"Vrijdag 23 October. A'. 1903. <§eze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven, Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Set Huis der Vreeze. No, 13395 LEIDSCH DAG-BLAD PRIJS DEZER COURANTl Voot Leiden pei week 9 Oentsi pei 3 maanden l 1.10. Boiten Leiden, per loopei en waar agenten gevestigd rijn 1.30. Franco per post .....•..•.•*•«>.9 1-66. PRIJS DER ADVERTENTIËNi Van 10 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Qrootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oeuts oootant 1 elk tiental woorden meer 10 Oönta.- Voor bet inoasseoren wordt 0.06 berekend. Hoewel de gemeenteraad gisternamiddag van twee uren tot halfvijf druk aan den arbeid is geweest, gingen de eerste vijftien pu. 'en van de agenda vlug van stapel. Het zwaartepunt der vergadering lag dan ook in bet laatste onderworpde gemeente-rei niging. Wij kunnen over de punten, die in bet eerste stadium de heeren bozig hielden, kort zijn, de besluiten zijn gisteren reeds mede gedeeld* en do discussion, voor zoover de voorstellen niet zoo maar onder den. hamer doorgingen, waren niet bijzonder zwaar wichtig. Onder de ingekomen stukken was o. a. een verzoek van het Departement Leiden der Ned. Maatschappij van Nijverheid om de door B. en We. voorgestelde verhooging van den gasprija niet aan te nemen. De gronden, daarvoor aangevoerd, zijn dezelf de, welke ook reeds door ons werden ge roemd: dat de nijverheid onevenredig zwaar door dezen maatregel zal worden getrof fen. De kans op aanneming is door dit adres or niot op verbeterd. De Maatschap pij van Nijverheid is een lichaam, naar Welks stem nog wel eens wordt geluisterd. Wij zullen daaromtrent evenwel niet lang meer im het onzekere behoeven te vorkeeren: de begroeting zal binnenkort aan do orde komon on daarmede het voorstel tot verhoo- ging van den gasp rij a Terwijl de Raad zijn goedkeuring had ie hechten aan het voorstel om het Leidsche Geheelonth.-Zangkoor het zanglokaal der Kweeksch. van Onderw. voor zijn ropetites af te staan, wat hij dan ook gedaan heeft, was Cr wodor een verzoek ingekomen van do Lie- dertafol ,,Arion" tot hetzelfde doel. Wij zouden geen roden weten, waarom ook dit Verzoek niet zou worden toegestaan. Hoe meer gebruik er van onze gemeente-inrich tingen en -gebouwen door de gemeentena-re-n zelf gemaakt kan worden, hoe beter. Het zanglokaal der Kweekschool leent zioh uit- beraard uitnemend voor repetities van een zangkoordeze Vereonigingen kunnen ook om meerdere redenen nergens beter terecht Een billijke vergoeding mag echter worden gevraagd, opdat de gemeente niet een on- nobele concurrentie den zaaThouders zal aandoen of schade berokkenen aan haar ei gen onderneming: de Stadszaal. Een verzoek om ontslag van een gemeen te-ambtenaar pleegt in den regel geen aan leiding tot discusaio te geven. Men hoorde dan ook een beetje vreemd op, toen de heer Witmans bij punt 2 der agenda het woord vroeg en dit in verband met het volgende punt. Het had zijn aandacht getrokken, dat van mej. Oberman eenvoudigweg wordt voorgesteld eervol rntslag te verleenen, terwijl moj. Ti.emeijer er nog een plasdankje bij krijgt voor de aan de gemeente bewezen diensten. Een dergelijk verschil in de for- muleering had spr. wel eens meer getrof fen; dan had hij het gezocht in een verschil in dienstjarenhier echter was de dienst tijd zoo onsreveer gelijk. Er bleek, naar de Voorzitter opmerkte, niets achter te zitten. Men had het er voor de laatste bijgevoegd, omdat do Commissie voor de Bewaarscholen het had voorgesteld; regel was het echter, eenvoudig eervol ont slag te verleenen. Het komt ons voor, dat de Raad wijs ual doen om zich bijzondere gevallen uitge sloten aan dien regel te houden. De ge vallen staan zelden zoo nabij elkaar als dit maal; wij kunnen evenwel verzekeren, dat niet alleen de aandacht van den heer Wit mans op het verschil was gevallen. Het amendement van den heer Van der Lip inzake restitutie van door den aanne mer Van Lith betaalde premiën voor de Ongevallenverzekering werd nu aangeno men met 15 tegen 12 stemmen. De heeren P. J. v. Hceken en A. Mulder, die in do vorige vergadering niet aanwezig waren, deden de schaal ten gunste van het amendement over slaan. De heer Juta, thans afwezig, behoor de eerst tot de tegenstemmers. De meerder heid behoeft zich o.i. voor dit besluit niet te schamen. Juridisch moge de aannemer geen aanspraak hebben kunnen doen gelden, op billijkheidsgronden is er voor te pleiten. Er is niet alleen een strikt recht-, er is ook een morgei recht. Leiden staat in deze be slissing trouwens niet alleen, ook de Raad der gemeente Leeuwarden heeft reeds een soortgelijk besluit genomen. Het voorstel van B. en Ws. om het buisje, genaamd ,,de Turfbel", aan de Paarden- steeg aan de heeren Gebrs Palm te verhu ren voor f 50 per jaar, werd door dit colle ge teruggenomen. Naar we vernamen, zijn er intusschen meer gegadigden komen op dagen, die een hoogere pachtsom zoudon willen betalen. Het doel van de heeren Palm moet geweest zijn, een man, die hij hen in dienst is geweest, daarin een siga renwinkel te laten doen, ten einde hem op deze wijze een bestaan te verschaffen. In dit geval mag de gemeente de hand ook wel wat lichten. Het voorstel van B. en Ws. om de f 1200 voor het verbouwen van de school aan de Oude Vest benoodigd, te vinden uit ccn geldleening, had bezwaar ontmoet bij de Commissie van Financiën, wiens woord voerder ditmaal de heer A. J. van Hoeken was. Deze Commissie wilde gedurende 5 jaren op de begrooting ieder jaar een be drag van f2'.0 brengen op den post „bij zondere aflossing van eenige uit buitenge wone ontvangsten bekostigde werken", een stelsel, dat ook reeds is gevolgd ten aan zien van andere verbouwingen, zooals bijv. die van hot Politiebureau, de 4de wethou derskamer, enz. Het wil ook ons voorkomen, dat voor be trekkelijk kleine bedragen deze wijzo van doen beter is dan daarvoor te lecnen. Er zijn, dit erkennen wo, enkele bezwa ren tegen, door den Voorzitter ook nu aangevoerd. Toen echter de heer Fockema Andreae den heer Van Hoeken bijviel, begon do Voorzitter toegeeflijker te worden. B en Ws. schenen geneigd op het advies van de Commissie in te gaan. Er werd toch nog over gestemd en met 21 tegen 6 stemmen vereenigdo do Raad zich met heb gevoelen der Commissie van Fina- ciën. Een aanvulling van de Verordening op het wiel rijden, in dien zin, dat het ook ver boden zal zijn op Zon- en Feestdagen in de daarvoor vastgestelde uren met auto's en motorwielen op de Singels en Plantsoenen te rijden, en met motorrijwielen bovendien in de Watersteeg ook op andere dagen vond geen bezwaar. Eën auto en éón motorwiel me enen velen, is voor de rustige wandelaars een veel grootor verschrikking, dan hon derd rijwielen. Het had dus geen zin, de la-atsten te weren en de eersten toe to laten. Bij het vaststellen der verordening was het rijden met voertuigen met mechanische kracht echter nog lang niet zoo veelvuldig als thans. Vandaar dat men die er toen niet dadelijk onder begrepen heeft. De wijzigingen voorgesteld op de veror dening betroffende voorschriften nopens behoorlijke bewoning van woningen, een ge volg van aan- on opmerkingen van den in specteur dor Volksgezondheid, gingen er zonder discussie door, ook al hadden B. en Ws. in do toelichting gezegd, dat rij van do noodzakelijkheid dier veranderingen niet geheel overtuigd waren. De Raad zou zich echter bij verzet heel Wot last- op den hals hebben gehaald en had, indien Ged. Staten de verordening niet hadden willen goedkeuren, ten slotte moeten toegeven. En zoo zijn we dan genaderd tot het voor stel tot het vorlee-nen van machtiging om tot de openbaro aanbesteding van het reinhou- don dor gemeente over te gaan en tot hot vaststellen van de voorwaarden. Behalve het denkbeeld ook in het „Leidsch Dagblad" reeds geopperd om de verpach ting in drie peroeolen te doen plaats heb ben, dat thans meer uitvoerig door den heer P. J. van Hoeken werd uiteengezet en verdedigd, was het vooral do vraag of in de pachrtvoorwaarden ook bepalingen om trent minimum-loon en maximum-arheida- daur moeten worden opgenomen, drie de vergadering bozig hield. De lezers kennen de mot-ie dienaangaande door den heer Sijtsma ingediend en uitvoe rig en met overtuiging door hem verdedigd. Op prinoipieolo gronden vond zij weinig of geen bestrijding. De heeren P. J. van Hoeken en Pera betuigden dadelijk sympa thie met 't beginsel, maar de heer Pcra scheen toch te vreczen, dat bij aanneming de werk lieden van den reinigingsdienst nog wel eens in ongunstiger conditio konden I omen, wat blijkbaar de heer Fookema Andreao ook geneigd scheen to golooven. Het bezwaar er tegen aangevoerd, gold vooral do toopasing. De wethouder van Fo- bricago, de heer Korevaar, somde deze be zwaren op: moeilijke contróle, verdienste, behalve loon en andere, waardoor ontdui king niet kon worden voorkomen. De Voor zitter noemde de aanneming der motie ge vaarlijk als een nieuwigheid en do heer Haaselbach bestreed haar met het beweren, dat de pachters voor den reinigingsdienst niet zelden oud© en invalide werkkrachten gebruiken, wat den voorsteller der motie deed zeggen dat, war de gemeente een driemaandelijksche inspectie over het mate rieel weneeht te houden, zij dit dan ook wel mag uitstrekken over het personeel, dat dit materieel bedient. Do motie, toch niet meer dan een bescheiden poging om deze werklieden niet geheel overgeleverd te zien aan de pachters, werd verworpen met 18 togen 9 stemmen. Een poging van don heer Van der Eist om enkel het beginsel te redden, had even min succes. Toen de Voorzitter tegen een zoodanige motie bezwaar maakte, omdat zij eon verantwoordelijkheid op de schouders van B. en Wa. legde, die zij niet kunnen aanvaarden, word ze door den voorsteller teruggenomen. Een opwekking van den heer Pcra aan het slot der vergadering tot B. en Ws. go- richt om or voor te waken, dat de werk lieden een behoorlijk loon zullen krijgen, omdat dit don Raad aangenaam zal zijn, werd evenmin door den Voorzitter onder o enig 0 reserve aanvaard. Had de Raad daaromtrent wenschen gehad, zooals in do afgestemde motie ook was bedoeld, dau had hij B. en Wa een bepaalde opdracht moe ten geven. Zoo zullen wo onzen gemeen teroini- gingodiemst do eerstvolgende 10 jaren weder ingaan zonder eenige regeling omtront loon on arbèicLsduur, tenzij do verpach ting eens niot mocht doorgaan en. do go- meento zelf het werk tor hand nam. Het denkbeeld van den heer Van Hoeken, om do verpachting in drie porceclen te doen plaats hebben, werd ook door den heor Korevaar op practische gronden be streden; een splitsing in twee perceelen achtte hij echter niot onmogelijk. De heer Fookema Andreae wees er op, dat het eenigszins onvoorzichtig is geweest van B. on Wa in de ontwerp-beg rooting een hoog bedrag voor de gemeentarei niging uit te trekken. Laat men echter weten, dat dit cijfer is van het Dag. Bestuur en niet van don Raad. Het blijft een open vraag, of de Raad dit bedrag ooit zal vote eren. Over do 57 artikelen zelf had verder niot veel debat plaats. Zij dragen, ook geheel het kenmerk met groot© zorg en veel zaak kennis to zijn opgesteld. Hot geheelo voorstel werd ton slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zoodat wij nu eerstdaags een openbaro aanbesteding der gemoemtereiniging mogen te gemoet zien. Leiden, 23 October. Op het viertal voor predikant by do Remon- strantsche Gemeente alhier zijn geplaatst: dr W. J. Lente, te Oudewetoring; G. Buisman, te Delft; Van Assenberg, te Gouda, en A.K. E. Horst, to Dokkum. Do Win terlezing on" In het Nut al hier zijn weer begonnen. De eorsto lezing had gisteravond plaats. Daarin trad als spreker op dr. H. M. van Nee, predikant bij de NecL-Herv. Gom. te 'a-Gravonhago, dio tot onderwerp had gokozen: „Do Pro metheus van Aeschylus." Nadruk logde hij allereerst op deze beper king: „Do Prometheus van Aeschylus Tooh ia dan, aldus spr., de stof nog groot genoeg en zullen wij or toe komen den Griekachen dichter uit het oog te verliezen en ons te bepalen bij hot onderwerp, hoewel dit dichtetuk slechts stukwerk ia, een gis sing, een stuk zonder slot. Op de vraag wat het betcekent als toonccl- etuk, wanneer we hot de maat onzes tijds aanleggen, moest spr. antwoorden: Ale alle stukken van Aeschylus is het absurd. Wij kunnen er kennis van nemen aan do hand van onv.cn Da Costa, die zioh reeds vroeg aan een vertaling waagde; deze is evenwel zeer vrij. Do Duifcechers echter genieten het voorrecht van goede overzettingen en tegen goringen prijs kan men zich het gedicht aanschaffen in „Der gefosselt© Pro metheus" uit Meyers Volksbücher. Daarna werd ons de inhoud geschetst en dit zóó schoon, zóó boeiend en vloeiend, dat allen met onverdeelde aandacht den rede naar beluisterden. Er wbftl groot© oplettendheid gevergd om spreker bij dit onderwerp te volgen, maar hij kwam zooveel mogolijk zijn hoorders Ie hulp. Als eersten indruk bij het lezen on hooren van hot gedicht zou men oordeelon: Pro metheus heeft gelijk; on toch wil Aeorhylus ons nog wat anders zeggen: er is trots, hoogmoed in Prometheus; hij wil niet bui gen voor hom, dio zit op don troon, zij het ook, dab deze, Zeus, tiranniek optreedt. Hot blijkt, dat Prometheus schuld heeft; hij heofb willens en wetens verkeerd gedaan, al zoekt hij er een eer Ln op te staan tegen Zcua. Daardoor is dit stuk een tragodio: iomand heeft kwaad gedaan cm ontvangt straf (Prometheus aan de rots geketend), maar erger straf dan wo kunnen vorwachten. Heb kwade, dat Prometheus bedreef, wna dit: hij bracht de gave der goden aan menschon van ëën dag, en hij verorgert dib kwaad door zich te verzetten, door voort te gaan op den ingeslagen weg. Hij laAft zich voorstaan op do hulp, door hom aan Zeus verstrekt, dio niet rijn zou wat hij is zonder hulp van Prometheus. Maar niet altijd zal Zeus rogo.oron I Er komt eon niouwo god. Zeus is gekomen op den troon door don raad van Promwthnus en alleen door do hulp van dozen kan hij or op blijvon. En daardoor is deze tragedie het treurspel van den vooruitgang. Don vooruitgang ja, maar ton koste van welken prijs 1 Die hom in de wereld heeft gebracht, moeit hot zwaar verantwoorden. En zoo kwam spreker tot nadere ontwik- kolijk van do verhouding van God tot He monschen, van do tragedie van don vooruit gang. In hot kort: c».-n tragodio als gods dienst, conoorvatiof in den slechten zin des woords, gekant is tegen vooruitgang, als er strijd is fcusschen beschaving en gods dienst. Want Prometheus in Aeschylus' work, do vader vnm don „Lucifer",verwant mei Byron's „Manfreu is de genius dor bfficharing. Geen treurspel echter dio be schaving, die vooruitgang, wanneer do richting is naar Boven. Het raadsel ach ti go in Aeechylus' werk is dan ook enkol op to Inwoon in hot licht des Evangelies van Christus. Voor het oxamon ln de vrUe- en orde- oefenlngon Is to Rotterdam gORlnagd mej. A. J. R. v. d. Laake, te Lelden. Benoemd zijn tot onderwijzer: lo. aan een Chr. School te Rotterdam do hoer B. J. v. d. Moene, 2o. aan een Cbr. School voor M U. L. O. te Zwolle de heer S. de Boor en 80. aan een Chr. School voor M. U. L. O. to Arnhem de heer C. G. Langelaar, allen onder- wijzers te Katwyk aan-Zee. Da. Meerburg, te Aarlandorveon, komt voor op het twaalftal ter beroeping van een predikant te OlsterwlJk (N.-Br.). De commissie voor het monument tor eere van generaal Karei van der Heydon deelt aan do „Arnh. Ct." mode, dat B. en Ws. van Arnhem de plaats den Borkenheuvel nabU den Homraelschen weg voor het ge- denkteoken hobben goedgekeurd en dat zJJ zich bereid hebben verklaard, don gemeente raad voor to stellen, den eigendom er van voor do gomoento te aanvaarden. Voor het fonds Is tot nog too f 1000 bijeen gebracht. 20) Ofschoon de wapenkamer juist een vertrek veor een man was om veel tyd in zoek te brengen, was zij niet bijzonder groot en het kolossale vuur maakte de atmosfeer ondraag lijk neet. Het raampje boven de trap was, als gewoonlijk, open en er worden pogingen aangewend om een der twee andere ramen ook te openen, maar er was iets niet in orde met de sluiting bovenaan en geen der span- jolotten wilde goed werken. Do deur, welke naar het park leidde, werd daarom op eon kier gezet, zonder het minste vermoeden van do vreemde gebeurtenis, waarvan deze nietige omstandigheid de oorzaak zou zyn. Sir Thomas bezat een kleine, uitgelezen verzameling van oude vuurwapenen, waarop hü bijzonder trotsch was, wijl de meesto daar van met voel moeite waren verkregen en zeer zeldzaam waren. Er werd natuur lijk verwacht, dat wy deze zouden bewonde ren, die ter eere van ons, naar aanleiding van ©en gesprek over geweren, van de rekken waren genomen; maar ik kon niet zoo in vuur geraken als anders het geval zou ge weest zUn, wanneer het mU lichter om het hart ware goweest, want ik herinnerde ml), met zekeren angst, Paula's bedreiging van dien morgen. „Wacht tot van avond I" had zU gezegd, met een boosaardigen, nydigen blik ln Btem en oogen. En het was nu avond. Het was reeds over tienen. Ik kon het ten laatste dan ook niet langer uithouden en een verontschuldiging mompelen keerde ik naar het salon terug. Toen ik de deur naderde, haalde Ik met een verruimd hart adem, want ik hoorde de piano en miss Hope's volle contra alt de tonen lang uithalen. Er was dus, alles wèl beschouwd, niets gebeurd 1 Ik wachtte, totdat hot gezang uit was; toen open de ik de deur en trad binnen. „Wij dachten er juist over om ons by u allen in de wapenkamer te voegen," zelde Paula. „Gy waart hior werkelijk noodig." Er scheen in de wijze, waarop zjj die woorden glimlachend uitsprak, een geheime bedoeling te liggon. „Heeft miss Edwards dat lied niet uitstekend gezongen?" ging zy voort, zich naar lady Towers toekeerend. „Miss Edwards? Miss Hope bedoelt ge, lieve," verbeterde onze gastvrouw achteloos. „Ja, dat heeft zy zeker 1" „Ik vraag u en haar vergiffenis," zeide Paula zoetsappig, terwyi zy haar blik vestigde op het meisje, dat nog by de plano zat. „Ik vergat voor een oogenbllk, dat zy er hier de voorkeur aan geeft haar naam als schryfster te gebruiken „Consuele Hope." Elke sylabe schynt zoo veel te beteekenen, niet waar Maar Fanny Edward is toch ook volstrekt geen leeiyke naam. Hy klinkt eenvoudig en niet aanmatigend. Er was eens een mooi meisje van dien naam, een dienstmeisje te Lorn Abbey, een oud familielandgoed van ons. Zy moost voor de rechtbank als getuige we gens een moord verscbynen, o, jaren geledenl Zy zou nu, denk ik, om en by de dertig zyn. Slank en blond, met een overvloed van fraai haar, geheel in uw styl, miss Ed, miss Hope, bedoel ik; want ik moet het niet weer ver geten, is 't wel? Zy ging naar Amerika, ook jaren geleden. Misschien heeft zy daar ginds ln uw buurt gewoond? Gy hebt haar moge- lyk wel ontmoet, miss Hope?" Toen zy ten laatste met een vraag eindig de, kon men de stilte in het salon als 't ware voelen. Wat my betreft, ik was voor enkele vreese- lyke seconden als met stomheid geslagen, door don zin van haar woorden. Zou het mogeiyk kunnen zyn, dat deze mooie vrouw met de bevalligheid van een lelie en als voor de voor name wereld geschapen, van boerenafkomst was, het dienstmeisje, Fanny Edwards, die het niet, volgens het verhaal, dat Ik had gehoord, beneden zich had geacht om met de jonge lingen van het dorp Martenhead Je coquet- teoren Ook ik had my schuldig gemaakt aan allerlei vermoedons ten opzichte van haar Identiteit. Maar de laatste paar dagon had ik my tevredon gesteld met lady Towers' verzekering, dat het meisje werkeiyk een Amorikaansche was, dat zy was voor wie zy zichzelve uitgaf: miss Consuele Hope van Louisiana. Die vermoedens schoten my nu echter weor te binnen en ik verweet myzelven, dat ik ze ooit had gekoesterd. Ik haatte mjjzelven en ik haatte Paula. Ik had haar byna kunnen slaan zooals zy daar zat mot een glimlach op de lippen, uitdagend, sarcastisch vriendeiyk, hateiyk mooi. Wat zou miss Hope tegen haar zeggen en tegen de anderen, die een verklaring ver wachtten van de onweerswolk, welke plotse ling haar electriciteit ontlastte? Ook ik wachtte. Maar miss Hope lachte slechts en trok haar mooie schouders op onder de kant, waarin zy nestelden. „Lieve hemel, miss Wynne I" riep zy ten laatste uit op aardig gerekten toon, „beoogt gy melodramatisch te zyn of slechts vermakelijk Zy lag achterover ln haar stoel, bevallig met haar vraaier wuivend, waarvan vonken schenen te spatten, als zy dion heen en weer bewoog. Natuurlijk hob ik alles omtrent de Fanny Edwards, die gy bedoelt, gehoord, doch niet in Amerika. Het was te Martenhead, in de buurt van Lorn Abbey, „bet oude famillegoed," waar over u zoo juist sprak en waar wy elkaar do vorige week hebben ontmoet. Misschien denkt gy en haar woordon werden door een zacht lachjo afgebroken „of misschien druk Ik my beter uit als ik zog, dat gy wilt te kennen geven, dat ik Fanny Edwards ben in vermomming. Hoe grappig I Ik zie, dat ik niet de eenige vrouw hier in huis ben, die, zooals lk het noem, een „dramatisch instinct" heeft. Ik maak echter nooit scènes; lk acteer daarin slechts af en toe, maar dan zyn zy door anderen gemaakt. Dat maakt een groot verschil." „Gy acteert zeer goed, zeker," antwoordde Paula, bevend van woede. „Werkeiyk, ik twyfel er niot aan of gy zult de meeste dingen, die gy onder bandon neemt, goed doen, zelfs het opmaken van bedden en het afwasachen van schotels, want Fanny Edward's werk was te Lorn Abbey." „Arm mei8jel Hoe afschuweiyk moet zy dat gevonden hebben I" „Ja, het Is natuurlyk wèl zoo aangenaam om verhalen te schryven." Miss Hope lachte weer. „Welk een scher mutseling met woorden I En ik zie, dat ieder niets liever verlangt dan ons te scheiden. Indien gy ons allen nauwkeurig wilt vertellen, miss Wynne, waarom gy denkt, dat ik my ln het geheim zou mogen verheugen over den eenvoudigen, weinig aanmatigenden naam van Edwards, zal lk lady Towers verzoeken voor my te antwoorden met betrekking tot myn stamboom voor zoover zy dien kent" „Verlangt gy werkeiyk, dat lk zal vertellen y hior, voor iedereen waarom ik geloofde on nog geloof, dat uw eigoniyke naam Fanny Edwards is en niot Consuele Hope?" „A, myn lieve miss Wynne, gy komt er oindeiyk rond voor uitl Kom, dal is Iets om op voort to gaan. Ja, en vertel als 't u blieft vooral do byzond6rheden." „Gy zyt zoor stoutmoedig." „De moed van do onschuld, geloof my. Ik zal nooit met Jozef Surface toestommen, dat het „bowustzyn van onschuld" lastig Is. Ik vind het werkelUk het aangonaamste ding van do wereld. A, daar komon do afwezigen juist bytyds aan. Is u hot niet met my eeoB, elr Wilfrid?" MUn oom was met de andere heeren uit de wapenkamer op datzelfdo oogenblik in het salon verschenen. „Dat is een vooraf uitgomaakto zaak," ant woordde hy galant. „Gy kunt daarom op mye Instemming rekenen, wat ook het onderwerp van discussie mogo zyn." Hy had echter oen blik op Paula ge worpep en zyn gelaat betrok. „Miss Wynne la juist van plan ons haai redenen te vertellen, waarom zy my my* goeden naam van Hope wil „ontfutselen.- Neen, neen, n moet niet spreken, sir Wilfrid; lk zal boos zyn als u dat doetl Nu, als 't a blieft, miss Wynne." Paula werd beurtelings rood en bleek in haar woede van aldus gedwongen te worden, waar zy had gedacht te zullen worden ge vreesd. (Wordi venolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1