N<\ 13401 "Vrijdag 30 October»
"1
A*. 1993.
feze ,§ouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Het Huis de? Vresse.
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Lelden per week 9 Oentei poi 8 maanden i f 1.10.
Buiten Lelden, per loope? en waar agenten gevestigd ijjn 1.30.
Franco per post1.86.
PRIJS DER ADYERTENT1ENI
Van 18 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17j. - Grootere letten onar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 80 woorden 40 Oente contant j «Ik
tiental woorden meer 10 Oents. Voor bet Incasseeren wordt/0.06 berekond.
Burgemeester cn. Wethouders der gemeen
te Leiden;
Golot op artikel 34 der verordening van
den 22-sten Jan. 1903 (Gemeenteblad no. 4)
op don invoer, het vervoer, den doorvoor,
de keuring van vee en vleesch en den handel
in vleesch in do gemeente Leiden;
Brengen tor algemeeno kennis:
lo. dat ISAK SPRINGER, wonende
Oranjegracht 57 te Leiden, op den 23sten
Febr. 1903 bekeurd werd ten lo. wegens het
to Leiden invoeren van vleesch in de maand
Februari tusschen 6 uur des avonds en 3
uur des morgenstem 2o. wegens het te Lei
den invoeren vap vleesch zonder voorzien
to zijn van een duidelijke schriftelijke aan
wijzing van den persoon, door wien het is
verzonden; on dat hij deswege op 30 Maart
1903 werd veroordeeld tot 2 maal 1 boete
of 2 maal 1 dag hechtenis;
2o. dat HERMAN DE LEEUW, wonen
de Volmolengracht 19 te Leiden, op den 26-
stcn Februari 1903 werd bekeurd wegens
hot als houder van in nood geslacht vee niet
onmiddellijk daarvan kennis geven aan
het hearings! cvka-al of aan het bureau van
politie en dat hij deswege op 6 April 1903
werd veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen
hechtenis;
3o. dat JACOijA PETRONELLA
HOOGKAMER, wonende Caeciliastraat
16 to Leiden, op den 28sten Februari 1903
werd bekeurd wegens het te Leiden vervoe
ren van vleesbh, dat tot bederf overgegaan
en ongekeurd was, en dat zij deswege op 6
April 1903 werd veroordeeld tot f 3 boetï
of 3 dagen hechtenis;
3o. dsb FERDINAND GERRIT DOES
BURG LANOOLI, wonende Korte Lijsbeth-
steeg 4 te Leiden, op den -lden Maart 1903
werd bekeurd wegens: lo. vleescb in do ge
meente Leiden invoeren van 1 Nov. tot 30
April tusschen 6 uur deo avonds en 8 uur
des voormiddags; ten 2o. te Leiden vleesch
invoeren, niet voorzien zijnde van een dui
delijke, schriftelijke aanwijzing van den
persoon, door wion het is verzonden en van
den persoon, voor wien het bestemd is, en
dat hij deswege op 27 April 1903 werd ver
oordeeld tob 2 maal 3 boete of 2 maal 3
j dagen hechtenis
1 5o. dat CORNELIS SPRINGER JR.,
wonende Oranjëgracht 67 te Leiden, op 20
Maart 1903 werd bekeurd wegens het te Lei
den vleesch, dat aan een nader onderzoek
moet worden onderworpen, niet op de eer
ste aanmaning naar het keuringslokaal
overbrengen en dat hij deswege op 4 Mei
1903 werd veroordeeld tot 5 boete of 5 da
gen hechtenis;
6o dat JACOBUS VAN SCHOONDER-
WOERD DEN BEZEMER, wonende Kijf-
gracht 4 te Leiden, op 16 April 1903 werd
bekeurd, wegens het te Leiden ongekeurd
vleesch vervoeren en dat hij deswege op 25
Mei 1903 werd veroordeeld tot f 5 boete of
3 dagen hechtenis;
7o. dat WOUTER VAN NOORT, wonen
de te Warmond, op 23 April 1903 werd be
keurd: ten 1ste wegens vleescb, dat de ge
meente Leiden te water bereikt, niet vervoe
ren naar één der in artikel 5 der verorde
ning op de keuring van vee en vleesch ge
noemde, losplaatsenten 2de wegens het in
voeren van vleesch te Leiden, zonder voor
zien te zijn van een duidelijke schriftelijke
aanwijzing van den persoon, door wien het
was verzonden en dat hij deswege op 25 Mei
1903 werd veroordeeld lot 2 maal f 0.50 boe
te of 2 maal 1 dag hechtenis;
8o. dat THEODORUS WILLEM PET,
wonende Baatstraafc 21 te Leiden, op 14
Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te Lei
den versch vleesch anders vervoeren, dan
geborgen in behoorlijk gesloten en geventi
leerde draagmiddelen en dat hij deswege
op 22 Juni 1903 werd veroordeeld tot 1
boete of 1 dag hechtenis;
9o. dat WILHELMUS SIRA of SIE-
RA, wonende Langegracht 68 te Leiden, op
18 Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te
Leiden ten 1ste als eigenaar van vee, bin
nen de gemeente aan ziekte of door eenig
toeval gestorven, niet onmiddellijk daarvan
kennis geven aam het bureau van het Open
baar Slachthuis of aan dat van politie; ten
2de als vleeschverkoopcr, ongekeurd vleesch
voorhanden hebben cn dat hij deswege op
6 Juli 1903 werd veroordeeld tot f 1 boete
of 1 dag hechtenis;
lOo. dat BERTUS TAN 'T WOUT, wo-
nendo Cronjéstraat 8 te Leiden, op 22 Mei
1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden
versch vleesch anders vervoeren, dan gebor
gen in een behoorlijk gesloten vervoermid
del cn dat hij deswege op 6 Juli 1903 werd
veroordeeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis;
Ho. dat JACOBUS KLUIVERS, wo
nende Langegracht 145 tLeiden, op 28 Mei
1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden
versch vleesch invoeren, niet voorzien van
een duidelijke schriftelijke aanwijzing van
den persoon, door wien het vleesch is ver
zonden en voor wien het bestemd is en dat
hij deswege op 6 Juli 1903 werd veroor
deeld tot f 2 boete of 2 dagen hechtenis
12o. dat CORNELIS THOMAS VAN
DEN BERG, wonende Lindenplein 5 le
Noordwijk, op 13 Juni 1903 werd bekeurd,
wegens het te Leiden vleesch in de gemeen
te invoerende, niet voorzien van een duide
lijke, schriftelijke aanwijzing van den per
soon, door wien 't is verzonden en voor
wien het bestemd is en dat hij deswege op
15 Juli 1903 werd veroordeeld tot f 3 boete
of 2 dagen hechtenis;
13o. det CORNELIS VAN DER
VOORN, wononde te Warmond, op 6 Juni
1903 werd bekeurd, wegens het als vleesch-
verkooper te Leidon bij een hoeveelheid van
minder dan 5 K.G. door zijn bediende inge
voerd vleesch, niet onmiddellijk naar het
keuringslokaal op het Openbaar Slachthuis
brengen en dat hij deswege op 15 Juli 1G03
werd veroordeeld tot f 2 boete of 1 dag hech
tenis;
14o. dat JOSEPH HERMANUS TES-
KE, wonende Groenesteeg 40 te Leiden, op
15 Juni 1903 werd bekeurd wegens het te
Leiden als vleeschverkooper ongekeurd
vleesch voorhanden hebben en dat hij des
wege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot
3 boete of 3 dagen hechtenis;
15o. dat CAREL CHRISTIAAN BREU-
KINK, wonende Rijndijk te Voorschoten,
op 16 en 22 Juni 1903 werd bekeurd, wegens
het te Leiden versch vleesch in de gemeen
te invoerende, niet voorzien zijn van een
duidelijke, schriftelijke aanwijzing van den
persoon, door wien 't ifl verzonden en voor
wien het bestemd is en dat hij deswege op
15 Juli 1903 werd veroordeeld tot ƒ0.50
boete of 1 dag hechtenis;
16o. dat ANTJE ERIKS, wonende Lar
ge Rijndijk 26 te Leiden, op 20 Juni 1903
werd bekeurd, wegens het te Leiden onge
keurd vleesch vervoeren en dat zij deswege
op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot 3
boete of 2 dagen hechtenis;
l7o. dat DIRK TESKE, wonende Groe
nesteeg 40 te Leiden, op 20 Juni 1903 werd
bekourd, wegens het te Leiden ongekeurd
vleesch vervoeren, gepleegd door een kind,
jonger dan 16 jaar, met ooordeel des onder
scheids, en dat hij deswege op 15 Juli 1903
werd veroordeeld tot 1 boete of 1 dag
hechtenis.
Burgemeester cm Wethouders van Leiden,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leidon, 29 Ootobor 1903.
Inkomstenbelasting.
Burgemeester on Wethouders van Loiden
brengen ln herinnering, dat met 81 Oct o. k.
de vierde termijn vervalt van de Inkom
stenbelasting, dienst 1903, en dat alzoo
op den lsten November a. s. minstens vier
zesdo gedeelten van don aanslag moeton zyn
voldaan.
Zy noodigon mitsdien belanghebbenden uit,
om, fer voorkoming van vervolgingskosten, tot
de botaling vai> hot verschuldigde ten kantore
van den Gemeente On? vsnrrer over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 27 Ootober 1903.
De Raad kwam gisternamiddag reeds te
éón uur bijeen, oen uur vroeger dan gewoon
lijk. Daarvoor wns een goede reden. Wen had,
behalvo enkele andore punten, do begrooting
voor den boeg. Een paar benoemingen liepen
vlug van stapel en dat er 86 boomen, ziek
of dood, gerooid zullen worden, niemand had
daarop iets tegen. Het bekende verzook van
het Bestuur van de Werklleden-vereoniging
„Recht en Plicht" gaf aanleiding tot een kleine
schermutseling; er was eohtor weinig animo
voor, en noodig was het ook niet om er thans
diep op in te gaan, want mede namens een
paar vrienden kondigde de heor Witmans een
motie aan, waarin nader op de zaak zal
worden teruggekomen. Als men daarvoor dan
een frlsschen middag neemt, zal er nog wel
eens eon woordje over vallen.
Zoo was men regelrecht op de begrooting
aangestuurd. De hoer Kaiser, die door zyn
aanstaand vertrek uit de gemeente wel niet
weder ln de gelegonheid zal zyn een Loidsche
gomeentebegrootlng mee te helpen vaststellen,
opende ditmaal de algemeene beschouwingen
en hy deed het op een wyzo, dat de Raad
ondanks het gewichtige van het onderwerp
er nogal eens bU lachen moest.
Hy had hot natuuriyk over do door B. en
Ws. voorgestelde verhooging van den gasprye.
Het oigenaardige in deze beschouwing was,
dat de heer K., zelf commissaris der gas
fabriek, tot geheel andere cyfers kwam dan
B. en Ws., die hun gegevens van den direc
tour dor fabriek hadden, die echter, naar de
be^r K. opmerkto, ook z y n cyfers niet had
gewraakt.
De heer Vergouwen, die de twoede spreker
was, voerde ons van hot gebied der gasver
lichting naar dat der geestelyke verlichting:
hot onderwys. Hy wilde spreken over eon
reorganisatie daarvan, dio tot grooto bezuini
ging zou kunnen leiden, nl. door de Meisjes-en
de Jongensschool Isto klasie te combineeron,
daaraan vervolgkiaasen te verbinden, waardoor
ook do H. B.-S. voor Meisjes zou kunnen
vervallen. Eón krachtige inrichting dus voor
drie. Hoewol de Voorzitter meende, dat deze
beschouwingen strikt genomon niot by de
„algemeene" thuis behoorden, werd don heor
V. toch de gelegenheid gegeven zyn denkbeeld
te ontwikkelen. Het was de eersto maal, dat
by van zich liet hooren en wat hy zoide
mocht gehoord worden on er werd daarom
ook de noodige opmerkzaamheid aan geschon
ken. Met byzondere kalmte en zeer gelolueiyk
wikkolde by zyn denkbeelden af, zonder met
een bepaald voorstel to komen. Daartoe waa
het onderwerp ook te veel omvattend. Het
komt ons echtor voor, dat het denkbeeld
waard li, in ernatige ovorweglng te worden
genomen. En dat zal volgens den Voorzitter
cok geschieden.
Daarna kwam men weder op de gasverlich
ting terug en we waren er toen niet zoo
spoedig af. Het vóór en tegen, waarvoor de
gronden onzen lezers roede overbekond *yn,
werd door verschillende leden, meer of minder
gelukkig, te berde gebracht, waarby natuur-
lykerwys nogal eens werd herhaald, wat reeds
eenmaal door anderen werd gezegd. Onder
do togenstanders der verhooging beviel ons
de heer Van der Lip het best, die krachtig
het beginsel op den voorgrond plaatste. Hot
pleidooi voor de verhooging vau den hoor
Juta was mede zakeiyk en overtuigend. Allo
argumenten vóór de vorliooging kwamen
daarby tot hun recht en werden in het juiste
licht goplaatst. Niet het minst maakte indruk
het argument, dat de verhoogde kolenprUzen,
waarmede de pryzen der cokes geen geiyken
tred houden, eigeniyk allóón reeds een ver
hooging wettigden. De heer Pora had o. i.
echter geiyk, toen hy opmorkte dat daarmede
de quaestie een geheel ander aanzien ver
kreeg. In hun byzondero toelichting op do
begrooting deden B. en Ws. hot voorkomen,
dat de verhooging enkel werd voorgesteld om
hot ovenwicht te heratellen tusschen uitgaven
en Inkomsten.
Maakt de duurte der grondstoffen een ver
hooging noodig, wy zyn het met den heer
Pera eens dan behoorde de verhooging by
alzonderiyk voorstel te zy'u gedaan. De heer
De Goeje, die vóór het voorstel was, redonoerde
en niet geheel ten onreohte zoo: Laat het
waar zyn, dat de middenstand door do ver-
hooging eenigszins zwaarder wordt getroffen
dan de meerbezittendon, do laatsten worden
naar evenredigheid weder zwaarder gedrukt
door do andere belaatingverhooging, die der
opcenten op het personeel. Zoo kwam ongeveer
de schaal in evenwicht. De heer Van Dissel
merkte leuk op, dat de ledon, die het principe
op don voorgrond schoren, consequent zyude,
moesten voorstellen het gas te verlagen tot
den kostenden prys. Natuuriyk was daarvoor
van hun standpunt veel te zeggen; men zou
daarmede thans echtor niet meor kunnen aan
komen, zonder de gemeentefinanción ln de
war te sturen. Zoo onpractlsch waren de
tegenstanders gelukkig nog niet. De Voor
zitter stelde zich mot den heer Juta op het
standpunt, dat do gemeente als industneele
een behooriyke winst van haar bedryven mag
trekken en verdedigde eveneens hot voorstë
met groote klem. Het is ovenwei do vraagl
Wat is een behooriyke winst? Zoo'n cyiei
hangt in do lucht, zeggen we met dr. Van Dissel
Er was in dit stadium nog volstrekt niet!
to zeggen omtrent het lot van hot voorstel
Een nieuw idoe werd nog door don heel
Sytema ln het debat gebracht. Hy meendl
dat de verdere uitbreiding van het gasg»
bruik in dit stadium vooral gezocht mooi
worden in de richting van het muntgas. Uooi
een verhooging van het muntgas van 6 tol
61/, cent zou die toename naar dien kanl
worden tegengehouden. Indien nu hot munt
gas eens buiton de verhooging word gehou^
den? Dit denkbeeld vond steun bU den boei
P. J. van Hooken, doch werd verworpen uoot
den heer Juta, dio verklaarde, dat daardoor d#
gasfabriek een philantliropischo instelling zoil
worden. Nu, dat mag do gasfabriek niot zyn,
natuuriyk niet. Enkelo leden schudden met
het hoofd, toon de heer Juta dit zoide, waarop
deze zich nog eon« vorduidoiyktoor schoot
van don cent meor, niets o. ar. Eigenlijk bad
men, toen do heeren oindelUk uitgopraat waren,
de zaak moeten laten ruston tot liet volg-
nommer, waarby do verhooging is voorgesteld.
De heer Fockoina Androae merkto echtof
terecht op, dat hoe beter was onder den
verschen indruk van het gevoerde debat le
stemmeu, en zoo geschiedde hot.
Do lezers weten met wolken uitslag: ccn
bcduidondo meerderheid heeft zioh Legen do
verhooging verklaard. Wij kunnen nog niet
inzien, dat zij daaraan vcrk.erd gedaan
heeft. Een verhooging der plaatselijke direc
te belasting moge ook al niet aangenaam
zijn, zij verdeelt de meerdere lasten evenre
dig over allo belasting botnJonde burgers,
wat tooh nooit gezegd kan worden van een
verhooging van don gasprijs, daar een ne
ringdoende mot 1200 inkomen dikwijls
meor gas verbruikt dan con gewoon burger
met bijv. f 8000.
Hiermede waron do algemeene beschou
wingen afgoloopen. Miasohien hnd dezo »f
gono nog wol iots in portefeuille, maar do
tijd schoot op en wij bobben hier in de
laatste jaren nog altijd do goede gewoonte
do begrooting in één dag, zij het dan ook
met ccn avondzJtting, af te doen. Boven
dien kunnen niet principicolc quncstiea
even good, zoo niot beter bij de volgnommor^
ter sprake komen, waardoor liet d?bat in
omvang afneemt, doch in zakelijkheid wint.
Het zou ons echter nog te ver voeren bij elk
volgnommor, waarbij onkejo opmerkingon
werden gemaakt, «til tc staan. V ,1 doen do
zal hot zijn hier cn daar con enkol punt na
der te belichten. Opmerkingen, zooals dc
heer Witmans maakte over do regeling der
jaarwedden van do beambten Ier secretarie,
prof. Do Goeje over 't afschaffen der schut
terij ineens, de heer Pera omtrent d« keu
ring der levensmid delen, hebben wel haar
waarde cn kunnen van invloed zijn, zoodra
daaruit voortvloeien wijzigingen of voor
stellen tot wijziging, maar dan komon we
toch in de gelegenheid or de aandacht op
te kunnen vestigen.
Wie al te veel verlangt, verkrijgt dikwijls
nicte. Dit ondervond de heor Kaiser, die in
dozen tijd van ,,hoc komen wij aan geld?"
durfde voorstellen /9000 uit te trekken
voor een gedeeltelijke nisphalbbcstrn/ting der
Breestraat. De vergadering, die liii t/vh
over hot voorstel de J stemmen, lie! hem
heolemaal alleen staan. Beter slaagde de
lieer De Goeje, die mot 2000 voor een ge
deeltelijke klinkerbostrating aldaar tovre-
30)
Do melodie van „Het leven is een droom"
trilde door de lucht. Men was begonnen te
dansen. Ik sloeg stoutmoedig myn arm om
haar middel en haar met parelon bodokte hand
lag op myn schouder.
Bot volgende oogenblik zouden wy samen
zyn weggezweefd, als een harde stem do be
koring niet verbroken had.
„Consuelo spoedigI Ga met my meel
Er is geen oogenblik te verliezen. Ik moet u
Iets zeggen."
Het was miss Traill, afschuwelyk in zwart
en rood satyn, miss Traill, wier bolle oogen
van agitatie uitpuilden, terwyi haar dikke
handen aan de gazen mouw vau miss Hope
trokken.
De vrouw in het grys deed onwillekeurig
een schrede achteruit.
„Wat bedoelt gij mompelde zy.
„Verspil geen tyd met vragen. Ga mee,
opdat ik met u kan sprekengy moet voor
bereid zyn, bedenken, wat u te doen staat."
Onder het spreken trok zy het half onwillige
meisje uit myn arm, welke nog steeds haar
middel hield omvat. Op myn tegenwoordig
heid werd geen acht geslagen. Ik geloof niet,
dat miss Traill zich daarvan bewust was.
Miss Hope liet, met een blik achterom, toe
dat zy werd weggeleid door de oude dame, dio
nog steeds haastig, opgewonden sprak, zonder
er aan te denken haar stem een weinig te
i temperen.
BE{j le gekomen, juist op dit oogenblik van
succes. Kunt gy hem veilig ontmoeten? Of
wat moet er gedaan worden Indien gy naar
de oranjerie kondet gaan en uzelven tot kalmte
dwingen vóórdat hy u ziet. Het zyn die
anderen, die hem meegebracht hebben. Kan
het oen komplot zyn?"
„Ik begrijp u niet." „Zy," „hy," wie bedoelt
ge?" mompelden do mooie lippen.
„AI het is te laatl Daar komen zy 1"
Myn eerste gedachte gold den bekwamen
advocaat, Tom Gordon, dion Consuelo Hope,
naar het my voorkwam, liefhad of vreesde. Ik
keek vol verwachting rond, doch, toen myn
oogen verder dwaalden naar de groote open
staande, dubbele deuren, kon ik nauwelyks ge-
looven wat zy daar aanschouwden.
Was het mogeiyk, dat de slanke, donkere,
schoone vrouw, dio tusschen vestibule en salon
stond en op den arm leunde van oen man, dien
ik niet kon zien, Paula was?
Ja, daar waren de Annesley's, juist voor my,
en terwyi ik naar de drio stond te stareD, die ik
ver weg in Itahe of Frankryk had gewaand,
werden hun namen lulde afgekondigd door
een der buigende knechten: „Mr. en mrs.
Arthur Annesley, miss Wynne, mr. George
Hayne8Haviland."
Zy liepen het salon in de lengte door, naar
den hoek, waar myn oom tusschen de gasten
6tond, die niet dansten, Paula met hoog
opgeheven hoofd, een uitdagenden glimlach
op haar roode lippen, in een geel-zyden
gewaad gekleed, terwyi diamanten in beur
zwart haar fonkelden. Haar hand rustto op
den arm van den man, dien ik een paar uren
geleden met gebogen hoofd by het graf van
Florence Haynes, de moordenares, bad zien
8'aan; van den man, dien ik »had nagekeken,
totdat hy in het hek van de onlangs ver
huurde villa „Het Nest" verdween.
Ik sloeg de ontmoeting gade. Ik zag, dat
oom Wilfrid vierkante schouders zette, hetgeen
hy veelal deed, zooals ik had opgemerkt,
wanneer hy al zUn geestkracht verzamelde
voor een groote inspanning. Ik zag Paula nog
steods glimlachen geen aangename glim
lach en de vreemdeling met hot mooie,
uilhoemscho gelaat voorstollen. Maar ik wachtte
met langer. Ik begaf my van do balzaal naar
het aangrenzend salon, waar zy stonden, on
hield Paula myn hand toe.
Gedeoltoiyk werd Ik gedreven door het oude
verlangen om in mooiiyke oogenblikken in
ooms nabyheid te zyn, gedeelteiyk, ofschoon
minder bewust, door den wonsch om de vrouw
in het grys een weinig meer tyd tot voor
bereiding te geven.
Waarin haar vrees bestond, waarom zy zich
moest voorbereiden, ik wist het niet. Maar
ik had haar lief, en wenschte niets vuriger
dan haar te boschermen, zooveel ik kon.
„Gy hebt ons in hooge mate verrast, Paula,"
zeide ik op zachten toon, terwyi zy nauwe
ïyks myn uitgestoken hand aanraakte.
„Ja, Ik geloof ook, dat het een verrassing
is", merkte zy op, terwyi haar oogen als
arendsblikken het vertrek en de balzaal daar
achter Inspecteerden. „Wy zyn ietwat onver
wacht in Engeland teruggekomen en hoorden,
dat hier een bal zou zyn. Ik vond het voor
my niet noodig op oen uttnoodlging te wach
ten; vindt ge wel?"
„Neen, als gy lust hadt om te komen."
„Bovendien hebben mr. en mrs. Annesley,
die dol op de rivier zyn en weten, dat ik er
ook van houd, hier in de buurt een villa
gehuurd, „Het Nest" genaamd."
„Ahal Dus gij waart het, die ik daar van
middag voor het raam in een rood toilet zag?"
„Hebt gy iemand gezien? Indien gy my
of mrs. Annesley herkend hadt, zou dat het
effect bedorven bobben. Ik zou dat voor niets
ter wereld hebben willen missen. Maar laat
my u en mr. Haynes Haviland met elkaar
in konnis brengen. Mr. Haynes - Haviland is
de heer, van wien oom Wilfrid den vorigen
herfst Lorn Abbey heeft gekocht; hy heeft
echter om familieredenen een tweeden naam
by den zyne aangenomen. Wy ontmoetten
hem in Nice, en hy is voor eon paar dagen
met ons in Engeland teruggekomen."
Ik bogreep nu, waarom Paula dezen man in
haar gevolg mede naar Engeland had genomen,
waarom zy met iets listigs in baar oogen tegen
hem glimlachte. Zy was voor zlchzelve over
tuigd, dat hy de vrouw in het grys zou her
kennen. Hy was de stiefzoon van een voor
malige dienstbode. Dat alleen zou, naar myn
gedachte, reeds voor haar voldoendo zyn ge
weest, om hem in den ban te doen, als zy
van zyn kennismaking niet veel verwachtte.
Nu leunde zy nog steeds op zyn arm met oen
zeker air van vertrouwoiykheid en goede
kameraadschap.
„Oom Wilfrid heeft my betuigd, dat hy be
reid is te vergeven en te vergoten," zeide
Paula, terwyi zy met een olgenaardigon, vuri-
gen blik tot my opzag. „Ik heb hem dat ge
vraagd, ofschoon my dat moeiiyk viel, want
ik houd er niot van my te verootmoedigen.
Nu vraag ik u, wilt gy hetzelfde doen?"
„Gaarne, als gy vindt, dat ik a iete heb te
vergeven."
„Niet, dat ik daarmee wil te kennon geven,
dat oom Wilfrid my moet terugnemen. Ik ben
geëmancipeerd; en bovendien is myn plaats
van avond weer formeel lngovuld. Wy kun
nen echter allen vrienden zyn. Keur het niot
af, dat ik dit zeg in het byzyn van mr.
Haynes Haviland. Hy is zooveel met ons
samen geweest, dat onze aangelegenheden
geen geheim voor hom zyn. En nu is or nog
iemand, 'dio mU myn vroegero ruwheid moet
vergeven, anders zal myn staat van geluk
zaligheid niot volmaakt zijn, ik bedoel miss
Hope. Breng my, als 't u blioft, by haar."
„Ik geloof, dat zy danst," antwoordde ik
vorlegen. „Er zyn hier zoovele oude kennissen
van u, Paula, dio biy en verrast zullen zyn
als zy u zien. Blyf ltior eerst om hen le be
groeten."
„Noen, dio kunnen wachten."
„Dan zal ik n brengen," zeide ik „Mr. Hay
nes—Haviland behoeft echter daarom geen
dans te missen. Ik zal hem aan een dame
voorstellen."
Mr. Haynes Haviland danst aanstonds met
my." En Paula keek hem met een betooveien
den blik aan.
„Miss Wynne hooft myn nieuwsgierigheid
opgewekt ton opzicht® van doze wonderbaar-
lyke miss Hope," zoido hy.
Op dit oogenblik verkondigde de grooto blok
in den toren plechtig hot elfde uur. Toen de
eerste diepe klank zich jiet hooren, scheen bet
geluid daarvan hot goheele lichaam van den
man te doen trillen. Do verheven schoonheid
was uit zyn gelaat verdwenen
„Acht, negen, tien, olfl" sloeg de klok.
Een seconde lang sprak er hevige zielsangst
uit elk zyner licht schokkende zenuwen; hy
scheen met ademlooze spanning te luisteren.
Daarna, toen er stilte ontstond, glimlachte
mr. Haynes.-?- Haviland, met een zucht als die
van een man, die uit oen benauwden droom
ontwaakt,
Wordt vervolgd