m. 13354. DE SOLLICITANT. Even na middernacht kwam de freule reeds van het bal bij de Burgdorffs terug. Haar kamenier en vertrouwelinge ontving haar met verbaasden blik „Komt u nu thuis, freule?" vroeg zij haar jonge meesteres. „Ja, zooals je ziet. En ik ben heel blij, dat ik eindelijk thuis ben. Het was het laatste bal in dit seizoen en voor mij te vens het laatste bal, waaraan ik heb deel genomen, Betty." De oude Betty keek de freule, toen zij deze woorden hoorde, een weinig ongeloo- vig aan. „Gaat u werkelijk een heel nieuw leven beginnen?" vroeg zij. Het beeldschoone meisje keek Betty met strenge blikken aan en zeide toen: „Weet je dan nóg niet, dat als ik een maal een besluit genomen heb, ik daar ook niet van afwijk? Ik heb het onbeduidende levon, dat ik tot wz to0 gevojrd heb, voor altijd vaarwel gezegd Ik vind, dat als men jong is, werkelijk jong is, men wel aan allerlei pretjes mag deelnemen, maar dat men, 7.00 gauw men een zekeren leeftijd heeft bereikt, er mede moet ophouden Morgenochtend komt mijn oude rentmees ter uit Steinfeld bij mij, met wien ik orde op mijn zaken zal stellen... Zeg tante van mij vaarwel, wanneer zij uit Italië terug komt... zend mijn koffers over naar mijn landgoed te Steinfeld. Vaarwel, Berlijn, vaartwel nietsbeteekenende heeren cn da mes uit de groote wereld; ik hoop van harte, dat jullie je nooit zult vervelen, zooals ik mij verveeld heb... En nu, goeden nacht, Betty, slaap lekker I" Toen freule Gertrude von Kromm den volgenden morgen, door een gezonden slaap verkwikt, aan de ontbijttafel verscheen, overhandigde Betty haar een zoo juist ge komen telegram. „Een telegram van tante?" riep het jon ge meisje verschrikt uit haastte zich het te openen. ,,0 neen, het is van mijn rentmeester, Betty," zeide zij gerustgesteld, zoodra zij het gelezen had. „Hij is ongesteld gewor den en kan vandaag r.ict hier komen". „Dat is een wenk van de Voorzienigheid, freule," merkte de kamenier op. „Neen, neen, juffrouw wijsneus, dat is het niet. Het is alleen maar wat lastig r.u ik.zal nu alles alleen moeten regelen... Die oude heer is in den laatsten tijd anders aar dig aan het sukkelen.... Het is maar geluk kig, dat hij zelf inziet, dat het voor hem het best is zijn betrekking gauw neer te leggen en kalmpjes bij zijn zoon te gaan in wonen. Ik had nog graag van zijn raad geprofiteerd, maar nu hij mij geen raad kan geven, zal ik de sollicitanten naar de rentmeestersbetrekking wel zelf ontvangen j en uit hen een keuzo doen.... Ik heb slechts een ijverig man noodig, die zijn plicht doet en zich in alles naar mijn bevolen schikt... Ik wil op mijn landgoed degene zijn, die de lakens uitdeelt; het zorgvuldige beheer mijner goederen zal van nu af mijn levens doel zijn 1" Betty keek haar jonge meesteres met af keurende blikken aan en toen zij eenige oogcnblikken later het theeservies naar de keuken bracht en nog even naar de treu rig voor zich uit starende freule keek, mom pelde zij: „Allemaal gekheid- Zij heeft geen rent meester noodig. Zij heeft een man noodig." Des middags, juist toen freule Gertrude met haar toilet gereed was, werd er go- scheld, waarop Betty in het boudoir van haar meesteres verscheen met de boodschap, dat een heer de freule wenschte te spreken. „Hij vroeg eer:naar meneer Arnold Werkman», die hem verzocht had hier bij hem te komen", zei de oude gedienstige geest. „Naar mijn rentmeester dus?" „Ja en toen ik hem zeide, dat meneer Werkmann ziek was geworden en vandaag niet komt, vroeg hij naar mevrouw von Lankenau naar alle waarschijnlijkheid, omdat de naam van uw tante op de deur staat en toen ik hem zeide, dat alleen 11 thuis bent, vroeg hij u te spreken." „Goed, laat hem maar binnenkomen." Freule Gertrude ontving den bezoeker in het vertrek, dat zij haar studeerkamer noemde, vermoedelijk, omdat zij daar altijd piano-speelde, schilderde en dichtte. Een lange, slanke jongeman trad binnen en boog diep voor het jonge meisje. „Neem mij niet kwalijk, freule, dat ik 11 kom storen," begon hij, „maar misschien kunt u mij ook inlichtingen geven. Ik kom namelijk om over de binnenkort openval lende betrekking van rentmeester op Stein feld to spreken." „Ik weet het. Ik ben zelf de eigenares van het landgoed." Nu keek de bezoeker op en voor de eerste maal zagen de beide jongelieden elkander aan... Zijn gelaat nam plotseling een uit drukking van de grootste verrassing aan, terwijl het hare eensklaps vuurrood werd.... Zoo stonden zij eenige oogenblikken zwij gend tegenover elkander. Doch Gertrude von Kromm had zich we der spoedig hersteld, reikte haar bezoeker de hand on zeide op vriendelijken toon: „Ik heet u hartelijk welkom hier, meneer Helmuth Wint:r". „Wat, freule, kent u mij nog?... En dat na zooveel jaren 1" riep de jonge man uit. „Ik ben een groote vijandin van huiche len, meneer Winter", antwoordde Gertru de, „en daarom zal ik u ook eerlijk beken nen, dat ik in de tien jaar, gedurende wel ke ik u niet meer heb gezien, dikwijls aan u heb gedacht. Ik ben heel blij u eindelijk weder te ontmoeten." Helmuth Winter greep nu de hand van het jonge meisje en drukte die aan zijn lippen... „Ga toch zitten, meneer Winter", verbrak de freule eindelijk het stilzwijgen. „Als ik zooeven goed begrepen heb, wenscht u rent meester op Steinfeld te worden, nictwaax?" „Juist,... dat wil zeggen..." „Spreek ronduit, meneer Winter, dop net als ik en verberg nieta". „Nu ja, freule. Ik was van plan naar de rentmeestersplaats te solliciteeren... Ik heb op uw annonce in de „Landwirtschaftliche Rundschau" gesohreven en mijn stukken naar uw tegenwoordigen rentmeester op Steinfeld gezonden, die mij verzocht heeft vanmiddag hier bij hem te komen, om aan de eigenares van het landgoed te worden voorgesteld... Had ik echter ook maar, eenigszins kunnen vermoeden, dat u de eige nares van Steinfeld bent, freule, dan..." „Dan zoudt u zeker niet gesolliciteerd hebben, wilt u zeker zeggen, is het niet?" vulde Gertrude aan, toen Winter eensklaps zijn zin afbrak. De jonge man knikte bevestigend met het« hoofd. „En waarom, meneer Winter?" vroeg de j freule. „Om welke reden zoudt u dhn niet op mijn advertentie geschreven hebben?..» Het is een goed bezoldigde betrekking en ik wensch een vlijtig, kundig man, zooals u er zeker een bent, tot rentmeester te be-, noemen... Zeg mij nu, waarom u niet gesol- liciteerd zoudt hebben, als u geweten hadt, dat ik de eigenares van Steinfeld ben.... Omdat ik u ken, misschien?En juist' dat is voor mij de beste ^waarborgdat maakt het onnoodig, dat ik uw stukken in zie." Winter zweeg en zag de jonge vrouw met verbaasde blikken aan. „Mijn woorden en mijn mpnier van op- treden tegenover u, verbazen u, meneer j Winter," vervolgde Gertrude... „U staat er verwonderd over, dat cr uit het nietsbe- teekenende nufje, dat u tien jaar geleden gekend hebt, een vrouw is gegroeid, die den moed heeft alles openhartig te zeggen, wat zij denkt. Hot toeval heeft u op een gelukkig tijdstip hier gebracht.... Ik ben' vandaag juist met een geheel nieuw leven begonnen... Ik heb besloten mij op mijn landgoed terug te trekken en nimmer meer aan bals of eenig ander ïjdel vermaak deel te nemen... Mijn levensdoel is voortaan mijn landgoed zoo goed mogelijk te bekec- ren, hierin ter zijde gestaan door een eer lijken, werkzamen rentmeester Tien jaar lang heb ik naar zoo'n nuttig, geregeld le- ven verlangd, nadat ik eerst onder de vele heeren, die naar mijn hart en vooral naar mijn geld dongen, gezocht heb naar iemand, van wien ik werkelijk zou kunnen houden... Maar het gelukte mij niet er zoo een te vin den en waarschijnlijk kwam dit, doordat ik in mijn binnenste een oude herinnering be waarde, dat ik voortdurend de beeltenis van een zeker iemand voor mijn oogen had... Ik heb wat afleiding trachten te zoe ken en ben gaan piano-cpelen, schilderen, schrijven, ja zelfs dichten..." Na deze woorden gezegd te hebben weeB de freule naar de schrijftafel, waarop ver schillende beschreven vellen papier lagen. Zijn blikken volgden haar hand en eens klaps nam zijn gelaat een uitdrifkking van groote verrassing aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 11