LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 31 OCTOBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1903.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het Huis der Vrsssa.
So. 13402
dingen naar pryzea of premiön in geld of in
goed, uitgeloofd ton behoeve der deelnemers,
die als winners worden aangewezen door liet
lot of eenige andere kansbepaliDg, waarop zy
geeD invloed kunnen uitoefenen."
Nu kunnen wy niet veel bewondering ge
voelen voor de woordendie aan zekere voor
waarden voldoen". Het lotory-contract wordt
van juridisch standpunt beachouwd als een
wederkeerige overeenkomst, en dus zouden
wy hot veel juister achten, hior te spreken
van „hen, die tegen zekere praostatie hunner-
zyds." Dit klemt te meer, omdat naar do
Regeeringsredactio niets zou benoodigd zyn
dan het „aan zekere voorwaarden voldoen,"
byv. inwoner zyn van een stad, lid van een
genootschap of dergeiyke. En na zouden wy
een lotery, waar de spelenden niets praesteo-
ron, volmaakt onschuldig achten. By de
openingszitting der Tweede Kamer worden de
kaarlen voor de goresorveerde tribune verloot;
ln menig leesgezelschap worden aan bet eind
des jaars onder de leden de boekon eu tyd-
schiiften verloot; beschermhoeren van studen-
tenclubs of dergeiyke laten soms boeken of
sigaren verloten op St.-Nicolaas of anderszins.
Voor dit alles is slechts benoodigd „het aan
zekere voorwaarden voldoen," nameiyk lid te
zyu der Kamer, van bet leesgezelschap, van
do club, euz. Al deze dood onschuldige zaken
vallen thans onder art. 1 dor wet en zullen,
als de waarde der boekon byvoorbeeld meer
dan f 100 bedraagt, koninklijke goedkeuring
moeten hebben. Dit is toch al te dwaasI
Trouwens, de geheele redactie van art. 1 is
niet mooi. Zoo wordt gesproken van „iemand",
die lotoiyen aanlegt. Waarom dat woord niet
weggelaten? 't Kan zondor eonig bezwaar
worden gemist. Achter „gelegenboid" inregel
1 zou men eenvoudig kunnen lozen „uit
winstbejag opengesteld voor hen, die hunner
zijds zekere praestatie doen, om", enz Dan
vallen alle boven omschreven loteryon er
buiten, en vallen do gebruikeiyko liefdadig-
heid8loloryen .on tutti quanti er onder, daar
ook hior winstbejag hot uitgesprokon dool is;
eveneens worden getroffen loteryen van win
keliers, die een lot toegeven op olk kilo boter
of dorgeiyke. Dit alles is geen muggonziftery,
maar er moet hierop .golet. Art. 1 zal, wordt
bet ontwerp wet, „strictao interpretationis"
zyn, daar het zelf uitdrukkeiyk twee uitzon
deringen maakt. Dat aan don loterij-zwendel
een einde wordt gemaakt, is meer dan tUd;
maar men moet zyn dool niot voorbyschieten.
De Standaard zegt vorder, dat zy ongaarno
in het ontwerp maatregelen tegen het Beurs
spel mist. Het doet haar leed, dat do ltogoo
ring geen middel heeft weten te vindon, om
ten dezen althans eenige verbetering te bren-
gon. Gegrond acht zy ook do opmerking van
de Nteuice liolterdumsche Courant, dat het
toezenden van buiteulandsche loten direct niet
te keer wordt gogasn. Haar conclusie is doze:
„Zakoiyk heeft het ingediende ontwerp in
het algemeen onze Instemming. Maarwodoon
eon beroep op do werkkracht der Regoering,
om het by dit ontwerp niet te lalou, en aan
de gelegenheid tot spel, van de vroegste tydon
af oon volksondeugd in Nederland, mot nog
moer kracht paal on pork to stollen. En
voorts do redactie to verbotoren in don door
ons aangegeven zin."
Mr. A. KordUk wyst er in hot Sociaal
Weekblad op, dat ons inlandsch meel
tegenwoordig lager in prys is dan het inge
voerde Amerikaanscho Bakers meel Vroeger
was het omgokeordo het geval. Hot ver-
schynsel van do duurte van hot Bakers-meel
is, naar de raeening van mr. K., niet Iels
voorbygaands, goiyk hy uiteenzet. Duurzame
terugkeer van de vroegero prysverhoudingon
is niet te verwachten.
Dit geeft hom aanleiding tot do volgendo
vragen
„Vooreerst. Is het niet een sprekend voor-
beold, hoe bedenkeiyk het is, invoerrechten
te gaan lieffon wegens feiten, die binnenkort
kunnen ophouden to beslaan?
In do tweede plaats In 1899 betoogend,
dat by een herziening van het tarief van
Invoerrechten zou bohooren te worden golet
op de mooiiykheden, waarmede onze maal-
industrie volgens hem te kampen had, was
des heeren Harte'a ploitgrond hiervoor de
„doodelyko concurrentie" van Amerika. Thans
bltykt die pleitgrond geheel te zyn weggezonken.
Moot dit er hem dan logisch niet toe loiden,
wanneer hy aan zyn in te dienen wetsontwerp
de laatste hand legt, het voorgenomen recht
op meel alsnog daaruit te schrappen?"
Eet Centrum sclir|jft:
In het Voorloopig Verslag der Twoede
Kamer over de begrooting voor 1904 wordt
als tegen hot ministerie aangevoerde grief ver
meld, dat de „leerplichtwet, by de ver
kiezingen als strijdig met de christelyko
beginselen veroordeeld, gehandhaafd bleof."
Naar aanleiding hiervan scbryft Het Huis
gezin
„"Wat nu do Leerplichtwet betreft, vereen
zelvigen de hooren, die in hot aangehaalde
stukje aan bet woord zyn, oon enkele groep
met do regoeringsmeerderheid. Er mogen
antirevolutionnairen geweest zyn, die bU do
verkiezmgon de Leerplichtwet „als strydig
met do christeiyke beginselen" hebben ver
oordeeld, door de katholieken is dit in ieder
geval niot geschied.
Hieruit volgt, dat een beroep op de „chris-
telyke beginselen" niot voldoende Is, om van
dit ministerio als oon soort van aangegano
verplichting de intrekking der Leerplichtwet
te vorderen.
En te minder klem heeft die eisch, wan
neer waar is, wat van dezelfde zydo bowoerd
wordt: dat de stemming ten opzichte der
Leerplichtwet vooral by de katholieken, maar
toch ook by de antirevolutionnairon, gewy-
zigd is.
Is dit zoo, dan zou de Regeering, die geen
enkele verbintenis in zake de Leerplichtwet
heoft aanvaard, wol dom zyn, als ze met
een intrekkingevoorstel kwam, dat hoogstens
slechts door een kleine groep verlangd wordt."
Wy zyn zegt Het Centrum het natuur
lek met de strekking van dit stukje geheel
eens. Dat men echter ln vroeger jaren wel
eens op bedenkelijke wyze verband legdetus-
schen de leerplichtwet en de chrlstolyke bo-
ginselen ook van katholieke zyde valt
bezwaarlUk te ontkennen.
De vrijzinnig-<Je.uK)ortutiöohe Arnhemschc
Courant erkent de grooto werkzaam
heid, door verschillende der huidige
min i s t o r s aan don dag golegd, maar
aarzelt niettemin, hun daarvoor on verdeel
den lof tc brengen. Er wordt met niot ge
noog methode gewerkt. Zelfs tie bekwaam
ste on werkzaamste man kan, door alles te
gelijk ovorhoop to halen, gcvaarloopon wei
nig tot liet gewenschte einde te brengen.
Hot blad gaat dan aldus voort:
,,Hot KaiyinofcRooll, welks richting
overigens allerminst onze sympathio had
hetwelk uiot dezelfde gebrekkige parle
mentaire maohine heeft moeten werken,
waarover de anti-revolutionaire pers zoo
bitter klaagt, heeft zioh bij zijn optreden
een scherp begrenr-dr, bescheiden taak ge
stel <1 cn die in drie jaren tijds afgewerkt;
wel een Iwwijs, dal, ondanks den langzaam
werkenden molen, hot noodzakelijk geachte
meel ook nog wel te voorschijn te brengen
is, mits er maar met methode wordt ge
werkt. wat cellier in hot Kabinet-Ivuyper
wordt gemist."
De Nedc. lander zegt hiervan
Wij zijn steeds van meen in g geweest, dat
het Kal)inet-ltöcl 1 een toonbeeld 13 geweest
van een Ministerie, dat zijn taak. zooala
die door de omstandigheden was aangewe
zen en dan ook door hot Kabinet zelf was
uitgestippeld, mot. volkomen correctheid en
getrouwheid, cm daarl ij mot- grooten ijver,
heeft afgewerkt-
En l>et is een merk- aardig bewijs van de
steil inig, dat de geschiedenis ten slot to altijd
recht doet ook tegenover tijdelijke misken
ning, dat nu reeds ditzelfde zóó beslist er
kend wordt van oen zijde, waar rnen tijdens
hot bewind vam dat Kabinet voortdurend
zijn kracht zocht in klagen en Knagen aan
het werkplan Wij herinneren slechts aan de
partijstemming oyer hot afdeo]ingsonder-
zook van Hot Personeel, terwijl do radicaal
liberalen eerst do Kieswet wilden zien; aan
het door de „vooruitstrevendon" behendig
aangegrepen uitstel-amen dement-Vermen -
Ion-Kolkmanaan hot ge naspel over hot
verband mot de gemeentefinancienin t
kort. aan al die felle tegenwerking, die den
heer Pyttcrson ten slotte in een open brief
aan den leider zijner club deed verklaren.
Dc Tijd, zegt, dat de Katholieken in
ons vaderland inzake het h u w o 1 ij k voor
de wet in zeer achterlijke conditio
verkeeren.
Strekt eenerzijds, schrijft het blad, juist
bij de R.-K. Kerk de eerbiedwaardigheid
van het xruwelijk wegens zijn sacramenteel
karakter en hot geestelijke van zijn wezen
zoo hoog boven bet profane uit, wordt het
beschouwd als een heiligo zaak, als een teo-
keu cn bron van Genade, anderzijds on
dervindt de Katholiek bij don Noderland-
echon wetgever niet hot minste blijk van eer
bied voor zijn godsdionstge overtuiging en
de heiligheid zijneT echtelijke verbintenis.
Wij spreken nu niot over een idealen toe
stand: hoe de huwelijkswetgeving in een ka
tholiek land mot een katholieke regeearrng
diende in overeenstemming gebraaht te wor
den mot hofc kerkelijk recht, laten wij rus
ton Maar tusschen dit ideaal en den tegeai-
woordigen toestand kan mem zich een rege
ling denken, welke ook m een land met ge
mengde bevolking ware te treffan on heel
wat minder inbreuk zou maken op de rech
ten der Kerk.
Nam de wetgever ten opzichte van ons
kerkelijk huwelijk een volstrekte neutra^
lite it in acht, ignoreerde hij eenvoudig die
heilige echfcverbinben.s der Katholieken,
wij zouden allerminst reden vinden tot lof
en dank, maar ten minste niet te klagen
hebben over een rechte treek robe inmenging,
welke ons do vrijheid beneemt, om overeen
komstig onzen plicht als Katholieken hot
huwelijk aan te gaan.
Hot blad constateert, dat, volgens Dr
Staitdaarrl, blijkens haar artikel naar aan
leiding van dc maidenspeech van mr. AaT-
herso, do Nederlan&scho wetgever weder
rechtelijk do vrijheid der Katholieke Kerk
aanrandt, door onder strafbedreiging te
cisebon, dat de bedienaar van den gods
dienst. niot overga tot het verrichten van do
kerkelijke huwelijksplechtigheid, voordo
„aan dc cïschcm van den burgerlijken stand
voldaan is."
Met de Katholieken, zegt Dc Tijd. e-isoben
de. r.nti-revolution ai rem derhalve geheele op
heffing vn-> artikel 449 van het. Wetboek
van Strafrecht (in verhand met art 136
van hot Burgerlijk Wetboek): ..De bedie
naar van den godsdienst, die, voordat par
tijen hem hebben doon blijken, dat hun hu-
welii! ton overstaan van den burgerlijken
rechter is voltrokken, eenige godsdienstige
plerhingheid daarte© betrekkelijk verricht,
wordt gestraft met geldboete van ton hoog
ste driehonderd gulden."
Dankbaar nomen wij nota van deze uit
drukkelijke, bij uitstek 'digc verklaring.
Duidelijk wordt hier van anti-revolutio
naire zijde te kennen gegeven, dat dc eisch
tot schrapping van deze hinderlijke^ vrij
heid 1 geweten verkrachtende bepaling
uit h<5t Wetboek niot behoort tot de vorde
ringen, „tot de prineipieelo desiderata"
gelijk mr, Aalberse het uitdrukt waar
van ,,ter wille van dc samenwerking" met
hun anti-revolutionaire boadgenootcii door
de Katholieken afstand behoort gedaan to
worden.
Vorder schrijft het blad nog:
Wij» Dr. Standaard blijkbaar geen be
zwaar heeft tegen dc opheffing van de wot-
telijko verordening, welke verbiedt het kor-
kei ijk huwelijk tc sluiten, .alvorens aan de
cdschan van den burgerlijken - 'and voldaan
is, zou het christelijk ministerie wellicht
tot hot nomen van dien rauicalon maatre
gel kunnen overgaan, zonder te zware
oisohen te stellen aan dc trouw onzer bond-
genooten, zondor aan het karakter van dit
coal 1 lo-Kabiriol afbreuk te doen en zijn be
staan in gevaar te bremgen
Mocht dit van sommigen te veel gevorderd
zijn, dan nog zou in overweging genomen
kunnen worden hot voorstel, door don zcer-
ccrw. lieer J H. Wij ui in De Tijd van 9
October 1901 geformuleerd. Het luidt aldus:
„Mén voogo bij art 136 B W. een nieuwe
a. .v, waarbij bepaald wordt: Het ie don
bedienaar van den godsdienst toegestaan,
de kerkelijke plechtigheden te voltrekken,
voordnt het burgerlijk huwelijk is aange-
31)
„Het goiuid van de klok verraste my voor
een oogenblik,' zeido hy. „Ik herinner my,
dat er een soort van geheim aan het opwin
den daarvan verbondon is. Ik heb het nooit
gekend En myn armo stiefmoeder, die er
bepaald trotsch op was, dat zy er alles van
ai wist, was niet zoer tooschietoiyk met het
uitleggen van haar mechanisme. En daarna
vergat ik. helhet landgoed is weer in handen
van do oorsprorikeiyke familio, de Amory's."
Deze verklaring van een aandoening, welko
hy moest hebben geweten, dat niet onopge
merkt kon biyvon, Bcheen ray onvoldoende.
Ik had my om do een of andore reden ver
beeld, dat liy vreesde do klok twaalf uur te
hoeren slaan. Hot feit, dat zy een uur vóór
middernacht met slaan ophield, had hom een
gevoel van groote verlichting gegeven.
„Ik ben bonieuwd te weten, wie dat mecha
nisme nu heeft verklaard," zeide Paula. „A
propos, moil cousin, wilt gy, of wilt gy ons
niet behulpzaam zyn in het linden van
miss Hope?"
„Ik kan u niet helpen," antwoordde ik. „Tk
weet niot, waar miss Hope moot gevonden
worden."
„Nu, als gy niet wilt, dan moet oom Wilfrid
willen."
Zy duwde my, heengaande, byna op zydo,
terwyi zy nog steeds aan den man hing, dien
zy, naar het scheen, geheel aan haar wil had
onderworpen. Ik wachtto niet om to zien, wat
zy zouden doen. Een onweerstaanbare draog
noopte my naar Consuoio te gaan, indion zy
gaan, otnder voorwaarde: de partijen vooraf
bij den. ambtenaar van den burgerlijken
stand aangifte hebben gedaan van hun voor
genomen kerkelijk huwelijkdat zij schrif
telijk of Ln tegenwoordigheid van twee
meerderjarige getuigen verklaren: dot zij
niet zijn gehuwd; dat zij weten, dat het
kerkelijk huwelijk geen burgerrechten geeft,
dat zij tevens beloven, binnen drie maan
den na opheffing van het civiel oeletsel
burgerlijk to zullen trouwon. (Hierbij zou
zelfs een strafbepaling kunnen worden ga
voogd, als zij in gebreke blijven). De amb
tenaar van den burgerlijken stand is ver
plicht gratis een bewijs van bovengenoemde
verklaring af te geven aan het bruidspaar."
De Amhemsche Courant haak bet arti
kel aan ran Dc Nederlander (zie ons vorig
Overzicht), gewijd aan het geval, dat zich
op de machine-fabriok te Delf sha
ven, dareoteuir De Ridder, heeft voorge
daan met een werkman, die ontslagen was,
blijkbaar om geen andere roden, dan dat
hij, die zijn vinger gekneusd had, een for
mulier aanvroeg voor do Ongevallenwet.
Dan brengt het blad in herinnering, hoe
de Rogeering bij dc tweede editie der On
gevallenwet gezwicht was voor de opposi
tie in de Tweede en Eerste Kamer en niet
het minst ingevolge den krachtigen aan
drang ook van jhr, mr. De Savornin Loh-
maa, zóówel de eigen verzekering als die bij
onderlinge Vereenigingen of Maatschappij
en had opgenomen.
De Arrdrcmechc Courant besluit:
„Eerlijk cn moedig is hot van den schrij
ver in De Nederlander tbans ruiterlijk rijn
dwaling te erkennen en tevens de noodzake
lijkheid om ze te herstellen.
Dat dit immers zal moeten geschieden,
zal De Nederlander wel moeten tocgevcD, nu
dc mogelijkheid van het misbruik gebleken
is Want zij zou zich opnieuw aan een on
vergeeflijk optimisme overgeven, als zo zich
voorstelde, dat het bij bet geval te Delfs-
haven zal blijven, zelfs dot dit hot eerste en
het eenige is. Er is geen enkele waarborg,
dat elk ander geval óók bekend wordt Bo
vendien, nu de mogelijkheid van rcchtsver-
korting voor den werkman zonneklaar ge-
bloken is„ moot onvermijdelijk voor elke her
haling de pas worden afgesneden."
De Standaard zegt, sprekende over de
Lotery wet, dat zy er als orgaan de~ anti
revolutionaire party nooit doekjes om wond,
dat alle kansspel, dat verkrygen van mate
rieel voordeel afhankeiyk stelde van andere
factoren dan eigen krachtsinspanning, haar
toescheen ontzenuwend op ons volksleven te
moeten werken.
Dat ln dezen ook do Overheid eon roeping
heoft, schfyft hot blad. werd dezerz.yds met
nadruk gehandhaafd. Het gebruiken van hot
publiek terrein en van het openbaar leven
voor de propaganda in zake dit euvel moet
tegengegaan. Het publiek gezag mag niet
toelaten, dat een boozo volbshartstocht uit
winstbejag door particulioron wordt geprik
keld en dat publlekeiyk do gelegenheid wordt
geopend om aan deze zonde don teugel te
vieren.
Kon het, dan zag De Standaard liefst alle
loteryen voorgoed ophouden. Ook waar het
strekt ten voordeole van liefdadige doeleinden
of voor inrichtingen van kunst of wetenschap,
dunkt het blad zoodanig middel op grond van
zodeiyke en godsdienstige overwegingen niet
geoorleefd. Doch dit is geen zaak der Ovor-
heid. Haar taak vangt eerst aan, waar naar
de heerschendo begrippen van chrlsteiyke
zedelijkheid zulk oen kwaad een karakter on
omvang verkrygt, dat het de moreele wel
vaart van het volk als zoodanig bedreigt. En
dat mot name de loteryen dergelijk nationaal
gevaar opleveren, wordt door alle partyen
zóó weinig ontkend, en bleek met name de
laatsto maanden in den Prieschen lotery-
zwendel zóó overtuigend, dat het goed recht
en de plicht tot optroden voor de Overheid
in dezen niot wel voor redelyke betwisting
vatbaar is.
Op de voorgestelde regeling maakt het blad
een paar kanttekeningen
Onder lotory verstaat de wet „elke gelegen
heid door iemand opengesteld, voor ben, die
aan zekere voorwaarden voldoen, om medo te
zich nog in de balzaal bovond, en by do hand
te zyn als er iets mocht gebeuren.
Ik keek tevergeofs naar haar uit. Een dans
was afgeloopeo en een auder begonnen, maar
zy was met zichtbaar onder do walsers.
Het wemelde reeds van dansende paren in de
balzaal en my haastig uit de voeten makend,
trad ik de op dat oogenblik oogenschyniyk ver
laten oranjerie binnen. Begrypend, dat myn
taak voor het oogenblik was afgedaan, ging ik
iu een afgezonderd6n hoek zitten, waarin een
rustieke bank onder een palm waa geschoven.
Het was een plekje voor een minnend paartje
of een vertrouweiyk tóle Atóto, buiten het ge
zicht van elke deur, byna verborgen tusschen
slanke lelies, en dus ook geheel aan myn
doel beantwoordend. Geen plaats kon meer
geschikt zyn voor een paar ongestoorde oogen-
blikkon van kalm nadenken.
Ik had echter nauwelyks een minuut in
dien verborgen hoek gozeton, of ik ontdekte,
dat Iemand, door do buitendeur binnenge
komen, achter my langs was gegaan. Ik
hoorde een geritsel van zyden rokken over
den vloer, vergezeld door den voetstap van
een man, en daarop volgde het kraken van
oen bank als onder het gewicht van een of
meer personen.
Ik begon my zeer onbehaaglyk to gevoelen.
Het zou allesbehalve aangenaam zyn om een
verliefd gefluister of zelfs een huweiy ksverklaring
mede aan te hooren, maar waar ik zat, was ik
volkomen Ingesloten. Terwyi lk nog draalde,
begon de man te spreken. Dadelyk, ofschoon ik
den man in geen jaren had ontmoet, wist ik,
dat ik luisterde naar Tom Gordon, den knappen
advocaat, die de onschuld van de overleden
Florence Haynes had bepleit.
„Wat zyt gy van plan te doen?" had by
gevraagd.
„Ik weet het niet," antwoordde de stem van
Con6uelo Hope.
„Vreemd, dat het op het oogenblik van
uw triomf moest komon, als het is gekomen."
„Maar het leven is vreemd. En myn leven
vreemder dan alles."
„Indien ik by de hand ben en zio, dat u
gevaar dreigt, wat wilt gy voor my doen, als
ik u kon redden?"
„Wat zoudt gy kunnen doen?"
„A, gy zult zien, dat ik nooit geheel van
hulpbronnen verstoken ben. Andere menscben
hebben gelegenheid gehad, dat reeds eerdor te
ondervinden."
„Dat weet ik. Ik zou dankbaar zyn, wat gy
ook voor my deed."
„Dankbaarheid 1 Dergeiyke gevoelens bo-
hooren tot het verleden, Consuelo. Ik verlang
meer van u. Geef my van avond myn ant
woord. En er kan voor my van u slechts
één antwoord mogeiyk zyn."
„Mr. Gordon 1 Zyt gy van plan my te
dreigen
„Neen, neenl En toch, ik weet het niet. Ik
denk somtyda, dat er een duivel in my steekt,
een razende, wanhopige duivel, welke my naar
het eind der wereld zou zenden, ten einde voor
u te werken, indien gy my lief hadt, of u tegen
te werken, indion gy dat niet deedt By den
hemel I Ik weet niet, waartoe ik in zulk oen
geval in staat zou zyn; dus stel my niet op
de proef, ik waarschuw u."
„O, een vriend, een opreGht, belangloos
vriend 1"
„Onzin I Vrouwen van uw slag maken geen
„belanglooze vrienden" onder mannen. Laat ray
u slechts eenmaal kussen, en ik zal tusschen u
en het gevaar staan, zooals ik vroeger gedaan
heb. Wat! gy wilt dat niet toestaan? Dan
zal ik hem nemen, by Jupiter 1"
lk kon het niet langer uithouden. Ik had
myzolven bedwongon, wyl ik, na do eersto
woorden, wolko er tusschen die twee waren
gesproken, voeldo, dat haar de wetenschap
meer zou hinderen, dat zU door my beluisterd
was, dan roy het verborgen biy ven voor haar
Maar myn vingers in myn ooren haddon niet
voldoende het geluid kunnon verdoovon van
de tweo stemmen, die in het vuur van hot
gesprek gaandeweg luider waren geworden,
on, torwyl myn bloed tintelde alsof ik door
hem was geslagen, sprong lk overeind, en
stapto, mot een gekraak van bloempotten om
my heen, uit mUn hinderlaag. Ik stond daar,
hem strak aanziende, met hUgenden adem.
Toen de vrouw in het grys in het matte
rosse licht van do Chineescho lantaarns het
gelaat van den luisteraar had herkend, slaakte
zy onwillekeurig een zachton kreet, welko
my tot in het hart drong, en kwam naar my
toe, hem alleon latend. Een seconde lag haar
hand op myn arm en ik kon de electrlsche
trilling van haar tenger lichaam voelen. Een
verbysterende, hartstocbteiyke vreugdo maakte
zich van my moester. Zy had by mU be
scherming tegen hem gezocht. En hoewel zy
het volgende oogenblik haar zelf beheorsching
had teruggekregen, kon zy my toch het zalige
genot, dat ik had gesmaakt, niet ontnomen.
Gordon was van de bank, waarop zy samen
hadden gezeten, opgesprongen en keek my
een oogenblik met gefronste wenkbrauwenon
zwygond aan. Hy was een groot man, of
schoon niot geheel zoo groot als ik en tien
jaren of meer ouder, gespierd, donker, mot
een form gelaat, broed van trekken, zware
wenkbrauwen, gryze, diepliggende, schitto
rende oogen en oen hoofd, prachtig in zyn
afmetingen en bedekt met een overvloed van
grysachtig, krullend haar.
dat hij wèl wilde „vooruitstroven", maar
dan toch daarbij ook vooruitgaan.
Wij maken dus op het door de Arnhem-
hetnsche Courant gestelde voorbeeld geen
aanmerking.
Maar we merken tweeërlei op.
Vooreerst, dat niet mag vergeten worden
do groote administratieve ervaring, die dea
leidenden mannen uit het Kabinet-Röcll
ten dienste stond, en die zeker er niet het
minst toe heoft meegewerkt dat Ministerio
in staat te stellen in drio jaren zoo bui
tengewoon veel af te doen.
In de tweede plaats, dat dit Kabinet, uit
buitengewone verkiezingen opgekomen, zich
als 't ware van 't begin af beschouwde als
slechte voor één driejarige periode zittend,
zoodat het niet had positie te nemen cn
zich ook niot had voor to boreiden positie
to nomen op hot geheelo terrein van ons pu-*
blioke loven.
Mot hot huidig Kabinet is hot tegendeel
het geval. En daarvan is als vanzelf hec
gevolg, dat in den aanvang meer geheid dsn
gebouwd wordt, en dat over de vollo vrucht
van het werk eigenlijk eerst in het tweede
viertal jaren kan geoordeeld wordon.
Om in beeldspraak van don Premier te
spreken, niet een deel, maar do geheele kou
ken is thans aan het wer" gezet Spijzen van
de meest verschillend' stwrfc worden of zul
len worden binnengedragen. Wanneer nu
maar de kiezers de tafel niet omverwerpen,
wacht do A. nhcm*chc Courant nog een heer
lijk maal.
Wij lozen in De Nederlander onder hei
hoofd „Drankwet' het volgende
De heer F. U. Schmidt, con bekend nlco-
holbestrijder, geeft in Het Volk een hoofd
artikel over dc ingediende drankwet.
Het doet goed, eens voor een enkele
rnaal in do kolommen van dat blad zakelijk
en waardeerend over een Rogeoringsontwcrp
te hooren spreken.- Een gunstig intermezzo
tusschen de chronischo bitterheid cn ver
dachtmaking.
De heer Schmidt 7-ogt: „Er rit in dit
ontwerp heel wat nieuws cn veel van dat 1
nieuws is tevens goed. De geheele verkoop
van dranken, zoowol van gedistilleerde, ge
giste als alcoholvrije, wordt thans onder
contróle gezet"
Na do reeks bepalingen, die ten doel heb
ben don clandoKtioncn drankvorkoop te be
letten, in het kort weergegeven tc hebben,
besluit do schrijver- „Men ziot uit deze be
palingen, dat. het ontwerp den clandcMtic-
uom drankhandel aandurft. Zoo lean dio
ook toruggodrongen worden."
Do schrijver betreurt slechts in dit ver
band, dat er, behalve contróle (zooals
't ontwerp doet,) niet ook een maximum
ingesteld wordt voor dc bierhuizen. Deze
ijn in do laatste jaren als paddenstoelen
uit den grond geschotendat aantal onbe
perkt tc laten, is gevaarlijk
Toegejuicht worden door den schrijver
ook de bepalingen, volgens welko geen per
sonen beneden 16 jaar in ern drankhuis mo
gen werken, en geen arheidsloonen in kroe
gen mogen worden uitbetaald. Dit laatste
„zal menigeen verlossen van een ellendig
stuk drinkdwang,
Ook een andoren vorm van drinkdwang,
de gedwongen kroftgnerimg, ziet de schrij
ver met genoegen opruimen door het. verbod
van de combinatie van vergunninghouder
mot andere bedrijven.
De 11 itetervingsmotbodo inzake de 7000
hoven hot maximum bestaande vergunnin
gen, moet wel aanvaard worden, „wijl we
geen hetero, d w z., practiseh uitvoerbare
methode, weten aan te geven." (De afnuv-
kingsmebhode uit oen vorig ontwerp wordt
„ook door d<* drankbestrijders niet sympa
thiek gevonden)" De schrijver meent, ech
ter. dat er dan noodig een ni o bepa
ling moet bijkomen- het maximum moet
verlaagd kunnen worden.
„Is dat niet hof. geval, dan daalt het
aantal kroegen in den loop der jaren van
pl. m. 2tooo tot pl m. 17000 en dan ver
spreidt zich uit pl. m 17000 kroegen, gemo
derniseerd als door het ontwerp wordt
voorgesteld, lief. alcoholisme en wc zijn
aan het oind van onze wetewerkïng 1
Dat ware dwaasheid
„By JupiterI" riep hU op oon eigonaardig-
peinzomlen on toch toornigen toon, ferwyi hy
my voortdurend aanstaarde, „By Jupitorl"
herhaalde hy met nog moor nadruk en als
by zichzelvon, „Teronco Darkmoro, die van
allo mannen I Wat ben ik eon dwaas gewoast,
dat dit nooit oor by my ia opgokomon."
Zonder er oen woord meor by to voegen
boog hy zyn groot hoofd on met do armon
over zyn borst gekruist, mot do vinders van
elke hand zenuwachtig trekkend on tromme
lend, ging by ons voorby on de deur uit,
waardoor zy waron binnengekomen on dio
naar bulten lolddo.
„Consuelo", zeide ik, nooit to voren had
ik haar met dien naam durven aanspreken,
maar nu kwam mU die als vanzelf over do
lippen, „vergeef mU! Ik was in een sirik go-
vangen; alles gebeurde ln eer. paar oogen-
blikken. Ik boproelde niet te hooren, maat
nu heb ik er geen berouw van, dat ik bet
toch deod. Laat mij die vrlond zyn, dien gy
zoo hoog stelt en op zekeren dag meor voor
u dan dat. Ik
„Stl" zolde zy, met eon vreemde, bijna boven-
aardscho plechtigheid. „De Hemel weet, hoe
bet werk van dezen avond voor my zal eindigen."
Zy ging een weinig van my af, alsof zy
my niet zag of bad vergeten, en naar do
deur van de balzaal toe, waardoor het witte
licht van duizoriden kaarsen stroomde, en een
koude lucht scheen tusschon ons te waaien,
ray als een slagboom van haar scheidend. Ik
was niet by machte om haar togen te houden
en ik zou zyn biyvon staan, toen zy my
voorby giog, als niot plotseling de doorleg
van het salon door een groepje personen was
versperd geworden: Paula, oom Wilfrid cn de
man, die zichzelvon Hayne3 Haviland noomde.
W ordt 11rvolgd