No. 13420. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAC 21 NOVEMBER. - VIERDE 3LAD. Anne 1908 Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Het luis de; Vreese, Finaneieele lironiek. Do uiterlijke teekenen zoowel te Nieuw- I jYork als Londen, zouden aanleiding kun nen geven tot een gunstiger blik op de 'Ainerikaanschc spoorwegmarkt, vooral om dat de koersen meer neiging tot een op gaande beweging aan den dag leggen. Eet is moeilijk uit te maken waar en door welke oorzaken deze veranderde stemming is ontstaan, omdat toch in den grond der positie geen teekenen, welke een verande- ring zouden kunnen doen verwachten, zijn ingetreden. Het mag zijn, dat de gelegen heid gunstig bevonden wordt om te trach ten do markt op te zetten, doch dan is deze beweging door ruimer speculatieven drang ontstaan. Duidelijk viel daarbij waar te nemen, dat èn de beroepsspecula tie, èn het publiek, geheel tegenoverge stelde doeleinden beoogdenhet publick, om van zoo hoog mogelijke koersen te pro- fileeren, de speculatie, om haar deugdelijk bevonden methode, om door haar aanval len de markt te drukken, voort te zetten. Dat, niettegenstaande het belang der spc- culatie medebrengt, om de markt in dalende richting te houden, toch niet onbelangrijk hooger koersen tot stand kwamen, vindt haar oorzaak hierin, dat juist ten gevolge van do zeer omvangrijke contraminc-posi- tión, elke kleine opfleuring der markt- etemming aanleiding geeft, om tijdelijk tot dekking over to gaan, waardoor de koersen een schijn van vastheid gaan toonen. Het blijkt evenwel duidelijk, dat de verbetering nog niet van harte gaat en de markt nog .volstrekt niet rijp is voor een nieuw leven. Daarin kan voorloopig nog geen gunstige wending worden verwacht, omdat verschil lende omstandigheden een gereserveerde houding tegenover de spoorwegwaarden, meer bepaald de aandeelsoorton, nog ge wettigd doet zijn. Do groote spoorwegmaatschappijen gaan voort een beroep te doen op de geldmarkt en stellen zioh met niet weinig tevreden. Nauwelijks hebben de Pennsylvania en de Baltimore zich ieder een bedrag van 10 millioen doll, verzekerd, of de Lake Shore komt met een nieuwe emissie van 50 mil lioen 4 pCts. obligation, welke in haar ge heel door liet huis Morgan is overgenomen. Deze uitgifte werd te Nieuw-York niet gunstig ontvangen, omdat de Lake Shore 1 zich hierdoor opnieuw een overmatigen schuldenlast zou hebben op de schouders geladen. Men heeft evenwel het doel voor i oogen te houden waarvoor de nieuwe lec ning wordt uitgegeven en wanneer zij nu hoofdzakelijk zal dienen zoowol tot aflos sing van in omloop zijnde oude leeningen, als van nog loopende vlottende schuld, en daarenboven slechts naar gelang van be hoeften zal worden uitgegeven, dan kan deze emissio niet als zulk een buitengewoon (Verzwarendon last worden beschouwd. Ook Gould heeft een nieuwe uitgifte op l et oog, ten einde to voorzien in de bouw- ;kosten der nieuw aan te leggen zijlijn, waardoor, hij do Missouri-Pacific met Nieuw-Orleans zal verbinden, zoodat voor loopig genoeg eischcn aan de geldmarkt zullen worden gesteld. Het is echter aie: j zonder beteokenis, dat ne emissièn den laatsten tijd, blijkbaar zonder veel bezwaar. plaatsing hebben gevonden en is het een i bemoedigend tecken, dat huizen zooals i Kuhn Loeb Co. en I. P. Morgan, bereid waren, deze belangrijke bedragen te ne- men. Hieruit blijkt toch, dat voor goede obligatiesoorten de markt wel te vinden is, zooals bovendien ook meer en meer uit de neiging van het publiek kan worden afge leid, doch ook alleen voor ob.-gatiën, ter wijl voor aandeelen in het algemeen een 1 verklaarbare terughouding blijft heerschen. Ie er voor de positie der goed gevestigde obligation geen gevaar to duchten, zoo kan 4och voor do aandeelen een tijdperk aan breken, waarin op de handhaving der oude 'dividenden met minder vastheid gerekend kan worden. De economische toestand in 'Amerika g2eft zeker geen redenen tot be zorgdheid, al mag men aannemen, dat in 'de periode van voorspoed bet.hoogtepunt wel bereikt zal zijn, doch evenmin behoeft dit te worden beschouwd als het begin van een teruggang, want, voor zoover een bc- oordeeling voor de toekomst mogelijk is, is er in Amerika op het gebied van handel ©n industrie nog ondenkbaar veel ruimte voor uitbreiding. Er zijn evenwel andere verschijnselen, welke duiden op een stagna tie in de ontwikkeling der spoorweg-ont vangsten, meer in het bijzondor de netto's, waardoor tcch het lot der aandeelhouders, ten opzicht* van de dividendkansen op hun papieren, wordt beheerscht. Het is uit de jongste jaarstatistiek gebleken, dat de obligatieschuld der Amerikaansche spoor- i wegen in het laatste jaar enorm is toe genomen. Buitendien zijn van de groote Maatschappijen in de naaste toekomst nog meer emissièn van obligatiën te verwach ten. Dit maakt natuurlijk, dat, door de toename der rentelasten, de verhouding van het winstsaldo, waaruit do dividend- uitkeering moet geschieden, ongunstiger wordt. En niet alleen de groote vermeerde ring van vaste schuld is daarbij van in vloed, ook het opkomend streven bij vele Maatschappijen om verbeteringen en ver nieuwingen van weg en uitrusting, direct uit de gewone ontvangsten te bestrijden, is oorzaak, dat de netto-ontvangsten tegen over de bruto's meer en meer teruggaan. Yele Maatschappijen, vooral zij, die niet tot de allerstekste behooren, v. orden daartoe ge noodzaakt, omdat andere wegen, om voor deze doeleinden de noodige geldmiddelen te vinden, tegenwoordig gesloten blijken. Dan is een andere factor, welke niet onder schat moet worden, gelegen in de houding der werklieden-vcreenigingen, welke schro mc-lijk overdreven en daardoor onhoudbare looneischen blijven handhaven. Reeds heb ben verschillende Maatschappijen en on dernemingen er de voorkeur aan gegeven, om de werkzaamheden in mijnen cn fa brieken tot stilstand te brengen, tot een andere toestand, gebaseerd op meer billijke loonsverhoudingcn, zal zijn aangebroken. Al deze omstandigheden zijn toch bij toe komstige uividend-verwaebtingen in aan merking te nemen, en deze overwegingen vormen thans krachtige motieven, om de gereserveerdheid tegenover de Amerikaan sche spoorweg aandeelen te rechtvaar digen. De rijzing gedurende do laatste da gen te N.-York en London ingetreden, werd te Amsterdam wel gevolgd, doch werd veel eer van de gelegenheid gebruik gemaakt, om fonds ter markt te brengen. De kooplust van het publiek bleef nog zeer beperkt. Preferente aandeelen Missouri Kansas Texas waren, tegen de alge- mecne strooming in, belangrijk lager in aansluiting bij de vermindering der netto ontvangsten gedurende October, ten slotte ondervonden zij nog eenig herstel. Omtrent de U. S. S t c e 1 C o. openden de berichten, die in den loop dezer v/cck werden ontvangen, nog weinig nieuwe ge zichtspunten. Het gerucht, dat er in de directie der S t a a l-t r u s t een algeheele verandering te verwacht?n is, dat Morgan zal uittreden en worden vervangen door een geheel nieuwe groep van krachtige en degelijke financiers, is nog wol niet be vestigd, doch wordt toch als een zeker te verwachten gebeurtenis beschouwd. De ont vangsten der Staaltrust gaan intusschen den kreeftengang, hetgeen niet verhindert, dat ten opzichte daarvan toch aanhoudend zeer optimistische beschouwingen worden gegeven, die door het publick nu toch wel op de juiste waarde zullen worden geschat Een besluit, genomen door de directiën der Trunklijnen, om de vrachtprijzen der uitgevoerd wordende Staalproducten met een derde te verminderen, werd blijkbaar van groot gewicht geacht en was aanlei ding, dat ae stemming voor Steelwaarden aanmerkelijk verbeterde, waarbij zich de geheclc Amerikaansche markt aansloot. Londen toonde eon betere houding, zoo wel door de grootcre waarschijnlijkheid, dat do Engclsche Bank voorloopig nog niet tot verhooging van haar disconto zal behoeven over te gaan, als door do gun stige berichten uit het Zuidafrikaansche mijngebicd. Omtrent de aangelegenheid der mijnarbeiders verkeert men nog in volko men gelijke positie als weken geleden, doch zee? opwekkende tijdingen werden ontvan gen omtrent de aanboring van een rijke goudhoudende laag, en dit was voldoende, om de goudmijn-waarden in gunstiger po sitie te brengen. Op onze Beurs bleven do verschillende Staatsfondson zeer stil," met opmer kelijk weinig handel. Koloniale waar den bleven verlaten, evenzoo de markt der T a b a k-aandeelen, waarvoor nochtans oen vastere stemming hoerschte. Voor de meeste P e t r o 1 e u m-waarden heerschfco een opgewekter stemming, in verband met bet bericht, dat pogingen worden onder nomen om een groote Europeesche petro- leumtrust tot stand te brengen. Aangezien hiervoor de medewerking is verkregen van eenige voorname geldinstellingen in Euro pa, heëft dit plan groote kans van slagen en zal, bij verwezenlijking daarvan, aan de Europeesche petroleummarkt een uitermate krochtigen steun worden verleend, om te genover de Standard Oil Co. den strijd vol te houden. Reeds nu is in het Baku- gebied een belangrijke prijsverhooging in getreden, waaraan vooral aandeelen Rus sian Fuel en Schibaieff hun rij zing te danken hebben. Yoor Mij n waar den was do stemming verdeold, over het algemeen bewogen zij zich in dalende rich ting, alleen N c d.-I n d i s c h o Mijn bouw en Rodjang Lobong hooger, deze laatsten in verband met de bekend gemaakte productie over October. Zoowel do waarde van het gedolven erts als het bedrag der beschikbare middelen, wijst een vrij belangrijken vooruitgang aan. Uit Portugal werd bericht, dat de gel den, benoodigd voor de uitbetaling der be loofde 10 pCt. uitkcering op de oude cou pon-certificaten der Portugeosche schuld, waren afgezonden. De betaling daarvan kan dus spoedig worden verwacht ea vervalt daarmede dan het motief, om de nieuwe schuld uit de officieelc noteering te weren. De Zuidamerikaansche afdeeling had wederom een zeer levendig verloop, in ver band met do zeer opgewekte stemming, welke voor deze waarden op de Londcnsche markt blijft heerschen. Columbia kon weer veel van de verloren koerson terug winnen, voornamelijk ook weer aan Londen te danken. Na de afscheiding door Pana ma, waarvan een heftige koersdaling het gevolg was, werd algemeen beschouwd, dat Columbia niets meer to verliezen zou heb ben, en de kansen op eenige nakoming van haar financicelo verplichtingen nu nog minder waren dan vroeger. De bctero stemming in de laatste dagen opgekomen, is meer te danken aan nieuwe gezichts punten, welke zich met betrekking tot den financieelen toestand van Columbia voor doen. Terwijl or sprake is van het sluiten eener overeenkomst tusschen Amerika en Panama, waarbij door Amerika 10 millioen dollars zou worden betaald als hulpfonds en men in de verwachting verkeert, dat do nieuwe republiek een deel dezer gelden aan Columbia Zal afstaan, heeft ook de Londcnsche Council zich in deze aangele genheid gemengd. Zij heeft tot de Engel- sche regeering het verzoek gericht, Panama niet als nieuwe republiek te erkennen, wanneer zij niet een evenredig deel der Columbiaansche Staatsschuld voor haar rekening neemt. Ofschoon boide berichten veel overeenkomst hebben, is hun beteckcnis niet gelijk. Wanneer door Panama een ze ker bedrag in de Columbiaansche Staats kas zal worden gestort, zal deze bijdrage wel spoorloos in do bodemlooze schatkist verdwijnen, zoodat de obligatiehouders waarschijnlijk weinig profijt daarvan zul len hebben. Wordt daarentegen een even redig deel der Columbiaansche schuld door Panama overgenomen, dan zal do kans oneindig grootcr zijn, dat de jonge republiek, gerugsteund door Amerika, beter do verplichtingen daaromtrent zal nakomen. Het is echter op technische gron den niet duidelijk, op welke wijze Panama een gedeelte der Columbiaansche schuld zou kunnen overnemen, zoodat nadere be richten do bedoeling hiervan zullen moeten verduidelijken. In ieder geval is door deze berichten een meer optimistische stemming voor Colum biaansche waarden op de Londcnsche markt ontstaan. Misschien wel wat voor barig. Door <1 e justitie ie ©en ondor- zoek ingesteld naar de oorzaken der bran den, die in de vorige week in de brouwerij ,,Het Haantje" te Amsterdam hebben ge woed. Kleinmann&Co. Do correipon- dent van de ,N. R. Ot." ts Haarlem schrift Op verzoek van den curator mr. H. Ph. 't Hooft in het faillissement der firma Klein- mann Co., alhier, deelen wy mede, dat van het overdoen der zaak en het daardoor In werking bleven gean sprake is, dooh dat alleen oen deel van het personeel op dit oogen- blik afwerkt een bestelling, door een firma te Antwerpen gedaan, welke bestelling voor de afwerking zoo goed als gereed lag. Men meldt uit Utrooht aan do „N.R.C.": De heeren K.F. Crcutzborg, H. de Bie Jr. on P. van Regteren Altena, alien doctorandi in de rechten alhier, zijn door de Staa^commissie van enquête belast met het invullen van vragenlijsten betreffende het personeel op station Utrecht C.-S. Dien volgens hebben deze heeren zich sedert Woensdag 4 dezer bezig gehouden met het ondervragen van ambtenaren en beambten (ten getale van 800) on gisteren brachten zij bij diegenen, die door ziekte niet op het station aanwezig waren, een bezoek aan huis. Do heeren Talma en Arentzen, leden der enquête-commissie, waren herhaaldelijk op het station te Utrecht aanwezig om toe zicht op de enquête te houden. Gisternacht om halftwoe ont stond door onbekende oorzaak brand in het magazijn van witte goederen, van de firma E. ter Braake, in de Ootmarsumscho straat te Sbad-Almeloo. Binnen korten tijd was het gebouw geheel uitgebrand, evenals het daarvoor gelogen kantoor. Do booken kon den nog gered worden. De brandweer slaag de or in do belendende pcroeelon te behou den. Verzekering dokt do oohade. Een groot aantal naaisters vinden in dit magazijn werk. De ketel mot water. Te Stro- tum bij Eindhoven, viel hot vierjarig kindje van J. W., aJ spelende in een ketel met ko kend water, waaraan het kort daarop aan do gevolgen overleed. Alwodor po8tdiefstaï. Te Utrecht is de hand gelogd op een post-be- ambte, verdacht van het vorvalschen van quitanties betreffende de betaling van ver goeding voor vorhuiskostcn van Zutfen naar Utrecht. Do mam is reeds uit 's Rijks dienst ontslagen. Val8che handteekening. Men sjchrijft uit Slochteren aan „Het Volk": Bij de gemeenteraadsverkiezing te Sloch teren is de candidaatstelling van Sijteoma bijna mislukt. Om, daar het de laatste dag was, toch maar zeker lo rijn, d. het vor- cischt aantal handtrek:nngen (37) er kwam, plaatste een lid der A olkskioavorceniging te Siddoburcn or eenige bij op. Dit werd op de secretarie ontdekt, doordat een dor namen verkeerd gespeld en do hand te duidelijk ge lijk was. Togen den dader is procos-verbaal opgemaakt. Daar de '.jst meer dan 40 na men bevatte on er 3 worden geschrapt, is Sijtsema toch nog candidaat geworden. Drijfzand. Twee kindoren, een zusjo met haar klein broertje, speelden samen op het mulle zand van den Mook- scluan borg, nabij den weg naar Groesbeek Zelfs onder het geringe gewicht van het jongentje zakte het droge, losse zand wog. Steed dieper weg, trok hef ventje mee, tot dat hij zelfs met behulp van zijn zusje zich niet meer uit het hem vast omknellende zand wist te redden. Ondortusschen zakte broertje etcods verder weg en radeloos van angst zet zusje het op een hulproepen. Gelukkig was iemand in de nabijheid, die met tegenwoordigheid van geest em goed overleg hulp wist to brengen. Do heer Yan Hoorn, van Groesbeek op weg naar Mook naderde do plek, waar broertje geheel ond?.r het zand was vordwonen. Mot inspanning van alle krachten en zon der een oogenblik tijd te verliezen, begon de heer Van Hoorn het reddingswerk en hot gelukte hem hoofd en bovenlijf te bevrijden uit het noodlottige zand, waarin bet kind spoedig een akeligen verstikkingsdood zou' gestorven zijn. Doch het kind geheel bevrijden, gelukt© j ook aan den heer Van Hoorn niet, die daar om in do nabijheid om hulp ging nanklop- pen. Weldra wa© nu cl? kleine met schop en spade uit het zand gegraven. Mochten eindelijk toch alle ouders loeren hun kindoren mot zorg to bow arenveel on gelukken zouden vermeden en daardoor veel verdriet bespaard kunnen worden. Eere den heer Van Hoorn, aan wiens menschliovend werk L.t te danken is, dat' dit ongeval zoo gelukkig afliep. (L. K.) j Uit Dinxporloo wordt dd. 18 November aan de „Arak. Ct," gemold Heden v,dmeest© arbeiders alhier! door den bv»vieu<jg, die in Pruisen gevierd' word, van hun fabriekswerk vrij. Van hun vrijen tijd hebben een aantal hunner heden morgen een nuttig gebruik gemaakt. D© klompenmaker Terr H wilde zijn werkplaats verplaatsen in de nabijheid zijner woning. Daar het hem te kostbaar was dezo af tc bre ken ©n weder op te bouwen, zag men heden morgen een 20-tal arbeiders bedoelde work- plaats al dragende vervoeren, daar zo te groot is om op een wagen te laden. Een hee- lo tijd ging hiermede gepaard, doch zonder ongelukken kreeg do klompenmaker zijn werkplaats thuisgebracht, wat geheel op Amerikaansche wijze geschiedde. Te Willemstad brak eon fell© brand uit in do werkplaateen van de sohcepetiinmorwerf van de firma W. v. Dui- vondijk. Do brandweer alaagdc er in de be lendende gebouwen te sparen. Werkplaats en groote hoeveelheden hout zijn vernield. Oorzaak onbekend. Do woning, zoomede do inboe del van den arbeider G. Kleine, te Rhee- veld, zijn een prooi der vlammen geworden; hot veo heeft men kunnen redden. Naar men zegt, is het begin van den brand ont staan in den schoorsteen. Assurantie dokt de schade. Hot lijk van den zoon on kost winner van do wed. M. V. te Borlicum (N.-B.), die sedert Zondag vermist word, is tuit do Aa opgehaald. Mon zag zijn pet drijven en ging tooö dreggen met lx*vcnstaand gevolg. Staking van betaling. Vol- gene eon bericht uit de Ver. Staten aan „Fin. Times", verkeert de Acmo Harvcotor Camp. t© Pessia (Hl.), een der grootst© fabrieken der wereld van landbouwgereed schappen, in financieel© moeilijkheden. Da acbiva vertegenwoordigen een waarde van ruim 3,900,000 dollars en overtroffen do passiva aanmerkelijk, zoodat de crediteuren ©ogenschijnlijk geen verlies zullen lijden. Voorloopig heeft de maatschappij uitstel van betaling gevraagd. In „Do Ohr, Onderwijzer", hotor- gaan van d^ „Unie van Chr. Ouderwijzere," komt do volgonde advertentie voor: Wio kan een Chr. onderwijzer, die zich in het vraten wil trainen, ton einde ccnig geld te kunnen besparen voor zijn pensioen, aan een boek helpen, getiteld: „Gids of leefre gelen voor den vaster". A a n d e u n i v os i to i t v an Berlijn hebben zioh voor den loopondon halfjaarlijk- schen cursus meer studenten en toehoorders ingoschreven dan ooit to voren, en wel 8114. Den vorigen wintor bedroeg het aantal on geveer 7300. Dat het kweckon van een wetenschappe lijk proletariaat in Duitschland niet tot do denkbeeldige gevaren behoort, valt uit bo venstaande cijfers wel met zekerheid op te maken. In Oostenrijk valt hetzolfde verschijnsel to oonstateeron. Volgons een door de Ween- sohe bladen gepubliceerde statistiek, is het getal studenten en toehoorders aan de Oos tenrijkse he hoogcscholen gedurende de laat ste drio jaren toegenomen mot onge veer 4000, terwijl do gemiddelde jaarlijkscko toeneming vóór dien tijd ongeveer 100 be droeg. Do verklaring voor dit verschijnsel is te zoeken in de vermeerdering van het aantal Slavische inrichtingen van middel baar ondor.vijs en bet steeds algcmecmer op treden van vrouwelijke studenten. 63) Ik kon zo echter duidelijk zien. En er was niet bet minste aan, dat opmerkingswaardig was. Hoe ik my ooit kon verbeeld hebben, dat dit wel het geval was, begreop ik nu niet. Ik stapte ongeduldig van den stoel af, terwijl ik dien met een schurend geluid over den vloer trok. Toen ik hom weer op zijn vorige plaats had gezet, wierp ik over mlJn schouder heen nog eens een blik op do schil- ;dery. Do .vreemde pupillen schenen een witten lichtstraal op ml) neer te schieten en daarna ;weer dof te worden. Driftig wordend, bes'.oot ik mU niet langer jte laten misle:d6n, en naar de kast gaande, begon ik dezo aan een onderzoek te onderwer pen. Het witte voorwerp, dat op den grond was IgevalUn, was een soort van morgenjapon van 'goodkoop kamerdoek, welko er uit zag, alsof zy klaar in een dorpswinkel was gekocht, klaar die kon nooit bestemd zyn geweest voor mrs. Heckleberry of haar „verstandige doch - 'ter Naomi." Het eenvoudig gemaakte klee- dlngstuk, dat over myn arm hing, scheen een zekere gratie on distinctie te hebben. Myn vingers tintelden, toen ik mgzelven afvroeg, ■of doze plooion ooit de gestalte van Consuelo Hope haddon omhuld. Ik wist, dat de Heckle- berry's een geheim omtrent haar bezaten. Ik veronderstelde, dat de mooie vrouw, die onder zulke vreemde omstandigheden in dit vreese- ïyke huishouden was gebracht, Consuelo zelve was. En indien dit zoo ware, dan kon ik wel Aannemen, dat zy den tyd van haar verbiyf in dit vertrek had gosleten. Ik kon slechts bidden, dat het kort was geweest. Met eerbied hing ik het witte kleediugstuk weer aan den baak aan den achterkant van de kast. Daarnaast hing een donkoro reis mantel met eon ruime, diope kap. Ik tilde zacht een van de plooion op, met het plan (alleen op het vermoeden, dat de mantel van haar was geweest), om die aan myn lippen te drukken. Tot myn verrassing zat die vol plekken opgedroogde modder van een eigen aardige kleur, donker-geel met een tintje rood. Zoo geheel was do rug van den mantel daar mee bedekt, dat men op de gedachte kwam, dat degeen, die hem had gedragen, op den grond had gelegen, welke doornat van don regen moest zyn geweest. De planken, welke de bovenste helft aan één kant van de kast innamen, waren leeg; alleen lag er op één een opgerold bundeltje en stonden daarop twee flesschen, waarvaD de een een weinig grondsop van een helder, roos kleurig vocht bevatte. Werktuigiyk nam ik er een op en bekeek de etiquette. „Een theelepel by eiken aanval van flauwte." Een ander, voel kleiner en haif vol, droeg het onheilspel lend opschrift„Laudanum, vergif," en daar ach ter lag een rol van ruw materiaal. Die werd met lange, sterke spelden bUeengehouden. Door een onweerstaanbaren drang gedreven en toch eigeniyk niet wetend, waarom ik my op zulk een tyd met zoo iets beuzelachtigs afgaf, trok ik die er langzaam uit. Daarop ontrolde Ik het ding. Het viel voor myn oogen neer, terwyi ik het omhoog hield, in ver kreukelde plooien, die lang in de klem hadden gezelon. „Hemelsche goedheid I" riep ik uit. En myn stem weergalmde yzingwekkond door de groote, verlaten kamer achter my. Myn hlifr hing aan eon gewaad, zooals vrouwen in Engelsche gevangenissen dragen. Ik begon rusteloos in de kamer op on neer te loopen, torwyi ik myn oigon toestand vergat. Waarom zou ik voor esn oogenblik droomon, dat een van deze dingen haar ooit hadden toe behoord? Opeens keorde ik evenwel, aan een plotse linge opwelling gevolg gevend, naar de ceder houten kast terug en opende de deur. Ofschoon ik het niet wist, hing van deze éóne daad myn geheele toekomstige levensloop af. Ik wilde mjjzelven het bowys leveren, dacht, ik weerbarstig, dat zy nooit dat gewaad had kunnen dragen. Het moest voor een veel grootere, veel forschere vrouw zyn gemaakt dan zy was: waarscbyniyk wel voor do ge vreesde mies Traill zelve. Ik raapte het kleedingstuk op, dat ik achte loos in een hoek had neergeworpen, en liet de plooien weer uithangen. Zoodoende kwam onbewust iets anders aan het licht: een ge bogen kaartje van bordpapier, dat op den vloer voor myn voeten neerfladderde. „Neen l" zeide ik hardop, terwyi ik het leeiyke gewaad op armslengte van my afhield, „Consuelo kan nooit dit leeiyke ding godragen hebben." Daarop zag ik, weer uit de kast stappend, het stukje gebogen bordpapier op den grond liggen en raapte het onverschillig op. Het was een klein visitekaartje. „Mr. D. S. Varren" was de naam, welke er op was ge graveerd en iemand had blykbaar beproefd de letters door een dikke potloodstreep te doen verdwijnen. En ook met potlood waren daar boven geschreven de woorden: „Het adres van den eenigen, levenden man, die u kan of wil helpen aan hetgeen gy zoekt, is: Mons: Paul Lepel 29, Rue de Lachen©ur, Paris, Stel hem op de proef. Hy is reeds ten gunste van u op de hoogte gesteld." Was dezo inlichting voor Consuelo bestemd geweest? vroeg ik myzolven verwonderd af. En in plaats van het kaartje in de kast to loggen, stak ik het in myn zak. Weor moest de onzicht bars hand van het Lot my geleid hebben. XXIII. Gelukkig had ik in zoover aan de toekomst gedacht, dat ik myn horloge den vorigen avond in de duisternis had opgewonden. Toon ik voor do tweede maal dion morgen de deur van de noodlottige cederhouten kast sloot, dacht ik aan den tyd en ik haalde myn horloge uit het vestzakje, waarin ik juist het kaartje had gestoken. Het was omstreeks zeven uur en ik kon een zucht van verveling, ongeduld en van lichameiyk zoowel als van geesteiyk lyden niet onderdruk ken. Ik had de laatste vier on twintig uur veel doorgemaakt om niets te zeggen van hetgeen ik daarvóór reeds uitgestaan had. En ik was ternauwernood weer geheel op krachten gekomen, sinds de wonde, welke my was toegebracht op den dag van Paula's verdwynen. Myn zenuwen waren nog altyd gespannen voor onmiddeliyk© werkzaamheid. Ik voelde my in staat tot groote inspanning, zoo er de minste kans was geweest, dat zulk een in spanning my vr(j zou maken. Maar het voor uitzicht van een eïndolooze gevangenschap en van langzaam wegkwynen zou myn krachten te boven gaan. Bedryvigheld was noodlg voor myn gemoed; bedryvlgheid, welke my vermoeidheid en het knagend gevool van honger zouden doen ver geten. Met al de kracht, waarover ik kon beschik ken, greep ik één voor éón de yzeren staven van het dicbtslbyzynde raam en trachtte dl© heen en weer te schudden. Er was geen be weging in te krygen. Elk op zichzelf scheen als in een rots geklonken te zyn. Zonder ontmoedigd te worden, probeerde ik de vol gende en de daarop volgonde, totdat ik had ingezien, dat alle drio onwrikbaar waren. „Om het oven," zoide ik tot myzelven, terwyi de neiging van den eonzamon gevan gene om hardop te spreken zich reeds bfl my openbaarde„Dit Is niet de eenige kamer." „TerwUl ik m(jzelven alduT overluid moed insprak, hoorde Ik duideiyk een sarcaetlschon lach, blykbaar dicht In de buurt. Met óón grooten stap was ik by do deur en had den grendel weggeschoven, waarna ik de gang insnelde. Doch niemand was daar. Ik vloog naar de deur aan het eind daarvan on onder- zoel)* /,:o. maar deze waa even goed gesloten als altyd en ik was nu benieuwd to weten of de ongelukkige bewoner van hot tegen overgesteld vertrek ook aan oen opwelling van vroolykheid had lucht gegeven Ik opende zacht de deur en kook naar binnen. In de kamer was goen enkel stuk huisraad, behalve een raatras mot oon paar oude dekens, die in een hoek was geschoven. Een paar korsten en goed afgeknaagde beon- deren lagen daar verstrooid; by en op eon van die laatsten was do ongelukkige govan- gene yvorig aan het werk. Voor het eerst kon ik het gelaat en de verdraaide, half gekleedo gedaante goed zien. Het aardmannetjesachtige wezen was een Jongen van vyftien a twintig jaar misschien, ofschoon de scherpe, pUnlyk© trekken een veol onderen leef tyd zouden doen vermoeden. Wordt vrwlgèJlj'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 13