LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 31 OCTOBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1903. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Het Huis der Vrsssa. So. 13402 dingen naar pryzea of premiön in geld of in goed, uitgeloofd ton behoeve der deelnemers, die als winners worden aangewezen door liet lot of eenige andere kansbepaliDg, waarop zy geeD invloed kunnen uitoefenen." Nu kunnen wy niet veel bewondering ge voelen voor de woordendie aan zekere voor waarden voldoen". Het lotory-contract wordt van juridisch standpunt beachouwd als een wederkeerige overeenkomst, en dus zouden wy hot veel juister achten, hior te spreken van „hen, die tegen zekere praostatie hunner- zyds." Dit klemt te meer, omdat naar do Regeeringsredactio niets zou benoodigd zyn dan het „aan zekere voorwaarden voldoen," byv. inwoner zyn van een stad, lid van een genootschap of dergeiyke. En na zouden wy een lotery, waar de spelenden niets praesteo- ron, volmaakt onschuldig achten. By de openingszitting der Tweede Kamer worden de kaarlen voor de goresorveerde tribune verloot; ln menig leesgezelschap worden aan bet eind des jaars onder de leden de boekon eu tyd- schiiften verloot; beschermhoeren van studen- tenclubs of dergeiyke laten soms boeken of sigaren verloten op St.-Nicolaas of anderszins. Voor dit alles is slechts benoodigd „het aan zekere voorwaarden voldoen," nameiyk lid te zyu der Kamer, van bet leesgezelschap, van do club, euz. Al deze dood onschuldige zaken vallen thans onder art. 1 dor wet en zullen, als de waarde der boekon byvoorbeeld meer dan f 100 bedraagt, koninklijke goedkeuring moeten hebben. Dit is toch al te dwaasI Trouwens, de geheele redactie van art. 1 is niet mooi. Zoo wordt gesproken van „iemand", die lotoiyen aanlegt. Waarom dat woord niet weggelaten? 't Kan zondor eonig bezwaar worden gemist. Achter „gelegenboid" inregel 1 zou men eenvoudig kunnen lozen „uit winstbejag opengesteld voor hen, die hunner zijds zekere praestatie doen, om", enz Dan vallen alle boven omschreven loteryon er buiten, en vallen do gebruikeiyko liefdadig- heid8loloryen .on tutti quanti er onder, daar ook hior winstbejag hot uitgesprokon dool is; eveneens worden getroffen loteryen van win keliers, die een lot toegeven op olk kilo boter of dorgeiyke. Dit alles is geen muggonziftery, maar er moet hierop .golet. Art. 1 zal, wordt bet ontwerp wet, „strictao interpretationis" zyn, daar het zelf uitdrukkeiyk twee uitzon deringen maakt. Dat aan don loterij-zwendel een einde wordt gemaakt, is meer dan tUd; maar men moet zyn dool niot voorbyschieten. De Standaard zegt vorder, dat zy ongaarno in het ontwerp maatregelen tegen het Beurs spel mist. Het doet haar leed, dat do ltogoo ring geen middel heeft weten te vindon, om ten dezen althans eenige verbetering te bren- gon. Gegrond acht zy ook do opmerking van de Nteuice liolterdumsche Courant, dat het toezenden van buiteulandsche loten direct niet te keer wordt gogasn. Haar conclusie is doze: „Zakoiyk heeft het ingediende ontwerp in het algemeen onze Instemming. Maarwodoon eon beroep op do werkkracht der Regoering, om het by dit ontwerp niet te lalou, en aan de gelegenheid tot spel, van de vroegste tydon af oon volksondeugd in Nederland, mot nog moer kracht paal on pork to stollen. En voorts do redactie to verbotoren in don door ons aangegeven zin." Mr. A. KordUk wyst er in hot Sociaal Weekblad op, dat ons inlandsch meel tegenwoordig lager in prys is dan het inge voerde Amerikaanscho Bakers meel Vroeger was het omgokeordo het geval. Hot ver- schynsel van do duurte van hot Bakers-meel is, naar de raeening van mr. K., niet Iels voorbygaands, goiyk hy uiteenzet. Duurzame terugkeer van de vroegero prysverhoudingon is niet te verwachten. Dit geeft hom aanleiding tot do volgendo vragen „Vooreerst. Is het niet een sprekend voor- beold, hoe bedenkeiyk het is, invoerrechten te gaan lieffon wegens feiten, die binnenkort kunnen ophouden to beslaan? In do tweede plaats In 1899 betoogend, dat by een herziening van het tarief van Invoerrechten zou bohooren te worden golet op de mooiiykheden, waarmede onze maal- industrie volgens hem te kampen had, was des heeren Harte'a ploitgrond hiervoor de „doodelyko concurrentie" van Amerika. Thans bltykt die pleitgrond geheel te zyn weggezonken. Moot dit er hem dan logisch niet toe loiden, wanneer hy aan zyn in te dienen wetsontwerp de laatste hand legt, het voorgenomen recht op meel alsnog daaruit te schrappen?" Eet Centrum sclir|jft: In het Voorloopig Verslag der Twoede Kamer over de begrooting voor 1904 wordt als tegen hot ministerie aangevoerde grief ver meld, dat de „leerplichtwet, by de ver kiezingen als strijdig met de christelyko beginselen veroordeeld, gehandhaafd bleof." Naar aanleiding hiervan scbryft Het Huis gezin „"Wat nu do Leerplichtwet betreft, vereen zelvigen de hooren, die in hot aangehaalde stukje aan bet woord zyn, oon enkele groep met do regoeringsmeerderheid. Er mogen antirevolutionnairen geweest zyn, die bU do verkiezmgon de Leerplichtwet „als strydig met do christeiyke beginselen" hebben ver oordeeld, door de katholieken is dit in ieder geval niot geschied. Hieruit volgt, dat een beroep op de „chris- telyke beginselen" niot voldoende Is, om van dit ministerio als oon soort van aangegano verplichting de intrekking der Leerplichtwet te vorderen. En te minder klem heeft die eisch, wan neer waar is, wat van dezelfde zydo bowoerd wordt: dat de stemming ten opzichte der Leerplichtwet vooral by de katholieken, maar toch ook by de antirevolutionnairon, gewy- zigd is. Is dit zoo, dan zou de Regeering, die geen enkele verbintenis in zake de Leerplichtwet heoft aanvaard, wol dom zyn, als ze met een intrekkingevoorstel kwam, dat hoogstens slechts door een kleine groep verlangd wordt." Wy zyn zegt Het Centrum het natuur lek met de strekking van dit stukje geheel eens. Dat men echter ln vroeger jaren wel eens op bedenkelijke wyze verband legdetus- schen de leerplichtwet en de chrlstolyke bo- ginselen ook van katholieke zyde valt bezwaarlUk te ontkennen. De vrijzinnig-<Je.uK)ortutiöohe Arnhemschc Courant erkent de grooto werkzaam heid, door verschillende der huidige min i s t o r s aan don dag golegd, maar aarzelt niettemin, hun daarvoor on verdeel den lof tc brengen. Er wordt met niot ge noog methode gewerkt. Zelfs tie bekwaam ste on werkzaamste man kan, door alles te gelijk ovorhoop to halen, gcvaarloopon wei nig tot liet gewenschte einde te brengen. Hot blad gaat dan aldus voort: ,,Hot KaiyinofcRooll, welks richting overigens allerminst onze sympathio had hetwelk uiot dezelfde gebrekkige parle mentaire maohine heeft moeten werken, waarover de anti-revolutionaire pers zoo bitter klaagt, heeft zioh bij zijn optreden een scherp begrenr-dr, bescheiden taak ge stel <1 cn die in drie jaren tijds afgewerkt; wel een Iwwijs, dal, ondanks den langzaam werkenden molen, hot noodzakelijk geachte meel ook nog wel te voorschijn te brengen is, mits er maar met methode wordt ge werkt. wat cellier in hot Kabinet-Ivuyper wordt gemist." De Nedc. lander zegt hiervan Wij zijn steeds van meen in g geweest, dat het Kal)inet-ltöcl 1 een toonbeeld 13 geweest van een Ministerie, dat zijn taak. zooala die door de omstandigheden was aangewe zen en dan ook door hot Kabinet zelf was uitgestippeld, mot. volkomen correctheid en getrouwheid, cm daarl ij mot- grooten ijver, heeft afgewerkt- En l>et is een merk- aardig bewijs van de steil inig, dat de geschiedenis ten slot to altijd recht doet ook tegenover tijdelijke misken ning, dat nu reeds ditzelfde zóó beslist er kend wordt van oen zijde, waar rnen tijdens hot bewind vam dat Kabinet voortdurend zijn kracht zocht in klagen en Knagen aan het werkplan Wij herinneren slechts aan de partijstemming oyer hot afdeo]ingsonder- zook van Hot Personeel, terwijl do radicaal liberalen eerst do Kieswet wilden zien; aan het door de „vooruitstrevendon" behendig aangegrepen uitstel-amen dement-Vermen - Ion-Kolkmanaan hot ge naspel over hot verband mot de gemeentefinancienin t kort. aan al die felle tegenwerking, die den heer Pyttcrson ten slotte in een open brief aan den leider zijner club deed verklaren. Dc Tijd, zegt, dat de Katholieken in ons vaderland inzake het h u w o 1 ij k voor de wet in zeer achterlijke conditio verkeeren. Strekt eenerzijds, schrijft het blad, juist bij de R.-K. Kerk de eerbiedwaardigheid van het xruwelijk wegens zijn sacramenteel karakter en hot geestelijke van zijn wezen zoo hoog boven bet profane uit, wordt het beschouwd als een heiligo zaak, als een teo- keu cn bron van Genade, anderzijds on dervindt de Katholiek bij don Noderland- echon wetgever niet hot minste blijk van eer bied voor zijn godsdionstge overtuiging en de heiligheid zijneT echtelijke verbintenis. Wij spreken nu niot over een idealen toe stand: hoe de huwelijkswetgeving in een ka tholiek land mot een katholieke regeearrng diende in overeenstemming gebraaht te wor den mot hofc kerkelijk recht, laten wij rus ton Maar tusschen dit ideaal en den tegeai- woordigen toestand kan mem zich een rege ling denken, welke ook m een land met ge mengde bevolking ware te treffan on heel wat minder inbreuk zou maken op de rech ten der Kerk. Nam de wetgever ten opzichte van ons kerkelijk huwelijk een volstrekte neutra^ lite it in acht, ignoreerde hij eenvoudig die heilige echfcverbinben.s der Katholieken, wij zouden allerminst reden vinden tot lof en dank, maar ten minste niet te klagen hebben over een rechte treek robe inmenging, welke ons do vrijheid beneemt, om overeen komstig onzen plicht als Katholieken hot huwelijk aan te gaan. Hot blad constateert, dat, volgens Dr Staitdaarrl, blijkens haar artikel naar aan leiding van dc maidenspeech van mr. AaT- herso, do Nederlan&scho wetgever weder rechtelijk do vrijheid der Katholieke Kerk aanrandt, door onder strafbedreiging te cisebon, dat de bedienaar van den gods dienst. niot overga tot het verrichten van do kerkelijke huwelijksplechtigheid, voordo „aan dc cïschcm van den burgerlijken stand voldaan is." Met de Katholieken, zegt Dc Tijd. e-isoben de. r.nti-revolution ai rem derhalve geheele op heffing vn-> artikel 449 van het. Wetboek van Strafrecht (in verhand met art 136 van hot Burgerlijk Wetboek): ..De bedie naar van den godsdienst, die, voordat par tijen hem hebben doon blijken, dat hun hu- welii! ton overstaan van den burgerlijken rechter is voltrokken, eenige godsdienstige plerhingheid daarte© betrekkelijk verricht, wordt gestraft met geldboete van ton hoog ste driehonderd gulden." Dankbaar nomen wij nota van deze uit drukkelijke, bij uitstek 'digc verklaring. Duidelijk wordt hier van anti-revolutio naire zijde te kennen gegeven, dat dc eisch tot schrapping van deze hinderlijke^ vrij heid 1 geweten verkrachtende bepaling uit h<5t Wetboek niot behoort tot de vorde ringen, „tot de prineipieelo desiderata" gelijk mr, Aalberse het uitdrukt waar van ,,ter wille van dc samenwerking" met hun anti-revolutionaire boadgenootcii door de Katholieken afstand behoort gedaan to worden. Vorder schrijft het blad nog: Wij» Dr. Standaard blijkbaar geen be zwaar heeft tegen dc opheffing van de wot- telijko verordening, welke verbiedt het kor- kei ijk huwelijk tc sluiten, .alvorens aan de cdschan van den burgerlijken - 'and voldaan is, zou het christelijk ministerie wellicht tot hot nomen van dien rauicalon maatre gel kunnen overgaan, zonder te zware oisohen te stellen aan dc trouw onzer bond- genooten, zondor aan het karakter van dit coal 1 lo-Kabiriol afbreuk te doen en zijn be staan in gevaar te bremgen Mocht dit van sommigen te veel gevorderd zijn, dan nog zou in overweging genomen kunnen worden hot voorstel, door don zcer- ccrw. lieer J H. Wij ui in De Tijd van 9 October 1901 geformuleerd. Het luidt aldus: „Mén voogo bij art 136 B W. een nieuwe a. .v, waarbij bepaald wordt: Het ie don bedienaar van den godsdienst toegestaan, de kerkelijke plechtigheden te voltrekken, voordnt het burgerlijk huwelijk is aange- 31) „Het goiuid van de klok verraste my voor een oogenblik,' zeido hy. „Ik herinner my, dat er een soort van geheim aan het opwin den daarvan verbondon is. Ik heb het nooit gekend En myn armo stiefmoeder, die er bepaald trotsch op was, dat zy er alles van ai wist, was niet zoer tooschietoiyk met het uitleggen van haar mechanisme. En daarna vergat ik. helhet landgoed is weer in handen van do oorsprorikeiyke familio, de Amory's." Deze verklaring van een aandoening, welko hy moest hebben geweten, dat niet onopge merkt kon biyvon, Bcheen ray onvoldoende. Ik had my om do een of andore reden ver beeld, dat liy vreesde do klok twaalf uur te hoeren slaan. Hot feit, dat zy een uur vóór middernacht met slaan ophield, had hom een gevoel van groote verlichting gegeven. „Ik ben bonieuwd te weten, wie dat mecha nisme nu heeft verklaard," zeide Paula. „A propos, moil cousin, wilt gy, of wilt gy ons niet behulpzaam zyn in het linden van miss Hope?" „Ik kan u niet helpen," antwoordde ik. „Tk weet niot, waar miss Hope moot gevonden worden." „Nu, als gy niet wilt, dan moet oom Wilfrid willen." Zy duwde my, heengaande, byna op zydo, terwyi zy nog steeds aan den man hing, dien zy, naar het scheen, geheel aan haar wil had onderworpen. Ik wachtto niet om to zien, wat zy zouden doen. Een onweerstaanbare draog noopte my naar Consuoio te gaan, indion zy gaan, otnder voorwaarde: de partijen vooraf bij den. ambtenaar van den burgerlijken stand aangifte hebben gedaan van hun voor genomen kerkelijk huwelijkdat zij schrif telijk of Ln tegenwoordigheid van twee meerderjarige getuigen verklaren: dot zij niet zijn gehuwd; dat zij weten, dat het kerkelijk huwelijk geen burgerrechten geeft, dat zij tevens beloven, binnen drie maan den na opheffing van het civiel oeletsel burgerlijk to zullen trouwon. (Hierbij zou zelfs een strafbepaling kunnen worden ga voogd, als zij in gebreke blijven). De amb tenaar van den burgerlijken stand is ver plicht gratis een bewijs van bovengenoemde verklaring af te geven aan het bruidspaar." De Amhemsche Courant haak bet arti kel aan ran Dc Nederlander (zie ons vorig Overzicht), gewijd aan het geval, dat zich op de machine-fabriok te Delf sha ven, dareoteuir De Ridder, heeft voorge daan met een werkman, die ontslagen was, blijkbaar om geen andere roden, dan dat hij, die zijn vinger gekneusd had, een for mulier aanvroeg voor do Ongevallenwet. Dan brengt het blad in herinnering, hoe de Rogeering bij dc tweede editie der On gevallenwet gezwicht was voor de opposi tie in de Tweede en Eerste Kamer en niet het minst ingevolge den krachtigen aan drang ook van jhr, mr. De Savornin Loh- maa, zóówel de eigen verzekering als die bij onderlinge Vereenigingen of Maatschappij en had opgenomen. De Arrdrcmechc Courant besluit: „Eerlijk cn moedig is hot van den schrij ver in De Nederlander tbans ruiterlijk rijn dwaling te erkennen en tevens de noodzake lijkheid om ze te herstellen. Dat dit immers zal moeten geschieden, zal De Nederlander wel moeten tocgevcD, nu dc mogelijkheid van het misbruik gebleken is Want zij zou zich opnieuw aan een on vergeeflijk optimisme overgeven, als zo zich voorstelde, dat het bij bet geval te Delfs- haven zal blijven, zelfs dot dit hot eerste en het eenige is. Er is geen enkele waarborg, dat elk ander geval óók bekend wordt Bo vendien, nu de mogelijkheid van rcchtsver- korting voor den werkman zonneklaar ge- bloken is„ moot onvermijdelijk voor elke her haling de pas worden afgesneden." De Standaard zegt, sprekende over de Lotery wet, dat zy er als orgaan de~ anti revolutionaire party nooit doekjes om wond, dat alle kansspel, dat verkrygen van mate rieel voordeel afhankeiyk stelde van andere factoren dan eigen krachtsinspanning, haar toescheen ontzenuwend op ons volksleven te moeten werken. Dat ln dezen ook do Overheid eon roeping heoft, schfyft hot blad. werd dezerz.yds met nadruk gehandhaafd. Het gebruiken van hot publiek terrein en van het openbaar leven voor de propaganda in zake dit euvel moet tegengegaan. Het publiek gezag mag niet toelaten, dat een boozo volbshartstocht uit winstbejag door particulioron wordt geprik keld en dat publlekeiyk do gelegenheid wordt geopend om aan deze zonde don teugel te vieren. Kon het, dan zag De Standaard liefst alle loteryen voorgoed ophouden. Ook waar het strekt ten voordeole van liefdadige doeleinden of voor inrichtingen van kunst of wetenschap, dunkt het blad zoodanig middel op grond van zodeiyke en godsdienstige overwegingen niet geoorleefd. Doch dit is geen zaak der Ovor- heid. Haar taak vangt eerst aan, waar naar de heerschendo begrippen van chrlsteiyke zedelijkheid zulk oen kwaad een karakter on omvang verkrygt, dat het de moreele wel vaart van het volk als zoodanig bedreigt. En dat mot name de loteryen dergelijk nationaal gevaar opleveren, wordt door alle partyen zóó weinig ontkend, en bleek met name de laatsto maanden in den Prieschen lotery- zwendel zóó overtuigend, dat het goed recht en de plicht tot optroden voor de Overheid in dezen niot wel voor redelyke betwisting vatbaar is. Op de voorgestelde regeling maakt het blad een paar kanttekeningen Onder lotory verstaat de wet „elke gelegen heid door iemand opengesteld, voor ben, die aan zekere voorwaarden voldoen, om medo te zich nog in de balzaal bovond, en by do hand te zyn als er iets mocht gebeuren. Ik keek tevergeofs naar haar uit. Een dans was afgeloopeo en een auder begonnen, maar zy was met zichtbaar onder do walsers. Het wemelde reeds van dansende paren in de balzaal en my haastig uit de voeten makend, trad ik de op dat oogenblik oogenschyniyk ver laten oranjerie binnen. Begrypend, dat myn taak voor het oogenblik was afgedaan, ging ik iu een afgezonderd6n hoek zitten, waarin een rustieke bank onder een palm waa geschoven. Het was een plekje voor een minnend paartje of een vertrouweiyk tóle Atóto, buiten het ge zicht van elke deur, byna verborgen tusschen slanke lelies, en dus ook geheel aan myn doel beantwoordend. Geen plaats kon meer geschikt zyn voor een paar ongestoorde oogen- blikkon van kalm nadenken. Ik had echter nauwelyks een minuut in dien verborgen hoek gozeton, of ik ontdekte, dat Iemand, door do buitendeur binnenge komen, achter my langs was gegaan. Ik hoorde een geritsel van zyden rokken over den vloer, vergezeld door den voetstap van een man, en daarop volgde het kraken van oen bank als onder het gewicht van een of meer personen. Ik begon my zeer onbehaaglyk to gevoelen. Het zou allesbehalve aangenaam zyn om een verliefd gefluister of zelfs een huweiy ksverklaring mede aan te hooren, maar waar ik zat, was ik volkomen Ingesloten. Terwyi lk nog draalde, begon de man te spreken. Dadelyk, ofschoon ik den man in geen jaren had ontmoet, wist ik, dat ik luisterde naar Tom Gordon, den knappen advocaat, die de onschuld van de overleden Florence Haynes had bepleit. „Wat zyt gy van plan te doen?" had by gevraagd. „Ik weet het niet," antwoordde de stem van Con6uelo Hope. „Vreemd, dat het op het oogenblik van uw triomf moest komon, als het is gekomen." „Maar het leven is vreemd. En myn leven vreemder dan alles." „Indien ik by de hand ben en zio, dat u gevaar dreigt, wat wilt gy voor my doen, als ik u kon redden?" „Wat zoudt gy kunnen doen?" „A, gy zult zien, dat ik nooit geheel van hulpbronnen verstoken ben. Andere menscben hebben gelegenheid gehad, dat reeds eerdor te ondervinden." „Dat weet ik. Ik zou dankbaar zyn, wat gy ook voor my deed." „Dankbaarheid 1 Dergeiyke gevoelens bo- hooren tot het verleden, Consuelo. Ik verlang meer van u. Geef my van avond myn ant woord. En er kan voor my van u slechts één antwoord mogeiyk zyn." „Mr. Gordon 1 Zyt gy van plan my te dreigen „Neen, neenl En toch, ik weet het niet. Ik denk somtyda, dat er een duivel in my steekt, een razende, wanhopige duivel, welke my naar het eind der wereld zou zenden, ten einde voor u te werken, indien gy my lief hadt, of u tegen te werken, indion gy dat niet deedt By den hemel I Ik weet niet, waartoe ik in zulk oen geval in staat zou zyn; dus stel my niet op de proef, ik waarschuw u." „O, een vriend, een opreGht, belangloos vriend 1" „Onzin I Vrouwen van uw slag maken geen „belanglooze vrienden" onder mannen. Laat ray u slechts eenmaal kussen, en ik zal tusschen u en het gevaar staan, zooals ik vroeger gedaan heb. Wat! gy wilt dat niet toestaan? Dan zal ik hem nemen, by Jupiter 1" lk kon het niet langer uithouden. Ik had myzolven bedwongon, wyl ik, na do eersto woorden, wolko er tusschen die twee waren gesproken, voeldo, dat haar de wetenschap meer zou hinderen, dat zU door my beluisterd was, dan roy het verborgen biy ven voor haar Maar myn vingers in myn ooren haddon niet voldoende het geluid kunnon verdoovon van de tweo stemmen, die in het vuur van hot gesprek gaandeweg luider waren geworden, on, torwyl myn bloed tintelde alsof ik door hem was geslagen, sprong lk overeind, en stapto, mot een gekraak van bloempotten om my heen, uit mUn hinderlaag. Ik stond daar, hem strak aanziende, met hUgenden adem. Toen de vrouw in het grys in het matte rosse licht van do Chineescho lantaarns het gelaat van den luisteraar had herkend, slaakte zy onwillekeurig een zachton kreet, welko my tot in het hart drong, en kwam naar my toe, hem alleon latend. Een seconde lag haar hand op myn arm en ik kon de electrlsche trilling van haar tenger lichaam voelen. Een verbysterende, hartstocbteiyke vreugdo maakte zich van my moester. Zy had by mU be scherming tegen hem gezocht. En hoewel zy het volgende oogenblik haar zelf beheorsching had teruggekregen, kon zy my toch het zalige genot, dat ik had gesmaakt, niet ontnomen. Gordon was van de bank, waarop zy samen hadden gezeten, opgesprongen en keek my een oogenblik met gefronste wenkbrauwenon zwygond aan. Hy was een groot man, of schoon niot geheel zoo groot als ik en tien jaren of meer ouder, gespierd, donker, mot een form gelaat, broed van trekken, zware wenkbrauwen, gryze, diepliggende, schitto rende oogen en oen hoofd, prachtig in zyn afmetingen en bedekt met een overvloed van grysachtig, krullend haar. dat hij wèl wilde „vooruitstroven", maar dan toch daarbij ook vooruitgaan. Wij maken dus op het door de Arnhem- hetnsche Courant gestelde voorbeeld geen aanmerking. Maar we merken tweeërlei op. Vooreerst, dat niet mag vergeten worden do groote administratieve ervaring, die dea leidenden mannen uit het Kabinet-Röcll ten dienste stond, en die zeker er niet het minst toe heoft meegewerkt dat Ministerio in staat te stellen in drio jaren zoo bui tengewoon veel af te doen. In de tweede plaats, dat dit Kabinet, uit buitengewone verkiezingen opgekomen, zich als 't ware van 't begin af beschouwde als slechte voor één driejarige periode zittend, zoodat het niet had positie te nemen cn zich ook niot had voor to boreiden positie to nomen op hot geheelo terrein van ons pu-* blioke loven. Mot hot huidig Kabinet is hot tegendeel het geval. En daarvan is als vanzelf hec gevolg, dat in den aanvang meer geheid dsn gebouwd wordt, en dat over de vollo vrucht van het werk eigenlijk eerst in het tweede viertal jaren kan geoordeeld wordon. Om in beeldspraak van don Premier te spreken, niet een deel, maar do geheele kou ken is thans aan het wer" gezet Spijzen van de meest verschillend' stwrfc worden of zul len worden binnengedragen. Wanneer nu maar de kiezers de tafel niet omverwerpen, wacht do A. nhcm*chc Courant nog een heer lijk maal. Wij lozen in De Nederlander onder hei hoofd „Drankwet' het volgende De heer F. U. Schmidt, con bekend nlco- holbestrijder, geeft in Het Volk een hoofd artikel over dc ingediende drankwet. Het doet goed, eens voor een enkele rnaal in do kolommen van dat blad zakelijk en waardeerend over een Rogeoringsontwcrp te hooren spreken.- Een gunstig intermezzo tusschen de chronischo bitterheid cn ver dachtmaking. De heer Schmidt 7-ogt: „Er rit in dit ontwerp heel wat nieuws cn veel van dat 1 nieuws is tevens goed. De geheele verkoop van dranken, zoowol van gedistilleerde, ge giste als alcoholvrije, wordt thans onder contróle gezet" Na do reeks bepalingen, die ten doel heb ben don clandoKtioncn drankvorkoop te be letten, in het kort weergegeven tc hebben, besluit do schrijver- „Men ziot uit deze be palingen, dat. het ontwerp den clandcMtic- uom drankhandel aandurft. Zoo lean dio ook toruggodrongen worden." Do schrijver betreurt slechts in dit ver band, dat er, behalve contróle (zooals 't ontwerp doet,) niet ook een maximum ingesteld wordt voor dc bierhuizen. Deze ijn in do laatste jaren als paddenstoelen uit den grond geschotendat aantal onbe perkt tc laten, is gevaarlijk Toegejuicht worden door den schrijver ook de bepalingen, volgens welko geen per sonen beneden 16 jaar in ern drankhuis mo gen werken, en geen arheidsloonen in kroe gen mogen worden uitbetaald. Dit laatste „zal menigeen verlossen van een ellendig stuk drinkdwang, Ook een andoren vorm van drinkdwang, de gedwongen kroftgnerimg, ziet de schrij ver met genoegen opruimen door het. verbod van de combinatie van vergunninghouder mot andere bedrijven. De 11 itetervingsmotbodo inzake de 7000 hoven hot maximum bestaande vergunnin gen, moet wel aanvaard worden, „wijl we geen hetero, d w z., practiseh uitvoerbare methode, weten aan te geven." (De afnuv- kingsmebhode uit oen vorig ontwerp wordt „ook door d<* drankbestrijders niet sympa thiek gevonden)" De schrijver meent, ech ter. dat er dan noodig een ni o bepa ling moet bijkomen- het maximum moet verlaagd kunnen worden. „Is dat niet hof. geval, dan daalt het aantal kroegen in den loop der jaren van pl. m. 2tooo tot pl m. 17000 en dan ver spreidt zich uit pl. m 17000 kroegen, gemo derniseerd als door het ontwerp wordt voorgesteld, lief. alcoholisme en wc zijn aan het oind van onze wetewerkïng 1 Dat ware dwaasheid „By JupiterI" riep hU op oon eigonaardig- peinzomlen on toch toornigen toon, ferwyi hy my voortdurend aanstaarde, „By Jupitorl" herhaalde hy met nog moor nadruk en als by zichzelvon, „Teronco Darkmoro, die van allo mannen I Wat ben ik eon dwaas gewoast, dat dit nooit oor by my ia opgokomon." Zonder er oen woord meor by to voegen boog hy zyn groot hoofd on met do armon over zyn borst gekruist, mot do vinders van elke hand zenuwachtig trekkend on tromme lend, ging by ons voorby on de deur uit, waardoor zy waron binnengekomen on dio naar bulten lolddo. „Consuelo", zeide ik, nooit to voren had ik haar met dien naam durven aanspreken, maar nu kwam mU die als vanzelf over do lippen, „vergeef mU! Ik was in een sirik go- vangen; alles gebeurde ln eer. paar oogen- blikken. Ik boproelde niet te hooren, maat nu heb ik er geen berouw van, dat ik bet toch deod. Laat mij die vrlond zyn, dien gy zoo hoog stelt en op zekeren dag meor voor u dan dat. Ik „Stl" zolde zy, met eon vreemde, bijna boven- aardscho plechtigheid. „De Hemel weet, hoe bet werk van dezen avond voor my zal eindigen." Zy ging een weinig van my af, alsof zy my niet zag of bad vergeten, en naar do deur van de balzaal toe, waardoor het witte licht van duizoriden kaarsen stroomde, en een koude lucht scheen tusschon ons te waaien, ray als een slagboom van haar scheidend. Ik was niet by machte om haar togen te houden en ik zou zyn biyvon staan, toen zy my voorby giog, als niot plotseling de doorleg van het salon door een groepje personen was versperd geworden: Paula, oom Wilfrid cn de man, die zichzelvon Hayne3 Haviland noomde. W ordt 11rvolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5