Wekeiyksehe Kalender. RECEPT. Raadgeving;. Stofgoud. ALLERLE8. van een lapje linnen (zakdoek) bedient, om het afglijden te voorkomen Aan de zoo i vastgehouden tong oefent niv.n rhythmische 'trekkingen uit, ongevoer 15 20 per mi nuut, afgewisseld door verslappingen. Het is noodig bij de trekkingen de tong flink uit den mond te doen tredenook moet men er zich van verzekeren, dat de trekkin gen niet alleen op de punt, maar vooral ook op den wortel van de tong inwerken. Deze bewerking, waarbij vooral alle ruw heid moet worden vermeden, wordt zoo 'spoedig mogelijk ingesteld en gedurende 15 minuten voortgezet. In den regel ziet men ,na 2 k 3 minuten dc ademhaling weer in treden, die langzamerhand dieper wordt. Het is vooral dan noodig de overige metho den, waaronder de kunstmatige ademhaling en krachtige wrijvingen, te laten volgen, waarbij men tevens zoo mogelijk de trek kingen aan de tong blijft voortzetten. Met zijn methode is Laborde er in ge slaagd een drenkeling, die 10 minuten ou- ,der water was geweest, na 3 uur nog in het 'leven terug te roepen. Merkwaardig is het geval van den hond, die na cHloroformnarcose bepaald dood was; geen enkel levensverschijnsel kon meer wor den geconstateerd, alle reflexen waren op geheven. Door toevallige omstandigheden kon eerst 5 minuten na den ,,dood" met 'het rhythmisch trekken aan de tong worden begonnen. Toen na 11/2 uur alle pogingen vruchteloos bleven, meende Laborde deze te kunnen staken, maar het laboratorium- knechtje, dat onwankelbaar vertrouwen had in zijns meesters kunst, zette de pogingen voort, en slaagde er in na 21/2 uur het leven terug te roepen." Zondag. i Door overmatige verbeeldingskracht wordt soms een ader in ons brein getroffen. Wan neer de verbeelding te veel werkt, wordt ie ader gekweld en wanneer zij breekt, ont staat er waanzin en razernij. Maandag. Het leven en de liefde hebben hun school en de toekomst slechts kan toonen wat wij 'in haar leerden. Dingdag. Als de papieren ik bedoel geldswaar dige papieren rijzen, dan gebeurt het vaak, dat de bezitters er van gaan dalen. Woensdag. Zwakheid is een kracht, die den sterksten geest ten val brengt, zoo men haar niet on verbiddelijk afwijst. Donderdag. Een booze neiging is eerst een voorbij ganger, vervolgens een gast, later een gebieder.. Vrijdag. Als men tegenwoordig bij iemand karak ter ontdekt, meent men dadelijk met een zonderling te doen te hebben. Zaterdag. Zouden toevallige gebeurtenissen samen hang hebben en dat, wat wij noodlot noe- :men, enkel toeval zijn? Witte haren en zenuwachtigheid. i Dikwijls kan men waarnemen, dat ten ge volge van zenuwlijden het haar verkleurt. Vrij algemeen neemt men aan, dat het wit- worden der haren vóór den daarvoor meer aangewezen leeftijd i gevolg is van aan- houdende inspanning der zenuwen. Dikwijls valt het haar ook ten gevolge van aanvallen van zenuwlijden uit. Ook heert men lijders gezien, bij wie het haar tijdelijk verkleurde. Bij een heer, die dikwijls aan aangczichta- pijn leed, werden de wenkbrauwen en soms ook een gedeelte van het haar, telkens als hij last had van die aanvallen, wit, welke kleur binnen weinige dagen weer verdween, terwijl het haar zijn gewone kleur herkreeg. Evenzoo werd bij een dame telkens na een aanval van zenuwhoofdpijn het haar wit. Ook bij haar evenwel hernam het, als zij weer hersteld was, zijn gewone, donkerbrui ne klour. Een medewerker van het Neurologi- sches Zentralblatt" deelde een geval mede, dat hij onlangs heeft waargenomen. Bij den bewusten patient kwam telkens tijdens een zenuwaanval in het overljens donkere haar een witte streep van drie centimeters breed. Was de aanval voorbij, dan nam het haar weer zijn gewone kleur aan. Een microscopisch onderzoek van zulk haar toonde aan, dat zich tijdens de opge wondenheid meer lucht in het haar bevond. Het pigment ,dat, zooals men weet, de kleur van het haar vormt, was in normale hoe veelheid aanwezig. Verdreef men de lucht door water, dan nam het haar zijn oor spronkelijke kleur weer aan. De oorzaak van dit merkwaardig ver schijnsel ligt waarschijnlijk in een prikke ling van zekere huidzonuwen, en wel door een stofwisselingsgif, dat misschien ook de overige ziekteverschijnselen te voorschijn riep. Wentelteefjes. Snijd dunne schijfjes brood, geef ze den vorm, dien ge verkiest, en laat ze gedu rende een kwartier in melk, waarin suiker, en waarop een paar druppels oranje bloesem. Daarna dompelt gij elk stuk brood in drie goed geklopte eieren, waarbij sui ker en geraspte citroenschil. 'Bak deze sneetjes brood in goede boter en zorg, dat zij een mooie goudgele kleur krijgen. Laat op papier het overtollige vet afdruipen en stapel de wentelteefjes op elkaar. Presen teer ze zoo warm mogelijk, bestrooid met suiker. Bevestiging van losse tanden. Een eenvoudig middel, dat dikwijls baat, is het spoelen van den mond met een op lossing van een weinig aluin in rooden wijn, door koking verkregen. Leeft alsof gij morgen sterven moest; streeft alsof gij onsterflijk waart. Gei bel. Vernuft staat tot verstand als een keu kenboek tot een pastei. Ludwig Börne. Voor den waren mensch is het een smart, in zichzelf afdalende, iets hols en onvol daans te vinden naarmate hij in de oogen van anderen volkomen scheen. L. S t e y n. „ffwiemc/t." Op een meisjesschool geeft een jong ondorwijzer les in de aard rijkskunde. Onder de bakvischjes zijn er met alleraardigste gezichtjes, en de jeug dige leeraar is niet geheel en al ongevoelig voor vrouwelijk schoon. De ondeugende bakvischjes, (,,Cet &ge est sans pitié) dit bemerkend, jagen hem nu en dan eens een blos op de wangen, en zoo gebeurde het eens, dat hij, geheel in de war zijnde, aan een zijner discipelen vraagt: Azalea, wat weet gij van de Arnoren?" („Arnalia, wat weet gij van de Azorenl") Uit de Icazerne. Luitenant (op een sme- rigen soldaat wijzend'): „Hoe heet die vuil poets?" Onderofficier: „De man heet Vorken, lui* tenant." Luitenant: „Vorken? Dan is de kerel met een drukfout op de wereld gekomen." Agent (van een verzekeringsmaatschap pij): „Hoe hoog wil je je huis verzekeren?" Boer: „Nou me dunkt zoo tot aan den schoorsteen." Leeraar: „Dus, ideaal is eigenlijk een Grieksck woord. Noem mij eens een Hol- landsch woord daarvoor, Marie 1" Marie (blozend)Karei Mama: „Jantje, je zei, dat Lize het leeu wendeel van dezen sinaasappel zou krijgen, en nu heb je haar niets gegeven." Jantje: „Maar, mama, leeuwen eten ook geen sinaasappelen." Vreemdeling: „Zoudt u zoo goed willen zijn, mij den weg naar het station te wij zen?" Agent: „Dat is niet moeilijk te vinden. Gij loopt die straat daar ginds tot aan het einde toe af, dan zult ge aan uw linker hand op den hoek een klein kruideniers- winkeltje zien; nu, daar vlak tegenover, dat groote, hooge gebouw met de torens, is het station." Een Advertentie. Een buitenplaats te huur in een heerlijke streek, met spoorweg en stoombootstation, bosschen en meren, waterleiding en badplaats, alles in huis. Landelijke diagnose. Jochem: „Ik weet maar niet wat ik scheel, Hannes. Ik ben verkouden en ik hoest en overal doet het me zeer." Hannes: „Dat. geeft niets; wie bij dit hon donweer niet ziek is, die is niet gezond." Radeloos. Ik heb vandaag t" "ee brieven afgezonden, den oenen aan mijn makelaar, wien ik vroeg, of hij mij voor gek aanzag, en den anderen aan een meisje, dat ik om haar hand vroeg. Tijdens mijn afwezigheid tele- phoneert één van beiden „ja." En nu weet ik niet, van wie het antwoord kwam L Een verzuchting. Vrouw (met een nieuwen hoed thuiskomende): „Dit is het laatste model, Piet." Man: „Gave de Hemel, dat het zoo ware 1" Ver van elkaar. A.„Wat zijn uw beide zoons toch geworden?" B.: „Zij konden het volstrekt niet mei elkaar vinden; daarom is de een luchtschip per en de ander duiker geworden." Op t Concert. Dame: „Wat wordt ©r nu gegeven?" Heer: „De negende symphonic, mevrouw."' Dame: „De negende al? Dat kan onmo gelijk!... wij waren precies om acht uur hier 1" Ook een bureaucraat. Woordvoerder der deputatie: „Wij veroorloven ons u eer biedig goluk te wenschen met uw 25-jarig..." Bureaucraat: „Al welAl welGeef maar hier jelui beker of wat het is en nu aan het werk; het is al kwart over tienen." Antwoord op de Opgave in het vorig Zondagsblad De ontbrekende woorden zijn: kok, Otto, Reinier, Anna., Ada, remmer, mom, daad, dood, lepel, pap, pop, non, 't sist, redder, sijs, pip, kik, dood, raar, pijp, ebbe. VRAAG. Wat is hei langste beest? [Antwoord in het volgend Zondagsblad].

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 14