Vrijdag 1 Mei. A®. 1903. <Beze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van -Zon- en feestdagen, uitgegeven. De dilettant. No. 13247 LEMSCH DAG-BLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden I f 1.10. Bniten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd rijn 1.30. Franco per poBt 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17 AGrootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents oontanfelk tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het inoaaseeren wordt/"0.05 berekend. De boekjes, bevattende de Zomerdienstregeling, die ge woonlijk onzen Abonnés wor den aangeboden, worden al naar mate zy gereed Aomen, verzonden. Maandagavond uiterlijk kunnen alle Abonnés |Q het bezit van een boekje zjjn. Offieieele Kennisgeving. Openbaar Slachthuis. Burgemeester en "Wethouders van Leiden; Brengen ter algemeono kennis: dat ieder, die op het Openbaar Slachthuis dieren slacht of doet slachten, verplicht is de door of voor hem geslachte dieren ter- •tond op elk vierendeel van den romp en op allo andere deelen, welke daarvoor in aan merking komen, van een door den Directeur goedgekeurd naamstempel te voorzien, het welk op duidelijk leesbare wijze den naam ▼an den eigenaar bevat; en noodlgen belanghebbenden uit de be doelde naamstempels zoo spoedig mogelijk &an de goedkeuring van den Directeur te onderwerpen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 28 April 1903. Vervoer van vfleesch. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op artikel 13 der verordening van den 22sten Januari 1903 op den invoer, het vervoer, den doorvoer, do keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in de gemeente Leiden; Brengen ter algemeene kennis: dat het van af den lsten Mei 1903 ver boden is versch vleesch anders te vervooren, dan geborgen in bekoorlijk gesloten en geventileerde, of wei in bekoorlyk overdekte vervoer- of drnngmld- delen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Lelden, 29^April 1903. Gemeentelijk Scheidsgerecht. Bij de zich voortdurend uitbreidende ge- meentezorg wordt het getal personen, door de gomeente in dienst genomen, ook steeds grooter en de behoefte, dat de wederzijd- sche rechten en verplichtingen nauwkeurig zijn bepaald en omschreven, voortdurend sterker govoeld. Het is ons gevoelen, dat de gemeente, waar zij optreedt als werkgeefster, parti culieren werkgevers een voorbeeld moet geven van goede zorg. De ver strekkende sooiale be langen, die zij te bevorderen heeft, eisohen dit evenzeer als het belang van de personen, (door haar in dienst genomen. Allereerst dient er voor gezorgd, dat de rechtstoestand voldoende geregeld zij. Daartoe schijnt ons een scheidsgerecht, zooals het 6inds 1897 in Amsterdam bestaat, maar dat thans, nu het naar aanleiding van de staking binnen ceni- gc dagen honderden gevallen berechtte, voor- aT van zich heeft doen spreken, een der mid delen. Een particuliere werkgever, die niet een al te groot aantal werklieden in dienst heeft, kan ieder geval, dat aanleiding zou kunnen geven tot boete, schorsing of ontslag, in don regel zelf onderzoeken, in een gemeente is dit aan den Wethouder van Fabricage of directeur van gemeentewerken niet wel mo gelijk. Bij wezenlijke of vermeende overtre ding van reglementen of bepalingen moet veelal worden afgegaan op lagere ambtena ren, wier oordeel niet altijd onpartijdig is en in vele gevallen dus wrok kan zetten bij de lijdende en zich verongelijkt achtende par tij, die echter niet licht in hooger beroep zal gaan, omdat zij weet, dat do uitspraak van den eersten rechter in de zaak, ook hooger op het meeste gewicht in den schaal zal leg gen. Bestaat cr een scheidsgerecht, dat do zaak geheel onafhankelijk van superieuren onder zoekt-, zoo zal die zich verongelijkt geacht© zioh daartoe wenden. Van den anderen kant zullen ambtenaren, die wel eons al te spoedig met straffen ge reed zijn, tot bedachtzaamheid worden aan gemaand. Het Amsterdamsch scheidsgerecht bestaat uit 6 leden, en even zoovele plaatsvervan gers. Twee leden en plaatsvervangers wor den aangewezen door Burgemeester en Wet houders, twee door de werklieden der ge meente en het vijfde lid door den gemeen teraad. Men ziet het, deze samenstelling waar borgt de hoogst mogelijke onpartijdigheid en wekt al dadelijk vertrouwen in dit college. Dat deze instelling niet als iets overtolligs is te beschouwen, hebben de laatste dagen in Amsterdam bewezen. Groot is het aantal gemeentewerklieden, door het scheidsgerecht tot ontslag voorgedragen, toch is daartegen geen enkel protest opgegaan, en heeft nie mand van partijdigheid gerept. Dit zou heel anders zijn geweesL er zou wellicht éón stem zijn opgegaan indien het ontslag rechtstreeks ware uitgegaan van Burg. en Woths. Doch niet alleen voor dergelijke buitenge wone gevallen, ook in gewone omstandighe den heeft zulk een lichaam recht van be staan. Sedert zijn opriohting wees het ge recht immers reeds 60 vonnissen. De vraag is gewettigd, of ook in onze ge- me onto zulk een college niet nuttig zou kun nen werken, 't Is waar, van zoo grooten omvang is ons korps gemeente-werklieden nog niet en de gevallen, waarbij in een of ander opzicht straf werd gegeven, zijn tot dusverre weinig talrijk, doch ze zijn voorge komen en ze kunnen en zullen in de toekomst ook voorkomen. Zelfs het feit alleen, dat oen zoodanig lichaam bestaat, geeft aan weerszijden een gevoel van rust. We achten thans, nu het Amstordamscho scheidsgerecht van zich heeft doen sprekon en getoond heeft in de "practijk nuttig te kunnen werken, de gelegenheid sohoon om onze gemeentelijke autoriteiten er eens op lo wijzen. Het best zou het zijn, wanneer de stoot er toe van Burg. en Weths. zélf uitging. Wol- licht heeft de jongste ervaring in de hoofd stad des lands hen warm gemaakt voor het denkbeeld. Wij hopen het. LEIDEN, I Mei. In den afgeloopen winter werden in het Wykgebouw „Geloof, Hoop, Liefde" (Langestraat) weder lessen gegeven in hand en bouwkundig teekenen aan jongens, die ^eeo vak of ambacht beoefenen en elders dat onderwijs niet kunnen genieten. Geheel be langeloos geven de heeren Kloota en Heus hun krachten daaraan, bijgestaan door den heer Zwart. Dat hun groote toewijding be loond wordt, bewijzen de teekeningen, die gisteravond waren ton toon gesteld. Vooral de proeven van het bouwkundig teekenen zijn een kijkje waard. De tentoonstelling werd geopend met een samenkomst der leerlingen met hun ouders of belangstellenden, waarbij bet bestuur van het WUkgebouw tegenwoordig was en prof. Oort als voorzitter een hartelijk woord tot de jongelui sprak. Daarna had de prjjsuit- deeling plaats. Een groote teleurstelling was, dat geen der heeren van het dageiyksch bestuur tegen woordig waren, hoewel Burgemeester en Wethouders daartoe waron uitgenoodlgd. Deze lessen toch zijn van geen gering belang voor de burgerij. Allereerst gaat er van goed wer ken een zedelijke kracht uit. Met liefde arbeiden is oen zaak, die niet licht kan worden over schat, maar ook is het voor een stad wat waard goede werklui onder haar burgers te tellen. Hier wordt met liefde gewerkt, dank zU de goede leiding. Allen, die belang stellen in dit vakonder wijs, worden uitgenoodigd de tentoonstelling, die nog goopend ls: Vrijdag- en Zaterdag avond van 7 tot 10 uren on Zondag-middag van 1 4 uur, te bezoeken. In den loop van dezo maand zullen bU het 4de regiment Infanterie alhier 180 mili ciens voor korte oefening worden Ingelijfd. De kapitein J. A. A. Lodewljks, van het lste bataljon 4de regiment Infanterie, is be stemd voor kapitein voor specialo diensten by het 8de bataljon van het korps. De nieuw benoemde kapitein S. 0. Mül- ler wordt belast met het bovel over oen der compagnieën van het 4de regiment infanterie, alhier in garnizoen. Voor het akte-examen lager onderwys zyn geslaagd de heeren F. L. Deo, H. Hazel- horst en J. Smit, allen van Leidon. De kapiteins J. A. A. LodewijkB, van 't 4do reg. inf. te Delft, en F. W. J. do Witt Huberts, van dat korps to Leiden, worden overgeplaatst naar het 3de bat. van dat reg. te Haarlem. De bij het 2de rog. vold-art. overge plaatste majoors K. J. van Ravenswaay en jhr. A. J. B. Six, Worden belast met het be vel over do 1st© afd. te 's-Gravonhago en over do 2de aid. t© Leiden. De Nedorlandacho mail uit Ooet^Indiö wordt hedenavond alhier verwacht. By de Leideche Spaarbank is in de maand April ingelegd f 58,928.26* en terugbetaald f 88,386.02®, terwyi zyn afgegeven 64 nieuwe en geheel afgelost 95 boekjes. Het gezameniyk tegoed der 11,998 inleggers bedroeg einde April f 2,268,959.20. De heer A. de Graaff, te Rotterdam overleden, beeft o. a. aan de Nederlandsche Gustaaf-Adolf-Vereeniglng f 800 gelegateerd. Door het Provinciaal Kerkbestuur van Drente zyn tot de Evangeliebediening In de Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heoren G. W. Kobus en J. W. Verschoor, candidaten in de theol. aan ds Universiteit te Utrecht en Leiden. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand April 1903 ingelogd ƒ8486.77^, vordeeld ovor 184 inlagen; terug betaald f 5126.44, verdeeld over 66 terugbe talingen. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 1178. De examens B aan do Polyteohnischo School t© Delft zullen 11 Mei een aanvang nemen. H. M. de Koningin-Moeder gaf blijk van haar belangstelling in de voreendging „Onderlinge Vrouwenbceohcrmdng" door een gift van f 100, welko bijdrage uitslui tend bestemd is voor het philantihropisch gedeelte van den arbeid der vereendging. Naar aanleiding van het voornemen dei' Regeering, blijkens het ont-werp-tarief van invoerrechten, door den minister van Financiën aan de Kamers van Koophandel gezonden, om het invoerrecht op tabak tc verhoogen van f 0.70 tot f 20 por 100 kilo, heeft de heer Th. C. Dentz, makelaar te Amsterdam, in een „open brief' aan den minister zijn bezwaren daartegen kenbaar gemaakt. Do liohtingen 1897 en 1898 zullen dit jaar voor herhalingsoefeningen onder tie wa- penon komen. Men meldt ons aan de ,,N R. C.": Het schijnt, dat de broeder van dcu Duitschen Keizer, prin6 Hein rich, die bevel voert ov .r het eskader, dat begin Juni in do Hollandsche wateren verwacht wordt, mot de vloot medo komt. De terugkomst der Tweede Kamer wordt verwacht tegen Dinsdag 19 Moi. De Nederlandsch Zuidafrikaanscho Vor- coniging houdt den 28sten Mei te Amsterdam haar algomeeno vergadering. Punten van be handeling zijn: jaarverslag van het hoofd bestuur; rapport van de commissie, benoemd tot het nazien van de rekening over 1902; benoeming van een commissie tot het nazion van de rekening over 1903benoeming van zes leden van het hoofdbestuur, vacatures ontstaan door periodiek aftreden en het be danken van den licor Charles Boissevain. Bij ontstentenis van den voorzitter, gonoraal Verapijc c, werd de vergadering van do voreoniging „Moed, Beleid en Trouw" gisteren te 's-Qravenhage gepresi deerd door don onder-voorzitter jhr. mr. J. W. M. Schorer, die mededeelde, <Lat in do be stuursvergadering waren herkozen de heoren >orspijok, Schoreren v. Braam Houokgccet, resp. als voorzitter, onder-voorzittor on so- orotaris-penningmeester. Het reeds gopubli- ocorde jaarverslag werd goedgekeurd, even als do rekening en verantwoording. Do voor zitter oonstatcerdo mot genoegen, dat er een batig saldo was, dat oohtcr niet toeliet do bomooiingen der vereeniging verder uit te breiden. Daarna werd do vergadering ge sloten. Gisteren heeft de garnizoensverwiseo- ling plaats gehad van 2 eskadrons van hot 3de reg. huzaren. Het 3do eskadron i8, onder bovel van den ritm. J. D. Oamcrling Hel- molt, van 's-Gravonhage naar Amsterdam vertrokken en hot 4de eskadron, onder bovol van den ritm. R, W. Wijnmalen, van Am sterdam naar 's-Gravenhage. Het Museum van Kunstnyvorheid te Haarlem werd gedurende de maand April bo- zocht door 760 belangstellenden, terwyi uit de aan het Museum verbonden boekery 164 boek- en plaatwerken naar verschillendo plaat sen van ons land verzonden werden. Het stoomschip „Bundosrath" (Ihuisrois) arriveerde 29 April to Marseille; de „Gouver neur" (thuisreis) vertrok 29 April van Mozam bique; de „Prasident" (ultrois) arriveerde 29 April te Mombassa; de „Prins Willem III" arriveerde 80 April van West-Indiö te Nieuw- York; de „Prinz Helnrlch", van Singapore naar Amsterdam, vertrok 29 April van Genua; de „Merapi", van Rotterdam naar Java, vertrok 80 April van Marseille; de „Sindoro", van Java naar Rotterdam, arri veerde 30 April to Marseille en heeft de reis voortgezet. Hazerswoudo. Nu de meest© landerijex> onder water staan en veel jong loven, dat weldra aan do oppervlakte zou zijn geko men, verwoest wordt, is het voor sommige dieren, die gewoonlijk onder of beter in den grond hun voedsel vindon, hoog tijd oldcrs een goed heenkomen t© zoeken. Zoo werden in het land van den heer J. van V., in don Roemer, dat geheel blankstaat, do mollen over hun toestand zóó verontrust, dat zo in soharen naar een hooger gelegen slukjo gronds omigreerden. Daar kwamen ze ech ter uit den regen in den drop: want mon- schon on honden legden het nu op hun leven toe. Niet mindor dan 48 van dio land verhuizers vonden op dio wijze den dood. Voor liet café van don heor J. Roden burg stond gistermiddag con wagen met cc® paard bespannen. Door hot spelen der kin- doron, men zegt, dat er ook geplaagd werd met oen bezem, word het paard schichtig, nam een sprong en kwam met zijn pooten over do ijzeren balies, aan wier scherpe punten het zich bezeerde. De beide hoornen van het rijtuig waren doormidden on een der palen was uit don grond gerukt, maar persoonlijke onheilen kwamen gelukkig niet Voor. Haarlemmermeer. Aan m°i- GL de Bruyn, onderwijzeres aan do school No. 0 in deze gemeente, is toegestaan om des zo mers te Leiden en des winters te Lisso to mogen wonen. Do loteling dezer gemeente L. P., wiens ingesteld beroep tegen do uitspraak van Qo- doputcerde Staten omtrent aanwijzing tot den militairen dienst door H. M. de K. on. gegrond is verklaard, heeft thans aan H. M. de Koningin een adres gericht tot bekoming van ontheffing van den werkelijkon dienst op grond van art. 113 der militiowet 1901. Op het verzoek van J. C. Mulders, om vorgunning tob den verkoop van sterkon drank in het klein, ie afwijzend beschikt. Met het oog op do noodzakelijkheid tot uitbreiding van personeel aan de school No. 9 alhier en in verband met do benoeming van don aan die school reeds verbonden on derwijzer Dirker tot onderwijzer met ver plicht© hoofdakte, bestaat het voornemen aan gemelde school nog een onderwijzeres aan te stellen, in do plaats van don heer Dirker. Mot het oog op het vertrek van don hoor Beth, Rijksontvanger, is tot waarne mend ontvanger der dir. belastingen enz., FEUILLETON. 19) VIbertin en Clarisse stonden op om heen te gaan. „Het is maar het best, dat wy afscheid van elkaar nemen," zelde de luitenant. „Wy zyn alle drie allesbehalve beminnelijk". En ik had me juist voorgesteld, een recht gemoede- l(jkon avond te hebben. Het was ook ver drietig, dat myn moeder nu komen moest. Ik zag aan haar verwytenden blik, dat zy onraad rook. Nu, bonsoirl "Wy willen u tiiet langer ophouden. Veel pleizier op de soiróe." Luitenant Yibertin en Clarisse gingen heen en Lorenz deed zyn fluweelen jacquet uit en trok zyn rok aan. Toen hy zyn handschoenen nemen wou, viel zyn oog op een portret in een mooi be sneden houten iyst. Het was een portret van zyn moeder. De uitdrukking van het gszicht was zacht, maar het kwam hem voor, als zag hy iets ver- wytends Jn haar blik. Hy zuchtte, toen hy zyn overjas aantrok. Daarna sloeg hy den kraag van de Jas op, stak de handen in de zakken en ging naar buiten. Het salon van madame de Pontjole riep hem. XIV. Er waren roodzyden kappen over de mode- rateurlampen gehangen en de leuningstoelen stonden in een Judven kring om den schoor steenmantel. Madame de Pontjole presideerde in een grooten fauteuil. Zy was een corpulente dame; haar gezicht was gepoederd, als dat "van een molenaar. Zy droeg een toilet van roodbruin fluweel met gelen kant. Achter haar stoel stond monsieur de Pont jole, die, als byna alle Fransche gehuwde mannen, een ondergeschikte rol in het salon speelde, waar hy om een zachte uitdruk king te bezigen als gedienstig cavalier van zyn echtgenoote optrad. Voor 't overige werd „Anatole" nu eens als lakei, dan weer als dienstman gebruikt en met alle mogeiyke en onmogeiyke opdrachten weggezonden. Het was een magere man met een rimpe lig, geel gezicht en een stekelig, donker snorretje. Rondom madame en monsieur was het gezelschap gegroepeerd. Er waren eenige dames met eenige huw bare dochters aanwezig, een barones, zulke dames geven altyd een zekeren glans aan een 6alon en ook een literaire dame met kort geknipt haar en een bril op. Verder was er een Zweedsche zangeres, Malin Jönsson, een ryzige, blonde, Noorsche schoonheid, die voor haar verdero vormiDg In Parys was; want Zweedsche zangeressen zyn zeer modern. Madame de Pontjole had een zwak voor artiesten en literaire persooniykheden, vooral wanneer het vreemdelingen waren. Daarom had zy ook door bemiddeling van juffrouw Jönsson Lorenz Falk uitgenoodlgd, haar salon te komen sieren, en Inderdaad was hy met zyn gedistingeerd ulteriyk een sieraad van een salon. De manneiyke leden van het gezelschap waren tweo oudere heeren met een lintje in het knoopsgat en „de" voor hun naam, en verder een paar jonge neven, heel netto jonge lui, die graag geblaseerd wilden schynen. Langs een op zy geschoven portière zag men in de eetkamer, waar mademoiselle Angélique by de theetafel bezig was, en ver der zag men in het boudoir van de vrouw des huizes, met lichtgryze meubelen en étagères vol snuisteryen. „Wolkom 1" riep madame de Pontjoie, toen Lorenz binnentrad. „Het is heel lief van u, mynheer Falk, dat u ons by dit slechte weer niet in den- steek laat Anatole, geef mynheer Falk gauw een stoel." Angélique kwam uit de eetkamer en reikte hem de hand. Hot was een jong meisjo met donker haar en donkere oogen; zy droeg een sleepjapon van lichtgele zyde met echte rozen op de borst. Zy was frisch, blozend en onbedorven, als alle wèlopgevoede Fransche jonge dames, die steeds uiterst streng door haar moeders be waakt worden, tot zy huwen. Dan krygen zy haar vryheid, waarvan zy maar al te dik- wyis gebruik maken. De literaire dame zou een artikel voorlezen. „Anatole, zet een paar kaarsen op het kleine tafeltje en geef me myn voetbankje even aan." Madame leunde achterover in den fauteuil en sloeg de oogleden neer. De andere dames deden ook, alsof zy van plan waren, zeer aan dachtig te gaan luisteren. De literaire dame dronk een teugje water en begon. De voordracht was zeer lang en zeer ver velend. De dames gaapten achter haar waaiers en de heeren speelden "geresigneerd met hun claquehoeden, terwyi de ongelukkige Anatole nog altyd achter den stoel van zyn vrouw stond, Emdeiyk was het stok uit Allen baalden ruimer adem en applaudisseerden luid, waar- schyniyk, omdat er een eind aan het voorlezen gekomen was. Er werd vervolgens gesproken over kunst, muziek en schouwburg. Angélique interesseerde zich zeer voor do schouwburgen, welke zy alleen by name kende. Zy mocht alleen naar de opera en naar het „Thó&tre Franqais" gaan. „En dan liobben we een prachtigen Ameri- kaanschen circus gekregen," merkte neef Jacquos op, „hy wordt morgon goopend." „Ik meende, dat hy vanavond al goopend werd," zeide Lorenz. „Neen, monsieur, morgon." „Ik kwam er straks voorby en toen waren de gaslichten aangestoken." „Maar ik ken een van de ryderessen," zeide neef Jacques met zelfvertrouwen. Angélique dreigde met don vinger. „Ik permitteer my toch, te botwyfelen. „Myn heeren," zeide madame de Pontjole, „geen dispuut, als ik u verzoeken magl De zaak kan gauw worden opgelost. Anatole, trek je overjas aan en ga eens even hooren, wanneer do circus opent." „Maar dat is toch tameiyk onverschillig en 't is een heel eind," waagde Anatole op te merken. „In een half uurtje kan jo het wel doen." „Maar, madame," zeide Lorenz, „het kan ons immers feiteiyk niets schelen." „Anatole doet het met gonoegen. Hy zit zooveel stil." „Ja, natuuriyk, Ik Ik doe het heel graag," prevelde monsieur de Pontjole, zich verwyderende. Angélique ging weer ln de eetkamer naar de theetafel. Lorenz volgde haar. „Permitteer my, u te helpen.'* „Wilt u zich oofenon als toekomstig echt genoot?" vroeg zy met een glimlachje. „Eon getrouwd man heeft hot mooiiyk, dat ziot u hier in huls. Laat mo u liever eens bedienen. Twee stukjes suiker en eon boetje rum or by? En. hier zyn kookjos, die ik zeil go- bakken heb." Zy reikte hem hot kopjo aan. „Ik dank u, u bent al te vriendelijk." Malin Jönsson nam plaats aan de plano en sloeg oen paar akkoorden aan. „Still Laat ons naar binnen gaan om naar den zang te hooren." „Neen," antwoordde Lorenz, „laat ons liover in het boudoir gaan. Haar alt is op oenigon afstand mooior, en dan kunnen wy een beotjo samen praten. Het is waarschyniyk een aria, die wol een half uur duurt." „Onmuzikale barbaar 1" zeide zy, haar don kere kopje schuddende. „Intusschen dwoep ik zelf ook met zulke halsbrekondo kunsU stukken." Zy stootte haar sleep cp zy en ging het boudoir binnen, waar zy op een poef in don hoek achter do deur zitten ging. Hy nam naast haar plaats op een klein stooltje. De rose kappen over de lampen op don schoorsteenmantel verspreidden een gedempt licht in de kamer. Afgesneden bloemen, in vazen geplaatst, vulden het vertrek mot een aangenamon geur en uit den geelzydon sloop, dio als een wolk voor Lorenz' voeten lag, stroomde een sterk parfum. Lorenz zat zwygend by haar. „Hoort u naar den zang?" vroeg zy. „Neen, ik zie u alleen maar aan." „Vertel my een boetje van Noorwegen, uw koude vaderland, waar de monschon op yaber- gen zitten en waskaarsen eten." Wordt vervolpd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1