N°. 13287
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Uitredding.
"Vrijdag 19 Juni» A*. 1903.
LEID
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oentsj per 8 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.80.
Franco per post 1.66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels /T.06. Iedere regol meer f 0.17A. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor het inoasseeren wordt ƒ0.05 berekend.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden;
Geilen art. 8, lete alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning Is verleend aan A. DE KLER
en rechtverkrijgenden tot verplaatsing van de
bakkerü in het perceel Morschstraat No. 68,
Kad. bekend Sectie B No. 68, en vervanging
van don bestaanden oven door een heete-
lucht-oven.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in het „Leldsch Dagblad".
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
H. H. CORNELISSEN, loco-Secretaris.
Lelden, 19 Juni 1908.
In de vorige vergadering beeioot do Raad,
dat B. on We. bij ontstentenis van den
secretaris een waarnomenden, secretaris uit
hot korps secretarie-ambtenaren zouden
kunnen aanwijzen. Zoo kwam 't, dat heden
niet een der Wethouders, maar do comures-
redacteur, mr. Cornelisscn, links van den
Voorzitter had plaats genomen, wijl de
secretaris nog niet geheel is hersteld.
De Rand was bijna voltallig. Slechts twee
leden ontbraken. De heer P L. O. Dries-
sen wegens ongesteldheid, dr. Kroon door
dat hij buitenslands iB. Wollicl was het
Lirste punt van do agenda aan deze ge
trouwe opkomst niet vreemd, zooals wij
sfc.' aks zullen zien.
Vooraf iets over mededeelingen en inge
komen stukken, die, zooals gewoonlijk, een
lijvig dossier vormden. Een paar dezer
stukken trokken onze aandacht. Allereerst
het hernieuwd verzoek van de Vereeniging
„Centraal Bureau voor Sooiale Adviezen"
om toekenning van subsidie, ten einde het
ovonwiht der financien te horstellen. Zoo
als men weet, kwam soortgelijk verzoek
reeds eerder in Toen besloot de Raad, die
hot nut van deze vereeniging gaarne er
kent cn zelfs reeds een paar malen advies
bij het Centraal Bureau inwon, het adres
aan te houden tot do behandeling der be
grooting voor 1904. De subsidiën, door on
derscheidene andere gemeenten verleend,
varicercn tusschcn 25 en 300; toch niet
zulke bedragen, dat zo bepaaldelijk bij de
vaststelling der begrooting daarop moeten
aangebracht rijn. En do Vereeniging zal wel
niot voor haar pleizier uit bedelen gaan.
Indien de Raad door hot verleenen van een
matige bijdrage thans reeds mede kan ver
hoeden. dat deze voor heel het land nuttig
werkende instelling worde opgeheven, zou
hij een goed werk doen. Het verzoek is in
handen gesteld van B. en Ws. We zullen er
dus spoedig meer van hooren.
Dat het moeilijk is het iedereen naar den
zin te maken, bleek uit de adressen van
don heer L. H. P. Smulders cn andere be-
woners van de Boommarkt on van den heer
W. Zandbergen c. s. om de groenten- en
fruitmarkt niet naar de Boommarkt tè ver
plaatsen. zooals in een adres van do Leid-
sche Tuinderspatropnevereeniging wr -"1 ge
vraagd. In het eerste adres werdm ook de
motieven, waarop hot verzoek rust, ge
noemd. Een groenten- on fruitmarkt ach
ten adressanten uit hygiënisch oogpunt na-
dcelig. Of werkelijk de aanwezigheid van
groonten en fruit een schadelijken invloed
op de gezondheid der omwonenden uit
oefent, zouden we op gezag dee he eren
Smulders o. s. niet gaarne voetstoots aan
nemen; indien bet zoo ware, dan zou men
kunnen vragen, waarom moeten de bewo
ners van den Ouden Singel, welke veel
smaller is dan de Boommarkt, daar dan
bij voortduring onder lijden?
Voor het tweede argument: dat thans vele
bewoners daar kamers aan studenten ver
huren en daarop ingericht zijn. terwijl zij
kans beloopen bij een oventueele verplaat
sing der markt de kamers leeg to krijgen,
kunnen we wel iete voelen. Het gaai er op
de groenten- en fruitmarkt nogal druk toe
en dit zou storend werken op de studie van
deze jongelieden, en wat zou hen weerhou
den een rustiger gedeelte de. stad op te
zoeken Jamraer echter, dat de adreseen zoo
laat zijn ingekomen. Deze quaesfcie is reeds
lang aanhangig en eiseht om verschillende
redenen spoedige voorziening. B. en Ws.
waren nu reeds zoover, dat zij in de eerst
volgende vergadering met voorstellen tot
den Raad zouden komen. Deze adreseen
brongen daarin misschien weder vertra
ging, want, zooals wij dit van het Dag.
Bestuur gewend zijn, het zal ook deee adres
een serieus willen behandelen en daarmedo
zal wel weer eenige tijd gemoeid gaan.
Eindelijk kwam men tot punt één dor
agenda, het meest spannend moment der
geheole zitting. Wie zou de opvolger van
mr. Aalberse als wethouder rijn Men weet,
dat mr. Aalberse indertijd met behulp der
vrijzinnigen is benoemd geworden Het
werd nu echter een zuivere partij-stem
ming: links tegen reohts. Zoo kon do heer
Paul er slechts precies met de volst, rek to
meerderheid komen Een getrouwe op
komst dor leden bleek dus wel noooig.
Hadden wij in don heer Korevaar niet een
uitnemenden Wethouder van Fabricage,
wij zouden in den thans benoemde een spe
cialiteit hebben. Zijn adviezen op dit ge
bied zullen echter ook van nut kunnen zijn,
al is hij thans Wethouder van don Burger
lijken Stand on speciaal belast met do voor
bereiding van socialen aangelegenheden, op
wolk terrein hij do sporen nog zal rnooten
verdienen. Dat de lieer Paul, sedert kort
Raadslid, vervolgens ook werd benoemd tot
Ambtenaar van den Burg. Stand, was te
voorzien, al bleek uit de 17 stommen, die
hij op zich vereenigde, dat niet allo leden
hot van zich konden vork rij gen d aartoe
over te gaan. Een andere der jongeren, en
wel het jongste lid, mr. J. C. van der Lip,
werd benoemd tot lid der Commissie voor de
Huishoudelijke Verordeningen in de plaats
\an wijlen prof. dr. T. Zaayer, welke vaca
ture nog onvervuld was gebleven.
Met de benoeming van de leden en de
plaatsvervangende leden in de verschillen
de stemburcelen een formaliteit wer
den als gewoonlijk korte metten gemaakt.
De heeren vonden een lange lijst met namen
voor zich, die ze in de stembus hadden te
doon. Do Voorzitter nam nog de moeite de
namen der benoemden voor te lezen, waar
naar niemand luisterde.
Bij do goedkeuring van vorschillcnde re
keningen over 1902 zagen wo weder de klei
ne comedie-vertooning, dat de daarbij be
trokken leden beurtelings door een zijdeur
uitweken, om na een enkelen hamerslag
van den Voorzitter woder te worden binnen
gelaten om te hooren, dat do bedoelde reke
ning in bun afwezigheid waa goedgekeurd.
Naar aanleiding van een te verleenen
machtiging aan Commissarissen der Ste
delijke Gasfabriek om eenige in de gemeen
te Oegstgeest gelegen porceelen aan de gas
leiding aan te sluiten, drong de heer P. J.
van Hoeken aan op een verlaging van den
gasp rijs binnen de gemeente. Hij verkeerde
daarbij in de dwaling, dat de verhooging,
voor twee jaar wegens hooge kolenprijzen
ingevoerd, nog altijd bestond. De heer Juta
merkte een beetje ironisch op, dat o Raad
zelf, nadat pae het verhoogde tarief een
halfjaar had gegolden, den prijs weder tot
5 ets. had teruggebracht. De heer Van Hoe
kon pleitte nu voor een verlaging op grond
van de hooge winsten. De Voorzitter gaf te
recht te kennen, dab de wensch van don
heer Van Hoeken geen verband hield met
het aanhangige voorstel on de heer Van
Hoeken legde or zioh bij neer.
Naar aanleiding van de laatste zinsnede
der toelichting bij dit voorstel, drong de
heer Witmans daarna op vorhooging van 't
tarief voor gasverbruikors buiten de ge
meente aan. De heer Juta zeido, dat doze
clausule noodig was, opdat de aangeelote-
nen bij een mogelijke -verlaging later niet
zullen kunnen zeggen: hadden wij d. b gewe
ten, dan hadden we nooit aansluiting go-
vraagcL
Een verhooging van 1/2 ct zou nog pas een
meerdere winst van 700 a 800 gulden ton
gevolge hebben. Blijft het vertrek uit de
stad en de vestiging onmiddellijk buiten de
grenzen der gemeente beduidend aanhou
den, dan is het oogenblik voor een verhoo
ging aangebroken. De heer Witmans, mits
gaders de geheelo Raad, kon met deze toe
zegging vrede hebben. Goede burgers van
Leiden, die om iete minder belasting te be
talen, misschien zouden geneigd zijn zich
even buiten de grenzen te vestigen, moeten
weten wat ze doenr straks verhaalt de ge
meente do mindere bolasting op hen door
een verhoogden gasp rijs.
Een wijziging der verordening op wegen,
lanen, straten, enz. in dien zin, dat voor
zoover zij bijzonder eigendom zijn, do eige
naars voor het re inhoud en moeten zorgen,
wilde de heer De Lange uitgesteld zien tot
do vaststelling dor nieuwe pachtc>ntra<-u
voor de stadsreiniging, die met dit jaar
afloopen. Daarvoor word heel wat gespro
ken. O. i. gold hot hier onkol do vraag: Zal
do gemeente blijven zorgen voor het rein-
houden van straten, wegen en lanen, die
bijzonder eigendom zijn, of moete.: do eige
naren hot doen? In het. eerste geval, ja,
dan had do heer De Lange gelijk, het was
dan de moeite niet waard voor dien kor
ten tijd nog een regeling to treffen. Wil de
Raad echter het beginsel, in de wijziging
neergelegd, ook na nadere regeling der ge-
me en toreini ging handhaven en dat bleek
onvoldoende uit de stemming dan be
stond er geen enkele grond voor uitstel.
Hot voorstel tot wijziging werd met groote
meerderheid aangenomen. De eigenaren
van panden, gelegen in straten, niet aan de
gemeente in eigendom behoorende, zullen
dus zelf de reiniging tor hl and moeten ne
men, tenzij zo zich aan een geldboete zouden
willen blootstellen van ten hoogste 6. Dat
daar ter plaatse ook geen bladeren zouden
mogen liggen, zooals het artikel luiddo,
was den heer Van Dissel wat al te erg. Op
zijn aandringen is het nu veranderd in
verzameling van bladeren." Wij deelen
dit even ter geruststelling van lx trokken
eigenaren mede, die andere nu reeds met
vrees en beving den tijd der valle le bla
deren zouden kunnen te gomoet zien.
Het laatste gerecht van het vrij lange me
nu werd wel het meest gekruid.
B. en Ws. haddon voorgesteld een wijzi
ging van do verordening op de stroatpoli-
bie door invoeging van een bepaling, waar
bij het verboden is, op of aan den openba
ren weig: a. bij het om niet of to koop aan
bieden van gedrukte of geschreven stukken
te roepen of to schreeuwen; 6. het koopen
of do kennisneming van gedrukte of ge-
sohrevon stukken luidkeels aan to bevelen;
c. door middel van een reclamebord of
met luider stomme den inhoud van gemelde
stukken geheel of gedeeltelijk bekend te
maken, hetzij door middel van oen rocla-
mebpra, hetzij door zichtbare teokonen, het
zij door geraasmakende middelen op die
stukken of den inhoud daarvan de aan
dacht te vestigen.
De heer Pera begon met een loftuiting
op B. en Ws. voor het indienen van het
voorstel, waarover allo weldenkonden zich
zullen verheugen, dat reeds eerder had moe
ten komen. Hij verwacht blijkbaar veel
van dozen maatregel voor de goede orde.
Lijnrecht tegenover dezen spr. stond de
heer Sytsma, die in een uitvoerig betoog
zijn bezwaren er tegen ontwikkelde. Hij
vreesde, da/fc men zioh op deze wijze op een
weg begaf, die aanleiding zou Jcunnt .i ge
ven tot een ernstig ingrijpen in vrijheden,
waarop wij als vrije Nederlandore hoogen
prijs stollen. Veel zal moeten overgelaten
worden aan de subjectieve opvatting van
do politiebeambten, wat de deur openzet
voor willekeur.
Men zal hiermede ook treffen een Heil
soldaat, die met eenige geestdrift zijn troc-
taatjee uitdeelt, en den drankbestrijder,
die wil afhouden van de kroeg en aanprijst
een onthoudersgeschrift.
Spr. betreurde ook oprecht de onhebbe-
lijko tooncolen, dio wo hebben bolcefd, doch
wanneer men or wat minder notitie van
genomen had, zouden de rolletjes dan niot
eerder vorloopen rijn Thans staan wij in
deze gemeente ten opzichte van do anar
chistische strnat-propaganda op een over-
woiinon standpunt; deze maatregel zal de
bekende propagandisten, die waarlijk voor
geen prooes terugdeinzen, oahter tot een
hernieuwd optreden prikkelen. Eindelijk
meende spr., dat het bestaande artikel 28
dor Poli tie-verordening voldoende macht
gaf om bij dusdanige oploopon handelend
op te treden.
De heer Drucker, den gedachten gang van
den vorigen spr. volgende, keurde het ook
nog af, dat de couranten op straatvertoo-
ningon de aandacht vestigen. Meer dan
van deze maatregelen verwacht ook hij van
het langzaam postvatten der overtuiging
bij htet weldenkend publiek, dat mon zich
niet behoort in te laten met straatschan
dalen. Ook hij vroeg waarom art. 28 niet
voldoende was en vreesde, dat ook couran
ten jongens en rij, die een feestprogramma
aanbieden, onder het nieuwe artikel vallen.
De Voorzitter was natuurlijk dankbaar
voor de goede woorden van steun en waar
deering van den heer Pera en beant
woordde de bestrijders. Het nieuwe artikel
zal preventief werken en de ongeregeldhe
den voorkomen. Men behoeft niot te vree
zen een knovelen van vrijheden; in verschil
lende groote gemeenten des lands hebben
dergelijko verordeningen dan ook een vuur
proef doorstaan. De beoordeel ing of
iemand spreekt of roept en sohrcouwt,
achtte hij niet zoo moeilijk, dan dot or wil
lekeur uit zou ontstaan.
Do heer Pera deed nog eens uitkomen, daft
uit alles toch duidelijk bleek, dat het hier
to doon is om de schandaal colportage te
treffen, al staat het er niet mot zooveel
woorden, iete, wat juist den heer Drucker
huiverig maakt, omdat een verbodsbopar
ling juist moot weergeven, wat er mee be
doeld wordt.
Do heer Fockoma Andreae, dio als lid dor
Commissie voor do Strafvororde ringen
sprak, zeide, dat die Commissie lang had
geaarzeld, waar het do invoering gold van
bopalingen als do thans voorgestelde, maar
was gezwicht voor de verklaring der politie,
dat zij met de bestaande verordening zich
niet voldoende in staat achtte om do ordo te
handhaven.
Er werd nog heel wat over en weer go-
sprokon on zooals het meestal bij zulke ge
legenheden gaat, ook nogal eens herhaald,
wat reeds eenmaal gezegd was. 't Schoon ons
toe, dat B. on Ws. eon oogonblik in beraad
stonden to gemoot te komen aan hot verlan
gen van den heer Van Dissol, dio zich tegen
het verbod om mot reolamc-bordon op den
inhoud van gedrukte stukken de aandacht
te vestigen, verzette.
Hot kwam oohtcr niet tot eon verande
ring; do heer Van Dissol logdo zich or bij
neer on stemde voor do voorgeetoldo wijzi
ging, waar, zooals wij gisteren reods mede
deelden, zioh slechts vior leden begon ver
klaarden.
Na conige opmorkingon van don hoor Wit
mans omtrent hot afrijden der Visohbrug
naar do Maaremanssteeg in verband met het
treurig ongeluk, daar kort golodon voorge
vallen, welk© opmorkingon door B. on Ws.
in overweging zouden worden genomen,
werd do openbare vergadering gesloten.
Do zitting mot gesloten deuren, welke op
de openbare zitting volgde, moot, naar ons
word geoogd, heel lang hebben geduurd.
LEIDEN, 19 Juni.
In de alhier gehouden vorgadering der
Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven
werd de heer L. W. J. van dor Drift tot
voorzitter patroon gekozen, ter vervanging van
den heer W. A. van Llth, die vóór eonigon
tyd ale lid der Kamer had bedankt.
In dio vergadering hadden de heeren H. P.
L. Vorst, W. van der Hoogt, onlangs tot
leden-patroons, en H. Marks, tot lid-werkman
gekozen, voor het eerst zitting.
Voor het examen van kinderjuffrouw,
uitgeschreven door do Algemeene Nederland-
eche Vrouwenvoreeniging „Tesaslscbade", dat
te Utrecht gehouden werd, slaagden de dames
Chr. Brauckman, van Voorschoten, en M.
Broesterhulxen, 0. van Ditmars on S. P. Noest,
van Lelden.
De afdeeiingen der Tweede Kamer bob
ben benoemd tot rapporteurs over de wets-'
ontwerpen tot wijziging der artlkolon 154,.
179 en 228 van het Wetboek van Koophandel
voorstel van wet van den heer Van Ranlte
tot wijziging der bepalingen van het Wet
boek van BurgorlUko Rechtsvordering betrof-;
fende hot getuigenverhoor; tot wijziging van,
de jaarwedde der tr.lflers bU de rechterlijke
colleges en gerechten enz., de heeren Van!
16)
Ongeveer een uur later, juist terwijl men
in do huiskamer zat te overleggen, of men
oom Willems niet zou laten halen, ten einde
dezen, als lid der familie, deelgenoot van de
treurige omstandigheden te maken, werd er
gebeld men schrikte heden bi) iedeie schel
on even daarna kwam Willems daar reeds
vanzelf aanstappen. Op het zien van al die
treurige gezichten bleef hy een oogenblik
onthutst aan do deur staan. Toen trad hy
nader met de volgende woorden:
„Helaas I Ik merk hot alhet ls zoo.
NeefI gij behoeft my niets te vertellen
't Ib met uw zaken niet in orde!"
„Myn Hemel! Hoe en van waar weet gy
dit reeds, oom?" vroeg Van Dyk, hem kramp
achtig by de hand vattende, terwyi de overigen
Willems met verbazing aanstaarden. „Wy
waren juist bezig er over te spreken, op welke
wyze wy u onze ellende zouden mededeelon!"
Willems haalde thans den bewusten brief
Tj voorschyn, en, -n paar tranen wegpin
kende, zelde hy*. ;,Leos dezen brief, dien
ik hedennacht by mijn thuiskomst als welkom
op myn tafel vond liggen en die, voor Hart
bestemd, by vergissing door my werd ge
opend. Lees hem, neefl en hot zal u duideiyk
worden, hoe en van waar ik alles raad."
Van Dyk las met een bevende stem den
brief voor en riep toen wanhopig uit: „Nog*
Bchynt de maat niet volreeds het vierde
zwaard, dat heden myn hoofd bedreigt
o, er moet zeker een geheime vyand zyn,
die my met opzet juist op dezen dag al die
verrassingen bespaard heeft 1 En weet Hart
ook reeds van den brief af?"
„Ja, In myn ontroering liet ik hem op de
tafel liggen, en Hart, nog even by my komende
om my goeden nacht te wenschen, bemerkte
dadeiyk het adres en las hem toen."
„En?"
„Vraag my omtrent hem thans niets
myn hart weent om myn bedrogen vriend
maar laat het u voor het oogenblik genoeg
zyn, dat hy een te edel karakter bezit, om,
hoezeer ook door u beetgenomen, voor u de
ergste te zullen zyn. Wilt ge intusschen weten,
wie de geheime verklikker is, zie dan slechts
het merk op den brief. 't Is Robert Ny-
man, uw huisvriend! De schurk heeft zich
door zUn eigen domheid verraden."
„Nymanhy 1" riepen, om het zeerst ver
baasd en onthutst, allen byna te gelijk en
men verdiepte zich thans in allerhande gis
singen, hoe hy iets te weten kon zyn gekomen.
„Is hy dezer dagen soms ook in het kantoor
geweest," vroeg Willems, „en kan hy daar ook
iete onder de oogen hebben gehad
„Hy was er deze week", antwoordde Van
Dyk, „maar zoover ik weet, lag er niets open,
waarvan hy party kon trekken. En beloofde
ik hem toen, dat het tusschen hem en my
zou biyven thans mag ik ulleden zeggen,
waarom hy by my kwamom uw hand,
Maria I Uw afkeer van hem kennende,
maakte ik zeer korte complimenten en zeide
hem in eens, dat daarvan nimmer iets zou
komen. Wat my intusschen al bevreemdde,
was, dat hy my juist gisteren het reeds vóór
jaren geleende geld terugbracht, waaraan Ik
hem by zyn aanzoek terloops herinnerde."
Terwyi Van Dyk sprak, scheen zyn oudste
zoon zich te bedenken.
„Papal", riep deze thans eensklaps, „waar
zat hy Ln het kantoor?"
„Als ik my goed herinner op uw plaats."
„O, dan weet ik het al," hernam de ander,
„daar lag een brief van my aan Henri, waarin
lk hom een en ander van de zaken en ook
van den dokter schreef, om hom met een
gerust hart naar huis te laten komen. De
deugniet zal daaruit het zyne genomen heb
ben, om zich over dio weigering te wreken;
en nu ben ik wellicht nog, door dien brief
op myn lessenaar te hebben laten liggen, de
aanleidende oorzaak van alles l"
„Doet u geen van allen thans, hetzy aan
uzelven, hetzy onderling, het minste verwyt",
sprak Willems zeer ernstig, „want dit helpt
u niets. Ik zal er my ook van onthouden,
hoevele redenen ik ook bad u toe te voegen
Neef, neef! waarom hebt ge my niet nog tydig
in den arm genomen; twee weten altyd meer
dan één, en wellicht had ik u dan het eerste
gaatje kunnen helpen stoppen? Ik zou u teveDS
kunnen zeggen, dat, wie my gisteren om dezen
tyd, toen we hier feest vierden, in 't oor had
gefluisterd: Willemsl je neefs zaken staan
niet goed, ik zou den man voor waanzinnig
hebben gehouden. En had lk schuld? Qy
leefdet er goed van, gy leefdet er zelfs groot
van, en ik sta nu er verbaasd over, hoe ge
u, wellicht reeds zeer lang, zóó hebt kunnen
verbloemen. Na een bangen, slapoloozen nacht,
die my het gesmaakte genoegen bitter deed
opbreken, zie ik nu aan u allen de treurige
waarheid, helaas, voor my enmaar ge
noeg, lk zei, elkander geen verwytingen te
doen. Wat my echter zeer ter harte gaat,
ls, dat gy tot uw laatste redmiddel een man
als Hart hebt beetgenomen. Dit grieft my
diep, zeer diep, neefï"
„Wat gy ook zegt, ooml" antwoordde Van
Dyk treurig, „gy hebt ln alles volkomen gelyk.
Maar wat doet men al niet, om hot hoofd
boven water te houden? Ik had altyd nog
hoop, dat alles eenmaal weder te recht zou
komen, teerde op myn krediet en moest
daarom wel onze levenswyze onveranderd
laten. Niemand weet het, oomt hoeveel ik
jaren lang heb geleden, en uw arme nicht
daar en Frits niet minder, sinds beiden van
een en ander afwisten. Niemand weet ook,
hoe smarteiyk het my viel, een vriend als
Hart te moeten misleiden; maar als de nood
dringt en het water tot aan de lippen komt,
wat grypt men dan niet aan, om zich voor
het oogenblik te redden I"
Van Dyk legde thans zyn zaken geheel
▼oor Willems open, van den dag af, waarop
de eerste worm aan zyn financieel geluk was
begonnen te knagen, tot op den huldigen dag
toe. Zyn geheel deficit beliep slechts een
kleine tonne gouds; doch daar zyn krediet
by zyn makelaars te Amsterdam steeds voor
de helft dier som openstond, zouden zyn
naam en zyn eer met veertig duizend gulden
gered zyn.
Toen hy geëindigd had, bedekte hy zyn
gelaat met bolde handen en gaf zyn hart in
bittere tranen lucht. Mevrouw Van Dyk lag
al dien tyd snikkende achterover ln haar stoel,
torwyi Maria en Anna, ieder aan een zyde
van haar gezeten, troost aan haar boezem
zochten, en de belde Jongelingen do jongste
was op school met hun bleeke gezichten
de stille wanhoop vertegenwoordigden.
„Oom, ooml" riep Van Dyk na eenige
oogenblikken van treurige stilte uit, „wat moet
lk thans beginnen, en waarmedo zal het ein
digenmyn arme vrouw en kinderen 1"
Willems pinkte weder oen traan weg en
liet zeer bewogen op Van Dy ka woorden
volgen: „Wat zal lk u zeggen l Myn hart j
weent, wanneer ik u daar allen zóó voor|
my zie; gy zyt toch nog het eenige, wat 11c
door den band dos bloeds voor dierbaars op
aarde hebGeloof my, uw leed is het
myne, en uw schande zou ook my troffen."
En met belde handen op den knop van zyn
stok geleund, ging by thans voor zich hoen
etaron, als om met zichzelvon te raadplegen.
„Ge vraagt my daar, neefl" vervolgde hy
na een poos, „wat g|j moot beginnen, en
wat het einde zal zyn; dat weet God, Die
een mensch goede gedachten ingeeft. Ver
trouw op Hom en geef alle hoop tot redding
nog niet op. Wellicht weet ik nog oen middel
hiertoe to bedenken; maar daarvoor moet ik
thans weg, en vraag my verder niets, want
Ik kon u voor het oogenblik toch nieta
meer er van zeggen. Houd intusschen goe
den moed en ga nu met Frlta weder aan
uw zaken en maak uw balans op, om my
die hedenavond te kunnen toonen. Ik kom
tegen zessen terug en hoop dan verder met
u te spreken."
Eenige oogenblikken later was oom Willem»
heengegaan, zyn familie in allerhande gissingen
en in gespannon verwachting achterlatende;
doch tevena met eenige hoop bezield. Oomi
karakter kennende, had men aan zyn wenacb
voldaan en hoegenaamd om geen nadere op*
holdering by hem aangedrongen.
(Wordt vorvolfd.)
DAGBLAD