N°. 13303
Woensdag 8 «Juli»
A®. 1903.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
t; Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Qct lloogleeraarschap iu Homoeopathic
aan de Rijks-Universiteit to Leiden.
FEUILLETON.
Opofferende Liefde.
DAG-BLAD
PRIJS DEZER COURANTj
Voor Lelden per week 9 Oentai per 8 maanden l l l l f 1.10.
Buiten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd ityn 1.30.
franco per post 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIKN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer /"0.17£. - Orootere letters uaar
plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oenta oontantelk
tiental woorden meer 10 Oeuts.-Voor het inoassoeren wordt/"0.05 berekend.
i
Virgadoring vai don Gemeenteraad vin Lilden,
•p Donderdag 9 Juli 1003, des namiddags
ts twee uren.
Nog to behandelen:
4a. Aanbeveling van Curatoren van het
Gymnasium ter benoeming van een leeraar
in de Natuurlijke Historie in do beide
hoogste klassen van die inrichting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, late alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeen© kenni6, dat door hen
Tergunning is verleend aan R. H. PEN en
recht verkrlJgenden tot het oprichten van oen
Brood- en Beschuitbakkery in het
'perceel Hooge RyndykNo. 116, kad.
hekend Sectie M Nos. 2033.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing In het „Leidsch Dagblad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Lelden, 8 Juli 1903.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de
scheepvaart door den Oudon Rp n a b y
de Hooglandsche Kerkgracbt,
wegens het leggen van een gaszinker, op
Donderdag 9 en V r y d ag 10 Juli a. 8.
eal gestremd zyn.
Burgemeester en W. thoudors voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 8 Juli 1903.
Wy maken opmerkzaam, dat ons bericht
van gisteren wel wat sterk gekleurd was.
Immers daarin schoen het, alsof de éénige
tegenwoordige hoogleeraar in de geneeskun-
'dlge kliniek met leervakken overladen was,
'elnds hy naast het geheele onderwys ln do
kliniek ook nog nu reeds gedurende een
vol jaar met het onderwys in pharma-
codynamlek en pharmacognosio belast bleef.
Nu, van overlading mag toch niet gespro
ken worden; nu dezelfde hoogleeraar nog tyd
heeft kunnen vinden in den loop van dit
aelfdo jaar een doorwerkt wetenschappelUk
j geschrift van 178 pagina's groot: Klinische
voordrachten, welke juist dezor dagen ver
schenen zyn, saam te stellen.
De minister Kayper behoeft zich dus, uit
vrees voor overlading van dezen hoogleeraar,
niet te doen weerhouden een doodeter op
het gebied van geneeskundig onderwys als
ornament aan onze geneeskundige faculteit
toe te voegen.
Gemeentezaken.
Ken kleine wijziging, maar toch van be-
teekenis.
B. en VYs. stellen den Raad voor een klei
ne wijziging van de verordening van 20
Maart 1902, regelende het verleenen van
pensioen en wachtgeld aan gemeente-amb
tenaren.
In art. 4 dezer verordenirg willen zij ln
den 2den regel het woordje ,,en" vervangen
door ,,een" en achter hot woord „inspec
teur" alsnog invoegen ,,en de gasstokers van
de Stedelijke Gasfabriek" en in den 6den
regel van onderen van art. 9 dier verorde
ning achter het woord „dienst" alsnog toe
voegen ,,en voor de gaastokera van de Ste
delijke Gasfabriek voor ieder jaar, als zoo
danig door hen dienst gedaan." Slechts een
kleine wijziging, doch voor een enkele cate
gorie van werklieden van beteekenis.
Zooals men weet, w%rd in bovengenoemde
verordening do bepaling opgenomen, dat
vrouwelijke ambtenaren en politie-beamb-
ten na 30-jarigen dir- t, op 55-jarigen leef
tijd en wat de laatsten aangaat op den
grondslag van 1/45 voor ieder jaar dienst,
aanspraken op pensioen kunnen doen gol
den. Deze afwijking van den algemeenen
regel achtte mon billijk, omdat, wat do
vrouwelijke ambtenaren betrc.o, men van
haar niet zulk een langdurigen dienst mag
eischen als van de mannen en wat de poli
tic-beambten aangaat, c aard hunner be
trekking medebrengt, dat men daarvoor
vroeger ongeschikt wordt- dan met andere
betrekkingen het geval is.
Het maken van dergelijke onderscheidin
gen heeft altijd iets willekeurigs. Er zijn
dan ook bij de vaststelling dezer verorde
ning op do vergadering van 10 Maart an
dere gemeente-ambtenaren genoemd, die
naar Dien -**-®exide reet niet minder recht
als de politie-beambten in de gunstige be
palingen zouden kunnen deelon. Er moest
echter een grens zijn, en deze word ten
slotte om het korps politie-beambten ge
trokken.
Namens een groot aantal werklieden der
Stedelijke Gasfabriek nu is geruimen tijd
geleden aan den directeur het verzoek ge
daan, om ook in de gunstige bepalingen
der politio-mannen te mogen doelen. l>e
directeur bracht het verzoek over 'vn de
vergadering van Commissarissen der Ste
delijke Gasfabriek. Het werd daar behan
deld en, ofschoon commissarissen van oor
deel waren, dat do gunstige bepaling niet
voor het geheele personeel mag worden in
gevoerd, zoo meenden ze, dat er wel termen
zijn om voor een deel van het personco'.
met name de gaestokers, dit verzoek te on-
dersteunon.
We kunnen niet over al do werkzaamhe
den aan de gasfabriek een voordeel uitspre
ken, het wil ons echter ook voorkomen, dat
mon onbillijk zou zijn tegenover catego
rieën van werklieden buiten de fabriek,
indien men al de arbeiders, hier werkzaam,
in do bedoelde gunstige bepalingen had la
ten deelen.
Evonmin wagen er wij ons aan uit te
spreken, dat de grens, door do commissa
rissen getrokken, volkomen juist is; wel
verklaren wij er zeer mee ingenomen te
zijn, dat zij er op hebben aangedrongen de
gasstoker8 onder de bepalingen op te ne
men, dat B. en Ws. daarmede acooord gaan
en den Raad in overweging geven tot dezo
wijziging der verordening te besluiten.
De arbeid van de gasstokera is een
lichaamslooponde arbeid, doordat zij aan
een zeer afwisselende temperatuur zijn
blootgesteld en dag- en nachtdienst moeten
doen. Dat *non niet dadelijk bij de vaststel
ling der verordening aan hen heeft gedacht
komt hiervan welliJat, dat zij .Jet zoo aan
den weg timmeren. Bovendien komen zij,
zooals commissarissen in hun toelichting
opmerken, in den regel niet voor hun
28sbe of 30sbe jaar in de stokerij. Ook hier
aan heeft de Raad toen zeker niet gedacht.
We hopen dan ook van harte, dot de be
ven omsohroven wijziging Donderdag door
den Raad worde aangenomen. De restric
tie, dat op deze werklieden voor ieder jaar,
door hen in andere betrekkingen in dienst
der gemeente doorgebracht, den gewonen
regel voor 1/GO dor jaarweddo zal worden
toegepast, achten wij alleszins billijk,
vooral tegenover andere ambtenaren, die
feitelijk zullen moeten bijdragen ook voor
de voordeden, aan andoren toegokend. Dit
moet dan ook al reeds tot groove omzich
tigheid leiden, zoo dikwijls er pogingen
worden aangewend om een of andere cate
gorie van personen onder de gunstige be
palingen op te nemen.
Nooit mag de»ze opneming den schijn
hebben van bevoorrechting.
Alleen als de billijkheid er voor z<5ó
luide spreekt als in het onderhavigo geval,
schijnt zij ons wel geoorloofd.
Misschien blijkt in de toekoa .st dat het
pensioenfonds, in verband met dat voor
weduwen en kinderen, zoo goed rendeert,
dat het mogelijk is voor alle ambtenaren
zonder onderscheid toe te passen, wat nu
als uitzondering voor enkele geldt. Dat
zou 0113 lijken. Wie op 55-jarigen leeftijd
en na dertig dienstjaren op is, moest kun
nen heengaan on niet gedoemd zijn nog
vijf volle jaren tot eigen last on tot schade
dor gemeente voort te sukkelen. Wie op
dezen leeftijd nog frisch en flink bleek lo
zijn, zou toch in dm regel niet heengaan,
eensdeels niet, omdat, het salaris altijd
meer is dan het pensioen, anderdeels uit
con besef van plicht jegens de gomeon-
schnp.
Wij hopen, dat het nog eenmaal zoo ver
zal komen, ook voor de jongere krachten,
die in eiken tak van dienst gereed staan
ouden en zwakken te vervangen.
LEIDEN, 8 Juli.
Curatoren van het gymnasium stellen
den gemeenteraad voor dr. H. de Graaf f,
thans tijdelijk leeraar in de Natuurlijke
Historie aan hot Gymnasium, definitief
te benoemen voor de beide hoogste klassen.
Zij hebben den heer De Graaff lecren ken
nen als een ijverig, zeer bekwaam leeraar
en achten het dus in het belang van het
Gymnasium, dat dr. De Graaff aan deze
instelling verbonden blijft.
Het is van groot ge-wicht, dat de leeraar,
die in de beide hoogste klassen de jonge
lieden van de afdccling B voor de univer
sitaire studio helpt vormon, d .x noodigen
tijd hebbe, om deze lessen voor te berei
den en den noodigen tact om zijn leerlin
gen liefde voor zijn vak in te boezemen en
hen tot eigen studie en onderzoek op lo
wekken.
Blijkens het advies van den inspecteur
der gymnasia, dr. O. J. Eggink, is deze
zeer stellig in zijn meening, dat dr. Do
Graaff definitief behoort to worden aan
gesteld.
Curatoren behouden zich voor, den Raad
vóór den aanvang van den niouwen cur
sus een voordracht te doen voor eon tijde-
lijkou en een definitiovon leeraar in de
laagste klassen.
Do volgende voordracht is opgemaakt
voor de benoeming van een onderwijzer, be
last met het ondorwijs in het Fransch aan
die leerlingen der Jongensschool en dor
Meisjesschool 2do klasse, die, na een der
scholen dor 3do of 4do klasse te hebben
afgeloopen, tot de eerstgenoemde scholen
worden toegolaton: lo. E. J. Bomli, onder
wijzer mot verplichte hoofdakte aan de
openbare school 3do klasse No. 5; 2o. A.
Dobbelstoyn, tijdelijk onderwijzer aan de
openbare school 2de klaaso voor jongens
en meisjes; 3o. Mej. D. A. Dobbc, onder
wijzeres met verplichte hoofdakte aan dc
openbare school in do Heeronstraab.
Aan hot vorslag ovor den toestand
van hot Stedeolijk Museum „De Lakenhal"
gedurende hot jaar 1902 is nog hot volgen-
do ontleend:
Hot 'aantal bezoekere bedroog 6127 beta-
lendon en 14,978 op do vrije dagon of to
zamen 21,105. Tegenover hot vorig jaar valt
een toeneming te constateer en van het
aantal betalende beeoekers tegenover een
vormindoring van de bezoekers op do vrijo
dagen, waarop ook van invloed was hot
dit jaar mindor groot bezoek op 3 Oct. Op
dion dag word bet Museum door 912 per
sonen bezocht. Aan de leden van dc Deut
sche Anthropologisobo Gesellschaft" werd
bij hun bcsook aan Leidon kostolooa toe
gang verleend en ovenzoo aan do deelne
mers aan de excursie van do vereeniging
„Dc Hoop dor Toekomst" te Rotterdam.
Aan dc heoren Loober en dr. Dülberg
werd toestemming verleend tot bet doen
photographeoren van eon Magnusband cn
ecnigc schilderijen in hot Museum en aan
den heer W. Meyer tot het doen reprodu-
oecren van een paar vignetten.
Aan mevr Wychcl on aan den heer J. H.
Poypors to Brussel word gelegenheid gego-
von tot het maken van kopieën raar schil
de rijon cn aan dc heeren dr. Pypcr en
dr. De Vreese to Gent tot het -randplegen
van in heb Museum aanwezige huidsehrif-
ton. Op de vergadering van don Ncder-
lnndsehen Oudheidkundigen Bond was de
Commissie buiten bezwaar vertegenwoor
digd door mr. J. C. Overvoordo.
Wegens hot niet langer op de drukko
dagen voor de bewaking in het Museum
beschikbaar zijn van een agent, werd het
bestuur genoodzaakt om in de drukke tijden
op die dagen tijdelijk dc kleine zijvertrek
jes gesloten te houdon.
Tor vermindering van hot gevaar hij
brand werden een/go maatregolon getrof
fen. De poort in den tuin van het Mu
seum word zoodanig gewijzigd, dat de
grooto schilderijen achteruit in voiligheid
gebracht kunnen worden, een brandkraan
word aangebracht en in het belang van do
redding van voorwerpen bij brand of on
heil werd een overeenkomst gesloten met
den heer 0. P. Hooge veen om steeds op
eorsto aanmaning een bepaald aantal hel
pers ter beschikking to stellen. Aan dit
reddingskorps werden de inrichting van 't
Museum on de middelen tot beteugelen van
brand getoond on werden cenigc voor
schriften gegovon om bij eventueels red
ding te dienen.
De reeds vrij oude verordeningen op het
Museum bleken niet geheel meer oau de
cisubon van het oogonblik te beantwoorden.
Aan mr. Aalborso, mr. Do Vries v. Heyst
en mr. Overvoordo word verzocht over de
gowcnschbo veranderingen rapport uit te
brengen on spoedig hopen dozen eenigo
voorstollon tot wijziging te kunnen toezoa-
den.
De Catalogus van het Museum is bijua
uitverkocht en weldra zal een nieuwo uit
gave noodzakelijk zijn. Do oommissie van
beheer acht het gcwenscht om dan een af
zonderlijken Catalogus van de schilderijen
verkrijgbaar to stellen, waartoe haar reeds
van verschillende zijden do wensch werd
kenbaar gemaakt.
Door den hoer O. W. H. Vorabor werden
de door hem iu tijdelijk bruiklcon afgo-
stano voorworpen, een studio van Bakkor
Korff on een album amicorura van Petrus
Cupus, teruggevraagd. Hiertegenover valk
op verschillende aanwinsten to wi; n. Deze
vormen in het verslag oon lange lijst.
Door den steun der Voreoniging „Rem
brandt" cn van eenigo particulieren t«
Leidon, die do commissie van bohecr een
bedrag van f 2550 tor bcechikkiDg stelden,-
word zij in staat gesteld om oen bod te do* u
naar eon uitnemend stukje van J. van
Goyon, op con dor veilingen van de firma
Fred. Muller to Amsterdam. Met waarden-
ring vermeldt do commissie dit belangrijk
aanbod als blijk van belangstelling in do
Museum verzamel in gen; zij betreurt het t«"
moor, dat dc loop der veiling haar nood
zaakte van dit aanbod geen gebruik to ma-
kou, daar bot nog ton lnsto van het Mu
seum komend bedrag de beschikbare mid-
dolon vorre overtrof.
Aan J. M. Vorstraalen, gepasporteerd
adjudant onderofficier kwartiermeester van het
Oost-Indischo leger, la by beschikking van
don M. v. K. d.d. 2 Juli 1903 No. 18, Lett.
C vergund do militaire uniform tot wedei-
opzeggen8 too te mogen biyven dragon.
Met den 16den Juli a. 8. wordt do boots
man M. H. van Kooy, ondor intrekking zUner
detachoering by do Kweekschool voor Zee
vaart alhier, overgeplaatst aan boord van
Hr. Ms. wachtschip to Amsterdam en met
dienzelfden datum by genoemde Inrichting ver
vangen door den kwartlermeostor P. H.
Boshuyer.
Te Amsterdam slaagde voor het examen
als vroedvrouw mejuffrouw 0. H. Vermaas,
van Leiden.
Binnenkort hoopt In ons land (voor-
nameiyk to Leldou) to vortoeven dr. Za.
Nagy, uit Debroozen, die zeker velen zich
als hun vriend en medestudent te Utrecht
zullon herinneren. Hem la opgedragen hot
achry ven van do geschiedenis der Nedorlandsche
letteren, ala ooderdeel van oon Algemeens
Geschiedenis der Letterkunde, ln vyf doolon,
welke (onder hoofdredactie van prof. Gust.
Helnrich to Buda Peetb) ln HongarUe zal
worden uitgegeven, en hot Is wegens deze
opdracht, dat dr. Nagy eenige weken in Noder-
land wonscht workzaam to zyn.
Naar „het N. v. d. D." verneemt, zal
in de tweede helft dozer maand ln het Stodelyk
Museum te Amsterdam een tentoonstelling
worden gehouden van acbilderyen van don
Leidschen schilder Jan van Goyen.
De firma Frederlk Muller, die van dozs
22)
„Ik ontken ze niet, profossor, maar ik maak
andere gevolgtrekkingen daaruit als gy. Ten
/©erste bezitten do menschen, en juist do vrou
wen, een mato van veinzen, waarvan u ln
'uw eenvoud g&on begrip hebt, maar waarvan
'lk ln myn beroep voorbeelden heb gezien, die
u, reeds by het aanhooren daarvan, do haren
te berge zouden doen ryzen. Ten tweede
,komt een edel en trotsch karakter dikwyis
,tot vasiberaden en wanhopigo daden. U zelf,
ik hoor het uit elk uwer woorden, beschuldigt
in uw hart de dame."
De jonge geleerde viel hom opgewonden in
de rede: „En als dat zoo ware, kan dan de
daad niet uit wanhopige zelfverdediging voort
komen? U heelt zelf mede aangehoord, welk
een razende hartstocht den man bezielde. Als
het nuen Eda
„Neen, noen, daaraan is niet te denken."
„Mijnheer de Inspecteur," nam nu doktor
"Wobrmann op bedenkeiykon toon het woord,
„ook ik kan en mag de jonge damo niet tot
1 zulk esn krankzinnige handelwijze in staat
houden. Het is dus geraden, voorzichtig en
verseboonend te werk te gaan. Een misgreep
zou ontzettend zyn, waar het de eer en den
paam van zulk een vrouw betreft."
„Haar naam?" merkte de politiebeambte
spottend op. „Weest echter onbezorgd, myne
heeren, ik zal niet alleen voorzichtig, maar
ook verseboonend te werk gaan. Yoorloopig
denk ik mevrouw Leonardi slechts ln het alge
meen ts ondervragen, zooals myn plicht my
dat voorschryft, en wil ik in do eerste plaats
haar waren naam ontdekken. Het verdere
kunt gy dan gerust aan my overlaten; ik
ken myn plicht on zal dien zonder voor
ingenomenheid, maar ook zonder aanzien des
persoons en zonder my door een mooi masker
te laten bedriegen, vervullen."
YIIL
Eda zat in haar hut in een toestand van
de diepste neerslachtigheid. Zy lag op de sofa,
terwyi zy de telkens weer opwellende tranen
met moeite terugdrong en de kleine Hildo
vrooiyk en wel aau haar voeten spoelde. Van
tyd tot tyd, als de jonge vrouw een smarte-
lyken zucht slaakte, hief hot kind met een
vragende uitdrukking haar donker kopje op en
zeide verwonderd: „Waarom weent ge, tante
Eda?" Menigmaal slaakte het ook geheel het
spel, viyde zich teeder tegen zyn verpleegster
aan en zeide met aandoeniyk kinderlijk mede-
ïyden„Niet schreien, tante Edaniet schreien."
Een kloppen op de deur deed de in zich-
zelve gekeerde jonge vrouw ontsteld overeind
ryzen. „Binnen 1" riep zy met bevende stem.
Het borstelige hoofd van den jongen steward
vertoonde zich in do opening der deur. „De
inspecteur Flohr laat mevrouw vorzoeken, by
hem te komen."
„Inspecteur?" vroeg Eda vorbysterd. „Is
die heer geen advocaat?"
De steward glimlachte ooiyk. „Dat hebben
wy allen gedacht," deelde hy op de ver-
trouweiyk-beleefde manier vaD z{jn stand mede,
„Yan morgen is echter gebleken, dat het een
vermomde politiebeambte is, die hierin het schip
naar eon voortvluchtigen misdadiger zoekt."
De adem bleef de jonge vrouw in de keel steken.
„Naar een..., misdadiger? Naar wat voor
eon misdadiger dan?"
Richard Yertrok zyn gezicht tot een diplo-
mati8chen grynslach „Precies weet ik hot
niot; de eerste steward sprak van een bo-
ruchten anarchist, die hot geheele schip in
de lucht wilde laten springen."
„Ik moet ous by dien beer komen, ver-
moedeiyk wegenswegens de vreesolyke
gebeurtenis."
„Ja juist. H(J 1b door don kapitein met de
uitvoering van het onderzoek belast. Ik zal u
do hut wyzen, mevrouw."
Eda 6tond met moeite op. „Hildo, mUn
kind, ik moet nu weg. Biyf kalm hier, hoort
go? Speol zoet, ik kom spoedig terug."
„Ja, tante Eda."
De kleino hield zich gehoorzaam mot haar
poppen bezig, torwyi Eda don moeiiyken gang
aanvaardde. Schaamte en vrees weerspiegelden
zich op haar lief gezicht; als een wil te bloesem
in een donkoren krans van bladeren kwam
het mooie ovaal van haar gelaat tegen het
zwart van haar eéhvoudige japon uit. By de
deur stond zy nog oen oogenblik stil; haar
hart klopte, alsof het zou barsten.
De kleine steward nam echter van haar
gemoedsstemming geen notitie, dienstvaardig
deed hy, nadat hy geklopt had, de deur wyd
open, ten einde haar binnen te laten.
Do inspecteur trad haar beleefd te gemoet.
„Yorgoef my, movrouw, dat ik u in uw be-
grypelUko smart met vragen kwellen moet,"
sprak hy haar toe, terwyi hy baar tevens met
een zwygende uitnoodiging den stoel toeschoof,
waarop de professor had gozeten, want Holm
had even te voren de geïmproviseerde recht
zaal verlaten; hy kon het niet over zyn hart
verkrUgen, het verhoor der geliefde by te
wonen, haar smart en haar tranen mede aan
to zien.
Eda dankte met een buiging van haar hoofd,
doch ging niet zitten, maar bleef voor de
kleine tafel, waaraan dokter Wehrmann zat,
staan.
„Ik ben bereid, mynheor," flulstordo zy,
zich met geweld beheerschend.
„U heeft zeker reeds gehoord, wie ik ben
on welke taak my is opgedragen?" vroeg de
beambte mot do hom eigen waardigheid.
Zy knikte.
„Myn ambt is onbarmhartig, moot dat zyn,"
merkte by op, als om zichzelven te veront
schuldigen. „Ik mag niet eens rekening houden
met het verdriet van de eclilgenoote en wel
te minder, daar hot hier te doen is om den
afschuweiyken moordenaar te ontdokken, die
zyn hand togen uw echtgenoot ophief, om de
misdaad, welke u van zoo naby betreft, aan
hot licht te brengen, en ook ter wille van uw
eigen heiligste belangen."
Mot de linkerhand vast tegen het hart ge
drukt, antwoordde zy: „Ik woot het beroep
van den persoon te scheiden. Vraag zooveel
u wil, inspecteur."
„Ik moet u in de eerste plaats om eenige op
holderingen verzoeken. Er is een vreesolyke mis
daad gebeurd, mevrouw Leonardi. Het offer is
uw echtgenoot. Hoeft u eenig vermoeden,
wie de daad begaan kan hebben of om welke
redenen die gepleegd kan zyn?"
„Neen, geen enkel," antwoordde zU met
gesmoorde stem.
„Geen enkel? Maar uw gedachten habben
zich toch zeker voortdurend mot het yzlng-
wekkendo geval beziggehouden?"
„Ik kan my niet anders voorstellen dan
dat men hem vermoord hoeft, om hem te be
stelen. ZUn linnengoed was dooreengewoeld,
de koffer stond opon
„Bezat by geen vyand op het schip?"
„Ik zou geen enkelen weten."
„Mot wien ging hy het moest om?"
„Hy gaf aan niemand bUzonder de voor
keur. Nu oons sprak hy met deze, dan met
gene. U heeft het immers zelf gezien."
„Dus zou u, behalve diefstal, geen rodeo
kunnen bedenken, wolko lomand aan'eidlng
zou hebben gegovon, om hem to vermoorden?"
„Neen."
„Had uw echtgenoot dan eon groote som
gelds by zich?"
„Ik ben daarvan nlot op do hoogte."
„Wie zulk 0011 vorre reis onderneemt, is
toch in don regel rykeiyk van geld voorzien.
Do vermoorde dacht zich te Buenoa-Ayios
voorgoed te vestlgon, niot waar?"
„Ja."
„Dan moot hy wel in hot bezit van de
noodige middelen zyn geweest."
„Zekor, hy hy had geld by zich."
„Hoeveol?"
„Dat kan ik niet nauwkeurig zoggon."
„Eenige duizenden marken?"
„Dat geloof ik wel."
„In geld of banknoten? Toch zekor in bank
noten?"
„Neen, ln wissels," zeide Eda.
„In wissels? Op welke instolling on door
wien afgegeven?"
„Dat weet ik niet."
„Dat weet gy niet, jammor," bracht dein
specteur lakoniek ln bet midden. „Maar u
weet toch zoker wel, waar hy die papieren
van waarde verborg?"
„Zekor, in zUn portefeuille/' antwoordde
Eda.
(Wordt vervolgd.)