Wekeiyksche Kalender. Stofgoud. Raadgeving. ALLERLEI. dame bezoeken aflegde ea de menschcn niet thuis trof, liet zij haar kaartje achter ea een ander van ,,Miss Fairy Bulwer-Lytton", het visitekaartje van haar schoothondje. Een waarlijk bedroevend voorbeeld van de zoogenaamd hoogere standen l Zondag. Zonder droefenis kunnen wij evenmin groeien als koren zonder regen. Maandag. Aan Christenen is, het verboden toorn in het. hart te dragen. Dinsdag. Dc ondankbaarheid is een soort van zwakte. Nooit ziet men flinke mensohen on dankbaar. Woensdag. Bezig te zijn is gelukkig te wezen. Donderdag. Menigeen wordt vaak beoordeeld naar den uiterlijkon schijn; maar men bedenkt niet, dat met dat oordeel velen naar den afgrond gevoerd worden. 9 Vrijdag. Wie de waarde van den tijd niet kent, zal nimmer rijk of- een groot man worden. Zaterdag. Weinigen bezitten de bekwaamheid om voor zichzelf het geluk te vinden. In den omtrek van het Yellowstonepark (Ver. Staten) is een stad, welker huizen van glas zijn gebouwd. Niet van kunstmatig, maar van natuurlijk glas, door vulkanen gevormd. Het heeft, met uitzondering van zijn kleur donkergroen of zwart veel overeenkomst mot spiegelglas. Het is in dikke platen gesneden en, daar het bestaaid 'is tegen weer en wind, zeer geschikt voor \het bouwen van huizen. Do stad heeft ongeveer honderd woonhui zen' en winkels, alsmede een groote kerk met geslepen glaspilaren. Er komen vele vreemdelingen, vooral ook om een zonsopgang te zien voor de glazen huizen. i Bareira, in Portugeesch Oost-Afrika, is een stad, welke geheel uit zink bestaat. Zij 'werd in zes maanden gebouwd en heeft 6000 inwoners. Men gebruikte ziuk voor het bouwen, orn aat dit het eenige materiaal is, dat weer stand kan bieden aan hot eigenaardige kli maat. Alle huizen, het raadhuis, het gasthuis, j de kerken, bestaan uit zink. Het huisraad in de woningen is van zink, en als er iemand sterft, wordt hij in een zinken dood kist begraven. 1 Het dorp St.-Légier, bij Vevey, in Zwit- seriand, is merkwaardig voor kunstliefheb bers. De Parijsche schilder Alfred Bcguin heeft daar alle huizen van buiten beschil derd met allerlei voorstellingen, caricatu- ren, landschappon, enz. Die schilder is nu, na verloop van eenige jijaren, met St.-Légier gereed. Than9 begint hij aan dc naburige dorpc-n en hij hoopt vóór zijn dood nog het gcheele kanton aldus te kunnen opsieren. Een zeer merkwaardige stad is de zout- stad Kelberg, bij Krakau. Zij ligt onder den grond en is geheel in een zoutberg uit gehouwen. De inwoners 3000 in getal zijn ar beiders in de vermaarde zoutmijnen. Straten en huizen schitteren er in hel- dcrwitten glans. Een der vermaardste gebouwen is de groote kerk, welke ook geheel in zout is uitgehouwen en waar het electrische licht zoo'n heerlijk effect maakt op de kristal- wanden en zuilen. Toen do overleden keizer Alexander III van Rusland elf jaren geleden Kelberg be zocht, was hij daarover zóó opgetogen, dat hij een met juweclen bezet altaarkruis aan de kerk schonk. Men weet te Kelberg niets van besmet telijke ziekten cn de menschen sterven er allen op hoogen leeftijd. Merkwaardig is ook de zeegraskolonie Cookstown, in Alaska. Die stad was oor spronkelijk van steen gebouwd; maar door het zeehout brokkelden de steenen af en in plaats daarvan gebruikte men toen blokken van saamgeperst zeegras, met zout ver- mongd, voor het bouwen van huizen. De stad is nu geheel van zeegras en de huizen zijn thans niet alleen bestand tegen weer en wind, maar het is ook daarbinnen ge durende den langen Noordschen winter veel warmer en aangenamer. Als de dagen korten. Als de dagen korter, de avonden langer worden en men zoo rond do tafel zit, 's Zon dagsavonds vooral, als het jonge volk geen schoolwerk thuis te maken heeft, kan het dikwijls gebeuren, dat er een uit het gezel schap vraagt: „Wat zullen wij nu eens doen?" Ja, wat zullen we dan doen? Probeeren we het eerst eens met het te- legramspel. Ieder van de aanwezigen heeft een stukje papier voor zich en een potlood. Nu noemt ieder een letter op, tot er een tiental ge noemd zijn, en die schrijft men op. Dan moet ieder een telegram bedenken, waarvan do woorden tien woorden dus begin nen met do genoemde letters, en die tele grammen worden dan voorgelezen. Al het goede moet door het gedrang. Jung Stilling. Iedere tijd kijkt door een anderen bril en meent, dat hij, bij uitzondering, er geen gebruikt. Florontijn. Man en vrouw zijn als het ware de beide riemen van een roeaboot, die wel ieder apart werken, maar altijd in dezelfde rich ting, als de boot namelijk vooruit zal ko men. Roei eens met één riem, en als een tol draait het bootje in de rondte. Spurgoon. RECEPT. Gestoofde kalfsnicrcn. Snijd drie kalfsnieren aan schijven, zout en peper ze en braad ze lichtbruin in een half ons boter. Fruit 2 1/2 eetlepel bloem met een flink stuk boter en een fijngesne den uitje, voeg daarbij langzaam 21/2 kopje kokenden bouillon en laat in deze saus Je nieren een half uur stoven. Schoonmaken van kammen. Om kammen en haarschuiers goed schoon te maken, moet men ze in water leggen, waarbij men een weinig geest van salmiak beeft gegoten. Daarin worden terstond alle onreinheden opgelost. Goed vooruitzicht. Barbier (tot zijn leerjongen): „Piet, zeep dien mijnheer maar in, ik ^nijd onderwijl hechtpleisters en Mietje haalt de spoelkom." Levende Beelden. Jonge vrouw: „Nu, hoe ben ik je in onze tableaux vivants be vallen 1" Man: „Ik was één en al bewondering. Jonge vrouw (gevleid): „Waarlijk?" Man: „Ja, dat je zoolang hebt kunnen zwijgen." Een vergissing. Een Engelsche toe rist komt in een Fransohe restauratie. „Kellner, ik zou graag wat paddenstoelen (mushrooms) hebben." De kellner, die maar weinig Engelsch kon, verstond het woord „Mushrooms" niet. „Ik versta u niet, meneer." „Mushrooms, mushrooms," schreeuwde de Engolschman, „dat is toch eenvoudig ge noeg." Maar do kellner haalde de schouders op. De Engclschman nam nu een voor hem liggende courant en teekende er een pad denstoel op. „O, meneer!" riep de kellner, „hadt u dat maar dadelijk godaan. Nu begrijp ik u En hij vloog heen en kwam binnen een paar minuten terug... met een paraplu ie. Vleiend. Venter (voor Artis): „Kaak jes noodig, om de apen te voeren?" Voorbijganger: „Ik ga niet naar Artis." Venter: „Ik meen voor thuis voor uw kin deren." Uit de kazerne. Onderofficier: „Wat ben je in het burgerlijk leven, Zwavel- bloem?" Zwavolbloem: „Apotheker, sergeant." Onderofficier: „Dat dacht ik wel, omdat jc je wijsheid in zoo kleine doses verkoopt." Jeugdig advocaat (pas gevestigd): „Zeg, is er, terwijl ik even dc deur uit was, ecu cliënt geweest?" Knecht: „Dat zou me niet verwonderen, meneer, want ik mis mijn overjas." Luitenant: „Ik ben gisteren in do Hoi- landscho Opera geweest." Dame: „Wat gaven ze?" Luitenant: „Faust." Dame: „En is 't u bevallen?" Luitenant: „Matig, mevrouw. In bet Fransoh blinkt de muziek toch veel mooier.*' Dame in den. trein: „Mevrouw, uw kind is hinderlijk voor andere menschen. Ik wil de gaarne, dat u het bij u hicldt." Moeder (haar ergernis onderdrukkend'-: „O, u moot het de kleine meid niet kwalijk nemen; ze ziet u voor haar grootmoeder aan, daar ze erg dol op is." Uit de kazerneSergeant (op dc uni formjas van een soldaat een broodkruimpje ontdekkend): „Zeg, kerel, verwijder oogen- blikkelijk die tentoonstelling van voedings middelen va«n jo uniform 1" Wederdienst. Boerin (aan het post kantoor): „Mijnheor, uw vrouw heeft al zoo lang eieren bij ons gekocht, dat ik nu bij u ook eens een paar postzegels kom koopen." Verdacht. Professor: „Jan, kom eens in heft, laboratorium, dan zal ik je met X- stralen photographeeron." Knecht (stotterend): „Professor, ik... ik heb heusch niet van den cognac ge proefd 1" Aniwoord op de Opgave in liet vorig Zondagsblad; Helmers. VRAAG. Hoeveel zacht gekookte eieren kan iemand met een leege maag verorberen? [Antwoord in het volgend Zondagsblad].

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 14