Koopt Schweizer Zijde! Ingezonden. Schweizer Co, Luzern (Zwitserland) Een respectabel aanbal van 250 jongens en meisjes bood zich aan. Ze kwamen met de Vaderlandscke driekleur wapper md om hoog gestoken, hun wapen, do schop, in do hand, tegen 12 uren in hot Badhotel „Du Rhin" aan. Daar stond de harmonie: „Uit- Bpanning na Inspanning" reeds gereed hen met een echt Vaderlandscfo. lied te ontvan gen. Toen werden do jeugdige holden en '•heldinnen ingedeeld in groepjes van tien, wat het bestuur nogal hoofdbrekens kostte, omdat' do partijen zooveel mogelijk even sterk moesten zijn, waarna men zich in goede ordo opstelde en met de muziek langs de Burgcrsdijkstraat, de Badstraat, de Voorstraat en de Van-Wassenaar-straat .naar het strand oftewel feestterrein be gaf en te halféén dapper aan het werk toog. Het weer, dat 'b morgens erg druilig was, werd op den middag beter; publiek waa <-r van allo kanton opgekomen; het strand Btond vol. Moedig waren do tientallen aan den ar- beid. Op breeden voet verrezen de zandheu vels op uit hot vlakke strand, straks met de vlag in top. Do z<ee bromde nijdig uit do verto, als wilde ze zeggen: „Ik zal jullie wel afloeren forten te bouwen op mijn gebied 1" Tegen vier uren, daar kwam ze, even lek- kond aan het verst in zee van de 25 gebouw de kaatcelen. Ons klein heldenvolkje, zonen en dochtercn van dc vaderen, die eens ons hoelo land aan de zee ontworstelden, spob- ^ten er een beetje mee. Maar de sterke, ie liet niet met zich spotten. Steeds meer en 6tccds kraohtigcr stormde de komende vloed aan en steeds verdubbelde dc ijver der ver- dedigers. Maar hun kracht en ijver kenden grenzon, die der zeo blijkbaar niet. Eerst één, spoedig nog één, gaf den moed i op; toen week tiental na tiental voor de .zilte golven terug. Twco tientallen hielden het lang vol. Het waren geboren en getogen Kat wij kers, die 'de verraderlijke zee kenden en, om haar «met gelijke munt te betalen, takken on stroo hadden aangedragen en verborgen midden in het fort. Ten slotte moesten ook zij het opgeven. Even voor halfvijf nog ju belde groot en klein om het laatste over- blijfsel van het sterkste fort. Nog eonige minuten, toon was ook dit verzwonden door do machtige zee, waarvoor nog heel wat meer moet wijken en voor wie eigenlijk allo mcnschcnwerk kinder werk is. Toen ging het weer In optocht, onder de tonen der muziek, naar „Du Rhin", ge volgd door con groolcn stoet belangstel lenden. Dit badhotel was zeker nog nooit zoo vol. Na hard werken is hot goed genieten. Do limonade cn de versnaperingen vielen er lekker in. Eindelijk werden door den Voorzitter der jury, dr. Do Ruiter Zijlker, aan de bou wers van het mooiste en aan die van het sterkste kasteel, passen do prijzen nitgo- teikt; maar ook de anderen, allen noe6te workers, werden niet vergeten. Het mooi ste van dezen wedstrijd toch was, dat ieder wat kreeg. Do belangstellende buitend ui trokken weer met tram of boot huiswaarts; de bad gasten zochten hun table d'thöto op, de Katwijkers hun kopjo „troost." Groot en klein was voldaan over het feest zoowel als over het weer, dat zich ditms cons goed hield. De Vorceniging tot bevordering van h Vreemdelingenverkeer heeft eer van hoav werk gohad. Laat haar dit een aansporingzijn spoe dig weer „iets mooie en iets eenigs" te be denken. waarheid want van een officieele be kendmaking als zoodanig ia nooit sprake geweest. Nu mag ik niet aannemen, dat den 2den Leidenaar een om uur sluitende Drogist is, maar wel mag ik hier verkondigen, dat hij, inforaieerende zooals men toch doet wanneer men naar waarheid iets wilt be kend mak on niet aan hot goede adres is geweest. Dit nu spijt me voor hem on voor do lezers van het „Leidsch Dagblad", want dc vrees bekruipt me, dat hij in meer de tails ook door andoren schaakmat kan wor den gezet. In elk geval, het mijne heb ik gezegd ©n noem mij als zoodanig Een Drogist. Leiden, 13 Augustus 1903. Geachte Redactie! Mag ik u beleefd verzoeken om plaatsing voor oDderataando regelen in de kolommen van uw Blad? Met leedwezen vornam ik Maandag, dat 'b middags halfdrie een jongmensch in den omtrek dor Haven overreden was, maar ik Aon een gevoel van ergernis niet onderdruk ken, toen ik hoorde, dat hot weer oen goederon- svagen waa van een der spoorwegmaatschap pijen, waarop volgens mijn bescheiden oordeel veel te roekolooze koetsiers rijden, die weinig of niets geven om do veiligheid van het publiek. Dat zjj te roekeloos rijden, zeg lk uit eigen ervaring. Eens een hoek van een straat omslaande, zag lk in vllegondo vaart zoo'n snoeperige vigilante aankomen, die daarbij zoo dicht langs den hoek reed, dat lk niet wist, waar mijn voeten te bergen. Rijdt nu zoo'n koetsier by die manoeuvre iemand over hot lichaam, dan laat lk het aan het oordeel van de geachte lezers over, wiens eohuld het is. My dunkt, hot was voor zoo'n al te haasti gen koet8lor ook geruststellender voor zijn Blgon goweton, wanneer hij zooals leder wol- denkond koetsier eon hook van oen straat omsloeg zooals het behoort; dit zou ook veiliger zijn voor de opelendo kinderen 1 Het ie dan ook maar te hopen, dat de bo- voegde autoriteiten aan dit onbesuisd on roeke loos rijden een einde zullen maken. U bU voorbaat dankend Yoor de verleende plaatsruimte, Lelden, Uw abonné 11 Aug. 1903. J. H. Geachte Redactie1 U zuifc me wel willen toestaan, naai- aan leiding der „schrijvery" in Uw geacht Blad van gisteren van iemand, dio zich noemt: „een 2de Leidenaar (foei, hoe aan matigend 1), die zich aanmatigt liet recht om een brief te schrijven (dit nu is weer niet aanmatigend)", dien schrijver van ant woord cn tevens van betere inlichting t© dienen. In het eorst© blad, tweede bladzijde, derde kolom, twaalfde regel van onderen, leest men: „Reeds vroeger was or con besluit van heeren Drogisten, welke geregeld to 9 uren sluiten..." enz. Dit gedeelte der „schrijverij" berust op ©en dwaling om niet te zeggen op een on- Mijnheer de Redacteur! Beleefd verzoeken wij U het volgend© in Uw Blad t© willen plaatsen. Als ingezetenen van Leiden zagen wij ons, en dit niet ten onrechte, verplicht, onzen hond een muilkorf aan te doen. Van dezen stelregel zal natuurlijk niemand moedwil lig afwijken, maar gaarne zouden wij wil len weten of ©en hond, die wel is waar even ontsnapt was, maar toch al weer rustig een poosje gemuilkorfd lag to slapen, of die hond dan door een controleur met een agent uit het huis gehaald mag worden. Gaarne zagen wij ons hieromtrent cenigazips inge licht. U dankzeggend voor de plaatsing, Leiden, 12 Aug. 1903. H. De Bandjermasinsche Suitansfamilie. Over het gisteren gepubliceerde telegram, vermeldende de onderwerping van Gocsti Arsat, geeft het „Hbl." ecnigc toelichting. Wie is Arsat 1 Zooals bekend, was Antassari het hoofd der Sultanepartij van Bandjorma-sii». Hij liet twee zonen na: Mohamed Said (in 1875 overleden) en Moharucd Soman, thans pre tendent-Sultan. Arsat nu is de zoon van Said cn gehuwd mot een dochter van Seman. Na de verban ning van zijn oudoren broeder Perbatasari in 1885 (die óók met een dochter van Seman getrouwd was) is hij „troonopvolger". Wol heeft Seman nog een zoon, pangoran Rand- jermas, maar deze komt, als van moeders zijde van zeer geringe afkomst, niet in aan merking. Arsat heeft meermalen ontmoetingen ge had mot onze ambtenaren, die hem „ener giek en goed ontwikkeld" noeradon. Na do onderwerping van de Soerapati-familie zal hij hebben ingezien, dat zijn po&itio in het Soerapati-gebied gevaar liep, en zijn be lang medebracht zich aan haar zijde te scharen. In ieder geval is het wel zokor, dat hier mede de pacificatie in het gebied der Bo- von-Docsson een belangrijke stap voor waarts heeft gedaan; de vestiging te Poe- roelc Tjahoo heeft haar groot nut bewezen. Waarom zal men vragen onderwerpt zich do pretendent-Sultan zelf niet 1 Er vb indertijd (1894) beweerd, dat deze zioh ge bonden achtte door het testament zijns va ders, hetwelk hem de onderwerping verbic- den zou. Het is, gelet op de vroegere ge schiedenis van Bandjormasin (men denke aan het testament van Sultan Adam in 1855 1), geenszins onmogelijk, dat zoodanig testament bestaat; in dat geval zal er wel i eon weg gevonden kunnen worden om ons doel to bereiken en levens met de gemoeds bezwaren rekening te houden. Indien wij slechts zekerheid hebben, dat do „preton- siën" ophouden met don dood van Se man, dat d&n van een „Sultanspartij" geen sprake meer wezen kan, kunnen wij dien dood kalm afwachten; er moeten dan, natuurlijk, de noodigc voorzorgsmaatrege len genomen worden, dat die partij intua- sohen niet op de eene of andere wijze weer in kracht kan toenemen. Korintji. Wij deelden gisteren een telegram van den Bataviaschen correspondent van „Do Tel." over de inneming van Poolau Tengah mede. De „N. R. Ct." en hot „Hbl." ontvingen eon dergelijk telegram. Daarin wordt nog gemeld, dat luitenant Brouwers en 40 min- deron gewond zijn; (luitenant Brouwers zeer licht.) Luitenant L. V. Ledeboer en 4 minderen zouden door vrouwen bij het doorzoeken van huizen gedood zijn. Uit deze laatste omstandigheid maakt de „N. R. Ct." do gevolgtrekking, dat do laatstbedoel de officier en minderen op verraderlijke wijze omgebracht moeten zijn. Het telegram zegt nog dat do vordediging bewonderenswaardig was; vrouwen cn kin doren vochten medo. (Luitenant L. V. Ledeboer werd 1 Aug. 1901 tot 9den luitenant bij het O.-I. leger aangesteldhij was 25 jaar oud. Luitenant G. R. Brouwers, die eveneens in 1901 tot officier benoemd werd, is 24 jaar oud.) Zooals reeds door enkelen werd voor speld, is er dus in Korintji groote tegen stand ondervonden bij de bevolking, die als zeer fanatiek te boek staat onder den in vloed der vele hadji's, die tot verzet tegen in menging van ons gezag aansporen. De geschiedenis lcort, dat het innemen van een bolwerk van het verzet soms opeens aan allen verderen tegenstand een eind maakt. Zoo zou 't dus ook bij de inneming van hot gewichtige Pooloe Tengali (Midden- Sumatra) kunnen gaan. Maar evenzeer leert de ervaring, dat men verkeerd doet te groot gewicht te hechten aan een eerst© belangrijke overwinning. Niet onmogelijk dus, dat de troepen in Ko rintji nog voor veel moeilijkheden komen to staan. Bij het Departement van Koloniën is ontvangen het volgende, van 12 dezer ge- dagtoekende telegram van den Gouverneur- Generaal van Ned.-Indië, betreffende de krijgsverrichtingen in Korintji: In Korintji is 9 dezer Poelau Tengah na een hardnekkige verdediging genomen. Ge sneuveld drie militairen beneden den rang van officier. Gewond een officier en 29 mi litairen beneden den rang van offioier. Driehonderd vijanden zijn gesneuveld. Volgenden dag is bij doorzoeking der huizen gedood een offioier en zijn gewond twee fuseliers. Overigens alles geheel rustig. RECLAMES, h 40 Oents per regel. Gegarandeerd solide. Men verlango stalen onser nouveautéè in zwart, wit, of gekleurd van 60 cent tot 9 gulden per Meter. Speciali teit: Zydeatoffen voor Gezelachaps-, Bruids-, Bal- en Wandeltoiletten, en v. BIoubos, Voering enz. Wy verkoopen ln Holland direct aan parti culieren, en zenden de uitgekozen zydestoffen franco rechten en port aan huia. 6418 15 Zijdestoffen-Export, S73ate STAATSLOTERIJ. Trekking tbd Donderdag 13 Aug. 2de Klasse. 4de No. 3949 riOO. No. 15539 f ÏOO. Pr(|zeu van 30. 12 1888 103 2127 97 2240 749 2664 1347 2881 1476 3050 1622 3499 1633 3784 66 3804 1762 63 70 4062 4183 6607 4273 7163 86 7300 4604 7701 42 7832 47Ö2 8063 6004 8982 6301 9056 6741 62 6048 8108 6272 9953 10674 13082 16017 10354 13443 88 11114 68 16101 11206 14198 9 11676 14369 79 11716 14560 90 12350 14793 99 56 14800 15472 12364 6 16160 13430 69 16298 68 71 16329 17039 17207 17736 41 17923 18261 16608 84 91 19662 78 19829 19936 20198 20236 20360 Weerberieht van 13 Augustas. (Tolg.Q. op(*Y»n tui h»t ion. N.d, M*t. laiUtoat.) Verwachting: Zwakke wind. Ver anderlijke bewolking. Geringe toeneming in temperatuur. De spoorwegramp te Parcjs. Een redacteur van de Matin" heeft dr. Bord as van het stedelijk laboratorium ge vraagd, of do slachtoffers van de Parijsche ramp een zwaren doodsstrijd gehad hebben. Dr. Bordas kon met stelligheid verklaren, dat do ongelukkigon niofc geleden hebben. Behalve met rook was de tunnel vol ver giftige gassen, o.a. koolzuur, ontstaan ten gevolge van do botsing. Na inademing van dezë gassen volgt dc dood onmiddellijk. Dat hot terrein van de ramp op een hevi- gen doodsstrijd wijst, achtte dr. Bordas on juist. Het bloed, de af- en indrukken tegen muren zijn geen teekenon van zelf-verdedi- gïng. Zij zijn ontstaan na don dood. Zelfs is niet eens sprake van reflex- of instinc tieve bewegingen. Deze verschijnselen tre den altijd op, wanneer een lijk blootgesteld wordt aan een zeer hooge temperatuur, en deze is in de tunnel tot hooger dan 110 gra den gestegen. Do justitie heeft dadelijk ter plaats© -een onderzoek ingesteld. Hot gaat natuurlijk zeer bezwaarlijk reeds nu vast to stellen wie de verantwoording draagt van het gepleeg- do misdrijf zoo van verantwoordelijkheid sprake kan zijn het veroorzaken van den dood door schuld. Bovendien is d© prefec tuur van do Seine belast met ©en admini stratief onderzoek, op grond hiervan, dat het toezicht op het naleven dor reglemen ten, vastgesteld voor den Metropolitain, be rust bij deze prefectuur. Minister Maruéjouls heeft den ohof- ingenieur W aioken aar opgedragen een vol ledig rapport uit te brengen over dc oor zaken van heb onheil. De „Temps" geeft het volgende overzicht van do ramp: Maandagavond te half acht ontstond brand in twee treinen van den Métropoli- tain, die van do Place do l'Etoile naar de Place de la Nation gingen. Beide treinen bestonden uit acht wagens en waren eerst volgepropt met reizigers, doch bijtijds had men dozen laten uitstappen. Een dorde trein echter kwam daarop aan rijden en stortte zich in don rook. Trach- tendo aan dien rook te ontkomon, zijn 8-4 personen omgekomen. Het deel van den ondoraardschon spoor weg tuschen Père Laohaise on Belleville heeft tweo stations, Ménilmontant en Cou- ronnos. Trein 43, dio uit acht wagons be stond en zich in do riohting van de Plaoe do la Nation bewoog, stopte Boulevard Barbès, omdat in den motorwagen brand was onstaan. Met liet de passagiers uitstij gen en toen trein 52 daarop binnenreed, liet men ook dezen ontruimen, waarna trein 62 achter trein 43 word gerangeerd om de zen naar do remises te duwen. De passagiers werden in een volgenden trein geborgen, die den gecombineerdcn trein achterop reed. Dc brand in den motorwagen was door den conducteur met granaten gebluscht, naar hij dacht afwoonde, doch toen de trein na het station Boulevard Barbès op de via duct kwam, schijnt do vrijo lucht het smeu lende vuur weder te hebben aangewakkerd. Alle tussohenliggende stations werden voor bijgereden, maar bij de Ruo des Couronnes (de tunnel begint weder een heel eind vóór dit station) hield de conducteur even in. De stationschef zag, dat kleine vlammetjes van onder de wagons uit te voorschijn kwa men en het onderste gedeelte der portieren aantastten. Hij riep den conducteur toe: „Houd op! or is geen tijd meer om tot de remise te komen„Wel neen", antwoord de de conducteur: „tijd genoeg". De rein ging daarop den tunnel weder in, de beambten stonden aan do portieren. Plotseling echter, op het oogenblik dat, de trein Ménilmontant zou bereiken, had er een ontploffing plaats en een blauwe vlam 6loeg uit tusschen den motorwagen en den volgenden wagen. In een oogwenk stonden alle zestien wagens in lichterlaaie. Do beambten sprongen op de rails en vluchtten naar het station. Juist bijtijds. Want de vlammen bereikten reeds de wan den van den tunnel, de electrisch© geleidin gen smolten en de tunnel was, ongerekend het licht, door de vlammen verspreid, in duisternis gehuld. Djchte rook ging de riohting op van Ménilmontant en die van het station Couronnes. Terwijl doze twee treinen stonden te bran den men herinner© zich, dat xij ledig waren, daar do passagiers op den Boulevard Barbès in een anderen waren overgebracht kwam een trein van de tegenovergestelde richting aanrijden; maar door de beambten van hot station Ménilmontant gewaar schuwd, keerde deze bijtijds terug. De trein echter, die van Boulevard Bar bès kwam, volgeladen met d© passagiers der twee thans brandende treinen, reed Cou ronnes binnen, juist op het oogenblik, dat de rook uit den tunnel het station begon to hereiken. En nu gebeurde de oig nlijke groote ramp. Na nog een poos lang ge wacht te hebben, deels omdat zij niet aan het gevaar geloofden, deels omdat zij hun geld wilden terug hebben of omdat de aan drang van menschen, die do trap afkwamen, te groot was, werden de passagiers door een paniek aangegrepen. De rookkolom werd al dichter eix dichter, het licht ging uit, en in de duisternis liepen de ongelukkigen hot perron af in een richting, waar geen uit gang was, en. zij tegen een muur stuitten. Voor dien muur vond men later 75 lijken. Enkele anderen kwamen om op de treden van de trap, die naar de baan voert. Ook op de trap, die naar buiten leidt, zijn drie lijken gevonden De schuld van de ramp schijnt te rusten op den conducteur van trein 43 (die het eerst vuur vatte), zekeren Chauvin. Deze had er zioh niet toe moeten beperken den ontstanen brand te blussoben, maar hij had ook de motorwagen, waarin die brand was ontstaan, onmiddellijk moeten isoleeron. In stede daarvaji koppelde hij dien aan een anderen trein, om te trachten op die wijzo de remises te bereiken. De „Temps" bevat een verhaal van Al fred Martin, een journalist, die met zijn vrouw in den trein geweest is, die in brand geraakte. Hij vertelt: „Mijn vrouw en ik namen, tegen 7 uren (Maandagavond), op de plaoe Clichy den Métropoli taan. Wij waron op weg naar do Bastille, om aan het station Vinoennes den trein te nemen naar Chennevièrcs, waar wij wonen. Aangekomen aan den boulevard Barbès, laat mon ons uitstappen. De vloer van den motorwagen was in brand geraakt. "Men dooft dat begin van brand met blusoh- granaten. Do trein zet zich weer langzaam in beweging op weg naar de loods van hot station do la Nation. Met do andere reizi gers worden wij gestept in de vier wagens van den volgenden trein, en wij vertrekken. Maar tusschen de me d' Allemagne en het station Belleville houden wij weer op. Het was de eer.te trein, die hier stilstond ©h don weg versperde. Men had de kracht van onzen trein noodig om den eersten voort te duwen, en voor de tweed© maal moesten wij uitstijgen. Een derde trein komt aan Daar gaan wij in. Hij vertrekt achter de tweo an dere aan. Die tocht achter den brandenden trein was een groote onvoorzichtigheid. Aan het station des Couronnes nieuw opont houd. De reizigers worden ongeduldig; men scheldt of lacht of spot; maar niemand is zicih het gevaar bewust, dat- ons dreigt. Op een gegeven oogenblik ziet dc stationschef de seinen niet meer. Juist zal hij het toeken van vertrek geven, als twee beambten ver bijsterd van den kant van Belleville komen aanhollen, roepende: „Sauve qui peut!" Er ontstaat gedrang. Toch is men over het al gemeen niet beangst; meer is men ongeloo- vig, vreest men het slachtoffer van een flau we grap te zijn,en ook is mem boos, dat do reis wordt afgebroken, noo hot zij, de meer derheid der reizigers, ik ook. begeeft zioh naar de trap. Men roept: „Onze drie stui vers 1 Onze drie stuiversMaar wij kun nen onmogelijk naar boven, de t rap van het station des Couronnes was vol menschen, die de trap afdaalden om in den trein te gaan. Zij willen niet voor ons plaats maken. Wat wij ook zeggen van een ernstig ongeval, zij laohen om onze woorden, en de tweo stroomen reizigers worden aldus tot stil stand gebracht. Beneden aan de trap wordt het gedrang afschuwelijk, en reeds komt er van don kant van Ménilmontant een lichte rookmassa aandrijven. Op dat oogenblik kreeg ik een goede ingeving. Was ik met mijn ongelukkige medereizigers aan het sta tion des Couronnes gebleven, dan ware ik waarschijnlijk verloren geweest. Mijn vrouw, dio niet meer kon, de marteling van het gedrang willende besparen, nam ik haar bij den arm en zeide: „Laat ons te voet naar het station Belleville teragkeeren." Wij keerden op den spoorweg terug, een dozijn anderen met. ons cn wij gingen op pad. Nauwelijks hadden wij tien meter on der den tunnel geloopen of heb licht ging uit. Wij waren in het donker. Wij schreeuwen, wij roepen. Een beambte komt met een roo ide lantaarn. Hij stelt zich aan ons hoofd en wij gaan op weg. Een rook, die van mi nuut tot minuut dikker wordt, jaagt ons voor zich uit. Tegelijkertijd verpest een scherp© lucht, lijkende op die van ammoniak, do atmosfeer. Ik had de gewaarwording of er een of tweo menschen achter ons vielen. Ik hoorde den schreeuw van een vrouw, maar ik had alle moeite om mijzelf en mijn wankelendo vrouw staande te houden. Ik draaide het hoofd niot om, ik noch iemand anders; de zucht van zelfbehoud alleen be zielde ons. Eindelijk komen wij aan het station Belleville. Het was daar stampvol. Ook daar willen de men- sohen, die do trap verstoppen, niet weer naar boven. Zij willen ook hun stui vers terug. Wij bidden, wij smeeken. Zij p rotes toeren. De verblindheid van de me nigte voor het gevaar is ongelooflijk. Maar wij moeten er uit. Wij hadden den rook tot in do keeL Ik werp me in het gedrang, de vuisten vooruit. Zoo slagc wij er in. de trap op te gaan. Wij z' i hemel, wij halen adem. Wij zijn gered. - Een redacteur van de Matin" werd ia don tunnel toegelaten, zoodra de slachtoffer* allen naar buiten waren gebracht Hij be schrijft het booneel, dat zich daar aan hem voordeed, aldus: Onmiddellijk bij den in gang grijpt een verstikkende hitte ons bij de keel ©n naarmate wij in het gewelf bii> nendringen, waaronder zich zulk een vree- eelijk «Lama. heeft afgespeeld, wordt hot^ moeilijker adem te halen. Bij het licht der toortsen, waarvan de vlammen tegen do mu ren phantastische schaduwen afteokenen, loop en wij voort. En geen tragischer schouwspel kan men zich denken. In dat" half onder water gezette so us terrain, op de glimmende, glibberige vloersteenen, liggen in onbeschrijflijke ordeloosheid, hoeden, pa. rapluks, kleedoron. Hier ligt een pop, mid den in een bloedplasVerder een brood, half uit ©en oourant te voorschijn komend. En op de baan rijzen dc vijf rijtuigen van trein 48 uit de halve duisternis op. Er zijn weinig ruiten ingeslagen, maar de kussens zijn weggerukt, rugleuningen gebroken./ Verderop, aan de zijde tegenover de trap, ligt bij den muur een vormeiooze, monster* aohtige hoop overblijfsels van allerlei aard. Tegen deren muur was het, dat de onge» lukkigen zich te pletter zijn komen atooton, denkend, dat de uitgangstrap zich deze zijde bevond. De muur is geheel met bloed bevlekt. Er zijn tegels uitgerukt. Het ce ment draagt sporen van nagels. En al den tijd, dat wij beneden zijn, raast ©en electrisch© bel door, het geheel© station vullend, mest haar schel Jein klank. Sedert gisteravond zeven uren is zij aan het lui den De begrafenis dor slachtoffers vindt plaats op koeten van de stad Parijs, opdat deze last niet zal drukken op de bloedver wanten van de verongelukten, meestal arme werklieden. Dc justitie is het onderzoek naar do oor zaken van het onheil met ijver begonnen. De prefect van politie hooft nog vóór hot begin van het onderzoek een bedrag van 950 fr. doen toekomen aan 23 behoeftige gezin nen van omgekomenen. De „Figam" opent een inschrijving voor de slachtoffers. De vlaggen op de prefectuur van politio en op het stadhuis zijn halfstok geheechen, ten teeken van rouw. D© heer Georges Berry heeft al zijn mede- afgevaardigden in de Kamer voor het de- partoment der Seine teJegraphisch opge roepen tot het houden van een bijeenkomst togen Vrijdag a. s.ten einde te overleggen, wat zij bij deze ramp te doen hebben. Ue President dor Republiek, die buiten vertoeft, heeft den heor Lépino telegra ph isck verzocht, hem dé namen der slacht offers, de omstandigheden, waarin zij ver keerden, alsmede do gestel Iheid in hun gezinnen op te geven. Pius X heoft den Franscfcen gezant do delijk zijn deelneming beumgd met de ramp op den Métropolitaam. Men zegt, dat de Paus een bijzonderon zegon zal zendon voor dc gezinnon van do slachtoffers en dat in do Notre Damo een groot© lijkdienst zal worden gehouden. De Engelscho bladen betuigen het Fran- sohe volk hun diep leedgevoel over de onge hoorde ramp te Parijs. De lord-mayor van Londen zal een in- senrijving openen ten bate van do nagela- 3 ten betrekkingen der dooden. Het bestuur van den On IcrgrondGohon Spoorweg to Berlijn beeft zich aan een diepgaand ondoraoek gewijd om te weten tw komen, of ook zijn lijnen een dergelijk on heil zou kunnen treffen. j Do directie van dezen elect.rischem via duct- en tuunelspoorweg (Hoch- und Unter- gruudbahn) deelt naar aanleiding daar* van aan de Duiteohe pers medo: De Parij sche brand moet ontstaan zijn door een kort sluiting, welke eerst de in guttapercha ge wikkeld© elect rieche leidingen van den trein en vervolgens don houten vloer van do rijtuigen in brand stak. Dïensvolgena, moet men vermoeden, dat het materiaal, hetwelk voor de omwikkeling eu isolatie van do leidingen gebruikt is, bij de Pa rijsche rijtuigen n;r-b genoeg beveiligt tegen brandgevaar. Het zou noodig geweest zijn om op gevaarlijke plaatsen voorzorgsmaat regelen te nemen, wat bij den in brand ge raakten trein niet het geval schijnt geweest te zijn Tot beveiliging tegen brandgevaar zijn daarom ook in do rijtuigen van don Berlijnschen viaduct- en tunnel spoorweg do ©lectrische leidingen niet alleen met onver- brandbare asbestbcklecding voorzien, maar zij zijn buitendien, voor zoover zij zich aan het uitwendige van do rijtuigen bevinden, in bijzondere stalen buizen ingesloten, wel ke tegelijkertijd ook als pantser tegen be schadigingen van buiten af dienen. Verder zijn ook in de Berlijnsche tunnel-rijtuigen do ruimten, waarin rich do schakel toestel len bevinden, van brandvrij gedrenkt hout vervaardigd en buitendien alle binnenwan den van deze ruimten met brandvrije as- bestlagen bekleed. Deze voorzorgsmaatrego- len. alsmede do inrichting van de halten, die do ongehinderde toe- en wegstroom Ing van de reizigers mogelijk maakt, waarbor gen, dat dergelijke rampen, als op den Pa- rijschen spoorweg, bij den Berliinsohon on- doraa-rdseben spoorweg niet voor kunnen komen. Pnitenlandsch Overzicht. In den Belgischen Senaat heeft men zich gistermiddag onledig gehouden met de jongste inhcchtenisnomin g in China van zes hervormingsgezinde journalisten, van wie een, zooals men weet, werd onthoofd. De. liberale Brussclsche senator Goblet, d'Alviella heeft de feiten in herinnering gebracht en wees er op, dat dc jouvnalistcn gevangen zijn genomen op het gebied der Belgische concessie 8pr. vroeg welke hou ding de Belgische Regeerin^ onder deze omstandigheden zal aannemen, daar hij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 2