Thee .Br^ndsm<i „CERES," Maison PRINS, Centraal Apotheek. ïtiiis a/n. finreüt. ECHTSCHEIDING. Levering van Dejeuners, Diners en Soupers. IEMAND, Apothekersdljk 35. - Telephoon No. 533. Een laarzen-historie. (3de Aankondiging.) Gemeenschappelijk Grondbezit. örooto Openbare Vergadering Piano-Onderwijs. Mej. E. J. COUVÉE. Kookster. J. C. DE WILDE, Nieuwe Rijn 6. JRapenburg 8. Ook diverse Schotels. Pz. Verkrijgbaar in alle buurten der stad. 8183 80 Lieiden. Mare 84. Broodfabriek Kantoor: ZIJB9RACHT 28-28a. Billijke prijzen. Uitsluitend h contant. FEUILLETON. Men schrijft aan „De Tel.": Het zeldzame feit heeft zich te Maastricht voor gedaan, dat eon doofstomme eensklaps tot spreken kwam en dat wel door het zien von een glaj jenever. Een landloopcr, wien een bord op de borst hing, vermeldende, dat hij doofstom was, bood den voorbijgangers postpapier en potlooden te koop aan. Hij gedroeg zich daarbij evenwel zóó lastig, dat een agent van politie hem bij zijn kraag pakte en naar .hot politic-bureel bracht. Hier meende men al spoedig met een be drieger te doen te hebben, doch de aange- houd ene verried zich niet. Op het bureel vraa echter een hoeveelheid jenever aanwe zig, waarop in een bierhuis zonder vergun ning" beslag was gelogd. Een. glas hiervan word den doofstomme voorgehouden en de ze zeide onbedacht „graag." Men had den sprekenden doofstomme nu leelijk te pakken en 't onderzoek, dat ver der plaats had, bracht ook nu nog uit, dat het postpapier en do potlooden, waarmede hij ventte, gestolen waren. Van personen, die het kunnen weten, wordt aan de „Maasbode" verzekerd, dat verschillende Raadsleden (in Breda) in de eerstvolgende Raadsvergadering den burgemeester, als hoofd der gemeentelijke politie, zullen interpelleeren over het optre- den van den oommissaris van politie in don laateten tijd. Eerstens heeft hij bij de bnr- gers heel wat kwaad bloed gezet door het verbal iseeron van onze muziekvereeniging „de Unie", onderafdeeling van den R.-K. Volksbond, op geheel belachelijke gronden, zooals later hem geducht is gebleken en om nu van andere treurige feiten niet te spre ken, heeft zijn handelwijze bij den brand va.n verleden Zondag op Maandag in de Halstraat de algemeen© verontwaardiging opgewekt. In plaats toch van bij 't bran dend perceel tegenwoordig te zijn, liet hij een arme vrouw, in nachtkleoren op bloote voeten, die juist aan 't doodsgevaar van le vend te verbranden ontsnapt was, en her haaldelijk in zwijm viel, ontbieden op het politicbnreel, enz. Die eerste raadsvergade ring belooft belangrijk te worden. Een nieuwe hangende brug over de East River, dio Manhattan ver bindt met Williamsburg is Zaterdag voor het verkeer geopend. Deze brug wordt be schreven als de hangende brug met de grootste spanning ter wereld; de bouw heeft zeven jaar geduurd. Zij is 1284 voet langer dan de bekende Brooklyn-bmg en heeft tien millioen dollars gekost. Dc brug heeft vier sporen voor spoorwegen, twee voor lucnt- sporen, twee rijwegen, twee voetpaden en twee rijwielpaden. Bij het onderzoek naar de oor- zaak van den scheepsbrand in de haven van Marseille is gebleken, dat het petroleum* schip San-Leonardo" in strijd met de voo*/ schriften met touwen in plaats van me4 stalen trossen was vastgemeerd, en boven-J dien was gaan liggen aan dc kade in/ plaats van in de petroleumhaven. De haven politie had tegen beide verzuimen behoored te waken, en heeft door haar onachtzaam-/ he id aeker schold aan den om vang van da ramp. De „San-Leonardo" en het schip met caL oium-earbuur zijn beide gezonken. Opborre- lingen in het water boven de vaartuigen deden vermoeden, dat het vuur in de romp nog voortwoedde. v. WAVEBEN BOCK Bi) vonnis der Arrondlssements- Rechtbank te 's Gravenhage van 8 September 1903 ie het huweiyk tueechen JOHANNES HENDRIK MAN, wonenuetnLeidenen NEELTJE GROENKWOUD, vorbiyvonde te 'a-Gravenhage, door echtscheiding ontbonden verklaard, mot alle wet- teiyke gevolgen daarvan. 12051 16 De Procureur van den Elsoher: Mr. H. F. WOLFSON. €1. O. B. Afdeeling LEIDEN. op Woensdag S3 Dec, a. des avonds te 8 aren, in De Graan- beurs, ingang Burcht. Sprekar: 11954 16 Dp. FREDERIK v. EEDEN. Entrée 25 Cts. Arbeiders 10 Cts. HET BESTUUR. PUBLIEKE YERKO 0 PING op Donderdag u. s. van diverse meubilaire en andere GOE DEREN, als: Kasten, Secretaire, Tafels, Stoolen, Spiegels, Gravures, Pendule m. Kannen, Ledikanten, een coJlectle Antiquiteiten, w. o. blauwe en gekleurde porneleiueu Pullen, FlesHclaen, Kommeii, Scliolels, Borden,oud DelltMel» Aardewerk, oud Kristal, oude Glazen, Pendule Louis XVI en olndeiyk een party rooden Wyn in diverse merken, Portwyn (rood en wit), Champagne, Advocaat eu Boe renjongens. Te zien Woensdag te voren van 10 tot 8 uren. 11982 21 Gedlpl. Ned. Toonk -Vereen. 11886 6 Lange Hare 24. Mej. SCHOUTEN, Bocht van Guinea 24, biedt zich beleefd aan Diners aan huls te komeu koken. 9215 6 Berljjnsclie LwensverzekeriDg-llü. OPGERICHT 1836. 11619 30 Loopende verzekeringen 129.026.545. Totaal waarborgfonds45.804.969 Uitbetaalde verzekeringen 60.585.420. HOOFDAGENT VOOR LEIDEN: 12039 80 Aanbovelend: Reparatie wan Naaimachines Alle soorten van NAAIMACHINES worden spoedig en goedkoop hersteld op de daarvoor expressed,k ingerichte werkplaats der Singer Maatschappij. 10120 60 dia oud Goud, Zilver, Diamant, Bloedkoraal, Antiek of wat ook van waarde wil verkoopen, kan niot beter terecht dan by N. BÏUNTELHAN, Oude R\jn No.52, by de Leidsche Spaarb Telephoonnummer 176. De Directie verzoekt beleefd bestellingen op: 11979 24 Eilra Fin Miiilrooi voor de Kerstdagen spoe dig te mogen ontvangen, om aan de groote vraag daarnaar op tijd te kunnen voldoen. Alle Depothouders nemen bestellingen aan. Men eische op flesch en kurk het merk 10700 8 Puncli vau Beertje. H. B. DE BEER, Amsterdam. A. BOAS, Kon. Chit*. Pédicure, Prinsengracht No. 1125, Amsterdam, zal n. s. Woensdag zyn geachte Abonnés te Lelden bezoeken. 7298 10 Brieven uitsluitend aan bovenstaand adres. Antiseptische en psjnlooze behandeling. De Administratie van het „Leidseh Dagblad" belast zieh met het plaatsen van Advertentiën in alle Bladen. 0 1 Blot.) „Lizette", wendde hy zich tot hot kamor- melsjo, „zend my zoo spoedig mogeiyk een onderofficier hier." „Dat kan dadeiyk gebeuren", antwoordde Lizette dienstvaardig. „De oidonnansen van den aartshertog bevinden zich hier in huis, lk zal er een halon." Eenlge oogenblikken later trad wachtmeester Borzlk do kamor binnen. „Wat is or van uw dienst, luitenant?" „Weet gy ook toevallig, waar de dragonder Soheibenpflug uithangt?" „Zeker, luitenant. Is u het geval niet ge meld „Neen, lk weet van niets. Ik was met de pioniers vooruit en ben tweo uur goledeu pas teruggekomen." „Do majoor is met het geval in konni9 ge steld en heeft ook de desbetreffende bevelen gegeven. De dragonders Scheibenpflug, Hödi en Doppelbauer namen gistoren zonder toe stemming aan oen dansparty deel. Na midder nacht kwam bet tusschen de manschappen on eonige aanwezige burgers tot oen vecht partij, eon patrouille trad tusschenbeide en bracht de mannen naar hot politiebureau, waar zy zich op het ooger.if.lk nog be vinden." „Dus dat is de oplossing vun het raadsel 1" zeide Strahberg. „Is het politiebureau vorvan hier?" „Neon, luitenant, dat is hier in het slot; als gy u;t het raam kykt, kan u den schildwacht op en neer zien loopen." „Ik verzoek u, Borzik, dadeiyk naar benoden te gaan en my de laar zon van Scheibeni flug te brengen. Hy zal ze u zonder togenspr.iak ter hand stellen, want op den eersten blik zult gy zien, dat zyn laarzen buiten model iyn. Kwyt u zoo spoedig mogeiyk van deze opdracht." De wachtmoeator snelde weg en versoheen bulton adem vyf minuten later weer met Strahberg's laarzen. Zelfs het aanschouwen van zyn geliefde Ilse verschafte den gelukkigen eersten luitenant niet zooveel vreugde, als het weerzien van zyn laarzen, Hy had ze in een oogwenk aangetrokken. „Borzik," zoide hy daarop, „in de gang onder het groote hortegewei staat een fraai besneden koffer. Daarin liggen een paar vetleeren laarzen. Brong die aan Schoibenpfiug en zeg hem, dat ik over dit voorval nog mot hem zal spreken." Yan uit de zaal klonken do eerste tonen van een polonaise. Strahberg reikte do van geluk stralende Use den arm, om haar daarheen te geleidonde verloving moeat zoo spoedig mogoiyk open baar gemaakt worden. Juist op het punt, de zaal binnen te gaan, ontmoetten zy den heer von Stollenbach. Ilse wendde zich dadeiyk tot don majoor. „Noen, mynheer von Stollenbach, nu'moogt gy ons niet verlaten. Gy moot nog blyven; een hoogst gewichtige gebeurtenis zal aan het gezelschap bekend gemaakt worden." Stollenbach leed helsche pijnen, welke hy onder een lachjo, dat vriendeiyk moest heoten, trachtte te verbergen. Als een schroef omknel- don de nauwe laarzen zyn teenon; tot eiken prys moest hy deze martelwerktuigen van de voeten zien te krygen. Maar tegenover de dochter des huizes kon hy niet onbeleefd zyn en dus volgde hy het jonge paar weer in do zaal, niet zonder een bepaald tygerachtigen blik op zyn adjudant te werpen. Vryheer von Westerstetten nam do mode deollng zyner dochter zeer goed op. HU konde den jongen officier, met Wiens vader hy eens te zamen had gediend, heel goed en wist, dat Use's geluk zich in de besto handen bevond. De muziek viol, nadat de gebruikeiyke bekend making had plaats gobad, mot oen schette rende fanfare in, van alle kanten verdrong mon zich gelakwenschend om het verloofde paar, de kapitein by den generalen sl af wenschte in het byzonder geluk. Aan den aartshortog behoorde de eerste wals. De majoor had zich, zoo goed het ging, trachten terug to trokken, doch helaas tever geefs. Juist in zyn onmiddeliyko nabyheid bedankte do aartshertog zyn danseresnu lag het op den weg van den majoor, om een toer te vorzoeken. In hot sprookje van de mooie Assche- poetster moesten de booze zusters, zooals men weet, in gloeiende pantoffels op den trouwdag van haar zuster vóórdansen. Dat zal zeker geen aangenaam ronuhuppolon zyn geweest, maar het was waarschyuiyk niet pUulyber dan de beweging, waaraan do ma joor zich moest onderwerpen. De vlugge, lenige Ilse dwarrelde als een veer in het rond, de majoor was op het punt, in de besto betee- kenis van het woord, uit zyn vel te springen. Strahberg keek met oen boosaardigen glim lach het paar na. Hy peinsde er over hoe hy de onaangename laarzengeschiedenis weer in orde zou brengen. Don aartshertog moeat hy onYoorwaardeiyk weer in het bezit van zyn laarzen stellen. Hoe Dat was een moeiiyk op te lossen geval. Het ongeluk, dat sinds den vroegen mor gen den jongen officier had vervolgd, was in geluk omgeslagen; hot toeval was hem gunstig. De heer von Stellenbach hield het eenvou dig niet moor uit in de nauwe laarzen; de pyn was niet meer uit te staan. Hy wag gelde op den adjudant toe en sprak hem met oen byzonder welwillonden klank in zyn stem aan: „Waarde Strahberg, gy zyt sinds van avond om zoo te zeggen de schoonzoon des huizes, lk heb u bovendien reeds golak ge- wensebt. Misschien gelukt het aan uw invloed, dat een kamer in het slot te myner beschk king wordt gesteld, waar ik deze vervloekto martelwerktuigen kan uittrekken. Ik moet, helaas, wachten, totdat de aartshertog de goedheid zal hebben, my myn laarzen terug te geven; Zyne Hoogheid acbynt echter nog niet de minste neiging te gevoolen om het feest te verlaten." „Ik zal doen, wat in myn vermogen staat, majoor," antwoordde Strahberg, waarop hy zoo snel mogeiyk de zaal verliet en Lizette riep, die om gegronde redenen steeds onmid deliyk by de hand was. Deze verzocht hU, den majoor voor korten tyd oen kamer aan te wyzen. „Dat kan dadeiyk gebeuren," antwoordde Lizette vriendeiyk, „sta my toe, luitenant, dat ik een lamp aanstoek en de ramen open, ik ben in een oogwenk terug." „Nog één woord l" riep Strahberg haar na. Het meisje keerde terug. „Lizette, de majoor heeft niet zyn eigen laarzen aan, maar die van den aartshertog. Belde heeren moeten nu zonder dat zy het bepleiten, weer in bet bezit van hun eigen paar komen. De mooiste zyden sjaal, welke ik kan krygen, zal uw loon zyn, en ook den mooien Karei zal lk zoo verschoonend mogeiyk behandelen." Lizette glimlachte den jongen officier coquet toe. „Laat het maar aan my over, mynheer, het Is een kleinigheid, het praten niet waard." Strahberg zocht den majoor op, die hoogst ongeduldig wachtte, en nu eens op den eenen, dan weer op den anderen voet stond. „Hebt gy een kamer?" „Ja, majoor; wil u zoo goed zyn my te volgen?" De majoor en Strahberg traden de gang ln. Lizette stond daar met een lamp in de hand en lkhtte de hoeren voor. Zy ontsloot een gezellig ingerichte kamer. Een gemakkeiyke, breede slaapdivan met verleideiyke kussens noodigde tot rusten uit; op de tafel stonden twee fle8sclien, een met water, de ander met wyn gevuld, een sigarendoos, benevens lucifers en een aschbakje bevonden zich daarnaast. Door de hooge boogramen, die op den tuin uitzagen, stroomde de koele nachtlucht naar binnen. Na de vermoeienissen van den dag kwam dit bohaagiyk, rustig vertrek don majoor als eon paradUs voor. Oververmoeid, door pyn gekweld, wierp hy zich op den zachten divan en kreunde zacht. De bedryvige Lizette maakte aanstalten om hem de laarzen uit te trekken. „U staat zeker toe, majoor," zoide Strah berg, „dat ik ook meehelp, anders duurt het zoo lang." De majoor wilde gaarne van Strahberg's hulp gebruik maken; hy wierp hein zelfs oen dankbaren blik toe. Do adjudant en Lizette trokken gezameniyk aan, de heer von Stollen bach hield zich krampachtig vast en kermde en steunde nog een krachtige ruk de vreeseiyke laarzen waren van de voéten. Stollenbach haalde diep adem en rekte zich zoo uit, dat alle ledematen kraakten. Hot was hom onbeschryflyk behaaglUk te moede. „Wees zoo goed, luitenant, en kom het my zeggen als de aartshortog zich naar zyn kamer begeeft. Ik zal hier op myn laarzen wachten on iutu8schen een sigaar rooken." Tot oen sigaar kwam het echtor niet. De majoor strekte zich bohaagiyk op den gemak- keiyken divan uit, deed nog een krachtige ademhaling en was in het volgende oogenbllk vast ingeslapen. Lizette draalde do lamp wat naar beneden, sohoof het kamerscherm er voor en verliet daarop onhoorbaar de kamer met de gladlesren laarzen. Middernacht was niet meer ver af, er moest dus oindeiyk aan vertrekken gedacht worden. De jonge regimentscommandant had zich tot dusver zeer dapper gehouden, doch nu deed de natuur ook by hem haar rechten gelden. Zonder byzonder ceremonieel trok hy zich terug; Lizette lichtte hem voor naar zyn kamer. „Lief kind", zoide de voorname heer goed moedig, „wil zoo goed zyn en myn kamer dienaar zeggen, dat hy my by het uitkleeden komt helpen." „Uw kamerdienaar", loog Lizette onbe schaamd, „heeft reeds van middag geklaagd, dat hy zich niet wèl gevoelde; ik geloof, dat hy zich ter ruste heeft begeven; kan ik misschien Uwe Keizeriyke Hoogheid van dienst zUn?" „Neen, neen", weerde lachend de aartshertog af, „lk kan het voor een enkelen keer wel zonder kaïnerdienaar stollen." Lizette knikte en verwyderde zich met een groote fooi in de hand. Eenige oogenblikken later vloog oen paar laarzen uit de kamer van don hertog. Haastig greep Lizette daarnaar. Alios gelukte boven verwachting goed. By het vertrek den volgenden morgen om zea uren in do vroegte had elk der heeren zyn eigen laarzen weor aan de voeten. Ook da dragonder Scheibonpflug. Die zette echter geen zeer vergenoegd gezicht. Alfred von Strahberg was de gelukkigste bruidogon. De bekooriyke Ilse had hem by het afscheid nog een roos gegeven, welke hy naast de kokarde op den helm stak. Glim lachend wees de aartshertog met de ryzweep op deze onderscheiding. In zyn geluk had de jonge officier na hei inrukken byna vergeten, dat hy by den majoor was bevolen, maar nog bytyds schoot hem dat te binnen. Hy trok z\jn parade-uniform aan en steeg met een beklemd hart de trap op. De majoor was niet in het beste humeur, Hy had tot afwisseling weer eens een dra gonder op de weegschaal staan, wiens paard tydens de manoeuvres een zadelwonde had opgedaan. „U verlangt?" vroeg de majoor den bin-, nentredenden adjudant. „U heeft my bier bevolen." De majoor dacht een oogenblik na. „Ah juist," zeide hy, „ik wilde u een berisping toedienen over het model uwer laarzen, dat geheel met het voorschrift in stryd is. Met zulk een schoeisel mag een officier nooit en nimmer uitrukken." Op dit oogenblik verscheen de aartshertog op liet bureau. De majoor keerde zich dadeiyk, naar zyn commandant, wierp daarby toeval-1, lig een blik op diens laarzon en verstomde.1 Hy was niet tot spreken in staat; hy zon; onder een millioen laarzen de beide martelt werktuigen horkend hebben het leed geen twyfel, het waren de laarzen van den aarts-' hertog-geweest 1 „Ik dank u," zeide hy tot Strahberg, „dej zaak is afgehandeld." De aartshertog praatte op zyn minzame» wUze met den majoor, maar deze luisterdeJ slechts met een half oor. Hy kon het niet) verklaren, hoe hy in het slot aan de laarzen, van den aartshertog was gekomen, ook in dei toekomst bleef dit raadsel voor bera onopge-t lost, want, evenmin als de eerste luitenant j von Strahberg, hield de dragonder Scheiben- pflug het voor noodig hem hot geval op tei helderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6