No. 1334a LEIDSCH DACBLAD, WOENSDAG 26 AUCUSTUST- TWEEDE BLAD. Anno 1903. PERSOVERZICHT, FEUILLETON. De "Wondersteen. Gemengd Nieuws. overvloedig voor wijkgobouwe® en philanthrop iscue doeleinden van bet hunne geven, maar zich onttrekken, waar gevraagd -vordt bijv. voor een nieuw kerkgebouw. Een vriend deelde onlangs mede, dat hij tegelijkertij 1 een gift had ge vraagd voor een te stichten nieuwe kerk, en een voor een hulpbehoevend meisje. Hij ont ving voor het eerste doel een gift van vijf gulden; voor het tweede vier giften elk van f 25. Bij de Roomschcn en „Gerefor meerden" staat do Kerk bovenaan, bij ons do philantbrop ie cai do inwendige Zending. Daardoor ontslipt aan onze Kerk op don duur alle macht over het volksleven." En dr. T. sluit dan met deze woordon: Nicuwo korken en meerdere predikanten moeten er evengoed zijn als Tehuizen, asyls en 6cholcn. Onze vrienden mogen dat wel cons meer gaan bedenkod." Als do Kroniekschrijver zegt, dat do Her vormden liever gevon voor philantbropischo doeleinden dan voor een nieuw kerkgebouw, dan heeft hij volkomen gelijkmaar aan wie de schuld? Is het geen feit, dat de Kerk onder toelating van het hoogste Kerkbe stuur hoo langer zoo meer omgezet wordt in een belijdenisloos allegaartje, waar alle mcc- ningen tot do beslist anti-christelijke toe ge lijk recht hebben, en dat degenen, die aan de Kerk haar eigenaardig karakter terug wonschon te geven, zeer beslist door het lioogsto Kerkbestuur worden afgewezen, door dr. Bronsveld zelfs met de meeste fel heid? Zou men denkon, dat zoo iets geen invloed heeft op de Gemeente; dat zoo'n wijze van handelen niet doodend is voer alle kerkelijk besef cn leven? De onverschillig heid voor de Kerk als Kerk neemt veront rustend toe. En wat kan het belangstellend hart ook voelen voor een Veneoniging van ,,Elck wat wils"? Zoo'n Verceniging kan geen warmte, geen geestdrift wekken. En nieuwe Kerkgebouwen cn meer predi kanten zijn als zoodanig geen geneesmiddel voor do kerkelijko blocd-armoedc. Dit mocht dr. B. ook wel eens meer gaan' bedenken. De Zeeuw wees op het feit, dat jonge onderwijzers en onderwijzeres- sen, nu ze gcesn plaats kunnen krijgen aan dc Openbare School, gaan sollioiteeron aan de C h r is to 1 ij k e, en sprak dan do hoop uit, dat de besturen van Christelijke scho len, alvorens te benoemen, eerst zullen in- formcercn bij do redactiën der anti-rev. bladen cn bij da hoofden der Chr. School ter plaatse, waar do sollicitan 1(e) woont. Wij kennen jongelui uit Christelijke of zoogenaamd Christelijke gezinnen, die, in de sfeer der openbare school groot gewor den, niets voelen voor Christelijk onder wijs; wier benoeming aan een Christelijke school wij derhalve een ramp voor dio school zouden achten. s,De Christelijke Onderwijzer vorhaalt iets nog veel ergere. Namelijk, dat aan twee Christelijke scholen twee Openbare onder- wijzere ziin benoemd (waarvan één Bonds lid en Sociaal-Democraat) mot. voorbij gang van Christelijke onderwijzers, die naar die betrekking sollioiteerde® 1 Wat dr. De Visser ten vorigen jare te Middelburg reeds openlijk uitsprak to vree- zen, dreigt nu reeds hier en daar te zullen worden bewaarheid, dat er op de Christe lijke soholen jongelui komen, die er niet behooren. Liever zagen wij een Christelijke school tc gronde gaan. dan dat daar onderwijzers werkzaam werden gesteld, die in dat heer lijke. veelomvattende werk van het Gnristc- lijk Onderwijs den Heorc niet van gan- eoher harte wensehen te dienen. Standaard en Christelijk Schoolblad mo gen in dezen getrouw en herhaaldelijk blij ven waarschuwen De Bodeorgaan van den Bond van Nc- derlandscho Onderwijzers, schrijft omtrent het ontsla g-L i n d o m a n: Opnieuw een slachtoffer der spoorwegsta king alzoo. Tusschen zijn geval cn de voor- gaando is dit verschil, dat hij door dc Re- gec-ring werd ontslagen, de anderen door gemeenteraden of spoorwegdirecties. Wij wozen er al vroeger op, dat ,,ook rijksamb tenaren ter verantwoording waren geroe pen", en hadden reeds toen o. a. den heer L. op het oog. Do loop, dien deze zaak heeft genomen, heeft onze overtuiging versterkt, dat het vooral de Regeering is, die de ketterjacht houdt. En de rijksambtenaren in de eerste plaats, wier lot in handen is van één man, kunnen niet weer gerust zijn vóór dit mi nisterie aftreodt of door de publieke opinie gedwongen wordt zijn jacht op te geven. Toch worden ook wij voor de vastheid on zer positie voor dit alternatief gesteld. Af hankelijk eensdeels van een rijksschooïtoe- zicht, dat, bestaand© uit ambtenaren, die over het algemeen de „ambtonaarspolitiek" dc beste vinden, geneigd is zich te regelen naar wat ,,am höchster Stelle" geschiedt, anderdeels van gemeenteraden, die maar al te weinig blijk geven van een zelfstandige opvatting, waar do gezogsquaestie aan do orde is, staan wij slechts weinig veiliger dan onze rijkscollega's. Daarom zal het ook voor ons de tank zijn, de partijen, waaruit dit ministerie is sar mengcsteld, zooveel mogelijk te bestrijden, cn dc algemeen© opinie te winnen voor de vrijheid van den ambtenaar, 't Ware to wensehen, dat deze leuze nu eens werd aan geheven door alle oppositiepartijen, en dat, mede om hiertoe te geraken, ook de Ycree- niging van leeraren bij liet middelbaar on derwijs zioh de zaak van den heer L. aan trok. Zij onder onze leden, die bet standpunt onzer vakvereeniging, welke altijd voor dc- zo vrijhoid streed, onjuist vindcil en de re actie versterkten door allerlei redencorin- gen, dio om do zaak heendraaiden, moe ten nu hebben ingezien, dat het niet het be lang van bet onderwijs is, hetwelk onze autoriteiten aanzet tot. maatregelen als sohorsing en ontslag. Over den heer L., leoraar aan do Rijk6-landbouwschool te WageningeU, is als onderwijzer niet gespro- kon; dc ambtenaar in hem moest het ont golden. Wc vinden dit zeer natuurlijk: een re,pee ring, dio haar macht ziet bedreig*"! of haar traoht te versierkon, en die do ambtenaren beschouwt, niet als dienaren der gemeen schap, dooh als ondergeschikten der tooval- ligo meerderheid, moet hen als lakeien be handelen en wegjagen, als ze de meerder heid trachten te verschuiven. Wie hiortegen niet protesteert, mist o. i. eiken onafhankelijkheidszin. Maar wie, niet nog om zichzelf, want, een man doet onder elke omstandigheid als de heer L. heeft gedaan, doch vooral om de groote meerder heid, die buigt als van boven gewold wordt gebruikt, zedelijke ontaarding wil tegen gaan ondor een korps, dat in onze maat schappij een steeds gewichtiger rol vervult, hij komo in opstand om de aloude Nc- dcrlandsohc vrijheden" to verdedigen. Domela Nieuwenhuis schrijft hot volgen de in De Vrije Socialist: Dc Maasbode wijst ct op, dat het toch wel wat erg is, dat de slachtoffers der wor kstaking aan hun lot worden overgelaten cn de hecren naar Briisscl gaan per extra-trein om pret to maken. Dat blad doet de nuchtere vraag: ;,Zou het niet meer solidariteit getoond hebben, als de hcoreu socialisten het geld, dat dit uitstapje hun kostte, aangewend h dden ten bate van hun hongerende sl ach toffere, dc ontslagen spoorweg,,koolies" „Laat men eerlijk erkennen, dat er veel waarheid schuilt in dit verwijt. In liet Zondagsblad van Het Volk ziet men Kuyper in reisgewaad en daarnaast een arm slachtoffer der werkstaking met een kind op don arm en een huilende vrouw naast zich met een jongentje met hun arm boeltje op straat gezot.. Een tref fende teekening, die indruk moet maken. En in do toelichting staat: „Waarheen? Vraagt dr. Kuyper, die in Tyrol zomcrvacantic geniet. „Waarheen? Vraagt liet door den huis heer van zijn woning gebette gezin van den ontslagen spoorwegman." Zet in plaats van Kuyper de figuur van Troelstra mot zijn volgelingen per extra- trein naar Brussel gaarde en de tegenstel ling is oven juist on toepasselijk. De tceke- naar trof zijn eigen partijgenooton door zijn treffende teekening. Er is in de anti-rev. pers nogal verschil van gevoelen ontstaan over de geschiktheid eener benoeming. Onlangs is nl. een onderwijzer bij het Christelijk Onderwijs benoemd tot directeur der Rijks-normaallessen te Kampen. En nu vin den dezen goed, dat de Regeering ook ten dezen onpartijdig is en bet Openbaar Onder wijs niet geheel in handen der vrijzinnigen laat, terwijl genen oordeelen, dat een Chris ten niet mag meewerken aan het neutraal onderwijs, en lnj dit daardoor in de hand werkt. Prof. Fabius, te Amsterdam, schrijft >n 'dc anti-rev. 11 otterdammer: Ten volle deel ik uw meening, dat den Minisber in dezen geen verwijt kan treffen. Toch wijst ook deze zaak op den bedenke- 1 ijken toestand, waarin het Christelijk On derwijs verkeert, hieruit voortspruitende» dat het Openbaar Onderwijs, hoewel feite* 1 ij k staande op vrijzinnigen grondslag, of althans in dienst der vrijzinnigheid, toch wo t tel ij k voor allen bestemd heet. De Regeering nu moet zich aan dit laat- ,ste houden. Volkomen correct handelt zij dan -ook, door te trachten uit alle kringen personen aan het Openbaar Onderwijs te verbinden. Aan dit onderwijs in alle zijn vertakkin gen. Wat toch voor het Lager Onderwijs geldt, is zeker niet minder op het Hooger Onder wijs van toepassing. Ook daarbij ware het vreemd, zoo dc Re geering uitsluitend aan vrijzinnigen ter benoeming dacht. Van liet standpunt der Regeering zoude bet zelfs alleszins begrijpelijk zijn, als zij ook trachtte hoogleeraren dor Vrije Univcr- Rito.it a.m een openbare Universiteit te ver binden, en principieele Roomschcn daar voor tc winnen. Maar zoo blijkt dan ook, hoe juist nu Jiot Christelijk Onderwijs aan bijzo-der ge vaar bloot staat.. Dit Ministerie zou, door wettelijk geheel correct te werk tc gaan, aan het C" "stelijk Onderwijs een zeer gcvocligen slag kunnen toebrengen. Door onkelö personen van Christelijke belijdenis aan het Openbaar Onderwijs 'e verbinden, zou dit in algemcencn geest niet .veranderen; hot Lager Onderwijs niet, vijl hier de wet de richting bepaalt; en het Hooger Onderwijs niet, daar de algemcene stroom niet licht door één of twee perso nen gekeerd wordt. En het Christelijk deel des volks, ook niet altijd afkeerig van het bewandelen van 'den gemakkolijken, schoon minder goeden weg, zou zich spoedig voor een deel vleien met de voorstelling, dat thans do openbare inrichtingen toch werkelijk zoo kwaad niet waren. Ja, wie wcot, straks heette het wellicht C'hriftlcïrpliolit mee te werken tot het ver overen van die inrichtingen voor dc ohriste- liike belijdenis! Inderdaad hier is gevaar; p c r i c il ium i n mora Juist waar cenerzijds de Regeering moet trachten ook anti-vrijzinnigen in het Open bare Onderwijs op to nemen, dringt te ster ker de noodzakelijkheid van zeer principi eel-* wijziging in den geheelen toestand. We kunnen niet behouden openbare in- fiMlingen. die, wel verre van een onderge schikte plaats in te nemen, op den voor grond staan, en, hoezeer wettelijk voor alW toegankelijk, feitelijk in dienst der vrijzinnigheid zijn, en zullen blijven... T n den toestand van hot Open bare Onderwijs moet verande ring k o m e n. Zoolang dat niet geschiedt, wordt juist onder dit ministerie het vriie onderwijs met te grootcr gevaar bedreigd." Tn Dc Niniwe Sprokkelaar lezen wij on der het hoofd: „Aan wie de schuld 1" het •volgende: Dr. Bronsveld zegt in zijn Augustus Kro niek het. volgende; ,,'t Ts opmerkeliik dat zoo vele welgezinde en vermogende leden der Kerk gaarne cn 19) Paul wendde zijn hoofd af om zijn zoon niet het gonoegen te laten zion, dat deze vraag hom deed. Daarom antwoordde hij met een poging om er onverschillig uit to zien: „Ik ben hier gekomen met precies vyf shilling en er is niets meer van ovor." „Duivels!" zei Dick, „dat gaat good. Hoo hobt u dat aangelegd, om dat er in een week door to jassen?" „Het is opgegaan, voor zooveel ik er van bogreep, aan konynen en witte muizen." zei de heer Bultitude. „Er waren jongens, die er aanspraak op maakten als gold, dat zo jou betaald hadden." „Dat is uw eigen schuld," zei Dick, „u stondt er op, dat ze verdronken werden. Maar u hebt geld noodig Hoeveel? Is een halvo kroon genoeg?" „Een halvo kroon is niet veelj Dick," ant woordde zyn vader onderdanig. „Het is een ruirao toelage voor eon jongen als jy," zei Dick nogal onvriendelijk, „maar ik heb geon halve kroon meer over; daarom zal ik je dit maar geven." En hij hield een sovereign in do boogto, zonder een oogenblik to denkon wat dat geld stuk voor Paul beteekendo, die het wegriste zoDdor evonwel dankbaarheid to voelen. „En nu, donk er om," zei Dick, „ik hoor Grim; bedenk wat ik u gezegd heb." Dr. Grimstone kwam binnen met het uiter lijk van iemand, die een pijnlijke boodschap heoft te brengen. Hl) kreeg een lichten schok, toen hij hot uiterlijk en de kleeding van zjjn bozoeker in het oog kreeg. „Ik hóóp," begon by ernstig, „dat uw zoon mii do pijn heeft bespaard, van in de détails van zijn wangedrag te ireden. Hot spijt mo, dat ik geen gunstiger berichten omtrent hem heb te geven." Dick was blykbaar en niettegenstaande zjjn veranderde omstandigheden heelemaal nietop zyn gemak in het bjjzjjn van zyn vroegeren ouderwijzer. Hy stond op hot haardkleedje, werd erg rood in zijn gezicht en weigerde absoluut, van den grond op to zien. „Ja, ja," kon hy er ton 6lotte uitbrengen, „ik hoor, dat u op het punt stond om hom een pak rammel te geven, toen ik verschoon." „Ik vond myzelf genoodzaakt," zei de directeur, die lichtelyk geërgerd werd door dezo vulgaire manier om de zaak voor te 6tellen, „om oen tuchtiging toe te dionen (met het oog op zyn latero welzyn) in tegenwoor digheid van zyn medescholieren. Ik zie, dat ik u smart door myn mededeeling, maar de waarheid dient gezegd. Hy heeft waarschyniyk zyn misslag bekend 1" „Nee," zei Dick, „dat heeft ie niet. Wat heeft ie nou weer uitgehaald?" „Ik hoopte, dat hy meer openhartig, meer recht door zee geweest was tegenover een vader, die zich zoo vaak welwillend heeft betoond. Wol, dan moet ik liot zolf vertollen. Ik weet maar al te zeer, dat ik uw moreele gevoelens op een pyniyko wyze moot schokkon, myn waarde heer Bultitude (Dick toonde hier grooto neiging om te gaan gichelen), maar ik moet hier het treurige feit vermelden, dat ik dezen ongelukkigen jongen op heoterdaad heb be trapt, terwijl hy bezig was een soort van liefdes- correspondentie te voeren met een jonge dame in een gebouw, aan den eeredienat gewijd." „0, maar dat is workelyk verschrikkeiyk," riep Dick uit, en Ly schudd9 het hoofd tegen zyn woodenden vader, die dozen huichelaar niot aan de kaak durfdo stellen. „Dat is iots, wat hy heelemaal niet had behooren te doen, vindt u nou wel? En op zyn leeftijd 1" „Dezen afschuw had ik wel van u verwacht," zei de directeur, dio zich in werkeiykheid orgerde, dat Dlck de zaak zoo pacifiek opvatte. Paul kon zich van woede byna niet meer inhouden. „Ja, ja," vervolgde Dick, „die jongen zal myn hart nog eens doen breken, als hy zoo door gaat. Maar we moeten hem maar niet ol te streng lekandelen, vindt u niet? Want foitelyk ligt het toch maar in de menscheiyke natuur, niot waar?" „Wat bedoelt u?" vroeg de directeur onthutst. „Ik wil maar zeggen," legde Dick uit (en hy had den directeur byna een duw in de ribben gegeven), „dat wy bet zelf ook gedaan hebben, toon wy jong waren. Ik weet niet hoe dikwyis wel." „Ik behoef mezelf niets van dien aard te verwyten, mynheer Bultitude," zei de direc teur uit de hoogte. „En sta mo toe te zeggen, dat zulk een wyze ora de zaak te behandelen, het govolg hoeft van de uitwerking geheel te niet te doen van uw verontwaardiging van zoo straks." „0 juist," zei Dick, die voelde, dat hy een flater had begaan. „Maar wat ik zeggen wil, u heeft hem die rammeling nog niet gegeven, is hot wel?" „Ik was juist op het punt om een wandel stok voor dat doel te halen, toen uw naam werd aangekondigd." „Nu wou ik vragen: Bent u van plan, om weer te beginnen als ik weg ben?'' Het Volk is woedend om die opmerking, spreekt van adders, enz. maar... dit gezwets werpt do juistheid van het verwijt niet om ver." Dc Standaard meent, dat het wetsont werp betreffende do landbouwraden een geschikte gelegenheid biedt om to trach ten op onkole hoofdpunten van deze mate- rio tot eenstemmigheid te lcomon, zij het da® bijwijze van compromis. Wanneer het, zegt het blad, dc bedoeling is om do zaak tot een voor den landbouw ge- wenscht einde to brengen, dan is nóg dc overtuiging van De Standaarddat Rc- gcering en Kamer op den grondslag van het wetsontwerp, bij over cn weer toegeven, tot een bevredigend resultaat zullen komen. Het blad beschouwt dan nadov, waarover eigenlijk de verschilpunten loopen. En on der dezo noemt hot do vraag of er alleon landbouwraden, dan wel kaï-crs van land bouw of districtsraden met lnndcouwraden zullen zijn; de quaestio der veldarbcidcrs: Zulle® zij al of niet in do landbouv,verte genwoordiging worden opgenomen? Voorts dc raag of do gekozene® voor de landbouw raden al of niet landbouwers zullen zijn. Maar dezo geschilpunten zijn voor De Stan daard niet do hoofdzaak. H. i. behoort het wetsontwerp te worden aangenomen, ook al blijft het stelsel der Regeering be treffende d.' wijze va® vertegenwoordiging in landbouwraden, het buitenvallen van do veldarbeidere, het verkiezen ook van nict- landbouwers, cn andere onderdooien van deze materie, ongewijzigd. Hoofdzaak is voor De Standaard van den aanvang af geweest de kiesbevoegdheid; de vraag wie aan de samenstelling van de Landbouwradon zullen meewerken. Van do twee, in het Yoorloopig Verslag ontwik kelde, stelsels: rechtstreeksche cn indirecte of getrapte verkiezingen, staat hot antire volutionaire orgaan met overtuiging het eerst© voor: .Wordt het andere st A gevolgd, dan krijgen wc te® slotte provinciale landbouw- comitc's, waarvoor het gros van dc land bouwers niets zal voelen cn dio dus niet aan liet doel, hetwelk dc Regeering met dc iand- bouwvertegenwoordiging beoogt, zullen be antwoorden. Hot is oen bekend feit, dat in dc meeste landbouwmaatschappijen het hcc- rcn-elcment qualitntief althans wat be treft de kunst van spreken het sterkst vertegenwoordigd is. j meeste landbouwers durve® tegenover al de geleerdheid der hoe ren hun ,.boeren-licbt" niet te laten schij nen. G..Jer collega's, onder hun eigen volkje, kunnen ze welsprekend, zij het dan zc zijn, heel natuurlijk, niet op hun gemak, cn over de landbouwzaken oordcelcnmaar ze zijn heel natuurlijk, niet op hun geniale, wanneer dc theoretici het hoogste woord voeren, ook al oordcelcn sommigen van die hecre® over do landbouwzaken als een blinde ovor do kleuren. Het spreekwoord van don schoenmaker, die bij zijn leest be hoort to blijven, zit er vooral bij onze boe ren diep in daarom kunnen dc meesten van hen zich, niet bij een landbouwmant- schappij aansluiten. Deze twee richtingen rechtstreeksche verkiezing door dc landbouwers cn verkie zing door de landbouwmaatschappijcn staan onverzoenlijk tegenover elkander. Die welbewust voorstander is van dc rechtstreek- scho verkiezing, kan bij geen mogelijkheid zijn stem geven aan wclsoiitwc dat van liet andero stelsel uitgaat." Hot denkbeeld van het Kamerlid Van De- dom heeft, volgens Dr Stand mrddeze licht zijde, dat alleen de landbouwers met dc veldarboidors dc landbouwvertegcnwoordi- ging samenstellenof het overigens aanbe veling verdient, zou l.ct blad niet durven zoggen. ,,Óns komt liet voor", aldus besluit het „dat liet wetsontwerp der Rogccring aanne melijk is, mits slechts aan het hoofdbezwaar betreffende do verkiezing worde te gomoet gekomen. Toepassing van liet denkbeeld van den lieer Van Dedem zou stellig het stolsel van niet-rechtstreeksche verkiezing minder onaannemelijk maken, omdat alsdan het z. g. heeren-clcmcnt uit do regeling wordt verwijderdmaar toch zijn wij overtuigd, „Een philo8oof uit de oudheid," zoi Grim stone, „had do gewoonto om de bestraffing van zfin slaven uit te stellen tot zyn eerste verontwaardiging gewekon was. Hy bovond, dat hy dan „Mot meer overleg slaan kon," vuldo Dick aan. „Dat mag nu wol waar wezen, maar het is misschien beter hem nu to vergeven, go- looft u niet? Hy zal het niet weer doen. Als hy nog eens zulk een briefje scliryft, zal by met my to doen krügon; maar hy hooft een ernstige waarschuwing gehad on ik hoop, dat u hem dozen koer zult willen vrUlaton." „Ik bob geon recht om zulk een verzoek te weigeren," zei do directeur, „hoezeer ik zelf ook van oordeel ben, dat oen paar slagen met den stok de los duurzamer zou maken. Ik moet u daarom verzoeken wel te over wegen voor u op de zaak aandringt." „Ik zou toch maar liever zion, dat hy geen ransel kreeg," zoi Dick, terwyi de school jongen ln hem weer boren kwam. „Ik zie het nut er niet van in om de lui te slaan. MU heeft hot nooit oenig goed gedaan en ik hob genoeg gehad om er over te kunnen oordeelen." „Heel good, mynheer, ik zal toegeven. Richard, je vader ia voor je in de bros ge sprongen on ik kan zyn wensehen niet negoeren, ofschoon ik het myne denk van do zaak. Je zult over de heole aangelegenheid niot meer hooron, tonzy jezelf aanleiding geeft om myn geheugen op to frisschen." „Zoo is hot al goed," zei Dick; „hy zal zich na dit voorval goed gedragen. Daar sta ik voor in. En o, wat ik zeggen wil," voegde hy er haastig aan toe, „isis Dulcie ook in de buurt?" „Myn dochter?" vroeg de directeur. „Wenscbt u haar te zien?'' dat heb stelsel van rechtstreeksche verkie zing do voorkeur verdient. Het zou, dimkt ons, voor do goedo zaak, dio allo voorstandors van den landbouw toegedaan zijn, gewensoht zijn, indien nu vorder dc discussie over dit ééno punt rooktstreeksch© verkiozing óf verkiezing door landbouwmaalschappijen kon loo pen. Alle andere vragen, dio bij do zaak der landbouw-vertcgenwoordiging worden op geworpen, zijn betrekkelijk bijzaken. Hoofdzaak is de vraag: Wio zullen do pro vincial© landbouwraden samenstellen Wordt over deze vraag een meerderheid ge vormd, dan is er kans, dat hot wetsontwerp in veilige haven komt." Slapte op Schoveningen. Als een bowys boe van het ongunstlgo weor op Schoveningen de gevolgen wordon ondervondoc, mogo o. m. dienen, dat een bak kor y aan een der groote inrichtingen aldaar, waar veel van de „koude keuken" gebruik wordt gemaakt, thans 1200 broodjes por dag mlndor levert dan verlodon jaar om dozen tyd. Do Woudrichomscho vleBcher8, dio hot vorige jaar in de Wydo sloot onder do gemoonte Warmond aangevallen werden, waarby hun visebtuig vernield werd cn toen een klacht indienden, bobben, zooals men weet, dio klacht later opnieuw ingediend by don officier van justitie to 's-Gravenhago. Nu zy tot beden niets van een vervolging geboord bobben, hebben zU zich gewend tot den procu reur generaal by het gerechtshof to 's-Gravon- hage. Het zeiljacht „Magnolia" van den heer J. L. Lavcrge, to Rotterdam, dat Dinsdag komende van Antwerpen op do Wostcrschelde nabij Bath zonk, Is volgons een tolcgraphisch bericht gisteren drijvendo gebracht on to Hanswcert binnengesleept. Het jacht zal gerepareerd worden aan do werf der firma Gobrs. v. d. Wetering, te Delftshaven. Gisternamiddag te half vijf kwam de 200,000ste bezoeker op dc tentoon stelling tc Groningen. Het was Jan Hof man, slagersknecht tc Groningen. He«t te®- toonstcllingscomitó bood hem een gouden remontoir aan. Men meldt aan hot „Volksdag- b 1 a d", dat de kolonisten in dc landbouw kolonie tc Blaricum zich hebben terugge trokken. Slechts nog één is aanwezig, maar deze volgt spoedig. De oorzaak is, dat do verdraagzaamheid cn eenheid in den laat- ston tijd tc wensehen overlaten. Onder dc vertrokkenen behoort ook D. B. dc Vries, wiens huis cn boeken door het beestachtig optreden der Blaricummcre cn Huizcrs verbrand werden. Do Vries vcr- diendo het vertrouwen van allen, dio hem kenden, maar hij kon niet me-r sympathi- sccren met den onverdraagzamon on sto lt-nden geest, dio in de kolonie rondwaart. Woensdag vertrekt ook Kijlstra, om zich nabij Alkmaar als Ncd.-Hcrv. dominee to vestigen. Als een bijzondorheid deelt men mede, dat op dc kwcekcrij van don heer F. L. A. Schubert to Naardcn een witte mol is gevangen. De eigenaar heeft het voornemen, het exemplaar naar ,,Ar- tis", te Amsterdam, op to zenden. Zaterdagavond omstreeks 6 uren is door hooibroci brand ontstaan in do schuur van J. Uitterlindcn, Havendijk A 35, to 's-GravcndccI. Het geheele pand, alsmede dc aangren zendo gebouwen van R. v. d. Berg, A Licfaard cn A. v. d. Gicssen, zijn een prooi" der vlammen geworden. Do inboedels zijn slechts voor een gedeelte gered kunnen worden. Do panden waren nog met riet gedekt., vandaar, dat men met de twee brandspui ten handen vol werk had om den voort gang tc stuiten cn er geen wind was hoo genaamd, andera had de ramp veel erger geweest. Een 10-tal huisgezinnen zijn van hun wo ningen beroofd' Assurantie zal voor het grootste gedeelte dc schade dekken. (D. C.) „Ik zou or niet op tegen hebben," zoi Dick, dio tot aebtor zyn ooren bloosdo. „Het spUt mo, maar zo is eon wandeling aan het maken met myn vrouw," zei dr directour. „Ik vrees, dat zo pas laat terug komt. Hot is heol jammer." Dick's gezicht verraadde teleurstelling. „O, bot maakt niot uit," mompelde by. „Ik hoop, dat zo good in orde is?" „Ze scheelt zeiden iets, on tegenwoordig maakt ze het juist byzonder good, dank u." „O zoo," zei Dick somber. Hy was waar schyniyk teleurgesteld, te booren, dat by zoo woinig gemist word, en vreesdo, dat zyn vadei als een substituut was aanvaard. „Hebt u er wat op togen, zou ik de lui oven kunnon zien ik bedoel, ik zou graag de school inspecteeron, ziot u." „De jongens zien? Zeker, myn waarde hoer, natuuriyk; hlor, dezen kant uit;" en hy loidde Dick naar het schoollokaal en Paul volgdo uit nieuwsgierigheid. „U zult ons aan de studie vindon," zoi dr. Qrimstono, toen zo de eorsto tochtdeur doorgingen. Er was een verdacht geluid van stommon van binnen, maar toen de deur openging, waren allo jongens over hun booken gebogen mot ingespannen aandacht, welke hot direct offoct was van het omdraalon van don deurknop. „Onzo werkplaats," zoi de directour, torwyi hy rondkeek. „Myn eerste klas, mynhoor Bul- titudo. Er zyn goedo werkers en luilakken.' (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5