No. 13432.
ZATERDAG 5 DECEMBER. - VIERDE BLAD.
Annt 1908
Brieven van een LeideRaar.
FEUILLETON.
Eet Huis der Yreeie.
ST.-NICOLAAS.
Qecn van onze jaarlijks wederkeeronde
fcosten geniet een zoo langdurig tijdperk
van voorbereiding.
Do heeren van den handel doen reeds lang
vooruit de geruststellende mededeeling, dat
hun „étalage" waarom gaan wij toch
ïiiet allen het echt-Nederlandsche „uitstal
ling" gebruiken? weldra gereed zal zijn.
Niet lang daarna berichten zij» dat alles
werkelijk in gereedheid 13 en noodigeo
zo vriendelijk uit een kijkje to nemen. En
het is meestal do mocito waard.
Alles roept ons toe: Opent uw beurzen,
gchudt af het slijk der aarde en grijpt met
volle handen in do wonderen der hedon-
'daagsche werkelijkheid 1 Hoe gelukkig, dat
gij zooveel groote en kleine vrienden hebt,
wien ge met een geschenk een gelukkig
'pogcnblik kunt verschaffen, want waar
zoudt ge anders heen met een zoo overstol-
pond aantal fraaie en nuttige, liefelijke en
lekkere zaken?
Gij hebt ze hier en ginds en overal, die
vrienden en bloedverwanten. Gij hebt ze in
.do gezellige woning van uws gelijken, waar
gij zoo gaarne vertoeft, omdat gij er met
Hartelijkheid wordt ontvangen. Daar zijn
kleine scbalkscho kleuters, die zoo vertrou
welijk naast u komen staan, wanneer gij
als welkom bezoeker in den kring van hun
gezin verkeert... maar daar zijn er ook in
Ido huisjes van minder bevoorrechten, ook
<kindoren die als bloemen behoefte hebben
I aan zonneschijn, en die even vertrouwelijk
1 en vriendelijk kunnen zijn, als gij maar?
even de moeite wilt doen, hen een heel klein
J beetje aan to moedigen. Nietwaar, dames,
gij kent ze met naam en toonaam, en
i zij kennen u ook, want een glimlaoh ver
heldert reeds hun gelaat, als zij u den hoek
I hunner steeg zien omslaan,
l Voor deze kindertjes nu is Sint-Nicolaas
1 vooral in de wereld gekomen. Hij gaf hot
i voorbeeld van dio leuke, humoristische wel
dadigheid, die de gave tot een verrassing
mankt, en hij nam het meest diegenen beet,
''dio zondor zijn tusschenkomst door nie
mand zouden zijn beetgenomen.
En wie nu het recht wil verwerven, in
i Üon kring der zijnen do nagedachtenis to
vioron van den geheimzinnigen weldoener,
die, geheel in den geest des Christendoms,
waarvan hij do verdienstolijko verkondiger
was, met milde hand van het zijne gaf aan
armen en behoeftigen, en aldus dc wereld
met een vriendelijke gedachte verrijkte, die
moet zijn arbeid hebben medegemaakt.
Eerst het werk, daarna het loon: dat is
zoo de regel in de maatschappij, en er is
1 geen enkele reden om thans van dien re
gel af te wijken.
Laat ons met dankbaarheid erkennen ,dat
eulks meer on meer wordt begrepen in on-
zc dagen. Sint-Nicolaasfeestjcs voor dc ar
me kinderen, Sint-Nicolaasgaven aan do
huizen der behoeftigen, men vindt ze
schier overal. En waar het niet is gedaan,
1 'dat men zich haasto het vorzuim nog to
herstellen, en dat men op een ander jaar
acht geve op de aankondigingen dor win
kels, om dan aanstonds to zeggenKomaan,
nu is het onze tijd: wie doet er mee?
Dit afgeloopen zijnde, kunnen wij over
gaan tot de orde van den dag. Wij hebben
heel goed opgemerkt, dat er in onze huis-
gezinnen iets ongewoons aan het handje
was. Er heerschto zeker gebrek aan ver
trouwelijkheid; er werden, in strijd met
'de gewone openhartigheid, sommige dingen
voor ons geheim gehouden. Men fluisterde
om een hoekje, men conspireerde „sans fray-
eur" in het donker. AVij hielden ons maar
dom, want dat behoort er zoo bij. En ook
voor elkander moffelden de huisgenootcn
het een of ander weg, alsof het geen dag
licht kon velen. Enfin, wij hadden ook on
ze geheime besognes, die wij evenmin aan
5de groote klok hingen.
En als aanstonds de zonnefakkel zich go-
haast heeft, haar omneveld schijnsel in do
Noordzee uit te blusschcn, als lamp of
gaskroon helderder licht in de woonkamer
vorspreidt dan ooit te voren en de kachel
nog eens lekker wordt opgestookt,
'dan zitten alle familieleden bijeen. Nie
mand ontbreekt op het appèl: zelfs zij, die
het gewoonlijk overstelpend druk hebben,
dat is zoo do geest des tijds, hebben nu
van allo bezigheid vacantie genomen.
Eindelijk komen de ontsluieringen der
verschillende geheimenissen, en bewondert
men wederzijds het talent, waarmede zij
zijn voorbereid. Er is een spreekwoord, dat
zegt: „Nood maakt vindingrijk" Ja, maar
de liefde doet het ook. Die eenvoudige, har
telijke, innige liefde, die het levensbeginsel
is van het huisgezin, die, nauw verwant aan
godsdienst, de edelste neigingen des gc-
moeds in beweging brengt, heeft den geest
gescherpt in het ontdekken van allerlei
kunstgrepen .waarmede de vreugde van dit
samenzijn wordt verhoogd.
Wees driewerf gezegend, heerlijk avondje
van Sint-Nicolaas! Gij vordient mede to
tollen onder de groote hoogtijden, want gij
schept een wereld van poëzie. Gij zijt een
Nederlandsch feest bij uitnemendheid, go-
lijk gij dan ook binnen onze landpalen oo
verder overal, waar Nederlanders zich in
den vreemde hebben neergezet, het meest
en het trouwst wordt gevierd. In het prao-
tisch, businesslike Amerika, in de stad van
zaken, Nieuw-York, komen op dezen zelfden
avond afstammelingen van oud-Holland-
scho immigranten bijeen, om Sint-Nicolaas
te houdenin hun vergaderzaal prijkt de
ons zoo welbekende afbeolding van den
„Goedheilig man'' in vol ornaat, en vor-
gast men zich aan dezelfde versnaperingen,
waarop wij gewoon zijn ons-zelven en elkan
der to onthalen.
Waar komt toch dat onverbreekbaar ver
bond tusschen Nederland on Sinterklaas
vandaan 1
Al kon ik er een kilo marsepein mee ver
dienen, ik zou cr geen historische gronden
voor weten aan to geven. Ja, de geschied-
vorschende geleerden vortellen ons wel van
het eerste der Germaansch feesten, die
zich uitstrekten van veertien dagen vóó-
tot veertien dagen na den langsten nacht,
cn waarvan dan onze Sint-Nicolaas het be
gin cn Driekoningen het eind zou zijn; zij
declen ons mede, dat do over do daken en
schoorsteenen rijdende Sint do plaatsver
vanger is geworden van Wodan,die door
stormen omstuwd op zijn wit ros do ruimto
doorkliefde, welke remplaceering door
de Christonpredikcrs is toegepast om de ge
bruiken te eerbiedigen, zoodat het eigen
lijk een soort van toeval is, dat juist de
naamdag van een aarstbisschop uit Klcin-
Azië werd gekozen. Dat alles is misschien
heel logisch, maar verklaart dit, waarom
onze kinderen met de stelligste zekerheid
beweren, dat Sinterklaas „uit 8panje" on
nergens anders vandaan komt? En boven
dien, waarom hebben juist wij hem in cere
gehoudon, terwijl de volken van het Noor
den, die toch ook met Wodan te maken
hadden, hem nauwelijks kennen?
Laat ons het er voor houden, dat hot
kleine volk eenmaal met den vriendelijken
bezoeker in kennis gesteld, hem voorgoed
heeft gear ixeerd, en dat wij, die veel met
do kinderen leven, die de herinneringen der
kindsheid gaarne bewaren, een handje mee
helpen, om den ceredienst van den kindor-
heilige te bestendigen. Laat ons aannemen,
dat hij voor ons het geliefde symbool is ge
worden van dien huiselijken zin, dio do
kracht uitmaakt van ons nationaal loven,
en wij zoeken niet naar een andere re
den, om zijn wederkomst met een hartelijk
welkom 1 to begroeten.
XXXIII.
Ik heb van de week, evenals menige Leld-
sche dame, ook een keer of wat een retourtje
genomennaar Den Haag. Opdat de
men8cheD, die my er zagen heeDgaan of van
daan komen, toch niet zullen denken dat het
my te doen geweest la om de mooie uitstal
lingen in Prinsen-, Veene- en Wagenstraat,
zal ik het maar dadeiyk zeggen: ik ben naar
de Tweede Kamer geweest.
En nu moet ik bekennen wat onze dames
dringt tot zoo'n uitstapje, nl. nieuwsgierig
heid, of belangstelling al zoo men 't noemen
wil, dat drong my ook, al was de soort
misschien verschillend.
Ik zou haast zeggen: wat by my dsn lust
wekte naar het Binnenhof te gaan, is het
zelfde wat in den ouden Rldderryd toovelen
naar de toernooien drong, waar gewapende
ridders elkander bekampten, of naar de stieren
gevechten in zuideiyke landen.
Er was wel in do couranten voorspeld dat
er ditmaal by de Staatsbegrooting niet zooveel
zou worden gesproken als vorige jarenmaar
die voorspelling kwam niet uit.
Ook deze week vooral heersckte er In ons
Parlement een 6preekkoorts. De gelegenheid
was dan ook weer-te mooi om by de alge
meens beschouwingen zich eens te laten
hooren en daar is dunkt my ook niets tegen.
Laten de heeren hun meeniDg maar eens
zeggen en de puntjes eens op do i's zetten.
Meu spreekt wel van het verpraten van den
nationalen tyd, waardoor men niet opschiet,
geen wetten maakt, doch hoe zullen wy
simpele kiezers onze afgevaardigden loeren
kennon als ze zich niet eens laten hooren.
Uit het stemmen, nu ja, dat Is al heel ge-
makkeiyk, te meer, omdat men toch meest
met zjjn partU meestemt.
En dan Is 't nog een aardigheid om de
hesren te hooren. Iemand, die naast mo zat,
zeido, op den omvang en hot gehalto der
redevoeringon van de heeren Druckor (afge
vaardigde voor Groningon), Van der Vlugt
(voor Lelden) en Aalberse (voor Almeloo)
doelonde: „De heeren uit Lelden mogen or ook
zyn." Ik moet zeggen, dat my dit wel een
beetje streelde.
Die Leldsche mannen hebbon ieder voor hun
party getoond, dat ze hun man kunnen staan.
Natuuriyk heb ik ook andere leden hooren
spreken, waaronder die ik om hun redenaars
gaven heb bewonderd.
Toen ik gisternamiddag naar huls spoorde
misschien in denzelfden trein, waarmede onze
Kamorleden rolsdeo, dacht ik zoo: zouden
deze mannen ieder op hun wyze ook niet hun
invloed kunnen aanwenden, dat wy ons Ethno-
grapbisch Museum hier behouden?
Amsterdam, de groote slokop, moet zyn
best doen het daar te krygen.
Daarover la al boel wat te doen geweest
en nu hoordo ik dat er heel veel kans bestaat
dat wy het zouden vei liezen, omdat Amster
dam een gebouw heeft aangeboden, dat het
Ryk hier zou moeten bouwen, daar deze ver
zamelingen Diet langer opgeborgen kunnen
blyveD zooals het nu geschiedt.
Er is ook in het „Lei :sch Dagblad" heel
wat voor het behoud in Leiden aangovoerd,
ik zou in myn eenvoud daar nog iels willeu
byvoegen. Het komt my voor, dat er nog heel
wat transport by zou komen als alles naar
Amsterdam vervoerd moest worden, en de
kans bestond dat sommige voorwerpen niet
heol overkwamen.
Hot zou mis8chlon wel goed zyn, dat er
ook uit de burgery een stom opging en by
den minister kwam, waarin op behoud van
dit Museum werd aangedrongen. Het is nog
alt yd een aantrekkingspunt voor binnen- en
buitonland8che geleerden en ieder, dio hier
korter of langer tyd komt, moet hior logeeren
en verteoven.
Een groote stad hoeft dergoiyko aantrok-
kingspunten niet noodig, een stad als Leiden
kan ze niet missen. Over de waarde van het
Museum voor ons hooger ondorvrys spreek
ik niet, omdat ik er niet in de eerste piaats
over oordeelon kan, maar oen vyftal Leldsche
geleerden hebben immers reed3 aangetoond,
dat ook de Universiteit dit hulpmiddel moeliyk
kan missen.
Als ik dit alleB bedenk, zou ik baast zeg
gen, dat onze Minister niet zal besluiten ons
van het Museum te berooven.
Met genoegen hoorde ik dezer dagen, dat
er een Commlssio is gevormd, die hier ter
stede in navolging van grootero steden, een
„Tehuis voor kinderen" wil stiobten. Zoo'n
inrichting komt my heel doelmatig voor.
Kinderen, waarvan do vaders op don winkel
of de fabriek zyn en do moeders uit werken
gaan, zyn vaak hoele dagen aan hun lot
overgelaten. In de schooluren zyn zo bezorgd,
maar daartusschon en daarna zwerven zo op
straat, tot schade van hun llcbameiyk en
geesteiyk welzyn. Kunnen zo ïn d.eu tyd oen
goed tehuis vinden, waar zo onder eenigo
leiding kunnen zyn, dan zal dit heel wat
waard wezen. Hot plan is den steun van
allen, die er iets voor kunnen missen, waard;
te meer, omdat het doel is er een kloine
vergoeding voor to vragen, waardoor het
denkboold van bedoelen vorvalt. Heb ik het
goed begrepen, dan is het voornemen den
kinderen 's middags warm eten en '6 avonds
een boterham te geven. Dat zal nogal wat
kosten. Er is dus veel steun noodig. Daar
zyn in onze stad nog heel wat kinderen,
die in de termen zoudon vallen om er te
komen. Ik hoop, dat ik er binnenkort meer
van zal kunnen modedeelen.
Dat het in andere plaatsen uitstekend werkt,
ls een bewys, dat het ook hier kan.
De namen van de dames en den mynheer,
die er zich voorgespannen hebben, is een waar
borg, dat deze zaak met ernst zal worden aan
gepakt. Teleurstellingen zullen deze commissie
ook wel niet gespaard biyven. Zy, die met
dozen maatregel het eerst en het meest zouden
geholpen zyn, zullen wellicht in den aanvang
er bevooroordeeld tegenover staau.
Dit behoeft de commissie echter niet te
ontmoedigen en do menschen, die bereid
mochten zyn haar te steunen, evoumin. Als
het „Tehuis" er maar eenmaal is, zal het wel
populair worden en zyn nut doen.
Wanneer men tegonwoordig door ouzo
stralen wandelt, ziet men aan menig dour-
kozya een waarschuwing, dat in dat huis de
typhus heerscht. De gevallen nemen steeds
toe, al heeft de ziekte over 't algemeen geen
kwaadaardig karakter. Naar lk vernam, stelt
do Gezondheids-commissie een onderzoek in
naar de oorzaksn der ziekte. Gewooniyk
wordt do besmetting toegeschreven aan onge
kookte melk. My duukt anders, dat in ouzs
dagen, nu leder gezin haast zyn gaskomfoor
heeft, het koken der molk zoo'n geriugo
moeite is, dat men 't ook nog om andere reden
ovor 't algemeen wel zal doen.
Wie nog ongekookte melk mocht gebruiken,
zou ik willen aanraden nu althans tot kokeu
over te gaan.
Het Is eon kleino moeite en mon zal er
altyd by kunnen denken: baat bet niet, het
schaadt ook niet.
De kaasquaestïe.
De Nederlandsoho Kamer van Koophan
del to Londen heeft aan do belanghebben
den in Nederland bij don kaashandel op
Engeland een schrijven gericht over de
kaasquaestie, waaraan het volgende is ont
leend:
Togen het in den handel breDgon van
kaas van half afgeroomde melk in de vor
men dor Goudscho en Edammer kazen be
staat geen bezwaar, wol echter bestaat be
zwaar, dat dit geschiedt met kaas, die go-
heel, of bijna geheel van vet is ontdaan.
Aan den Nederlandschen fabrikant of ex
porteur daarvan wordt geon directo fraudo
ten laste gelegd, daar dc Engebchc impor
teurs en afnemers woton wat zij ontvangen
en ook daarnaar betalenmaar do deur
wordt geopend voor bodrog in don klein
handel, waarvan de gebruikers do slachtof
fers worden. Do over do kansquaestie in En
geland govoerdc processen kunnen ieder
oogonblik leiden tot pogingen om in En
geland ook voor kaas een vasten standaard
te dcerctcoren, zooals reeds voor melk is
geschied en zooals voor boter in overweging
is. En bij het Engelschc publiek wordt ou
zo kaas door het gebeurde in discrediet go-
bracht.
Veel steun in Engoland in do open markt
vindt het denkbeeld van dr. J. J. L, van
Rijn, consulent voor landbouwzaken voor
de provincie Friesland in Engeland, dat een
minimum cijfer van vetgehalte voor de kaas
vastgesteld zal worden cn dat do vervaar
digers der kaas dan zelf bepalen, dat
geen andere kaas in de bekende vormen van
de Goudscha oo dc Edammer kazen zal
worden ter markt gebracht dan die, welke
minstens aan dit minimum vetgehalte vol
doet; voor kaas, dio minder dan dit mini-
num bevat, zou dan een andere vorm geko
zen moeten wordenzeer geschikt zou zijn
die van do Frioscho kaDtcrkaas.
De Ned, K. v. K. to Londen 6luit zich bij
dit denkbeeld aan. Het minimum-vetgehal
te, dat geëischt moet worden, zou, meent
zij, het best bepaald kunnen worden door
een Nederlandsche commissie, bestaande
uit fabrikanten, handelaren en landbouw-
scheikundigcD. Ook do Ned. K. v. K. te
Londen wil, dat do leidende kracht in de
ze zaak van het particulier initiatief uit
gaat. Zij wil onderlinge contrólc van alle
producenten, die zich aansluiten aan do
bestaande provinciale organisaties (boter-
contróle-6tations) of wel bij nieuw te vor
men (kaascontrólo-stations). Do provinciale
organisaties dienen zich dan weer onder
ling to verstaan, opdat zij allo gezamenlijk
één lijn trekken, één geheel vormen als oen
vrijwilligo Nederlandscho contróle van
kaasproducenten op hun eigen bedrijf
waaraan ton slotte do Regcoring haar sane-
tie zal kun non schenken door het verleenen
van subsidies op dezelfde wijzo als zulk*
hot geval zal zijn voor do verschillendo bo-
torcontrólc-station8 in Nederland.
De Gouwe.
Do eerste dor ontworpen afsnijdingen
van de Krommo Gouwe, bij Gouda, is, ge
lijk gemeld, voor het verkeor geopond.
Heel wat moeilijkheden zijn te ovorwin-
noo geweest om dat betrekkehjk zoo kort
kanaal nog geen 900 M. lang uit te voo-
ren. Reeds in 189S begonnen, werd hot
werk, met kleino ondorbroking, steeds
voortgezet. Te vergeven is het dan ook,
dat gedurende dien langen arbeidstijd doic
voorbijtrekkende passagiers, en wel vooral
door doskundige stoombootpassagiers,
monig minder wijs en harteloos woord over
hot nut cn de uitvoering van het werk ge
sproken is.
Lang hoeft hot geduurd, doch het was ook
geen gowoon work. Een ingraving to maken
van 2 M. diepte on daar langs kaden van
ruim 2 M. hoogte is wel niet zoo erg, doch
dat wordt anders,wanneer hot moot wordon
uitgevoerd in een polder als do Bloemen-
daalsche, puik grasland voorwaar, maar
uiots anders clan een korst van bctrekkolijk
geringe diepte, drijvende op laag veen on
modder van peilloozc diepte.
Dat do kaden tot do volle hoogte wator-
keerend moeten zijn, is voorzeker hier eon
groote moeilijkheid. Talloos zijn uan ook de
vaartuigen, geladen met vette klei, ont
leend aan de uiterwaarden van den gokana-
liscerden IJsol, welke voor dezo kaden door
do MalJegatsluis zijn binnengekomon
Doch was het werk moeilijk en hebben
kortzichtigo menschen wol eens het hoofd
geschud, zij dio Donderdag van het Bol
werk afvoeren en, voor do eorsto maal, in
plaats van langs don ouden kronkelweg, wol-
ko zoo duidelijk spreekt van do angsten en
gevaren van duizenden schippors en gezag
voerders van stoomschepen, gedurende eeu
wen daar doorstaan, statig do broedo on
regelmatige baan van hot nieuwe vaarwater
zijn doorgevaren, zullen gotuigen, dat hior
toch wol een groote verbetering is aange
bracht, waarvan do waarde zich met het
gebruik meer en meer zal doen gevoelen,
maar ook do hoop levendiger doen worden,
dat de volgende, in beworking zijnde ver
beteringen van het vaarwater spoedig ge
heel gereed mogen komen. Dat een nieuwe
spoorbrug hierbij de kroon op het werk zal
zetten, behoeft zeker geen betoog.
Hierbij mag tevens met genoegen wor
den geconstateerd, dat, gelijktijdig met dezo
vaart, ook con beduidende vorbctering, ver
ruiming van het vaarwater dor Gouwe te
Boskoop, is gereed gokomen, Ook daar is
een kijkje voor hen, die don vroegeren toe
stand gekend hebben, ruim de moeite
loonend. (G. D.)
Zoeterwoudo. 2 Dec. jl., des voormiddags
to tien uren, had do bekende commissie voor
veiling van zuivelproducten uit deze gemeente
een aantal landbouwers en veehouders uit do
gemeento Alkomade byoengeroepen in café
Zoetemelk, ten olnde ook aldaar een tereonl-
glng op te richten, althans in beginsel daartoe
te besluiten, tot velling van boter on kaas.
Een 87 belangstellenden waren aanwozlg.
De vergadering werd geleld door den heer
v. 011b, dio ln korte trokken bet doel der
byoenkomst uiteen zette en de aanwezigen
aanspoorde vooral vry on frank hun govoelon
to uiten, omdat het hier een goheel nieuwe
zaak geldt, waarna deze het woord gaf aan
don heer G. Doeve, uit Lelden, die ln een
rode de gronden tot hot stichten eener kaas-
on boterreiling-vereoniging aangaf.
Na hot gesprokene volgde een levendige
discussie en wordon do geopperde bezwaren
door don heer Doeve weerlegd.
In rondvraag gebracht word mot 21 stom
men bosloton ln beginsel ovor te gaan tot
hot oprichten eener dusdanige Yoreeniglng.
83)
„Eén van ons, bedoelt ge. En gy zult hot
EUn, mits dat gy, als gy aan het Btation ont
dekt, dat zy naar Martenhoad is gegaan, haar
niet volgt, vóórdat gy my gezien hebt. Tele
grapbeer haar. LaaC haar weten, dat zy veilig
voor Warland is en een paar dagen in de Abbey
kan blyven, als zy wil."
„Gy weet niet," bracht ik in het midden,
„dat er nog Iets anders is. Zy kan niet te
Lorn Abbey blyven, zelfs thans niet, nu
Warland weg is." En ik vertelde hem in korte
bewoordingen van oom Wilfrid's geheimzinni
gen aanval en den aanslag op zyn leven,
waarvan Consuelo nog door anderen dan den
detective werd verdacht.
By keek ernstig, maar vroeg my met of ik
ook zulk een verdenking koesterde.
„Tn elk geval zal er voor een paar dagOD niets
gedaan worden zonder Marland," zelde hy. „Zy
kan zonder gevaar tot morgen blyven. Tele
grapheer haar dat, als gy hebt uitgevonden, dat
zy naar Martenhead is gegaan. Zoo zy daar
niet heengegaan is, dan bob ik oen paar ideeën
ln myn hoofd. Maar dat is voor later. Ik wil
u niet langer ophouden. Maar, dénk er aan,
dat Ik u iets heb te seggen, wat gezegd moet
worden, vódrdat een van one beiden haar terug
ziet, en dat gesprek zal een beeliaeenden invloed
op het loven van ons drieën hebben."
Ik wachtte niet langer, maar vloog do trap af
en het laatste wat ik van Gordon zag, was, dat
bU zichzelven met den detective insloot.
Ik nam een üaker, buitea den Temple, in Fleet
Street, en gaf den koetsier order zoo snelmogo-
lyk naar Paddington te ryden, waar ik juist op
tyd aankwam, om den trein naar Martenhead te
zien wegstoomen. Ik liep dien nog wanhopig
achterna, maar het was te laat.
Consuelo kon op zyn hoogst niet meer dan
eon voorsprong van vijftien minuten hebben, en
als Gordon geiyk had ten opzichto van haar gaan
naar Lorn Abbey, zou ik naar alle waarschyn-
lykhoid haar nog in het station kunnen troffen.
Ik geloof niet, dat een rit naar Paddington in
kortoren tyd gemaakt ls, al kwam by my ook
lang voor. Ik keek onderzoekend in eiken fiaker
binnen myn bereik, in de hoop Consuelo te ont
dekken; maar werd telkens teleurgesteld.
Eén gelukkige omstandigheid deed zich ech
ter nog voor. Toen de trein langs my heonvloog,
keek een bleek, schoon gelaat uit het raampje
van een eersto-klasse-rytuig. Gordon had geiyk
gehad.
Een nieuwe tafel van vertrekuren was on
langs gemaakt en ik was genoodzaakt te Infor-
meeren op wolk uur de volgende trein zou ver
trekken.
Om twee uur, werd my gezegd. En daarna
zou er over veertig minuten weer een zyn. Ik
zou tyd hebben om Consuelo te telegrapheeren,
zooals Gordon bad geraden, naar hem terug te
gaan, ten einde te vernemen wat hy had
te zeggen, en dan den laatste van de twee
genoemde treinen nog kunnen halen.
Ik had een ellendig voorgevoel van heigeen
my te wachten stond by myn tweede bezoek
in Gordon's woning. Ik twyfolde niet, of er
zou iots gewichtigs verhandeld worden, want
ik herinnerde my duideiyk de uitdrukking op
zyn gelaat en den vreeraden, onderdrukten
hartstocht in zyn stem.
Ik hoopte, dat myn telegram, hetwelk ik
Ietwat bedekt had moeten opstellen, Consuelo
had doen begrypen, dat het krankzinnig zou
zyn, om, vóór dat Gordon of ik waren ge
komen, Lorn Abbey te verlaten, en toch
maakte lk my ten hoogsto bezorgd omtrent
haar welzyn en haar voornemens.
Ik wierp don koetsier een souvorein toe,
toen hy zyn vermoeid paard by het begin
van Pump Court tot stilstaan bracht, en snelde
de trappen op, welke naar Gordon's kamers
leidden, drie treden te geiyk nemend.
Myn luid kloppen werd onmiddeliyk be
antwoord.
„Wel?" vroeg Tom Gordon, de deur open
werpend.
Ik vertelde hem van het gelaat, dat my in
den trein was voorbygezweefd, en van myn
telegram.
„Goedl" zoide hy kortaf. „Nu hebbon we
een oogonblik tyd." En daarop zwoeg hy.
„Geen uur echter voor onze bespreking,
zeide ik beslist. „Eén van ons beideD moet dien
trein van twee uur veertig naar Martenhoad
halen. Do hemel weet wat er moge gebeuren
als wy dat niet doen."
„Een van ons zal gaan," antwoordde hy
plochtig. „En wie het zal zjjn, zal in de eerst
volgende vyftlg minuten beslist worden."
„Is met Marland alles goed?" vroeg ik
ietwat bezorgd, toen Gordon my verzocht
plaat 8 te nemen.
Hy nam een met zilver beslagen eikenhouten
kistje uit een kast in den muur en bood my
een sigaar aan, welko ik weigerde.
„Ja, laat dat maar aan mjj over. En nu
ons gesprek," zeide hy ernstig. „Maar rook,
of ik kan het ook niet doen," zeido hy norsch.
„En als ik niet rook, kan ik niet praten of
denken."
Ik wist niet of zyn gelaat reeds lang zoo
spookachtig wit wao geweest byna vaal
zonder dat ik het had opgemerkt, of dut het
nu zoo was geworden.
„Ik zeido tegon u, voordat gy woggingt,"
begon hy, „dat zy onvorsohillig iB geworden
omtrent alles. Ik zeide niet waarom, maar ik
weet het. Het is, omdat zy u liefheeft en gy
nu zyt te weten gekomen wio zy is on in
haar schuld gelooft. Zy heeft u dos to moer
lief, wyi zy denkt, dat zy u heeft verloren.
Maar gU zyt haar niet waard. Gy waart bereid
haar op te geven, wyi gy dacht, dat zy een
schuldige vrouw was, terwyi ik niet alleen
niet zoo zou gedaan hebben, maar ik heb
nooit in haar schuld geloofd. En bot is eon
feit, dat z(] onschuldig isl"
„Wat!"
Ik was overeind gesprongen, terwyi do
kamer met my in het rond scheen te draaien.
„Gy weet dit, gy
„Jal lk weet het. Ik kan het bewyzen, aan
u on aan do goheele wereld. Hot hangt an u
af, of ik dit zal doen of niel."
„Zyt gy een man en hebt gy haar zoo
laten lydenl"
„Wacht l Niet zoo haastig. Wat lk weot, heb
ik nog maar korten tyd geweten. Ik koes
terde reeds lang verdenkingdoch stap voor
stap ben ik myn doel nader gekomen met
haar werkend sinds dat ik haar uit de go
vangonis bracht totdat ten laatste de
de keten van bewyzen compleet is.
Vyf dagen geleden zeido ik tot myzelvon
„Zy moet hier komen en luisteren naar hetgeen
ik haar heb te zeggen Ik heb teel voor
haar gedaan. Ik kan nu alles doen." Ik
schreef haar, maar zy wilde niet komon. Gy
zult my wel willen geloovon, als ilr zeg, dat ik
niet wist, dat hot aan-het-licht-bvo gen van de
bewyzen, welke ik heb verzameld, eonigo
byzondere baast vereischte. Er bestond goen
redun om de oudo zaak op te rakelen, bo-
balve in het geheim. Maar ik vond, dat zy
moest weten, wat ik voor haar in staat was
gewoost to doen. En toon zy op myn ver
zoek weigorde om te komon, baaldo ik de
twee maskois on zond haar die, zooale ik u
bob verteld. Zy kwam en hot overigo weet
ge. Ik had nauwolyks tyd om haar mee te
deelen, dat ik haar onschuld met betrekking
tot don moord van de oude Hannah Haynos
kon bewyzen, toon gy tegon do deur kloptet.
Vool is sinds dit oogonblik veranderd. Die
delectivo heeft alles gohoord en hem kan
niet voor altyd het etilzwygon opgelegd
wordon."
„Waarom waart gy niet openhartig en
zoidot hem wat gy wist?" vroeg ik bitter.
„Kom, hot is nog niet te laat l Hy moot medo
aanhooren, wat gy hebt te zeggen. Hy zal
de zaak laten rusten, uit riddoriykheid jegens
miss Hope, ondanks de mishandeling, welko
wy hem bobben doen ondergaan. Don Hemel
zy dank 1 ZU is onschuldig, onschuldig I"
„Gy gelooft dat nu, omdat lk het u heb
verteld," zeido hy spottend. „Torwyi gU gis
teren, omdat een ander man het u verze
kerde, evon bereid waart in haar schuld te
gelooven!"
Ik vooldo, dat het blood my naar het gelaat
steeg, maar lk deed goen poging om myzelvon
te verdedigen. Waarom zou ik Tom Gordon
vortollon, dat llc, ondanks wat al vorscbrik-
koiykhodon, mil aan myn geloof had vastge
klemd, toi allerlaatst?
(Wordt •rir'j,