13383 Vrijdag O October, 1903. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offlcieele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Het Huis der Yraese- PUIJS DEZEB COURANTI Vooi Leiden per week 8 0ent#i pe; 8 maanden 1*10. Buiten Leiden, per loops? en waar agenten gevestigd s^n i 1.30. Franco per poet1-65. PRIJS DER ADVERTENTIE» i Van 18 regels /1.05. Iedere regel meer 0.17£. Qrootere lettere oaai plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Cents oontant i elk tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor kot inoasseeren wordt 0.06 berekend. TYPHUS. In den laataten tijd Lebben zich in deze gemeente verscheidene gevallen van typhus voorgedaan, waarby met groote waarschijn lijkheid de melk als overbrengster der besmet ting mag worden aangezien. Opnieuw ls de bekende waarneming her haald kunnen worden, dat personen, die melk in ongekookten staat dronken, door de ziekte werden aangetast, terwijl andore personen uit hetzelfde gezlD, die dezelfde melk alléén in gekookten toestand dronken, van de be smetting bevrijd bleven. Kaar aanleiding daarvan beveelt de Gezond heidscommissie de ingezetenon Dogmaals drin gend aan de melk voor het gebruik te koken. De Gezondheidscommissie: H. P. WIJSMAN, Voorzitter. J. D. FILIPPO, Secretaris. Burgomesster en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen ter algomeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan het Bestuur van het H. G.- of arme Wees- en Kinderhuis en rechtverkrijgenden tot het uitbreiden van de Waech- en Badinrichting, gevestigd in het H. G.-Weeshuls aan de Hooglandsche Kerk- gracht No 17, kad. bekend Sectio I No. 2154, door oprichting van een gasmotor van 3 pk. ter vervanging van den bestaanden van 1 pk. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Lelden, 9 Octobor 1903. I. Er was glsternamiddag by hot opengaan der douron van de Raadszaal onder de jongere niet al te ernstige loden van onze vroedschap een lichte beweging waar te nemen, zooals het ongowone dat pleegt teweeg to brengen. Een enkel lid reos zelfs even van zyn xotel op om er een aardigheidje mot een vrind over te wisselen. De oorzaak er van was, dat oen vrouweiyk wezen haar intrede deod In dit heiligdom der vroede mannen. Niet als Raadslid, hemel, neen, zoo ver zyn we ln ons goede vaderland nog niet, dus ook niet in Leiden, zelfs niet als waarnemend secretaresse, of als bode, maarals stonographlste. Luidt deze simpele gebeurtenis misschien in een periode, waarin de dochters of klein dochters van de huidige vroodschap haar zetels zullen overnemen? Als ik or dan nog ben, geef ik or do brui van een Raadsoverzicht te schryven. Onder ouze vroedo vaderen duurt het wol eens lang, onder onze vroede vrouwen-kwam er, denk ik, geen einde. Gisteren hadden wU echter niet te klagen. Twintig punten afliandolen van twee uren tot halfvyf, dat gaat nogal, vooral, wanneer daarby zyn een paar voorstellen van beteekenls en een vei zoek, waarover men het ook niet best eens ken wordeD. Om niet aan de waarde van het debat te kort te doen, moet ik er dadeiyk byvoegen, dat de eerste veertien punten aanleiding gaven tot disoussie noch stemming. De vergadering begon oerst recht by do behandeling van het verzoek van den heer W. A. van Litb, aannemer van de gemeente school aan de Paul-Kruger-straat, om terug betaling van de door hem aan de Ryksvor- zekeringsbank gestorte premiön voor de verzekering tegen ongevallen van zyn werk lieden, voor dien bouw gebruikt. Onze lezers kennen den loop der quaestie. Toen de heer Yan Lith het werk aannam in Juli 1902, dacht hy zoo min als de andore inscbryvers aan do invoering der Ongevallenwet on trok voor een vermoedeiyk te betalen bedrag voor premiên niets uit. De gemeente zorgde toen krachtens oen bestaande verordening voor de verzekering zyner werklieden. Daar treedt echter met 1 Febr. de Ongevallenwet in werking; zy houdt goen rekening met besteks- bepalingen, doch eischt, dat do werkgever het risico zal dragen. Zoo moest de heer Van Lith nog ruim f 238 betalen on vroeg het nu terug van do gemeento, die na 1 Febr. was ontheven van de by verordening op zich genomen verplich ting in zake ongevallen vorxekering dezer werklieden. Dit geval staat naluuriyk niet op zichzelf. In andere doelen van ons land komen soort- geiyke quaesties voor. Vandaar dat de Neder- landsche Aannemorsbond het adros heolt gesteund on ook de vereenigingen van metselaars- en timmerlieden patroons adressen ter ondersteuning hadden gezonden. Adres sant beriep zich in zyn eerste verzoek op gronden van recht en van billijkheid. In zyn tweode adres, dat in logischen gedachtengang het eerste overtrof, had hy de rechtsquaestie buiten spel gelaten, doch pleitte zooveel sterker op gronden van blliykheid. Er ontspon zich over deze zaak een uit voerig on soms levendig debat. De heer Paul nam het 't; eerst voor den adressant op en weet het verschil aan eon leemte in de bcstoksbepalingen. Niet een der inschrijvers had iets voor do ongeval lenverzekering gerekend, kon dat niet doen, omdat er bij do aanbesteding niets omtrent het tijdstip der invoering van do wet be kend was, en evenmin van de tarieven ca govarenkl assen. Op do algomeene voorschriften in het bestek kunnen B. on Ws. zich niet beroepen, daar deze slechts betrekking hebben op ma-to ri öel, stormschade, enz. Deze spreker oisch- to daarom algohcele terugbetaling. Do heer Van der Lip sloeg den midden weg in De aannemer n-Jl toch wel «enigs zins rekening kunnen honden met de moge lijkheid der invoering, en aanspraak op het geheele bedrag kon hij dus niet laten gel don. De heer Van der Lip wilde daarom do helft, teruggeven. De Voorzitter, wiens betoog ons zakelijk en helder voorkwam, kon adressant nog niet gelijk geven, al had hij de quaestie en kel op het terrein der billijkheid overge bracht. Do gemeento kan niet aansprake lijk gesteld worden voor hetgeen de Rijks wetgever particulieren oplegt. Waar de Raad reeds op de begroot ing voor 1903 een post van ƒ3000 voor een mogelijke onge vallenverzekering aanbracht, had een op dit gebied bij uitstek deskundige als een aannemer, er ook rekening mee moeten hou den .Het geldt hier bovendien een gemeen tebelang. In het land houdt men het oog ge richt op hetgeen onze gemeentoraad zal doen. Het zal een stormloop zijn van aannemers op do gemeenteraden, als deze Raad op het verzoek gunstig beschikt. Ook in onze ge meente zal het verzoek door meerdere wor den gevolgd. Na tamelijk scherp het adres van don Ncd. Aannemorsbond te hebben gc- oritiseerd, weerlegdo de Voorzitter do hee- ren Paul on Van der Lip en ontried ook zelfs do aanneming van het amen domen.t- Van der Lip. Do heer A. J. van Hoeken, lid der Oom missie van Fabricage, trad hierop weder in een weerlegging van hetgeen de Voorzit ter had gezegd. De aannemer had volgens hom alleen rekening te houden met de voor waarden van het bestek, waarin de bepa ling staat, dat hij zich te onderwerpen hoeft aan de bepalingen, vorvat in do verorde ning van 1893, die zei de, dat de gemeente zorgde voor de vergoeding aan werklieden, ingeval van ongelukken. Die bepaling ont hief den aannemer om het risico voor zich to nemen. Hij stelde ton slotte voor van hot be drag af to trekken wat de gemeente aan de maatschappij ,,Nova" heeft bctafild: do to vergoeden som wordt dan ƒ191,07. De heer Fockoma Andreao, zich geheel bij het betoog van den voorzitter aansluitende, dikte diens argu menton hier en daar nog wat aan. 't Geldt hier een zuivere quaestie tus- schen het Rijk an don aannemer, 't Kan don gemeenten feitelijk r 'ots schelen, welko ver plichtingen het Rijk aan particulieren op legt. Do wet heeft trouwens niet bedoeld, dat do consument de ongevallonpremie zal betalen, maar de industrie zelf. Al ware do wet onverwacht ingevoerd, don kon do aan nemer nog niet een recht op vergoeding doen geldon, hoeveel te minder nu ver voor uit to voorzien was, dat de wot ingevoerd zou worden. Het ging nog een poosje met over on weer praten, waarbU men elkander blykbaar niet altyd begreep, wat naar ons voorkwam ook hieraan lag, dat juristen oon anderen kyk op sommige zaken hebben dan niot juristen en omgekeerd. Toen nan hot stemmen. Èu de heer Paul èn de heer Vr.n Hoekon èn do heer Van der Lip brachten hun voorstellen of liever amondomenton naar des Voorzitters zetel, 't Eerst werd gestemd over het verzoek zolf, overeenkomeudo met hotgeen de heer Paul wilde, toen over 't amondoment Van Hoeken; beide werden verworpen, waarna over het bemiddeliDgsamendement van den lieer Van der Ltp do stemmen staakten: 14 togen 14. In de oerstvolgende vergadering zal men dus ovor dit voorstel nog eens moeten stommen. Wat dan de uitslag zal zyn? In veertien dagen tyd kan licht deze of geno zyn opinie wyzigen. Een monsch is voranderiyk. Het voorstel om f 500 beschikbaar te stellen voor de horstelling van het hangwerk der torenklokken op do Hoogl, Kerk gsf ongedacht nog aanleiding tot enkele historische beschou wingen. In don tyd van koning Lodewyk, aldus de heer Verhoy van Wyk, worden de kerken aan do korkeiyke gemeonten gegeven, de torens bleven aan de burgerlUke gemeenten. Aan dezen dubbolzinnigon toestand ware een oind te maken, meende de hesr Verhey van Wyk, door ook do torens &an de bezitster der kerken over te doen. Hy noodlgdo Burg. en Weths. uit tot stappen in die richting. Zooals de Voorzitter opmorkte, dit is ge makkelijker te zeggen dan to doen. Het raakt hier een landsbelang. Plattelandsgemeenten zullen niet geneigd zyn baar recht op de torens en uurwerken uit handen te geven en waar de spreker op grond van wat inder- tyd met den toren der Marekerk was geschied, meonde dat er eenvoudig oen schikking waro to maken tusschen gemeento en de Gemeente commissie der Ned.-Horv. Kerk, daar betwyfolde de Voorzitter dit sterk. Ware do heer P. J. van Hoeken, voorzitter dezer Commissie, ter vergadering geweost, wellloht had hy iets meer licht kunnon verspreiden. De Voorzlttor be loofde een nader onderzoek. Hot voorstel tot aanvulling van hot uit- breldingsfonds van de Stodeiyko Gasfabriek voor de oprichting van oen nieuwen gas houder, die niot minder dan f 175,000 zal moeten kosten, kwam er door, zonder dat er een woord over gesproken werd. Dat verrasto ons, zooals hot blykbaar ook sommige raads leden vorraste. Na het zakeiyk stuk, ingezonden door don heer W. van Rossum du Chattel, in ons blad, hadden we ten minste wel enkele opmerkin gen verwacht, al was het alleen maar geweest een vraag of er odk plannen zyn om tot oen electrische installatie to komen. Do leden heb ben zeker gedacht, dat B. en Ws. zoo'n aan sporing niot noodig hadden. Bovendien was het betoog der Commissie van beheer dor Sted. Gasfabriok zeer klem mend, en daar het biermede een technische quaestie gold, moeliyk er tegen te agoeren, want zoo heet het in het advios van B. en Ws. al zou hot gasverbruik niet toenemen, de oprichting van oen nieuwen gashouder is niettemin dringend noodig, omdat do thans in gebruik zynde langzamerhand ondeugdelyk zyn geworden, doch vooral omdat do groote gashouder gebreken vertoont, welker afdoende horstelling tot dusverre onmogeiyk bleek. Het geld zal moeten worden gevonden uit een leening; door de Gasfabriek zal eon inte rest van 5% aan do gemeonte worden be taald en jaarlyks 5% worden bestemd tot aflossing van schuld. De gemeentekas zal or dus niet onder ïyden. Hiermedo kwam men aan het laatsto en misschien wel hot bolangrykste punt der agenda, hot voorstel tot verlenging van de aan de Algemeene Telephoonmaatschappy, voorheen Ribbink, Van Bork Co. verleende concessie tot aanlog en exploitatie van eon tolophoonnet in dozo gomeonto mot 25 jaren, derbalro tot 1930. Hierover echter, om niet te uitgebreid to wordon, daar het bovenstaande reeds eon belangrykon omvang heelt, in het volgend nommer. Den afloop er van weet men Intusschen reeds. Leiden, 9 October. Hoewel de hoogleeraar prof. dr. P. L. Muller als zyn wensch te kennen had ge geven, dat er glsteron geen notitie van zyn zilveren Jubileum als hoogleeraar zou worden genomen, hebben een veertigtal geschiedkun digen hem toch vereerd twee sclioone antieke koperen photogravures, voorstellendo Willem III en Maria van Engeland, mot fraalo gocalllgrapheerdo oorkonde. De „Sts.-Ct." van hodon bevat do go- wyzigde statuten van de Vereenlging tot bevordering van den bouw van werkmans woningen te Lelden. Hot bestuur van den Slagh- of grooten en kleinen Stadspolder, onder Lelden en Leiderdorp, maakt bekend dat de gowono najaarsschouw over de slooton enz. zal wordon gehouden Donderdag don 22sten Oclober 1903. Er ls voor do Nod.-Herv. Gemoento to Helnenoord (cl. Dordrecht) oon dag van groots vreugde geweest. De door het vertrek van da. W. H. Keldor naar Warmond ontstane vacature werd na ruim twoo maanden reeds vervuld door de ovorkoiust van den heer A. A. Dönszelmann, cand. t. d. H. Dionst, te Dordrecht. Hot work dor bevestiging go- schiedde des voormidings door ds. A. Looff, predikant te Dordrocht, met een boeiende, hoogst ernstige rede naar aanleiding van Hand. 10:6 (1. w.) Aan do handoplegging namen novene don bovostlger doel do vorige predikant ds. Kelder, van Warmond, ds. Do Zeeuw, van Geervliet, ds. Klanssen, van Meeuwen, en ds. Do Proe, van Hoogmade. Des namiddags aanvaardde de jeugdige lcoraar zyn ambt met oen gloedvolle redo naar aan leiding van Joh. 6:6769; de intióeprodiking werd nog bygewoond door ds. Havinga, van Oud-Beierland, ds. Van Walsem, van 's Graven- deol, en ds. Van Reeuwyk, van Nyneheoron* land. Niettegenstaande hot ongunstigo weer, vuldo oen groote schare beldo beurten hot vriendeiyk kerkgebouw. De hoogleeraar Wenckebach, te Gro ningen, opende glstorochtend zyn ooilogo mot de volgondo modedeeling: Dames en hoeren 1 Ik kan u modedoelon, dat de onderhandelingen over myn benoeming te Amsterdam thans definitief zUn afgebroken. U zult bogropon bobben, dat vele gewichtige redenen hot aanbod, als opvolgor van Stokvis naar Amsterdam to komen, voor my zeor verleidelijk maakten. Intusschon bleek, dat het gemeentobostuur van Amstordani niot in staat on ook niet genogen is, voor hot my opgedragen onderwys de hulpmiddelen, in 't byzonder de laboratoriumruimte beschikbaar to stellen, die ik noodig achtte. Onder dezo omstandigheden acht ik my gelukkig, dat ik door do wyzo, waarop B. en Ws myn benoeming by don Amstsrdamschen Raad hebben uitgelokt, algeheole vryheld van han delen terugkroeg, zoodat Ik thans hior werk zaam kan bjyven. Uier toch vind ik ln ruime mate dio hulpmiddelen, welke alloen mogtiyk maken hot geneeskundig ondorwy'a met be vrediging en mot vrucht to geven. (P. o'. C.) -Te Rotterdam is op 80jarigen leoftyd overleden de gepensio neordo hcofd voiiflcaeut der invoerrochton en accynzon do heer U. A. Kion. De overledene was broedor in do urdo V8n den Nederlandsclien Loeuw. Bij resolutie van 6 dezer heeft de minis ter van financiën, ingevolge KoninkJijko machtiging, het onderstaande ter kennis gebracht van belanghebbenden Hoewel de benoembaarheid tot di roe Uur bij een der belastingdiensten, wettelijk of reglementair niet begrensd is door een leef- tijdsmaximum, heeft zic-h in den loop der tijdon tooh slechts eenmaal 't geval voorge daan. dal de tot die betrekking benoemdo hoofdambtenaar den 60-jarigcn leeftijd reeds had overschreden. Klaarblijkelijk heoft de overweging, dat de betrekking van directeur een groote moto van bokendhoid met personen en plaatselijke toestanden vor dert, die slechte na lang tijdsverloop verkre gen wordt, weerhouden van benoeming op een leeftijd, die niet liet voorzien, dat men nog langen tijd do volledige geschiktheid zou hebben voor richtige ambtsvervulling. Ook bij do jongste directcursbenocmingen is bedoelde door do praktijk gevormde regol gevolgd, al moesten daarbij verdienstelijke hoofdambtenaren, wien het overigens geens zins ontbrak aan hoedanigheden voor die betrekking vcrcischt, worden voorbijgegaan. 8) „Ja," antwoordde ik verbaasd, wanneer iets wat deze vrouw zeide my nog kon ver bazen, „maar het i9 zoo donker, dat „Qy het gaarne aan de geesten wilt over laten. Gy wilt dus morgenvroeg terugkomen?" „Ja, dat zal hot boste zyn. Ik biyf dan van nacht in de dorpsherberg." „AhJ" dit was meer een zucht dan een uitroep „logeert u in de herberg 1 Ik logeer daar ook. Indien gy er niets tegen hebt, zou ik gaarne met u daarheen wandelon." „Indien ik had gedurfd," begon ik, maar zy viel my in de rede door plotseling te vragen „Zoudt gy erg verbaasd zyn, indien Ik u vertelde, dat ik een gedachtenlezer was?" „Myn vermogen om verbaasd te zyn is voor het oogenblik nagenoeg uitgeput," ant woordde ik. „Des te beter, dat spaart moeite uit. Welnu, ik leea ln uw gemoed. Ik weet waarom gy paar hot „Huis der Vreeze" zyt gekomen en ik kan u zeggen hoe gy heet. Gelooft u dat?" Ik lachto beleefd, maar ongeloovlg. En op dit oogenblik hadden wy de hoofddeur bereikt, welke ik had opengelaten, toen ik binnentrad. „Uw naam is Terence Darkmore." Ondanks alles, kon ik toch nog verbaasd zyn. Myn gedachten dwaalden naar de dorps herberg; lk had echter myn naam daar niet opgegeven, en, voor zoover Ik wist, kendo niemand my hier. „Als gy niet op het landgoed van uw oom te Essex vorbiyf houdt, zyt gy met hom te Londen op Portman Square. Ik kan u zelfs hot nummer zeggen. Qy ziet nu, dat ik u kon. Jk. weet, dat gy een gentleman zyt, en dat ik u gerust om een gunst kan vragen." „Honderd," mompelde Ik, haar halfverbys- terd aanetarond. „Eén zal voor hot oogenblik voldoonde zyn. Er is hier ergens in de buurt van het huis oen graf, dat ik moet vinden vóór ik naar het dorp terugkeer. Wilt gy met ray gaan?" „Een graf?" horhaaldo ik onbestemd. „Ja; op het land van de abdy. Ik hoop, dat dit u niet zal afschrikken, om het land goed te koopen." Ik mompelde iets, en voegde er by, dat ik de eer op prUs stelde, welko zy my had aan gedaan door my toe te staan haar te verge zellen. Maar om haar tot gids te dienen „Ik weet het, gy kunt dit niet," zeido zy. „Ik moot de plek weten uit te vinden. Niet, dat ik die ooit vroeger gezien heb, maar men heelt my er van verteld. En hier ls een kleine schets van het huis en de schilderyen, welke, naar lk hoop, my zal helpen." Wy stonden in de naargeestige opryiaan, die naar den hoofdingang leidde en glibberig en siykerig was van den regen Yan den ▼origen dag. Het moest nu ongeveer zes uur zyn en daar de laatste dag van October spoedig zou aan breken, was do schemering byna in duisternis overgegaan. Wy konden don weg voor ons echter nog duideiyk ouderscheiden, de rivier in de verte geiyk een blauwachtig-wit lint, de lage, begroeide heuvels heel in het verschiet maar toch dacht ik, dat het moeiiyk zou zyn om iets te ontcyferen op het kleine, gele stuk papier, dat do vrouw in het grys voor uit het ïyf van haar japon trok. „Hooit u lucifers?" vroeg zy plotseling, op de kaart vryzend. Ik haalde een zilveren doosjo uit myn zak en streek een waslucifer af. De kleine kring van geel licht viel op het papier, en over de fyne, blanke handen, welke de punten daarvan vasthielden. Ik kon myn oogen niet van haar linkerhand afhouden, waarvan de vreemdsoortige be- kloeding raU reeds ln den toren was op gevallen. Die was niet geliandschoend, in de gewone beteekenis van het woord, maar een aantal dunne gouden ringen, aan elkaar gehecht door den fljnsten ketting, waren over de vier vingers getrokken, terwyl de rug van do hand met een dicht knoopwerk was bedekt (een soort van een ouderwotsche zyden mitaine) en de duim geheel uit kleine parelen bostond. Deze was weer vorbonden aan den pols door een nauwsluitendon bracelet van effen goud. Ik had nooit to voren zulk een vreemd tooisel voor een vrouwenhand gezien en lk kan niet zeggen, dat ik het mooi vond. Het was to vreemd, te opvallend, zonder in myn oogen artistiek te zyn. Terwyi ik naar het ding keek, sloeg zy haar oogon op en het kwam my voor, dat haar lief gelaat voor eon oogenblik betrok. „Zaagt gy naar mijn kaart?" zeide zy luchtig. En toch klonk er een heimelyke angst uit haar toon. „Neen. Ik Zy vouwde het papier op en stak het weer in haar japon. „Deze kleine schets is zeor nauwkeurig en belangryk," ging zy voort, „vooral belangryk voor een lid van de familie Amory, ten minste, zoo zou ik denken. Gy kunt uw lucifer wel uitblazen, lk heb dien niet langer noodig en gy zult uw vingers branden. Ik zal wel kunnen vinden, wat ik zoek." Toen de lucifer uit was, scheen het voor een oogenblik pikdonker. Daarop werd het weer lichtermaar de maan was schuil gegaan en eon zwarte wolkenbank vertoonde zich ln het "Westen. Een vochtige wind, welke uit de rivier kwam, bracht het amberkleurig haar van myn gexollin in wanorde en zU hlof de hand met de ringen op, ten einde het weor glad te strykon, doch verwisselde die, na oen blik op my, dadoiyk voor haar maat in don handschoen van peau do Suódo. „Wy komen nu by het wandolpad van den abt," zeide do vrouw in het grys. Hot wae voor het eerst, sinds do kaart was weggo- borgon, dat de stilte werd verbroken. „Maar lk dacht, dat gy hier nooit waart gowoeat," bracht ik haastig in hot midden. „Dat bob ik niet gezegd, maar wol, dat lk het graf, hetwelk lk zoek, nooit gezien heb. Ik ben hier geweest als kind." Al haar luchthartigheid was verdwenen. Iets scheen haar zóó te ontrooren, dat haar zelfbe- heorschlng baar byna begaf. Wat het wae^ kon ik niet zeggen, ofschoon ik er veel om gegeven had, als ik het had durven vragen. Ik bewaarde dus het stilzwygen en wy zetten onzen weg langs de gracht voort. „Het wandelpad van den abt," herhaalde lk nadenkend. „Hier moet 't geweest zyn, often minste ergens hior in de buurt, dat de op roerige monnik den armen drommel in de gracht wierp, nadat by den schat in een zak in het stilstaand water had laten verdwynen. Ik hoorde vandaag deze geschiedenis en ook, dat zoowel het lyk als do schat nooit zyn ge vonden. IA geloof, dat als ik hier kom wonen, lk ze zal laton opsporen," voegde ik er lachend by. „Ik zou myn tyd niot vorspilien, als ik u was," zeide zU. „Als gy hior komt wonen, kunt gy er oen veel boter gebruik van makori, ten mlnsto als hetgeen uw gelaat vertelt geen ander bewys la dan dat gezlchton bedriegen." „Wat vertelt myn gelaat dan vroog Ik. „Dat gy iemand zyt, die nadenkt. Wet wilt gy voor mU doen, als ik u een leiddraad goef?" „Een leiddraad mot behulp waarvan lk eon good gebruik van myn tyd kan maken?" „Ah, ik had gelyk. Gy denkt on vlug ook. Ja, dat bedoelde lk. lk houd het eind van dezen leiddraad in de hand." Zy keek my door do duisternis, dio steeds toenam, aan. Haar gelaat on hour haar waron als do glans van den manoschyn, vaag, haar trokken byna niet to onderscheiden, behalve de groote geheimzinnige oogen, dis mot don diepen gloed van juweelen schitterden. „Wie zyt gy?" riep ik plotseling uit. Ik was niot van plan goweest die vraag to doon, maar zy ontsnapte my, ondanks mUzelven. „Dat doet er niet toe. Voor van avond biyf lk eenvoudig een klokopwindor 1" Haar lach klonk vrooiyk. „Gy hebt echter myn vraag niet beantwoord. Wat geeft gy voor een loiddraad „Is er iets, wat gy wonscht, dat ik voor p doen zal? Zoo dat hot geval ie, behoeft gy my niet te beloonen." „Ik houd er van om goede waar te gevoD voor hetgeen lk ontvang. Ik verlang in byzonder iets van u, ofschoon hot best moge* lyk is, dat ik het zonder uw hulp zal ver- krygen. Gy zult my niet willen gelooven,* maar lk wond alleen de klok op, om dit eene ding te boreikon." (Wordt vervolgd*)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1