Vrijdag 1 Mei.
A®. 1903.
<Beze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van -Zon- en feestdagen, uitgegeven.
De dilettant.
No. 13247
LEMSCH
DAG-BLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden I f 1.10.
Bniten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd rijn 1.30.
Franco per poBt 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17 AGrootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents oontanfelk
tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het inoaaseeren wordt/"0.05 berekend.
De boekjes, bevattende de
Zomerdienstregeling, die ge
woonlijk onzen Abonnés wor
den aangeboden, worden al naar mate zy gereed
Aomen, verzonden.
Maandagavond uiterlijk kunnen alle Abonnés
|Q het bezit van een boekje zjjn.
Offieieele Kennisgeving.
Openbaar Slachthuis.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden;
Brengen ter algemeono kennis:
dat ieder, die op het Openbaar Slachthuis
dieren slacht of doet slachten, verplicht is
de door of voor hem geslachte dieren ter-
•tond op elk vierendeel van den romp en op
allo andere deelen, welke daarvoor in aan
merking komen, van een door den Directeur
goedgekeurd naamstempel te voorzien, het
welk op duidelijk leesbare wijze den naam
▼an den eigenaar bevat;
en noodlgen belanghebbenden uit de be
doelde naamstempels zoo spoedig mogelijk
&an de goedkeuring van den Directeur te
onderwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 28 April 1903.
Vervoer van vfleesch.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op artikel 13 der verordening van
den 22sten Januari 1903 op den invoer, het
vervoer, den doorvoer, do keuring van vee
en vleesch en den handel in vleesch in de
gemeente Leiden;
Brengen ter algemeene kennis:
dat het van af den lsten Mei 1903 ver
boden is versch vleesch anders te vervooren,
dan geborgen in bekoorlijk gesloten
en geventileerde, of wei in bekoorlyk
overdekte vervoer- of drnngmld-
delen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Lelden, 29^April 1903.
Gemeentelijk Scheidsgerecht.
Bij de zich voortdurend uitbreidende ge-
meentezorg wordt het getal personen, door
de gomeente in dienst genomen, ook steeds
grooter en de behoefte, dat de wederzijd-
sche rechten en verplichtingen nauwkeurig
zijn bepaald en omschreven, voortdurend
sterker govoeld.
Het is ons gevoelen, dat de gemeente,
waar zij optreedt als werkgeefster, parti
culieren werkgevers een voorbeeld moet geven
van goede zorg. De ver strekkende sooiale be
langen, die zij te bevorderen heeft, eisohen
dit evenzeer als het belang van de personen,
(door haar in dienst genomen. Allereerst
dient er voor gezorgd, dat de rechtstoestand
voldoende geregeld zij. Daartoe schijnt ons
een scheidsgerecht, zooals het 6inds 1897 in
Amsterdam bestaat, maar dat thans, nu het
naar aanleiding van de staking binnen ceni-
gc dagen honderden gevallen berechtte, voor-
aT van zich heeft doen spreken, een der mid
delen.
Een particuliere werkgever, die niet een
al te groot aantal werklieden in dienst heeft,
kan ieder geval, dat aanleiding zou kunnen
geven tot boete, schorsing of ontslag, in don
regel zelf onderzoeken, in een gemeente is
dit aan den Wethouder van Fabricage of
directeur van gemeentewerken niet wel mo
gelijk. Bij wezenlijke of vermeende overtre
ding van reglementen of bepalingen moet
veelal worden afgegaan op lagere ambtena
ren, wier oordeel niet altijd onpartijdig is
en in vele gevallen dus wrok kan zetten bij
de lijdende en zich verongelijkt achtende par
tij, die echter niet licht in hooger beroep zal
gaan, omdat zij weet, dat do uitspraak van
den eersten rechter in de zaak, ook hooger
op het meeste gewicht in den schaal zal leg
gen.
Bestaat cr een scheidsgerecht, dat do zaak
geheel onafhankelijk van superieuren onder
zoekt-, zoo zal die zich verongelijkt geacht©
zioh daartoe wenden.
Van den anderen kant zullen ambtenaren,
die wel eons al te spoedig met straffen ge
reed zijn, tot bedachtzaamheid worden aan
gemaand.
Het Amsterdamsch scheidsgerecht bestaat
uit 6 leden, en even zoovele plaatsvervan
gers. Twee leden en plaatsvervangers wor
den aangewezen door Burgemeester en Wet
houders, twee door de werklieden der ge
meente en het vijfde lid door den gemeen
teraad.
Men ziet het, deze samenstelling waar
borgt de hoogst mogelijke onpartijdigheid en
wekt al dadelijk vertrouwen in dit college.
Dat deze instelling niet als iets overtolligs
is te beschouwen, hebben de laatste dagen
in Amsterdam bewezen. Groot is het aantal
gemeentewerklieden, door het scheidsgerecht
tot ontslag voorgedragen, toch is daartegen
geen enkel protest opgegaan, en heeft nie
mand van partijdigheid gerept. Dit zou heel
anders zijn geweesL er zou wellicht éón
stem zijn opgegaan indien het ontslag
rechtstreeks ware uitgegaan van Burg. en
Woths.
Doch niet alleen voor dergelijke buitenge
wone gevallen, ook in gewone omstandighe
den heeft zulk een lichaam recht van be
staan. Sedert zijn opriohting wees het ge
recht immers reeds 60 vonnissen.
De vraag is gewettigd, of ook in onze ge-
me onto zulk een college niet nuttig zou kun
nen werken, 't Is waar, van zoo grooten
omvang is ons korps gemeente-werklieden
nog niet en de gevallen, waarbij in een of
ander opzicht straf werd gegeven, zijn tot
dusverre weinig talrijk, doch ze zijn voorge
komen en ze kunnen en zullen in de toekomst
ook voorkomen.
Zelfs het feit alleen, dat oen zoodanig
lichaam bestaat, geeft aan weerszijden een
gevoel van rust.
We achten thans, nu het Amstordamscho
scheidsgerecht van zich heeft doen sprekon
en getoond heeft in de "practijk nuttig te
kunnen werken, de gelegenheid sohoon om
onze gemeentelijke autoriteiten er eens op lo
wijzen.
Het best zou het zijn, wanneer de stoot er
toe van Burg. en Weths. zélf uitging. Wol-
licht heeft de jongste ervaring in de hoofd
stad des lands hen warm gemaakt voor het
denkbeeld.
Wij hopen het.
LEIDEN, I Mei.
In den afgeloopen winter werden in
het Wykgebouw „Geloof, Hoop, Liefde"
(Langestraat) weder lessen gegeven in hand
en bouwkundig teekenen aan jongens, die
^eeo vak of ambacht beoefenen en elders dat
onderwijs niet kunnen genieten. Geheel be
langeloos geven de heeren Kloota en Heus
hun krachten daaraan, bijgestaan door den
heer Zwart. Dat hun groote toewijding be
loond wordt, bewijzen de teekeningen, die
gisteravond waren ton toon gesteld. Vooral
de proeven van het bouwkundig teekenen
zijn een kijkje waard.
De tentoonstelling werd geopend met een
samenkomst der leerlingen met hun ouders
of belangstellenden, waarbij bet bestuur van
het WUkgebouw tegenwoordig was en prof.
Oort als voorzitter een hartelijk woord tot
de jongelui sprak. Daarna had de prjjsuit-
deeling plaats.
Een groote teleurstelling was, dat geen der
heeren van het dageiyksch bestuur tegen
woordig waren, hoewel Burgemeester en
Wethouders daartoe waron uitgenoodlgd. Deze
lessen toch zijn van geen gering belang voor
de burgerij. Allereerst gaat er van goed wer
ken een zedelijke kracht uit. Met liefde arbeiden
is oen zaak, die niet licht kan worden over
schat, maar ook is het voor een stad wat
waard goede werklui onder haar burgers te
tellen.
Hier wordt met liefde gewerkt, dank zU de
goede leiding.
Allen, die belang stellen in dit vakonder
wijs, worden uitgenoodigd de tentoonstelling,
die nog goopend ls: Vrijdag- en Zaterdag
avond van 7 tot 10 uren on Zondag-middag
van 1 4 uur, te bezoeken.
In den loop van dezo maand zullen bU
het 4de regiment Infanterie alhier 180 mili
ciens voor korte oefening worden Ingelijfd.
De kapitein J. A. A. Lodewljks, van het
lste bataljon 4de regiment Infanterie, is be
stemd voor kapitein voor specialo diensten
by het 8de bataljon van het korps.
De nieuw benoemde kapitein S. 0. Mül-
ler wordt belast met het bovel over oen der
compagnieën van het 4de regiment infanterie,
alhier in garnizoen.
Voor het akte-examen lager onderwys
zyn geslaagd de heeren F. L. Deo, H. Hazel-
horst en J. Smit, allen van Leidon.
De kapiteins J. A. A. LodewijkB, van 't
4do reg. inf. te Delft, en F. W. J. do Witt
Huberts, van dat korps to Leiden, worden
overgeplaatst naar het 3de bat. van dat reg.
te Haarlem.
De bij het 2de rog. vold-art. overge
plaatste majoors K. J. van Ravenswaay en
jhr. A. J. B. Six, Worden belast met het be
vel over do 1st© afd. te 's-Gravonhago en
over do 2de aid. t© Leiden.
De Nedorlandacho mail uit Ooet^Indiö
wordt hedenavond alhier verwacht.
By de Leideche Spaarbank is in de maand
April ingelegd f 58,928.26* en terugbetaald
f 88,386.02®, terwyi zyn afgegeven 64 nieuwe
en geheel afgelost 95 boekjes.
Het gezameniyk tegoed der 11,998 inleggers
bedroeg einde April f 2,268,959.20.
De heer A. de Graaff, te Rotterdam
overleden, beeft o. a. aan de Nederlandsche
Gustaaf-Adolf-Vereeniglng f 800 gelegateerd.
Door het Provinciaal Kerkbestuur van
Drente zyn tot de Evangeliebediening In de
Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heoren G. W.
Kobus en J. W. Verschoor, candidaten in
de theol. aan ds Universiteit te Utrecht en
Leiden.
Aan het postkantoor Warmond werd
gedurende de maand April 1903 ingelogd
ƒ8486.77^, vordeeld ovor 184 inlagen; terug
betaald f 5126.44, verdeeld over 66 terugbe
talingen.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 1178.
De examens B aan do Polyteohnischo
School t© Delft zullen 11 Mei een aanvang
nemen.
H. M. de Koningin-Moeder gaf blijk
van haar belangstelling in de voreendging
„Onderlinge Vrouwenbceohcrmdng" door
een gift van f 100, welko bijdrage uitslui
tend bestemd is voor het philantihropisch
gedeelte van den arbeid der vereendging.
Naar aanleiding van het voornemen
dei' Regeering, blijkens het ont-werp-tarief
van invoerrechten, door den minister van
Financiën aan de Kamers van Koophandel
gezonden, om het invoerrecht op tabak tc
verhoogen van f 0.70 tot f 20 por 100 kilo,
heeft de heer Th. C. Dentz, makelaar te
Amsterdam, in een „open brief' aan den
minister zijn bezwaren daartegen kenbaar
gemaakt.
Do liohtingen 1897 en 1898 zullen dit
jaar voor herhalingsoefeningen onder tie wa-
penon komen.
Men meldt ons aan de ,,N R. C.":
Het schijnt, dat de broeder van dcu
Duitschen Keizer, prin6 Hein rich, die bevel
voert ov .r het eskader, dat begin Juni in do
Hollandsche wateren verwacht wordt, mot
de vloot medo komt.
De terugkomst der Tweede Kamer
wordt verwacht tegen Dinsdag 19 Moi.
De Nederlandsch Zuidafrikaanscho Vor-
coniging houdt den 28sten Mei te Amsterdam
haar algomeeno vergadering. Punten van be
handeling zijn: jaarverslag van het hoofd
bestuur; rapport van de commissie, benoemd
tot het nazien van de rekening over 1902;
benoeming van een commissie tot het nazion
van de rekening over 1903benoeming van
zes leden van het hoofdbestuur, vacatures
ontstaan door periodiek aftreden en het be
danken van den licor Charles Boissevain.
Bij ontstentenis van den voorzitter,
gonoraal Verapijc c, werd de vergadering
van do voreoniging „Moed, Beleid en
Trouw" gisteren te 's-Qravenhage gepresi
deerd door don onder-voorzitter jhr. mr. J.
W. M. Schorer, die mededeelde, <Lat in do be
stuursvergadering waren herkozen de heoren
>orspijok, Schoreren v. Braam Houokgccet,
resp. als voorzitter, onder-voorzittor on so-
orotaris-penningmeester. Het reeds gopubli-
ocorde jaarverslag werd goedgekeurd, even
als do rekening en verantwoording. Do voor
zitter oonstatcerdo mot genoegen, dat er een
batig saldo was, dat oohtcr niet toeliet do
bomooiingen der vereeniging verder uit te
breiden. Daarna werd do vergadering ge
sloten.
Gisteren heeft de garnizoensverwiseo-
ling plaats gehad van 2 eskadrons van hot
3de reg. huzaren. Het 3do eskadron i8, onder
bovel van den ritm. J. D. Oamcrling Hel-
molt, van 's-Gravonhage naar Amsterdam
vertrokken en hot 4de eskadron, onder bovol
van den ritm. R, W. Wijnmalen, van Am
sterdam naar 's-Gravenhage.
Het Museum van Kunstnyvorheid te
Haarlem werd gedurende de maand April bo-
zocht door 760 belangstellenden, terwyi uit
de aan het Museum verbonden boekery 164
boek- en plaatwerken naar verschillendo plaat
sen van ons land verzonden werden.
Het stoomschip „Bundosrath" (Ihuisrois)
arriveerde 29 April to Marseille; de „Gouver
neur" (thuisreis) vertrok 29 April van Mozam
bique; de „Prasident" (ultrois) arriveerde 29
April te Mombassa; de „Prins Willem III"
arriveerde 80 April van West-Indiö te Nieuw-
York; de „Prinz Helnrlch", van Singapore
naar Amsterdam, vertrok 29 April van
Genua; de „Merapi", van Rotterdam naar
Java, vertrok 80 April van Marseille; de
„Sindoro", van Java naar Rotterdam, arri
veerde 30 April to Marseille en heeft de reis
voortgezet.
Hazerswoudo. Nu de meest© landerijex>
onder water staan en veel jong loven, dat
weldra aan do oppervlakte zou zijn geko
men, verwoest wordt, is het voor sommige
dieren, die gewoonlijk onder of beter in den
grond hun voedsel vindon, hoog tijd oldcrs
een goed heenkomen t© zoeken. Zoo werden
in het land van den heer J. van V., in don
Roemer, dat geheel blankstaat, do mollen
over hun toestand zóó verontrust, dat zo in
soharen naar een hooger gelegen slukjo
gronds omigreerden. Daar kwamen ze ech
ter uit den regen in den drop: want mon-
schon on honden legden het nu op hun
leven toe. Niet mindor dan 48 van dio land
verhuizers vonden op dio wijze den dood.
Voor liet café van don heor J. Roden
burg stond gistermiddag con wagen met cc®
paard bespannen. Door hot spelen der kin-
doron, men zegt, dat er ook geplaagd werd
met oen bezem, word het paard schichtig,
nam een sprong en kwam met zijn pooten
over do ijzeren balies, aan wier scherpe
punten het zich bezeerde. De beide hoornen
van het rijtuig waren doormidden on een
der palen was uit don grond gerukt, maar
persoonlijke onheilen kwamen gelukkig
niet Voor.
Haarlemmermeer. Aan m°i- GL de
Bruyn, onderwijzeres aan do school No. 0
in deze gemeente, is toegestaan om des zo
mers te Leiden en des winters te Lisso to
mogen wonen.
Do loteling dezer gemeente L. P., wiens
ingesteld beroep tegen do uitspraak van Qo-
doputcerde Staten omtrent aanwijzing tot
den militairen dienst door H. M. de K. on.
gegrond is verklaard, heeft thans aan H. M.
de Koningin een adres gericht tot bekoming
van ontheffing van den werkelijkon dienst
op grond van art. 113 der militiowet 1901.
Op het verzoek van J. C. Mulders, om
vorgunning tob den verkoop van sterkon
drank in het klein, ie afwijzend beschikt.
Met het oog op do noodzakelijkheid tot
uitbreiding van personeel aan de school No.
9 alhier en in verband met do benoeming
van don aan die school reeds verbonden on
derwijzer Dirker tot onderwijzer met ver
plicht© hoofdakte, bestaat het voornemen
aan gemelde school nog een onderwijzeres
aan te stellen, in do plaats van don heer
Dirker.
Mot het oog op het vertrek van don
hoor Beth, Rijksontvanger, is tot waarne
mend ontvanger der dir. belastingen enz.,
FEUILLETON.
19)
VIbertin en Clarisse stonden op om heen
te gaan.
„Het is maar het best, dat wy afscheid
van elkaar nemen," zelde de luitenant. „Wy
zyn alle drie allesbehalve beminnelijk". En ik
had me juist voorgesteld, een recht gemoede-
l(jkon avond te hebben. Het was ook ver
drietig, dat myn moeder nu komen moest.
Ik zag aan haar verwytenden blik, dat zy
onraad rook. Nu, bonsoirl "Wy willen u tiiet
langer ophouden. Veel pleizier op de soiróe."
Luitenant Yibertin en Clarisse gingen heen
en Lorenz deed zyn fluweelen jacquet uit en
trok zyn rok aan.
Toen hy zyn handschoenen nemen wou,
viel zyn oog op een portret in een mooi be
sneden houten iyst.
Het was een portret van zyn moeder. De
uitdrukking van het gszicht was zacht, maar
het kwam hem voor, als zag hy iets ver-
wytends Jn haar blik.
Hy zuchtte, toen hy zyn overjas aantrok.
Daarna sloeg hy den kraag van de Jas op,
stak de handen in de zakken en ging naar
buiten. Het salon van madame de Pontjole
riep hem.
XIV.
Er waren roodzyden kappen over de mode-
rateurlampen gehangen en de leuningstoelen
stonden in een Judven kring om den schoor
steenmantel.
Madame de Pontjole presideerde in een
grooten fauteuil. Zy was een corpulente dame;
haar gezicht was gepoederd, als dat "van een
molenaar. Zy droeg een toilet van roodbruin
fluweel met gelen kant.
Achter haar stoel stond monsieur de Pont
jole, die, als byna alle Fransche gehuwde
mannen, een ondergeschikte rol in het salon
speelde, waar hy om een zachte uitdruk
king te bezigen als gedienstig cavalier van
zyn echtgenoote optrad. Voor 't overige werd
„Anatole" nu eens als lakei, dan weer als
dienstman gebruikt en met alle mogeiyke en
onmogeiyke opdrachten weggezonden.
Het was een magere man met een rimpe
lig, geel gezicht en een stekelig, donker
snorretje.
Rondom madame en monsieur was het
gezelschap gegroepeerd.
Er waren eenige dames met eenige huw
bare dochters aanwezig, een barones, zulke
dames geven altyd een zekeren glans aan
een 6alon en ook een literaire dame met
kort geknipt haar en een bril op. Verder was
er een Zweedsche zangeres, Malin Jönsson,
een ryzige, blonde, Noorsche schoonheid, die
voor haar verdero vormiDg In Parys was;
want Zweedsche zangeressen zyn zeer modern.
Madame de Pontjole had een zwak voor
artiesten en literaire persooniykheden, vooral
wanneer het vreemdelingen waren. Daarom
had zy ook door bemiddeling van juffrouw
Jönsson Lorenz Falk uitgenoodlgd, haar salon
te komen sieren, en Inderdaad was hy met
zyn gedistingeerd ulteriyk een sieraad van
een salon.
De manneiyke leden van het gezelschap
waren tweo oudere heeren met een lintje in
het knoopsgat en „de" voor hun naam, en
verder een paar jonge neven, heel netto jonge
lui, die graag geblaseerd wilden schynen.
Langs een op zy geschoven portière zag
men in de eetkamer, waar mademoiselle
Angélique by de theetafel bezig was, en ver
der zag men in het boudoir van de vrouw
des huizes, met lichtgryze meubelen en étagères
vol snuisteryen.
„Wolkom 1" riep madame de Pontjoie, toen
Lorenz binnentrad. „Het is heel lief van u,
mynheer Falk, dat u ons by dit slechte weer
niet in den- steek laat Anatole, geef mynheer
Falk gauw een stoel."
Angélique kwam uit de eetkamer en reikte
hem de hand.
Hot was een jong meisjo met donker haar
en donkere oogen; zy droeg een sleepjapon
van lichtgele zyde met echte rozen op de borst.
Zy was frisch, blozend en onbedorven, als
alle wèlopgevoede Fransche jonge dames, die
steeds uiterst streng door haar moeders be
waakt worden, tot zy huwen. Dan krygen
zy haar vryheid, waarvan zy maar al te dik-
wyis gebruik maken.
De literaire dame zou een artikel voorlezen.
„Anatole, zet een paar kaarsen op het kleine
tafeltje en geef me myn voetbankje even aan."
Madame leunde achterover in den fauteuil
en sloeg de oogleden neer. De andere dames
deden ook, alsof zy van plan waren, zeer aan
dachtig te gaan luisteren.
De literaire dame dronk een teugje water
en begon.
De voordracht was zeer lang en zeer ver
velend.
De dames gaapten achter haar waaiers en
de heeren speelden "geresigneerd met hun
claquehoeden, terwyi de ongelukkige Anatole
nog altyd achter den stoel van zyn vrouw
stond,
Emdeiyk was het stok uit Allen baalden
ruimer adem en applaudisseerden luid, waar-
schyniyk, omdat er een eind aan het voorlezen
gekomen was.
Er werd vervolgens gesproken over kunst,
muziek en schouwburg.
Angélique interesseerde zich zeer voor do
schouwburgen, welke zy alleen by name kende.
Zy mocht alleen naar de opera en naar het
„Thó&tre Franqais" gaan.
„En dan liobben we een prachtigen Ameri-
kaanschen circus gekregen," merkte neef
Jacquos op, „hy wordt morgon goopend."
„Ik meende, dat hy vanavond al goopend
werd," zeide Lorenz.
„Neen, monsieur, morgon."
„Ik kwam er straks voorby en toen waren
de gaslichten aangestoken."
„Maar ik ken een van de ryderessen," zeide
neef Jacques met zelfvertrouwen.
Angélique dreigde met don vinger.
„Ik permitteer my toch, te botwyfelen.
„Myn heeren," zeide madame de Pontjole,
„geen dispuut, als ik u verzoeken magl De
zaak kan gauw worden opgelost. Anatole,
trek je overjas aan en ga eens even hooren,
wanneer do circus opent."
„Maar dat is toch tameiyk onverschillig
en 't is een heel eind," waagde Anatole op
te merken.
„In een half uurtje kan jo het wel doen."
„Maar, madame," zeide Lorenz, „het kan
ons immers feiteiyk niets schelen."
„Anatole doet het met gonoegen. Hy zit
zooveel stil."
„Ja, natuuriyk, Ik Ik doe het heel
graag," prevelde monsieur de Pontjole, zich
verwyderende.
Angélique ging weer ln de eetkamer naar
de theetafel. Lorenz volgde haar.
„Permitteer my, u te helpen.'*
„Wilt u zich oofenon als toekomstig echt
genoot?" vroeg zy met een glimlachje. „Eon
getrouwd man heeft hot mooiiyk, dat ziot u
hier in huls. Laat mo u liever eens bedienen.
Twee stukjes suiker en eon boetje rum or
by? En. hier zyn kookjos, die ik zeil go-
bakken heb."
Zy reikte hem hot kopjo aan.
„Ik dank u, u bent al te vriendelijk."
Malin Jönsson nam plaats aan de plano en
sloeg oen paar akkoorden aan.
„Still Laat ons naar binnen gaan om naar
den zang te hooren."
„Neen," antwoordde Lorenz, „laat ons liover
in het boudoir gaan. Haar alt is op oenigon
afstand mooior, en dan kunnen wy een beotjo
samen praten. Het is waarschyniyk een aria,
die wol een half uur duurt."
„Onmuzikale barbaar 1" zeide zy, haar don
kere kopje schuddende. „Intusschen dwoep
ik zelf ook met zulke halsbrekondo kunsU
stukken."
Zy stootte haar sleep cp zy en ging het
boudoir binnen, waar zy op een poef in don
hoek achter do deur zitten ging. Hy nam
naast haar plaats op een klein stooltje.
De rose kappen over de lampen op don
schoorsteenmantel verspreidden een gedempt
licht in de kamer. Afgesneden bloemen, in
vazen geplaatst, vulden het vertrek mot een
aangenamon geur en uit den geelzydon sloop,
dio als een wolk voor Lorenz' voeten lag,
stroomde een sterk parfum.
Lorenz zat zwygend by haar.
„Hoort u naar den zang?" vroeg zy.
„Neen, ik zie u alleen maar aan."
„Vertel my een boetje van Noorwegen, uw
koude vaderland, waar de monschon op yaber-
gen zitten en waskaarsen eten."
Wordt vervolpd.)