Wat de Vrouw vermag. Wekeiyksehe Kalender. ALLERLEI. Raadsel. rw dracht in aanmerking genomen, nog altijd erg ingewikkeld. Het hoofddeksel was ai heel weinig aan moedigend om to dragenover het in lange krullen vallende haar werd een mousselinen dook gebonden en daarop rustte een opval lend grooto hoed van langharige zwarte trijp. Het meisjeskostuum was, evenals dat van de jongens, versierd met den gep looi den halskraag en breede manchetten. Hot hoofddeksel bestond uit een grootcn hoed van wit vilt met ongewoon hoogan bol en grooto rose rozette en breede linten om den hoed gestrikt. In don loop der 19do eeuw begon men meer op do kinderen tï letton. Men verviel i toon, helaas, steeds weer in do klceding van volwassenen. Jongens droegen lange broeken, hooge hoeden. Meisjes droegen pijpenbroeken, die tot de enkels reikten, en daar met roso strik- ken en linten werden saamgebonden, en ïan^c jurken. Eindelijk werd men wijzer. Matrozenpak ken werden i ngevoord en de meisjes kregen korte jurken, meest princcsse-robo-model. Engeland heeft den gelukkigsten invloed crp do kinderen gehad, waardoor de kleeren zonder eenigo drukkende, knellende naden in de mode zijn gekomen. Het. is te hopen, dat de altijd wisselende móde deze gezonde, practische dracht niet weer verdringt, en men zal zich hiertegen ook wel met hand cn tand verzetten. Slechts in kinderlijke kleedoren kan de jeugd echt kinderlijk zijn. 06 vrouw is do natuurlijke vijandin van den sterken drank, die haar het levensgeluk ontrooft en haar kwotst in de teederste ge- voolens van haar ontvankelijk gemoed, i Gelukkig de man, maar duizendmaal meer gelukkig do vrouw, die do huiselijke ellende, door den drank veroorzaakt, slechts van hoonen zeggen kent. Vrouwen van dronkaards zijn martelares sen, zoo groot als er ooit warenmarbolo- rossen ja, maar heldinnen tevens. Wanneer de vrouw met liaar kinderen zit 4 te waahten bij den eenzamen haard, al die 1 lange, lange uren, in broodsgebrek mis- - schien, maar al zij het ook in weelde, mot 1 'net vooruitzicht van de zich immer herha- 5 lende zedelijke martelingen, als do drank je aard, dien zij eens met vreugde als linar echtgenoot aannam, de stille woning tot een 4 hol zal maken, dan kan zij het nauwelijks verboel den, dot zij eens liefde gevoeld lieeft voor dezen man, die voor God en de men- sehen beloofd heeft haar beschermer te zij a - en dio haar beul geworden is. Neen, niet t meer do huwelijksliefde, maar de mcetler- t liefde, haar krachtig ontwikkeld pliehtshc sof, de overtuiging, dat zij haar plaats ver- t vult als werktuig coner Goddelijke Voorzie nigheid, dat is het wat haar gekluisterd houdt :ion don man, c.*e haar leven vergif- bigt. Hirwelijksp 1 i c h t, ja, maar huwelijks liefde? Voor hot dierlijk wezen, dat do kinderen mishandelt en hun levensgeluk verwoe«t heeft? Daarom roo.^t de echfcgoncote een bondge- i noot worden in den sirijJ tegen het alcoho lisme. En ook du moeder. Hoo dikwijls is I de jenever de oorzaak, dat zij bij het slecht j gedrag harcr oudsten moet verzuchten, zien- do het kleine, schuldeloozo wicht op haar schoot: ,,Och. konden zij toch blijven zoo klein en zoo lief en zoo schuldeloos 1" Laat. de moeder toch begrijpen, dat haar kind onder den leeftijd van twaalf jaren geen alcohol, in welken vorm ook, ook niet als bier of wijn, mag gebruiken. Er wordt nog, o, zooveel schuldige d%vaashedd op dit gebied uitgehaald. Van de vrouw moot de grootste kracht uitgaan in den strijd tegen de drankzucht. Aan haar vooral is de zorg toevertrouwd, onze kinderen tot betere menschem te ma ken dan wij zelf zijn. 't Is een gelukkige moeder, die een kind hooft, als de H. Augustinus, die in zijn Belijdenissen" schrijft: ,,De lezer moge niet spotten met mijn tranen, waarmede ik een korte stonde den dood mijner moeder beween, die voor mij zooveel jaren geweend heeft, opdat ik voor U, o God, zou leven." Maar hoe groot zal het geluk der moeder zijn.als de opvoeding, die zij haar kind heeft gegeven, heeft megen voorkomen, dat zulke tranen na haar dood moeten ge schreid worden! Zondag. Het getuigt van zielegrootheid, als men zijn vreugde met anderen deelt en zijn leed alleen draagt ManiuJag. Ook onder puinhoopen van een lucht kasteel is reods menigeen begraven. Dinsdug. Beheersch uw gemoed, als gij met wilt, dat het u beheerscheD zal. Woensdag. Met het hart verliest men dikwijls ook het hoofd. m Donderdag. Niets verjaart sneller dan dankbaarheid. m Vrydag. Elko dag is een klein leven; ons leven is slechts do dag herhaald. 4 Zaterdag. Een kleine leening maakt een verplichte, een groote een vijand. RECEPT. Ananasbowl voor twaalf porsoneu. Het sap van twaalf citroenen wordt op gekookt en dan op het vuur met een half kilogram suiker vermengd en geschuimd. Daarna voegt men 2.5 L. water bij en wordt nogmaals geschuimd. Hiermede vermengt men het sap van de ananas (1 1/2 blik, on geveer 1.50). Dit vocht wordt kokend gegoten op de in stukjes gesneden ananas. Men kan er wat vanielje naar smaak bijvoegen en laat alles afkoelen. Een dog to voren gemaakt, is do bowl gouriger. Zij blijft bij wanne weersgesteldheid niet langer -n twee of drie dogen goed, behal ve natuurlijk wanneer men ze steriliseert. Perziken, abrikozr kersen en andere vruchten in blik worden op dezelfde wijze behandeld. Liefde en automobiel. De politie ran een plaatsje op den weg van Rouaan naar Parijs maakte proces verbaal op tegen een automobilist, wegens te snel rijden. Er zaten twee heeren en een jong meisjo in hot rijtuig. De eigenaar werd van Parijs ontboden. Hij erkende, dat hot zijn rijtuig was, en ver haalde het volgende: Mijn eerste bediende, die goed met auto mobielen kan omgaan, is mijn chauffeur. Sedert omtrent oen jaar vraagt hij de hand mijner dochter en ik antwoordde steeds: ,,Mijn dochter is nog te jong, wij zullen later zien. Heb maar wat geduld." Dit is evenwel slechts een voorwendsel, want mijn vrouw wil hem niet tot schoon zoon; hij bevalt haar hoegenaamd niet. Zondag nu gingen wij met mijn dochter uit rijden. Op den we#-van Rouaan beg ju de chauffeur eensklaps met vreeselijke snel heid te rijden. „Ongelukkige, wat doet gij?" riep ik uit. A oor alle antwoord verhoogde hij nog de snelheid. „Maar wij slaan om, ongelukkige." ,,'tls mogelijk", antwoordde hij op den na tuurlijksten toon der wereld. Bevend voeg de ik er bij: „Gij h&bt dus besloten ons te dooden." „Misschien," zei de hij, „indien gij de be slissing niot neemt, die ik verwacht. Gij zijt meester van ons Loven. Zeg één woord en ik houd het rijtuig stil. Wilt gij mij de hand uwer dochter geven?" „Maar... mijn vrouwV' stamelde ik. „Uw toestemming of wij kantelen." "Verschrikt gaf ik mijn woord van eer. Hij deed terstond het rijtuig stilstaan. En zie daar, waarom ik nu een proces-verbaal krijg. Sedert Zondagavond is mijn vrouw woedend, omdat ik zoo zwak ben geweest. Zij wilde eon proces beginnen, maar alles wèl overwogen, heeft zij er van afgezien uit vrees voor schandaal. De verliefde chauffeur is ook gehoord. Hij bevestigde het verhaal van zijn aan staanden schoonvader, maar verklaarde niet voornemens te zijn geweest zijn bedrei- ging uit te voeren, alleen zijn patroon schrik te hebben willen aanjagen, om zijn toestemming te verkrijgen. Advertentie. Verloren een medaillon, inhoudend het portret van mijn verloofde, met op de rugzijde gegraveerd de letters J- W. E. Uit de Rechtzaal. Rechter: „Is do ge- tuige Meijer er vandaag niet?" Deurwaarder: „Neen, Edelachtbare. Rechter: „Als hij er een volgend maal weer niet is, neem je hem onmiddellijk in arrest." Tempora mutantur. „Toen wij nog ver loofd waren, sprak ik en luisterde mijn bruid. Later sprak mijn vrouw en moest ik geduldig luisteren. Thans spreken wij beiden on luisteren do buren 1" Een slvnvmerd. P o Li tic-agent„Allo, jongen, kom naar beneden." Reporter: „Maar ik ben verslaggever en ik moet een beschrijving geven van. den brand." Politie-agent: ,,D'r af, zeg ik, je mag daar niet blijven staan. Je kunt morgen in de kranten alles lezen, wat je van den brand wilt weten." Niet alleen. „Jantje/', zei Maana, die even uit geweest en pas weer thuis gekomen was, „daar heeft iemand een groot stuk van de roomtaart gesnoept uit de provisieka mer." Een vuurroode blos verried Jantje/s schuld. „O, Jan!" riep Mamas „Ik dacht niet, dat zóó iets in je zat." „Het zit ook niet in mij alleen", zei do knaap schreiend. >rEen stuk er van zit in zus Marie." Modem. Mevrouw: „Wel, wat schrijft' de nieuwe keukenmeid? Wil ze komen?" Mijnheer: ,,Ja, tot zoover ie ze met een en ander tevreden: loon, uitgaansdagen alleen moeten we onze portretten nog sturen 1" Antwoord op do Vraag in bet vorig Zondagsblad: Niet meer dan óón ei, want na het eerste is zijn maag niet leeg meer. Ik ben een lange, rono'c spier En hang aan steng of mast; Ik houd, als 't noodig is, op 'fc schift Een zeil terdege vast. Men vindt mij mees! xl in den grond, Mijn kleur is bijna rood; Als lokspijs dien ik menigeen, 'k Vind dan een wreeden dood. 't Geheel is, lezers, 'k zeg niet méér >- Een zeer bekend, lomp zijdgeweer. [Oplossing in het volgend Zondagsblad^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 18