No. 13432. ZATERDAG 5 DECEMBER. - VIERDE BLAD. Annt 1908 Brieven van een LeideRaar. FEUILLETON. Eet Huis der Yreeie. ST.-NICOLAAS. Qecn van onze jaarlijks wederkeeronde fcosten geniet een zoo langdurig tijdperk van voorbereiding. Do heeren van den handel doen reeds lang vooruit de geruststellende mededeeling, dat hun „étalage" waarom gaan wij toch ïiiet allen het echt-Nederlandsche „uitstal ling" gebruiken? weldra gereed zal zijn. Niet lang daarna berichten zij» dat alles werkelijk in gereedheid 13 en noodigeo zo vriendelijk uit een kijkje to nemen. En het is meestal do mocito waard. Alles roept ons toe: Opent uw beurzen, gchudt af het slijk der aarde en grijpt met volle handen in do wonderen der hedon- 'daagsche werkelijkheid 1 Hoe gelukkig, dat gij zooveel groote en kleine vrienden hebt, wien ge met een geschenk een gelukkig 'pogcnblik kunt verschaffen, want waar zoudt ge anders heen met een zoo overstol- pond aantal fraaie en nuttige, liefelijke en lekkere zaken? Gij hebt ze hier en ginds en overal, die vrienden en bloedverwanten. Gij hebt ze in .do gezellige woning van uws gelijken, waar gij zoo gaarne vertoeft, omdat gij er met Hartelijkheid wordt ontvangen. Daar zijn kleine scbalkscho kleuters, die zoo vertrou welijk naast u komen staan, wanneer gij als welkom bezoeker in den kring van hun gezin verkeert... maar daar zijn er ook in Ido huisjes van minder bevoorrechten, ook <kindoren die als bloemen behoefte hebben I aan zonneschijn, en die even vertrouwelijk 1 en vriendelijk kunnen zijn, als gij maar? even de moeite wilt doen, hen een heel klein J beetje aan to moedigen. Nietwaar, dames, gij kent ze met naam en toonaam, en i zij kennen u ook, want een glimlaoh ver heldert reeds hun gelaat, als zij u den hoek I hunner steeg zien omslaan, l Voor deze kindertjes nu is Sint-Nicolaas 1 vooral in de wereld gekomen. Hij gaf hot i voorbeeld van dio leuke, humoristische wel dadigheid, die de gave tot een verrassing mankt, en hij nam het meest diegenen beet, ''dio zondor zijn tusschenkomst door nie mand zouden zijn beetgenomen. En wie nu het recht wil verwerven, in i Üon kring der zijnen do nagedachtenis to vioron van den geheimzinnigen weldoener, die, geheel in den geest des Christendoms, waarvan hij do verdienstolijko verkondiger was, met milde hand van het zijne gaf aan armen en behoeftigen, en aldus dc wereld met een vriendelijke gedachte verrijkte, die moet zijn arbeid hebben medegemaakt. Eerst het werk, daarna het loon: dat is zoo de regel in de maatschappij, en er is 1 geen enkele reden om thans van dien re gel af te wijken. Laat ons met dankbaarheid erkennen ,dat eulks meer on meer wordt begrepen in on- zc dagen. Sint-Nicolaasfeestjcs voor dc ar me kinderen, Sint-Nicolaasgaven aan do huizen der behoeftigen, men vindt ze schier overal. En waar het niet is gedaan, 1 'dat men zich haasto het vorzuim nog to herstellen, en dat men op een ander jaar acht geve op de aankondigingen dor win kels, om dan aanstonds to zeggenKomaan, nu is het onze tijd: wie doet er mee? Dit afgeloopen zijnde, kunnen wij over gaan tot de orde van den dag. Wij hebben heel goed opgemerkt, dat er in onze huis- gezinnen iets ongewoons aan het handje was. Er heerschto zeker gebrek aan ver trouwelijkheid; er werden, in strijd met 'de gewone openhartigheid, sommige dingen voor ons geheim gehouden. Men fluisterde om een hoekje, men conspireerde „sans fray- eur" in het donker. AVij hielden ons maar dom, want dat behoort er zoo bij. En ook voor elkander moffelden de huisgenootcn het een of ander weg, alsof het geen dag licht kon velen. Enfin, wij hadden ook on ze geheime besognes, die wij evenmin aan 5de groote klok hingen. En als aanstonds de zonnefakkel zich go- haast heeft, haar omneveld schijnsel in do Noordzee uit te blusschcn, als lamp of gaskroon helderder licht in de woonkamer vorspreidt dan ooit te voren en de kachel nog eens lekker wordt opgestookt, 'dan zitten alle familieleden bijeen. Nie mand ontbreekt op het appèl: zelfs zij, die het gewoonlijk overstelpend druk hebben, dat is zoo do geest des tijds, hebben nu van allo bezigheid vacantie genomen. Eindelijk komen de ontsluieringen der verschillende geheimenissen, en bewondert men wederzijds het talent, waarmede zij zijn voorbereid. Er is een spreekwoord, dat zegt: „Nood maakt vindingrijk" Ja, maar de liefde doet het ook. Die eenvoudige, har telijke, innige liefde, die het levensbeginsel is van het huisgezin, die, nauw verwant aan godsdienst, de edelste neigingen des gc- moeds in beweging brengt, heeft den geest gescherpt in het ontdekken van allerlei kunstgrepen .waarmede de vreugde van dit samenzijn wordt verhoogd. Wees driewerf gezegend, heerlijk avondje van Sint-Nicolaas! Gij vordient mede to tollen onder de groote hoogtijden, want gij schept een wereld van poëzie. Gij zijt een Nederlandsch feest bij uitnemendheid, go- lijk gij dan ook binnen onze landpalen oo verder overal, waar Nederlanders zich in den vreemde hebben neergezet, het meest en het trouwst wordt gevierd. In het prao- tisch, businesslike Amerika, in de stad van zaken, Nieuw-York, komen op dezen zelfden avond afstammelingen van oud-Holland- scho immigranten bijeen, om Sint-Nicolaas te houdenin hun vergaderzaal prijkt de ons zoo welbekende afbeolding van den „Goedheilig man'' in vol ornaat, en vor- gast men zich aan dezelfde versnaperingen, waarop wij gewoon zijn ons-zelven en elkan der to onthalen. Waar komt toch dat onverbreekbaar ver bond tusschen Nederland on Sinterklaas vandaan 1 Al kon ik er een kilo marsepein mee ver dienen, ik zou cr geen historische gronden voor weten aan to geven. Ja, de geschied- vorschende geleerden vortellen ons wel van het eerste der Germaansch feesten, die zich uitstrekten van veertien dagen vóó- tot veertien dagen na den langsten nacht, cn waarvan dan onze Sint-Nicolaas het be gin cn Driekoningen het eind zou zijn; zij declen ons mede, dat do over do daken en schoorsteenen rijdende Sint do plaatsver vanger is geworden van Wodan,die door stormen omstuwd op zijn wit ros do ruimto doorkliefde, welke remplaceering door de Christonpredikcrs is toegepast om de ge bruiken te eerbiedigen, zoodat het eigen lijk een soort van toeval is, dat juist de naamdag van een aarstbisschop uit Klcin- Azië werd gekozen. Dat alles is misschien heel logisch, maar verklaart dit, waarom onze kinderen met de stelligste zekerheid beweren, dat Sinterklaas „uit 8panje" on nergens anders vandaan komt? En boven dien, waarom hebben juist wij hem in cere gehoudon, terwijl de volken van het Noor den, die toch ook met Wodan te maken hadden, hem nauwelijks kennen? Laat ons het er voor houden, dat hot kleine volk eenmaal met den vriendelijken bezoeker in kennis gesteld, hem voorgoed heeft gear ixeerd, en dat wij, die veel met do kinderen leven, die de herinneringen der kindsheid gaarne bewaren, een handje mee helpen, om den ceredienst van den kindor- heilige te bestendigen. Laat ons aannemen, dat hij voor ons het geliefde symbool is ge worden van dien huiselijken zin, dio do kracht uitmaakt van ons nationaal loven, en wij zoeken niet naar een andere re den, om zijn wederkomst met een hartelijk welkom 1 to begroeten. XXXIII. Ik heb van de week, evenals menige Leld- sche dame, ook een keer of wat een retourtje genomennaar Den Haag. Opdat de men8cheD, die my er zagen heeDgaan of van daan komen, toch niet zullen denken dat het my te doen geweest la om de mooie uitstal lingen in Prinsen-, Veene- en Wagenstraat, zal ik het maar dadeiyk zeggen: ik ben naar de Tweede Kamer geweest. En nu moet ik bekennen wat onze dames dringt tot zoo'n uitstapje, nl. nieuwsgierig heid, of belangstelling al zoo men 't noemen wil, dat drong my ook, al was de soort misschien verschillend. Ik zou haast zeggen: wat by my dsn lust wekte naar het Binnenhof te gaan, is het zelfde wat in den ouden Rldderryd toovelen naar de toernooien drong, waar gewapende ridders elkander bekampten, of naar de stieren gevechten in zuideiyke landen. Er was wel in do couranten voorspeld dat er ditmaal by de Staatsbegrooting niet zooveel zou worden gesproken als vorige jarenmaar die voorspelling kwam niet uit. Ook deze week vooral heersckte er In ons Parlement een 6preekkoorts. De gelegenheid was dan ook weer-te mooi om by de alge meens beschouwingen zich eens te laten hooren en daar is dunkt my ook niets tegen. Laten de heeren hun meeniDg maar eens zeggen en de puntjes eens op do i's zetten. Meu spreekt wel van het verpraten van den nationalen tyd, waardoor men niet opschiet, geen wetten maakt, doch hoe zullen wy simpele kiezers onze afgevaardigden loeren kennon als ze zich niet eens laten hooren. Uit het stemmen, nu ja, dat Is al heel ge- makkeiyk, te meer, omdat men toch meest met zjjn partU meestemt. En dan Is 't nog een aardigheid om de hesren te hooren. Iemand, die naast mo zat, zeido, op den omvang en hot gehalto der redevoeringon van de heeren Druckor (afge vaardigde voor Groningon), Van der Vlugt (voor Lelden) en Aalberse (voor Almeloo) doelonde: „De heeren uit Lelden mogen or ook zyn." Ik moet zeggen, dat my dit wel een beetje streelde. Die Leldsche mannen hebbon ieder voor hun party getoond, dat ze hun man kunnen staan. Natuuriyk heb ik ook andere leden hooren spreken, waaronder die ik om hun redenaars gaven heb bewonderd. Toen ik gisternamiddag naar huls spoorde misschien in denzelfden trein, waarmede onze Kamorleden rolsdeo, dacht ik zoo: zouden deze mannen ieder op hun wyze ook niet hun invloed kunnen aanwenden, dat wy ons Ethno- grapbisch Museum hier behouden? Amsterdam, de groote slokop, moet zyn best doen het daar te krygen. Daarover la al boel wat te doen geweest en nu hoordo ik dat er heel veel kans bestaat dat wy het zouden vei liezen, omdat Amster dam een gebouw heeft aangeboden, dat het Ryk hier zou moeten bouwen, daar deze ver zamelingen Diet langer opgeborgen kunnen blyveD zooals het nu geschiedt. Er is ook in het „Lei :sch Dagblad" heel wat voor het behoud in Leiden aangovoerd, ik zou in myn eenvoud daar nog iels willeu byvoegen. Het komt my voor, dat er nog heel wat transport by zou komen als alles naar Amsterdam vervoerd moest worden, en de kans bestond dat sommige voorwerpen niet heol overkwamen. Hot zou mis8chlon wel goed zyn, dat er ook uit de burgery een stom opging en by den minister kwam, waarin op behoud van dit Museum werd aangedrongen. Het is nog alt yd een aantrekkingspunt voor binnen- en buitonland8che geleerden en ieder, dio hier korter of langer tyd komt, moet hior logeeren en verteoven. Een groote stad hoeft dergoiyko aantrok- kingspunten niet noodig, een stad als Leiden kan ze niet missen. Over de waarde van het Museum voor ons hooger ondorvrys spreek ik niet, omdat ik er niet in de eerste piaats over oordeelon kan, maar oen vyftal Leldsche geleerden hebben immers reed3 aangetoond, dat ook de Universiteit dit hulpmiddel moeliyk kan missen. Als ik dit alleB bedenk, zou ik baast zeg gen, dat onze Minister niet zal besluiten ons van het Museum te berooven. Met genoegen hoorde ik dezer dagen, dat er een Commlssio is gevormd, die hier ter stede in navolging van grootero steden, een „Tehuis voor kinderen" wil stiobten. Zoo'n inrichting komt my heel doelmatig voor. Kinderen, waarvan do vaders op don winkel of de fabriek zyn en do moeders uit werken gaan, zyn vaak hoele dagen aan hun lot overgelaten. In de schooluren zyn zo bezorgd, maar daartusschon en daarna zwerven zo op straat, tot schade van hun llcbameiyk en geesteiyk welzyn. Kunnen zo ïn d.eu tyd oen goed tehuis vinden, waar zo onder eenigo leiding kunnen zyn, dan zal dit heel wat waard wezen. Hot plan is den steun van allen, die er iets voor kunnen missen, waard; te meer, omdat het doel is er een kloine vergoeding voor to vragen, waardoor het denkboold van bedoelen vorvalt. Heb ik het goed begrepen, dan is het voornemen den kinderen 's middags warm eten en '6 avonds een boterham te geven. Dat zal nogal wat kosten. Er is dus veel steun noodig. Daar zyn in onze stad nog heel wat kinderen, die in de termen zoudon vallen om er te komen. Ik hoop, dat ik er binnenkort meer van zal kunnen modedeelen. Dat het in andere plaatsen uitstekend werkt, ls een bewys, dat het ook hier kan. De namen van de dames en den mynheer, die er zich voorgespannen hebben, is een waar borg, dat deze zaak met ernst zal worden aan gepakt. Teleurstellingen zullen deze commissie ook wel niet gespaard biyven. Zy, die met dozen maatregel het eerst en het meest zouden geholpen zyn, zullen wellicht in den aanvang er bevooroordeeld tegenover staau. Dit behoeft de commissie echter niet te ontmoedigen en do menschen, die bereid mochten zyn haar te steunen, evoumin. Als het „Tehuis" er maar eenmaal is, zal het wel populair worden en zyn nut doen. Wanneer men tegonwoordig door ouzo stralen wandelt, ziet men aan menig dour- kozya een waarschuwing, dat in dat huis de typhus heerscht. De gevallen nemen steeds toe, al heeft de ziekte over 't algemeen geen kwaadaardig karakter. Naar lk vernam, stelt do Gezondheids-commissie een onderzoek in naar de oorzaksn der ziekte. Gewooniyk wordt do besmetting toegeschreven aan onge kookte melk. My duukt anders, dat in ouzs dagen, nu leder gezin haast zyn gaskomfoor heeft, het koken der molk zoo'n geriugo moeite is, dat men 't ook nog om andere reden ovor 't algemeen wel zal doen. Wie nog ongekookte melk mocht gebruiken, zou ik willen aanraden nu althans tot kokeu over te gaan. Het Is eon kleino moeite en mon zal er altyd by kunnen denken: baat bet niet, het schaadt ook niet. De kaasquaestïe. De Nederlandsoho Kamer van Koophan del to Londen heeft aan do belanghebben den in Nederland bij don kaashandel op Engeland een schrijven gericht over de kaasquaestie, waaraan het volgende is ont leend: Togen het in den handel breDgon van kaas van half afgeroomde melk in de vor men dor Goudscho en Edammer kazen be staat geen bezwaar, wol echter bestaat be zwaar, dat dit geschiedt met kaas, die go- heel, of bijna geheel van vet is ontdaan. Aan den Nederlandschen fabrikant of ex porteur daarvan wordt geon directo fraudo ten laste gelegd, daar dc Engebchc impor teurs en afnemers woton wat zij ontvangen en ook daarnaar betalenmaar do deur wordt geopend voor bodrog in don klein handel, waarvan de gebruikers do slachtof fers worden. Do over do kansquaestie in En geland govoerdc processen kunnen ieder oogonblik leiden tot pogingen om in En geland ook voor kaas een vasten standaard te dcerctcoren, zooals reeds voor melk is geschied en zooals voor boter in overweging is. En bij het Engelschc publiek wordt ou zo kaas door het gebeurde in discrediet go- bracht. Veel steun in Engoland in do open markt vindt het denkbeeld van dr. J. J. L, van Rijn, consulent voor landbouwzaken voor de provincie Friesland in Engeland, dat een minimum cijfer van vetgehalte voor de kaas vastgesteld zal worden cn dat do vervaar digers der kaas dan zelf bepalen, dat geen andere kaas in de bekende vormen van de Goudscha oo dc Edammer kazen zal worden ter markt gebracht dan die, welke minstens aan dit minimum vetgehalte vol doet; voor kaas, dio minder dan dit mini- num bevat, zou dan een andere vorm geko zen moeten wordenzeer geschikt zou zijn die van do Frioscho kaDtcrkaas. De Ned, K. v. K. to Londen 6luit zich bij dit denkbeeld aan. Het minimum-vetgehal te, dat geëischt moet worden, zou, meent zij, het best bepaald kunnen worden door een Nederlandsche commissie, bestaande uit fabrikanten, handelaren en landbouw- scheikundigcD. Ook do Ned. K. v. K. te Londen wil, dat do leidende kracht in de ze zaak van het particulier initiatief uit gaat. Zij wil onderlinge contrólc van alle producenten, die zich aansluiten aan do bestaande provinciale organisaties (boter- contróle-6tations) of wel bij nieuw te vor men (kaascontrólo-stations). Do provinciale organisaties dienen zich dan weer onder ling to verstaan, opdat zij allo gezamenlijk één lijn trekken, één geheel vormen als oen vrijwilligo Nederlandscho contróle van kaasproducenten op hun eigen bedrijf waaraan ton slotte do Regcoring haar sane- tie zal kun non schenken door het verleenen van subsidies op dezelfde wijzo als zulk* hot geval zal zijn voor do verschillendo bo- torcontrólc-station8 in Nederland. De Gouwe. Do eerste dor ontworpen afsnijdingen van de Krommo Gouwe, bij Gouda, is, ge lijk gemeld, voor het verkeor geopond. Heel wat moeilijkheden zijn te ovorwin- noo geweest om dat betrekkehjk zoo kort kanaal nog geen 900 M. lang uit te voo- ren. Reeds in 189S begonnen, werd hot werk, met kleino ondorbroking, steeds voortgezet. Te vergeven is het dan ook, dat gedurende dien langen arbeidstijd doic voorbijtrekkende passagiers, en wel vooral door doskundige stoombootpassagiers, monig minder wijs en harteloos woord over hot nut cn de uitvoering van het werk ge sproken is. Lang hoeft hot geduurd, doch het was ook geen gowoon work. Een ingraving to maken van 2 M. diepte on daar langs kaden van ruim 2 M. hoogte is wel niet zoo erg, doch dat wordt anders,wanneer hot moot wordon uitgevoerd in een polder als do Bloemen- daalsche, puik grasland voorwaar, maar uiots anders clan een korst van bctrekkolijk geringe diepte, drijvende op laag veen on modder van peilloozc diepte. Dat do kaden tot do volle hoogte wator- keerend moeten zijn, is voorzeker hier eon groote moeilijkheid. Talloos zijn uan ook de vaartuigen, geladen met vette klei, ont leend aan de uiterwaarden van den gokana- liscerden IJsol, welke voor dezo kaden door do MalJegatsluis zijn binnengekomon Doch was het werk moeilijk en hebben kortzichtigo menschen wol eens het hoofd geschud, zij dio Donderdag van het Bol werk afvoeren en, voor do eorsto maal, in plaats van langs don ouden kronkelweg, wol- ko zoo duidelijk spreekt van do angsten en gevaren van duizenden schippors en gezag voerders van stoomschepen, gedurende eeu wen daar doorstaan, statig do broedo on regelmatige baan van hot nieuwe vaarwater zijn doorgevaren, zullen gotuigen, dat hior toch wol een groote verbetering is aange bracht, waarvan do waarde zich met het gebruik meer en meer zal doen gevoelen, maar ook do hoop levendiger doen worden, dat de volgende, in beworking zijnde ver beteringen van het vaarwater spoedig ge heel gereed mogen komen. Dat een nieuwe spoorbrug hierbij de kroon op het werk zal zetten, behoeft zeker geen betoog. Hierbij mag tevens met genoegen wor den geconstateerd, dat, gelijktijdig met dezo vaart, ook con beduidende vorbctering, ver ruiming van het vaarwater dor Gouwe te Boskoop, is gereed gokomen, Ook daar is een kijkje voor hen, die don vroegeren toe stand gekend hebben, ruim de moeite loonend. (G. D.) Zoeterwoudo. 2 Dec. jl., des voormiddags to tien uren, had do bekende commissie voor veiling van zuivelproducten uit deze gemeente een aantal landbouwers en veehouders uit do gemeento Alkomade byoengeroepen in café Zoetemelk, ten olnde ook aldaar een tereonl- glng op te richten, althans in beginsel daartoe te besluiten, tot velling van boter on kaas. Een 87 belangstellenden waren aanwozlg. De vergadering werd geleld door den heer v. 011b, dio ln korte trokken bet doel der byoenkomst uiteen zette en de aanwezigen aanspoorde vooral vry on frank hun govoelon to uiten, omdat het hier een goheel nieuwe zaak geldt, waarna deze het woord gaf aan don heer G. Doeve, uit Lelden, die ln een rode de gronden tot hot stichten eener kaas- on boterreiling-vereoniging aangaf. Na hot gesprokene volgde een levendige discussie en wordon do geopperde bezwaren door don heer Doeve weerlegd. In rondvraag gebracht word mot 21 stom men bosloton ln beginsel ovor te gaan tot hot oprichten eener dusdanige Yoreeniglng. 83) „Eén van ons, bedoelt ge. En gy zult hot EUn, mits dat gy, als gy aan het Btation ont dekt, dat zy naar Martenhoad is gegaan, haar niet volgt, vóórdat gy my gezien hebt. Tele grapbeer haar. LaaC haar weten, dat zy veilig voor Warland is en een paar dagen in de Abbey kan blyven, als zy wil." „Gy weet niet," bracht ik in het midden, „dat er nog Iets anders is. Zy kan niet te Lorn Abbey blyven, zelfs thans niet, nu Warland weg is." En ik vertelde hem in korte bewoordingen van oom Wilfrid's geheimzinni gen aanval en den aanslag op zyn leven, waarvan Consuelo nog door anderen dan den detective werd verdacht. By keek ernstig, maar vroeg my met of ik ook zulk een verdenking koesterde. „Tn elk geval zal er voor een paar dagOD niets gedaan worden zonder Marland," zelde hy. „Zy kan zonder gevaar tot morgen blyven. Tele grapheer haar dat, als gy hebt uitgevonden, dat zy naar Martenhead is gegaan. Zoo zy daar niet heengegaan is, dan bob ik oen paar ideeën ln myn hoofd. Maar dat is voor later. Ik wil u niet langer ophouden. Maar, dénk er aan, dat Ik u iets heb te seggen, wat gezegd moet worden, vódrdat een van one beiden haar terug ziet, en dat gesprek zal een beeliaeenden invloed op het loven van ons drieën hebben." Ik wachtte niet langer, maar vloog do trap af en het laatste wat ik van Gordon zag, was, dat bU zichzelven met den detective insloot. Ik nam een üaker, buitea den Temple, in Fleet Street, en gaf den koetsier order zoo snelmogo- lyk naar Paddington te ryden, waar ik juist op tyd aankwam, om den trein naar Martenhead te zien wegstoomen. Ik liep dien nog wanhopig achterna, maar het was te laat. Consuelo kon op zyn hoogst niet meer dan eon voorsprong van vijftien minuten hebben, en als Gordon geiyk had ten opzichto van haar gaan naar Lorn Abbey, zou ik naar alle waarschyn- lykhoid haar nog in het station kunnen troffen. Ik geloof niet, dat een rit naar Paddington in kortoren tyd gemaakt ls, al kwam by my ook lang voor. Ik keek onderzoekend in eiken fiaker binnen myn bereik, in de hoop Consuelo te ont dekken; maar werd telkens teleurgesteld. Eén gelukkige omstandigheid deed zich ech ter nog voor. Toen de trein langs my heonvloog, keek een bleek, schoon gelaat uit het raampje van een eersto-klasse-rytuig. Gordon had geiyk gehad. Een nieuwe tafel van vertrekuren was on langs gemaakt en ik was genoodzaakt te Infor- meeren op wolk uur de volgende trein zou ver trekken. Om twee uur, werd my gezegd. En daarna zou er over veertig minuten weer een zyn. Ik zou tyd hebben om Consuelo te telegrapheeren, zooals Gordon bad geraden, naar hem terug te gaan, ten einde te vernemen wat hy had te zeggen, en dan den laatste van de twee genoemde treinen nog kunnen halen. Ik had een ellendig voorgevoel van heigeen my te wachten stond by myn tweede bezoek in Gordon's woning. Ik twyfolde niet, of er zou iots gewichtigs verhandeld worden, want ik herinnerde my duideiyk de uitdrukking op zyn gelaat en den vreeraden, onderdrukten hartstocht in zyn stem. Ik hoopte, dat myn telegram, hetwelk ik Ietwat bedekt had moeten opstellen, Consuelo had doen begrypen, dat het krankzinnig zou zyn, om, vóór dat Gordon of ik waren ge komen, Lorn Abbey te verlaten, en toch maakte lk my ten hoogsto bezorgd omtrent haar welzyn en haar voornemens. Ik wierp don koetsier een souvorein toe, toen hy zyn vermoeid paard by het begin van Pump Court tot stilstaan bracht, en snelde de trappen op, welke naar Gordon's kamers leidden, drie treden te geiyk nemend. Myn luid kloppen werd onmiddeliyk be antwoord. „Wel?" vroeg Tom Gordon, de deur open werpend. Ik vertelde hem van het gelaat, dat my in den trein was voorbygezweefd, en van myn telegram. „Goedl" zoide hy kortaf. „Nu hebbon we een oogonblik tyd." En daarop zwoeg hy. „Geen uur echter voor onze bespreking, zeide ik beslist. „Eén van ons beideD moet dien trein van twee uur veertig naar Martenhoad halen. Do hemel weet wat er moge gebeuren als wy dat niet doen." „Een van ons zal gaan," antwoordde hy plochtig. „En wie het zal zjjn, zal in de eerst volgende vyftlg minuten beslist worden." „Is met Marland alles goed?" vroeg ik ietwat bezorgd, toen Gordon my verzocht plaat 8 te nemen. Hy nam een met zilver beslagen eikenhouten kistje uit een kast in den muur en bood my een sigaar aan, welko ik weigerde. „Ja, laat dat maar aan mjj over. En nu ons gesprek," zeide hy ernstig. „Maar rook, of ik kan het ook niet doen," zeido hy norsch. „En als ik niet rook, kan ik niet praten of denken." Ik wist niet of zyn gelaat reeds lang zoo spookachtig wit wao geweest byna vaal zonder dat ik het had opgemerkt, of dut het nu zoo was geworden. „Ik zeido tegon u, voordat gy woggingt," begon hy, „dat zy onvorsohillig iB geworden omtrent alles. Ik zeide niet waarom, maar ik weet het. Het is, omdat zy u liefheeft en gy nu zyt te weten gekomen wio zy is on in haar schuld gelooft. Zy heeft u dos to moer lief, wyi zy denkt, dat zy u heeft verloren. Maar gU zyt haar niet waard. Gy waart bereid haar op te geven, wyi gy dacht, dat zy een schuldige vrouw was, terwyi ik niet alleen niet zoo zou gedaan hebben, maar ik heb nooit in haar schuld geloofd. En bot is eon feit, dat z(] onschuldig isl" „Wat!" Ik was overeind gesprongen, terwyi do kamer met my in het rond scheen te draaien. „Gy weet dit, gy „Jal lk weet het. Ik kan het bewyzen, aan u on aan do goheele wereld. Hot hangt an u af, of ik dit zal doen of niel." „Zyt gy een man en hebt gy haar zoo laten lydenl" „Wacht l Niet zoo haastig. Wat lk weot, heb ik nog maar korten tyd geweten. Ik koes terde reeds lang verdenkingdoch stap voor stap ben ik myn doel nader gekomen met haar werkend sinds dat ik haar uit de go vangonis bracht totdat ten laatste de de keten van bewyzen compleet is. Vyf dagen geleden zeido ik tot myzelvon „Zy moet hier komen en luisteren naar hetgeen ik haar heb te zeggen Ik heb teel voor haar gedaan. Ik kan nu alles doen." Ik schreef haar, maar zy wilde niet komon. Gy zult my wel willen geloovon, als ilr zeg, dat ik niet wist, dat hot aan-het-licht-bvo gen van de bewyzen, welke ik heb verzameld, eonigo byzondere baast vereischte. Er bestond goen redun om de oudo zaak op te rakelen, bo- balve in het geheim. Maar ik vond, dat zy moest weten, wat ik voor haar in staat was gewoost to doen. En toon zy op myn ver zoek weigorde om te komon, baaldo ik de twee maskois on zond haar die, zooale ik u bob verteld. Zy kwam en hot overigo weet ge. Ik had nauwolyks tyd om haar mee te deelen, dat ik haar onschuld met betrekking tot don moord van de oude Hannah Haynos kon bewyzen, toon gy tegon do deur kloptet. Vool is sinds dit oogonblik veranderd. Die delectivo heeft alles gohoord en hem kan niet voor altyd het etilzwygon opgelegd wordon." „Waarom waart gy niet openhartig en zoidot hem wat gy wist?" vroeg ik bitter. „Kom, hot is nog niet te laat l Hy moot medo aanhooren, wat gy hebt te zeggen. Hy zal de zaak laten rusten, uit riddoriykheid jegens miss Hope, ondanks de mishandeling, welko wy hem bobben doen ondergaan. Don Hemel zy dank 1 ZU is onschuldig, onschuldig I" „Gy gelooft dat nu, omdat lk het u heb verteld," zeido hy spottend. „Torwyi gU gis teren, omdat een ander man het u verze kerde, evon bereid waart in haar schuld te gelooven!" Ik vooldo, dat het blood my naar het gelaat steeg, maar lk deed goen poging om myzelvon te verdedigen. Waarom zou ik Tom Gordon vortollon, dat llc, ondanks wat al vorscbrik- koiykhodon, mil aan myn geloof had vastge klemd, toi allerlaatst? (Wordt •rir'j,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 13