LEIDSCH DAGBLAD. WOERISDAC 20 MEI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1903
PERSOVERZICHT.
Burgeri. Stand van Leiden.
Bet Geestesoog vao Mevrouw Merrick.
No. 13263
Offieieele Kennisgeving.
Inschry ving van leerlingen voor de
ftcliolen 2de klasse.
Burgemeester en Wethouders van Lelden
brengon ter algemeene kennis, dat de inschrij
ving van nieuwe leerlingen voor de scholen
2de klasse dit jaar zal plaats hebben ten
Raadhuizt op Woensdag, den 27sten Mei a. s.,
van des voormiddags 9 tot des namiddags
4 uren.
Zy vestigen hierby de aandacht op het
Raadsbesluit van den 20sten Juni 1901, tot
reorganisatie der scholen 2de klasse, waarby
is bepaald, dat aan do school voor Jongens
(aan de Pieterskerkstraat) en aan die voor
Meisjes (aan de Breestraat) geleldeiyk sen
lste, 2de en 8de klasse zullen worden toe
gevoegd, zoodat in het vervolg op de drie
scholen der 2de klasse leerlingen voor de
laagste klasse kunnen worden ingeschreven,
en noodigen de ouders uit om by de inschrij
ving over te leggen, behalve de bewyzen van
geboorte-inschryving der kinderen, een ver
klaring op welke school zy hun kinderen
geplaatst wenschen te zien, met welken
wensch, voor zooveel een behooriyke klassen
verdeeling dit toelaat, by de verdeeling der
kindoren over de drie scholen zal worden
rekening gehouden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
BE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Lelden, 18 Mei 1003.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet art. 8, lsto alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan J. ROELOFFSJr.
en de firma Gebr. VAN WIJK en Co., en
rechtverkrygenden, respectieveiyk tot oprich
ting van een gasmotor van 2 pk. in de
zuivelinricbting aan de Haven No. 21, kad.
Beetle C No. 75, en tot uitbreiding van sajet-
Bplnnery en wollendekenfabriek aan de Hooge-
woerd Nos. 145/151, kad. Sectie D No. 1892,
door vervanging van den beetaanden stoom
ketel van 8 atm., door een van 8 atmosferen.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in het „Leldsch Dagblad".
Burgemeester en Wethouders van Lelden,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 18 Mei 1903
De Nieuwe Roiterdamsche Courant beant
woordt de vraag van De Nieuwe Courant
(zie ons vorig Overzicht) of uit don slotzin
Van haar artikel over Nederland en do
Vreemde pers" een bekeering bot het stel
sel van exploitatie moet worden gele
zen, met eon: ,,nog niet." Haar standpunt
is nog hetzelfde als dat, hetwelk zij innam
met haar artikelen van 1899. Het slot daar
van drukt zij thans nog eens af; het luidde:
,,Het is niet onnatuurlijk, dat de zegsman
fgan den heer Plate (één der praeadviseurs)
etaatsexploitatie voor een krachtig gouver-
fiomentcolon staat, als Pruisen, gowonscht
►leef achten, maar het ontried voor een
and met zuiver parlementaire praktijk.
Deze gevaren zijn zóó ernstig, dat wij
Vooralsnog staatsexploitatie alleen zouden
willen aanbevelen, als dit de eenige uitweg
is, als gezonde exploitatie door een parti
culiere maatschappij, met zeer krachtig
[Voorbehoud van staatsinterventie en staate-
Qontróle, ondenkbaar of onuitvoerbaar
tooclit blijken."
En verder:
„Het komt ons het meest gewenscht voor,
0at in deze richting vooral (exploitatie
Hoor één maatschappij met strenge oontrólo
bevoegdheid tot ingrijpen van den
Etaat) de deskundigen, spoorwegmannen,
liandelsmanncn, staathuishoudkundigen en
staatslieden overleggen. Laten zij zich zet
ten aan het ontwerpen van de lijnen voor
jèen spoorwegoonccssie, uit tc geveji aan één
knaatschappij.
Indien dit werk gelukt, des te beter.
Indien het moet worden neergelegd, orn
aat het onmogelijk blijkt, dan zal de staats
exploitatie veel van haar tegenstanders
Ifcnoeten verliezen.
Dan sal deze vorm van spoorwegbedrijf
moeten worden aanvaard, in de hoop, dat
hij veel nut brenge en dat de gevaren niet al
te ernstig zullen komen opzetten. Dan doe
ieder, ook ieder burger, het zijne om ze te
vermijden."
Vooral wegens den politieken invloed,
die van allerlei kanten op het spoorwegver
keer zou kunnen worden geoefend, heeft
dus de Nieuwe Rolterdamsche. Courant te
gen staatsexploitatie bezwaar. Wel schreef
zij thans in antwoord aan Harpeds Week
ly, dat nergens beter voor behx>rlijke rege
ling van rechtspositie, arbeidsvoorwaarden,
onz. van werklieden kan worden gezorgd,
dan ,,waar de Staat of de gemeente zelf het
bedrijf ter hand neemt," maar dit gold
slechts het stelsel van Staats- of gemeente
exploitatie in het algemeen en zoo ein
digt zij:
„daarmee is niet gezegd, dat wij met na
me bij het spoorwegbedrijf een goede rege
ling van deze zaken op andere wijze onmo
gelijk zouden achten Daarover zal voor ons
land althans beter geoordeeld kunnen wor
den, wanneer het nieuwe reglement krach
tens art. 27 der Spoorwegwet in werking
zal zijn getreden, ©n de enquête-commissie
haar werk zal hebben volbracht.
Reeds in 1899 gaven wij aan de voorstan
dera van Staatsexploitatie toe, ,,dat in de>n
loop der tijdon behoeften kunnen ontstaan,
met name betreffende de behandeling
door de spoorwegmaatschappij van haar
personeel die bij het maken van de con
cessie niet waren te voorzien cn waarin dus
niet voorzien is". Op dit punt is thans
meer dan ooit de aandacht gevestigd. Om
trent hetgeen vroeger niet voorzien was,
heeft do ondervinding ons thans eenige les
sen gegeven. Maar de quaestie der spoor
wegexploitatie moet van verschillende zij
den worden bezien. Laat ons daarom blijven
hopen, dat een regeling te vinden zij, zoo
voldoende en zoo vertrouwbaar, dat we de
bezwaren, die aan staatsexploitatie zijn ver
bonden, kunnen vermijden".
D oNicuwe Rotter da mschc Courant toont
zich een voorstandstor van de bijzondere
leorstoelen, mits, wat de Minister ook
wil, onder zokere waarborgen. Het blad
wijst er op, dat do Minister zelf met hot
voorstel maar matig ingenomen is, maar als
bewindsman den Katholieken, voorstanders
van de vrije leerstoelen bij de bestaande
ovcrheidsscholen, wil tegemoetkomen.
Van al de ministerieelo voorstellen be
trekkelijk de positie van het bijzonder uni
versitair onderwijs acht het blad dat voor
stel het eenig aannemelijke en tevens voor
hot bijzonder onderwijs het volkomen vol
doende en het komt der redactie voor, dat
de voorbeelden in ons land en daar buiten
hot nut en de uitvoerbaarheid bewijzen.
Maar vooral ook is het blad met de voor
standers van oordeel, dat in de aansluiting
aan bestaande universiteiten voor do bij
zondere hoogleeraron en hun" onderwijs een
groote kracht ligt, en wel op deze grondon:
Zij kunnen de studenten trekken, die er
reeds zijn; zij treden met hun denkbeelden
en hun gaven op in een bestaande weten
schappelijke omgeving en behoeven er niet
een te zoekenhun invloed ia dus veel groo-
ter; zij hebben ook vanzelf omgang met hun
aan de overheidsuniversiteit aangestelde
ambtgenooten, wat leiden kan tot gedach-
tenwisseling en waardeering woderzijds.
Ook dit verschil zal worden gevoeld, wan
neer wij wijzen op wat ons uit medcdeclin-
gen van bevoegde zijde bekend is: dat bijv.
tusschen vele hoogleeraren aan de gemeen
telijke universiteit te Amsterdam en den
Katholieken hoogleeraar De Groot een ge
regeld wetenschappelijk en vriendschappe
lijk verkeer bestaat, terwijl tusschen hen en
de hoogleeraren der Vrije Universiteit"
als zoodanig van verkeer of band geen spra
ke, is, en dat zeer veel studenten der Amster-
dam8cke universiteit de colleges van prof.
De Groot goregeld volgen, terwijl, naar wij
meenen te weten, de colleges van de hoog
leeraren der Vrije Universiteit door hen
op enkele uitzonderingen na misschien
niet worden bezocht. Juist het gemis van
afscheiding vergemakkelijkt den omgang en
verhoogt den invloed.
De hoofdgedachte van dit voorstel acht
do Nieuive Rotterdam iche Courant dus een
zeer vruchtbare en zij hoopt, dat ook haar
opmerkingen er toe mogen bijdragen, om
van hen, die, zonder aan de zaak vijandig
tc zijn, er neutraal, min of meer onverschil
lig, tegenover staan, voorstanders te maken.
Maar nu de waarborgen. Hicrmeo is het
blad niet geheel ingenomen. Het zou in de
eerste plaats de getuigschriften en diplo
ma's, de opgave van uitgegeven geschrif
ten en van den staat van zijn vorigo betrek
kingen van den aangestelde meegedeeld wil
len zien aan den senaat dor betrokken uni
versiteit, opdat dezen den Minister daar-
o^r zou kunnen rapporteeren. Dan acht het
blad hot wenschelijker om de bijzondere
hoogleeraren alleen toe te laten in de colle
gezalen, want het kan zeker niet in de be
doeling liggen een universiteitshoogleeraar
te dwingen, om een vreemde toe to laten als
leidend collega op zijn laboratorium; een
vereeniging, die een leerstoel vestigen wil in
een vak, waarvoor een laboratorium noodig
is, geve hot laboratorium er bij.
„Het ontwerp wil verder en dat is voor
de positie de hoofdzaak aan de bijzondere
hooglceraren toegang tot en raadgevende
stem vorleenen in de vergaderingen van don
senaat, maar alleen op machtiging van cu
ratoren cn voorstel van den senaat, dus met
toestemming van deze beide colleges; en toe
gang in de faculteit, waarbij zij zijn aange
steld, eveneens met raadgevende stem, maar
alleen wanneer de faculteit zelve dien toe
gang verleent; terwijl zij dan oveneens met
goedvinden van de faculteit bij de universi
taire examens in de door hen onderwezen
vakken mogen examineeren. Deze waarbor
gen schijnen de Nieuwe Rotterdam-schc Cou
rant zeer juist gesteld. Alleen meent zij, dat
voor toegang in de faculteit slechts die bij
zondere hoogleeraren in aanmerking mo
gen komen, die ook toegang hebben tot den
senaat.
Genoemde waarborgen acht het blad ook
een algemeenen waarborg tegen onweten
schappelijke leerstoelon en onwetenschappe
lijke benoemingen, maar wel zou het liever
zien, dat voor eiken leerstoel de Koninklijke
bewilliging na advies van den Raad van
State werd verlangd, dan dat de Ko
ningin bevoegdheid geeft aan instellingen
en ook weer kan intrekken.
Betrekkelijk de bevoorrechte positie der
bijzondere hoogleeraren in de godgeleerd
heid zegt het blad: „Dat voor bijzondere
hoogleeraren in de godgeleerdheid enkele
cauteelen maar zeker niet de voornaam
ste niet gcëischt worden, schijnt ons, die
in de theologie een gewoon vak van studio
zien als elk ander, niet juist cn niet te
rechtvaard igen.
In de geheimen von de K a m or-tac-
tiek, schrijft De Maasbodezijn we niet
ingewijd. En missohen begaat de buiten
staander dus een geVraagd stuk met te gis
sen naar de beweegredenen van sommige
niet zeer klaarblijkelijke gevallen.
Naar dio van de stemming van vorledon
Donderdag bijv.
Toch mogen wo het wagon kunnen
we ons dio slechte op één wïjzo vorklarc.il.
We geven den uitleg echter grif voor olkon
betoren.
Het benoemen van een commissie van
voorboreiding voor het vacoinc-
w et j e had geen zin, wanneer men hot oog
alleen rioht op de mate van bolangrijkheid
der wet.
De van liberale zijde uitgeoefende orit.iok
leek ons feitelijk juist; do verdediging
door den 6cherpzinnigon mr. Lohman was
zwak. 't Was alsof laatstgenoemde hot w a r o
argument niet kon aanvoeren.
Men weet: dat dr. Kuyper het Vaccine-
wetje heeft ingediend om zijn naasto partij-
genooten tevreden te stellen; dat de Katho
lieken er echter geen sympathie voor hebben
on dat het wetje dus veroordeeld was.
Intrekken kon de Regeoring het moeilijk;
goedsmoeds zich er mee aan een éoliee bloot
geven, ging ook niet; onder beide gevallen
zou het prestige geleden hebben.
Deze commissie van „voorbereiding"
was een uitkomst.
De heer Borgesius zei niet ten onrechte,
idat met zulk een commissie de zaak uitste
kend op de lange baan kan geschoven
worden
Wilde de linkerzijde, door die commissie te
weigeren, do Regeering dwingen haar wetje
onder de spitsroeden te brengen? En wilde
men rechte de Regeering uit de impasse
helpen?
't Gebeurde moge ons kabinet een vinger
wijzing zijn, om, waar nog genoeg te doen
va-lt op algemeen Christelijk gebied niet ten
tweede male aan fractie-drang to
offeren.
Naar aanleiding van de stemming over
het voorstel-Lohman c. s., om het onderzoek
van het vaooine-wetje aan een speciale com
missie op te dragen, waartoo de Kamer met
35 tegen 34 stemmen besloot, schrijft do
Haagsohe kroniekschrijver der Nieuwe Gro
ninger Courant:
„De Voorzitter gai dus met zijn stem den
doorslag; dat hij vóór stemde, was zekor
uit overtuiging, want do gansche rechter
zij deed het zoo behalve do hoeren Staal
man, Van den Berch van Heemstede en
Muteaers, welk drietal zonderling tri
umviraat 1 met de liberalen, zonder uit
zondering, tegenstemde. Maar indien de
president een hooge opvatting had vaa zijn
roeping als zoodanig, had hij ditmaal tegen
moeten stemmen, omdat feitelijk de
meorderheid dor leden zich tegen het voor
stel had gekant; ongelukkigerwijze hadden
ovenwol de heeren Van der Vlugt en Van
Foreest, nieuwelingen in do Kamer en neg
niet zoo gewoon aan do formaliteiten, ver
geten de presentie-lijst te tcekenen, zoodat
hun nomen niet werden afgeroepen. Andera
ware het voorstel-Lohman c.s. met 36 tegen
35 stemmen verworpen. Onder dio omstan
digheden ware het een blijk van onpartij
digheid geweest, als de Voorzitter, zelfs mot
verloochening van zijn voorkeur, aan den
duidelijken wil der meerderheid recht had
laten wedervaren."
Hoewel de juistheid der redeneering be
amend, zijn wij toch niet bijzonder rouwig
on vermoedelijk ook de Regeeringsmeer
derheid niet dat dc Voorzitter vóór stem
de. Want hierin waarschijnlijk zijn wij met
haar één van zin, dat boe langer de behan
deling van het Pokkenwetje uitblijft, zij hot
zelfs tot St.-Juttemis, dos to beter I zegt do
j Arnhemsche Courant.
Dc Tijd, het program dor C h r i e t c-
i 1 ij k-H i8torische partij besprekend,
is er niet in allo opzichten mee ingenomen:
„Van dit program kan gozegd worden,
dat voor zoover hot zijn staatkundige d e-
s i d e r a t a vaststelt voor het tegenwoordi
ge en de toekomst, hot wcnschon en beginse
len uitdrukt van allo Christelijke partij
en, ook van ons, Katholieken. Een Chris
telijke on daarbij nationale staatkunde;
geen bevoorrechting wegens het lidmaat-
ftp-h ip van pen bepaalde Kerk, doch bescher
ming der rechten van alle Kerkgenoot
schappen door don Staat; juist hetzelfde,
wat door ons wordt begeerd Ook hetgeen
gezegd wordt over de. verhouding van parti
cular initiatief en staatshulp, over armen
zorg, rechtspraak, ondorwijs, enz. kunnen
wij geheel onderschrijvon. Specifiek Chris-
telijk-Historisoh kan dit alles derhalve niet
heeton."
Het eenig artikel, dat De Tijd „Christc-
lijk-Historisch" vindt, is art. 2; waarin het
blad twee stellingen heeft ontdekt, dio „een
klaarblijkelijke onwaarheid uitsproken."
Die twee onware stellingen zijn:
„do eerste, dat de Nederlandsche natie
eorst zou ontstaan zijn uit don worstelstrijd
met Spanje; de tweedo, dat liet Nederland-
echo volk, gelijk wij het thans kennen, in
zijn geheel zou zijn een protestantscho na
tie."
Met een beroep op historio en Grondwet
betoogt dan De Tijd de onwaarheid dor bei-
do stellingen.
Onder hef hoofd M u n t w ij z i g i n g
lezen wij in De Maasbode:
Eon onzer medewerkers bepleitte cenigen
tijd geleden een muntunie van Nederland
met. de Latijnscho eenheid. Voor een aan
sluiting bij een zoo groot muntgebiod zou
ongetwijfeld veel te zeggen zijn, maar de
practisohc beswaren zijn ook niet gering te
achten.
Minder ver gaan het Utrechtsch Dagblad
en de Haagsche Courant in deze zaak. die
ongetwijfeld verbetering behoeft.
Hot eerstgenoemde blad is een bewonde
raar van het Duitscho muntet-'-el en be
toogde onlangs, (zoonJs uit ons Overzicht
bieck), dat o.a. de stukken von 1, 2, 3 cn 5
Mark (/0.GO, 1.20, /1.60 en /3), daar in
omloop, zoo gemakkolijk zijn.
„Wij betwisten dit niet.," zegt de Haag
sche Courant. „Maar met het oog op onze
maatschappelijke geldswaarde zouden wij ze
dan hier van 1, 2, 3 en gulden moeten mar
ken. Het laatste zou een veel te zwaar geld
stuk zijn, on onnoodig, als men biljetjes van
5 maakt 1); dc rijksdaalder is te populair
om kom weg te nomen; cn na.ist een stuk
van f 2.60 ook nog stukken van 2 en 3 tc
plaatson, die natuurlijk in grootte weinig
van den rijksdaalder zouden verschillen, zou
te gevaarlijk zijn.
Tenzij Nederland zioh ruiterlijk bij do
Duitsoh-Engelsche muntregeling aansloot,
waar iets voor te zoggen zou zijn zou
den wij daarom d i e verandering niet dur
ven aanbevolen.
Maar beneden den gulden is liet er anders
mco gesteld. Dóór is onze munt zeer ondoel
matig inderdaad
Voorcorat hebben wo daar den halvegul-
den, die nooit in het verkeer is kunnen ko
men; men ziet er nu en dan een; maar nie
mand ie er op gesteld. Do kwartjee zijn goed
en doelmatig. Maar de dubbeltjes, klein on
daardoor vaak onhandig, bijv., als men zo
op een tram uit zijn portomonnaio moot op
scharrelen; slijten spoedig tot dunne plaat
jes af En dc stuivertje©, die men dan ook
nog maar zelden ziet, zijn allerondoolma-
tigst on daarom uit het verkeer uit-gestoo-
ten, ofschoon er wol degolijk voor een munt
stuk van 5 oentcn plaats is.
Hier is het buitenland met zijn nikkel-
geld veel beter toegerust.
Naast de centen en halve-stuivors van
brons (on voor don kleinen man desnoods
ook nog den hal ven cent) stelle daarom do
Regeering: nikkelstukken van 5 en 10 cen
ten, tor voorkoming van vergissingen, als
d^ Belgischo, met een gat in hot midden,
voorla zilveren kwartjes en, in plaats van
den halvo-gulden, een zilverstuk van 60
cents. Dit laatste zou dan wel van ons tion-
deelig stelsel afwijken, maar een nuttige
en pracbische aanvulling daarvan zijn.
En misschien zou bet daarnevens dan ook
in verband met het papieren geld van
'10 doelmatig wezen, ons goudgeld van
f 10 be vervangon door stukken van 12.
Ons dunkt, op die wijzo zou ons Ncdor-
landsch geldstelsel ten algemeene nutte kun-
non worden verbeterd."
1 Deze wil hot blad nl. door de Ned.
Bank in omloop gebracht zien.
Eersto huwelijksafkondiging van 17 Moi.
J. P. S. Jasperse jm. 23 j. on M. A. Vorbruggo
jd. 21 j. C. Enaeling jm. 23 j. on J. do Fey
jd. 22 j. A. van dor Putten w. 30 j. on 0. J.
van Veou jd. 28 j. K. Verlind jm. 28 j. en
VV. Mulder jd. 23 j. J. J. vou Zonneveld jm.
21 j. on E. Tegelaar jd. 19 j. L. Godiijjn jm.
25 j. en II. A. Kienjet jd. 25 j. H. Uroera jm.
24 j. en J. M. van der Vos jd. 24 j. J. Taf lijn
jm 40 j. eii C. Leemans w. 40 j. H. van der
Keur jnj. 43 j. en W. Oostendorp jd. 43 j. J.
Berkbout jm. 22 j. en 8. Iiaaser jd. 24 i. W.
Delnaay jm. 37 j. en M. Ooien jd. 35 j. W.
P. Drost jm. 24 j. on H. van Wel jd. 24 j. J.
van 't lloolt jm. 25 j, en L. J. Dubois jd. 80 j.
W. Ruyzendaal jm. 27 j. en J. Bakker jd. 26 j.
HILLEGOM. Ondertrouwd: P. Burger en
M. A. Jansen. J. Zonneveld en D. Rusman.
J. Kaptein en E. Rusman. G. N. Woyera on
M. C. Sprengers.
Gebuwd: H. Gieske en A. M. Verbrugge.
Bevallen: M Veldh. van Zanten geb. Muller
Z. C. Rusman geb. Zonneveld Z, A. Wiükors
geb. Van Rooden Z. C- A. van Lierop geb.
viseer Z. W. Lagendijk geb. Winkelanr Z.
C. v. d. Bsrg geb. Bakker Z.
Overleaen: J. van Til 5 m.
WARMOND. Geboren: Aaltje, D. van P.
Bol en C. Visser. Jobannos Jacobus, Z. van
J. G, van der llorst en P. Zwetsloot. Petrus
Franciscus, Z. van G. W. Koppors en C. P. vnn
Wissen.
FEUILLETON.
jfgol)
zy vergat alles in haar opgewondenheid,
:*u vergat alle voorzichtigheid, en zy vergat,
Xlat liaar oudo vriendin blind was en du6 niet
jfcon zien, en ze sleepte dus het vurig ver
langde naar het bed van de oude dame. Ver
wonderd, dat zo nog steeds geen antwoord
jkreeg, bedacht zo zich een oogenblik en drukte
intusschen de kous sty f tegen zich aan.
„Mevrouw Merrick moet wel heel moe zyn,
•dat ze zoo vast slaapt." Het kleine ding liep
'Jbeol dicht naar het bed en bukte zich om de
feu de dame op de wang te kusson. By de
'^anraklng van die warrao, jonge lippen, be-
[Foog zich do oude dame en er kwam een
(glimlach op baar gelaat.
„Kleine lieveling," zei ze, „wat heb je
;\vel govonden?"
I Zy sprak nog half slaperig en nog altyd
[glimlachende, terwyi het kleine meisje haar
[vertelde, dat de kous vol was met pakjes,
Iheusch vol tot boven toe.
1 Mevrouw Merrick voelde zich byzonder ge
lukkig gestemd, toen ze de vreugde van het
fkind zagdit was voor haar een groote be-
koring van het Kerstfeest,
i „Geheel vol?" zei ze ongeloovig. „En dat
lelies voor één klein moisjel Lieve hendel, dan
[faioet de goede Sint wel veel van je houden.
[Laat my eens voelen of het wel waar is. Ja
;ja, gehoel vol, er is geen twyfel aan.
I Nu moet je alles moe naar huis nemen,
iFant je ouders zullen wel verlangend zyn
•pm te zien, wat er in zit. Loop maar zoo
hard als je kunt, maar verlies vooral niets
onderweg. Er kon wel eens iets van groote
waarde in zyn. Ik hoorde Sint-Nicolaas binnen
komen gisteravond en toen heb ik een oogen
blik met hem gepraat. Hy zei my, dat hy
juist een verdrag had opgemaakt met het
nieuwe jaar, dat nog in de nevelen der toe
komst is gehuld, en te zamon hebben ze
besloten, dat ze zouden trachten om zooveel
mogeiyk de liefste wenschen van ieder
menschenkind te vervullen, hetzy met Kerst
mis, hetzy met Nieuwjaar. Ik geloof, dat ik
gedroomd heb, want ik zag zulk een prachtig
land, vol licht en bloemen."
Evelyn keek naar haar blinde oogen en las
mevrouw Merrick's gedachten. Het kind be
greep als by instinct, dat ze op dat groote
geluk hoopte, waarover ze den vorigen avond
hadden gesproken, nameiyk spoedig te kun
nen zien. Het schoen, dat de oude dame
vermoeid was, want ze zond nu haar kleine
bezoekster weg, nadat ze haar nog een
harteiyken kus gegeven had, en drukte haar
nog eens op het hart de kous voorzichtig
naar huis te dragen. Deze waarschuwing was
echter overbodig, want de kloine, mollige
handjes hielden den schat stevig vast, terwyi
een vurig verlangen om alles uit te pakken
haar naar huis deed vliegen. Onder aan do
trap zag ze Maria met een heer, denzelfden,
dien ze den vorigen dag thuis had gezien.
„Hemel, kind, je bent took niet boven ge
weest, on je hebt mevrouw toch niet zoo
vroeg wakker gemaakt?"
De toon van vorwyt, waarop Marie sprak,
maakte Evelyn geenszins verlegen, want zy
dacht aan den grooten ernst, waarmede
mevrouw Merrick haar gekust had.
„Ik ben de kous gaan halen de kous,
die Sint-Nicolaas gisteravond heeft gebracht 1
Ik ben tos vroeg gekomen, omdat Mevrouw
gisteron zoide, dat zo misschien spoedig zou
kunnen zien. Denkt u, dat zo met Nieuwjaar
al zal kunnen zien! Het is haar grootste
wensch en ze heeft het aan Sint Nicolaas
verfeld; u weet toch wel, dat by een verdrag
gesloten heeft met het nieuwe jaar."
Evelyn meende stellig, dat Maria en de
dokter ook wel in mevrouw Merrick's ver
trouwen zouden zyn. Zy zag naar hen op
met een gloeiend gezichtje en met een uit
drukking van zulk ernstig vragen in haar
onschuldige oogen, dat de dokter zich voor
over boog en haar op den schoudor tikte.
„Je kunt er stellig op rekenen," zei hy,
„dat je lieve oude vriendin spoedig zien zal,
misschien wel met Nieuwjaar."
Hy sprak eerbiedig en Maria pinkte een
traan weg, toen ze het hoorde; maar glim
lachte tegen het kind om door haar droefheid
Evelyn's vreugde niet te bedorven.
Het biyde nieuws klonk nog in Evelyn's
ooren, toen ze byna haar huls had bereikt.
Wat gaf ze nu om al die geschenken, nu ze
zeker wiet, dat mevrouw Merrick spoedig
zien zou? Het kind verbeeldde lich, dat alle
vogeltjes aan den weg het goede nieuws
uitpiepten. Dit heeriyke vooruitzicht maakte
het komende nieuwe jaar iots onbeschryfelyk
schoons. Zy vloog de kamer binnen, waar haar
ouders zaten, en vertelde met gloeiende wangen
en schitterende oogen het heeriyke nieuws.
Mevrouw Maurice keek haar man vragend
aan, maar hy legde den vinger op de lippen.
Waarom zou men de vreugde van het kind
bederven door haar de werkeiyke beteekenia
van de woorden van den dokter te vertellen?
Waarom zou men de zon, die op dit oogen
blik zoo helder voor Evelyn scheen, met een
wolk gaan bedekken? Terwyi het kleine ding
vertelde van haar bezoek op „Ivy Lodge", haaide
ze de schoone gaven van St.-Nicolaas to voor-
schyn uit haar gezellige schuilplaats, met
uitroepen van verwondering en verrukking
by ieder nieuw geschenk. Geheel onder aan
bespeurde zo een enveloppe en toen ze die
er uit gehaald had, vroeg zo aan haar moeder
het adres te willen lezen.
„Het ls aan vader geadresseerd," zol me
vrouw Maurice
Evelyn gaf den geheimzinnigen brief aan
haar vader en hoopte vurig, dat het een ant
woord op liaar vraag zou zyn.
„Ik heb den goeden Sint van uw schildery
verteld," zei ze. „Ik heb het hem door don
schoorsteen verteld. Misschien is dit wel een
antwoord. O, maakt u het als 't u blieft
open, vlug, vadertje, vlug!"
Albert Maurice verbrak het zegel; de opge
wondenheid van zyn kind scheen op hem to
zyn overgegaan, want zyn hand beefde. Uit
de enveloppe fladderde een stukje papier.
Mevrouw Maurice, die over zyn schouder
leunde, slaakte een kreet.
„Vyfhonderd pond!" riep ze, „een bank
biljet van vyfhonderd pondl" Een ingesloten
briefje verklaarde alles.
„Het ia myn wensch," schreef de oudo
dame, „om het schildery van Evelyn te koopen
en het als een Kerstgeschenk aan mevrouw
Maurice te geven. Ik maak het lieve kind
myn erfgenaam en hoop daarom, dat u zich
niet door geldeiyke omstandigheden zult laten
weerhouden te doen, wat de dokter noodig
oordeelt. Ik voel, dat myn einde nadert, en
Evelyn heeft myn leven zoo opgevrooiykt,
dat ik in staat was de wereld door haar
oogon als een aangenaam iets te beschouwen,
als oen plaats vol zonnestralen. Misschien
zal uw kleine meisje eens begrypen, dat zy
zelf het geestesoog van mevrouw Merrick was".
Het schrift, dat op handige wyzo recht was
gehouden, was bevend, maar de onduldeiyko
letters spraken van groote vriendelykhéid, van
liefde en Innige fyngevoollghoid.
Een traan viel op Albort's band, en toen
hy opkeek, zag hy zyn vrouw groote moeite
doen baar aandoening te verbergen om hot kind
niets te laten vermoodon van de groote gebeur
tenissen, dio op banden waren. EveUJn hoorde
slechts den biydon uitroep „Vyfhonderd pond I"
„En wanneer gaan we nu met vador weg
vroeg hot zachto stemmetjeen hot was, of ze
don zomer al zag in do oogon van haar moeder.
„O, beel gauw, binnon weinige dagen lieve
ling," antwoordde ze zacht. „En dan zullen
wo zien, hoe hy ieder uur beter wordtzal
dat niet heeriyk zyn?"
„Ja heeriyk," zei het kind met oen diepon
zucht van tovredenhoid.
„Wat zullen we oen gelukL Niouwjaar
hebben;.denkt u ook niet, Mooder?"
„Ja, een Niouwjaar, dat wo geboete leven
niet zullen vergoten," antwo mevrouw
Maurice, „een Nieuwjaar vol oneindige zege
ningenJe weet nu nog niet, wat dit alies
boteekent, maar als je ouder bent, dan
„Sint-Nicolaas hooft zich toch niet vergist,"
kwam Evelyn tusschenboido. „Hy bestemde
de kous voor my, hoewel h(i dio aan het
verkeerde huis bracht l Was dat niet grappig
van den ouden Sint?"
Het kind lachte vrooiyk en dat heldern
gelach was een voorbode van het geluk, dat
hun wachtte, nu de donkere nacht van armoede
en zorgen voorby was.
En zoo gebeurde het, dat, toon de klokken
het nieuwe jaar inluidden, mevrouw Merrick
dat schoone land bereikte, waar de reizigers
van dit aardscbe tranendal alleen met hun
geestesoog zien.