N°. 13299
(Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Offioieele Kennisgeving.
Wijziging der Gemeentewet.
FEUILLETON.
Opofferende Liefde.
"Vrijdag 3 Juli. A*. 1903.
LEIBSCH
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Lelden per. week 9 Oen te per 8 maanden I 2 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waai agenten gevestigd rijn L30.
franco per post1.66.
PBIJS DER AD VERTENT LËN
Van 16 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. - Orooter» letter» naar
plaateruimte. - Kleine advertentie» van 80 woorden 40 Oente oontant elk
tiental woorden moer 10 Oent».- Voor het incaeseoren wwdt/'0.06 berekend.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van Th. J. VERHOEVEN,
houdende verzoek om vergunning tot plaat
sing en in-werking stelling van een gasmotor
van 1 pk. in de Zuivellnrlchting aan de
Haarlemmerstraat No. 8, kad. bekend Sectie
H No. 860;
Gelet op de aitt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bJJ deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek met de byiagen op do
Secretarie dozer gemeente ter visie gelegd
is; alsmedo, dat op Vrijdag 17 Juli a. s.,
'a voormiddags te elf uren, op hot Raadhuis,
gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren
tegen dat verzoek ln te biongen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 3 Juli 1903.
Blijkens dc Memorie van Antwoord deelt
de Minister van Binnenlandsohe Zaken in
de overtuiging, dat algckeelo herziening
der Gemeentewet allengs aan de orde moet
komen. Zoolang echter dc noodigste sociale
hervormingen op afdoening wachten, zou
het z. i. geen aanbeveling verdienen deze
achter te stellen. Deze particole herziening
dankt dan ook aan een hooger motief uit
sluitend baar zoo vroege indiening; het is
gebeel hetzelfde motief, dat drong tot wijzi
ging van art. 5 der Arbeidswet en tot vol
tooiing van art. 96 2de lid en 136 laatste
lid der Grondwet, nl. do overtuiging, dat
de geldende wet geen doodo letter mag wor
den of hot gezag zelf der wet lijdt schade.
Ook na invoering ovoi>gons dezer regeling
ad hoe blijft het stelsel der Gemeentewet
onveranderd wat het was. Het streven is
geweest om uitsluitend zoodanige wijzigin
gen aan te brengen, waaromtrent zich vrij
wel een communis opinio had gevormd cn
waarop ook van de zijde der Kamer her
haaldelijk was aangedrongen.
Bij een tweede voordracht tot herziening
'der Gemeentewet, noodzakelijk geworden
door de uitbreiding der gemeentelijke bedrij
ven, en een daarmede verband houdend ont
werp tot regeling van de zekorhoidsstelling
idoor gemeente-ambtenaren, reeds eenigeu
tijd bij den Raad van State aanhangig ge
maakt, zal vanzelf de regeling der positie
van de gemeentewerklieden en de instelling
Van scheidsgerechten aan de orde komen.
Wio al dan niet onder de Ongevallenwet
valt, is niet door herziening dor Gemeente-
Wet uit te maken. Evenmin kan bij deze
herziening de positie der veldwachters na
dere regeling vinden.
De leeftijd voor het lidmaatschap van
don Raad kan niet verhoogd worden, waar
art. 1-13 der Grondwet dezen vaststelt op
23 jaar.
Bij deze herziening kunnen de woorden
,,op de wijze zijner godsdionetige gezind
heid" bij de eedsaflegging niet wordon los
gelaten. Het ligt in hot voornemen der Re
geering het vraagstuk van don eed eerlang
principieel aan do orde te stellen.
Van de besturen in gemeenten met meer
clan 100,000 inwoners is betreffende het
aantal wethouders advies gevraagd. Alle
zonden advies in. Hot scheen den Minister
gcwonscht voor gemeenten boven de 100,000
zielen, onder zekeren waarborg ,do moge
lijkheid te aoheppen het getal wothouó rs
op 5 of 6 to brengen. Do binding van de
vorhooging tot of 6 aan de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten heeft do Minis
ter laten vallen.
In hoeverre verandering in de aamen
stelling van de oommissiën van bijstam- red
middel kan zijn om tegemoet te komen aan
de gewijzigde verhoudingen, zal aan ite
orde komen in do tweedp voordracht tot
wijziging der Gemeentewet.
Of van het verschijnen en spreken in den
Raad van directeuren van gemocntelijko
bedrijven veel heil ware te verwachten,
valt te betwijfelen, daar B. on We. toch
verantwoordelijk blijven.
Of hot moeilijk zal zijn 1 of 2 wethou-
dere boven het getal van 4 bo vinden, hangt
grootendcels af van plaatselijke omstandig
heden, die het best door den Rand zeiven
kunnen worden beoordeeld.
Of bij do wijziging in art. 95 in gelijke
riohting zal zijn te gaan, ook wat het onge
vraagd ontslag van secrotarie-ambtenarcn
botreft (beroep op Ged. Staten\ wonsct de
Minister vooralsnog niet te beslissen.
De Minister deelt geheel in de mecning
der leden, die oordeel en, dat cr geen spra
ke van kan zijn, om terloops door eon wets
ontwerp als het onderhavige, een beslissing
uit te lokken over do vraag, of voortaan
ook vrouwon tot het gemeente-secretariaat
benoembaar zullen worden verklaard.
Hoewel do Minister erkent, dat aan het
uitlichten van de materie der regeling van
den burgerlijken stand uit het gemeente
recht practisch© voordeeion zonder zijn ver
bonden, kan toch op de beweerde wensche-
lijkheid om do benoeming van ambtenaren
van den Burgerlijken Stand over te brengen
op de Kroon, vrij wat worden afgedongen,
en ongaarne zou do Minister de stelling
voor zijn rekening nemen, dat de Burgerlij
ke Stand een uitsluitend Rijksbelang is.
Wat de voorgestelde regeling zelvo be
treft, de voorgenomen wijziging van art. 18
B. W. doet do vrees te niet, dat verschij
ning van partijen voor den ambtenaar, in
persoon toch nooit regel zou worden. Aan
den Raad wordt, behoudens wat noodzake
lijk bepaald moest worden, allo vrijheid ge
laten de zaak zóó te regelen, als de bijzon
dere toestand zijner gemeente zal blijkon
te vorderen.
Tegen de door zeer vele leden met aan
drang in overweging gegeven wijziging,
hierin bestaande, dat het ambtenaarschap
van den Burgerlijken Stand niet verccnig-
baar zal worden verklaard met hofc ambte
naarschap ter secretarie, bestaan, zegt de
Minister, niet van gewicht ontbloot© beden
kingen. Het correct, volkomen naar waar
heid, houden van de registers van den bur
gerlijken stand en overlijden van de akten,
die hieruit voortvloeien, is een aangelegen
heid van liet hoogste belang voor personen,
gezinnen en goslachten en in verband hier
mede voor do vererving van nalatenschap
pen. In hom, die hiermede belast zal wor
den, is te oischen, dat hij kunde, moreele
betrouwbaarheid cn zelfstandig besef van
verantwoordelijkheid in zich vercenigo en
daarbij zioh genoegzaam- onafhankelijk ge
voelt, om don invloed van wie uit anderen
hoofde zijn superieuren zijn, weerstand te
bieden. Deze overtuiging leidde tot het
voorstel om de ambtenaren ter secretarie
uit te sluiten.
Echter do bedenkingen voor en tegen
over en weer afwegende, zegt cL Minister
ten slotte vrijheid te hebben govonden de
onvereenigbaarheid mot het ambtenaarschap
ter secretarie te laten vallen, in het ver
trouwen, dat de Raad, het gowiebt dor zaak
beeoffende, zich niet door gemakzucht zal
laten verleiden, om op metterdaad onge
schikte of te zeer ondergeschikte personen
de zoo ernstige taak van den burgerlijken
stand af te schuiven. Art. J19c sub 2o. kan
derhalve vervallen.
Voorts zegt de Minister, dat tegen het
denkbeeld, om het getal ambtenaren van
den burgerlijken stand steeds oneven te ne
men en dit oneven getal als ooilege tc laten
optreden, even ernstige bedenking bestaat,
als togen het voorstel, om in zeer kleine ge
meenten het getal van twee tot éón te doen
dalen. Is er slechts éón ambtenaar, en ligt
deze gevaarlijk ziek, of is hij afwezig, dan
zou geen inschrijving van geboorte of sterf
geval en geen voltrekking van een huwelijk
kunnen plaats hebben, wat in strijd met
do wet zou zijn.
Zijnerzijds acht de Minister niet te mogen
modewerken, om vrouwolijko personon voor
het ambt, dat door don burgerlijken stand
wordt geëisoht, in aanmerking te brongen.
De Minister toont verder aan, dat. wio als
onderwijzer gedurende do schooltijden amb-
tolijk gebonden is, voor het ambtenaarschap
van clem B. S., niot in aanmorkü.g kan ko
men, en ook betoogt hii, dat 't. voor belang
hebbenden niot ter zake doet, waai' de amb
tenaar van den Burg. Stand woont.
Gehoor govendo aan geopperde bezwaren,
wordt door dén Minister o.a. nog een wij
ziging aangebracht in dien zin, dat het
hulppersoneel van don ambtenaar van den
B. 8., onder wiens leiding het arbeidt, zijn
instructie ontvangt en nan hom of nan den
ambtenaar, die hom vervangt, onderge
schikt is.
Bij de wijziging dor Zondagswet zal ter
sprake komen, of de bezwaren begon het op
Zondag en algemeen erkende christelijke
feestdagen geheel doen stil staan van den
B. Stand, zijn te ondervangen.
Een verbod tot huwelijksvoltrekking op
Zondag wenscht do Minister in dit wetsont
werp op te nemen.
LEIDEN, 3 JuOi.
De Loid8Cho Postduiven vereeniging „Wil
lem Duivenbode" hield in haar clublokaal „Cafó
Reivello" aan den Morschweg, haar jaarver
gadering. Door den secretaris werd verslag
uitgebracht over het afgeloopon jaar. De Toke
ning en voraotwoording van den penningmees
ter werd nagezien en accoord bevonden.
Ton govolge van de pericdi .keafi reding van
het bestuur word dit voor het jaar 1903 1904
als volgt samsDgosteldF. G. C. Bursch, voor
zitter; P. C. R. Mingelen, secretarie; J. E.
Zirkzee Jr., penningmeester, on W. E. Nouto-
boom, commissaris.
De afgetreden voorzitter, de heer W. Wiet-
hoff, had verzocht voor een eventueele her
benoeming niet in aanmerking to komen.
Met den 14den Juli a. a. wordt de boots
man A. Meertons, onder Intrekking zynsr de-
tacheoring by de Kweekschool voor Zeevaart
alhier, overgeplaatst aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam en met dienzolfden
datum by genoemde inrichting vervangen door
den kwartiermeester W. Clemens.
De heer Louis Bouwmeester zendt aan
versohilleoide ingezetenen van llaarlom een
circulaire, waarbij hij meedeelt, dat een ge
deelte vaai het kloine waarborgkapitaal,
noodig voor de stichting van zijn Ha&r-
lemsch Tooneelgezclechap, reeds gevonden
i6, cn waarbij hij een beroep doet op den
steun van Haarlem's kunstvrienden voor
het verschaffen van hot nog overblijvende
bedrag, waartegenover faciliteiten voor toe
gang worden vorleend. Dc circulaire is
mede onderteek end door oen oommissie, be
staande uit do hceron M. H. Binger, Theo-
phile de Bock, mr. F. A. Bijvoet, A. Kool
hoven, Yin een t Loosjcs, Justus van Manrik,
J. C. Peorcboom, jhr. A. W. G. van Riems
dijk, mr. L. R. van Sloterdijck on J. J.
Zeowoldt.
Deze commissie, dio hot ondorsteunings-
kapitaaltje zal behceren, verklaart, dat,
wanneer do gevraagde steun wordt ver
leend, de onderneming van Bouwmeester
bestaan en slagen kon on doet harorzijds
een geroop op do sympathie, die voor Ne-
derland's grootsten acteur bestaat.
H. M. de Koningin-Moeder heeft f 150
goschonkon aan den Central en Bond van
Christelijk philanthropise!» inrichtingen
in Nederland.
Uit Düren, in do Rijnprovincie, wordt
dd. 1 Juli gemeld:
Prins Hendrik der Nederlanden is hier
aangekomen om verschillende weldadig
heidsinstellingen on fabrieken te bezoekon
en zal morgen waarschijnlijk den burcht
Nidogger gaan bekijken
Naar het ,,Hbl." verneemt, bozocht prins
Hendrik gisteren incognito höfc gymnasium
tc Rolduc.
Bij dc gisteren te Zwolle gehouden
herstemming voor de Prov. Staten van
Ovorijsol, verkreeg mr. D. van Laer (lib.)
14-13 cn mr. A. J. M. Vos de Wool (r.-k.)
872 stemmen, zoodat do heer Van Laer is
gekozen.
In hot Staatsspoorstationsgebouw te
'e-Gravcnhago is heden oen conferentie ge
houden tusschen gcdcl geerden van verschil
lende Duitsche Maatschappijen en do Ex
ploitatie-maatschappij, betreffende regeling
coner quaostio van hot gocdcrcnvervoor.
De Spoorweg-enquête commissie hoor
de gisteren nog: G. Botko, gewezen Staats-
sp oor conducteur te Heer (Limburg) cn P.
A. Wcycr8, pater Dominicaan, to Utrecht.
De Commissie heeft verder als getuigen
gehoord: B. J. Nibbelkc, hoofdconducteur
2do kl S.-S., Amsterdam; P. J. Pook van
Baggen, onder-afdeclings-chof S.-S., Rij-
senburg; W. do Jong, bouwkundige 2de kl.
S.S., Utrecht; Th. W. van Hal, hoofdcon
ducteur 2de kl. S.S., 's-Hertogcnbosch.
Des middags werden als getuigen gehoord
J. Mens, machinist 2de kl. der S.-S. te Venloo,
en J. Oudegeest, te Utrecht.
In een gistermiddag, onder voorzitter
schap van mr. H. Goeman Borgeslus, gehouden
vergadering van de Haagsche afdoellng van
den Algemeenen Nederlandachon Bond „Vrede
door Recht" Is by acclamatie besloten te
steunen het vooretel-Leeuwarden om het
hoofdbestuur voor te stellen, don heer Car
negie tot oerolid van den Bond te benoomen.
Tevens werd een onbepaald krediet aan
het afdeelingöbestuur verleend als bydrage
der afdeeling in de eventueele koBten, ver
bonden aan de uitvoering van het besluit,
indien tot de aanbieding besloten wordt op
de algemeen© bondsvergadering, wolke ln
verband met deze zaak Maandag 6 Juli to
s üravonhage wordt gehouden.
Tot afgevaardigden naar die vergadorlng
werden gekozen: freule Backer en de heeren
Van Delden en Kompe.
Zonder oenig militair vertoon, zonder
bloemen of kransen, maar onder zeer talryke
biyken van oprechte belangstelling werd gis
teren te 's Gravenbago hot sloffeiyk ovorschot
van den hoer A. Wostmaas, ln leven voor
zitter van de 3de sectie Metalen Kruis, op
„Nieuw Elk en-Duinen" ter aarde besteld, waar
gesproken werd door do heoren R. Drisssen,
eerelid en secretaris van de vereeniging
„Metalen Kruis", en K. van der Nagel.
Voor de vacature van kantonrechter te
0s8 Is de volgende alphabetisohe lyst van
aanbeveling opgemaakt: mr. J. A. E. Bink,
mr, M. M. Brouwer Ancker, grllflers by de
kantongerechten te Eindhoven en Waalwyk,
en mr. J. H. G. Jorritsma, substituut-griffier
by de rechtbank te Roermond.
By de eindexamens nan bet EidgonOsslache
Polytechnikum to Zürich verwierven o. m. het
diploma van electro-technisch ingenieur de
heeren: R. A. Kerkhoven en I. Sorrurler, dat
van werktuigkundig Ingenieur do heeren: R.
L. Middelberg en P. Vervat, allen Nederlan
ders. (N. R. C.)
Do heer B. J. Gorretson, van Rotterdam,
die ln voor het Nederlandsch Jongelingsverbond
zeer moeliyko dagen op dringend verzoek
zyner medebestuurders de leiding dor zaken
op zich had genomen, Is thans, door vele
werkzaamheden daartoe genoodzaakt, als voor
zitter van genoemd Verbond afgetreden en
woor, als vroegor, vlco-voorzlttor gewordon.
In z(Jn plaats ls gekozen ds. J. J. van Noort,
van Amsterdam.
„De Telegraaf" verneemt, dat tot opvol
ger van wyion professor Stokvis, te Amster
dam, bonoemd zal worden dr. K. F. "Wenrko-
bacb. hoogleeraar te Groningen.
Do minister van binnenlandscho zaken
brengt tor konnle van belanghebbenden, dat
mot 1 September te vervullen is do betresking
van loeraar ln de wiskunde aan do RUke
hoogore burgerschool met 5 jarigen cursus te
Assen. Het aantal wokeiyks to geven lesuren
zal 18 bedragen.
De Academie van Wetenschappen to
Weenen heeft nan dr. Heinrlcher, professor
to Innsbrück, de gelden verschaft voor een
studiereis naar den Plantentuin te Buitenzorg.
Do gemeenteraad te Rotterdam herbc-
noomdo in zijn zitting van Donderdag tot
directeur van het Museum Boymans" don
heer P. Haverkorn van Rijsewijk; on tot
leeraren aan do H. B. S. mot 3-jarigcn
cursus werden benoemd, voor dc wiskunde
do heer K. R Postma, voor do Franscho
taal: do heer J. H. J. Hcynon on voor de
Hoogduitscho taal de heer P. Hannik, al-
lon te Rotterdam.
Na vaststelling der jaarwedde van don
gencc8hcor-directour voor hot to stichten
niouwo krankzinnigengesticht onder Poor
tegaal op 5000 mot vrije woning, vuur
on licht, werd als zoodanig benoemd dr.
W. Vos.
Goedgekeurd werd het voorstel tot aan
schaffing van een tweede drijvende Mor-
rison-heistelling, cn daarvoor toegestaan
22,000. Het voorstel tot aanlag van hot
Van Hoogcndorpsplcin met aangrenzend
gedempte gedeelte van de Cool vest werd
aangehouden.
Do Raad vereenigdo zich o. a. ook met hot
afwijzend praeadvics op het adres van bet
14)
In vleiende tonen vornam men slechts de
taal der natuur, het gezang van het heelal,
en toch scheen ook tusschen de onboweeg-
ïyke, in zichzelven gekeerde menschenklnderen
©en ruiling van gevoelens plaats te vinden,
een wisseling van onhoorbare vragen en ant
woorden. Of was het smartelyke beven van
Eda's mond niet een antwoord op een stom
me bede van den ernstigen man, en stilde
niet de zachte, vsrgevendo glimlach van den
professor het wanhopige, smartelyke gevoel
in haarbor8t?
Hoe lang zy zoo hadden gozeten, wisten
zy niet. Misschien slechts minuten. Plotseling
sprong Eda op, een vlammende blos overtoog
haar gelaat; zy vestigde een byna vreesach-
tlgen blik op haar buurman en drukte de hand
op het hart, alsof zy daar een hevigen, pyn-
ïyken steek gevoelde.
„Ik moet do kleine naar bed brengen, pro
fessor", zeide zy met een eigenaardig hard
klinkende stem, zonder dat zy het waagdo,
hem daarby aan te kyken.
Als uit een droom schrikte hy op. „De
kleine Hildo; u heeft geiyk."
Hy tilde het slapende kind voorzichtig op,
ten einde het niet wakker te maken, en legde
hot in haar armen.
„Edal" klonk het nu luid van de trap,
welke naar de kajuit leidde.
De professor hoorde een diepe, zware adem
haling, hij zag het hoofd van de jonge vrouw
pp haar borat zinken.
„Hier ben Ik. Wat moet lk?" vroeg zy.
Het hoofd van don kleinen hoer verscheen
in de deur van het hoog gelegen, aan alle
kanten afgesloten promenadedek; nadat hy
zich gooriönteord had, stapte hy haastig op
de groep toe.
„Gy zult je nog een verkoudheid op den
hals lialen, Eda," merkte hy, met oen zydo-
Ungschen blik op don geleerde, op. „Het ls
van avond koel en donker. Wy hebben spoedig
nieuwe maan. Wilt gy niet liover naar bene
den gaan?"
„Ik was dat juist van plan," antwoordde
zy mot een Ietwat bevende stem.
„Ik kom in zekeren zin als heraut tot je,"
ging hy met een lach, waaruit met moelto
bedwongen woede klonk, voort.
„Als heraut? Hoezoo?" Verwonderd richtte
zy haar oogen, welke nog een onrustige tinte
ling hadden, op den spreker.
„De joDge dames en heeren laten je ver
zoeken, hun eonige muziekstukken ten beste
te geven en ik ondersteun dio bede."
„Moet ik spelen?" voer zy uit.
„En zingen I"
„Nooit!"
„Waarom zyt gy zoo gierig op de schatten
van je keel?" antwoordde Leonardi wrevelig.
„Ook ik verlang je te hooren, en wensch,
dat gy je laat hooren l"
„Ik ben niet in do stemming," gaf zy kort
af ten antwoord.
„Niet in de stemming? Wanneer zult gy
daarin ooit komen?" vroeg hjj. „Zulk een
jong, mooi wezen moet zich ook verbiyden
met de biyden. Kom, kind," voegde hy er
overredend en haar hand grypend by, „doe
my dat genoegen. De jongelui willen dansen,
en dus
Verontwaardigd trok cy haar hand terug.
„Dansen! En voor een paar dagen hebben
wy pas de ongelukkige moeder van dit lieve
kind begraven en nu moet ik de vrooiyke
maten van een wals of oen polka aanslaan?
Ik wil jo gaarne genoegen doen, maar ln dit
geval niet; deze gedachte druischt tegen myn
gevoel ln."
Leonardi klemde somber zyn lippen opeen.
„De vrouwen hebben haar eigen hoofd, pro
fessor. U zal die orvaring ook nog wel op
doen," merkte hy met een grimas op, welke
waarachyniyk oen glimlach moest voorstellen.
„Kom, Eda, breng hot kind naar bed en volg
my dan ten minste naar het salon, al wilt
gy ook niet spelen. Goeden avond."
Hy begaf zich naar do deur, waarby hy
Eda aanzag mot een blik, welke het bevel
uitdrukte, hem dadeiyk te volgen.
Gewillig gehoorzaamde de jonge dame, ter-
wyi zy met een nauw merkbare bulging van
Holm afscheid nam.
Holm slaakte een zucht, teen Eda zioh naar
de kajuit had begeven. Wolk een medeiydon
had hy met dat arme, geplaagde, verscheurde
hartl Hot had gedwaald, maar het berouw,
de bittere wanhoop had er zich van meester
gemaakt. Nu hielp raad noch hulp meer voor
dit beklagenswaardige wozen. Hoe had een
vrouw, met zooveel bekooriyks naar lichaam
en ziel, dezen man kunnen liefhebben? Of
was het geen liefde, wat haar aan hem ver
bond? Zy noemde hom nooit by zyn voor
naam; zelfs het „je" kwam slechts aarzelend
over haar lippen. Hot laatste was, wanneer
zy werkeiyk niet Eda Leonardi, maar Elisa
Norden was, psychologisch verklaarbaar, het
eerste niet, als liefde de dryfveer van haar
handelwyze was.
In gedachten verzonken daalde de professor
naar het salon af, waar hy in een afgelegen
hoek plaats nam. In het elegant gemeubiloorde
vertrek heerschto do grootste vrooiykhoid. Do
moeder der boide jonge dames speelde een
mazurka en op de maat der dansmuziek
draaiden eenigo paartjes in het rond, torwyi
de andere passagiers als toeschouwers pratend
of ook kaartspelend langs de wandon zaten.
Zelfs een der Hollandsche heeren glimlachte
achter zyn gouden knypbrilletjo. Slechts de
consul benevens gemalin hielden zich oogen-
8chynl(jk bulten de vrooiykheld, doch waren
zoo goed dio te dulden, wyi hun bominneiyko
spruiten zich daarby biykbaar kosteiyk amu
seerden. Als ceremoniemeester fungeerdo do
reiziger met den knevel „Het ls boroikt",
terwyi monsieur Reinhold zyn naam als uit
stekend danser trachtte te bewaren. H6t was
ook de laatste, die zich de gelegenheid niet
liet ontgaan om don professor tot deelneming,
„in naam van het feestcomité", zooals hy
verklaarde, eerbiedig uit to noodigen. Met een
barsch „dankl" weigerde doze dit echter, door
den toon van zyn antwoord zyn afkouring
over hetgeen om hem heen voorviel, duideiyk
genoeg te kennen gevend.
Holm's oogen zochten Eda. Zy was er nog
niet, doch trad spoedig de zaal binnen en
nam zwygend in do nabyhoid van het tafeltje
plaats, waaraan Leonardi met een scheeps
officier, een ouden heer en een oude dame
zat te whisten. Van tyd tot tyd wierp by
een wantrouwenden blik op zyn vrouw, die,
onverschillig voor haar omgovlng, op haar
haakwerkje neerzag. Niet ver van beiden af
ontdekte do professor den inspecteur, die, als
gewooniyk in een boek verdiept, zich niet san
de drukte om hem heen stoorde.
By een pauze in het spel stond Leonardi
op en trad op Eda toe, ten einde haar voor
de wals, die juist zou gedanst worden, te
vragen. Vol spanning 6loeg Holm haar gade;
hy bemorkto oon smoekendon blik in de
blauwe oogen; als om hulp zoekend dwaaldon
die in het rond. Leonard! scheen echter onvor-
blddeiyk, hy fluisterde met haar, en oindeiyk
voegde zy zich on vloog in zyn armen langs
den profossor hoen. Leonardi's gelaat had oen
uitdrukking van triomf, doch do jonge dame
zag er zoo bloek en vaal uit, als Holm hoar
nog nooit had gezion.
Zoodra do danB uit was, onttrok zy zich
aan de armen van haar echtgenoot en verliet
mot wankelenden, onzekoron tred hot salon.
Ook de professor trok zich evon daarna mot
eon gevoel van walging terug. Eerst klom 141'
nogmaals naar het dok om do hoóto atmosfeer
van de zaal met don verfrisscbendon lucht
stroom der zoo te verwisselen.
Spoedig echter droef do inneriyko ontstomd-
held hom weer naar boneden. Ongemerkt be
reikte hy zyn hut. Met alle toekonen van,
misnoegen wierp hy do kloeron van zich en
begaf zich te bed, echter niot om te slapen,
maar om alleen te zyn en Da te denken.
Spoedig echter sloten zyn oogon zich, en het
rüstige ademhalen van zyn borst duiddo het
verwyien der zinnen in de sferen van bot onbe
wuste bostaan aan.
Met een ruk rees hy plotsollng weer over
eind, hy was niet zeker, of hy workeiyk had
goslapon, nog drong de muzlok uit het salon
tot hem door. Zonder eerst licht te maken,
voelde hy naar den wyzer van zyn horlogo
elf uur. Een vol uur was verstreken.
(Woröl %erfa9rf&').
DAG-BLAD