N°. 13287 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. Uitredding. "Vrijdag 19 Juni» A*. 1903. LEID PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oentsj per 8 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.80. Franco per post 1.66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels /T.06. Iedere regol meer f 0.17A. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor het inoasseeren wordt ƒ0.05 berekend. Burgemeester en "Wethouders van Leiden; Geilen art. 8, lete alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning Is verleend aan A. DE KLER en rechtverkrijgenden tot verplaatsing van de bakkerü in het perceel Morschstraat No. 68, Kad. bekend Sectie B No. 68, en vervanging van don bestaanden oven door een heete- lucht-oven. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in het „Leldsch Dagblad". Burgemeester on Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. H. H. CORNELISSEN, loco-Secretaris. Lelden, 19 Juni 1908. In de vorige vergadering beeioot do Raad, dat B. on We. bij ontstentenis van den secretaris een waarnomenden, secretaris uit hot korps secretarie-ambtenaren zouden kunnen aanwijzen. Zoo kwam 't, dat heden niet een der Wethouders, maar do comures- redacteur, mr. Cornelisscn, links van den Voorzitter had plaats genomen, wijl de secretaris nog niet geheel is hersteld. De Rand was bijna voltallig. Slechts twee leden ontbraken. De heer P L. O. Dries- sen wegens ongesteldheid, dr. Kroon door dat hij buitenslands iB. Wollicl was het Lirste punt van do agenda aan deze ge trouwe opkomst niet vreemd, zooals wij sfc.' aks zullen zien. Vooraf iets over mededeelingen en inge komen stukken, die, zooals gewoonlijk, een lijvig dossier vormden. Een paar dezer stukken trokken onze aandacht. Allereerst het hernieuwd verzoek van de Vereeniging „Centraal Bureau voor Sooiale Adviezen" om toekenning van subsidie, ten einde het ovonwiht der financien te horstellen. Zoo als men weet, kwam soortgelijk verzoek reeds eerder in Toen besloot de Raad, die hot nut van deze vereeniging gaarne er kent cn zelfs reeds een paar malen advies bij het Centraal Bureau inwon, het adres aan te houden tot do behandeling der be grooting voor 1904. De subsidiën, door on derscheidene andere gemeenten verleend, varicercn tusschcn 25 en 300; toch niet zulke bedragen, dat zo bepaaldelijk bij de vaststelling der begrooting daarop moeten aangebracht rijn. En do Vereeniging zal wel niot voor haar pleizier uit bedelen gaan. Indien de Raad door hot verleenen van een matige bijdrage thans reeds mede kan ver hoeden. dat deze voor heel het land nuttig werkende instelling worde opgeheven, zou hij een goed werk doen. Het verzoek is in handen gesteld van B. en Ws. We zullen er dus spoedig meer van hooren. Dat het moeilijk is het iedereen naar den zin te maken, bleek uit de adressen van don heer L. H. P. Smulders cn andere be- woners van de Boommarkt on van den heer W. Zandbergen c. s. om de groenten- en fruitmarkt niet naar de Boommarkt tè ver plaatsen. zooals in een adres van do Leid- sche Tuinderspatropnevereeniging wr -"1 ge vraagd. In het eerste adres werdm ook de motieven, waarop hot verzoek rust, ge noemd. Een groenten- on fruitmarkt ach ten adressanten uit hygiënisch oogpunt na- dcelig. Of werkelijk de aanwezigheid van groonten en fruit een schadelijken invloed op de gezondheid der omwonenden uit oefent, zouden we op gezag dee he eren Smulders o. s. niet gaarne voetstoots aan nemen; indien bet zoo ware, dan zou men kunnen vragen, waarom moeten de bewo ners van den Ouden Singel, welke veel smaller is dan de Boommarkt, daar dan bij voortduring onder lijden? Voor het tweede argument: dat thans vele bewoners daar kamers aan studenten ver huren en daarop ingericht zijn. terwijl zij kans beloopen bij een oventueele verplaat sing der markt de kamers leeg to krijgen, kunnen we wel iete voelen. Het gaai er op de groenten- en fruitmarkt nogal druk toe en dit zou storend werken op de studie van deze jongelieden, en wat zou hen weerhou den een rustiger gedeelte de. stad op te zoeken Jamraer echter, dat de adreseen zoo laat zijn ingekomen. Deze quaesfcie is reeds lang aanhangig en eiseht om verschillende redenen spoedige voorziening. B. en Ws. waren nu reeds zoover, dat zij in de eerst volgende vergadering met voorstellen tot den Raad zouden komen. Deze adreseen brongen daarin misschien weder vertra ging, want, zooals wij dit van het Dag. Bestuur gewend zijn, het zal ook deee adres een serieus willen behandelen en daarmedo zal wel weer eenige tijd gemoeid gaan. Eindelijk kwam men tot punt één dor agenda, het meest spannend moment der geheole zitting. Wie zou de opvolger van mr. Aalberse als wethouder rijn Men weet, dat mr. Aalberse indertijd met behulp der vrijzinnigen is benoemd geworden Het werd nu echter een zuivere partij-stem ming: links tegen reohts. Zoo kon do heer Paul er slechts precies met de volst, rek to meerderheid komen Een getrouwe op komst dor leden bleek dus wel noooig. Hadden wij in don heer Korevaar niet een uitnemenden Wethouder van Fabricage, wij zouden in den thans benoemde een spe cialiteit hebben. Zijn adviezen op dit ge bied zullen echter ook van nut kunnen zijn, al is hij thans Wethouder van don Burger lijken Stand on speciaal belast met do voor bereiding van socialen aangelegenheden, op wolk terrein hij do sporen nog zal rnooten verdienen. Dat de lieer Paul, sedert kort Raadslid, vervolgens ook werd benoemd tot Ambtenaar van den Burg. Stand, was te voorzien, al bleek uit de 17 stommen, die hij op zich vereenigde, dat niet allo leden hot van zich konden vork rij gen d aartoe over te gaan. Een andere der jongeren, en wel het jongste lid, mr. J. C. van der Lip, werd benoemd tot lid der Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen in de plaats \an wijlen prof. dr. T. Zaayer, welke vaca ture nog onvervuld was gebleven. Met de benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden in de verschillen de stemburcelen een formaliteit wer den als gewoonlijk korte metten gemaakt. De heeren vonden een lange lijst met namen voor zich, die ze in de stembus hadden te doon. Do Voorzitter nam nog de moeite de namen der benoemden voor te lezen, waar naar niemand luisterde. Bij do goedkeuring van vorschillcnde re keningen over 1902 zagen wo weder de klei ne comedie-vertooning, dat de daarbij be trokken leden beurtelings door een zijdeur uitweken, om na een enkelen hamerslag van den Voorzitter woder te worden binnen gelaten om te hooren, dat do bedoelde reke ning in bun afwezigheid waa goedgekeurd. Naar aanleiding van een te verleenen machtiging aan Commissarissen der Ste delijke Gasfabriek om eenige in de gemeen te Oegstgeest gelegen porceelen aan de gas leiding aan te sluiten, drong de heer P. J. van Hoeken aan op een verlaging van den gasp rijs binnen de gemeente. Hij verkeerde daarbij in de dwaling, dat de verhooging, voor twee jaar wegens hooge kolenprijzen ingevoerd, nog altijd bestond. De heer Juta merkte een beetje ironisch op, dat o Raad zelf, nadat pae het verhoogde tarief een halfjaar had gegolden, den prijs weder tot 5 ets. had teruggebracht. De heer Van Hoe kon pleitte nu voor een verlaging op grond van de hooge winsten. De Voorzitter gaf te recht te kennen, dab de wensch van don heer Van Hoeken geen verband hield met het aanhangige voorstel on de heer Van Hoeken legde or zioh bij neer. Naar aanleiding van de laatste zinsnede der toelichting bij dit voorstel, drong de heer Witmans daarna op vorhooging van 't tarief voor gasverbruikors buiten de ge meente aan. De heer Juta zeido, dat doze clausule noodig was, opdat de aangeelote- nen bij een mogelijke -verlaging later niet zullen kunnen zeggen: hadden wij d. b gewe ten, dan hadden we nooit aansluiting go- vraagcL Een verhooging van 1/2 ct zou nog pas een meerdere winst van 700 a 800 gulden ton gevolge hebben. Blijft het vertrek uit de stad en de vestiging onmiddellijk buiten de grenzen der gemeente beduidend aanhou den, dan is het oogenblik voor een verhoo ging aangebroken. De heer Witmans, mits gaders de geheelo Raad, kon met deze toe zegging vrede hebben. Goede burgers van Leiden, die om iete minder belasting te be talen, misschien zouden geneigd zijn zich even buiten de grenzen te vestigen, moeten weten wat ze doenr straks verhaalt de ge meente do mindere bolasting op hen door een verhoogden gasp rijs. Een wijziging der verordening op wegen, lanen, straten, enz. in dien zin, dat voor zoover zij bijzonder eigendom zijn, do eige naars voor het re inhoud en moeten zorgen, wilde de heer De Lange uitgesteld zien tot do vaststelling dor nieuwe pachtc>ntra<-u voor de stadsreiniging, die met dit jaar afloopen. Daarvoor word heel wat gespro ken. O. i. gold hot hier onkol do vraag: Zal do gemeente blijven zorgen voor het rein- houden van straten, wegen en lanen, die bijzonder eigendom zijn, of moete.: do eige naren hot doen? In het. eerste geval, ja, dan had do heer De Lange gelijk, het was dan de moeite niet waard voor dien kor ten tijd nog een regeling to treffen. Wil de Raad echter het beginsel, in de wijziging neergelegd, ook na nadere regeling der ge- me en toreini ging handhaven en dat bleek onvoldoende uit de stemming dan be stond er geen enkele grond voor uitstel. Hot voorstel tot wijziging werd met groote meerderheid aangenomen. De eigenaren van panden, gelegen in straten, niet aan de gemeente in eigendom behoorende, zullen dus zelf de reiniging tor hl and moeten ne men, tenzij zo zich aan een geldboete zouden willen blootstellen van ten hoogste 6. Dat daar ter plaatse ook geen bladeren zouden mogen liggen, zooals het artikel luiddo, was den heer Van Dissel wat al te erg. Op zijn aandringen is het nu veranderd in verzameling van bladeren." Wij deelen dit even ter geruststelling van lx trokken eigenaren mede, die andere nu reeds met vrees en beving den tijd der valle le bla deren zouden kunnen te gomoet zien. Het laatste gerecht van het vrij lange me nu werd wel het meest gekruid. B. en Ws. haddon voorgesteld een wijzi ging van do verordening op de stroatpoli- bie door invoeging van een bepaling, waar bij het verboden is, op of aan den openba ren weig: a. bij het om niet of to koop aan bieden van gedrukte of geschreven stukken te roepen of to schreeuwen; 6. het koopen of do kennisneming van gedrukte of ge- sohrevon stukken luidkeels aan to bevelen; c. door middel van een reclamebord of met luider stomme den inhoud van gemelde stukken geheel of gedeeltelijk bekend te maken, hetzij door middel van oen rocla- mebpra, hetzij door zichtbare teokonen, het zij door geraasmakende middelen op die stukken of den inhoud daarvan de aan dacht te vestigen. De heer Pera begon met een loftuiting op B. en Ws. voor het indienen van het voorstel, waarover allo weldenkonden zich zullen verheugen, dat reeds eerder had moe ten komen. Hij verwacht blijkbaar veel van dozen maatregel voor de goede orde. Lijnrecht tegenover dezen spr. stond de heer Sytsma, die in een uitvoerig betoog zijn bezwaren er tegen ontwikkelde. Hij vreesde, da/fc men zioh op deze wijze op een weg begaf, die aanleiding zou Jcunnt .i ge ven tot een ernstig ingrijpen in vrijheden, waarop wij als vrije Nederlandore hoogen prijs stollen. Veel zal moeten overgelaten worden aan de subjectieve opvatting van do politiebeambten, wat de deur openzet voor willekeur. Men zal hiermede ook treffen een Heil soldaat, die met eenige geestdrift zijn troc- taatjee uitdeelt, en den drankbestrijder, die wil afhouden van de kroeg en aanprijst een onthoudersgeschrift. Spr. betreurde ook oprecht de onhebbe- lijko tooncolen, dio wo hebben bolcefd, doch wanneer men or wat minder notitie van genomen had, zouden de rolletjes dan niot eerder vorloopen rijn Thans staan wij in deze gemeente ten opzichte van do anar chistische strnat-propaganda op een over- woiinon standpunt; deze maatregel zal de bekende propagandisten, die waarlijk voor geen prooes terugdeinzen, oahter tot een hernieuwd optreden prikkelen. Eindelijk meende spr., dat het bestaande artikel 28 dor Poli tie-verordening voldoende macht gaf om bij dusdanige oploopon handelend op te treden. De heer Drucker, den gedachten gang van den vorigen spr. volgende, keurde het ook nog af, dat de couranten op straatvertoo- ningon de aandacht vestigen. Meer dan van deze maatregelen verwacht ook hij van het langzaam postvatten der overtuiging bij htet weldenkend publiek, dat mon zich niet behoort in te laten met straatschan dalen. Ook hij vroeg waarom art. 28 niet voldoende was en vreesde, dat ook couran ten jongens en rij, die een feestprogramma aanbieden, onder het nieuwe artikel vallen. De Voorzitter was natuurlijk dankbaar voor de goede woorden van steun en waar deering van den heer Pera en beant woordde de bestrijders. Het nieuwe artikel zal preventief werken en de ongeregeldhe den voorkomen. Men behoeft niot te vree zen een knovelen van vrijheden; in verschil lende groote gemeenten des lands hebben dergelijko verordeningen dan ook een vuur proef doorstaan. De beoordeel ing of iemand spreekt of roept en sohrcouwt, achtte hij niet zoo moeilijk, dan dot or wil lekeur uit zou ontstaan. Do heer Pera deed nog eens uitkomen, daft uit alles toch duidelijk bleek, dat het hier to doon is om de schandaal colportage te treffen, al staat het er niet mot zooveel woorden, iete, wat juist den heer Drucker huiverig maakt, omdat een verbodsbopar ling juist moot weergeven, wat er mee be doeld wordt. Do heer Fockoma Andreae, dio als lid dor Commissie voor do Strafvororde ringen sprak, zeide, dat die Commissie lang had geaarzeld, waar het do invoering gold van bopalingen als do thans voorgestelde, maar was gezwicht voor de verklaring der politie, dat zij met de bestaande verordening zich niet voldoende in staat achtte om do ordo te handhaven. Er werd nog heel wat over en weer go- sprokon on zooals het meestal bij zulke ge legenheden gaat, ook nogal eens herhaald, wat reeds eenmaal gezegd was. 't Schoon ons toe, dat B. on Ws. eon oogonblik in beraad stonden to gemoot te komen aan hot verlan gen van den heer Van Dissol, dio zich tegen het verbod om mot reolamc-bordon op den inhoud van gedrukte stukken de aandacht te vestigen, verzette. Hot kwam oohtcr niet tot eon verande ring; do heer Van Dissol logdo zich or bij neer on stemde voor do voorgeetoldo wijzi ging, waar, zooals wij gisteren reods mede deelden, zioh slechts vior leden begon ver klaarden. Na conige opmorkingon van don hoor Wit mans omtrent hot afrijden der Visohbrug naar do Maaremanssteeg in verband met het treurig ongeluk, daar kort golodon voorge vallen, welk© opmorkingon door B. on Ws. in overweging zouden worden genomen, werd do openbare vergadering gesloten. Do zitting mot gesloten deuren, welke op de openbare zitting volgde, moot, naar ons word geoogd, heel lang hebben geduurd. LEIDEN, 19 Juni. In de alhier gehouden vorgadering der Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven werd de heer L. W. J. van dor Drift tot voorzitter patroon gekozen, ter vervanging van den heer W. A. van Llth, die vóór eonigon tyd ale lid der Kamer had bedankt. In dio vergadering hadden de heeren H. P. L. Vorst, W. van der Hoogt, onlangs tot leden-patroons, en H. Marks, tot lid-werkman gekozen, voor het eerst zitting. Voor het examen van kinderjuffrouw, uitgeschreven door do Algemeene Nederland- eche Vrouwenvoreeniging „Tesaslscbade", dat te Utrecht gehouden werd, slaagden de dames Chr. Brauckman, van Voorschoten, en M. Broesterhulxen, 0. van Ditmars on S. P. Noest, van Lelden. De afdeeiingen der Tweede Kamer bob ben benoemd tot rapporteurs over de wets-' ontwerpen tot wijziging der artlkolon 154,. 179 en 228 van het Wetboek van Koophandel voorstel van wet van den heer Van Ranlte tot wijziging der bepalingen van het Wet boek van BurgorlUko Rechtsvordering betrof-; fende hot getuigenverhoor; tot wijziging van, de jaarwedde der tr.lflers bU de rechterlijke colleges en gerechten enz., de heeren Van! 16) Ongeveer een uur later, juist terwijl men in do huiskamer zat te overleggen, of men oom Willems niet zou laten halen, ten einde dezen, als lid der familie, deelgenoot van de treurige omstandigheden te maken, werd er gebeld men schrikte heden bi) iedeie schel on even daarna kwam Willems daar reeds vanzelf aanstappen. Op het zien van al die treurige gezichten bleef hy een oogenblik onthutst aan do deur staan. Toen trad hy nader met de volgende woorden: „Helaas I Ik merk hot alhet ls zoo. NeefI gij behoeft my niets te vertellen 't Ib met uw zaken niet in orde!" „Myn Hemel! Hoe en van waar weet gy dit reeds, oom?" vroeg Van Dyk, hem kramp achtig by de hand vattende, terwyi de overigen Willems met verbazing aanstaarden. „Wy waren juist bezig er over te spreken, op welke wyze wy u onze ellende zouden mededeelon!" Willems haalde thans den bewusten brief Tj voorschyn, en, -n paar tranen wegpin kende, zelde hy*. ;,Leos dezen brief, dien ik hedennacht by mijn thuiskomst als welkom op myn tafel vond liggen en die, voor Hart bestemd, by vergissing door my werd ge opend. Lees hem, neefl en hot zal u duideiyk worden, hoe en van waar ik alles raad." Van Dyk las met een bevende stem den brief voor en riep toen wanhopig uit: „Nog* Bchynt de maat niet volreeds het vierde zwaard, dat heden myn hoofd bedreigt o, er moet zeker een geheime vyand zyn, die my met opzet juist op dezen dag al die verrassingen bespaard heeft 1 En weet Hart ook reeds van den brief af?" „Ja, In myn ontroering liet ik hem op de tafel liggen, en Hart, nog even by my komende om my goeden nacht te wenschen, bemerkte dadeiyk het adres en las hem toen." „En?" „Vraag my omtrent hem thans niets myn hart weent om myn bedrogen vriend maar laat het u voor het oogenblik genoeg zyn, dat hy een te edel karakter bezit, om, hoezeer ook door u beetgenomen, voor u de ergste te zullen zyn. Wilt ge intusschen weten, wie de geheime verklikker is, zie dan slechts het merk op den brief. 't Is Robert Ny- man, uw huisvriend! De schurk heeft zich door zUn eigen domheid verraden." „Nymanhy 1" riepen, om het zeerst ver baasd en onthutst, allen byna te gelijk en men verdiepte zich thans in allerhande gis singen, hoe hy iets te weten kon zyn gekomen. „Is hy dezer dagen soms ook in het kantoor geweest," vroeg Willems, „en kan hy daar ook iete onder de oogen hebben gehad „Hy was er deze week", antwoordde Van Dyk, „maar zoover ik weet, lag er niets open, waarvan hy party kon trekken. En beloofde ik hem toen, dat het tusschen hem en my zou biyven thans mag ik ulleden zeggen, waarom hy by my kwamom uw hand, Maria I Uw afkeer van hem kennende, maakte ik zeer korte complimenten en zeide hem in eens, dat daarvan nimmer iets zou komen. Wat my intusschen al bevreemdde, was, dat hy my juist gisteren het reeds vóór jaren geleende geld terugbracht, waaraan Ik hem by zyn aanzoek terloops herinnerde." Terwyi Van Dyk sprak, scheen zyn oudste zoon zich te bedenken. „Papal", riep deze thans eensklaps, „waar zat hy Ln het kantoor?" „Als ik my goed herinner op uw plaats." „O, dan weet ik het al," hernam de ander, „daar lag een brief van my aan Henri, waarin lk hom een en ander van de zaken en ook van den dokter schreef, om hom met een gerust hart naar huis te laten komen. De deugniet zal daaruit het zyne genomen heb ben, om zich over dio weigering te wreken; en nu ben ik wellicht nog, door dien brief op myn lessenaar te hebben laten liggen, de aanleidende oorzaak van alles l" „Doet u geen van allen thans, hetzy aan uzelven, hetzy onderling, het minste verwyt", sprak Willems zeer ernstig, „want dit helpt u niets. Ik zal er my ook van onthouden, hoevele redenen ik ook bad u toe te voegen Neef, neef! waarom hebt ge my niet nog tydig in den arm genomen; twee weten altyd meer dan één, en wellicht had ik u dan het eerste gaatje kunnen helpen stoppen? Ik zou u teveDS kunnen zeggen, dat, wie my gisteren om dezen tyd, toen we hier feest vierden, in 't oor had gefluisterd: Willemsl je neefs zaken staan niet goed, ik zou den man voor waanzinnig hebben gehouden. En had lk schuld? Qy leefdet er goed van, gy leefdet er zelfs groot van, en ik sta nu er verbaasd over, hoe ge u, wellicht reeds zeer lang, zóó hebt kunnen verbloemen. Na een bangen, slapoloozen nacht, die my het gesmaakte genoegen bitter deed opbreken, zie ik nu aan u allen de treurige waarheid, helaas, voor my enmaar ge noeg, lk zei, elkander geen verwytingen te doen. Wat my echter zeer ter harte gaat, ls, dat gy tot uw laatste redmiddel een man als Hart hebt beetgenomen. Dit grieft my diep, zeer diep, neefï" „Wat gy ook zegt, ooml" antwoordde Van Dyk treurig, „gy hebt ln alles volkomen gelyk. Maar wat doet men al niet, om hot hoofd boven water te houden? Ik had altyd nog hoop, dat alles eenmaal weder te recht zou komen, teerde op myn krediet en moest daarom wel onze levenswyze onveranderd laten. Niemand weet het, oomt hoeveel ik jaren lang heb geleden, en uw arme nicht daar en Frits niet minder, sinds beiden van een en ander afwisten. Niemand weet ook, hoe smarteiyk het my viel, een vriend als Hart te moeten misleiden; maar als de nood dringt en het water tot aan de lippen komt, wat grypt men dan niet aan, om zich voor het oogenblik te redden I" Van Dyk legde thans zyn zaken geheel ▼oor Willems open, van den dag af, waarop de eerste worm aan zyn financieel geluk was begonnen te knagen, tot op den huldigen dag toe. Zyn geheel deficit beliep slechts een kleine tonne gouds; doch daar zyn krediet by zyn makelaars te Amsterdam steeds voor de helft dier som openstond, zouden zyn naam en zyn eer met veertig duizend gulden gered zyn. Toen hy geëindigd had, bedekte hy zyn gelaat met bolde handen en gaf zyn hart in bittere tranen lucht. Mevrouw Van Dyk lag al dien tyd snikkende achterover ln haar stoel, torwyi Maria en Anna, ieder aan een zyde van haar gezeten, troost aan haar boezem zochten, en de belde Jongelingen do jongste was op school met hun bleeke gezichten de stille wanhoop vertegenwoordigden. „Oom, ooml" riep Van Dyk na eenige oogenblikken van treurige stilte uit, „wat moet lk thans beginnen, en waarmedo zal het ein digenmyn arme vrouw en kinderen 1" Willems pinkte weder oen traan weg en liet zeer bewogen op Van Dy ka woorden volgen: „Wat zal lk u zeggen l Myn hart j weent, wanneer ik u daar allen zóó voor| my zie; gy zyt toch nog het eenige, wat 11c door den band dos bloeds voor dierbaars op aarde hebGeloof my, uw leed is het myne, en uw schande zou ook my troffen." En met belde handen op den knop van zyn stok geleund, ging by thans voor zich hoen etaron, als om met zichzelvon te raadplegen. „Ge vraagt my daar, neefl" vervolgde hy na een poos, „wat g|j moot beginnen, en wat het einde zal zyn; dat weet God, Die een mensch goede gedachten ingeeft. Ver trouw op Hom en geef alle hoop tot redding nog niet op. Wellicht weet ik nog oen middel hiertoe to bedenken; maar daarvoor moet ik thans weg, en vraag my verder niets, want Ik kon u voor het oogenblik toch nieta meer er van zeggen. Houd intusschen goe den moed en ga nu met Frlta weder aan uw zaken en maak uw balans op, om my die hedenavond te kunnen toonen. Ik kom tegen zessen terug en hoop dan verder met u te spreken." Eenige oogenblikken later was oom Willem» heengegaan, zyn familie in allerhande gissingen en in gespannon verwachting achterlatende; doch tevena met eenige hoop bezield. Oomi karakter kennende, had men aan zyn wenacb voldaan en hoegenaamd om geen nadere op* holdering by hem aangedrongen. (Wordt vorvolfd.) DAGBLAD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1