N'. 13330 Zaterdag 8 Augustus. A#. 1903. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Officieels Kennisgeving. FEUILLETON. LEIBSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT x Voor Lelden per week 9 Cents i per 8 maanden L10. "Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd styn 1.30. Traooo per post1.66. PRIJS DER JLDVERTENTIËN Van 16 regels /1.06. Iedere regel meer /0.17$. - Grootere letter* naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant i elk tiental woorden meer 10 Oents. - Voor ket inoasseeren wordt/"0.06 berekond. Burgemeester en Wethouders van Lelden; Gezien art. 8, late alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan H. OVERMARS en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een Rookery en ZouterU in het perceel Hooge- 'Woerd No. 166, Kad. bekend Sectie D. No. 1365. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing In het „Leidsch Dagblad". Burgemeester on Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 8 Augustus 1903. IMrecte Belastingen. Do Burgemeester van Leiden brengt ter ftlgemeone kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld het kohier der Belasting op bedryfs- en andere i inkomsten No. 3 van den dienst 1903/4, executoir verklaard den 7den Augustus jl., en herinnert voorts de belanghebbenden aan hun verplichting om den aanslag op den bi) de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Lelden, 8 Augustus 1903. Hel Woningvraagsluk ia verbant! met üe uitvoering der Woningwei. I. Door do invoering van do Woningwet -hebben dc gemeentebesturen een krachtigen retoot ontvangen ooi zich aan dc verzorging der gezondheidsbelangen der gomeontona- ren, hun feitelijk reeds toevertrouwd door 'art. 135 dor Gemeentewet, gelegen te loten liggen. En dot het hier niet gaat om do .^belangen van een gedeelte der bovolking. maar dot het doel der wet is de huisves ting van het geheele volk in al zijn geledin gen te verbeteren, is duidelijk, zooals ook voor iedereen, ie zich eenigszine op woninggebicd bewogen beeft, duidelijk is, dat verbetering niet alleen noodig is voor do minstbedeeldcn. Natuurlijk zal veel, wat in dezo wet is voorgesohreven, zich aanpassen bij hetgeen in verschil lende gemeenten op woninggo- bied is gedaan, doch daarin komt ook veel voor, wat voor tal van gemeenten geheel nieuw is. .bovendien zij er vele gemeenten in ons vaderland, waar men zich met het woningvraagstuk in hot geheel nog niet be zig hield. In zulke gemeenten zou van een direct krachtige toepassing allerminst spra ke kunnen zijn. Dc wetgever heeft dat terecht ingezien en aan do gemeentebesturen twee jaar tijds ge gund om bouwverordeningen in het leven te roepen of daar, waar zij reeds bestaan, de --thans geldende in overeenstemming te brom gen met deze wet. Eén van dc twee jaren is bijna verstreken en het getal gemeenten, waar dio nieuwe verordeningen gereed zijn, is nog zeer klein. Dit is op zichzelf niet te veroordeeierer is voorbereiding toe noo dig ca deze eischt ti,J, maar te laken val len die gemeenten, on ze zijn niet weinige welke zich in het geheel nog niet hebben bekommerd om de zaak, waarmede zo bin nenkort zich zullen moeten bemoeien. Tot de voorbereiding behoort vooral Eet zien op de hoogte stellen van den bestaanden toe stand ten opzichte der woningen. Hot is be kend, boo ons gemeentebestuur, dat op het gebied van het woningvraagstuk reeds lang een goeden klank had, een bedrag van 500 beschikbaar stelde aan B. en Wb., zoodra de wet ingevoerd was, ten einde dit College do gelegenheid te geven zich op do hoogte van die woningtoestanden te stollen. Maar hoevele gemeenten, vooral van de kleinere, waar toch ook in menig opzioht verbetering noodig iB, hebben daaraan niet voldaan i Zoo licht zal men, wanneer de hand aan den ploeg geslagen moet worden, onvoor bereid zijn en dan do fout maken van to grooto gelijkvormigheid. De ecno ge meente zal bij haar verbeteringen en bij het maken van verordeningen dienaangaande, van de andere afzien, terwijl toch de oischen zeer verschillend kunnen zijn, zelfs in de verschillende wijken van één on dezelfde stad. Over 't algemeen moet met het oog op de behoeften der zoogenaamd lagere klassen evenzeer gowaarschuwd worden tegen het stellen van te hooge als van te lage eischen. Om betere woningtoestanden in het loven te roepen, zullen krotten moeten worden opge ruimd en do aanbouw van behoorlijke, van lucht en lioht voorziene woningen worden bevorderd, dooh hierbij behoort groote voor zichtigheid te worden betracht. Zeker, we zouden ioder gezin gaarne een woning gun nen, die 2.50 a 3 huur per week doet, maar er zijn nog altijd veel huisgezinnen, waar het weekloon te goring is om dit te betalen Hoeveion hebben een weekloon minder dan 8 en dezulken zullen, wanneer het gezin niet heel klein is, moeilijk moer dan 1 of 1.25 per week aan huishuur kunnen betalen. Breekt men die woningen af, of bouwt men zo er nie-t bij, dan zal er woningnood ontstaan, ook al zijn er grooto woningen in overvloed. Ook hiermede heeft men bij do toepassing der Woningwet rekening bo hou den; en daarvoor is o. a. reeds een goed verkennen van het te bearbeiden terrein noodig. Goed voorbereid, zullen de gemeentebe sturen in staat zijn tot het vaststellen van een bouwverordening of het wijzigen daar van in overeenstemming met de eischen, in do web gesteld. In elke gemeente zal een bouwverordening moeten zijn, en daarin zullen omtrent afmetingen, toevoer van lucht en licht, verwijdering van vuil, voor koming van vochtigheid, enz.enz., eischen moeten worden gesteld, zij het dan ook minimum-eisohon, die nog weder zullen kunnen verschillen en verschillend" ja zelfs in dezelfde gemeenten. Voor een kom van een dorp of in de stad zal 'tbijv. noodig zijn te bepalen hoe de gebouwen ten op zichte van den openbaren weg moeten wor den geplaatst; voor woningen op do ruimte geldt zoo'n bepaling niet-. Blijkt voor een bepaalde gemeente rege ling van één of meer der door de wet voor geschreven eisohen niet noodig, dan kan door God. Staten bij een met redenen om kleed besluit daarvan vrijstelling worden gegeven. Men ziet hieruit, dat de wet nogal ruimte van beweging toelaat en werkelijk voor bouwondernemers em huiseigenaren niet zoo wreed is als wel eens wordt voor gesteld. Eén punt, dat wel eens over 't hoofd wordt gezien, moet hier in herinnering ge bracht worden. De wet schrijft niet alleen maatregelen voor ten opzichte vaji in aan bouw zijnde of nog te bouwen woningen, zij wensoht ook, dat voorschriften worden vastgesteld voor bestaande woningen. Dit is maar good ook, want voor som mige gemeenten, waar de aanbouw gering is, zou anders de wet van luttelem invloed zijn. Natuurlijk zou het niet aangaan omtrent alle punten, die bij het bouwen van nieu we woningen golden, een regeling te maken voor reeds bestaande. De plaatsing van de gebouwen ten opzichte van don openharen weg en van elkander, het hoogtepei! van den vloer der beneden woonvertrekken, do hoogte van do gebouwen, de afmetingen der tor bewoning in be richten vertrekken en van trappen en portalen, ziedaar enkele zaken, waaromtrent bepalingen voor te schrijven voor bestaande woningen al te veel kosten zou meebrengen, indien een ver andering al mogelijk ware. Doch bepalin gen omtrent beschikbaarstelling van drink water, ter voorkoming van brandgevaar of van vochtigheid, voor verwijdering van rook, water en vuil, toevoer van licht en lucht, eischt de wet terecht ook voor reeds bestaande gebouwen tenrfj alweder van een of meer punten Ged. Staten vrijstelling verleenen. Zooals wo reeds opmerkten, door dezo be palingen uit te strekken op het bestaande, werkt de wet vooral voor het heden en het is te wenschen, dat hier van hot recht van vrijstelling niet al te ruim gobruik ge maakt wordt, al blijvo do noodige voorzich tigheid weder aanbevolen. Door van de eigenaars van bestaande goedkoop© panden Al te groote verbetoriugcai te eischen, zou het kunnen gebeuren, dat men goodkcijpe woningen, thans boroikbaar voor con zekere categorie van werklieden, to duur maakte, zoodat dezo mensohon om huisvesting verle gen zouden zitten, indien niet armen- of weldadigheidsklassen bijpasten, wat to:h al tijd een beetje gevaarlijk werk blijft. Alleen wat voor de gezondheid strikt noo dig is, mag geeischt worden, vooral niota minder. Hier ie voor de gezondhoids-oommissiën een vruchtbaar arbeidsveld. Zij wijzen hot gemeentebestuur woningen aan, dio noodza- kolijk verbetering eisohen, met aanduiding van hetgeen naar haar meening gedaan moot worden. Wie getrouw de Handelingen van den Leidschen Gemeenteraad heeft ge volgd, zal hebben bemerkt, dat de gezond heidscommissie in dezo gemeente in dien geest reeds met sucoes werkzaam is geweest. Blijkt het, dat do eigenaar financieel on machtig is om de veroisohto verbeteringen aan te brengen, dan kan de gemeentere od aan hem een voorschot verleenen. Is een eigenaar bepaald onwillig, dan kan do niet herstelde woning door den Raad onbewoon baar worden verklaard Dit uiterste middel zal echter wel niet dikwijls toogej ast be hoeven te worden, do huiseigenaar is er ge woonlijk den man niet naar, om geen eieren voor zijn geld te kiezen. Leiden, 8 Augustus. Voor het examen Fransch L. 0. ia to 's-Gravenhago geslaagd moj. 0. M. E. Beyorlnck, te Leiden. Benoemd is by beschikking van don minis ter van waterstaat, handel en n\Jvorhoid tot lid van de commissie van toezicht op de Rykstulnbouwwinterachool te Boskoop, do heer Chr. Rüpke, burgemeester van die gemeente. Benoemd is tot onderwijzeres aan het Chr. Instituut voor Jongedames van movr. Romeyn, te Nijmegen, mej. B. M. Jaoobson, te Hoofddorp; tol onderwyseros aan de Chr. school te Hoofddorp mej. E. A. Muuck, te Herveld. Z. K. H. de Prins der Nederlanden is gisteravond te 11 uren, van Het Loo, in de Residentie aangekomen en aan het Koninklijk Palels afgestapt om hedenochtend vroeg op de eondenjacht te gaan op de koninkiyko goederon onder Wassenaar. Indien do tyd het toeliet, was Z. K. H. voor nemens in den namiddag, vóór zyn terugkeer naar Het Loo, de schietbanen te Loosduinen te bezoeken en een gedeelte van den wedstryd by te wonen. De Prins koert hedenavond 6 u. 60 m. van Den Haag weer naar Hot Loo terug. De minister van koloniön zal van Maandag a. s. tot hot einde dezer maand mot vorlof buiten de residentie vertoeven. De wethouder Mr. Bevors te 's Graven- bage vertrok heden weer naar Duitschland. Do minister van binnenlandscbe zaken brengt in de „Staatsct." ter algemoeno kennis, dat het Ryksarcblef to 's Gravenbago is ver plaatst van hot Plein naar hot Bleyenburg. Van Maandag 10 Augustus a. s. af zal het wedor dageiyks op workdagen van 10 3 uren voor het publiek geopend zyn. De uitslag der herstemming voor don gemeenteraad in district II te Rotterdam is als volgt: Aantal kiezers 5298. Aantal uitgebrachte stemmen 3733. Van onwaarde 22. Qeldlg 3711. De volgende heeren krogen het achter hun naam vermeld aantal stemmen R. D. Ketelaar (antir.) 1820, H. G. M. van der Vyver (r.-kat.) 1661, J. Visser Jao. Zn. (aftr. lib.) 1619, arts M. Polak (lio 1360), A. A Hoos (aftr. lib.) 1322, P. J. Helsdingen (soc.-dem716, zoodat de drie eerstgenoemde heeren gekozen zyn. Herman Heyormans heeft voor Henri de Vries een drama gescbrevon, waarin acht personen voorkomen. Zeven rolien daarvan zulr len gespeeld worden door Henri de Vries. De eerste opvoering zal plaats hebben Sep tember a. s. in den Hollandschen Schouw burg te Amsterdam. Van .doorgaans uitstekend ingelichte zydo" vornam „Het Volksdagblad" voor eenlge dagen, dat mr. P. J. Troelstra mot 1 October de leiding van het dagblad „Het Volk" zal neorleggen. De sterko on gestadigo achteruit gang in don laatsten tyd van het aantal lezere van dat blad, moet, volgens „Het Volksdag blad", aan dos hoeren Troelstra's besluit niet vreemd zyn. Thane verneemt „Het Volksdagblad" nog, dat in den boezem der S.-D. A.-P. «temmen opgaan om den heer P. L. Tak, thans redacteur van „De Kroniek", de leiding van „Hot Volk" op te dragen, maar dat de hoer Tak er ochtor geen ooren naar zou hebben. De Wondersteen. 17) Voetbal en cricket mochten alleen maar op 'halve vryo dagen en worden gospeeld op een naburig veld, door den doctor gehuurd; maar op de speelplaats was het altijd „krijgertje". Do directeur vond dat oen uitstekende oefening voor do jongens, dio hun meteen van katte- kwaad afhield. Het was een mooie morgen. Den heelen nacht had hot stevig gevroren, do grond was hard, met rijp bedekt on kraakte onder de voeton. Do lucht was frisch en zuiver en de naakte zwarte takken stakon scherp aftegen het zachto blauw der morgenlucht. 't Was woor voor een grooten tocht op schaatsen oyer donkergroen spiegelglad ys of voor een verre wandeling over landwegen naar vrooiyke marktstadjes mot roodbedakte huisjes. Maar nu had het alle macht om te bekoren verloren. Het drukt© alleen maar ter neer door het groote contrast tusschen die heerlijke vryheid en de droeve werkeiykheid van oen onbelangryk spelletje te moeten doen. Er was geen animo om te spelen. Ze stonden by hoopjes to praten en stampten hun voeten om ze warm te houden Lang zamerhand verschonen do dagleerlingen; ver- schillendo van lien hadden geen tact met de anderen mee te doen en konden hot niet met hen vinden. Als de heer Tinkler, die zich by een van de groepjes gevoegd had, zich al met by het ontbyt had onderscheiden op byzonder ver- dlensteiyke wy*e, nu maakte by het ruim schoots goed door de grandeur en blague van zyn conversatie, waardoor hy er in slaagde op sommigen der kleinere jongens indruk te maken. „Het nadeel van een huis als dit is," zei hy minachtend, „dat een mensch 's morgens zUn pUpje niet rooken kan. Ik bon er zoo aan gewend en mis bet natuuriyk erg. Als ik er op stond, zou Grimstone er niets op tegen kunnen hebben, maar het staat niet, zlojo, voor zoo'n troep jongens. Het staat niet!" Na oenigen tyd verscheen dr. Grimstone boven aan de yzeren trap, die naar de speel plaats leidde, en commandeerde„Naarbinnen l" Paul volgde de anderen, by zichzelf over leggende of hy nu inderdaad aan het lesjes- leeren zou gaan. De jongens betraden het schoollokaal in heilige stilte en namen hun plaatsen in aan de lessenaars, en langs de bruine banken. De directeur was er vóór hen en stond met zyn eenen arm op een lessenaar geleund, met een uitdrukking van naderenden donder in houding en blik, die, in verband met de drukkende stilte, maakte, dat de jongens er naar van werden. Hy begon. Hy zeide, dat sedert men weer saamgekomen was, hy een ontdekking had gedaan, die éón van hen allen betrof. Het deed hem pyn de zaak hier bekend te moeten maken. Do heer Bultitudo kon zyn ooren nauwe- ïyks gelooven. Zpn geheim was dus ontdekt; de behandeling, hem door Dick aangedaan, zou dus gewroken worden. Het was wel niet erg fyngevoelig van Grimstone om publiciteit aan de zaak te geven, maar wat kwam dat er op aan, als alles goed eindigde? Hy ging dus gemakkelyk op een bank zitten met zyn rug tegen een lessenaar aan, zyn beenen gokiuist, terwyi op zyn gezicht to lezen stond, dat hy precies wist, wat er komen zou on or mee ingenomen was. „Zoolang ik me aan het onderwys heb gegeven", ging de directeur voort, „heb ik er me op kunnen beroemen, den jongens, die onder myn dak vertoeven, het zoo goed en overvloedig van eten en drinken te geven, als maar noodig is, zoodat zo nooit zich konden verontschuldigen over meegebrachte enoeperytjes. Ik ben altyd zelf by de maal- tyden geweest, ik heb zelfs myn vaderiyk oog ovor jullie laten gaan, als jo de sport beoefende." Hier hield hy op en zag de twee, die het dichtst by hem zaten, met het vaderiyk oog aan en wel op zoo'n manier, dat ze van ver legenheid niet wisten, waar ze biy ven moesten. „Hy dwaalt een beetje van 't chapiter af," dacht Paul. „Ik heb dat alles gedaan met het eene oogmerk, dat ik jullie gestel, dat slechts eenvoudig, maar voldoend voedsel vraagt, zooals jullie het op myn tafel vindt, niet wil bedorven zien door allerlei poespas uit koeke- bakkerswinkels. Ze zyn ten eenenmale ver boden en iedere jongen, die hier zit, weet dat heel goed! En toch, wat geschiedt? Er zyn van die laaghartige naturen onder myn leerlingen, die er niet voor terugdeinzen, myn wyze raad gevingen in den wind te slaan. Ik zal geen namen noemen: het kloppertje van binnen zal de zondigen wel aanwyzen." Alle jongens, die begrepen, welken weg dr. Grimstone in wilde slaan, trachtten een air van groote onschuld aan te nomen, hetgeen den meesten jammeriyk mislukte. „Ik kan niet denken," zei dr. Grimstone, „dat het kwaad nog grooter omvang heeft dan ik vermoed. Hot kan zoo zUn, en liet zou mo nu ook eigeniyk niet moor vorwondoren. Misschien zyn er wat onder jullie, dio schuld bewust zyn. Als dit zoo is, laten die jongens dan bekennen en zichzelf opgeven op eeriyke wyze. Recht door zeei" Op deze uitnoodiging ging niemand in. Zo waren alleo voorzichtig geworden en namen liever oen wachtende houding aan. „Laat hy, wiens schuld ik ken, dan tot me komen, zyn fout beiyden en om vergiffenis smeekon l" schreeuwde do directeur. Maar degeen, die bedoeld werd, bleof in gebreke, zeker door een gevoel van zedigheid en een flauwo hoop, dat misschien nog een ander de persoon in quaestie zyn zou. „Dan zal ik hem by zyn naam roepen I" bulderde Grimstone. „Cornelius Coggs, sta op 1" Cogga stond half op, zwakjes, stotterend: „Ik, mynheer? O, neen, alsjeblieft niet, myn heer. Ik niet, mynheer l" „Ja, jy, en laat je kameraden jo maar be zien met den afschuw en vorfoeiing, die je toekomt." Het is overbodig te zeggen, dat de heele school den armen Coggs met zooveel ver achting aanstaarde, als ze maar kon. Want afschuw i9 oen aanstekoiyk iets, wanneer het van hooger hand bevolen wordt. „Dus, Coggs," zei Grimstone smadeiyk, „dus dacht je me om den tuin te leiden en zoo maar ongestraft je kwaad te bedryven? Je vleide je zelf met de hoop, dat, nadat ik je verboden vruchten had weggegooid, jo er niets meer van zoudt hooren 1 Dan vergiste je je toch leeiyk, jongeheer! Ik zeg jo ééns voor al, dat ik niet verkies, dat je jo onschul dige medescholieren zult overhalen mee te proeven van je aangeboden lekkers-; ze zullen niet besmet worden door jouw vuile peper- In de gisternamiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Gouda werden do geloofsbrieven dor zeven gekozen raadsleden onderzocht en tot toelating dior heeren besloten. Aan don heer A. P. Vormey is als ambte naar ter gemeentesecretarie eervol ontslag verleend en in dlons plaats benoemd de heer L. Boer te Bodegraven. Het voorstel van den heer 0. P. W. Dos sing, betroffende het vervoer en vorzamelen van do vuilnis, vrord ingetrokkon, daar reeds aan zyn verlangen was voldaan om een meer geschikte plaats daarvoor aan te wyzen, die minder hioderlUk was voor de omwonenden. Een voorstel om den cursus voor de hoofd akte to bostoiidigen word goedgekeurd, terwyi een paar voorstellon tot verbetering van enkele stadsgedeelten werden uitgesteld tot een volgende vergadering. Bij hel notarieel staatsexamen op 1—7 Aug. zijn geslaagd: Eerste gedeelte dc hee ren C. Akkerman te Tiel; P. W. K. Lake- man te AmsterdamP. Soheffelaar Klots te Hoorn; J. C. H. Zondag ti 's-Gravenhago; P. H. Hilbrand te Obdam. Tweed© gedeel tedo heeren K. Huisman te Watergraafs meer; P. H. Huyncn te Wijk-Maastricht; A. Lipjes to RotterdamJ. Zwamborn t© Tuil. De Vereeniging tot bevordering van beeldende kunsten te Amsterdam verzendt het prospectus van haar volgende promie- uitgaye. Men kent dezo Vereeniging, wier loden tal zioh jaarlijks uitbreidt; dio in jaren van haar bestaan voor ruim vijf ton gouds ongeveer 2800 kunstwerken aankocht en on der haar leden verlootte; die telkens pro mies van waardo aan Laar leden schonk. De laatste promie was een verzameling van zeer gocdo afbcoldi"gen van kunstwerken uit het Haarlemsoli Museum, vooral van Halaen; do volgeude zal zijn oen dergelijk plaatwerk met afbeeldingen van stukken uit het Mauritshuis, van l.otz lfdo formaat cn dezelfde uitvoering; dr. Bredius schrijft den tekst or voor. Ieder lid ontvangt een lot in do verloting van dc aangekochte kunet- worken. Do burgemeester van Amsterdam, mr. W. F, van Leeuwen, heeft do stad verlaten on zal eerst op 1 September terugkccron. Waarnemend burgemeester is, gelijk vorige malen, mr. J. N. van Hall. In den loop dor v lgende weck zal do gemcentc-begrooting voor het jaar 1904 ver schijnen. Ofschoon het B. cn Wb. gelukt© gelijk reeds bekend is hot percentage dor inkomstenbelasting op 5 1/4 to houden, mag men daarom niet gunstiger over den finan- cieclen toestand der gemeente gaan denken. De sprong, dien men verleden jaar deed, van 4 1/2 op 5 1/4 pCt. met vorhooging van het aantal opcenten op het personeel van 80 tot 120, was een zoo goduob'v, dat men het nog wel een jaar denkt t© kunnen uitzin gen, echter dan met weglating van veel, dat men in het belang der gemeenschap zou wenschen voor te ricHon. De bezorgdheid voor de naaste toekomst, wegens do ondeugdelijke finanoicolc verhou ding van het rijk tot do gonvfntcn, mag geen zier vermindoren (N. It. G.) Hot Hospitaalkoi" schip ,,Dc Hoop." is gisteren uit IJmuidcn narr zco gegaan. Zij hoopt dc visschcrsvJrvot spoedig op do Doggcrsbank aan t© treffen. Do eerst© ha- munt, of bedorven door zachto jujubes of goedkoop, maar ten verdervo voerend „Turkish Delight." Ik ben niet van plan een of andore ziekte hier in myn school aan to kweeken« De bedrieger zal zyn loon hebbon l" De botoekenis van dit alles was hooi oon- voudig, wanneer men wist, dat een van Grimstone's leerlingen, een klein jongetje, eons ernstig ziek was geworden door zich- zolf te overeten; oen feit, dat do directeur liever niet herhaald wilde zien. „Dank zy de groote eeriykheid van een der jongens," vervolgdo de directeur, „die, al was het dan ook op eigenaardige wyze, maar ik wil aannomen, overigens met de boste be doelingen, myn oogen voor het groote kwaad opende, ben ik in staat dit in zyn geboorte te smoron. Richard Bultitude, ik neem de gelegenhoid waar je openiyk te bodanken; je gedrag was edel I" De hoer Bultitudo was te kwaad en uit zyn humeur om te kunnen spreken, Hy had gedacht, dat alles nu In orde zou komen en in plaats daarvan word nu al die groote drukte gemaakt over een paar onnoozele pepermuntjes. Was hy er maar nooit over begonnen „Wat jou betreft, Coggs," zei de heer Grimstone, terwyi hy plotseling een buigzaam bruin rietje voor den dag baalde, „ik zal je in 't openbaar een bestraffing toedienen." Coggs protesteerde hevig, maar na een korte, pynJUke scène was het afgoloopen eD werd hy, schreeuwendo ala een jong hondje, dat geslagen wordt, naar zyn slaapkamer gestuurd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1