N°. 13303 Woensdag 8 «Juli» A®. 1903. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. t; Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Qct lloogleeraarschap iu Homoeopathic aan de Rijks-Universiteit to Leiden. FEUILLETON. Opofferende Liefde. DAG-BLAD PRIJS DEZER COURANTj Voor Lelden per week 9 Oentai per 8 maanden l l l l f 1.10. Buiten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd ityn 1.30. franco per post 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIKN: Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer /"0.17£. - Orootere letters uaar plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oenta oontantelk tiental woorden meer 10 Oeuts.-Voor het inoassoeren wordt/"0.05 berekend. i Virgadoring vai don Gemeenteraad vin Lilden, •p Donderdag 9 Juli 1003, des namiddags ts twee uren. Nog to behandelen: 4a. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium ter benoeming van een leeraar in de Natuurlijke Historie in do beide hoogste klassen van die inrichting. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, late alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemeen© kenni6, dat door hen Tergunning is verleend aan R. H. PEN en recht verkrlJgenden tot het oprichten van oen Brood- en Beschuitbakkery in het 'perceel Hooge RyndykNo. 116, kad. hekend Sectie M Nos. 2033. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing In het „Leidsch Dagblad". Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Lelden, 8 Juli 1903. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de scheepvaart door den Oudon Rp n a b y de Hooglandsche Kerkgracbt, wegens het leggen van een gaszinker, op Donderdag 9 en V r y d ag 10 Juli a. 8. eal gestremd zyn. Burgemeester en W. thoudors voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 8 Juli 1903. Wy maken opmerkzaam, dat ons bericht van gisteren wel wat sterk gekleurd was. Immers daarin schoen het, alsof de éénige tegenwoordige hoogleeraar in de geneeskun- 'dlge kliniek met leervakken overladen was, 'elnds hy naast het geheele onderwys ln do kliniek ook nog nu reeds gedurende een vol jaar met het onderwys in pharma- codynamlek en pharmacognosio belast bleef. Nu, van overlading mag toch niet gespro ken worden; nu dezelfde hoogleeraar nog tyd heeft kunnen vinden in den loop van dit aelfdo jaar een doorwerkt wetenschappelUk j geschrift van 178 pagina's groot: Klinische voordrachten, welke juist dezor dagen ver schenen zyn, saam te stellen. De minister Kayper behoeft zich dus, uit vrees voor overlading van dezen hoogleeraar, niet te doen weerhouden een doodeter op het gebied van geneeskundig onderwys als ornament aan onze geneeskundige faculteit toe te voegen. Gemeentezaken. Ken kleine wijziging, maar toch van be- teekenis. B. en VYs. stellen den Raad voor een klei ne wijziging van de verordening van 20 Maart 1902, regelende het verleenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente-amb tenaren. In art. 4 dezer verordenirg willen zij ln den 2den regel het woordje ,,en" vervangen door ,,een" en achter hot woord „inspec teur" alsnog invoegen ,,en de gasstokers van de Stedelijke Gasfabriek" en in den 6den regel van onderen van art. 9 dier verorde ning achter het woord „dienst" alsnog toe voegen ,,en voor de gaastokera van de Ste delijke Gasfabriek voor ieder jaar, als zoo danig door hen dienst gedaan." Slechts een kleine wijziging, doch voor een enkele cate gorie van werklieden van beteekenis. Zooals men weet, w%rd in bovengenoemde verordening do bepaling opgenomen, dat vrouwelijke ambtenaren en politie-beamb- ten na 30-jarigen dir- t, op 55-jarigen leef tijd en wat de laatsten aangaat op den grondslag van 1/45 voor ieder jaar dienst, aanspraken op pensioen kunnen doen gol den. Deze afwijking van den algemeenen regel achtte mon billijk, omdat, wat do vrouwelijke ambtenaren betrc.o, men van haar niet zulk een langdurigen dienst mag eischen als van de mannen en wat de poli tic-beambten aangaat, c aard hunner be trekking medebrengt, dat men daarvoor vroeger ongeschikt wordt- dan met andere betrekkingen het geval is. Het maken van dergelijke onderscheidin gen heeft altijd iets willekeurigs. Er zijn dan ook bij de vaststelling dezer verorde ning op do vergadering van 10 Maart an dere gemeente-ambtenaren genoemd, die naar Dien -**-®exide reet niet minder recht als de politie-beambten in de gunstige be palingen zouden kunnen deelon. Er moest echter een grens zijn, en deze word ten slotte om het korps politie-beambten ge trokken. Namens een groot aantal werklieden der Stedelijke Gasfabriek nu is geruimen tijd geleden aan den directeur het verzoek ge daan, om ook in de gunstige bepalingen der politio-mannen te mogen doelen. l>e directeur bracht het verzoek over 'vn de vergadering van Commissarissen der Ste delijke Gasfabriek. Het werd daar behan deld en, ofschoon commissarissen van oor deel waren, dat do gunstige bepaling niet voor het geheele personeel mag worden in gevoerd, zoo meenden ze, dat er wel termen zijn om voor een deel van het personco'. met name de gaestokers, dit verzoek te on- dersteunon. We kunnen niet over al do werkzaamhe den aan de gasfabriek een voordeel uitspre ken, het wil ons echter ook voorkomen, dat mon onbillijk zou zijn tegenover catego rieën van werklieden buiten de fabriek, indien men al de arbeiders, hier werkzaam, in do bedoelde gunstige bepalingen had la ten deelen. Evonmin wagen er wij ons aan uit te spreken, dat de grens, door do commissa rissen getrokken, volkomen juist is; wel verklaren wij er zeer mee ingenomen te zijn, dat zij er op hebben aangedrongen de gasstoker8 onder de bepalingen op te ne men, dat B. en Ws. daarmede acooord gaan en den Raad in overweging geven tot dezo wijziging der verordening te besluiten. De arbeid van de gasstokera is een lichaamslooponde arbeid, doordat zij aan een zeer afwisselende temperatuur zijn blootgesteld en dag- en nachtdienst moeten doen. Dat *non niet dadelijk bij de vaststel ling der verordening aan hen heeft gedacht komt hiervan welliJat, dat zij .Jet zoo aan den weg timmeren. Bovendien komen zij, zooals commissarissen in hun toelichting opmerken, in den regel niet voor hun 28sbe of 30sbe jaar in de stokerij. Ook hier aan heeft de Raad toen zeker niet gedacht. We hopen dan ook van harte, dot de be ven omsohroven wijziging Donderdag door den Raad worde aangenomen. De restric tie, dat op deze werklieden voor ieder jaar, door hen in andere betrekkingen in dienst der gemeente doorgebracht, den gewonen regel voor 1/GO dor jaarweddo zal worden toegepast, achten wij alleszins billijk, vooral tegenover andere ambtenaren, die feitelijk zullen moeten bijdragen ook voor de voordeden, aan andoren toegokend. Dit moet dan ook al reeds tot groove omzich tigheid leiden, zoo dikwijls er pogingen worden aangewend om een of andere cate gorie van personen onder de gunstige be palingen op te nemen. Nooit mag de»ze opneming den schijn hebben van bevoorrechting. Alleen als de billijkheid er voor z<5ó luide spreekt als in het onderhavigo geval, schijnt zij ons wel geoorloofd. Misschien blijkt in de toekoa .st dat het pensioenfonds, in verband met dat voor weduwen en kinderen, zoo goed rendeert, dat het mogelijk is voor alle ambtenaren zonder onderscheid toe te passen, wat nu als uitzondering voor enkele geldt. Dat zou 0113 lijken. Wie op 55-jarigen leeftijd en na dertig dienstjaren op is, moest kun nen heengaan on niet gedoemd zijn nog vijf volle jaren tot eigen last on tot schade dor gemeente voort te sukkelen. Wie op dezen leeftijd nog frisch en flink bleek lo zijn, zou toch in dm regel niet heengaan, eensdeels niet, omdat, het salaris altijd meer is dan het pensioen, anderdeels uit con besef van plicht jegens de gomeon- schnp. Wij hopen, dat het nog eenmaal zoo ver zal komen, ook voor de jongere krachten, die in eiken tak van dienst gereed staan ouden en zwakken te vervangen. LEIDEN, 8 Juli. Curatoren van het gymnasium stellen den gemeenteraad voor dr. H. de Graaf f, thans tijdelijk leeraar in de Natuurlijke Historie aan hot Gymnasium, definitief te benoemen voor de beide hoogste klassen. Zij hebben den heer De Graaff lecren ken nen als een ijverig, zeer bekwaam leeraar en achten het dus in het belang van het Gymnasium, dat dr. De Graaff aan deze instelling verbonden blijft. Het is van groot ge-wicht, dat de leeraar, die in de beide hoogste klassen de jonge lieden van de afdccling B voor de univer sitaire studio helpt vormon, d .x noodigen tijd hebbe, om deze lessen voor te berei den en den noodigen tact om zijn leerlin gen liefde voor zijn vak in te boezemen en hen tot eigen studie en onderzoek op lo wekken. Blijkens het advies van den inspecteur der gymnasia, dr. O. J. Eggink, is deze zeer stellig in zijn meening, dat dr. Do Graaff definitief behoort to worden aan gesteld. Curatoren behouden zich voor, den Raad vóór den aanvang van den niouwen cur sus een voordracht te doen voor eon tijde- lijkou en een definitiovon leeraar in de laagste klassen. Do volgende voordracht is opgemaakt voor de benoeming van een onderwijzer, be last met het ondorwijs in het Fransch aan die leerlingen der Jongensschool en dor Meisjesschool 2do klasse, die, na een der scholen dor 3do of 4do klasse te hebben afgeloopen, tot de eerstgenoemde scholen worden toegolaton: lo. E. J. Bomli, onder wijzer mot verplichte hoofdakte aan de openbare school 3do klasse No. 5; 2o. A. Dobbelstoyn, tijdelijk onderwijzer aan de openbare school 2de klaaso voor jongens en meisjes; 3o. Mej. D. A. Dobbc, onder wijzeres met verplichte hoofdakte aan dc openbare school in do Heeronstraab. Aan hot vorslag ovor den toestand van hot Stedeolijk Museum „De Lakenhal" gedurende hot jaar 1902 is nog hot volgen- do ontleend: Hot 'aantal bezoekere bedroog 6127 beta- lendon en 14,978 op do vrije dagon of to zamen 21,105. Tegenover hot vorig jaar valt een toeneming te constateer en van het aantal betalende beeoekers tegenover een vormindoring van de bezoekers op do vrijo dagen, waarop ook van invloed was hot dit jaar mindor groot bezoek op 3 Oct. Op dion dag word bet Museum door 912 per sonen bezocht. Aan de leden van dc Deut sche Anthropologisobo Gesellschaft" werd bij hun bcsook aan Leidon kostolooa toe gang verleend en ovenzoo aan do deelne mers aan de excursie van do vereeniging „Dc Hoop dor Toekomst" te Rotterdam. Aan dc heoren Loober en dr. Dülberg werd toestemming verleend tot bet doen photographeoren van eon Magnusband cn ecnigc schilderijen in hot Museum en aan den heer W. Meyer tot het doen reprodu- oecren van een paar vignetten. Aan mevr Wychcl on aan den heer J. H. Poypors to Brussel word gelegenheid gego- von tot het maken van kopieën raar schil de rijon cn aan dc heeren dr. Pypcr en dr. De Vreese to Gent tot het -randplegen van in heb Museum aanwezige huidsehrif- ton. Op de vergadering van don Ncder- lnndsehen Oudheidkundigen Bond was de Commissie buiten bezwaar vertegenwoor digd door mr. J. C. Overvoordo. Wegens hot niet langer op de drukko dagen voor de bewaking in het Museum beschikbaar zijn van een agent, werd het bestuur genoodzaakt om in de drukke tijden op die dagen tijdelijk dc kleine zijvertrek jes gesloten te houdon. Tor vermindering van hot gevaar hij brand werden een/go maatregolon getrof fen. De poort in den tuin van het Mu seum word zoodanig gewijzigd, dat de grooto schilderijen achteruit in voiligheid gebracht kunnen worden, een brandkraan word aangebracht en in het belang van do redding van voorwerpen bij brand of on heil werd een overeenkomst gesloten met den heer 0. P. Hooge veen om steeds op eorsto aanmaning een bepaald aantal hel pers ter beschikking to stellen. Aan dit reddingskorps werden de inrichting van 't Museum on de middelen tot beteugelen van brand getoond on werden cenigc voor schriften gegovon om bij eventueels red ding te dienen. De reeds vrij oude verordeningen op het Museum bleken niet geheel meer oau de cisubon van het oogonblik te beantwoorden. Aan mr. Aalborso, mr. Do Vries v. Heyst en mr. Overvoordo word verzocht over de gowcnschbo veranderingen rapport uit te brengen on spoedig hopen dozen eenigo voorstollon tot wijziging te kunnen toezoa- den. De Catalogus van het Museum is bijua uitverkocht en weldra zal een nieuwo uit gave noodzakelijk zijn. Do oommissie van beheer acht het gcwenscht om dan een af zonderlijken Catalogus van de schilderijen verkrijgbaar to stellen, waartoe haar reeds van verschillende zijden do wensch werd kenbaar gemaakt. Door den hoer O. W. H. Vorabor werden de door hem iu tijdelijk bruiklcon afgo- stano voorworpen, een studio van Bakkor Korff on een album amicorura van Petrus Cupus, teruggevraagd. Hiertegenover valk op verschillende aanwinsten to wi; n. Deze vormen in het verslag oon lange lijst. Door den steun der Voreoniging „Rem brandt" cn van eenigo particulieren t« Leidon, die do commissie van bohecr een bedrag van f 2550 tor bcechikkiDg stelden,- word zij in staat gesteld om oen bod te do* u naar eon uitnemend stukje van J. van Goyon, op con dor veilingen van de firma Fred. Muller to Amsterdam. Met waarden- ring vermeldt do commissie dit belangrijk aanbod als blijk van belangstelling in do Museum verzamel in gen; zij betreurt het t«" moor, dat dc loop der veiling haar nood zaakte van dit aanbod geen gebruik to ma- kou, daar bot nog ton lnsto van het Mu seum komend bedrag de beschikbare mid- dolon vorre overtrof. Aan J. M. Vorstraalen, gepasporteerd adjudant onderofficier kwartiermeester van het Oost-Indischo leger, la by beschikking van don M. v. K. d.d. 2 Juli 1903 No. 18, Lett. C vergund do militaire uniform tot wedei- opzeggen8 too te mogen biyven dragon. Met den 16den Juli a. 8. wordt do boots man M. H. van Kooy, ondor intrekking zUner detachoering by do Kweekschool voor Zee vaart alhier, overgeplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip to Amsterdam en met dienzelfden datum by genoemde Inrichting ver vangen door den kwartlermeostor P. H. Boshuyer. Te Amsterdam slaagde voor het examen als vroedvrouw mejuffrouw 0. H. Vermaas, van Leiden. Binnenkort hoopt In ons land (voor- nameiyk to Leldou) to vortoeven dr. Za. Nagy, uit Debroozen, die zeker velen zich als hun vriend en medestudent te Utrecht zullon herinneren. Hem la opgedragen hot achry ven van do geschiedenis der Nedorlandsche letteren, ala ooderdeel van oon Algemeens Geschiedenis der Letterkunde, ln vyf doolon, welke (onder hoofdredactie van prof. Gust. Helnrich to Buda Peetb) ln HongarUe zal worden uitgegeven, en hot Is wegens deze opdracht, dat dr. Nagy eenige weken in Noder- land wonscht workzaam to zyn. Naar „het N. v. d. D." verneemt, zal in de tweede helft dozer maand ln het Stodelyk Museum te Amsterdam een tentoonstelling worden gehouden van acbilderyen van don Leidschen schilder Jan van Goyen. De firma Frederlk Muller, die van dozs 22) „Ik ontken ze niet, profossor, maar ik maak andere gevolgtrekkingen daaruit als gy. Ten /©erste bezitten do menschen, en juist do vrou wen, een mato van veinzen, waarvan u ln 'uw eenvoud g&on begrip hebt, maar waarvan 'lk ln myn beroep voorbeelden heb gezien, die u, reeds by het aanhooren daarvan, do haren te berge zouden doen ryzen. Ten tweede ,komt een edel en trotsch karakter dikwyis ,tot vasiberaden en wanhopigo daden. U zelf, ik hoor het uit elk uwer woorden, beschuldigt in uw hart de dame." De jonge geleerde viel hom opgewonden in de rede: „En als dat zoo ware, kan dan de daad niet uit wanhopige zelfverdediging voort komen? U heelt zelf mede aangehoord, welk een razende hartstocht den man bezielde. Als het nuen Eda „Neen, noen, daaraan is niet te denken." „Mijnheer de Inspecteur," nam nu doktor "Wobrmann op bedenkeiykon toon het woord, „ook ik kan en mag de jonge damo niet tot 1 zulk esn krankzinnige handelwijze in staat houden. Het is dus geraden, voorzichtig en verseboonend te werk te gaan. Een misgreep zou ontzettend zyn, waar het de eer en den paam van zulk een vrouw betreft." „Haar naam?" merkte de politiebeambte spottend op. „Weest echter onbezorgd, myne heeren, ik zal niet alleen voorzichtig, maar ook verseboonend te werk gaan. Yoorloopig denk ik mevrouw Leonardi slechts ln het alge meen ts ondervragen, zooals myn plicht my dat voorschryft, en wil ik in do eerste plaats haar waren naam ontdekken. Het verdere kunt gy dan gerust aan my overlaten; ik ken myn plicht on zal dien zonder voor ingenomenheid, maar ook zonder aanzien des persoons en zonder my door een mooi masker te laten bedriegen, vervullen." YIIL Eda zat in haar hut in een toestand van de diepste neerslachtigheid. Zy lag op de sofa, terwyi zy de telkens weer opwellende tranen met moeite terugdrong en de kleine Hildo vrooiyk en wel aau haar voeten spoelde. Van tyd tot tyd, als de jonge vrouw een smarte- lyken zucht slaakte, hief hot kind met een vragende uitdrukking haar donker kopje op en zeide verwonderd: „Waarom weent ge, tante Eda?" Menigmaal slaakte het ook geheel het spel, viyde zich teeder tegen zyn verpleegster aan en zeide met aandoeniyk kinderlijk mede- ïyden„Niet schreien, tante Edaniet schreien." Een kloppen op de deur deed de in zich- zelve gekeerde jonge vrouw ontsteld overeind ryzen. „Binnen 1" riep zy met bevende stem. Het borstelige hoofd van den jongen steward vertoonde zich in do opening der deur. „De inspecteur Flohr laat mevrouw vorzoeken, by hem te komen." „Inspecteur?" vroeg Eda vorbysterd. „Is die heer geen advocaat?" De steward glimlachte ooiyk. „Dat hebben wy allen gedacht," deelde hy op de ver- trouweiyk-beleefde manier vaD z{jn stand mede, „Yan morgen is echter gebleken, dat het een vermomde politiebeambte is, die hierin het schip naar eon voortvluchtigen misdadiger zoekt." De adem bleef de jonge vrouw in de keel steken. „Naar een..., misdadiger? Naar wat voor eon misdadiger dan?" Richard Yertrok zyn gezicht tot een diplo- mati8chen grynslach „Precies weet ik hot niot; de eerste steward sprak van een bo- ruchten anarchist, die hot geheele schip in de lucht wilde laten springen." „Ik moet ous by dien beer komen, ver- moedeiyk wegenswegens de vreesolyke gebeurtenis." „Ja juist. H(J 1b door don kapitein met de uitvoering van het onderzoek belast. Ik zal u do hut wyzen, mevrouw." Eda 6tond met moeite op. „Hildo, mUn kind, ik moet nu weg. Biyf kalm hier, hoort go? Speol zoet, ik kom spoedig terug." „Ja, tante Eda." De kleino hield zich gehoorzaam mot haar poppen bezig, torwyi Eda don moeiiyken gang aanvaardde. Schaamte en vrees weerspiegelden zich op haar lief gezicht; als een wil te bloesem in een donkoren krans van bladeren kwam het mooie ovaal van haar gelaat tegen het zwart van haar eéhvoudige japon uit. By de deur stond zy nog oen oogenblik stil; haar hart klopte, alsof het zou barsten. De kleine steward nam echter van haar gemoedsstemming geen notitie, dienstvaardig deed hy, nadat hy geklopt had, de deur wyd open, ten einde haar binnen te laten. Do inspecteur trad haar beleefd te gemoet. „Yorgoef my, movrouw, dat ik u in uw be- grypelUko smart met vragen kwellen moet," sprak hy haar toe, terwyi hy baar tevens met een zwygende uitnoodiging den stoel toeschoof, waarop de professor had gozeten, want Holm had even te voren de geïmproviseerde recht zaal verlaten; hy kon het niet over zyn hart verkrUgen, het verhoor der geliefde by te wonen, haar smart en haar tranen mede aan to zien. Eda dankte met een buiging van haar hoofd, doch ging niet zitten, maar bleef voor de kleine tafel, waaraan dokter Wehrmann zat, staan. „Ik ben bereid, mynheor," flulstordo zy, zich met geweld beheerschend. „U heeft zeker reeds gehoord, wie ik ben on welke taak my is opgedragen?" vroeg de beambte mot do hom eigen waardigheid. Zy knikte. „Myn ambt is onbarmhartig, moot dat zyn," merkte by op, als om zichzelven te veront schuldigen. „Ik mag niet eens rekening houden met het verdriet van de eclilgenoote en wel te minder, daar hot hier te doen is om den afschuweiyken moordenaar te ontdokken, die zyn hand togen uw echtgenoot ophief, om de misdaad, welke u van zoo naby betreft, aan hot licht te brengen, en ook ter wille van uw eigen heiligste belangen." Mot de linkerhand vast tegen het hart ge drukt, antwoordde zy: „Ik woot het beroep van den persoon te scheiden. Vraag zooveel u wil, inspecteur." „Ik moet u in de eerste plaats om eenige op holderingen verzoeken. Er is een vreesolyke mis daad gebeurd, mevrouw Leonardi. Het offer is uw echtgenoot. Hoeft u eenig vermoeden, wie de daad begaan kan hebben of om welke redenen die gepleegd kan zyn?" „Neen, geen enkel," antwoordde zU met gesmoorde stem. „Geen enkel? Maar uw gedachten habben zich toch zeker voortdurend mot het yzlng- wekkendo geval beziggehouden?" „Ik kan my niet anders voorstellen dan dat men hem vermoord hoeft, om hem te be stelen. ZUn linnengoed was dooreengewoeld, de koffer stond opon „Bezat by geen vyand op het schip?" „Ik zou geen enkelen weten." „Mot wien ging hy het moest om?" „Hy gaf aan niemand bUzonder de voor keur. Nu oons sprak hy met deze, dan met gene. U heeft het immers zelf gezien." „Dus zou u, behalve diefstal, geen rodeo kunnen bedenken, wolko lomand aan'eidlng zou hebben gegovon, om hem to vermoorden?" „Neen." „Had uw echtgenoot dan eon groote som gelds by zich?" „Ik ben daarvan nlot op do hoogte." „Wie zulk 0011 vorre reis onderneemt, is toch in don regel rykeiyk van geld voorzien. Do vermoorde dacht zich te Buenoa-Ayios voorgoed te vestlgon, niot waar?" „Ja." „Dan moot hy wel in hot bezit van de noodige middelen zyn geweest." „Zekor, hy hy had geld by zich." „Hoeveol?" „Dat kan ik niet nauwkeurig zoggon." „Eenige duizenden marken?" „Dat geloof ik wel." „In geld of banknoten? Toch zekor in bank noten?" „Neen, ln wissels," zeide Eda. „In wissels? Op welke instolling on door wien afgegeven?" „Dat weet ik niet." „Dat weet gy niet, jammor," bracht dein specteur lakoniek ln bet midden. „Maar u weet toch zoker wel, waar hy die papieren van waarde verborg?" „Zekor, in zUn portefeuille/' antwoordde Eda. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1