No 13426 Zaterdag 28 November. A». 1903. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen, Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Premie en een Verrassing St.-Nicolaasavond. Jongedames-Kodge-Wliitworth Jougdiemn-Iiiidge-Wliilworth compleet Photographietoestel, Leiden of Amsterdam? E1IDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANTS Vwr Lelden per treek 9 Oontsi per 8 maanden I l l f 1.10. Bulten Lelden, per loop» en waai agenten gevestigd iQn v 1.30. Pranoo per post1.65. PRIJS DER AD VERTENT lÈNj Van 10 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine advertentifin ran 30 woorden 40 Gents oontant elk tiental woorden meer 10 Oenta.- Voor bet incasseeren wordt f 0.06 berekond. f Inkomstenbelasting. Burgemeester en "Wethouders van Leiden i brengen in herinnering, dat mot 30 Nor. k. de v^fde termUn vervalt van de Inkom stenbelasting, dienst 1903, en dat alzoo op den l6ten December a, s. minstens v^Jf zesde gedeelten van den aanslag moeten zijn Voldaan. ZJJ noodlgen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter voorkoming van vervolgingskosten, tot de betaling van het verschuldigde ten kantore van den Gemeente Onrvantrer over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd. DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. 1 Leiden, 24 November 1903. r op WO hebben in magazQn een aantal boekjes van ANDKIESSEN en GERDE9, met éón en twee plaatjes, die wO ter gelegenheid van St.-Nicolaas aan de Kinderen van onze Abonnós aanbieden. Gedrukt in gewoon omslag zün het aar dlge boekjes, waarvan de titels luiden: ANDRIESSEN, Leiden in 1573 en 1574. Een vroolijke snaak. De Jongensjaren van Witte Cornelisz. de W-ith. GERDES, De Vuurtoren Qoudforellen. De jonge Potlenkoopmin. WO bieden die aan tegen zeveu cents per boekje, drie boekjes tegen twintig cents, allo zes boekjes tegen veertig cents. Maar ofschoon vader Van Alphen of een ander kindervriend heeft gezegd, dat oen „kin derhand gauw gevuld is", willen wO, met het oog op St.-Nicolaas, den dag der verras singen, het hlerbO niet laten en aan de jeug dige koopers onzer Premie de gelegenheid bieden, bovendien een prüs te trekken. Bü den Heer A. J. 8TAEEINGA, op de Hoogewoerd, den eenlgen agent voor Leiden en Omstreken van de Radgc Whit- wortli Kywielen, kochten wO eon tor waarde van f 100.— eveneens ter waarde van /"TOO. Rüwisl al® eersten ©n tweeden prijs. Bü de firma JANSSEN A Co., op den Apolhekersdük, als derden prijs: een met belofte den winner gratis het photegra- pheeron te leeren. En by de firma SEEYSER, op de Hoo gewoerd, diverse andere prüzen. Alle boekjes zijn op do achterzijde genummerd. Wie dus twee of meer boekjes koopt, heelt dan ook twee of meer kansen op een der prüzen. De verloting zal plaats hebben op Zaterdag 5 December en de uitslag diênzelfden avond worden bekend gemaakt. WO zullen een paar stadgonooten of hen, die zich daarvoor aanbieden, uitnoodigen de nam mers der prijzen te willen trekken. Met den heer STALLING A io overeen gekomen, dat het rüwiol kan worden geruild, hetzü de damesfiets, voor een jongensfiets, lietzü omgekeerd. Bovendien heeft de heer Stallinga de be reidwilliglield alle prijzen in zijn ma gazijn, Hoogewoerd 52, te étaleeren, zoodat alle prijzen aldaar te be zichtigen zijn. Het Bewijs, waarop de genommerde boekjes aan ons Bureel kunnen worden afgehaald, zal 9faandag a. s», in ons Blad worden af- jsdrukt» Per post kosten aan frankeerkosten: 3 boekje* 7| Cts. O J) 12J yy Postwissels kunnen nu reeds gezonden wordenIn geen geval worden de boekjes op rekening geleverd. Db Museux-quabstib. III (slot). Een Etbnographisch Musoum, aldus de vüf Leidsche heeren, kan niet anders zün dan een hulpmiddel om de beschaving der ver schillende volken van den aardbodem te leeren keDnen. Het ls een hulpmiddel dus voor •thnograpbi8cbe studie in verschillende graden van degelükheid, „beginnende met het streng wetenschappelük onderzoek en eindigende met de oppervlakkige kennisneming bü een vluchtig bezoek." Het belangrükste is, dat wetenschap pelük onderzoek, èn op zichzelf, èn omdat zonder echt wetenschappelüke voorlichting ook voor den vorstandlgen leek, die zich werkelük onderrichten laten wil, geen waarde heeft. Wanneer men zich aan deze omechrüving van het doel van een Erhnographisoh Museum houdt, en daartegen zal wel niemand bezwaar hebben, dan treedt het belang er van voor het Universitair Onderwüs allereerst en allermeest op den voorgrond. Een wetenschappelüke in stelling &l3 dit Museum is dus het best op haar plaats in een Academiestad. Hieraan zal het ook wel liggen, dat op de vraag: „waar moet het Museum zün?" het antwoord loopt over Leiden of Amsterdam en dat 'a-Qraven- hage reeds spoedig ia afgevallen. Gesteld nu, dat de Rüks-Universitolt te Leiden en de gemeenteiyke Universiteit te Amster dam beide evenveel behoefte aan deze instel ling hadden, zou het dan niet strüden tegen den meest eenvoudlgen eisch van blllükhoid om hot in Lolden gegroeido en gevestigde Museum daar vandaan te brongen naar de hoofdstad des Rüks. Het zou oenvoudlg Idioot geacht worden, wanneer men het in de Sleutel stad in het hoofd kroeg een voor de weten schappelüke studiön benoodlgde Instelling van uit Amsterdam daarheen te breDgen. Dat men het omgekeerde thans niet alleen nletonrede- lük acht, maar zelfs met eenlgen schün van recht verdedigt, zal wel hieraan llggon, dat Amsterdam een wereldstad en Lolden oen provinciestad is. Alsof hier ook het recht van de sterkste mocht gelden l Dat het Ryk zün studiemateriaal liefst onder het bereik van zün eigen instelling behoort te brengen en te houden, daarop wezen wü reeds in het vorig artikel. Doch zooals de vüf Leidsche heeren terecht opmerken, san dezo Universiteit zün vooral die takken van studio vertegenwoordigd, die de ethnographic het meest behoeft. Behalve aan het Museum van Oudheden met zün archaoologische en praehistori3che studiën, waar de ethnogra- phische niet van te scheiden zünbehalve aan de beoefening der godsdienst-geschiedenis her inneren zü aan do geheele Indologische af- deeling van de letterkundige faculteit, aan de leerstoelen voor het Chineesch, do Semiotische talen, het Sanskriet, wier belang voor de kennis van de Chineesche toestanden, van den Islam, het Boedhisme, zaken, die in onzen Archipel een zoo overwegende rol zullen spelen, geen verstandig mensch ontkennen zal. Wat alzoo betreft het hoofddoel van het Etbnographisch Museum, daaromtrent mogen wü dus als vaststaand aannemen dat Leidon niet enkel de oudste, maar ook verreweg de meeste rechten op deze instelling kan doen gelden. In al de stukken, geschreven als zoovele pleidooien voor een verplaatsing naar Amsterdam, hebben wü daartegen geen enkel ernstig argument gevonden. Men heeft zich alleen beroepen op het oordeel van den vorigen directeur, die eerst in de laatste jaren op dit idee is gekomen, nadat noch Lelden noch het Museum zün hart meer had. „Maar het Ethnographiech Museum kan ook diensten bewüzen aan den handel" heeft men gezegd, „en in Amsterdam, voelt mon den polsslag van den wereldhandol, en Leiden van dit alles niets". Wü geven dit gereed toe, maar vragen hierop terstond: hoe denkt ge dan dat de handel sal kunnen profiteeren van zulk een Museum? Zal het voldoende zün, dat oen handelaar als oen gewone leek, zoo nu en dan daaraan eens een bezoek brengt? Of wil men dat hü zich met strenge ethnologische studiën zal bezighouden? Geen van belde methoden zal de handel toepassen. Hü zal zich, om vruchten te plukken voor deze of gene byzondorheden, wenden om inlichtingen tot de Directie, zooals blükens do laatste jaren ook nu reeds dikwyis is ge schied, en daarvoor behoeit de Instelling waarlük niet in Amsterdam te zün gevostigd. Belang hebbenden kunnen haar in Leiden ook wel vinden, zooals trouwens overal elders zü het zouden kunnen doen. Dezelfde redeneering geldt ook voor de nijverheid en de kunst. Ook deze zullen kunnen profiteeren van het Museum, en als zü het kunnen, is, voor wie het aangaat, een uit stapje naar de rustige Sleutelstad toch geen wezenlek bezwaar» Eindelük komen wü dan tot het vluchtig leekenbezoek. En nu moeten wü toegeven, dit bezoek zou in het drukke Amsterdam veel grootor zün dan in het stille Leiden, hoe wel hierbü niet uit het oog mag verloren worden dat er in de hoofdstad heel wat meer bezienswaardigheden zün, die voor het groote publiek grooter aantrekking zullen hebben dan het veel genoemde Buiten-Gasthuis, ook al wordt het gevuld met de Leidsche Ethnogra- phlscho schatten. Doch al zou het aantal ge legenheidsbezoekers tienmaal meer zü" in Amstordam dan te onzent, dan gaat het nog niet aan daaraan op te offeren het groot weten schappelük voordeel, dat de eersto Universiteit van het Ethnographlsch Museum heeft en nog meer zal hebben, als hot eenmaal aan billüke elschen van localiteit beantwoordt. Yoor hen echter, die hot leokeobezoek met ons van zeer hooge waarde achten, indien het niet een vluchtig doorloopen en oppervlakkig beküken is alleen, lasschen wü hier nog eens de verblüdende mededeeling in dat de tegen woordige Directeur vooral op Zondagen zoo genaamde rondleidingen houdt Yoor groepen van personen. Op deze wüzs worden werkelyk belangatellendo leeken in staat gesteld, onder leidiDg van een wetenschappelük man, die op populaire wüzo van het meest belangrüke mededeelingon doet, hun konnis van land- en volkenkunde wezeniyk te vermoerderen. In den aigeloopen zomer hebben daarvan ver- scheideno gezelschappon ook uit andere plaat sen geprofiteerd. In onzon tyd van goedkoop en gemakkeiyk verkeer is een uitstapje naar de stille Sleutelstad ook voor raenschen uit de volksklasse geen bezwaar. Wie het wer kelyk om ethnographisoho kennis te doen ii, kan daarvoor eveDgoed naar Leiden reizen als naar Amsterdam. Waar nu het denkbeeld, aanvankelük door de heeren Van Hasaolt en Von Saher voor gestaan, om het Museum te splitsen, op don achtergrond is geraakt en nu nog enkel do vraag geldt: „Leiden of Amsterdam?" zal iedor onpartydige beoordeolaar, dio kennis neemt van de argumenten voor en tegen, zich voor Leiden moeten verklaren, dunkt ons. Maar, en dit brengen de Amsterdamacho hoeron bü voorkour in liet debat, do quaestie heeft ook een flnancieole zijde. Er zal oen nlouw Museum moeten worden gesticht. De gemeente Amsterdam heeft gebouwen on terreinen kosteloos het Ryk aangobodon, ls herhaaldeiyk gezegd. Wü willen op dit royaal aanbod niets afdingen, maar plaatsen er tegen over, dat ook de gemeente Leiden kosteloos terreinen beschikbaar stelt en zelfs keuze heelt gelaten tusschen het bekende Van-dor-Werf- park, de zoogenaamde „Ruïne" midden in de stad golegen, en het „Raamland", buiten de voorin. Hoogewoerdspoort, inderiyd door mr. Serrurier daarvoor aangewezen. Amsterdam wil echter bovendien afstaan het voormalig Buiten Qaethuls, doch men vergete niet dat dit moet ingericht worden tot Museum en do ervariDg leert dat verbouwen zeer kost baar is en niet leidt tot een zoo goed resul taat, als wanneer mon een nieuw gebouw opricht. Zoo voor éón gebouw, dan zal dit wel gslden voor een Museum, dat zün geheel eigenaardige en büzondere eischen heeft. Een restauratie van het Amsterdamsch Gast huis en het stichten van een nieuw Museum te Leiden zal wat de kosten betreft, denkeiyk niet veel verschillen. Aangenomen echter, dat het hoogstens ander half ton vereohllt, ten voordeele van Amster dam, dan zou dit toch op den langen duur nog op financieel nadeel uilloopen, omdat de exploi tatie van het Museum wegens den hoogeren levensstandaard in de hoofdstad veel duurder zou zyn dan io Lelden. Derhalve, ook al wilde men, wat wü bü een instelling van wetenschap niet geoorloofd achten, de fioancieele zyde het zwaarst doen wegen, dan zou men nog aan Loiden do voor keur moeten geven boven Amsterdam. Van welken kant wü dan ook deze quaestie bezien, wü komen telkens weer tot de conclusie, dat Leiden het Ethnographlsch Museum moet behouden. Niet op de wüzo als het thans is ingericht; er verrüzo binnen oen niet te lang tijdsver loop een eenvoudig en doelmatig gebouw in het Park, waarin de zich steeds vermeerderende Ethnographi8cho schatten kunnen worden ge borgen op zoodanige wüze, dat daarvoor èn voor de wetenschap èn voor handel, nüverheid en kunst het meeste nut kan worden ver kregen en ook belangstellende leeken er het best van kunnen profiteeren. Van harte voogon wü hieraan den wensoh toe, dat het den tegenwoordlgen directeur, die zich zoo geheel en onverdeeld wydt aan de belangen van zün Museum, gegeven moge worden ook in dit nieuwe stadium en dan met zooveel meer voldoening en succes aan den bloei van het Eihnographische Museum te kunnen arbeiden. "Wy zoudeh het hierbü kunnen laten, doch nemen ten slotte de gelegenheid to baat even de aandacht te vestigen op het oordeel van een vreemdeling over deze quaestie, een man, die niet slechts onbevooroordeeld er tegenover staat, maar meer dan eenig ander tot oor- deelen bevoegd ls. Niemand minder dan da beroemde ethno- graaf prof. Andree schrytt in de November aflevering van „Dio Globe" een artikel, waar van de conclusie geheel met de onze strookt. Na de aanleiding tot het bekende Rapport der Commissie van Advies te hebben genoemd' schryft hy o. a. „Vooral echter heeft ons de daarin geuite vraag geïnteresseerd of het Museum niet op dio wüzo te verdoelen zou zyn, dat die ge deelten, die op de Kunstny verheid van Oost- Aziö betrekking hebben, af te scheiden zün een ongelukkige godachte, die, om aan oen- zydlge belangen een dienst te bewüzen, het geheele tafereel van een volk, zooals een Etbnographisch Museum dit zal toonon, op geheel onnoodige wüze verbrokkelt. Naar w{j hopen, komt dit van een minderheid uitgaande voorstel evenmin tot uitvoering, als hot voor stel, het Museum, dat met do vanouds bo- roemde stad Leiden, om zoo te zeggen, ineen gegroeid is, naar Amsterdam te verplaatsen. Het juiste wetenschappelüke nut zal het Museum voel oerdor in do genoemde Univer- elleitstad en in do nabyheid van verzamelingen stichten, dio er mede verwant zün, of het kunnen aanvullen." Laten de Amsterdamscho heeren, die zich thans zoo warm maken voor do wezenlüke belangen der Ethnographlsche verzamelingen te LeideD, ook eens eon buitenlandsche autoriteit van beteokeni8 aanwijzen, die In naam der weten schap durft verklaren, dat doze geleerde het mis heeft on dat Amsterdam het Ethnogra phlsch Museum behoort te bezitten. Wü besluiten onze artikelen met het slot van hetgeen de heer O. Kamerlingh Onnes in het „Alg. Ned. Exportblad" tegen een ver plaatsing zoo juist opmorkto: „Indien Amsterdam behoefte heeft aan eon Instelling voor de meerdere belangstelling in Azië, geofc haar dan een modern Museum als dat te Bremeu, maar vollediger, groot- scher, meer in overeenstemming met do rol, dio Nederland togenover Insulinde past. Plukt on tornt nlot aan elkanders bezit, maar haalt als vroogor, met vereende krachten „do baet" uit verro ge wos ton. „Trouwens dat is goen „biyvendo baet", dewolke gebouwd is op triomfen van naüvor en gladdighoidjes, en dio dient de hoofdstad des lands slecht, dio haar de sympalhie der Provincie, zoo noodig by vole Rijkswerken, door hot maskor van den alios bogeoron- den slokop, rooit." LEIDEN, 28 November. In do derdo byoonkomst van de „Allianco fransiise" opondo gisteravond de heer Ph. Sagnac, buitengewoon hoogleeraar te Ryssol, do serie van drio letterkundige voordrachton, dio by ons met twee zünor collega's dezon winter komt gevon. Zün boeiende rede was gewyd aan Emilio Zola, dien hü scbetsto als mensch en als schryver, Als mensch kennen wy Zola, niet alleen door zün optreden in het openbaar leren, maar vooral na hot nauw gezet onderzoek van zün physische en geesto- ïyke eigenschappen door Dr. Toudouze, die in de „Figaro" zyn bevindingen uitvoerig hoeft medegedeeld. De spr. vermeldde boven dien eenige büzonderheden van Zola's leven, zün mislukte studiën, zyn betrekking by de firma Hachette, en voerde ons zoj tot het jaar, waarin de eerste roman van de serio der Rougon Marquart verscheen. Zola's reclamezucht, zyn haastig verworven en slecht verteerde geleerdheid, xün verre van nauwkeurige documentatie werden door den spr. terecht veroordeeld. Zoia proclameerde zichzelf tot meester der „naturalistische school"; de waarheid ls, dat hy alleen dan groot ls, wanneer hü, niet met scrupuleuze nauw gezetheid, maar met breoden epischen zwaai, groote men8chenmassa'e bescbryft, do om gevende natuur tot oen symbool maakt van de govoelons der menscbon, die in haar leven, In één woord, wanneer hü dichter is. Om dat te doen uitkomen, las prof. Sagnac verschil lende passages voor uit Zola's beste romans. Zoowel wanneer hy las als wanneer hü sprak, wist do spreker ons te boeien; wü zün hem zeer dankbaar voor zün optreden. „The Lancet" van dezo week bevat het voorbarig bericht, dat in wetenschappelijke kringen in Nederland groote belangstelling heenscht omtrent den uitslag van een twist, gerezen tusschen do geneeskundige facul teit te Leiden en de Regeoring, ter zake van de benoeming van een bekenden ho- moeopaath uit Zürioh. vroeger predikant tot hoogleeraar in de geneesmiddelleer aan de Universiteit alhier. Bij de beide bataljons van het 4de reg. infanterie alhier, zijn de miliciens der lich ting 1903, ter volledige oefening ingolijfd, en behoorendo tot do 2de ploeg van het blij vend gedeelte, heden met langdurig verlof gezonden tot 30 Maart 1904. Zij, dio tot geen der ploegen behooren, vertrokken met groot verlof. Do feesten tot viering van haar 25-ja- rig bestaan door do Chr. Jongelings-vcrcen. „Dient den Heer", alhier, gegeven, worden, naar ons werd medegedeeld, gisteravond besloten met een gezellig samenzijn, waar aan deelgenomen werd door de leden, oud leden, afgevaardigden van plaatselijke zus terverenigingen, leden der Zangvereni ging „Zingt den Heer" en verder door al len, die i arr eenigszins hadden meege werkt aan het welslagen der feestviering van den vorigen avond. Was de Donderdagavond een schoon© avond geweest, het was nu een gezolligo. Voordrachten, tableaux-vivants, muziek (piano on twee violon) on zang volgden elkander in bonte volgordo op, afgowissold door speechen, toosten cn het zingen van liederen. Op voorstel van een der leden van hot eerc-comité, den heer H. M. Snsse, werd een heilwonsch gezonden aan den grijzen eer-voorzitter, ds. S. H. J. do Wolff, dio verhinderd was dezen avond tegenwoordig te zijn. Dit feest, dat te acht uren begonnen was, werd te ongeveer halftwee door ds. Voors, ran Wolvega, met dankzegging gesloten. Nog dient vermeld, dat do voorzitter der Jongclingsverccniging, de heer Jobs. Kok, van den directeur der Zangvereniging „Zingt den Heer", den heer A. J. dc Lan ge, de belofte wist te erlangen, dat do „Feestcantate", Donderdag 1.1. door dio Zangvereniging uitgevoerd, nog eens zal worden gezongen op dc eersto Wintcrbij- ccnkomst, door do Jong.-vereniging „Dient don Heer" in Januari a.s. te geven. Gisteravond hield do Afdceling Leiden van den Ncdorlandschen Protestantenbond haar eerste wintervergadering in het Nuta- gebouw, dio ondanks het ongunstige weder, zeer goed bezocht was. Nadat do voorzitter, ds. S. Kutsch Lojen- ga. ook namens zijn mede-afgevaardigde ter algcmcene vergadering verslag had uit gebracht van hetgeen cr verhandeld was cn van do houding door hen tegenover dc on derscheidene voorstellen aangenomen, dio in de vergadering ter tafel waren gekomen, hield prof. dr. L. Knappert een schoono rede, waarin h:j o. a. de vragen besprak: „waarom heeft dc vrijzinnige richting on der de geestelijke stroomingen van onzen tijd niet meor invloed? wat ontbreekt onzo richting? en wat is onze roeping?" Wat hij hierop, op do hem eigen weispro- kendo wijze, antwoorddj, was in monig op-, zicht voor dc vrijzinnigen beschamend on moest ongetwijfeld leiden tot ernstig zelf onderzoek. Wil do vrijzinnige richting nan haar roe ping boantwoorden, «lan behoort zij als ge tuigenis van vastheid, waartoe het geweten dwingt, een gemeenschappelijke geloofsbe lijdenis to hebban, waarvan spreker ten slotte een proeve gaf. Do doorwrochte rede, dio zich minder voor een couranten-verslag leent, zal wel- licht mettertijd in druk verschijnen, zoodal belangstellenden er dan nog nader kon nis mee kunnen maken. Do voorzitter mocht de tolk van do aan wezigen zijn, als hij den spreker hartelijk dankte voor zijn ernstig en tot ootmoed stemmend woord cn den wensch uitsprak, dat de hoogleeraar in dit seizoen nog eens voor do afdeeling zou willen optreden. Voor het oxamen als apothekorsbedicn; do is te Groningen geslaagd mej. J. H. A Mayer, geboren te Leiden. Men schrijft ons: Of de nieuwe rege ling van het onderzoek naar de geoefend heid van lotelingen, vastgesteld door den inspecteur dor infanterie, dit jaar in do pTaktijk aan het doel zal boantwoorden, meemon wij wel eenigszins te mogen betwij felen. Uit dezo regeling blijkt, dat het on derzoek wordt gehouden in hot tijdvak van en met 4 tot cn met 16 Januari 190-1. De dag van het examen kan dus bepaald wor-, don op 4 Jan. Neemt men echter den laat- sten dag, dat is 16 Jan., moet dc qualiteifc of do quantiteit van het onderricht dan' geen buitengewone afmetingen aannemen, wil het examen met g^d gevolg wordon af gelegd, nu or cursuseon zijn, dio dozen win ter pas op 26 November een aanvang no men? De eischen, op het examen gestold, moei ten buitengewoon laag 6f de vorderingen, die de leerlingen zullen makon, buitenge-' woon groot zijn. Houdt men bovendien nog rekoning met het afbreken van hot onder richt van het voorjaar, in verband mot ,,do^ misdadige woelingen in den lande", dan is twijfel aan de degelijkheid van het ia» do beide laafcsto winters genoten onderwijs geenszins buitengesloten. Te 's-Gravenhage ie aangekomen baron von Kottier, brigade-oommandant van het, Duitscbc leger te Dusseldorf. De Italiaanscho gezant bij ons Hof( heeft de residentie verlaten en zal ongeveer een maand in het buitenland doorbrongom De gezantschapssecretaris Bordari is mol het beheer van het gezantschap belast. i Het Kerstverlof der adelborsten van het Koninklijk Instituut voor do Maria», vangt aan den 23sten December a. s. on, eindigt den 5den Januari cLa.v. De 2do luits. doT art. O.-I. leger J. Hv T. Velu, W. O. Ooatveon, A. Bax en O. EL Visser, allen herkomstig van de Kon. Mil. Academie te Breda, zullen 28 December huS* bestemming moeten volgen. Z. D. H. de Bisschop van HaarloiA hoeft benoemd tot regent van hot seminaria „Hageveld" den woleern. hoer W. G. F.J Snickers; tot pastoor t« 's-Gravenhag®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1