N°. 13299 (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Offioieele Kennisgeving. Wijziging der Gemeentewet. FEUILLETON. Opofferende Liefde. "Vrijdag 3 Juli. A*. 1903. LEIBSCH PRIJS DEZER COURANTS Voor Lelden per. week 9 Oen te per 8 maanden I 2 1.10. Buiten Leiden, per looper en waai agenten gevestigd rijn L30. franco per post1.66. PBIJS DER AD VERTENT LËN Van 16 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. - Orooter» letter» naar plaateruimte. - Kleine advertentie» van 80 woorden 40 Oente oontant elk tiental woorden moer 10 Oent».- Voor het incaeseoren wwdt/'0.06 berekend. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van Th. J. VERHOEVEN, houdende verzoek om vergunning tot plaat sing en in-werking stelling van een gasmotor van 1 pk. in de Zuivellnrlchting aan de Haarlemmerstraat No. 8, kad. bekend Sectie H No. 860; Gelet op de aitt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bJJ deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de byiagen op do Secretarie dozer gemeente ter visie gelegd is; alsmedo, dat op Vrijdag 17 Juli a. s., 'a voormiddags te elf uren, op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren tegen dat verzoek ln te biongen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 3 Juli 1903. Blijkens dc Memorie van Antwoord deelt de Minister van Binnenlandsohe Zaken in de overtuiging, dat algckeelo herziening der Gemeentewet allengs aan de orde moet komen. Zoolang echter dc noodigste sociale hervormingen op afdoening wachten, zou het z. i. geen aanbeveling verdienen deze achter te stellen. Deze particole herziening dankt dan ook aan een hooger motief uit sluitend baar zoo vroege indiening; het is gebeel hetzelfde motief, dat drong tot wijzi ging van art. 5 der Arbeidswet en tot vol tooiing van art. 96 2de lid en 136 laatste lid der Grondwet, nl. do overtuiging, dat de geldende wet geen doodo letter mag wor den of hot gezag zelf der wet lijdt schade. Ook na invoering ovoi>gons dezer regeling ad hoe blijft het stelsel der Gemeentewet onveranderd wat het was. Het streven is geweest om uitsluitend zoodanige wijzigin gen aan te brengen, waaromtrent zich vrij wel een communis opinio had gevormd cn waarop ook van de zijde der Kamer her haaldelijk was aangedrongen. Bij een tweede voordracht tot herziening 'der Gemeentewet, noodzakelijk geworden door de uitbreiding der gemeentelijke bedrij ven, en een daarmede verband houdend ont werp tot regeling van de zekorhoidsstelling idoor gemeente-ambtenaren, reeds eenigeu tijd bij den Raad van State aanhangig ge maakt, zal vanzelf de regeling der positie van de gemeentewerklieden en de instelling Van scheidsgerechten aan de orde komen. Wio al dan niet onder de Ongevallenwet valt, is niet door herziening dor Gemeente- Wet uit te maken. Evenmin kan bij deze herziening de positie der veldwachters na dere regeling vinden. De leeftijd voor het lidmaatschap van don Raad kan niet verhoogd worden, waar art. 1-13 der Grondwet dezen vaststelt op 23 jaar. Bij deze herziening kunnen de woorden ,,op de wijze zijner godsdionetige gezind heid" bij de eedsaflegging niet wordon los gelaten. Het ligt in hot voornemen der Re geering het vraagstuk van don eed eerlang principieel aan do orde te stellen. Van de besturen in gemeenten met meer clan 100,000 inwoners is betreffende het aantal wethouders advies gevraagd. Alle zonden advies in. Hot scheen den Minister gcwonscht voor gemeenten boven de 100,000 zielen, onder zekeren waarborg ,do moge lijkheid te aoheppen het getal wothouó rs op 5 of 6 to brengen. Do binding van de vorhooging tot of 6 aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten heeft do Minis ter laten vallen. In hoeverre verandering in de aamen stelling van de oommissiën van bijstam- red middel kan zijn om tegemoet te komen aan de gewijzigde verhoudingen, zal aan ite orde komen in do tweedp voordracht tot wijziging der Gemeentewet. Of van het verschijnen en spreken in den Raad van directeuren van gemocntelijko bedrijven veel heil ware te verwachten, valt te betwijfelen, daar B. on We. toch verantwoordelijk blijven. Of hot moeilijk zal zijn 1 of 2 wethou- dere boven het getal van 4 bo vinden, hangt grootendcels af van plaatselijke omstandig heden, die het best door den Rand zeiven kunnen worden beoordeeld. Of bij do wijziging in art. 95 in gelijke riohting zal zijn te gaan, ook wat het onge vraagd ontslag van secrotarie-ambtenarcn botreft (beroep op Ged. Staten\ wonsct de Minister vooralsnog niet te beslissen. De Minister deelt geheel in de mecning der leden, die oordeel en, dat cr geen spra ke van kan zijn, om terloops door eon wets ontwerp als het onderhavige, een beslissing uit te lokken over do vraag, of voortaan ook vrouwon tot het gemeente-secretariaat benoembaar zullen worden verklaard. Hoewel do Minister erkent, dat aan het uitlichten van de materie der regeling van den burgerlijken stand uit het gemeente recht practisch© voordeeion zonder zijn ver bonden, kan toch op de beweerde wensche- lijkheid om do benoeming van ambtenaren van den Burgerlijken Stand over te brengen op de Kroon, vrij wat worden afgedongen, en ongaarne zou do Minister de stelling voor zijn rekening nemen, dat de Burgerlij ke Stand een uitsluitend Rijksbelang is. Wat de voorgestelde regeling zelvo be treft, de voorgenomen wijziging van art. 18 B. W. doet do vrees te niet, dat verschij ning van partijen voor den ambtenaar, in persoon toch nooit regel zou worden. Aan den Raad wordt, behoudens wat noodzake lijk bepaald moest worden, allo vrijheid ge laten de zaak zóó te regelen, als de bijzon dere toestand zijner gemeente zal blijkon te vorderen. Tegen de door zeer vele leden met aan drang in overweging gegeven wijziging, hierin bestaande, dat het ambtenaarschap van den Burgerlijken Stand niet verccnig- baar zal worden verklaard met hofc ambte naarschap ter secretarie, bestaan, zegt de Minister, niet van gewicht ontbloot© beden kingen. Het correct, volkomen naar waar heid, houden van de registers van den bur gerlijken stand en overlijden van de akten, die hieruit voortvloeien, is een aangelegen heid van liet hoogste belang voor personen, gezinnen en goslachten en in verband hier mede voor do vererving van nalatenschap pen. In hom, die hiermede belast zal wor den, is te oischen, dat hij kunde, moreele betrouwbaarheid cn zelfstandig besef van verantwoordelijkheid in zich vercenigo en daarbij zioh genoegzaam- onafhankelijk ge voelt, om don invloed van wie uit anderen hoofde zijn superieuren zijn, weerstand te bieden. Deze overtuiging leidde tot het voorstel om de ambtenaren ter secretarie uit te sluiten. Echter do bedenkingen voor en tegen over en weer afwegende, zegt cL Minister ten slotte vrijheid te hebben govonden de onvereenigbaarheid mot het ambtenaarschap ter secretarie te laten vallen, in het ver trouwen, dat de Raad, het gowiebt dor zaak beeoffende, zich niet door gemakzucht zal laten verleiden, om op metterdaad onge schikte of te zeer ondergeschikte personen de zoo ernstige taak van den burgerlijken stand af te schuiven. Art. J19c sub 2o. kan derhalve vervallen. Voorts zegt de Minister, dat tegen het denkbeeld, om het getal ambtenaren van den burgerlijken stand steeds oneven te ne men en dit oneven getal als ooilege tc laten optreden, even ernstige bedenking bestaat, als togen het voorstel, om in zeer kleine ge meenten het getal van twee tot éón te doen dalen. Is er slechts éón ambtenaar, en ligt deze gevaarlijk ziek, of is hij afwezig, dan zou geen inschrijving van geboorte of sterf geval en geen voltrekking van een huwelijk kunnen plaats hebben, wat in strijd met do wet zou zijn. Zijnerzijds acht de Minister niet te mogen modewerken, om vrouwolijko personon voor het ambt, dat door don burgerlijken stand wordt geëisoht, in aanmerking te brongen. De Minister toont verder aan, dat. wio als onderwijzer gedurende do schooltijden amb- tolijk gebonden is, voor het ambtenaarschap van clem B. S., niot in aanmorkü.g kan ko men, en ook betoogt hii, dat 't. voor belang hebbenden niot ter zake doet, waai' de amb tenaar van den Burg. Stand woont. Gehoor govendo aan geopperde bezwaren, wordt door dén Minister o.a. nog een wij ziging aangebracht in dien zin, dat het hulppersoneel van don ambtenaar van den B. 8., onder wiens leiding het arbeidt, zijn instructie ontvangt en nan hom of nan den ambtenaar, die hom vervangt, onderge schikt is. Bij de wijziging dor Zondagswet zal ter sprake komen, of de bezwaren begon het op Zondag en algemeen erkende christelijke feestdagen geheel doen stil staan van den B. Stand, zijn te ondervangen. Een verbod tot huwelijksvoltrekking op Zondag wenscht do Minister in dit wetsont werp op te nemen. LEIDEN, 3 JuOi. De Loid8Cho Postduiven vereeniging „Wil lem Duivenbode" hield in haar clublokaal „Cafó Reivello" aan den Morschweg, haar jaarver gadering. Door den secretaris werd verslag uitgebracht over het afgeloopon jaar. De Toke ning en voraotwoording van den penningmees ter werd nagezien en accoord bevonden. Ton govolge van de pericdi .keafi reding van het bestuur word dit voor het jaar 1903 1904 als volgt samsDgosteldF. G. C. Bursch, voor zitter; P. C. R. Mingelen, secretarie; J. E. Zirkzee Jr., penningmeester, on W. E. Nouto- boom, commissaris. De afgetreden voorzitter, de heer W. Wiet- hoff, had verzocht voor een eventueele her benoeming niet in aanmerking to komen. Met den 14den Juli a. a. wordt de boots man A. Meertons, onder Intrekking zynsr de- tacheoring by de Kweekschool voor Zeevaart alhier, overgeplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam en met dienzolfden datum by genoemde inrichting vervangen door den kwartiermeester W. Clemens. De heer Louis Bouwmeester zendt aan versohilleoide ingezetenen van llaarlom een circulaire, waarbij hij meedeelt, dat een ge deelte vaai het kloine waarborgkapitaal, noodig voor de stichting van zijn Ha&r- lemsch Tooneelgezclechap, reeds gevonden i6, cn waarbij hij een beroep doet op den steun van Haarlem's kunstvrienden voor het verschaffen van hot nog overblijvende bedrag, waartegenover faciliteiten voor toe gang worden vorleend. Dc circulaire is mede onderteek end door oen oommissie, be staande uit do hceron M. H. Binger, Theo- phile de Bock, mr. F. A. Bijvoet, A. Kool hoven, Yin een t Loosjcs, Justus van Manrik, J. C. Peorcboom, jhr. A. W. G. van Riems dijk, mr. L. R. van Sloterdijck on J. J. Zeowoldt. Deze commissie, dio hot ondorsteunings- kapitaaltje zal behceren, verklaart, dat, wanneer do gevraagde steun wordt ver leend, de onderneming van Bouwmeester bestaan en slagen kon on doet harorzijds een geroop op do sympathie, die voor Ne- derland's grootsten acteur bestaat. H. M. de Koningin-Moeder heeft f 150 goschonkon aan den Central en Bond van Christelijk philanthropise!» inrichtingen in Nederland. Uit Düren, in do Rijnprovincie, wordt dd. 1 Juli gemeld: Prins Hendrik der Nederlanden is hier aangekomen om verschillende weldadig heidsinstellingen on fabrieken te bezoekon en zal morgen waarschijnlijk den burcht Nidogger gaan bekijken Naar het ,,Hbl." verneemt, bozocht prins Hendrik gisteren incognito höfc gymnasium tc Rolduc. Bij dc gisteren te Zwolle gehouden herstemming voor de Prov. Staten van Ovorijsol, verkreeg mr. D. van Laer (lib.) 14-13 cn mr. A. J. M. Vos de Wool (r.-k.) 872 stemmen, zoodat do heer Van Laer is gekozen. In hot Staatsspoorstationsgebouw te 'e-Gravcnhago is heden oen conferentie ge houden tusschen gcdcl geerden van verschil lende Duitsche Maatschappijen en do Ex ploitatie-maatschappij, betreffende regeling coner quaostio van hot gocdcrcnvervoor. De Spoorweg-enquête commissie hoor de gisteren nog: G. Botko, gewezen Staats- sp oor conducteur te Heer (Limburg) cn P. A. Wcycr8, pater Dominicaan, to Utrecht. De Commissie heeft verder als getuigen gehoord: B. J. Nibbelkc, hoofdconducteur 2do kl S.-S., Amsterdam; P. J. Pook van Baggen, onder-afdeclings-chof S.-S., Rij- senburg; W. do Jong, bouwkundige 2de kl. S.S., Utrecht; Th. W. van Hal, hoofdcon ducteur 2de kl. S.S., 's-Hertogcnbosch. Des middags werden als getuigen gehoord J. Mens, machinist 2de kl. der S.-S. te Venloo, en J. Oudegeest, te Utrecht. In een gistermiddag, onder voorzitter schap van mr. H. Goeman Borgeslus, gehouden vergadering van de Haagsche afdoellng van den Algemeenen Nederlandachon Bond „Vrede door Recht" Is by acclamatie besloten te steunen het vooretel-Leeuwarden om het hoofdbestuur voor te stellen, don heer Car negie tot oerolid van den Bond te benoomen. Tevens werd een onbepaald krediet aan het afdeelingöbestuur verleend als bydrage der afdeeling in de eventueele koBten, ver bonden aan de uitvoering van het besluit, indien tot de aanbieding besloten wordt op de algemeen© bondsvergadering, wolke ln verband met deze zaak Maandag 6 Juli to s üravonhage wordt gehouden. Tot afgevaardigden naar die vergadorlng werden gekozen: freule Backer en de heeren Van Delden en Kompe. Zonder oenig militair vertoon, zonder bloemen of kransen, maar onder zeer talryke biyken van oprechte belangstelling werd gis teren te 's Gravenbago hot sloffeiyk ovorschot van den hoer A. Wostmaas, ln leven voor zitter van de 3de sectie Metalen Kruis, op „Nieuw Elk en-Duinen" ter aarde besteld, waar gesproken werd door do heoren R. Drisssen, eerelid en secretaris van de vereeniging „Metalen Kruis", en K. van der Nagel. Voor de vacature van kantonrechter te 0s8 Is de volgende alphabetisohe lyst van aanbeveling opgemaakt: mr. J. A. E. Bink, mr, M. M. Brouwer Ancker, grllflers by de kantongerechten te Eindhoven en Waalwyk, en mr. J. H. G. Jorritsma, substituut-griffier by de rechtbank te Roermond. By de eindexamens nan bet EidgonOsslache Polytechnikum to Zürich verwierven o. m. het diploma van electro-technisch ingenieur de heeren: R. A. Kerkhoven en I. Sorrurler, dat van werktuigkundig Ingenieur do heeren: R. L. Middelberg en P. Vervat, allen Nederlan ders. (N. R. C.) Do heer B. J. Gorretson, van Rotterdam, die ln voor het Nederlandsch Jongelingsverbond zeer moeliyko dagen op dringend verzoek zyner medebestuurders de leiding dor zaken op zich had genomen, Is thans, door vele werkzaamheden daartoe genoodzaakt, als voor zitter van genoemd Verbond afgetreden en woor, als vroegor, vlco-voorzlttor gewordon. In z(Jn plaats ls gekozen ds. J. J. van Noort, van Amsterdam. „De Telegraaf" verneemt, dat tot opvol ger van wyion professor Stokvis, te Amster dam, bonoemd zal worden dr. K. F. "Wenrko- bacb. hoogleeraar te Groningen. Do minister van binnenlandscho zaken brengt tor konnle van belanghebbenden, dat mot 1 September te vervullen is do betresking van loeraar ln de wiskunde aan do RUke hoogore burgerschool met 5 jarigen cursus te Assen. Het aantal wokeiyks to geven lesuren zal 18 bedragen. De Academie van Wetenschappen to Weenen heeft nan dr. Heinrlcher, professor to Innsbrück, de gelden verschaft voor een studiereis naar den Plantentuin te Buitenzorg. Do gemeenteraad te Rotterdam herbc- noomdo in zijn zitting van Donderdag tot directeur van het Museum Boymans" don heer P. Haverkorn van Rijsewijk; on tot leeraren aan do H. B. S. mot 3-jarigcn cursus werden benoemd, voor dc wiskunde do heer K. R Postma, voor do Franscho taal: do heer J. H. J. Hcynon on voor de Hoogduitscho taal de heer P. Hannik, al- lon te Rotterdam. Na vaststelling der jaarwedde van don gencc8hcor-directour voor hot to stichten niouwo krankzinnigengesticht onder Poor tegaal op 5000 mot vrije woning, vuur on licht, werd als zoodanig benoemd dr. W. Vos. Goedgekeurd werd het voorstel tot aan schaffing van een tweede drijvende Mor- rison-heistelling, cn daarvoor toegestaan 22,000. Het voorstel tot aanlag van hot Van Hoogcndorpsplcin met aangrenzend gedempte gedeelte van de Cool vest werd aangehouden. Do Raad vereenigdo zich o. a. ook met hot afwijzend praeadvics op het adres van bet 14) In vleiende tonen vornam men slechts de taal der natuur, het gezang van het heelal, en toch scheen ook tusschen de onboweeg- ïyke, in zichzelven gekeerde menschenklnderen ©en ruiling van gevoelens plaats te vinden, een wisseling van onhoorbare vragen en ant woorden. Of was het smartelyke beven van Eda's mond niet een antwoord op een stom me bede van den ernstigen man, en stilde niet de zachte, vsrgevendo glimlach van den professor het wanhopige, smartelyke gevoel in haarbor8t? Hoe lang zy zoo hadden gozeten, wisten zy niet. Misschien slechts minuten. Plotseling sprong Eda op, een vlammende blos overtoog haar gelaat; zy vestigde een byna vreesach- tlgen blik op haar buurman en drukte de hand op het hart, alsof zy daar een hevigen, pyn- ïyken steek gevoelde. „Ik moet do kleine naar bed brengen, pro fessor", zeide zy met een eigenaardig hard klinkende stem, zonder dat zy het waagdo, hem daarby aan te kyken. Als uit een droom schrikte hy op. „De kleine Hildo; u heeft geiyk." Hy tilde het slapende kind voorzichtig op, ten einde het niet wakker te maken, en legde hot in haar armen. „Edal" klonk het nu luid van de trap, welke naar de kajuit leidde. De professor hoorde een diepe, zware adem haling, hij zag het hoofd van de jonge vrouw pp haar borat zinken. „Hier ben Ik. Wat moet lk?" vroeg zy. Het hoofd van don kleinen hoer verscheen in de deur van het hoog gelegen, aan alle kanten afgesloten promenadedek; nadat hy zich gooriönteord had, stapte hy haastig op de groep toe. „Gy zult je nog een verkoudheid op den hals lialen, Eda," merkte hy, met oen zydo- Ungschen blik op don geleerde, op. „Het ls van avond koel en donker. Wy hebben spoedig nieuwe maan. Wilt gy niet liover naar bene den gaan?" „Ik was dat juist van plan," antwoordde zy mot een Ietwat bevende stem. „Ik kom in zekeren zin als heraut tot je," ging hy met een lach, waaruit met moelto bedwongen woede klonk, voort. „Als heraut? Hoezoo?" Verwonderd richtte zy haar oogen, welke nog een onrustige tinte ling hadden, op den spreker. „De joDge dames en heeren laten je ver zoeken, hun eonige muziekstukken ten beste te geven en ik ondersteun dio bede." „Moet ik spelen?" voer zy uit. „En zingen I" „Nooit!" „Waarom zyt gy zoo gierig op de schatten van je keel?" antwoordde Leonardi wrevelig. „Ook ik verlang je te hooren, en wensch, dat gy je laat hooren l" „Ik ben niet in do stemming," gaf zy kort af ten antwoord. „Niet in de stemming? Wanneer zult gy daarin ooit komen?" vroeg hjj. „Zulk een jong, mooi wezen moet zich ook verbiyden met de biyden. Kom, kind," voegde hy er overredend en haar hand grypend by, „doe my dat genoegen. De jongelui willen dansen, en dus Verontwaardigd trok cy haar hand terug. „Dansen! En voor een paar dagen hebben wy pas de ongelukkige moeder van dit lieve kind begraven en nu moet ik de vrooiyke maten van een wals of oen polka aanslaan? Ik wil jo gaarne genoegen doen, maar ln dit geval niet; deze gedachte druischt tegen myn gevoel ln." Leonardi klemde somber zyn lippen opeen. „De vrouwen hebben haar eigen hoofd, pro fessor. U zal die orvaring ook nog wel op doen," merkte hy met een grimas op, welke waarachyniyk oen glimlach moest voorstellen. „Kom, Eda, breng hot kind naar bed en volg my dan ten minste naar het salon, al wilt gy ook niet spelen. Goeden avond." Hy begaf zich naar do deur, waarby hy Eda aanzag mot een blik, welke het bevel uitdrukte, hem dadeiyk te volgen. Gewillig gehoorzaamde de jonge dame, ter- wyi zy met een nauw merkbare bulging van Holm afscheid nam. Holm slaakte een zucht, teen Eda zioh naar de kajuit had begeven. Wolk een medeiydon had hy met dat arme, geplaagde, verscheurde hartl Hot had gedwaald, maar het berouw, de bittere wanhoop had er zich van meester gemaakt. Nu hielp raad noch hulp meer voor dit beklagenswaardige wozen. Hoe had een vrouw, met zooveel bekooriyks naar lichaam en ziel, dezen man kunnen liefhebben? Of was het geen liefde, wat haar aan hem ver bond? Zy noemde hom nooit by zyn voor naam; zelfs het „je" kwam slechts aarzelend over haar lippen. Hot laatste was, wanneer zy werkeiyk niet Eda Leonardi, maar Elisa Norden was, psychologisch verklaarbaar, het eerste niet, als liefde de dryfveer van haar handelwyze was. In gedachten verzonken daalde de professor naar het salon af, waar hy in een afgelegen hoek plaats nam. In het elegant gemeubiloorde vertrek heerschto do grootste vrooiykhoid. Do moeder der boide jonge dames speelde een mazurka en op de maat der dansmuziek draaiden eenigo paartjes in het rond, torwyi de andere passagiers als toeschouwers pratend of ook kaartspelend langs de wandon zaten. Zelfs een der Hollandsche heeren glimlachte achter zyn gouden knypbrilletjo. Slechts de consul benevens gemalin hielden zich oogen- 8chynl(jk bulten de vrooiykheld, doch waren zoo goed dio te dulden, wyi hun bominneiyko spruiten zich daarby biykbaar kosteiyk amu seerden. Als ceremoniemeester fungeerdo do reiziger met den knevel „Het ls boroikt", terwyi monsieur Reinhold zyn naam als uit stekend danser trachtte te bewaren. H6t was ook de laatste, die zich de gelegenheid niet liet ontgaan om don professor tot deelneming, „in naam van het feestcomité", zooals hy verklaarde, eerbiedig uit to noodigen. Met een barsch „dankl" weigerde doze dit echter, door den toon van zyn antwoord zyn afkouring over hetgeen om hem heen voorviel, duideiyk genoeg te kennen gevend. Holm's oogen zochten Eda. Zy was er nog niet, doch trad spoedig de zaal binnen en nam zwygend in do nabyhoid van het tafeltje plaats, waaraan Leonardi met een scheeps officier, een ouden heer en een oude dame zat te whisten. Van tyd tot tyd wierp by een wantrouwenden blik op zyn vrouw, die, onverschillig voor haar omgovlng, op haar haakwerkje neerzag. Niet ver van beiden af ontdekte do professor den inspecteur, die, als gewooniyk in een boek verdiept, zich niet san de drukte om hem heen stoorde. By een pauze in het spel stond Leonardi op en trad op Eda toe, ten einde haar voor de wals, die juist zou gedanst worden, te vragen. Vol spanning 6loeg Holm haar gade; hy bemorkto oon smoekendon blik in de blauwe oogen; als om hulp zoekend dwaaldon die in het rond. Leonard! scheen echter onvor- blddeiyk, hy fluisterde met haar, en oindeiyk voegde zy zich on vloog in zyn armen langs den profossor hoen. Leonardi's gelaat had oen uitdrukking van triomf, doch do jonge dame zag er zoo bloek en vaal uit, als Holm hoar nog nooit had gezion. Zoodra do danB uit was, onttrok zy zich aan de armen van haar echtgenoot en verliet mot wankelenden, onzekoron tred hot salon. Ook de professor trok zich evon daarna mot eon gevoel van walging terug. Eerst klom 141' nogmaals naar het dok om do hoóto atmosfeer van de zaal met don verfrisscbendon lucht stroom der zoo te verwisselen. Spoedig echter droef do inneriyko ontstomd- held hom weer naar boneden. Ongemerkt be reikte hy zyn hut. Met alle toekonen van, misnoegen wierp hy do kloeron van zich en begaf zich te bed, echter niot om te slapen, maar om alleen te zyn en Da te denken. Spoedig echter sloten zyn oogon zich, en het rüstige ademhalen van zyn borst duiddo het verwyien der zinnen in de sferen van bot onbe wuste bostaan aan. Met een ruk rees hy plotsollng weer over eind, hy was niet zeker, of hy workeiyk had goslapon, nog drong de muzlok uit het salon tot hem door. Zonder eerst licht te maken, voelde hy naar den wyzer van zyn horlogo elf uur. Een vol uur was verstreken. (Woröl %erfa9rf&'). DAG-BLAD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1