"Vrijdag 23 October.
A'. 1903.
<§eze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven,
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Set Huis der Vreeze.
No, 13395
LEIDSCH
DAG-BLAD
PRIJS DEZER COURANTl
Voot Leiden pei week 9 Oentsi pei 3 maanden l 1.10.
Boiten Leiden, per loopei en waar agenten gevestigd rijn 1.30.
Franco per post .....•..•.•*•«>.9 1-66.
PRIJS DER ADVERTENTIËNi
Van 10 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Qrootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oeuts oootant 1 elk
tiental woorden meer 10 Oönta.- Voor bet inoasseoren wordt 0.06 berekend.
Hoewel de gemeenteraad gisternamiddag
van twee uren tot halfvijf druk aan den
arbeid is geweest, gingen de eerste vijftien
pu. 'en van de agenda vlug van stapel. Het
zwaartepunt der vergadering lag dan ook
in bet laatste onderworpde gemeente-rei
niging.
Wij kunnen over de punten, die in bet
eerste stadium de heeren bozig hielden, kort
zijn, de besluiten zijn gisteren reeds mede
gedeeld* en do discussion, voor zoover de
voorstellen niet zoo maar onder den. hamer
doorgingen, waren niet bijzonder zwaar
wichtig.
Onder de ingekomen stukken was o. a.
een verzoek van het Departement Leiden
der Ned. Maatschappij van Nijverheid om
de door B. en We. voorgestelde verhooging
van den gasprija niet aan te nemen. De
gronden, daarvoor aangevoerd, zijn dezelf
de, welke ook reeds door ons werden ge
roemd: dat de nijverheid onevenredig zwaar
door dezen maatregel zal worden getrof
fen. De kans op aanneming is door dit
adres or niot op verbeterd. De Maatschap
pij van Nijverheid is een lichaam, naar
Welks stem nog wel eens wordt geluisterd.
Wij zullen daaromtrent evenwel niet lang
meer im het onzekere behoeven te vorkeeren:
de begroeting zal binnenkort aan do orde
komon on daarmede het voorstel tot verhoo-
ging van den gasp rij a
Terwijl de Raad zijn goedkeuring had ie
hechten aan het voorstel om het Leidsche
Geheelonth.-Zangkoor het zanglokaal der
Kweeksch. van Onderw. voor zijn ropetites af
te staan, wat hij dan ook gedaan heeft, was Cr
wodor een verzoek ingekomen van do Lie-
dertafol ,,Arion" tot hetzelfde doel. Wij
zouden geen roden weten, waarom ook dit
Verzoek niet zou worden toegestaan. Hoe
meer gebruik er van onze gemeente-inrich
tingen en -gebouwen door de gemeentena-re-n
zelf gemaakt kan worden, hoe beter. Het
zanglokaal der Kweekschool leent zioh uit-
beraard uitnemend voor repetities van een
zangkoordeze Vereonigingen kunnen ook
om meerdere redenen nergens beter terecht
Een billijke vergoeding mag echter worden
gevraagd, opdat de gemeente niet een on-
nobele concurrentie den zaaThouders zal
aandoen of schade berokkenen aan haar ei
gen onderneming: de Stadszaal.
Een verzoek om ontslag van een gemeen
te-ambtenaar pleegt in den regel geen aan
leiding tot discusaio te geven. Men hoorde
dan ook een beetje vreemd op, toen de heer
Witmans bij punt 2 der agenda het woord
vroeg en dit in verband met het volgende
punt. Het had zijn aandacht getrokken,
dat van mej. Oberman eenvoudigweg wordt
voorgesteld eervol rntslag te verleenen,
terwijl moj. Ti.emeijer er nog een plasdankje
bij krijgt voor de aan de gemeente bewezen
diensten. Een dergelijk verschil in de for-
muleering had spr. wel eens meer getrof
fen; dan had hij het gezocht in een verschil
in dienstjarenhier echter was de dienst
tijd zoo onsreveer gelijk.
Er bleek, naar de Voorzitter opmerkte,
niets achter te zitten. Men had het er voor
de laatste bijgevoegd, omdat do Commissie
voor de Bewaarscholen het had voorgesteld;
regel was het echter, eenvoudig eervol ont
slag te verleenen.
Het komt ons voor, dat de Raad wijs ual
doen om zich bijzondere gevallen uitge
sloten aan dien regel te houden. De ge
vallen staan zelden zoo nabij elkaar als dit
maal; wij kunnen evenwel verzekeren, dat
niet alleen de aandacht van den heer Wit
mans op het verschil was gevallen.
Het amendement van den heer Van der
Lip inzake restitutie van door den aanne
mer Van Lith betaalde premiën voor de
Ongevallenverzekering werd nu aangeno
men met 15 tegen 12 stemmen. De heeren P.
J. v. Hceken en A. Mulder, die in do vorige
vergadering niet aanwezig waren, deden de
schaal ten gunste van het amendement over
slaan. De heer Juta, thans afwezig, behoor
de eerst tot de tegenstemmers. De meerder
heid behoeft zich o.i. voor dit besluit niet
te schamen. Juridisch moge de aannemer
geen aanspraak hebben kunnen doen gelden,
op billijkheidsgronden is er voor te pleiten.
Er is niet alleen een strikt recht-, er is ook
een morgei recht. Leiden staat in deze be
slissing trouwens niet alleen, ook de Raad
der gemeente Leeuwarden heeft reeds een
soortgelijk besluit genomen.
Het voorstel van B. en Ws. om het buisje,
genaamd ,,de Turfbel", aan de Paarden-
steeg aan de heeren Gebrs Palm te verhu
ren voor f 50 per jaar, werd door dit colle
ge teruggenomen. Naar we vernamen, zijn
er intusschen meer gegadigden komen op
dagen, die een hoogere pachtsom zoudon
willen betalen. Het doel van de heeren
Palm moet geweest zijn, een man, die hij
hen in dienst is geweest, daarin een siga
renwinkel te laten doen, ten einde hem op
deze wijze een bestaan te verschaffen. In
dit geval mag de gemeente de hand ook
wel wat lichten.
Het voorstel van B. en Ws. om de f 1200
voor het verbouwen van de school aan de
Oude Vest benoodigd, te vinden uit ccn
geldleening, had bezwaar ontmoet bij de
Commissie van Financiën, wiens woord
voerder ditmaal de heer A. J. van Hoeken
was. Deze Commissie wilde gedurende 5
jaren op de begrooting ieder jaar een be
drag van f2'.0 brengen op den post „bij
zondere aflossing van eenige uit buitenge
wone ontvangsten bekostigde werken", een
stelsel, dat ook reeds is gevolgd ten aan
zien van andere verbouwingen, zooals bijv.
die van hot Politiebureau, de 4de wethou
derskamer, enz.
Het wil ook ons voorkomen, dat voor be
trekkelijk kleine bedragen deze wijzo van
doen beter is dan daarvoor te lecnen. Er
zijn, dit erkennen wo, enkele bezwa
ren tegen, door den Voorzitter ook nu
aangevoerd. Toen echter de heer Fockema
Andreae den heer Van Hoeken bijviel,
begon do Voorzitter toegeeflijker te worden.
B en Ws. schenen geneigd op het advies
van de Commissie in te gaan. Er werd
toch nog over gestemd en met 21 tegen 6
stemmen vereenigdo do Raad zich met heb
gevoelen der Commissie van Fina- ciën.
Een aanvulling van de Verordening op
het wiel rijden, in dien zin, dat het ook ver
boden zal zijn op Zon- en Feestdagen in de
daarvoor vastgestelde uren met auto's en
motorwielen op de Singels en Plantsoenen
te rijden, en met motorrijwielen bovendien
in de Watersteeg ook op andere dagen vond
geen bezwaar. Eën auto en éón motorwiel
me enen velen, is voor de rustige wandelaars
een veel grootor verschrikking, dan hon
derd rijwielen. Het had dus geen zin, de
la-atsten te weren en de eersten toe to laten.
Bij het vaststellen der verordening was het
rijden met voertuigen met mechanische
kracht echter nog lang niet zoo veelvuldig
als thans. Vandaar dat men die er toen niet
dadelijk onder begrepen heeft.
De wijzigingen voorgesteld op de veror
dening betroffende voorschriften nopens
behoorlijke bewoning van woningen, een ge
volg van aan- on opmerkingen van den in
specteur dor Volksgezondheid, gingen er
zonder discussie door, ook al hadden B.
en Ws. in do toelichting gezegd, dat rij
van do noodzakelijkheid dier veranderingen
niet geheel overtuigd waren. De Raad zou
zich echter bij verzet heel Wot last- op den
hals hebben gehaald en had, indien Ged.
Staten de verordening niet hadden willen
goedkeuren, ten slotte moeten toegeven.
En zoo zijn we dan genaderd tot het voor
stel tot het vorlee-nen van machtiging om tot
de openbaro aanbesteding van het reinhou-
don dor gemeente over te gaan en tot hot
vaststellen van de voorwaarden.
Behalve het denkbeeld ook in het „Leidsch
Dagblad" reeds geopperd om de verpach
ting in drie peroeolen te doen plaats heb
ben, dat thans meer uitvoerig door den
heer P. J. van Hoeken werd uiteengezet
en verdedigd, was het vooral do vraag of
in de pachrtvoorwaarden ook bepalingen om
trent minimum-loon en maximum-arheida-
daur moeten worden opgenomen, drie de
vergadering bozig hield.
De lezers kennen de mot-ie dienaangaande
door den heer Sijtsma ingediend en uitvoe
rig en met overtuiging door hem verdedigd.
Op prinoipieolo gronden vond zij weinig
of geen bestrijding. De heeren P. J. van
Hoeken en Pera betuigden dadelijk sympa
thie met 't beginsel, maar de heer Pcra scheen
toch te vreczen, dat bij aanneming de werk
lieden van den reinigingsdienst nog wel eens
in ongunstiger conditio konden I omen, wat
blijkbaar de heer Fookema Andreao ook
geneigd scheen to golooven.
Het bezwaar er tegen aangevoerd, gold
vooral do toopasing. De wethouder van Fo-
bricago, de heer Korevaar, somde deze be
zwaren op: moeilijke contróle, verdienste,
behalve loon en andere, waardoor ontdui
king niet kon worden voorkomen. De Voor
zitter noemde de aanneming der motie ge
vaarlijk als een nieuwigheid en do heer
Haaselbach bestreed haar met het beweren,
dat de pachters voor den reinigingsdienst
niet zelden oud© en invalide werkkrachten
gebruiken, wat den voorsteller der motie
deed zeggen dat, war de gemeente een
driemaandelijksche inspectie over het mate
rieel weneeht te houden, zij dit dan ook wel
mag uitstrekken over het personeel, dat
dit materieel bedient. Do motie, toch niet
meer dan een bescheiden poging om deze
werklieden niet geheel overgeleverd te zien
aan de pachters, werd verworpen met 18
togen 9 stemmen.
Een poging van don heer Van der Eist
om enkel het beginsel te redden, had even
min succes. Toen de Voorzitter tegen een
zoodanige motie bezwaar maakte, omdat zij
eon verantwoordelijkheid op de schouders
van B. en Wa. legde, die zij niet kunnen
aanvaarden, word ze door den voorsteller
teruggenomen.
Een opwekking van den heer Pcra aan
het slot der vergadering tot B. en Ws. go-
richt om or voor te waken, dat de werk
lieden een behoorlijk loon zullen krijgen,
omdat dit don Raad aangenaam zal zijn,
werd evenmin door den Voorzitter onder
o enig 0 reserve aanvaard. Had de Raad
daaromtrent wenschen gehad, zooals in do
afgestemde motie ook was bedoeld, dau had
hij B. en Wa een bepaalde opdracht moe
ten geven.
Zoo zullen wo onzen gemeen teroini-
gingodiemst do eerstvolgende 10 jaren weder
ingaan zonder eenige regeling omtront
loon on arbèicLsduur, tenzij do verpach
ting eens niot mocht doorgaan en. do go-
meento zelf het werk tor hand nam.
Het denkbeeld van den heer Van Hoeken,
om do verpachting in drie porceclen te
doen plaats hebben, werd ook door den
heor Korevaar op practische gronden be
streden; een splitsing in twee perceelen
achtte hij echter niot onmogelijk.
De heer Fookema Andreae wees er op, dat
het eenigszins onvoorzichtig is geweest van
B. on Wa in de ontwerp-beg rooting een
hoog bedrag voor de gemeentarei niging
uit te trekken. Laat men echter weten, dat
dit cijfer is van het Dag. Bestuur en niet
van don Raad. Het blijft een open vraag,
of de Raad dit bedrag ooit zal vote eren.
Over do 57 artikelen zelf had verder niot
veel debat plaats. Zij dragen, ook geheel
het kenmerk met groot© zorg en veel zaak
kennis to zijn opgesteld.
Hot geheelo voorstel werd ton slotte
zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
zoodat wij nu eerstdaags een openbaro
aanbesteding der gemoemtereiniging mogen
te gemoet zien.
Leiden, 23 October.
Op het viertal voor predikant by do Remon-
strantsche Gemeente alhier zijn geplaatst: dr
W. J. Lente, te Oudewetoring; G. Buisman,
te Delft; Van Assenberg, te Gouda, en A.K.
E. Horst, to Dokkum.
Do Win terlezing on" In het Nut al
hier zijn weer begonnen. De eorsto lezing
had gisteravond plaats. Daarin trad als
spreker op dr. H. M. van Nee, predikant
bij de NecL-Herv. Gom. te 'a-Gravonhago,
dio tot onderwerp had gokozen: „Do Pro
metheus van Aeschylus."
Nadruk logde hij allereerst op deze beper
king: „Do Prometheus van Aeschylus
Tooh ia dan, aldus spr., de stof nog groot
genoeg en zullen wij or toe komen den
Griekachen dichter uit het oog te verliezen
en ons te bepalen bij hot onderwerp, hoewel
dit dichtetuk slechts stukwerk ia, een gis
sing, een stuk zonder slot.
Op de vraag wat het betcekent als toonccl-
etuk, wanneer we hot de maat onzes tijds
aanleggen, moest spr. antwoorden: Ale alle
stukken van Aeschylus is het absurd. Wij
kunnen er kennis van nemen aan do hand
van onv.cn Da Costa, die zioh reeds vroeg
aan een vertaling waagde; deze is evenwel
zeer vrij. Do Duifcechers echter genieten het
voorrecht van goede overzettingen en tegen
goringen prijs kan men zich het gedicht
aanschaffen in „Der gefosselt© Pro
metheus" uit Meyers Volksbücher.
Daarna werd ons de inhoud geschetst en
dit zóó schoon, zóó boeiend en vloeiend, dat
allen met onverdeelde aandacht den rede
naar beluisterden.
Er wbftl groot© oplettendheid gevergd om
spreker bij dit onderwerp te volgen, maar
hij kwam zooveel mogolijk zijn hoorders Ie
hulp.
Als eersten indruk bij het lezen on hooren
van hot gedicht zou men oordeelon: Pro
metheus heeft gelijk; on toch wil Aeorhylus
ons nog wat anders zeggen: er is trots,
hoogmoed in Prometheus; hij wil niet bui
gen voor hom, dio zit op don troon, zij het
ook, dab deze, Zeus, tiranniek optreedt.
Hot blijkt, dat Prometheus schuld heeft;
hij heofb willens en wetens verkeerd gedaan,
al zoekt hij er een eer Ln op te staan tegen
Zcua.
Daardoor is dit stuk een tragodio: iomand
heeft kwaad gedaan cm ontvangt straf
(Prometheus aan de rots geketend), maar
erger straf dan wo kunnen vorwachten. Heb
kwade, dat Prometheus bedreef, wna
dit: hij bracht de gave der goden aan
menschon van ëën dag, en hij verorgert dib
kwaad door zich te verzetten, door voort
te gaan op den ingeslagen weg. Hij laAft
zich voorstaan op do hulp, door hom aan
Zeus verstrekt, dio niet rijn zou wat hij is
zonder hulp van Prometheus.
Maar niet altijd zal Zeus rogo.oron I Er
komt eon niouwo god. Zeus is gekomen op
den troon door don raad van Promwthnus
en alleen door do hulp van dozen kan hij
or op blijvon. En daardoor is deze tragedie
het treurspel van den vooruitgang. Don
vooruitgang ja, maar ton koste van welken
prijs 1 Die hom in de wereld heeft gebracht,
moeit hot zwaar verantwoorden.
En zoo kwam spreker tot nadere ontwik-
kolijk van do verhouding van God tot He
monschen, van do tragedie van don vooruit
gang. In hot kort: c».-n tragodio als gods
dienst, conoorvatiof in den slechten zin des
woords, gekant is tegen vooruitgang, als
er strijd is fcusschen beschaving en gods
dienst. Want Prometheus in Aeschylus'
work, do vader vnm don „Lucifer",verwant
mei Byron's „Manfreu is de genius dor
bfficharing. Geen treurspel echter dio be
schaving, die vooruitgang, wanneer do
richting is naar Boven. Het raadsel ach ti go
in Aeechylus' werk is dan ook enkol op to
Inwoon in hot licht des Evangelies van
Christus.
Voor het oxamon ln de vrUe- en orde-
oefenlngon Is to Rotterdam gORlnagd mej. A.
J. R. v. d. Laake, te Lelden.
Benoemd zijn tot onderwijzer: lo. aan
een Chr. School te Rotterdam do hoer B. J.
v. d. Moene, 2o. aan een Cbr. School voor
M U. L. O. te Zwolle de heer S. de Boor en
80. aan een Chr. School voor M. U. L. O. to
Arnhem de heer C. G. Langelaar, allen onder-
wijzers te Katwyk aan-Zee.
Da. Meerburg, te Aarlandorveon, komt
voor op het twaalftal ter beroeping van een
predikant te OlsterwlJk (N.-Br.).
De commissie voor het monument tor
eere van generaal Karei van der Heydon
deelt aan do „Arnh. Ct." mode, dat B. en Ws.
van Arnhem de plaats den Borkenheuvel
nabU den Homraelschen weg voor het ge-
denkteoken hobben goedgekeurd en dat zJJ
zich bereid hebben verklaard, don gemeente
raad voor to stellen, den eigendom er van
voor do gomoento te aanvaarden.
Voor het fonds Is tot nog too f 1000 bijeen
gebracht.
20)
Ofschoon de wapenkamer juist een vertrek
veor een man was om veel tyd in zoek te
brengen, was zij niet bijzonder groot en het
kolossale vuur maakte de atmosfeer ondraag
lijk neet. Het raampje boven de trap was,
als gewoonlijk, open en er worden pogingen
aangewend om een der twee andere ramen
ook te openen, maar er was iets niet in orde
met de sluiting bovenaan en geen der span-
jolotten wilde goed werken. Do deur, welke
naar het park leidde, werd daarom op eon
kier gezet, zonder het minste vermoeden van
do vreemde gebeurtenis, waarvan deze nietige
omstandigheid de oorzaak zou zyn.
Sir Thomas bezat een kleine, uitgelezen
verzameling van oude vuurwapenen, waarop
hü bijzonder trotsch was, wijl de meesto daar
van met voel moeite waren verkregen en
zeer zeldzaam waren. Er werd natuur
lijk verwacht, dat wy deze zouden bewonde
ren, die ter eere van ons, naar aanleiding van
©en gesprek over geweren, van de rekken
waren genomen; maar ik kon niet zoo in
vuur geraken als anders het geval zou ge
weest zUn, wanneer het mU lichter om het
hart ware goweest, want ik herinnerde ml),
met zekeren angst, Paula's bedreiging van
dien morgen. „Wacht tot van avond I" had
zU gezegd, met een boosaardigen, nydigen
blik ln Btem en oogen. En het was nu avond.
Het was reeds over tienen.
Ik kon het ten laatste dan ook niet langer
uithouden en een verontschuldiging mompelen
keerde ik naar het salon terug. Toen ik de deur
naderde, haalde Ik met een verruimd hart
adem, want ik hoorde de piano en miss Hope's
volle contra alt de tonen lang uithalen. Er was
dus, alles wèl beschouwd, niets gebeurd 1 Ik
wachtte, totdat hot gezang uit was; toen open
de ik de deur en trad binnen.
„Wij dachten er juist over om ons by u
allen in de wapenkamer te voegen," zelde
Paula. „Gy waart hior werkelijk noodig." Er
scheen in de wijze, waarop zjj die woorden
glimlachend uitsprak, een geheime bedoeling
te liggon. „Heeft miss Edwards dat lied niet
uitstekend gezongen?" ging zy voort, zich
naar lady Towers toekeerend.
„Miss Edwards? Miss Hope bedoelt ge,
lieve," verbeterde onze gastvrouw achteloos.
„Ja, dat heeft zy zeker 1"
„Ik vraag u en haar vergiffenis," zeide
Paula zoetsappig, terwyi zy haar blik vestigde
op het meisje, dat nog by de plano zat. „Ik
vergat voor een oogenbllk, dat zy er hier de
voorkeur aan geeft haar naam als schryfster
te gebruiken „Consuele Hope." Elke sylabe
schynt zoo veel te beteekenen, niet waar
Maar Fanny Edward is toch ook volstrekt
geen leeiyke naam. Hy klinkt eenvoudig en
niet aanmatigend. Er was eens een mooi
meisje van dien naam, een dienstmeisje te
Lorn Abbey, een oud familielandgoed van ons.
Zy moost voor de rechtbank als getuige we
gens een moord verscbynen, o, jaren geledenl
Zy zou nu, denk ik, om en by de dertig zyn.
Slank en blond, met een overvloed van fraai
haar, geheel in uw styl, miss Ed, miss Hope,
bedoel ik; want ik moet het niet weer ver
geten, is 't wel? Zy ging naar Amerika, ook
jaren geleden. Misschien heeft zy daar ginds
ln uw buurt gewoond? Gy hebt haar moge-
lyk wel ontmoet, miss Hope?"
Toen zy ten laatste met een vraag eindig
de, kon men de stilte in het salon als 't ware
voelen.
Wat my betreft, ik was voor enkele vreese-
lyke seconden als met stomheid geslagen, door
don zin van haar woorden. Zou het mogeiyk
kunnen zyn, dat deze mooie vrouw met de
bevalligheid van een lelie en als voor de voor
name wereld geschapen, van boerenafkomst
was, het dienstmeisje, Fanny Edwards, die het
niet, volgens het verhaal, dat Ik had gehoord,
beneden zich had geacht om met de jonge
lingen van het dorp Martenhead Je coquet-
teoren
Ook ik had my schuldig gemaakt aan allerlei
vermoedons ten opzichte van haar Identiteit.
Maar de laatste paar dagon had ik my tevredon
gesteld met lady Towers' verzekering, dat het
meisje werkeiyk een Amorikaansche was, dat
zy was voor wie zy zichzelve uitgaf: miss
Consuele Hope van Louisiana.
Die vermoedens schoten my nu echter weor
te binnen en ik verweet myzelven, dat ik ze
ooit had gekoesterd. Ik haatte mjjzelven en
ik haatte Paula. Ik had haar byna kunnen
slaan zooals zy daar zat mot een glimlach op
de lippen, uitdagend, sarcastisch vriendeiyk,
hateiyk mooi.
Wat zou miss Hope tegen haar zeggen en
tegen de anderen, die een verklaring ver
wachtten van de onweerswolk, welke plotse
ling haar electriciteit ontlastte?
Ook ik wachtte. Maar miss Hope lachte
slechts en trok haar mooie schouders op onder
de kant, waarin zy nestelden.
„Lieve hemel, miss Wynne I" riep zy ten
laatste uit op aardig gerekten toon, „beoogt gy
melodramatisch te zyn of slechts vermakelijk
Zy lag achterover ln haar stoel, bevallig met
haar vraaier wuivend, waarvan vonken schenen
te spatten, als zy dion heen en weer bewoog.
Natuurlijk hob ik alles omtrent de Fanny
Edwards, die gy bedoelt, gehoord, doch niet
in Amerika. Het was te Martenhead, in de buurt
van Lorn Abbey, „bet oude famillegoed," waar
over u zoo juist sprak en waar wy elkaar do
vorige week hebben ontmoet. Misschien denkt
gy en haar woordon werden door een
zacht lachjo afgebroken „of misschien druk
Ik my beter uit als ik zog, dat gy wilt te
kennen geven, dat ik Fanny Edwards ben in
vermomming. Hoe grappig I Ik zie, dat ik
niet de eenige vrouw hier in huis ben, die,
zooals lk het noem, een „dramatisch instinct"
heeft. Ik maak echter nooit scènes; lk acteer
daarin slechts af en toe, maar dan zyn zy
door anderen gemaakt. Dat maakt een groot
verschil."
„Gy acteert zeer goed, zeker," antwoordde
Paula, bevend van woede. „Werkeiyk, ik
twyfel er niot aan of gy zult de meeste
dingen, die gy onder bandon neemt, goed
doen, zelfs het opmaken van bedden en het
afwasachen van schotels, want Fanny Edward's
werk was te Lorn Abbey."
„Arm mei8jel Hoe afschuweiyk moet zy
dat gevonden hebben I"
„Ja, het Is natuurlyk wèl zoo aangenaam
om verhalen te schryven."
Miss Hope lachte weer. „Welk een scher
mutseling met woorden I En ik zie, dat ieder
niets liever verlangt dan ons te scheiden.
Indien gy ons allen nauwkeurig wilt vertellen,
miss Wynne, waarom gy denkt, dat ik my
ln het geheim zou mogen verheugen over
den eenvoudigen, weinig aanmatigenden naam
van Edwards, zal lk lady Towers verzoeken
voor my te antwoorden met betrekking tot
myn stamboom voor zoover zy dien kent"
„Verlangt gy werkeiyk, dat lk zal vertellen y
hior, voor iedereen waarom ik geloofde
on nog geloof, dat uw eigoniyke naam Fanny
Edwards is en niot Consuele Hope?"
„A, myn lieve miss Wynne, gy komt er
oindeiyk rond voor uitl Kom, dal is Iets om
op voort to gaan. Ja, en vertel als 't u blieft
vooral do byzond6rheden."
„Gy zyt zoor stoutmoedig."
„De moed van do onschuld, geloof my. Ik
zal nooit met Jozef Surface toestommen, dat
het „bowustzyn van onschuld" lastig Is. Ik
vind het werkelUk het aangonaamste ding van
do wereld. A, daar komon do afwezigen juist
bytyds aan. Is u hot niet met my eeoB, elr
Wilfrid?"
MUn oom was met de andere heeren uit de
wapenkamer op datzelfdo oogenblik in het
salon verschenen.
„Dat is een vooraf uitgomaakto zaak," ant
woordde hy galant. „Gy kunt daarom op mye
Instemming rekenen, wat ook het onderwerp
van discussie mogo zyn."
Hy had echter oen blik op Paula ge worpep
en zyn gelaat betrok.
„Miss Wynne la juist van plan ons haai
redenen te vertellen, waarom zy my my*
goeden naam van Hope wil „ontfutselen.-
Neen, neen, n moet niet spreken, sir Wilfrid;
lk zal boos zyn als u dat doetl Nu, als 't a
blieft, miss Wynne."
Paula werd beurtelings rood en bleek in
haar woede van aldus gedwongen te worden,
waar zy had gedacht te zullen worden ge
vreesd.
(Wordi venolgd.)