No 13426
Zaterdag 28 November.
A». 1903.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen,
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Premie en een Verrassing
St.-Nicolaasavond.
Jongedames-Kodge-Wliitworth
Jougdiemn-Iiiidge-Wliilworth
compleet Photographietoestel,
Leiden of Amsterdam?
E1IDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANTS
Vwr Lelden per treek 9 Oontsi per 8 maanden I l l f 1.10.
Bulten Lelden, per loop» en waai agenten gevestigd iQn v 1.30.
Pranoo per post1.65.
PRIJS DER AD VERTENT lÈNj
Van 10 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine advertentifin ran 30 woorden 40 Gents oontant elk
tiental woorden meer 10 Oenta.- Voor bet incasseeren wordt f 0.06 berekond.
f Inkomstenbelasting.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden
i brengen in herinnering, dat mot 30 Nor. k.
de v^fde termUn vervalt van de Inkom
stenbelasting, dienst 1903, en dat alzoo
op den l6ten December a, s. minstens v^Jf
zesde gedeelten van den aanslag moeten zijn
Voldaan.
ZJJ noodlgen mitsdien belanghebbenden uit,
om, ter voorkoming van vervolgingskosten, tot
de betaling van het verschuldigde ten kantore
van den Gemeente Onrvantrer over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
1 Leiden, 24 November 1903.
r
op
WO hebben in magazQn een aantal boekjes
van ANDKIESSEN en GERDE9, met
éón en twee plaatjes, die wO ter gelegenheid
van St.-Nicolaas aan de Kinderen van onze
Abonnós aanbieden.
Gedrukt in gewoon omslag zün het aar
dlge boekjes, waarvan de titels luiden:
ANDRIESSEN, Leiden in 1573 en 1574.
Een vroolijke snaak.
De Jongensjaren van Witte
Cornelisz. de W-ith.
GERDES, De Vuurtoren
Qoudforellen.
De jonge Potlenkoopmin.
WO bieden die aan tegen zeveu cents
per boekje, drie boekjes tegen twintig
cents, allo zes boekjes tegen veertig cents.
Maar ofschoon vader Van Alphen of een
ander kindervriend heeft gezegd, dat oen „kin
derhand gauw gevuld is", willen wO, met
het oog op St.-Nicolaas, den dag der verras
singen, het hlerbO niet laten en aan de jeug
dige koopers onzer Premie de gelegenheid
bieden, bovendien een prüs te trekken.
Bü den Heer A. J. 8TAEEINGA, op
de Hoogewoerd, den eenlgen agent voor
Leiden en Omstreken van de Radgc Whit-
wortli Kywielen, kochten wO eon
tor waarde van f 100.—
eveneens ter waarde van /"TOO.
Rüwisl al® eersten ©n tweeden prijs.
Bü de firma JANSSEN A Co., op den
Apolhekersdük, als derden prijs: een
met belofte den winner gratis het photegra-
pheeron te leeren.
En by de firma SEEYSER, op de Hoo
gewoerd, diverse andere prüzen.
Alle boekjes zijn op do achterzijde
genummerd. Wie dus twee of meer boekjes
koopt, heelt dan ook twee of meer kansen
op een der prüzen.
De verloting zal plaats hebben op
Zaterdag 5 December en de uitslag
diênzelfden avond worden bekend gemaakt.
WO zullen een paar stadgonooten of hen, die
zich daarvoor aanbieden, uitnoodigen de nam
mers der prijzen te willen trekken.
Met den heer STALLING A io overeen
gekomen, dat het rüwiol kan worden geruild,
hetzü de damesfiets, voor een jongensfiets,
lietzü omgekeerd.
Bovendien heeft de heer Stallinga de be
reidwilliglield alle prijzen in zijn ma
gazijn, Hoogewoerd 52, te étaleeren,
zoodat alle prijzen aldaar te be
zichtigen zijn.
Het Bewijs, waarop de genommerde boekjes
aan ons Bureel kunnen worden afgehaald, zal
9faandag a. s», in ons Blad worden af-
jsdrukt»
Per post kosten aan frankeerkosten:
3 boekje* 7| Cts.
O J) 12J yy
Postwissels kunnen nu reeds gezonden
wordenIn geen geval worden de boekjes op
rekening geleverd.
Db Museux-quabstib.
III (slot).
Een Etbnographisch Musoum, aldus de vüf
Leidsche heeren, kan niet anders zün dan
een hulpmiddel om de beschaving der ver
schillende volken van den aardbodem te leeren
keDnen. Het ls een hulpmiddel dus voor
•thnograpbi8cbe studie in verschillende graden
van degelükheid, „beginnende met het streng
wetenschappelük onderzoek en eindigende met
de oppervlakkige kennisneming bü een vluchtig
bezoek." Het belangrükste is, dat wetenschap
pelük onderzoek, èn op zichzelf, èn omdat
zonder echt wetenschappelüke voorlichting
ook voor den vorstandlgen leek, die zich
werkelük onderrichten laten wil, geen waarde
heeft. Wanneer men zich aan deze omechrüving
van het doel van een Erhnographisoh Museum
houdt, en daartegen zal wel niemand bezwaar
hebben, dan treedt het belang er van voor het
Universitair Onderwüs allereerst en allermeest
op den voorgrond. Een wetenschappelüke in
stelling &l3 dit Museum is dus het best op
haar plaats in een Academiestad. Hieraan zal
het ook wel liggen, dat op de vraag: „waar
moet het Museum zün?" het antwoord loopt
over Leiden of Amsterdam en dat 'a-Qraven-
hage reeds spoedig ia afgevallen.
Gesteld nu, dat de Rüks-Universitolt te Leiden
en de gemeenteiyke Universiteit te Amster
dam beide evenveel behoefte aan deze instel
ling hadden, zou het dan niet strüden tegen
den meest eenvoudlgen eisch van blllükhoid
om hot in Lolden gegroeido en gevestigde
Museum daar vandaan te brongen naar de
hoofdstad des Rüks. Het zou oenvoudlg Idioot
geacht worden, wanneer men het in de Sleutel
stad in het hoofd kroeg een voor de weten
schappelüke studiön benoodlgde Instelling van
uit Amsterdam daarheen te breDgen. Dat men
het omgekeerde thans niet alleen nletonrede-
lük acht, maar zelfs met eenlgen schün van
recht verdedigt, zal wel hieraan llggon, dat
Amsterdam een wereldstad en Lolden oen
provinciestad is.
Alsof hier ook het recht van de sterkste
mocht gelden l
Dat het Ryk zün studiemateriaal liefst onder
het bereik van zün eigen instelling behoort
te brengen en te houden, daarop wezen wü
reeds in het vorig artikel. Doch zooals de
vüf Leidsche heeren terecht opmerken, san
dezo Universiteit zün vooral die takken van
studio vertegenwoordigd, die de ethnographic
het meest behoeft. Behalve aan het Museum
van Oudheden met zün archaoologische en
praehistori3che studiën, waar de ethnogra-
phische niet van te scheiden zünbehalve aan
de beoefening der godsdienst-geschiedenis her
inneren zü aan do geheele Indologische af-
deeling van de letterkundige faculteit, aan de
leerstoelen voor het Chineesch, do Semiotische
talen, het Sanskriet, wier belang voor de kennis
van de Chineesche toestanden, van den Islam,
het Boedhisme, zaken, die in onzen Archipel
een zoo overwegende rol zullen spelen,
geen verstandig mensch ontkennen zal.
Wat alzoo betreft het hoofddoel van het
Etbnographisch Museum, daaromtrent mogen
wü dus als vaststaand aannemen dat Leidon
niet enkel de oudste, maar ook verreweg de
meeste rechten op deze instelling kan doen
gelden. In al de stukken, geschreven als
zoovele pleidooien voor een verplaatsing naar
Amsterdam, hebben wü daartegen geen enkel
ernstig argument gevonden. Men heeft zich
alleen beroepen op het oordeel van den vorigen
directeur, die eerst in de laatste jaren op dit
idee is gekomen, nadat noch Lelden noch het
Museum zün hart meer had.
„Maar het Ethnographiech Museum kan ook
diensten bewüzen aan den handel" heeft
men gezegd, „en in Amsterdam, voelt mon
den polsslag van den wereldhandol, en Leiden
van dit alles niets". Wü geven dit gereed toe,
maar vragen hierop terstond: hoe denkt ge
dan dat de handel sal kunnen profiteeren van
zulk een Museum?
Zal het voldoende zün, dat oen handelaar
als oen gewone leek, zoo nu en dan daaraan
eens een bezoek brengt? Of wil men dat hü
zich met strenge ethnologische studiën zal
bezighouden?
Geen van belde methoden zal de handel
toepassen. Hü zal zich, om vruchten te plukken
voor deze of gene byzondorheden, wenden
om inlichtingen tot de Directie, zooals blükens
do laatste jaren ook nu reeds dikwyis is ge
schied, en daarvoor behoeit de Instelling waarlük
niet in Amsterdam te zün gevostigd. Belang
hebbenden kunnen haar in Leiden ook wel
vinden, zooals trouwens overal elders zü het
zouden kunnen doen.
Dezelfde redeneering geldt ook voor de
nijverheid en de kunst. Ook deze zullen kunnen
profiteeren van het Museum, en als zü het
kunnen, is, voor wie het aangaat, een uit
stapje naar de rustige Sleutelstad toch geen
wezenlek bezwaar»
Eindelük komen wü dan tot het vluchtig
leekenbezoek. En nu moeten wü toegeven,
dit bezoek zou in het drukke Amsterdam
veel grootor zün dan in het stille Leiden, hoe
wel hierbü niet uit het oog mag verloren
worden dat er in de hoofdstad heel wat meer
bezienswaardigheden zün, die voor het groote
publiek grooter aantrekking zullen hebben dan
het veel genoemde Buiten-Gasthuis, ook al
wordt het gevuld met de Leidsche Ethnogra-
phlscho schatten. Doch al zou het aantal ge
legenheidsbezoekers tienmaal meer zü" in
Amstordam dan te onzent, dan gaat het nog
niet aan daaraan op te offeren het groot weten
schappelük voordeel, dat de eersto Universiteit
van het Ethnographlsch Museum heeft en nog
meer zal hebben, als hot eenmaal aan billüke
elschen van localiteit beantwoordt.
Yoor hen echter, die hot leokeobezoek met
ons van zeer hooge waarde achten, indien het
niet een vluchtig doorloopen en oppervlakkig
beküken is alleen, lasschen wü hier nog eens
de verblüdende mededeeling in dat de tegen
woordige Directeur vooral op Zondagen zoo
genaamde rondleidingen houdt Yoor groepen
van personen. Op deze wüzs worden werkelyk
belangatellendo leeken in staat gesteld, onder
leidiDg van een wetenschappelük man, die
op populaire wüzo van het meest belangrüke
mededeelingon doet, hun konnis van land- en
volkenkunde wezeniyk te vermoerderen. In
den aigeloopen zomer hebben daarvan ver-
scheideno gezelschappon ook uit andere plaat
sen geprofiteerd. In onzon tyd van goedkoop
en gemakkeiyk verkeer is een uitstapje naar
de stille Sleutelstad ook voor raenschen uit
de volksklasse geen bezwaar. Wie het wer
kelyk om ethnographisoho kennis te doen ii,
kan daarvoor eveDgoed naar Leiden reizen
als naar Amsterdam.
Waar nu het denkbeeld, aanvankelük door
de heeren Van Hasaolt en Von Saher voor
gestaan, om het Museum te splitsen, op don
achtergrond is geraakt en nu nog enkel do
vraag geldt: „Leiden of Amsterdam?" zal
iedor onpartydige beoordeolaar, dio kennis
neemt van de argumenten voor en tegen, zich
voor Leiden moeten verklaren, dunkt ons.
Maar, en dit brengen de Amsterdamacho
hoeron bü voorkour in liet debat, do quaestie
heeft ook een flnancieole zijde. Er zal oen
nlouw Museum moeten worden gesticht.
De gemeente Amsterdam heeft gebouwen
on terreinen kosteloos het Ryk aangobodon, ls
herhaaldeiyk gezegd. Wü willen op dit royaal
aanbod niets afdingen, maar plaatsen er tegen
over, dat ook de gemeente Leiden kosteloos
terreinen beschikbaar stelt en zelfs keuze heelt
gelaten tusschen het bekende Van-dor-Werf-
park, de zoogenaamde „Ruïne" midden in de
stad golegen, en het „Raamland", buiten de
voorin. Hoogewoerdspoort, inderiyd door
mr. Serrurier daarvoor aangewezen.
Amsterdam wil echter bovendien afstaan het
voormalig Buiten Qaethuls, doch men vergete
niet dat dit moet ingericht worden tot Museum
en do ervariDg leert dat verbouwen zeer kost
baar is en niet leidt tot een zoo goed resul
taat, als wanneer mon een nieuw gebouw
opricht. Zoo voor éón gebouw, dan zal dit wel
gslden voor een Museum, dat zün geheel
eigenaardige en büzondere eischen heeft.
Een restauratie van het Amsterdamsch Gast
huis en het stichten van een nieuw Museum
te Leiden zal wat de kosten betreft, denkeiyk
niet veel verschillen.
Aangenomen echter, dat het hoogstens ander
half ton vereohllt, ten voordeele van Amster
dam, dan zou dit toch op den langen duur nog
op financieel nadeel uilloopen, omdat de exploi
tatie van het Museum wegens den hoogeren
levensstandaard in de hoofdstad veel duurder
zou zyn dan io Lelden.
Derhalve, ook al wilde men, wat wü bü
een instelling van wetenschap niet geoorloofd
achten, de fioancieele zyde het zwaarst doen
wegen, dan zou men nog aan Loiden do voor
keur moeten geven boven Amsterdam. Van
welken kant wü dan ook deze quaestie bezien,
wü komen telkens weer tot de conclusie, dat
Leiden het Ethnographlsch Museum moet
behouden.
Niet op de wüzo als het thans is ingericht;
er verrüzo binnen oen niet te lang tijdsver
loop een eenvoudig en doelmatig gebouw in
het Park, waarin de zich steeds vermeerderende
Ethnographi8cho schatten kunnen worden ge
borgen op zoodanige wüze, dat daarvoor èn
voor de wetenschap èn voor handel, nüverheid
en kunst het meeste nut kan worden ver
kregen en ook belangstellende leeken er het
best van kunnen profiteeren. Van harte voogon
wü hieraan den wensoh toe, dat het den
tegenwoordlgen directeur, die zich zoo geheel
en onverdeeld wydt aan de belangen van zün
Museum, gegeven moge worden ook in dit
nieuwe stadium en dan met zooveel meer
voldoening en succes aan den bloei van het
Eihnographische Museum te kunnen arbeiden.
"Wy zoudeh het hierbü kunnen laten, doch
nemen ten slotte de gelegenheid to baat even
de aandacht te vestigen op het oordeel van
een vreemdeling over deze quaestie, een man,
die niet slechts onbevooroordeeld er tegenover
staat, maar meer dan eenig ander tot oor-
deelen bevoegd ls.
Niemand minder dan da beroemde ethno-
graaf prof. Andree schrytt in de November
aflevering van „Dio Globe" een artikel, waar
van de conclusie geheel met de onze strookt.
Na de aanleiding tot het bekende Rapport
der Commissie van Advies te hebben genoemd'
schryft hy o. a.
„Vooral echter heeft ons de daarin geuite
vraag geïnteresseerd of het Museum niet op
dio wüzo te verdoelen zou zyn, dat die ge
deelten, die op de Kunstny verheid van Oost-
Aziö betrekking hebben, af te scheiden zün
een ongelukkige godachte, die, om aan oen-
zydlge belangen een dienst te bewüzen, het
geheele tafereel van een volk, zooals een
Etbnographisch Museum dit zal toonon, op
geheel onnoodige wüze verbrokkelt. Naar w{j
hopen, komt dit van een minderheid uitgaande
voorstel evenmin tot uitvoering, als hot voor
stel, het Museum, dat met do vanouds bo-
roemde stad Leiden, om zoo te zeggen, ineen
gegroeid is, naar Amsterdam te verplaatsen.
Het juiste wetenschappelüke nut zal het
Museum voel oerdor in do genoemde Univer-
elleitstad en in do nabyheid van verzamelingen
stichten, dio er mede verwant zün, of het
kunnen aanvullen."
Laten de Amsterdamscho heeren, die zich thans
zoo warm maken voor do wezenlüke belangen
der Ethnographlsche verzamelingen te LeideD,
ook eens eon buitenlandsche autoriteit van
beteokeni8 aanwijzen, die In naam der weten
schap durft verklaren, dat doze geleerde het
mis heeft on dat Amsterdam het Ethnogra
phlsch Museum behoort te bezitten.
Wü besluiten onze artikelen met het slot
van hetgeen de heer O. Kamerlingh Onnes in
het „Alg. Ned. Exportblad" tegen een ver
plaatsing zoo juist opmorkto:
„Indien Amsterdam behoefte heeft aan eon
Instelling voor de meerdere belangstelling in
Azië, geofc haar dan een modern Museum
als dat te Bremeu, maar vollediger, groot-
scher, meer in overeenstemming met do rol,
dio Nederland togenover Insulinde past. Plukt
on tornt nlot aan elkanders bezit, maar haalt
als vroogor, met vereende krachten „do baet"
uit verro ge wos ton.
„Trouwens dat is goen „biyvendo baet",
dewolke gebouwd is op triomfen van naüvor
en gladdighoidjes, en dio dient de hoofdstad
des lands slecht, dio haar de sympalhie der
Provincie, zoo noodig by vole Rijkswerken,
door hot maskor van den alios bogeoron-
den slokop, rooit."
LEIDEN, 28 November.
In do derdo byoonkomst van de „Allianco
fransiise" opondo gisteravond de heer Ph.
Sagnac, buitengewoon hoogleeraar te Ryssol,
do serie van drio letterkundige voordrachton,
dio by ons met twee zünor collega's dezon
winter komt gevon. Zün boeiende rede was
gewyd aan Emilio Zola, dien hü scbetsto als
mensch en als schryver, Als mensch kennen
wy Zola, niet alleen door zün optreden in
het openbaar leren, maar vooral na hot nauw
gezet onderzoek van zün physische en geesto-
ïyke eigenschappen door Dr. Toudouze, die
in de „Figaro" zyn bevindingen uitvoerig
hoeft medegedeeld. De spr. vermeldde boven
dien eenige büzonderheden van Zola's leven,
zün mislukte studiën, zyn betrekking by de
firma Hachette, en voerde ons zoj tot het
jaar, waarin de eerste roman van de serio
der Rougon Marquart verscheen.
Zola's reclamezucht, zyn haastig verworven
en slecht verteerde geleerdheid, xün verre van
nauwkeurige documentatie werden door den
spr. terecht veroordeeld. Zoia proclameerde
zichzelf tot meester der „naturalistische school";
de waarheid ls, dat hy alleen dan groot ls,
wanneer hü, niet met scrupuleuze nauw
gezetheid, maar met breoden epischen zwaai,
groote men8chenmassa'e bescbryft, do om
gevende natuur tot oen symbool maakt van
de govoelons der menscbon, die in haar leven,
In één woord, wanneer hü dichter is. Om dat
te doen uitkomen, las prof. Sagnac verschil
lende passages voor uit Zola's beste romans.
Zoowel wanneer hy las als wanneer hü
sprak, wist do spreker ons te boeien; wü zün
hem zeer dankbaar voor zün optreden.
„The Lancet" van dezo week bevat het
voorbarig bericht, dat in wetenschappelijke
kringen in Nederland groote belangstelling
heenscht omtrent den uitslag van een twist,
gerezen tusschen do geneeskundige facul
teit te Leiden en de Regeoring, ter zake
van de benoeming van een bekenden ho-
moeopaath uit Zürioh. vroeger predikant
tot hoogleeraar in de geneesmiddelleer
aan de Universiteit alhier.
Bij de beide bataljons van het 4de reg.
infanterie alhier, zijn de miliciens der lich
ting 1903, ter volledige oefening ingolijfd,
en behoorendo tot do 2de ploeg van het blij
vend gedeelte, heden met langdurig verlof
gezonden tot 30 Maart 1904. Zij, dio tot
geen der ploegen behooren, vertrokken met
groot verlof.
Do feesten tot viering van haar 25-ja-
rig bestaan door do Chr. Jongelings-vcrcen.
„Dient den Heer", alhier, gegeven, worden,
naar ons werd medegedeeld, gisteravond
besloten met een gezellig samenzijn, waar
aan deelgenomen werd door de leden, oud
leden, afgevaardigden van plaatselijke zus
terverenigingen, leden der Zangvereni
ging „Zingt den Heer" en verder door al
len, die i arr eenigszins hadden meege
werkt aan het welslagen der feestviering
van den vorigen avond.
Was de Donderdagavond een schoon©
avond geweest, het was nu een gezolligo.
Voordrachten, tableaux-vivants, muziek
(piano on twee violon) on zang volgden
elkander in bonte volgordo op, afgowissold
door speechen, toosten cn het zingen van
liederen.
Op voorstel van een der leden van hot
eerc-comité, den heer H. M. Snsse, werd
een heilwonsch gezonden aan den grijzen
eer-voorzitter, ds. S. H. J. do Wolff, dio
verhinderd was dezen avond tegenwoordig
te zijn.
Dit feest, dat te acht uren begonnen was,
werd te ongeveer halftwee door ds. Voors,
ran Wolvega, met dankzegging gesloten.
Nog dient vermeld, dat do voorzitter der
Jongclingsverccniging, de heer Jobs. Kok,
van den directeur der Zangvereniging
„Zingt den Heer", den heer A. J. dc Lan
ge, de belofte wist te erlangen, dat do
„Feestcantate", Donderdag 1.1. door dio
Zangvereniging uitgevoerd, nog eens zal
worden gezongen op dc eersto Wintcrbij-
ccnkomst, door do Jong.-vereniging
„Dient don Heer" in Januari a.s. te geven.
Gisteravond hield do Afdceling Leiden
van den Ncdorlandschen Protestantenbond
haar eerste wintervergadering in het Nuta-
gebouw, dio ondanks het ongunstige weder,
zeer goed bezocht was.
Nadat do voorzitter, ds. S. Kutsch Lojen-
ga. ook namens zijn mede-afgevaardigde
ter algcmcene vergadering verslag had uit
gebracht van hetgeen cr verhandeld was cn
van do houding door hen tegenover dc on
derscheidene voorstellen aangenomen, dio
in de vergadering ter tafel waren gekomen,
hield prof. dr. L. Knappert een schoono
rede, waarin h:j o. a. de vragen besprak:
„waarom heeft dc vrijzinnige richting on
der de geestelijke stroomingen van onzen
tijd niet meor invloed? wat ontbreekt onzo
richting? en wat is onze roeping?"
Wat hij hierop, op do hem eigen weispro-
kendo wijze, antwoorddj, was in monig op-,
zicht voor dc vrijzinnigen beschamend on
moest ongetwijfeld leiden tot ernstig zelf
onderzoek.
Wil do vrijzinnige richting nan haar roe
ping boantwoorden, «lan behoort zij als ge
tuigenis van vastheid, waartoe het geweten
dwingt, een gemeenschappelijke geloofsbe
lijdenis to hebban, waarvan spreker ten
slotte een proeve gaf.
Do doorwrochte rede, dio zich minder
voor een couranten-verslag leent, zal wel-
licht mettertijd in druk verschijnen, zoodal
belangstellenden er dan nog nader kon
nis mee kunnen maken.
Do voorzitter mocht de tolk van do aan
wezigen zijn, als hij den spreker hartelijk
dankte voor zijn ernstig en tot ootmoed
stemmend woord cn den wensch uitsprak,
dat de hoogleeraar in dit seizoen nog eens
voor do afdeeling zou willen optreden.
Voor het oxamen als apothekorsbedicn;
do is te Groningen geslaagd mej. J. H. A
Mayer, geboren te Leiden.
Men schrijft ons: Of de nieuwe rege
ling van het onderzoek naar de geoefend
heid van lotelingen, vastgesteld door den
inspecteur dor infanterie, dit jaar in do
pTaktijk aan het doel zal boantwoorden,
meemon wij wel eenigszins te mogen betwij
felen. Uit dezo regeling blijkt, dat het on
derzoek wordt gehouden in hot tijdvak van
en met 4 tot cn met 16 Januari 190-1. De
dag van het examen kan dus bepaald wor-,
don op 4 Jan. Neemt men echter den laat-
sten dag, dat is 16 Jan., moet dc qualiteifc
of do quantiteit van het onderricht dan'
geen buitengewone afmetingen aannemen,
wil het examen met g^d gevolg wordon af
gelegd, nu or cursuseon zijn, dio dozen win
ter pas op 26 November een aanvang no
men?
De eischen, op het examen gestold, moei
ten buitengewoon laag 6f de vorderingen,
die de leerlingen zullen makon, buitenge-'
woon groot zijn. Houdt men bovendien nog
rekoning met het afbreken van hot onder
richt van het voorjaar, in verband mot ,,do^
misdadige woelingen in den lande", dan
is twijfel aan de degelijkheid van het ia»
do beide laafcsto winters genoten onderwijs
geenszins buitengesloten.
Te 's-Gravenhage ie aangekomen baron
von Kottier, brigade-oommandant van het,
Duitscbc leger te Dusseldorf.
De Italiaanscho gezant bij ons Hof(
heeft de residentie verlaten en zal ongeveer
een maand in het buitenland doorbrongom
De gezantschapssecretaris Bordari is mol
het beheer van het gezantschap belast. i
Het Kerstverlof der adelborsten van
het Koninklijk Instituut voor do Maria»,
vangt aan den 23sten December a. s. on,
eindigt den 5den Januari cLa.v.
De 2do luits. doT art. O.-I. leger J. Hv
T. Velu, W. O. Ooatveon, A. Bax en O. EL
Visser, allen herkomstig van de Kon. Mil.
Academie te Breda, zullen 28 December huS*
bestemming moeten volgen.
Z. D. H. de Bisschop van HaarloiA
hoeft benoemd tot regent van hot seminaria
„Hageveld" den woleern. hoer W. G. F.J
Snickers; tot pastoor t« 's-Gravenhag®