestigend. „Mot welk doel, als Ik vragen mag?" „Weet ik het? Om mezelf nog ongolukkiger te maken Ik ben als een dronkenlap, die voelt dat de drank vergift voor hem is en toch al zyn met moeite verdiende centen naar de kroeg brengt. Niet waar, jy beeft, jy rilt by de ge dachte, dat er hier een tuchthuisboef voor staat en dat jo eens den naam van dien buef gedragen hebtl" Ella fronste haar mooi voorhoofd mot een gebaar van afschuw en trok haar schouders op alsof ze het plotseling koud kreeg. „Goddank, dat die naam my is ontnomen," mompelde zy als om zichzelf gerust te stellen. „Ja, de heoren van de rechtbank waren zeer tactvol: my gaven zy drie jaar tuchthuisstraf en jou gaven zy het recht van Je onteorden echtgenoot te laten schelden." „En ik heb zoo spoedig mogeiyk gebruik gemaakt van dat recht," zei zy. „En de meeste menschen zullen dat zeer begrypelUk vinden." „Zyt ge dan heusch van oordeel, dat aan de hoogere gerechtigheid tusschen ons niet te kort is gedaan?" „Had ik je misschien gezelschap moeten houden?" riep zy verontwaardigd uit, ver getend dat ze dien man als een vreemde wilde behandelen. „Dat misschien niet, maar de vrouw, dio my beloofd had vreugde en leed mot my te doelen, had toch later, toen lk weer op vr^Jo voeten gesteld werd Hy maakte zyn zin niet af. Hy voelde zeker wol hoe nutteloos het was om het mee- gevoel zyner vroegere echtgenoote op te wokken. „Neon, goen mensch had van my kunnen verlangen, dat Ik met jou to grondo zou gaan," antwoordde zy. „We hadden nooit moeten trouwen. Heb Ik Je dat niot al lang voor.Jat dat ongeluk gobeurdo, gozogd „Dat ls te zeggen: go hebt mo lachend' tegen je olschon gewaarschuwd, toen lk Juf-1 frouw Keiler ten huwolUk vroog. Ge waart wees en juffrouw van gezelschap by de ou ie vorstin Natschlnkoff. Die excontrioke Russische had Je bedorven, maar haar plotsolinge dood ontnam Jo allo hoop op een legaat. Hebt ge me, toen we elkaar op het terras te BrÜhl ontmoetten, hebt ge me toen niet bekend,, dat go u eenzaam en vorlaten voelde en Daar een tohuia verlangde?" „Ja, dat is waar; ik was eon onervaren schepseltje, oen hulpeloos, bittor teleurgesteld wezentje, dat, na eon beslaan vol weelde,- plotseling op de straat was gezet Maar als ge my niet overgehaald badt, als ge my het kalme bestaan van een ambtenaarsvrouw zoo- dor geld niet soo mooi had voorgespiegeld,' dan zon ons allebei het vervolg bespaard zyn gebleven. Ik wilde toon al naar het tooneel,' zooals ge n wel suit herinnoren, en heb me' na dien steeds met die vraag bezig gehouden, zooals go wol weet." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 15