N<\ 13401 "Vrijdag 30 October» "1 A*. 1993. feze ,§ouiant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Het Huis de? Vresse. PRIJS DEZER COURANT» Voor Lelden per week 9 Oentei poi 8 maanden i f 1.10. Buiten Lelden, per loope? en waar agenten gevestigd ijjn 1.30. Franco per post1.86. PRIJS DER ADYERTENT1ENI Van 18 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17j. - Grootere letten onar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 80 woorden 40 Oente contant j «Ik tiental woorden meer 10 Oents. Voor bet Incasseeren wordt/0.06 berekond. Burgemeester cn. Wethouders der gemeen te Leiden; Golot op artikel 34 der verordening van den 22-sten Jan. 1903 (Gemeenteblad no. 4) op don invoer, het vervoer, den doorvoor, de keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in do gemeente Leiden; Brengen tor algemeeno kennis: lo. dat ISAK SPRINGER, wonende Oranjegracht 57 te Leiden, op den 23sten Febr. 1903 bekeurd werd ten lo. wegens het to Leiden invoeren van vleesch in de maand Februari tusschen 6 uur des avonds en 3 uur des morgenstem 2o. wegens het te Lei den invoeren vap vleesch zonder voorzien to zijn van een duidelijke schriftelijke aan wijzing van den persoon, door wien het is verzonden; on dat hij deswege op 30 Maart 1903 werd veroordeeld tot 2 maal 1 boete of 2 maal 1 dag hechtenis; 2o. dat HERMAN DE LEEUW, wonen de Volmolengracht 19 te Leiden, op den 26- stcn Februari 1903 werd bekeurd wegens hot als houder van in nood geslacht vee niet onmiddellijk daarvan kennis geven aan het hearings! cvka-al of aan het bureau van politie en dat hij deswege op 6 April 1903 werd veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen hechtenis; 3o. dat JACOijA PETRONELLA HOOGKAMER, wonende Caeciliastraat 16 to Leiden, op den 28sten Februari 1903 werd bekeurd wegens het te Leiden vervoe ren van vleesbh, dat tot bederf overgegaan en ongekeurd was, en dat zij deswege op 6 April 1903 werd veroordeeld tot f 3 boetï of 3 dagen hechtenis; 3o. dsb FERDINAND GERRIT DOES BURG LANOOLI, wonende Korte Lijsbeth- steeg 4 te Leiden, op den -lden Maart 1903 werd bekeurd wegens: lo. vleescb in do ge meente Leiden invoeren van 1 Nov. tot 30 April tusschen 6 uur deo avonds en 8 uur des voormiddags; ten 2o. te Leiden vleesch invoeren, niet voorzien zijnde van een dui delijke, schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wion het is verzonden en van den persoon, voor wien het bestemd is, en dat hij deswege op 27 April 1903 werd ver oordeeld tob 2 maal 3 boete of 2 maal 3 j dagen hechtenis 1 5o. dat CORNELIS SPRINGER JR., wonende Oranjëgracht 67 te Leiden, op 20 Maart 1903 werd bekeurd wegens het te Lei den vleesch, dat aan een nader onderzoek moet worden onderworpen, niet op de eer ste aanmaning naar het keuringslokaal overbrengen en dat hij deswege op 4 Mei 1903 werd veroordeeld tot 5 boete of 5 da gen hechtenis; 6o dat JACOBUS VAN SCHOONDER- WOERD DEN BEZEMER, wonende Kijf- gracht 4 te Leiden, op 16 April 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren en dat hij deswege op 25 Mei 1903 werd veroordeeld tot f 5 boete of 3 dagen hechtenis; 7o. dat WOUTER VAN NOORT, wonen de te Warmond, op 23 April 1903 werd be keurd: ten 1ste wegens vleescb, dat de ge meente Leiden te water bereikt, niet vervoe ren naar één der in artikel 5 der verorde ning op de keuring van vee en vleesch ge noemde, losplaatsenten 2de wegens het in voeren van vleesch te Leiden, zonder voor zien te zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het was verzonden en dat hij deswege op 25 Mei 1903 werd veroordeeld lot 2 maal f 0.50 boe te of 2 maal 1 dag hechtenis; 8o. dat THEODORUS WILLEM PET, wonende Baatstraafc 21 te Leiden, op 14 Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te Lei den versch vleesch anders vervoeren, dan geborgen in behoorlijk gesloten en geventi leerde draagmiddelen en dat hij deswege op 22 Juni 1903 werd veroordeeld tot 1 boete of 1 dag hechtenis; 9o. dat WILHELMUS SIRA of SIE- RA, wonende Langegracht 68 te Leiden, op 18 Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden ten 1ste als eigenaar van vee, bin nen de gemeente aan ziekte of door eenig toeval gestorven, niet onmiddellijk daarvan kennis geven aam het bureau van het Open baar Slachthuis of aan dat van politie; ten 2de als vleeschverkoopcr, ongekeurd vleesch voorhanden hebben cn dat hij deswege op 6 Juli 1903 werd veroordeeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis; lOo. dat BERTUS TAN 'T WOUT, wo- nendo Cronjéstraat 8 te Leiden, op 22 Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden versch vleesch anders vervoeren, dan gebor gen in een behoorlijk gesloten vervoermid del cn dat hij deswege op 6 Juli 1903 werd veroordeeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis; Ho. dat JACOBUS KLUIVERS, wo nende Langegracht 145 tLeiden, op 28 Mei 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden versch vleesch invoeren, niet voorzien van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het vleesch is ver zonden en voor wien het bestemd is en dat hij deswege op 6 Juli 1903 werd veroor deeld tot f 2 boete of 2 dagen hechtenis 12o. dat CORNELIS THOMAS VAN DEN BERG, wonende Lindenplein 5 le Noordwijk, op 13 Juni 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden vleesch in de gemeen te invoerende, niet voorzien van een duide lijke, schriftelijke aanwijzing van den per soon, door wien 't is verzonden en voor wien het bestemd is en dat hij deswege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot f 3 boete of 2 dagen hechtenis; 13o. det CORNELIS VAN DER VOORN, wononde te Warmond, op 6 Juni 1903 werd bekeurd, wegens het als vleesch- verkooper te Leidon bij een hoeveelheid van minder dan 5 K.G. door zijn bediende inge voerd vleesch, niet onmiddellijk naar het keuringslokaal op het Openbaar Slachthuis brengen en dat hij deswege op 15 Juli 1G03 werd veroordeeld tot f 2 boete of 1 dag hech tenis; 14o. dat JOSEPH HERMANUS TES- KE, wonende Groenesteeg 40 te Leiden, op 15 Juni 1903 werd bekeurd wegens het te Leiden als vleeschverkooper ongekeurd vleesch voorhanden hebben en dat hij des wege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot 3 boete of 3 dagen hechtenis; 15o. dat CAREL CHRISTIAAN BREU- KINK, wonende Rijndijk te Voorschoten, op 16 en 22 Juni 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden versch vleesch in de gemeen te invoerende, niet voorzien zijn van een duidelijke, schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien 't ifl verzonden en voor wien het bestemd is en dat hij deswege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot ƒ0.50 boete of 1 dag hechtenis; 16o. dat ANTJE ERIKS, wonende Lar ge Rijndijk 26 te Leiden, op 20 Juni 1903 werd bekeurd, wegens het te Leiden onge keurd vleesch vervoeren en dat zij deswege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot 3 boete of 2 dagen hechtenis; l7o. dat DIRK TESKE, wonende Groe nesteeg 40 te Leiden, op 20 Juni 1903 werd bekourd, wegens het te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, gepleegd door een kind, jonger dan 16 jaar, met ooordeel des onder scheids, en dat hij deswege op 15 Juli 1903 werd veroordeeld tot 1 boete of 1 dag hechtenis. Burgemeester cm Wethouders van Leiden, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leidon, 29 Ootobor 1903. Inkomstenbelasting. Burgemeester on Wethouders van Loiden brengen ln herinnering, dat met 81 Oct o. k. de vierde termijn vervalt van de Inkom stenbelasting, dienst 1903, en dat alzoo op den lsten November a. s. minstens vier zesdo gedeelten van don aanslag moeton zyn voldaan. Zy noodigon mitsdien belanghebbenden uit, om, fer voorkoming van vervolgingskosten, tot de botaling vai> hot verschuldigde ten kantore van den Gemeente On? vsnrrer over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 27 Ootober 1903. De Raad kwam gisternamiddag reeds te éón uur bijeen, oen uur vroeger dan gewoon lijk. Daarvoor wns een goede reden. Wen had, behalvo enkele andore punten, do begrooting voor den boeg. Een paar benoemingen liepen vlug van stapel en dat er 86 boomen, ziek of dood, gerooid zullen worden, niemand had daarop iets tegen. Het bekende verzook van het Bestuur van de Werklleden-vereoniging „Recht en Plicht" gaf aanleiding tot een kleine schermutseling; er was eohtor weinig animo voor, en noodig was het ook niet om er thans diep op in te gaan, want mede namens een paar vrienden kondigde de heor Witmans een motie aan, waarin nader op de zaak zal worden teruggekomen. Als men daarvoor dan een frlsschen middag neemt, zal er nog wel eens eon woordje over vallen. Zoo was men regelrecht op de begrooting aangestuurd. De hoer Kaiser, die door zyn aanstaand vertrek uit de gemeente wel niet weder ln de gelegonheid zal zyn een Loidsche gomeentebegrootlng mee te helpen vaststellen, opende ditmaal de algemeene beschouwingen en hy deed het op een wyzo, dat de Raad ondanks het gewichtige van het onderwerp er nogal eens bU lachen moest. Hy had hot natuuriyk over do door B. en Ws. voorgestelde verhooging van den gasprye. Het oigenaardige in deze beschouwing was, dat de heer K., zelf commissaris der gas fabriek, tot geheel andere cyfers kwam dan B. en Ws., die hun gegevens van den direc tour dor fabriek hadden, die echter, naar de be^r K. opmerkto, ook z y n cyfers niet had gewraakt. De heer Vergouwen, die de twoede spreker was, voerde ons van hot gebied der gasver lichting naar dat der geestelyke verlichting: hot onderwys. Hy wilde spreken over eon reorganisatie daarvan, dio tot grooto bezuini ging zou kunnen leiden, nl. door de Meisjes-en de Jongensschool Isto klasie te combineeron, daaraan vervolgkiaasen te verbinden, waardoor ook do H. B.-S. voor Meisjes zou kunnen vervallen. Eón krachtige inrichting dus voor drie. Hoewol de Voorzitter meende, dat deze beschouwingen strikt genomon niot by de „algemeene" thuis behoorden, werd don heor V. toch de gelegenheid gegeven zyn denkbeeld te ontwikkelen. Het was de eersto maal, dat by van zich liet hooren en wat hy zoide mocht gehoord worden on er werd daarom ook de noodige opmerkzaamheid aan geschon ken. Met byzondere kalmte en zeer gelolueiyk wikkolde by zyn denkbeelden af, zonder met een bepaald voorstel to komen. Daartoe waa het onderwerp ook te veel omvattend. Het komt ons echtor voor, dat het denkbeeld waard li, in ernatige ovorweglng te worden genomen. En dat zal volgens den Voorzitter cok geschieden. Daarna kwam men weder op de gasverlich ting terug en we waren er toen niet zoo spoedig af. Het vóór en tegen, waarvoor de gronden onzen lezers roede overbekond *yn, werd door verschillende leden, meer of minder gelukkig, te berde gebracht, waarby natuur- lykerwys nogal eens werd herhaald, wat reeds eenmaal door anderen werd gezegd. Onder do togenstanders der verhooging beviel ons de heer Van der Lip het best, die krachtig het beginsel op den voorgrond plaatste. Hot pleidooi voor de verhooging vau den hoor Juta was mede zakeiyk en overtuigend. Allo argumenten vóór de vorliooging kwamen daarby tot hun recht en werden in het juiste licht goplaatst. Niet het minst maakte indruk het argument, dat de verhoogde kolenprUzen, waarmede de pryzen der cokes geen geiyken tred houden, eigeniyk allóón reeds een ver hooging wettigden. De heer Pora had o. i. echter geiyk, toen hy opmorkte dat daarmede de quaestie een geheel ander aanzien ver kreeg. In hun byzondero toelichting op do begrooting deden B. en Ws. hot voorkomen, dat de verhooging enkel werd voorgesteld om hot ovenwicht te heratellen tusschen uitgaven en Inkomsten. Maakt de duurte der grondstoffen een ver hooging noodig, wy zyn het met den heer Pera eens dan behoorde de verhooging by alzonderiyk voorstel te zy'u gedaan. De heer De Goeje, die vóór het voorstel was, redonoerde en niet geheel ten onreohte zoo: Laat het waar zyn, dat de middenstand door do ver- hooging eenigszins zwaarder wordt getroffen dan de meerbezittendon, do laatsten worden naar evenredigheid weder zwaarder gedrukt door do andere belaatingverhooging, die der opcenten op het personeel. Zoo kwam ongeveer de schaal in evenwicht. De heer Van Dissel merkte leuk op, dat de ledon, die het principe op don voorgrond schoren, consequent zyude, moesten voorstellen het gas te verlagen tot den kostenden prys. Natuuriyk was daarvoor van hun standpunt veel te zeggen; men zou daarmede thans echtor niet meor kunnen aan komen, zonder de gemeentefinanción ln de war te sturen. Zoo onpractlsch waren de tegenstanders gelukkig nog niet. De Voor zitter stelde zich mot den heer Juta op het standpunt, dat do gemeente als industneele een behooriyke winst van haar bedryven mag trekken en verdedigde eveneens hot voorstë met groote klem. Het is ovenwei do vraagl Wat is een behooriyke winst? Zoo'n cyiei hangt in do lucht, zeggen we met dr. Van Dissel Er was in dit stadium nog volstrekt niet! to zeggen omtrent het lot van hot voorstel Een nieuw idoe werd nog door don heel Sytema ln het debat gebracht. Hy meendl dat de verdere uitbreiding van het gasg» bruik in dit stadium vooral gezocht mooi worden in de richting van het muntgas. Uooi een verhooging van het muntgas van 6 tol 61/, cent zou die toename naar dien kanl worden tegengehouden. Indien nu hot munt gas eens buiton de verhooging word gehou^ den? Dit denkbeeld vond steun bU den boei P. J. van Hooken, doch werd verworpen uoot den heer Juta, dio verklaarde, dat daardoor d# gasfabriek een philantliropischo instelling zoil worden. Nu, dat mag do gasfabriek niot zyn, natuuriyk niet. Enkelo leden schudden met het hoofd, toon de heer Juta dit zoide, waarop deze zich nog eon« vorduidoiyktoor schoot van don cent meor, niets o. ar. Eigenlijk bad men, toen do heeren oindelUk uitgopraat waren, de zaak moeten laten ruston tot liet volg- nommer, waarby do verhooging is voorgesteld. De heer Fockoina Androae merkto echtof terecht op, dat hoe beter was onder den verschen indruk van het gevoerde debat le stemmeu, en zoo geschiedde hot. Do lezers weten met wolken uitslag: ccn bcduidondo meerderheid heeft zioh Legen do verhooging verklaard. Wij kunnen nog niet inzien, dat zij daaraan vcrk.erd gedaan heeft. Een verhooging der plaatselijke direc te belasting moge ook al niet aangenaam zijn, zij verdeelt de meerdere lasten evenre dig over allo belasting botnJonde burgers, wat tooh nooit gezegd kan worden van een verhooging van don gasprijs, daar een ne ringdoende mot 1200 inkomen dikwijls meor gas verbruikt dan con gewoon burger met bijv. f 8000. Hiermede waron do algemeene beschou wingen afgoloopen. Miasohien hnd dezo »f gono nog wol iots in portefeuille, maar do tijd schoot op en wij bobben hier in de laatste jaren nog altijd do goede gewoonte do begrooting in één dag, zij het dan ook met ccn avondzJtting, af te doen. Boven dien kunnen niet principicolc quncstiea even good, zoo niot beter bij de volgnommor^ ter sprake komen, waardoor liet d?bat in omvang afneemt, doch in zakelijkheid wint. Het zou ons echter nog te ver voeren bij elk volgnommor, waarbij onkejo opmerkingon werden gemaakt, «til tc staan. V ,1 doen do zal hot zijn hier cn daar con enkol punt na der te belichten. Opmerkingen, zooals dc heer Witmans maakte over do regeling der jaarwedden van do beambten Ier secretarie, prof. Do Goeje over 't afschaffen der schut terij ineens, de heer Pera omtrent d« keu ring der levensmid delen, hebben wel haar waarde cn kunnen van invloed zijn, zoodra daaruit voortvloeien wijzigingen of voor stellen tot wijziging, maar dan komon we toch in de gelegenheid or de aandacht op te kunnen vestigen. Wie al te veel verlangt, verkrijgt dikwijls nicte. Dit ondervond de heor Kaiser, die in dozen tijd van ,,hoc komen wij aan geld?" durfde voorstellen /9000 uit te trekken voor een gedeeltelijke nisphalbbcstrn/ting der Breestraat. De vergadering, die liii t/vh over hot voorstel de J stemmen, lie! hem heolemaal alleen staan. Beter slaagde de lieer De Goeje, die mot 2000 voor een ge deeltelijke klinkerbostrating aldaar tovre- 30) Do melodie van „Het leven is een droom" trilde door de lucht. Men was begonnen te dansen. Ik sloeg stoutmoedig myn arm om haar middel en haar met parelon bodokte hand lag op myn schouder. Bot volgende oogenblik zouden wy samen zyn weggezweefd, als een harde stem do be koring niet verbroken had. „Consuelo spoedigI Ga met my meel Er is geen oogenblik te verliezen. Ik moet u Iets zeggen." Het was miss Traill, afschuwelyk in zwart en rood satyn, miss Traill, wier bolle oogen van agitatie uitpuilden, terwyi haar dikke handen aan de gazen mouw vau miss Hope trokken. De vrouw in het grys deed onwillekeurig een schrede achteruit. „Wat bedoelt gij mompelde zy. „Verspil geen tyd met vragen. Ga mee, opdat ik met u kan sprekengy moet voor bereid zyn, bedenken, wat u te doen staat." Onder het spreken trok zy het half onwillige meisje uit myn arm, welke nog steeds haar middel hield omvat. Op myn tegenwoordig heid werd geen acht geslagen. Ik geloof niet, dat miss Traill zich daarvan bewust was. Miss Hope liet, met een blik achterom, toe dat zy werd weggeleid door de oude dame, dio nog steeds haastig, opgewonden sprak, zonder er aan te denken haar stem een weinig te i temperen. BE{j le gekomen, juist op dit oogenblik van succes. Kunt gy hem veilig ontmoeten? Of wat moet er gedaan worden Indien gy naar de oranjerie kondet gaan en uzelven tot kalmte dwingen vóórdat hy u ziet. Het zyn die anderen, die hem meegebracht hebben. Kan het oen komplot zyn?" „Ik begrijp u niet." „Zy," „hy," wie bedoelt ge?" mompelden do mooie lippen. „AI het is te laatl Daar komen zy 1" Myn eerste gedachte gold den bekwamen advocaat, Tom Gordon, dion Consuelo Hope, naar het my voorkwam, liefhad of vreesde. Ik keek vol verwachting rond, doch, toen myn oogen verder dwaalden naar de groote open staande, dubbele deuren, kon ik nauwelyks ge- looven wat zy daar aanschouwden. Was het mogeiyk, dat de slanke, donkere, schoone vrouw, dio tusschen vestibule en salon stond en op den arm leunde van oen man, dien ik niet kon zien, Paula was? Ja, daar waren de Annesley's, juist voor my, en terwyi ik naar de drio stond te stareD, die ik ver weg in Itahe of Frankryk had gewaand, werden hun namen lulde afgekondigd door een der buigende knechten: „Mr. en mrs. Arthur Annesley, miss Wynne, mr. George Hayne8Haviland." Zy liepen het salon in de lengte door, naar den hoek, waar myn oom tusschen de gasten 6tond, die niet dansten, Paula met hoog opgeheven hoofd, een uitdagenden glimlach op haar roode lippen, in een geel-zyden gewaad gekleed, terwyi diamanten in beur zwart haar fonkelden. Haar hand rustto op den arm van den man, dien ik een paar uren geleden met gebogen hoofd by het graf van Florence Haynes, de moordenares, bad zien 8'aan; van den man, dien ik »had nagekeken, totdat hy in het hek van de onlangs ver huurde villa „Het Nest" verdween. Ik sloeg de ontmoeting gade. Ik zag, dat oom Wilfrid vierkante schouders zette, hetgeen hy veelal deed, zooals ik had opgemerkt, wanneer hy al zUn geestkracht verzamelde voor een groote inspanning. Ik zag Paula nog steods glimlachen geen aangename glim lach en de vreemdeling met hot mooie, uilhoemscho gelaat voorstollen. Maar ik wachtte met langer. Ik begaf my van do balzaal naar het aangrenzend salon, waar zy stonden, on hield Paula myn hand toe. Gedeoltoiyk werd Ik gedreven door het oude verlangen om in mooiiyke oogenblikken in ooms nabyheid te zyn, gedeelteiyk, ofschoon minder bewust, door den wonsch om de vrouw in het grys een weinig meer tyd tot voor bereiding te geven. Waarin haar vrees bestond, waarom zy zich moest voorbereiden, ik wist het niet. Maar ik had haar lief, en wenschte niets vuriger dan haar te boschermen, zooveel ik kon. „Gy hebt ons in hooge mate verrast, Paula," zeide ik op zachten toon, terwyi zy nauwe ïyks myn uitgestoken hand aanraakte. „Ja, Ik geloof ook, dat het een verrassing is", merkte zy op, terwyi haar oogen als arendsblikken het vertrek en de balzaal daar achter Inspecteerden. „Wy zyn ietwat onver wacht in Engeland teruggekomen en hoorden, dat hier een bal zou zyn. Ik vond het voor my niet noodig op oen uttnoodlging te wach ten; vindt ge wel?" „Neen, als gy lust hadt om te komen." „Bovendien hebben mr. en mrs. Annesley, die dol op de rivier zyn en weten, dat ik er ook van houd, hier in de buurt een villa gehuurd, „Het Nest" genaamd." „Ahal Dus gij waart het, die ik daar van middag voor het raam in een rood toilet zag?" „Hebt gy iemand gezien? Indien gy my of mrs. Annesley herkend hadt, zou dat het effect bedorven bobben. Ik zou dat voor niets ter wereld hebben willen missen. Maar laat my u en mr. Haynes Haviland met elkaar in konnis brengen. Mr. Haynes - Haviland is de heer, van wien oom Wilfrid den vorigen herfst Lorn Abbey heeft gekocht; hy heeft echter om familieredenen een tweeden naam by den zyne aangenomen. Wy ontmoetten hem in Nice, en hy is voor eon paar dagen met ons in Engeland teruggekomen." Ik bogreep nu, waarom Paula dezen man in haar gevolg mede naar Engeland had genomen, waarom zy met iets listigs in baar oogen tegen hem glimlachte. Zy was voor zlchzelve over tuigd, dat hy de vrouw in het grys zou her kennen. Hy was de stiefzoon van een voor malige dienstbode. Dat alleen zou, naar myn gedachte, reeds voor haar voldoendo zyn ge weest, om hem in den ban te doen, als zy van zyn kennismaking niet veel verwachtte. Nu leunde zy nog steeds op zyn arm met oen zeker air van vertrouwoiykheid en goede kameraadschap. „Oom Wilfrid heeft my betuigd, dat hy be reid is te vergeven en te vergoten," zeide Paula, terwyi zy met een olgenaardigon, vuri- gen blik tot my opzag. „Ik heb hem dat ge vraagd, ofschoon my dat moeiiyk viel, want ik houd er niot van my te verootmoedigen. Nu vraag ik u, wilt gy hetzelfde doen?" „Gaarne, als gy vindt, dat ik a iete heb te vergeven." „Niet, dat ik daarmee wil te kennon geven, dat oom Wilfrid my moet terugnemen. Ik ben geëmancipeerd; en bovendien is myn plaats van avond weer formeel lngovuld. Wy kun nen echter allen vrienden zyn. Keur het niot af, dat ik dit zeg in het byzyn van mr. Haynes Haviland. Hy is zooveel met ons samen geweest, dat onze aangelegenheden geen geheim voor hom zyn. En nu is or nog iemand, 'dio mU myn vroegero ruwheid moet vergeven, anders zal myn staat van geluk zaligheid niot volmaakt zijn, ik bedoel miss Hope. Breng my, als 't u blioft, by haar." „Ik geloof, dat zy danst," antwoordde ik vorlegen. „Er zyn hier zoovele oude kennissen van u, Paula, dio biy en verrast zullen zyn als zy u zien. Blyf ltior eerst om hen le be groeten." „Noen, dio kunnen wachten." „Dan zal ik n brengen," zeide ik „Mr. Hay nes—Haviland behoeft echter daarom geen dans te missen. Ik zal hem aan een dame voorstellen." Mr. Haynes Haviland danst aanstonds met my." En Paula keek hem met een betooveien den blik aan. „Miss Wynne hooft myn nieuwsgierigheid opgewekt ton opzicht® van doze wonderbaar- lyke miss Hope," zoido hy. Op dit oogenblik verkondigde de grooto blok in den toren plechtig hot elfde uur. Toen de eerste diepe klank zich jiet hooren, scheen bet geluid daarvan hot goheele lichaam van den man te doen trillen. Do verheven schoonheid was uit zyn gelaat verdwenen „Acht, negen, tien, olfl" sloeg de klok. Een seconde lang sprak er hevige zielsangst uit elk zyner licht schokkende zenuwen; hy scheen met ademlooze spanning te luisteren. Daarna, toen er stilte ontstond, glimlachte mr. Haynes.-?- Haviland, met een zucht als die van een man, die uit oen benauwden droom ontwaakt, Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1