Uit eigen beweging. Ingezonden, IK WAS KAALHOOFDIG Do Staatsloterij, ofschoon op zichzelf een kwaad, voorkomt toch, dat de speelzucht van het volk bevrediging gaat zoeken in aller lei roekelooze en gevaarlijke zwcndel-lot rij en. Als zoodanig, dat is als een minder kwaad, hetwelk grooter kwaad tegenhoudt, kan de Staatsloterij een betrekkelijk goed worden genoemd. Do Regeering wil de speelzucht tegen gaan. Zij zal dus /wendol-loterijen, hazard spelen, wedden, enz. bestrijden. Maar dat meent de Regeerïng niet te kunnen, zoolang zij zelve gelegenheid tot spelen geeft. De R> geering wil het kwaad der speel zucht keeren. Maar zij acht er zich niet toe gerechtigd, zoolang zijzclve het kwaad bc- .vordert. Dit zou zoo zijn, als de Regeering door in standhouding der Staatsloterij een vol strekt kwaad bevorderde. Maar omdat do Staatsloterij grooter kwaad tegenhoudt, en 'daarom een betrekkelijk goed is geworden, bevordert de Regeering, door in-stand-hou- 'ding harer loterij, niet een volstrekt kwaad, doch een betrekkelijk goed, en kan zij dus gerust aan het afschaffen van allerlei an der kwaad beginnen, zonder zich er over to schamen, dat zij het betrekkelijk goed, de 'Staatsloterij in stand houdt. Wc zijn overtuigd, dat met de afschaffing !der Staatsloterij de luBt om te'Bpelcn bij het volk niet zal verminderen. De speelzucht zal, naar onze mcening, een uitweg zoeken in allerlei zwendel-loterijen, ook als men de ze soort van loterijen verbiedt. In dat verbod hebben wij heel weinig ver trouwen, als men tegelijkertijd de Staats loterij afschaft. Het ware namelijk al heel gemakkelijk, als een dergelijk kwaad als de speelzucht kon worden uitgeroeid alleen door eenigc .verbodsbepalingen van den Staat. Men make zich toch geen illusies 1 De Bpeclzucht zal blijven, en na eventueele afschaffing der Staatsloterij een verkeerde richting inslaan. Waartoe toch dat gevaar tot ons ge- toepen Wijl do Staatsloterij een kwaad is on als zoodanig niet door den Staat mag worden bevorderd Wij meen en aangetoond te hebben, dat 'dezo reden geen grond heeft. Waarom dan? Wijl de Staat uit de speel zucht geen winst mag trekken? Dio dit mecncn, mogen aansturen op af schaffing der winsten, welke door de Staats loterij worden opgeleverd, niet op het ver nietigen der gcheelc loterij. In geen geval zien wij reden tot algeheelo afschaffing der Staatsloterij. Ondor het hoofd „Anarchisten en Socialiston" lozen wij in De Neder lander: In Dc Vrije Socialist heeft dezer dagen een stuk gestaan, waarin zokcrc heer Jon gens do anarchisten opwekt wat meer daden te bedrijven en minder te philosopheercn cn te politiseeren. ,,Dc anarchisten zijn tegen woordig veel te bedaard." Wat dan had. moeten gebeuren? De rails hadden moeten worden opgebroken, dc seinen vernield, de stations had men moeten laten „in do lucht vliegen", van ministers cn kamerle den liad de „nek moeten worden omge draaid gelijk een poelier- een kip doot"; dan waren „do zaken beter in het voordeel van de arbeiders afgcloopen." Do anarchisten gaan te veel op in vegetarisme, geheelonthouding, rein loven cn organisa tie, terwijl één mitraillcuzo voor het Bin nenhof méér helpt dan duizend requesteu." Do heer Domela Nicuwenhuis neemt dit artikel in zijn blad op en plaatst er slechts dezon commentaar bij„Wanneer Jongens meent, dat dc anaroliisten bezig zijn ge wone, ongevaarlijke mensehen te worden, waarom doet hij dan niet wat anders, dat kern onderscheidt van de anderen in de door hom bewonderde richting?" Aan deze misdadige taal wijdt de heer Loopuit een artikel in Het Volk. Op ge wone socialistenmanier noemt liij Jongens oppc-rvlokkiglijk „iemand, 3ie naar een koudwater-inrichting moet". Don heer Do- mola Niouwenhuis verwijt hij, „zulkon hoogst overspannen onzin op to nomen", en er het tegendeel van een kalmeerend woord onder te zetten, terwijl hij (D. N.) toch „een gonoogzamen slag om den arm houdt, waardoor luj bij eventueele gebeurtenissen voldoende gedekt is." De Tijd herinnert, hoe do sociaal-demo craten „in de stakingsdagen met dio dol zinnige anarchisten in één schuitje hobbon gezeten, hoe zij met elkaar solidair waren, hoe zij elkaar om don hals zijn gevallen en 'openlijk handdrukken wisselden." Indion er toen daden waren gepleegd, als waarvan Jongens spreekt, hadden degenen, die met do anarchisten op avontuur uitgingen, ze niet kunnen verhinderen. Wetende met welk volk hij in zee stak, heeft de heer Troelstra hen toch in dienst genomen; al leen onbeschaamdheid kan hom en de zijnon er too voeren, om do anarchisten nu te wil len plaatsen in een koudwater-inrichting cn hun leiders te beschuldigen als hielden juist zij een slag om den arm." Zooals men ziet, zegt De Tijd 'in de laatste woorden, dat heb verwijt van „eon slag om den arm" te houdon in zake misdaad en revo lutionair gewold, evengoed op de sooialisten als op Domela Niouwenhuis van toepassing is. De opmerking, dat do sociaal-democratie, bij haar teekening van de anarchisten, vaak eon troffend-gelijkend portret van zichzelf geeft, wordt trouwens meermalen gemaakt. Zoo wijst De Standaard op de volgende woorden van mr. Troelstra in Het Volk: „Er is op dit oogenblik een zweer aan het rijpen, die sinds jaren bet lichaam der Ne- derlandsciho arbeidersbeweging pijnigde, de zweer van heb verachtelijk wanbrouwen- zaaiend, personenhaat-wokkend. leugens- spreidend gewroet der anarchisten." Het blad zegt: „Donk bij do laatste regels in de plaats van aan anarchisten aan sociaal democraten, en hebt ge niet een door gelijkenis treffende autobiogra- p h i e?" Ondor het hoofd „De Koningin en de Armen" lezen wij in De Tijd het vol gende: Het volgende eenvoudige bericht in den Maas- en Roerbode heeft ons in zijn een voud zeer getroffen: „Blijkens achterstaande bekendmaking van don heer burgemeester wcnscht H M. een arbeidswijk te bezoeken; mitsdien zijn in den te volgen weg nog op genomen het Stationsplein, de Kruishee renstraat en St. -Comolisstraat; dezo zullen bezocht worden onmiddellijk vóór het ver trek van Hare Majesteit." Ziedaar nu een treffend staaltje van Koninklijke democratie I Het gevoel, dab spreekt uit zulk een wensch, eert in hoogo mato onzo Vorstin, omdat die wcnsch haar doet kennen ala de echte Landsmoeder, ala de Moeder van geheel haar volk, die ar men en rijken gelijkelijk lief heeft on in haar gunsteen wil doen doelen. Niet zelden is in het hart van degenen, die gewend raakten aan do schittering van vorstelijke weelde en genot, do booge christolijko monsohenzin, die den adel van den arme als medemenseh en „Beelddrager Gods" weet te eeren, verstompt, en do ge schiedenis weet to verhalen van sommige Vorsten en grooton dezer aarde, die bevel hebben gegeven alles uit hun omgeving en uit hun oogen zorgvuldig te weren, dat aan do armen en aan de armoede en ellende des levens herinnerde. Het zien van behoef- tigen maakto op dezo wulpsche, verharde gemoederen eon indruk, die hun voor den heolcn dag al heb levensgenot vergalde. Onzo Koningin daarentegen wil den arme en zijn kinderen en zijn woning z i o n; in eigen persoon wil Zij don arme grooton in zijn eigen buurt en zijn eigeu omgeving; Zij is gestold op de hulde- en sympathie-betuigingen van den arme. Zij gedraagt zich ten opzichte van de kleinsten ondor haar volk als een moedor. Een voorbeeld voor velen A dio dc aanra king met do armen vluchten, als ware zij voor hen vernederend en besmettelijk. Een voorbeeld van eon echt Koninklijke, Chris tel ij ko democratie. Do Koningin van haar kant kan er zeker van zijn, dat zij in die armoedige achter buurten oven verknochte patriotten en ver eerders van het Vorstenhuis zal aantreffen als in do sierlijkste hoofdstraten der stad: want hot volk, dab daar woont, is trouw aan godsdienst en altaar, en daarom trouw aan Vorstin en Troon. De soicialistische geest waart or nog niet rond. Moge do grijze Bisschopsstad voor zijn besmetting gevrijwaard blijven! In Dc Maasbode trok onze aandacht heb volgendo kruiskopjo: 't Kari niot verwonderen, dat het drei gen van don dood aan 's Pauson spon de der onkatholieke pers tot. allerlei on nauw kou ri ghed en aanleiding gaf. Gemis aan kennis van de toestanden cn gebruiken in de Roomsche Kork verraadt zich ook hier. Zoo seinde Reuterdat Maandag reeds een bijeenkomst van kardinalen is gehou den „om van gedachten te wissolen over de nieuwe Pauskeuze." Wat stuitend zou dit zijn, indien htot juist was. Waarheid is ech ter, dat van gedachten gewisseld werd over dj schiJkkingon, to trbffen bij eventueel overlijden des Pausen: kennisgeving aan de buitcnlandscho kardinalen, de nuntiatu ren, de vreemde hoven cn regeoringen, enz. Voorts loopt in Nederlandscho liberale bladen het praatje der „Capitan Fra- cassa": „dat indien Oreglio [lees: kardinaal Ore- glia] tot Paus gekozen werd, deze den naam van Pius X zou aannemen, daar hij door Pius IX tot kardinaal was verheven. Daar al de overige kardinalen door Leo XIII zijn benoemd, zou diegene, uit hun midden, dio tot Paus zou worden gekozen, Leo XIV hceten." Waaruit dus volgen zou, dat in het laat ste geval allo Pausen voortaan Leo zou den heoten, omdat dan weldra alle kardi nalen ofwel door Leo XIII ofwel door „Leo XIV" zouden benoemd zijn. Enz.; men vervolge den ketting. Voel on de liberale redacties uit dezo ge volgtrekking niet zeiven de onaannemelijk heid van zulk „nieuws" Nog wordt kardinaal Gotti als toekom stig Paus genoemd, op gezag der „Avanti". Alsof heb H. College vertrouwd ij ko medo- doeJing van zijn voorkerur zou doen aan... een socialistisch blad Togen deze en dergelijke berichten, die in de zgn. neutrale en de liberale pers gretig onthlaal vinden, kunnen we de Katholieken slechts met ernst waarschuwen. In de Nieuwe Provinciale Groninger Courant vindon wo de volgendo opmerking over de vrouw in de school: Reeds meermalen wezen we or op, dat ons lager onderwijs langzaam, maar zo- kor ovorgaat in cüo handen dor vrouw. Nergens ia een vaste regel of maatstaf te vinden voor de verhouding van hot aantal mannelijke en vrouwelijke per sonen, die bij het lager onderwijs dienst mo gen doen. We meenen, dat dit wel zoo is bij de posterijen; doch weten zeker, dat het in de school niet zoo is. Het eenige, wat do wot or van zegt, is dit: „Wanneer de school in verscheidene klassen verdeeld is, wordt hot onderwijs in de laagste klassen bij voorkeur aan de onderwijzeressen, dat in do hoogste klassen, behalve aan de scho len uitsluitend voor meisjes bestemd, bij voorkeur aan onderwijzers opgedragen". Alzoo geen wet, alleen maar voorkeur en dit wordt zoo opgevat, dat zelfs al onder wijzeressen aan gemengde scholen bevor derd zijn tot plaatsvervangend hoofd. Bij de laatstgehouden examens voor de akte als onderwijzer cn onderwijzeressen zijn ge ëxamineerd 948 mannelijke candidaten on 1331 vrouwelijke: dus een verhouding als van 8 tot 11 of ongeveer 2 tot 3. Ge slaagd rijn 6lö mannelijke en 748 vrouwe lijke candidaten, wat vrijwel dezelfde ver houding geeft. Het allersterkst vallen de getallen in Amsterdam op. Daar* werden geëxami neerd 36 m. en 154 vr. candidatenDat is ruim viermaal zooveel meisjes als jongens 1 Zou h!et geen tijd worden, dat dit vraag stuk eens ernstig ondor de oogen werd ge zien? De onderwijzeressen zijn in de ge mengde school toegelaten in een tijd, dat or gebrek aan onderwijzers was; dus niot ter wille van een beginsel, maar uit nut tigheidsoverwegingen. Thans hebben we niot alleen meisjes, maar ook gehuwdo vrouwen voor de klas. En wo zij n, op weg om lieol het lager onderwijs aan do vrouw toe te vertrouwen. Is dit voor de lagere 6chool de meest gewenschte toestand? Ons wèl, dat men dan op dien weg voortga; al leen maar, men onderzoek© eerst ernstig en late zich niet rustig en kalm op den stroom van dit feminisme afdrijven. In een kruiskopje „Deerniswek kend" spreekt do redactie van De Maas bode aldus: Een onzer lezers zendt ons No. 13 van de welbekende Grenswachter. Daarin komt een vermakelijke advertentie voor van „qen ge routineerd jongmensch", dio een stillen vonnoot zoekt, „ten einde te Rotterdam op te richten een Protestantsche zaak in hccrenkleeding, naar maat cn degelijke oonfeotie." Ziet go de voorkeur al van den een, die een Gereformeerde jas, den ander, die een Roomsch vceb, cn don derde, dio een Her- vormdo broek draagt? Ernstiger achten wij in dat zelfde blad een correspondentie uit Haarlem, waarin heb volgende staat: „Het is dikwijls, of men mot blindheid is geslagen, men ziet geen gevaar voor Rome. Men is gewoon onder don indruk van do vriendelijkheid cn de schoono be loften zijner kinderen. Maar met den glim lach op hot gelaat en den haat in het hart gelijk staat uitgedrukt in een Roomsch vragenbookje als antwoord op do vraag, hoe men andersdenkenden moet behandelen*) trachten ze hun gezag steeds uit te brei den, hetgeen hun oogonschijnlijk gelukt." Do noot, die de redactie hierop aanteo- kont, luidt: „Dit schijnt dan toch ergens te vinden te zijn. Hetzelfde word ons meermalen ver zekerd, dooh wij zagen het tot nog too mot eigen oogen niet. Red. Grw." Hoe is het toch in 's Hemels naam moge lijk, gaat De Maasbode vooi"t, dat volwas sen monsohen in de XXsto eeuw zulke dwaasheid schrijven kunnenEn wat gaat de kwaaddenkendheid toch onzinnig verl Noen, dat de redactie van De Grens wachter nooit het Roomsche vragenbookje gezion heeft, waarin dc afschuwelijkheid voorkomt, dio ze don Katholieken in de schoenen schuift, willen we waarachtig wel geloovon 1 Maar op welken grond hecht ze dan aan zulke Bakerpraatjes? Arme lezers, die zulke voorlichters heb ben 1 CORRESPONDENTIE. Ingezonden stukken of mcdedeelingen, waarvan do in zenders hun naam niet aan de Redactie be kend maken, worden ongeplaatst terzijde ge legd. RECLAMES, 40 Cents per regel. Er zyn, dat weten wy maar al te goed, vele personen, die by het lezen en herlezen der artikelen, die dageiyks ln de dagbladen gepubliceerd worden, uitroepenOch monsch, geloof dat niet, die attesten zyn verzonnen; maar wy kunnen hier dus denkenden personen de treffendste bewyzen geven van het tegen deel. Eenlgen tyd geleden kroeg de heer A. v. Tuyll, drogist in de Paleisstraat te Amster dam, bezoek van mej. M. E. "Wolff, 103, Nlo.-Boot8-8traat, lete étage te Amsterdam, dio hem uit eigen beweging het volgende kwam mededeelen: Mej. WOLFF, volgons por trot Van af myn kinderjaren bon ik vroeseiyk lydende goweest aan de maag, zoodat ik ln het geheel niets kon verdragen, wat ik er ook voor innam, het baatte my niet on zoo bleef lk myn loven voortslepen, totdat op zekeren dag myn echtgenoot een treffend artikel In de courant las omtrent de genezing van een persoon, die aan dezelfde kwaal lydende was geweest als ik, en die thans, na op geregelde wyze het gebruik van do Pink-Pillen gevolgd te hebben, genezeh was. Komaan, zeide myn man, laten wy dit ook eens probeeron, ze hebben anderen genezen, waarom zouden zy by u ook niet dien gunstlgen Invloed uitoefe nen? En waariyk, ons vertrouwen, zoo ver klaarde zy aan den heer Van Tuyll, word niet tot wankelen gebracht, want oenlge dagen later bekwam lk een vreeseiyken eetlust en haakte er naar, dat het etensuur aanbrak. De spy8vertering werd geregeld en gemakkeiyk en lk gevoel my sterk en gezond, het zwaarste eten kan ik thans verdragen on ik verzoek u myn harteiykon dank aan den uitvinder van dat heilzame en reddende middel over te brengen. Zoo ziet gy, waarde lozers en lezeressen, dat de verloste personen uit eigen beweging hun dank komen uitten. Zoo er dan nog twyfelaara mochten bestaan, dat zy zich tot mej. Wolff wenden en gaarne zal zy bereid zyn bovenstaande verklaring mondeling of schrifteiyk te bevestigen. Niet alleen genezen de Plnk-Pillen maag- ziekto of slechte epysvertoring, maar zy zyn de hernleuwor van het blood by uitnemend heid en zullen aan personen, lydende aan bloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte, lastige vor-ming der jonge moisjes, enz., een heilzame uitwerking geven. Prys ƒ1.75 per doos; ƒ9.— per 6 doozen. Verkrygbaar by J. H. I. SnabiliiI, Steiger 27, Rotterdam, lioofddopoüiouder voor Nederland en apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook eoht vorkrygbaar voor Leiden en Om streken by Rbyst Sc Krak, Drogisten, Bees tenmarkt Wyk 5 No. 41, on J. H. Dijkhuis, Drogist, Hoogstraat No. 5. 6683 78 Mijnheer de Redacteur 1 In het varslag van de Raadszitting van Donderdag staat betrekkeiyk het zoontje van ds. Van Herwaarden, dat deze leerling twee maal la biy ven ritten. Het Is my ontgaan, hoa de Voorzitter rich heeft uitgedrukt. Wy Raadsleden - konden echter allen weten uit de ontvangen Inlichtingen, dat deze leerling geen tweemaal, maar éénmaal is blyvon zitten. Vooral ook ln betrokking tot hetgeen verder ln den bedoelden zin voorkomt, ls deze rectificatie nogal van beUekenla dn wordt het onaangename weggenomen, dat er des noods ln gelezen zou kunnen worden. Met dank voor de opname. Hoogachtend, Leiden, Uw dw. 11 Juli 1903. w. Prba. Nederlandsche Blindenbond, Ton bate van behoeftige blinden, onver schillig van welke gezindte, bestaan te 's-Gra- venhage twee Instellingen, vry van allen be- deelingsgeest met den aankleve van dlon. Zy zyn a de Blindenstichtlng, een fonds, dat van zyn rente aan meer dan vyftlg-jarige, behoef tige blinden een vaste, Jaarlyksche ultkeering verstrekt, voor allen geiyk, b de onder steuningskas, die gedeelteiyke vergoeding van woninghuur en ziekengeld aan behoeftige bonds leden, benoden de 50 jaar, verstrekt. Ten einde belde in staat te stellen velen en doeltreffend te kunnen steunen, organiseerde de Blindenbond een nationale verloting, waar van de opbrengst gelyk tussohen Bllndenstich- ting en Ondersteuningskas zal verdeeld worden. Het hoofd-comlté dezer verloting bestaat uit: mevr. A. 0. E. W. barones van Harinxma thoe Slooten, geb. Collot d'Esoury, eere-voorzltater; voorzitter, N. M. Schild, Noordwal 56; secre taresse mej. B. Eder8helm, Laan van Meerder- voort 136; secretaresse voor de loten, mej. J. Desmons, Van Merlenstraat 106; secretaresse voor de pryzen, freule L. van Hoevell, Konings plein 20; penningmeesteresse, msvr. J. ten Hagen—Langelaan, Stadhouderslaan 28, allen te 's-Gravenhage. Gemeenteraad van Koudekerk. Tegenwoordig de heoren J. C. van Voort- huysen, burgemeester; G. v. Egmond, 0. M. Oppelaar, N. Blonk, Ph. Qualm, G. Dorrepaal Wz., D. Dorrepaal en D. Reyneveld, leden. De Yoorritter opent do vergadering. De secretaris leest daarna do notulen, welke, na oen kleine bemerking van de heeren Blonk en Qualm, worden goedgekeurd. Alsnu wordt mededeeling gedaan van een schryven van W. A. Baar, artB te Koudekerk, waarby wordt medegodeeld, dat de gemeente ontvanger ritting houdt ln het gangetje van het postkantoor. Wordt voor kennlsgeving aangenomen. S Het proceB-verbaal van de opneming der boeken en kas, d.d. 26 Juni 1908, waaruit biykt, dat in kas een bedrag van 694.76 en de boeken ln orde zyn bevonden. Een missive van Ged. Staten dezer provincie, waarby bezwaar gemaakt wordt tegen het aflossingsbedrag van do aan te gane gold- leening. Gemeld College wenscht het bedrag bepaald te zien op 500 's Jaars. De Voorzitter deelt daarna mede, dat door het College pogingen zyn aangewend om het bedrag op 260 te behouden, maar dat dezon tot geen resultaat hebben geleld. Alsnu geeft de Voorzitter namens B. en Ws. in ovorweglng het aflossingsbedrag te stollen op ƒ600 's jaars. De heer Qualm biyfb nog van oordeel, dat het bedrag van 805 verminderd moet worden en do rente te hoog is. De Voorzitter deelt mede, dat reeds tot het aangaan der geldleening ad f 2500 besloten is ln de vorige vergadering en dat het hier slechts het aflossingsbedrag geldt. Daarna wordt het voorstel van B. en Ws. in stemming gebracht en aangenomen met 6 stemmen. Tegen stemde de heer Qualm. In verband hiermede wordt besloten de noodlge wfizlglngen aan te brengen ln de begrooting 1908, Vervolgens wordt tot een bedrag van 87 vastgesteld het kohier schoolgeld 2de kwarts 1903, welk kohier aan Ged. Staten ter goeu keuring zal worden aangeboden. By de gewone rondviaag wensoht de heer D. Dorrepaal ln het Gemeenteverslag 1902, onder de rubriek .verandering van personeel" nog te zien opgenomen: de benoeming van eon klokkenist. De Voorzitter zegt den hser Dorrepaal dank voor zyn bemerking; een benoeming tot dusdanige hooge betrekking mag wel in een gemeenteverslag vermeld worden en dien tengevolge zal aan den wensoh van den ge- achten spreker worden voldaan. De heer D. Reyneveld stelt de vraag of de gemeente-pomp defect is; waarop door den Voorzitter wordt geantwoord, dat hem daarvan niets bekend ls, dooh een onderzoek zal worden Ingesteld. Niets meer aan de orde zynde, sluit de Voorzitter de vergadering. STOMPWUK. Bevalleni H. A. Kerkvliet 6eb. v. d. Berg D. A. Kouwenhoven geb. eeuwijk D. C. Groeneweg geb. Van der Mei D. M. M. Sterrenburg geb. Waaler D. VEUR. Bevallen: C. W. Klein geb. Mon tana» D. RECLAMES, k 40 Cents per regel. 6902 19 Toen Uc kaalhoofdig wab gat mij oon oudgelcerdo het goheim van een hörnUuww van hot hoofdhaar, 40 dagen daarna hergrooldo mijn hoofdhaar, ge lijk hot te voroQ was. Dnlxonde voorbcoldon van gelijk auccos I lk stcldo dexo wondervol!© toe bereiding te koop om doielve bekond te maken, sn rond lk per II poet een dooa grotto aan oen DOOS 0RATI8 I lcderdi© or my aanvrage om doet, I Proboert haar, gelijk lk het ge daan heb, en dj ttüt over tulgd rijn. Mon adrts- secre zich <mrtaanduidlng van dit blad) tot i w iOHI RfiAfEl-BORlElftH, 255. ra» IWwort TPMUI Het vroeger verblijf In de kamer te Carpineto, waar de tegen woordige Paus Leo XIII, toen nog kardi naal Pecci, vroeger woonde, vindt men nog het gouden ledikant met purperen dekens en rood baldakijn, waarin de toekomstige Paus destijds sliepverder een met goud in- gelegden bidstoel, een geschenk van de eb- bonhoutwerkers van Ferrara, een schrijfbu reau met de wapens van den eigenaar, een kast, een portret van Margareta Pecci, in het kleed der orde van de Servieten (die naressen der H. Maagd), bloemvazen, den eorsten brief, welken kardinaal Pecci als Paus Leo XIII onderteekende en welken hij Z. PL Paus Leo~XIII. op 20 Febr. 1878 aan zijn broeders zond om hun mede to deelen, dat het Heilige Colloge zijn nederige persoonlijkheid op den Stoel van den H. Petrus had verheven en om zijn familieleden zijn eersten Apostolischen Ze gen te zenden. Naast het bed hangt de stam boom van de familie, waarop een vrouwen figuur ia afgebeeld, dragende de pauselij ke tiara en aan den Tijd overhandigendo de pon, waarmede hij op do bladeren van den boom de namen van io Pecci's en Sienna neerschreef, zooals een opschrift meldt: de bakermat van den stam Pecoi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6