LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 9 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD. Aimo 1903. PERSOVERZICHT, FEUILLETON. No. 13357 derland, waarom niet, als het blijkt, dat voor hen een andere inrichting beter tot het doel voort, of althans voor velen zulk een in richting geschikter is? ,,Maar nu vernemen wij ten min ste een argument. „Voor de eerste catego rie ontstaat het bezwaar, dat zij te laat aan do klassieke talen beginnen... Niot wocg ge noeg kan begonnen worden met het onder wijs in de klassieke talen en do wiskunde, onder allo het oudste vak van wetenschap pelijke voorbereiding 1 Wat de wiskunde be treft, niemand, voor zoover wij weten, heeft het onderwijs daarin tot het 15de of 16do jaar willen uitstellen. En wat het vroegtij dig aanlceren van klassieke talon aangaat, vele classici van rijpe ondervinding oordee- len anders .En wij kennen er ook, die eerst halsstarrig vasthoudend aan den waan ,,hoo eer hoe beter" met het oog op de eigen schap van het kind, dat het zoo gemakke lijk van buiten leert na meer jaren on dervinding ons bekenden: Gij hebt gelijk; dc oudere-, in het algemeen reeds meer ont wikkelde leerling leert meer met oordeel, weet beter te onderscheiden tusschcn hoofd zaken en bijzaken, vergelijkt telkens, groe peert gelijksoortige feiten, enz., begrijpt dus beter «n houdt beter vast dan het kind, waarvan men nog weinig meer dan machi naal van buiten leeren kan verwachten. Het Vaderland acht het vroeg beginnen met do klassieke talen niet noodig en niet gewenscht; acht het zelfs dringend noodza kelijk om met die onzinnige, ja, gevaarlijke gewoonte zoo spoedig mogolijk te breken cn wel met het oog op de zoo schadelijko over lading, die zij op do lagere klassen van het gymnasium teweegbrengt. „Daar worden aan kinderen van 12 tot 14 jaar vijf, aan die van 14 cn ouder zes talen geleerd en daaronder talen als Latijn en Gricksch. Behalve nog alle andere vakken van do eerste jaren dor H.-B.-S. Daar voedt men kindoren van 12 h, 13 jaar op met ver holen in het Latijn over Caesar's oorlogen in Gallic on dergelijke leerstof, voor zulke wurmen, geheel ongeschild. 1 Volgendo geslachten, ch© zooveel dwaas heid eindelijk geheel over boord geworpen zullen bobben, zullen zeker vragen hoe het mogelijk was, dat onze pacdagogen, ons ge neeskundig Staatstoezicht, onze regcorings- mannon zoo iets hebben kunnen gedoogen. Wij overdrijven niet, als wij boworen, dat wij jeugdige slachtoffers hebben zien lijdon, een enkele zelfs bezwijken aan hersenziekte, zenuwziekte, tering zelfs, als gevolg vau zoo veel dwaasheid 1 Wij overdrijven niet, als wij constateeren, dat van een eerste klasso van 24 leerlingen, met zooveel ijver en illu sies op het gymnasium begonnen, ten slotte drie, zegge drie leerlingen het tot het cind- oxamen brachten. Men make eens een sta tistiek op in dezen geest cn men zal ver baasd staan." Al ware het juist, dab een zeer vroegtijdig beginnen met Latijn en Grieksch de kennis daarvan later beter tot zijn recht doet ko men, iets, wat 6olir. ontkent dan nog mag do toestand van thans niet langer be stendigd worden. Er wordt misbruik ge maakt van de eigenschap van kindoren om gemakkelijk machinaal van buiten te leeren. Hot is meer dan tijd, dat bet kind togen dat misbruik beschermd wordt. „Nog cons zij het hior gezegd, dat wij geen tegenstanders zijn van Latijn cn Gricksch, rooh van do gymnasia. Kwam onzo wonsch in vervulling, dan zou men de gym nasiale opleiding eischcn voor velen, die nu daarvan veelal niet gebruik maken, wij denken o. a aan a s. leeraren in moderno talen, leeraren in geschiedenis, archivaris sen, enz. Maar hij, die beweert, dat geen wetenschappelijk man kan gevormd worden zonder studio van Latijn en Grioksch cn dab de weg naar do universiteit alleen langs het gymnasium kan gaan. en dan nog durft spreken van bekrompen opvatting van hen, die anders oordeclen, bewijst hoe bekrompen in zeker opzicht het keurslijf der traditio hem zclven heeft gemaakt. Behalve vele van dc vlugste geesten, vcr- tooncn do meeste jongelieden óf meer aanleg cn lust voor do taalstudie óf voor do studie van wis- en natuurkundige wetenschappon. Waarom ni t van die eigenschap gebruik ge maakt en dus langs twee wegen, dus op twee inrichtingen de voorbereidende studies voor het universitair onderwijs laten maken, waarop dus één van beide studiorioh.mgesn de overhcerschcndo is, al mag ook do andere volstrekt niet worden verwaarloosd'? Dat de mannen, van de z. g. „breedere" opvat ting daarom niet langer dwingen tot eon- zelfdo studie, gevolg van do meeming, dat allo waro wetenschap afhangt van de konnis van twee doode talen. Maar in elk geval geen „voorbereidende studie" voor Universiteit, Polyt. School enz. van kinderen, hoe deftig en geleerd dat ook schijne. Daarmede w ach to men tot hot 16do levensjaar. Als hooggeleerden e. a. van uit hun studeerkamers van zulke „studiën" spreken en die willen invoeren en bestendi gen, omdat zij het kind niet kennen on het oog alleen op de wetenschap gericht houden, dan wake do Regeering en stelle voorgoed paal en perk aan zulk mishandelen." De Nederlander heeft, nu do wet tot w ij z i g i n g van do Indische Comp tabiliteitswet in hot Staats blad is verschenen, een artikel, waarin V or zijn ingenomenheid mee uitspreekt-, dat thans de Nederlandseho en Indi sche financiën gesoheidon zijn cn de „Batig-slot-politiek" voorgoed heeft afgedaan. „Do tijd der b&tigo sloten is voorbij en de politiek van exploitatie, die re«.Is lang verlaten was, is nu ook wettelijk opgege ven. Let men alleen op do cijfers, dan heeft Nederland van Indic veeJ voordcel getrok ken. Van 1340 tot I860 kreeg het moeder land uit Indië 580 millioon en dan spreken wij nog niet van de vroogero millioc-nen, van do latere na 1867, toen de Indische Comptabiliteitswet is ingevoerd, on van do voordeden, door do Oost-Indische Com pagnie behaald, maar al dat geld heeft Ne derland niet altijd zogen gebracht. Veel gold is besteed voor het op de been houden van hot leger op do grenzen van België, tussohon dc jaren 1830 en '39, cn dus tot het volgen eener politiek, die loch op hot nadeel van Nederland uitliep. Andere millioencn werden uitgc-gcvcn voor vestingbouw en droegen dus tot ver meerdering der wolvaart alhier :.iet bij. Het Indisch geld heeft vaak dcRegee ring in staat gestold tot ongronu- sttige handelingen, vooral in dc tijden, dat dc contrólo der Staten-Generaai op de Indi sche financiën nog geheel onvoldoende was. De batige sloten leidden meer dan eens tot een ongezonde financrieelo politiek, zoodat er wol eens op hot batig slot is voor uitgel oopen en twee saldo's van twee ver- sohillcnde jaren op de begrooting van één enkol jaar als inkomsten zijn geboekt. Meer dan eens ook is Indië met fictieve leenin gen belast, ten oindc een rechtsgrond ie hebben voor hot storten dor batige saldo's in 3© kas van hot moederland. Het cultuurstelsel in Indië, dat vooral dc batige saldo's moest opleveren, heeft tot groote misbruiken aanleiding gegeven, zon der daarom altijd do gowonschte uitkom sten op te love ren, on zeer groot bovenal was do zedelijke sohade voor het Noderland- eohe volk. Te gomakkclijk verworven schat ten bederven het karakter en doen do cner- gio vorelappen, zooah ook do Spanjaarden ondervonden hebben na dc ontdekking der mijnen van Mcxioo on Peru." Het blad wijst er dan op, dat do tegen woordige toestand reeds langen tijd is voorbereid cn besluit zijn beschouwing al dus: „Nederland heeft nu eindelijk zijn waar achtig belang begrepen. Koloniën, die ge ëxploiteerd worden, gaan op don duur ver loren, of zij worden een lastpost voor het moederland. Engeland verloor Amerika, omdat hot dio kolonie ton bate van het moe derland wildo exploiteoren, en dat besef is thans zoo levendig doorgedrongen, dat de Engelsohe minister van koloniën zelfs in het andere uiterste wil gaan vervallen en hot moederland laten ©xploitceron ten bate van de koloniën. Noch het een noch het ander is noodig. Indic mag niet weer de kurk worden, waarop Nederland drijft; maar omgekeerd zal ook Indië weldra steeds beter in eigen behoeften kunnen voorzien, wanneer het moederland zich root dc indirecte voordee ion van het koloniaal bezit tevreden stelt, en do Indische middelen ten bate van Indic besteedt. Het bezit der Koloniën is dan meer dan ooit verzekerd, daar financieel sterke koloniën zichzelf verdedigen kunnen en een welvarende bevolking do Nederlond- scho Regcoring zal zegenen on steunen. Dat kleine wotje tot wijziging der Indische Comptabiliteitswet is dus con grooto ge beurtenis, die voor de toekomst veel be looft." Do Provinciale Groninger Courant acht hot niet onwaarschijnlijk, dat het inkomen van enkelo bij uitstek belangrijke wetsvoordraohton in do Troon rede zal worden aangekondigd. „Hot is een bokcaido zaak, dat aan de regeling dor administratieve rechtspraak op het depar tement van justitie hard wordt voortgear- bedd en dat het den minister van binncn- landsche zaken omst is met zijn nieuwe ar beidswet; doch er is onder do reeds ingo- diendo voorstellen genoeg aanhangig, dat geschikt is, om, zelfs zoo do genoemde aan gelegenheden langer op zich doen wachten dan mag worden aangenomen, het zuuing- jaar, dat zijn intrede staat to doen, ie stempelen tot een, dat op de toestanden cn vorhoudingon een zcor bedangrijken invloed uitoefenen zal." Wat dit laatste betreft, wij?*t het blad in de eerste plaats en bovenal op het ontwerp van wet tot wijziging on aanvulling der hooger-ondorwijswet. Do commissie van voorbereiding voor deoo wetevoordracht sahijnt zoo ver met haar vóórarboid gevor derd, dat binnen zcot kort de openbare be raadslaging ovor dit voorstel mag worden verwacht Het geldt hior: meerdere vrijma king van hot bijzonder hooger onderwijs, mot andere woorden de oprichting van bij zondere leerstoelen aan do Staatsuniversi teiten en het doen vcrlecnen door bijzondere universiteiten van wetenschappelijke graden op den zelfden voet en met hotzolfdo rechts gevolg als op dit oogonblik do Rijksuniver siteiten hot vormogon te doen. Dat dc Ro- geering daarbij op den steun der meerder heid in de Tweede Kamer kan rekenen, aont hot Groningschc blad aannemelijk. En dat het overleg tusschon commissie van voorbe reiding en Regeering er toe zal leidon, dat op do hoofdzaak het vcrlecnenaan instcl- lingon of vereenigingon, van do vrijhoid tot liet. vestigen van eigen leerstoelen bij dc Rijksuniversiteiten on hot tookennen aan bijzondere universiteiten onder zekere voor waarden van hot hoogste recht, tot nu too alleen door do Rijksuniversiteiten en dio van Amsterdam bezeten, door do Regcoring zal worden teruggetreden of aan de oppo sitie, die in de commissie van voorbereiding in do minderheid is, ooncossics van belang zullen worden gedaan, is allerminst tc vcr- waclrton. „Hot zal daarom bij deze wolsvoor dracht vooral op do gedragslijn dor Eerste Kamer aankomen, die daardoor in liet aanstaand zitting jaar con rol te vorvullen krijgt, wel- lioht niet zonder invloed op do lotgeval len van con andere aangelegenheid, die be stemd schijnt aan do nieuwe parlementaire periode haar belang rijkheid tc bezorgen: do aanhangigo voorstellen tot Grondwets herziening." Do drie bekenclo voordellen hebben de strekking, voor hot algemeen kiesrecht de deur tc openen, en ook alle drie hebben het op do Eereto Kamer gemunt Het voor stel der sociaal-democraten wil don Senaat uit onze staatsinstellingen doen verdwij nen. Do g roep-D ru ckor wil hm schoei cn op meer democratische leeeh En ongetwij feld zal o€k dc groop-Borgcsius de inrich ting der Eerste Kamer in haar te verwach ten voorstel niot ongemoeid laten. „Nu kan men, merkt de Prov. Gron. Courant op, do samenstelling der Tweede Kamer in aanmerking genomen, op de ringers na rekenen, dat geen dor beide reeds aanhan gigo voorstellen kans hoeft te worden aange nomen en dat ook een dorde voorstel, als het zich in dezelfde lijn beweegt, gedoemd zal zijn ton onder te gaan. Maar de be langrijkheid van het genomen cn te nemen initiatief is daarom cr niet minder om, met name met het oog op dc gedragslijn, die do liberalen van alle gading tegenover de voorstellen, als zij Ln behandeling ko men, zullen volgen. „Do liberalen van alle gading. Op hun houding in dit zittingjaar komt zoo ont zaglijk veel voor de toekomst aan. Of dc liberale partij bij de nieuwe verkiezingen De Controleur schreef: Uit Leiden werd aan eenige bladen geschreven: „Dc heer H. Paul heeft zijn ontslag inge diend als wethouder der gemeente Leiden. Nadat de niefc-vrijzinnigo Raadsleden aan de vrijzinnige geschreven hadden, dat zij den liberalen wethouder Korevaar zullen herkiezen onder voorwaarde, dat een ander liberaal wethouder bedankte, heeft de heer Paul, als jongste lid van het Dagclijksch Bestuur, daarin aanleiding gevonden, om, ter wille van den heer Korevaar, zijn man daat ter beschikking van do tegenpartij te stellen." Den heer Paul komt een compliment toe voor deze daad van verstandige politiek, waardoor verbittering en halsstarrige par tijstrijd wordt voorkomen. Doch het geval «telt weer eens duidelijk in het licht, hoo alles hier te lande wordt opgeofferd aan den politickon strijd, die voor een groot deel niets anders is dan een ideologische strijd over geloofsfrazen. De taak van een wethouder is uitteraard geen andere dan een zuiver technische: het bijstaan van den burgemeester in zaken van uitsluitend practisch belang. De heer Paul is, als wij ons niet vergissen, een techni cus, en juist aan technische elementen heeft men, in het beheer van groote gemeenten, behoefte. Wat hebben, in vredesnaam, wa terleidingen, gasfabrieken c tq toch uit te staan met christelijke beginselen Bij do wethouderskeuze begint meer en meer de politiek het woord te voeren, zeer tot nadeel van dc practischc belangen der gemeentenaren, welke overgeleverd worden aan de ambtenaren, zonder voldoende des kundige controle. Het Vaderland bespreekt de brochure van prof. P. van Goor „Ons Hooger Onderwijs", speciaal wafc betreft de oplei ding voor do universiteiten. In do cersto plaats wordt in het artikel gelaakt, dat prof. Van. Geer stokstijf op zijn standpunt blijft staan, zonder notitio te ne- mon van do argumenten van anderen. „Als een paal boven water staat voor hem, dat hot Onveranderd gymnasium do cenigc weg mag wozen, dio leidt naar de Univer siteit, maar waarom voor aanstaande wis- cn natuurkundigen en artsen die langs de H.-B.-school ook niet goed kan zijn, verne men wij ook uit dit geschrift niet. Don toe gang tot de acadcmischo examens wil do 6chr. voor do hoogere-burgcr-scholicren ,,op even gemakkelijke wijze" (N. B.) verkrijg baar blijven stellen als thans het geval is, maar do sclir. neemt niet de minste notitio van het reeds dikwijls to berde gebrachto eenige bezwaar, dat i .t èn hoogst onbillijk èn geheel onnoodig is om bijv. een aanst. scheikundige zioh 2 3 jaar uitsluitend aan do studio der klassieke talen to doen wijden, waartoe hem bovendien misschien do aan leg en vrij natuurlijkde lust zal ont breken. „Gemakkelijk" wordt hot op die wij- zo den hoogero-burger-scholicr zokor niet ge maakt, waarvan het gevolg is, dat velen zich voor hun voortgezette studiën in wis- en na tuurkunde van de Polyt. School bedienen, waar zij eigenlijk niet thuis behooren en een sohadclijke overbevolking veroorzaken. Do schr. zou heb betreuren, „indien voor den toekomstigen geneeskundige of natuur kundige dc gymnasiale opleiding werd af gesloten en hij onverbiddelijk tot don weg over de H. B.-S. werd verwezen." Waarom? zoo vragen wij. Waarom, als daardoor do algemeen ontwikkelende pro- paedousis tevens meer in de lijn ligt van do latere studie? „Zulk ccn bokrompen opvat ting" moet do schr. },met kracht bestrijden." Waarom is dio opvatting bekrompen En waarom is bet niet „bekrompen" to meenen, dat do gymnasiale opleiding de eenig wa re is?" Prof. Van Geer kan zich niet voreenigen piet het voorstel om to beginnen met een gemeenschappelijke opleidingsschool voor do -èorsto jaren, om daarna to splitsen in gym nasium met klassieke talen en burgerschool mot natuurkundige vakken. „Ook langs dien omweg wordt voor de leerlingen der 2de categorie het gymnasium zoo goed als geheel afgesloten." Nu javraagt Het Va- Een goede afloop. Slot.) „0, doe maar niot alsof u dat niet wist. Waarom bent u hier gekomen, met welk oogmerk, als 't u blieft. Verbeeldt gij u nog, dal ik de blikken van vorstaudhouding tus- schen u on mUn dochter niet zag en niet opgemerkt heb, dat z\j u telkens teekena gaf gisteravond, toen ik met u over Eastbourne sprak? Ja, juffrouw Blount, door een vriend hob ik alles geboord. Gy waart do persoon, die er voor zorgde, dat mijn dochter en de jeugdige Richard Tomple elkaar kondon ont moeten, tijdens haar langer verblijf in East bourne. Door u werd hun dageiyksctae omgang Intiemer. Gij waart de tusschonpersoon, op wie do dwaze jongelui vertrouwden." Na den eorston schok, dien zijn beschuldi ging op mij teweegbracht, zag ik in, dat het moeilijke in mijn positie nog verontrustend erger geworden was, en het leek mi) het be3te, zijn aanval zoo goed mogolijk te pareeron. „Waarom vindt u liefde een verkeerd iets?" vroeg ik, terwijl ik my wat oprichtte om hem flink in de oogen te kunnen zien. Een moed, dio mijzelf evenveel verbaasde, als hy op hem indruk bleek te maken. „U hebt toch ook eons liefgehad? Wat hebt u tegen dien mijnheer Temple?" Ik sprak met overtuiging, hoewel ik in het duister tastte. ,0ch, het is gekheidi" bromde hy: „De jongen is veel to jong om aan trouwen te denken. En wat Jenny betreft, zy is nog echt een kindl" „Jeugd is een good gobrek, dat wordt iederen dag beter," zeide ik, hem steeds strak aanziende. „Hot is die heimeiyke manier van doen, die ik niet kan uitstaan," barstte by woedend los. „Al myn kinderen zUn hetzelfde, zoo slim als de duivel 1 Zy doen altijd dingen achter mijn rug!" „Juist," zeide ik, „en waarom? Omdat zy bang voor u 2yn. Als kinderen bang zyn voor hun vador, i> het altyd dio vader zyn eigen 6chuld. Neem Jenny nu eens, byvoorbeeld. Het meisje houdt van u en bewondert u, maar op een afstaDd; zy zou u dolgraag in vertrouwen nemen, maar durft niet. Ia dat geon schande? Nog gisteravond vertelde zy my, met tranen in de oogen, dat zy zoo heel graag een plaatsje in uw hart zou willen veroveren. Gy ziet alleen de uitwendige Jenny, omdat zy, volgens haar eigen bekentenis, geen kans ziet om uw vertrouwen te winnen. Zy is altyd bangl" Hy 8cheofi getroffen door myn woorden en begon ongeduldig do kamer op en neerteloopen. „Hebt u nog meer te zeggen?" vroeg by. „Ja. Als u wezeniyk denkt, dat zy van dien man houdt, en als er niets anders tegen hem is dan zyn leeftyd waarom beschouwt ge de zaak dan niet wat biliyker en met wat meer sympathie? Spreek er eens over met uw dochter, zooals een trouw vader zou doen. Geef haar door uw hardheid geen reden, om u te misleiden." Ik voelde, dat ik een kleur kreeg, terwyi ik hem aankeok met grooto oogen, die schit terden van opwinding. Myn haar was in de war en fladderde slordig om myn gezicht. Hy zette zich plotseling voor z[jn ezel en begon met naarstigon spoed te schetsen. „Weet ge wel," zeide hy, „dat u sedert jaren de eerste vrouw bent, die ronduit mot my durft spreken, die het waagt myn gedrag te beoordeolen? Het is soms wel goed vooreen menscb, om de opinie van buitenaf eens te hooron, on misschien hebt gy op «luk van zaken nog wel geiyk ook." „Jongo liefde ia geen verachteiyk iets," zoide ik. „Ge kunt van een aardig meisje als Jenny toch niet eerwachten, dat zy aan do pyien van Amor ontsnapt." Hy schilderde kalm voort, terwyi by by tusschenpoozen sprak en dan altyd over Jenny. Ik had geen lust om byzondorhoden over Eastbourne te vertellen. „Dat moet u haar zelf maar eens vragen," antwoordde ik dan. „Ik wil liever geen ge heimen verklappen." Toen de schots klaar was, vroeg hy my vriendeiyk of ik zyn dochter even by hem wilde sturen. „En zeg haar, dat zy niet bang behoeft to wezen," voegde hy er by. „Ik ben niet van plan haar een uitbrander te geven." Opgetogen vloog ik weg, om miss Bodding- ton te zoeken. „Wat is er?" vroeg zy. „Het ïykt wel of u iets heel prettigs hebt gehoord „Vertel me," zeide ik, terwyi ik myn han den op haar schouders legde, „vertel me nu eens eeriyk, houdt ge van Reginald Temple?" Eerst word zy bleek en toen vuurrood. Een oogonblik was ik bang, dat zy flauw zou vallen, maar zy viyde zich zachtjes togen my aan on ik meende zelfs, dat Ik haar hart hoorde kloppen. „Ja," fluisterde zy. „0, ik kan u niet zeggen, hoo innig veel ik van hem houd, maar papa wilde niet, dat hy hier kwam cn daarom, daarom Hier begaf haar stem haar, en do rest van den zin was niot to verstaan. „Sir Christopher is nu veel zachter gestemd," fluistorde ik. „Ga nu naar hem toe en vertol hom alles; bU hoorde van uw ontmoeting mot mynhoer Temple in Eastbourne en by wil nu graag, dat gy hom alles volledig bokent; hy beloofde, niot boos te zullen zyn." Ik duwde haar zachtjes het atelior binnen; het arme kind beefde over al baar leden. Toon de deur achter haar dicht was, smeekte ik Gods zegen voor haar af. Het scheen my een eeuwigen tyd, voordat zy terug kwam. Nooit zal lk haar gezicht van toen vergoten, do zachte, kalme uitdrukking er op maakte haar byzonder mooi. „Ik heb hem alles verteld," zei ze, „ook over u, juffrouw Cornish, on by was o zoo goed en lief. In plaats van boos te zyn, zoide by, dat by het zoo aardig van my vond om aan den tuin gedacht to hobben, on lk heb hem beloofd, hom nooit, neon, nooit meer te zullen misleiden. Reginald wordt do volgende maand op ons bal gevraagd. 0, ik ben u zoo innig dankbaar l" Zy sloeg haar armen om myn hals en om helsde my onstuimig. „Ik ben biy, dat ik ten minste niet voor niets gekomen ben," gaf ik ten antwoord. woder meerderheid zal worden, zal voor con goed deel, indien niot geheel, afhangen van do krachtsontwikkeling en do samen werking dor liboralo Kamerleden in de campagne, dio nu to beginnen staat. Go- lukt het de toonadering dor groepen tot stand t» brongen en de brug to bouwen voor do hcreeniging dor verdoolde elementen, dan kan do toekomst met hoop on vertrou wen worden to gemoet gegaan. En dat bet daartoo komen kan, blijven wij gclooven, zoo slechts in allo geledingen der liberale minderheid hot besef allee overheorsohond wordt, dat in de heerschappij der reactie hot grootste gevaar voor do toekomst van hot vaderland is golegon ©n van dit bceef in woord on daad getuigenis wordt afge legd. De liboralo minderheid komt in het in tredend zittingjaar tegenover wotsvoor- drachten to staan, waarbij zij zal kunnen toonen, dat „vernieuwing, horvorming, wasdom niot dan uit liboralo bron voort komt." Door haar 6tom on handelen do 1de- zersmasaa tot dit inzicht te brengen ia do dankbare taak, die voor haar is weggolegd. Door hot gelukkig volbrengen er van kan zij don weg plaveien voor de horUving van het liberaal-régime, voor het doen vorkee ren van haar minderheid in de meerdor- hoid van voorheen." Do Middelburgsche Courant gaf het vol gende losji voor waanwijzen: Wanneor eens aan con leek gevraagd was: Wien zoudt go bono omen als vertogon- woordigor van do Noderland- scho Rogooring bij hot Haagsche Arbitragohof, inzako do verdeeling van do golden, dio Vonozuola voor haar sohuldoischors heeft afgedonderd? dan zou de man waarschijnlijk antwoorden: Wol, daarvoor zou ik eens rondkijken onder do personon in ons land, die vorstand heb ben van internationaal reelat.. Men hoort cr wol eons op roomon, dat wij knappe lui in da4 vak onder onzo landgonooten bij do hand bobben. Maar daarmco zou hij bewijzen van der gelijke dingen niets te weten. Mon heeft het ondor „Benoemingen" kunnen lezen, dat onzo Regcoring daarvoor is gegaan naar... Konstantinopol, cn dat zjj benoemd heeft onzen gezant aldaar, mr. W. F. H. von Weoklierlin. Wanneer dezo werkelijk beter op de hoogte is van derge lijke financicelo beschikkingen dan anderen, waarom zou dan iemand or bezwaar tegen maken, dat de Regcoring hem wat ver weg haalt? Maar nu zullen misschien nicnschen, dio geen verstand van dio dingen hebben, do vraag opperen: Ja, maar heeft dio gezant t? K onstan tinopd niets to doen? Do cou ranten sprekon zoo raar van do toestanden in Turkije, en als onzo gezant zoo knap is in liet uitpluizen van ingewikkelde bolnn- genquocstics in een oorlogsland, zou hij <lan in K onstan tinopel niot van dionst kunnen z.ijn? Ook dio vraag is weer een bewijs, dat men niet op do hoogte is. Dc Maoedo- niörs en Turken zijn daar nu wel aan hot moorden on plunderen, dc spoorwegen wor den wel onveilig gemaakt, do schepen loe pen wel gevaar ongemerkt eon pa. r dyna- micibommcn mee aan boord te krijgen, aan do gezanten to Konstantinopol wordt wel door de Port© de raad gogeven z voor hun veiligheid te zorgenmaar dat doet er niets toe. „Buitonianclsch© Zaken" weet da.t immers voel boter to booordcclen dan con leek, en de benoeming bewijst, dat do bclangon van de talrijko Noderlandsoho onderdanen daar geen govaar 1 oopen, en dat onzo gezant gerust eon tijdjo van rijn standplaats afwe zig kan zijn om in Don Haag op to komen voor do belangen der Nodorlandsehc sdiuldeischcrs in Venezuela En is men nu zoo'n halsstarrig on vor stand, dat men zich door do kracht van zoo'n feit niot laat ovortuigon, dan stello men zich tevreden met do overweging, dat dc wegen van „Buitenlandscho Zakon" nu eenmaal anders z.ijn dan die van gewono zakon, cn dat men zich niet bezorgd moot maken, al lijken dio wegen ook geheim zinnig. „Ik zal altyd aan uw goluk denken, wannoor ik terugzie op myn bozook hier op Boddlng- ton Hall." „Papa ia van plan om u do schets lo geven," zoi zo. „Ik zal ze voor u laten oncadroeron hot ls bet mooiste stuk, dat lk ooit van hem gezien bob." Voordat ik heenging liet sir Christopher mU don tuin on zyn vordero bezittingen zion, maar, vreemd genoog, spraken we niet over tuinaangelogenhedon. Hot gesprek word van intiomor aard; hy sprak ovor zyn eenzaam heid, al9 Jenny niet meer bU hem zou wezen. Hy vroeg my, of ik nog oons terug wildo komen om hom te komen opzookon. Onzo oogon ontmoetten elkaar en hot schoon roy alsof hy zUn goheelo zlol voor mo blootlegde in dien langen, vragenden blik. Ik begreep niet hoe hot mogeiyk was, dat de vrouwen bang voor hom waren; myn hart klopte sneller, toen by myn hand vatte. Toen was het, alsof alle vogels in den tuin ineens begonnen to zingen en de zachte zonne stralen beschenen zyn gelaat als oen plech- tlgen gelukwen8ch. Woldra zullen er twee huwoiyken in do familie Boddington gesloten worden I Jenny'a bruidogom wordt beschouwd oud genoeg to zyn on haar vader vindt men een te ouden vryor voor een zeker meisje, wier haar het penseel van oon artiest bekoorde en wier bait door d:en nrtiost veroverd werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5