N°. 13256 Dinsdag 13 Mei. A®. 1903. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van t§on- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. 13 e dilettant. LEIDSCH DAfrBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oentai per 8 maanden I i f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd s^jn 1.30. Franco per poet 1.65. PUIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents oontantelk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoasscoren wordt/"0.05 berokend. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Onderzoek Tan de Verlolgangem der Militie te laud. Burgemeester en Wethouders van Leidon, Gezien het besluit van den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Hol ud, dd. 20 April 1903 (Provinciaal Blad No. 42), houdende regeling van het in art. 125 der Miluiewet 1901 bedoeld onderzoek van de verlofgangers der militie te land; Gelet op art. 126, 2de lid, van voormelde wet; Maken by deze bekend, dat het voorschreven onderzoek alhier plaats zal hebben in de Stadsgehoorzaal {ingang aan de sjde der lireestraat), en wel in na te noemen volgorde van de jaren der lichtingen, waartoe de verlof gangers behooren, op den tyd, daarachter vermeld: lichting 1896 en vroegere jaren, op Dinsdag 6 Juni a.»,, des morgens te negen urm; lichting 1896, op Dinsdag 9 Juni a. s., des morgens te tien uren; lichting 1897, op Diusdag 9 Juni a. s., des morgens te eif uren; lichting 1898, op Woensdag 10 Juni a. s., dos morgens te negen urm; lichting 1899, op Woensdag 10 Juni a. s., des morgeus te tien uren; lichtingen 1900, 1901 en 1902, op Woens dag 10 Juni a. s., des morgens te elf utcn. De betrokken verlofgangers worden by deze herinnerd aan hun verplichting om by het onderzoek to verschynen In uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrusting .stukkon, hun by het vertrek, met vei lof medegegeven, alsmede van hun zakboekje met verlofpas, terwyi voorts hun aandacht wordt gevestigd op de bepaling van art. 117 der hierboven aangehaalde wet, volgens welke 'de verlofgangers worden geacht onder de 'wapenen te zyn, niet alleen gedurende den tyd, dien het onderzoek duurt, maar in het algemeen, wanneer zij in uniform zjn gekleed, Boodat zy, die ongeregeldheden plegen ot tich aan misdryven schuldig maken Ij het gaan naar do plaats voor het onderzoek bestemd, gedurende het onderzoek en bj het naar huis keeren, te dier zake zullen worden gestraft volgens het Crimineel wetboek en het Regle ment van krygstucüt voor het krygsvolk te land, by gemeld art. 117 toepasseiyk verklaard. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeeeler. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 12 Mei 1903. Leiden, 12 Mei. Naar aanleicling van een. bij haar In gediende klacht van den Leidschen Bestuur- idersbond werd B. en Ws. door de Kamer ,van Arbeid voor do Bouwbedrijven geadvi seerd ,,om den gemeente-opzichters op te dragen een streng toezicht te houden op c'o naleving van art. 2 alin. 2 der bij Raadsbe sluit van 26 Maart 1901 vastgestelde Bepa lingen omtrent minimum-loon en maximum- arbeidsduur in bestekken van gemeentewer ken." Art. 2 dier Bepalingen luidt als volgt: „Voor werklieden, beneden den leeftijd van 52 jaar en voor hen, die wegens invaliditeit of hoogen leeftijd niet als volle werkkrach ten kunnen worden beschouwd, kan op schriftelijke aanvrage van den aannemer door do direotie afwijking van het mini mum-loon worden toegestaan. Echter mogen niet meer dan 20 pOt. der werklieden ingevolge het bepaalde bij de vo rige alinea boaeden de in art. 1 gestelde loon-minima bezoldigd worden. „Werklieden boneden 14 jaren worden op het werk niet toegelaten." Bovenstaand advies vindt nu zijn oor sprong in een verschil van opvatting om trent de beteokenis van genoemd art. 2. Terwijl toch do Kamer van Arbeid met don Bestuurdersbond van meening ia, dat dit artikel alleen dan door den aannemer wordt nageleefd, wanneer in e 1 k der in de aanneming begrepen vakken het aantal min derwaardige werkkrachten het bij de veror dening toegestane percentage niet over schrijdt, zoo is het college van B. en Ws. met de Commissie van Fabricage en den Directeur van Gomeenbewerken van oordeel, dat het voorschrift van art. 2 slechts dan wordt overtreden, indien op het werk in zijn geheel een grooter peroentage dier werkkrachten aanwezig is. Let men op het onderling verband der verschillende artikelen, dan kan er, dunkt B. en Ws., aan de juistheid der door hem gehuldigde opvatting geen twijfel bestaan. Bovendien, het werd reeds door hen naar aanleiding van een vroeger bij hen ingediend adres aan den Leidschen Bestuurdersbond medegedeeld, zou ook een toepassing van het artikel in den door den Bond gowonschten zin niet altijd zonder bezwaar kunnen plaats hebben. Men bedenke toch, dat or vakken zijn, waarin, en dit zonder eenig bezwaar, met een grooter aantal minderwaardige ar beidskrachten pleegt gewerkt te worden dan hier geoorloofd zou zijn. Zoo zijn er in het behangersvak in den regel evenveel, zoo niet meer, jongens, dan volwassen werklieden werkzaam. Dit n*u zonder eenige noodzaak te verbieden, zou niet alleen zeer schadelijk zijn voor de bejaarde werklieden, maar bo vendien de kosten van menig werk niet on belangrijk verhoogen. Van den anderen kant echter geven B. en Ws. toe, dat het niet geheel aan de wille keur van den aannemer mag worden over gelaten, hoo hij het aantal minderwaardige werkkrachten, dat in het geheel op hot werk mag gebezigd worden, over de verschillende vakken zal verdeolon. Vandaar, dal B. en Ws. con aanvulling van de bepaling in dien zin wonschelijk voorkomt, dat do wij zo, waarop deee werklieden over de verschil lende vakken zullen worden verdeeld, de goedkeuring van den direoteur zal moeten erlangen. Mitsdien geven zij in overweging aan de 2de alinea van art. 2 alsnog toe te voegen do volgende bepaling, „met dien verstande, dat do vordeeling van deze beneden do loon- minima bezoldigde werklieden over do ver schillende vakken, wolke in hot werk begre pen zijn, onder goedkeuring dor directie moet plaats hebben." Ingevolge het bepaalde bij art. 11 litt. a der Woningwet wees de gezondheidscom missie do volgende woningen aan, welke h i. ongeschikt zijn ter bewoning en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kunnen worden ge bracht: Do woningen Hekkesteeg (Oude Vest) Nos. 4, 5 cn 8. Wernerehof (Bouwelouweneteeg) No. 15; Hazenpoort (Paradijssteeg) Nos. 1, 2, 8 en 4; Vischpoort (Koenesteog) Nos 3, 4 en 5. Uit een daarop vanwege B. on Ws. inge steld onderzoek bleek him, dat inderdaad de peroeelen wegens de door de gcoondheids- oommisaie aangewezen gebreken ter bewo ning ongeschikt cn niet voor verbetering vatbaar zijn. Zij namen daarom ingevolge het bepaalde bij het 1ste on 2de lid van art. 13 der wo ningwet binnen den daarbij bepaalden ter mijn het mede in de Leeskamer ter inzage liggend met redenen omkleed besluit, om de genoemde perceeien aan den gemeenteraad ter onbewoonbaarverklaring voor te dragen, en bo gelasten, dat die perceel en moeien zijn ontruimd binnen 2 maanden, te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening la verstroken of het besluit tot onbewoonbaar- verklaring is gehandhaafd. Op een desbetreffend verzoek van den heer S. P. Barnhoorn om terugbetaling van schoolgeld voor zijn zoon Adriaan, die in het begin der vorige maand de Jongens school 2de klasse heeft verlaten om de lessen aan de Praotieohe Ambachtsschool te vol gen, geven B. en Ws. in overweging afwij zend te beschikken, aangezien de verordo- ning op de heffing van schoolgelden aan de scholen voor Lager Onderwijs alleen bij tns- 8chentijdsah vertrek der leerlingen uit de gemeente teruggave van betaald schoolgeld toelaat. Aangezien hun bij onderzoek gebleken is, dat de leerling Willem Frederik I^onardue Mügge, wegens vertrek naar Haarlem, de Openbare School 2de klasse voor JoDgens en Meisjes sedert 1 Mei niet meer heeft be zocht., geven rij in overweging aan den heer J. W. Mügge terugbetaling van schoolgeld te verleen en over de maanden Mei en Juni tot een bedrag van 2.67. Bij gemeenteraadsbesluit van den lGdon Maart 1899 werd een zeer exceptioneele re geling getroffen voor de school aan de Hee- renstraat. Destijds bestond deze school toch slechts uit 4 lokalen, waarin 8 klaseen moee ten worden onderwezen, cn om nu den ge heel en leertijd ook aan deze school 6 jaar te doen duren, werd bepaald, dat do duur van den cursus voor icdero klasse 9 maan den zou bedragen, en dus om do 9 maanden eon inschrijving van nieuwe leerlingon zou plaats hebben. Thans, nu dezo school met 2 lokalen is vergroot, vestigt de plaatselijke schoolcom missie or de aandacht van B. en We. op, dat met deze exoepfcioneele regeling kon wor den gebroken. Immers, indoen als voorheen in ioder lokaal 2 klaseen gehuisvest blijven, zullen er in het geheel dus ook aan deze school 12 klassen zijn en zal dus ook hier de leertijd voor iedere klasso op een half jaar kunnen worden bepaald. Tevens zal dan het aantal kweekclingen op dezo school ten min ste 6 moeten bedragen, omdat voor iedere 2 klassen slechts één onderwijzer aan de school zal vorbonden zijn en iedere onderwijzer dus wel door één kweekeling mag worden bijge staan. Zich geheel met het gevoelen der plaatse lijke schoolcommissie voreendgendo, goven B. en Ws. dus in overweging, mot intrekking in zooverre van 's Hands besluit van den lödon Maart 1899, thans nader te besluiten: lo. dat in art. 4, het 2de lid van art. 6 en het lste lid van art. 9 der verordening van den 25stcn Januari 1894 (Gem. BI. No. 5) achter de woorden „op do scholen dor 3do en 4de klasse" zullon worden ingevoegd do woorden „en die aan de Heeronstraat 2o. dat in de laatste zinsnede van art. 8 dor verordening van 5 Juni 1902 (Gom. BI. No. 10) het woord v i o r zal worden ver vangen door het woord acht. B. en Ws. deelen mode, dat bij hun ooilege zoo min als bij de oom missie van fabricage bezwaar bestaat tegen dc goedkeu ring van het door de Wed. De Goedo gob. Dieben ingediend stratenplan voor het tor- rein aan don Heerensingel, kada -\i-al be- kond onder Sectie K. Nos 450453 ge meente Leiden. Plaats, richting, breedte der ontworpen straat geven noch op zich zelf, noch met betrekking tot het eerlang voor dat stadsgedeelte vost te stellen uit breidingsplan, aanleiding tot bedenkingen, Mitedien geven rij den Raad in overwe ging tot de goedkeuring van het overgelegde plan over te gaan, mot bepaling van de hoogte der straat op 25 oM. -f- N. A. P. Tevens is door don heer J. Smittenaar ver gunning govraagd tot het dempen cn riolee- ren van het gedeelte sloot Jongs den Hoo gen Rijndijk, gelegen vóór het peroeel, ka dastraal bekend onder Sectic M No. 20-19, gemeente Leiden. Aangezien daartegen geen bezwaar bestaat geven B. en Wa. in ovenveging overeenkom stig het advies der commissie van fabricage te besluiten. Voor oen goed bezette zaal gaf de too- neolvoreeniging „Oefening baart Kunst", aangesloten bij de federatie van Tooneelvor- eenigingen in Nederland, haar 7de uitvoe ring niet introductie in de concertzaal vau Hótol „Du Nord". Hot zag er in de zaal gezellig uit: ter rechterzijde van liet toon eel was een fraaie plantengroep aangebracht, waarin do ba nier der Vereeniging prijkte, terwijl do li oh to toilotjce der damcsledon loven cn vroolijkheid aanbrachten. Te negen uren opondo do president, de heer G. Mazurel, den feestavond. In oenigo goed gekozen woorden riep hij allen een hartelijk welkom toe en verzocht oen niet al te scherpe eritiek op de werkende 'leden te willen uitoefenen, daar er loden bij wa ren, die voor het eerst hun krachten ver leenden; met den wensch, dat het, hoewel in deze zaal de eorsto uitvoering, niet do laatste zou wezen, eindigde hij ondor ap plaus rijn toespraak. Alsnu kon er een aanvang gemaakt wor den mot do afwerking van het programma. Het voor dien avond gekozen stuk was het toonoalspel in drie bedrijven „De Bedrieger Bedrogen", met een voorepel door P. K. do Vries. Het aantal personen, dio in dit stuk moesten optreden, maakte hot mogelijk, dat alle werkende leden hun krachten kon den verleonon, ja sommige zelfs twee en een enkele drie rollen moeet vervullen. Het efcux liep op enkelo uitzonderingen na good van stapel. Daverend applaus en verscheidene malen ophalen van het scherm getuigden, dat het bijzonder in den c?est waa gevallen. In de pauze word don damos een verras sing bereid in den vorm van een souvenir, hetwelk door den president met conigo toe passelijke woorden werd overhandigd, waar op oen der dames bedankte en hoopte, zoo lang haar gezondheid het toeliet, zioh mot hart en ziel aan do Vereeniging te kunnen wijden, tevon3 do wensch uitsprekende, dat do Vereeniging sbeods grooic on bloeio. Na do pauze stonden or vijf voordrachten op het programma, die ovoneens bijzónder in den smaak vielen, zooals do telkens wo- dorkecronde lachbuien getuigden. Do voor dracht „Ooto en Mar iet je" was vooral mooi, terwijl „Do 100,000 uit do lotorij ge trokken", waarin hot gehcolo gezelschap zoo potsierlijk mogelijk verkleed optrad, een komisch slot was van den zoo goed - slaagden avond. Drie hecx-en musici mot don lieer Vonder- bas zorgdon or voor, dat bij herhaling feest tenen door dc zaal weerklonken. Een bal, dat onder leiding van den heer W. F. Blom op de uitvoering volgdo, liiold do feestvierenden nog tot laat in don nacht of liever tot vroeg in den morgen gezellig bijeen. Met verwijzing naar achterstaande advertentie deelt hot bestuur der Lcidschc Tuinders-Patroons Vereeniging ons medo, dat hc-t voornemens is binnen korten tijd met oen volledig markt-rcglement te komen ter voldoening aan den gouiten wens oh dor kooplieden. Do by de Kwookschool voor Zeevaart alhier gedetacheerdo officier van gezondheid der lste klasso M. M. Jung wordt met den 3den Juni a. s. geplaatst by het hospitaal dor marlno to Willemsoord en met dien datum by eerstgenoemde inrichting vorvangen door den officier van gezondheid dor lvte klasso O. Engolken. Geref. Kerk. Beroepen la te Nykork op do Veluwe, ds W. A. van Es, to Oudshoorn. H. M. do Koningin-Moedor zal Don derdag 14 dozor do Residcntio verlaten. H. M. do Koningin-Moeder hooft aan het hoofdbestuur van het Nod. Jong.-Vcr- boud con gift van f 160 doen toekomen als bijdrage voor eon bondsgobouw. Prins Hendrik zal Zatordag to Haar lem komon, ton oindo de to 1 uur aanvangen de algemeeno vergadering van do Holl. Maatschappij van Wetenschappen bij to wo nen. Na afloop dor vergadering wordt Z. K. H. eon maaltijd in Hótol Funoklcr aan geboden; Het ontwerp dor dofinitiovo marino-bo- g olLng voor 1903 is thans bij dan Raad van 8toto aanhangig. De Regooring moot roods besprekingen hebbon ingoleid over den aankoop van oen torroin to 's-Gravcnh&go voor het. gebouw van het Arbitragehof, om con bestemming to goven aan Carnegio's gift. Op den feestavond van 18 Mei van den bond „Vredo door Recht", tor hordenking der opening van do Haagscho Vredesconfe rentie, zullon to 's-Gravonhage, in plaols van een gelogenhoidstooncolstukjc, fcnhloaux-vi- vants naar schildorijc® van Ten Katc, op het onderwerp der feestviering betrekking hebbende, worden vortoond. Do Koninklijke Rumeonscho Aoadomie van Wetenschappen to Bucharest heeft d«n Staatsraad mr. T. M. O. Asser tot haar ma dolid benoemd. Do Franscho gezant is, na een afwezig heid van eenigon tijd, in Den Haag terug gekeerd. Gisteren was hot 25 jaar geloden, dat mr. A. E. Elias werd benoemd tot voorzit ter van hot bestuur dor Coöperatieve winkel- verceniging van „Eigon Hulp" to VGravon- hagc. 81) xxni. Het was reeds avond, toen Lorenz Falk te Klampenborg in het badhotel terugkeerde. Van den portier hoorde hy, dat do Fran- sche familie weer naar Kopenhagen terugge keerd was. Hy ging haastig naar zyn kamer, deed den verlovingsring in een couvert en zond een kollnor er moe naar de cottage van mevrouw von Feldau. Toen do kellner terugkwam, vertelde hy hem, dat de dames von Feldau bezig waren haar koffers te pakkeD. Hot dienstmeisje had gozegd, dat de dames naar Jutland gingen, waar een zustor van mevrouw von Feldau 1 op een landgoed woonde. De kollner overhandigde Falk een klein pakje en verwyderde zich daarna weer. Het bevatte zyn ring en enkele gouden sieraden, die by Ellen cadeau had gedaan. Hy wierp alles in zyn koffer en begon z(Jn zaken byeen te pakken. Daarop belde by. Hy vroeg den kellner den volgenden morgen zyn rekening en bestelde oen glas gioc. Eten kon hy niet. Hy stak een sigaar aan, ging aan het open raam zitten en keok over de Sont, die kalm en spiegelglad vóór hem lag uitgestrekt, ter- d0 muziek in de kureaal gedempt tot hem overkwam. Dus moest hy weer opbreken en bet vroo- Ulke Denemarken verlaten, waar by zoovele aangename uren doorgebracht en zyn schoon ste toekom stdroomen gehad had Nu zou hU weer terugkeeren naar het koude, trieste Noorwegen. Wel was hy van plan geweest, er voor korten tyd terug te keeren, maar hy zou dan hebben willen gaan als een gevierd schryver en als een ryk en gelukkig man aan de zyde van een geliefde echtgenoote. Nu was het mooie luchtkasteel ineengestort en hy keek treurend op de ruines er van. Hy was een arme zomervogel uit het Noorden, die naar het Zuiden verdwaald was en daar door bloemengeur bedwelmd was geworden. Toen was hy in oen salon beland en te dicht by het licht gekomen. Daarom bleef hem niets anders te doen over dan zich met zyn verbrande vleugels huiswaarts te begeven en in den langen Noorschen winter to sterven. Ja, hy moest terug naar Noorwegen; er bleef hem geen keus. Verder in Kopenhagen te biyven wonen zou voor hem ondraagiyk zyn, on hy had geen geld genoeg om op nieuw weer naar hot Zuiden te trekken. Hy moest met zyn oom en tante Norderud spreken en zy moesten hom opnieuw helpen; dat was zyn oenigo uitweg. Hielpen zy hem niet, dan bleef hem niets anders over dan in Noorwegen te sterven. Op het kerkhof by Christiania was plaats voor hem naast zyn ouders. Dit kleine plekje gronds was het eenige, dat by nog in het vaderland bezat. Het was niet veel, maar feiteiyk was het alles, wat by nog noodig had. Eindoiyk ging hy naar bed, maar hy woelde onrustig heen en weer, zonder te kunnen slapen. De gedachten hielden hem wakker. Den volgenden dag zou de stoomboot naar Noorwegen vertrekken. 's Morgens begaf hy zich naar Kopenhagen en ging naar mevrouw von Stein. Z(j was de eenige, van wie hy afscheid wou nemen. Mevrouw von 8tein waa juist van buiten gekomen en ontving bem in het mosgroene salon. „Maar wat ziet u er uitl" zeide zy ver wonderd. „Wat scheelt u toch? U bent zoo wit in bet gezicht als de frisch gepoederde barones Wildenberg l" Hy nam plaats en vertelde haar alles. Zyn stem was kalm on gedempt, alsof by sprak in den slaap. „Arme vriend," zeide zy, toen hy zyn ver haal geöindigd had, „het heeft letteriyk onge luk over u geregend, en ik ben ook niet heelem&al zonder schuld aan hetgoen gebeurd Is. Ik dacht wel, dat de kamerjonker uit de school zou klappen." „Maar er kwam ook nog de familio de Pontjole by. Alles schoon tegen my te hebben samengespannen." „Hot ergste is nog, dat het stuk geweigerd is. Ik had er my al zoo op verheugd, in het parket to zitten en om den schryver te roepen, en dan zou ik hem een lauwerkrans met een lang lint er aan toegeworpen hebben." „Nu zyn al myn lauweren verwelkt." „Ze kunnen opnieuw groen worden. Ga nu terug naar Noorwegen, rust wat uit, herwin uw gemoedsrust en begin dan weer met uw werk. Niemand is nog schryver geworden zonder stryd." „Ik hob nooit een stryd gestreden, ik ben myn heele leven lang een kind geweest, dat het publiek en de per6 verwend hebben, zoo lang ik een bescheiden dilettant wou zyn; maar zoodra ik trachtte een wezenlyke schry ver to wezen en grootere stukken te schry ven, heb ik slaag gekregen en heeft mon my bespot. Maar ik ben te oud, om nog dilettant te mogen zynik zal myn talent in een andoro richting moeten zoeken." „Wilt u misschion tooneelspeler worden?" „Noen. Ik kan evengoed morphinist of dronkaard worden. Misschien kan ik het in die richting vorder brengen." „Foei, schaam u, dat u zoo iets zeggen durft. U gaat nu naar Noorwegen en daar kan ik tot myn spyt niet meer over u waken." „Wanneer ik hier in Kopenhagen had kun nen biyven, zou ik stellig onze vriendschaps betrekking weer aangeknoopt hebbon." „Van uw kant zou inderdaad dezen wensch geen hinderpaal moer in den weg hebben gestaan; maar bent u er zoo zeker van, dat hetzelfde ook met my het geval is?" „Zyn er by u hindorpalen gekomen?" vroeg Lorenz. „Dat zou wel eens mogoiyk kunnen zyn." „U hebt waarscbyniyk myn raad opgevolgd en u weer verloofd." „Ja juist, dat heb ik gedaan." „Ik feliciteer u." „Dank u. Maar u neemt alles zoo kalm op." „Natuuriyk. Alios is my totaal onverschillig." „Kan het u niet ooos interesseeren te hooren, wie de ongelukkige is?" „O Ja, waarom niet? „Hy heet Blistrup en Is grossier. Het is een heel nette man, klein, blond en gesoig neerd hy lykt wel wat op den kamerjonker von Eisenfeld en hoeft een goedo positie. „Bovendien," zoo ging mevrouw von Stoin voort, „aanbidt hy my en dat is meer dan u doet. Hy zei, dat hy niet zonder my zou kunnen leven, en dat kunt u zeer goed, en daarom juist heb ik my zyncr erbarmd." „Daar hebt u goed aan gedaan." „Ja, ik bon steeds meer tot de overtuiging gekomen, dat hot voor een weorioozo vrouw niet good is, alleen te gaan naar Porta." „Alleen te gaan door het leven, bad lk zoo mooi willen zeggen, en nu valt u my in de redo met uw restauratie-proza. U bent do meest onpoötischo poöet, dien ik ooit ontmoet heb." Hy stond op. „Nu wordt bot tyd, dat Ik afscheid neom." Zy reikte hem de hand. „Ja, ditmaal zal het wel onberroopoiyk voor de laatste maal zyn. lk zou u zoo graag naar de stoomboot vergezellen en u by het afscheid bloemen toereiken, maar u zult inzien, als men verloofd Is, dan „Ja, natuuriyk." „Maar wacht een oogenblik, ik wil u tocb een bloem ton afscheid geven." Zy sneod een groote roodo roos af. „Kyk eens hier, neem deze bloem en steek ze in uw knoopsgat. Als ze verwelkt ls, hebt u my waarschyniyk al vergeten." „Ik zal dikwyis, heel dikwUls aan u denkon." Zy schoof hem naar de deur. „Maak nu maar, dat u wegkomt, andors vroös ik, dat we beiden sentimonteol worden". By do deur draaide hU zich nog eens om. Zy trok haastig de portière toe Haar donkere oogen achter de gouden lorgnet stonden vol tranon. Falk ging naar de haven. Iiy wilde vroeg aan boord zyn, om oon mogoiyke ontmoeting van kennissen by het vertrek te ontgaan. Zyn bagago had h(j roods *8 morgens naar do stoomboot laten brengen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1